VOOR, ZEELAND. CHRISTELIJK- NIEUWSBLAD HISTORISCH 1886. No. 10. Dinsdag 2 November. Eerste Jaargang. VERSCHIJNT G. M. Klemkerk, te Goes F. P. D'huy, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIES De antirevolutionaire partij. Buitenland. Binnenland. DE EB W, elken MAANDAG- EN VRIJDAGAVOND. Prijs per drie maanden franco p. p. f0,65 Enkele nomrhers-0,02y2 UITGAVE VAN EN van '1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent; Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. "Wij wenschen onze lezers deelgenoot te maken van de blijdschap, die ons vervulde bij het lezen van een ingezonden stuk in het Wageningsch Weekblad door den be kenden dr. F. W. M(erens Deze oprechte antirevolutionair verdedigt zijne partij tegen de onbewezen beschuldigingen van zijn ambt genoot, dr. Bronsveld. Lezers, vergunt ons dat wij U een en ander uit dit heldere betoog mededeelen. Het is van een onverdacht onpartijdig getuige, dien niemand van overdreven liefde voor Kuyper, of van onwelwillendheid jegens Bronsveld (om nu maar eens twee namen te noemen) verdenken zal. Na gezegd te hebben, dat dr. Bronsveld nog maar altijd tegen de antirevolutionaire partij te velde ti ekt en haar aanklaagt wegens het wegwerpen va» haar zedelijke meerderheid tijdens de Juniverkie/.ingen gaat de schr. voort .Dit wordt ten deele zeker beheerscht doar de vraag of men met den schrijver die partij in haar geheel als van de roomscheu en neo-gere- formeerden afhankelijk beschouwt, dan wel met anderen die beschuldiging onwaar acht. Maar als nu de schrijver den Hr. Schaapman het hoofd noemt der tegenwoordige rechterzijde, dan moe ten wij met allen aandrang vragenhoe komt de schrijver aan dergelijke voorstelling Moeten wij dit maar op zijn gezag gelooven Of waar toe dient het, aulke ongemotiveerde verzekerin- ge. den volke te verkondigen Wij hebben niet gehoord, dat er een hoofd der rachterzijde is en beweren, dat dit er niet kan zijn, omdat zij geen aaneengesloten geheel vormt, terwijl zelf» de roomsche leden ouderling niet één zijn, daar onder hen het meerendeel op het conserva tieve standpunt staat. Alleen de schoolstrijd heeft de verschillende groepen der rechterzijde tot en gebracht. Laten de liberalen hierin recht doen, en men zal zien, dat de verbinding tusschen an tirevolutionairen en roomschen ala kamergroep overtollig wordt." En als dr. B. vraagt waarom wij den roomschen kandidaat Smeele steunden, dan antwoordt schr. „Met verbazing vernemen wij dan ook uit den ichrijvers pen zijn vraag, wat de antirevolutio nairen te Leyden, den roomschen boven den li beralen candidaat deed verkiezen? Immers dit is bekend genoeg. Het was de wetenschap, in deu roomschen een medestander te vinden, wat de rechtsgelijkheid tusschen de openbare en bij zondere school betrof." Bij de keuze van een drietal voor een president in de Tweede Kamer wierpen de liberalen onzen Mackay uii, maar hielpen toch de roomschen hun kandidaat Reuther op No. 3 te plaatsen. De liberalen zijn de schuld van Rome's samenwerking met ons, maar zij trekken den Roomsche toch altijd vóór den antirevolutionair. „Het is dan ook moeielijk in te zien, hoe door het samengaan van antirevolutionairen en roomschen, waarvan de liberalen zeiven de schuld zijn, dezen zoozeer verbitterd zouden zijn, die vroeger zelveu op nog intiemer voet met de roomschen gestaan hebben en in de genoemde nomi natie bewijzen, dat zij nogalijd sterner tegen de anti revolutionairen dan tegen de roomschen zijn ingeno men. Deze verbittering over beider samengaan zou ook alleen dan kunnen beteekenen, wat de schrijver bedoelt, indien werkelijk de antirevo lutionairen eenig voorstel vam roomschen steun den, waardoor een uitsluitend roomsch belang bevorder! werd dat tot schade van dat des lands kou strekken." Het voorstel Macky in zake wijziging van het onderwijs, was dat dan niet roomsch Volstrekt niet. Die het beweerden zijn weerlegd. Het voorstel Mackay in zake Art, 194, in een vorige stemmen-Kroniek zonder grond een roomsch voorstel genoemd, lag volkomen op de christelijk-historische lijn, gelijk reeds vroeger door ons is opgemerkt. De hr Keuchenius, die beweerde, dat de Kamerleden hierin van de roomschen afhankelijk waren, had maanden lang de vergaderingen der antirevolutionaire clnb niet bijgewoond en was van den gang der zaak niet juist ingelicht. Hij werd door den hr. Fabius op waardige wijze wederlegd. 't Is verdachtmaking als dr. B. zegt, dat onze vrienden al meer voor Rome zullen buigen. Ook in den brief van Van Weede is liet niets anders. „Toch verzekert de Kroniekschrijver, dat de af hankelijkheid der antirevolutionairen van de room scheu ook bij andere gelegenheden uitkomen zal en dat alle steun, dien de eersten aan eenig voorstel der laatsten geven, (wnarvan echter nog niets gezien is,) het vermoeden zal wekken en wetticen, dat hij geschonken wordt met het oon op eene verkiezing. "Wij treffen hier en eeg eind weegs verder, waar van partij-drijven eij opofferen van 's lands belang aan dat eener partn wordt gesproken, tot ons leedwezen denzelfden weg van verdachtmaking aan, waardoor het ma nifest van Weede zich te midden van zijne onware voorstellingen op zoo bedroevende wijze onder scheidde en waartegen reeds ernstig is gepro testeerd" Is dat dan zoo mooi gewerkt van het Centraal Comité, dat de meesten onzer vrienden niet dan met roomsche hulp in de Kamer kunnen komen Is toenadering tot de liberale partij niet beter Hoort wat dr. Merens daartegen zoo schoon opmerkt. „Maar het politieke leven van verreweg de meeste anterevolutionaire Kamerleden rust dan toch in de hand der Roomschen en de schrijver waagt of dit nu eene goede vrucht is van het politiek beleid van 't Centraal Comité. Welneenl Het is daarvan in het geheel geene vrucht maar het gevolg van de omstandigheid, dat er vooral bij de bestaande partijdige districtsverdeeling schier nergens genoeg aanhangers der christelijk- historische beginselen onder de kiezers zijn om zonder hulp van roomsche zijde hunne manneu te kunnen gekozen zien. Hoe wil men dit, be halve ten deele door onpartijdige districtsverdee ling, ooit anders maken? Zeker zal het er niet beter op worden, wanneer de schrijver zelf met de vijf heereu ijverig bezig blijven, om ookpro- testantsche kiezers van de antirevolutionairen af te trekken. Integendeel zoudan dan velen uit het liberale kamp lot de tegenovergestelde zijde moeten overkomen. Zou de schrijver echter eene toenadering van deze tot de liberale partij wen- schelijk achten, wij zouden vreezen dat daarvan slechts vervlugtiging der geheele partij en op lossing in een vaag konservatisme de vrucht zou zijn." Daarbij komt, dat dr. B. onze partij zelfs in haar oorsprong nog niet kent. Immers hij heeft bemerkt dat antirevolutionair we zen niets te maken heeft met kerk of ge loof. Maar eilievezoo is het altijd geweest. „Maar de antirevolutionaire partij is volgens den schrijver van haren oorsprong ontaard. Im - mers het wordt steeds nadrukkelijker gezegd, dat het antirevolutionair beginsel alleen van staatsreehterlijken aard is en als zoodanig met kerk en geloof niet te maken heeft. Een Roomsch Katholiek kan even goed antirevolutionair zijn als een protestant. Doch, zoo vragen wij, is dit nu in tegenspraak met den oorsprong der partij En er is hiermede geenssins bedoeld, dat men met allerlei godsdienstige overtuiging antirevolutionair kan zijnmaar dat men tot die partij kan behooren, zonder de geloofsbe lijdenis van een bepaald kerkgenootschap te zijn toegedaan. Natuurlijk onderstelt echter het antirevolutionair beginsel bepaalde overtuigingen omtrent de goddelijke ordeningen, waarop de maatschappij rust met al wat daarmede samen hangt, en niemand zal beweren, dat het in vol strekten zin met geloof niet te maken heeft. (Slot in een volgend nummer.) De kamerzitting 1886-1887 te Brussel, dat wil zeggen, de samenkomst der volks vertegenwoordigers uit België, evenals men hier zegt de Staten-Generaal, zal door ko ning Leopold geopend worden. De koning zal dan een wetsontwerp indienen betref fende het bestrijden van dronkenschap en onzedelijkheid. Daartoe wordt voorgesteld eene verhoogde patentbelasting voor eige naars van troepen en danszalen, en een belangrijke verhooging van den accijns op gedistilleerd. Voorts verscheidene strafbe palingen ter onderdrukking van dronken schap, in denzelfden geest als er voorkomen n het nieuwe wetboek van strafrecht in ons land. Dit is een ingrijpend wetsvoorstel. Voorzoover de maatschappij in 1886 nog door nieuwe wetten te verbeteren is, zal deze wel een vande beste zijn.Voegen wij daar bij nu, dat het Belgische clericaal ministerie het kiesrecht voor de kamers, de provinciale- en gemeenteraden aanmerkelijk zal uitbrei den, dan gelooven wij niet te veel te zeg gen als wij beweren dat het Belgische volk en de Belgische regeering de onze een heel eind vooruit zijn. Spanje. Men herinnert zich de jongste oproeren in dit land. De bron van die oproeren was het leger. De sergeanten eerste klasse van alle wapens zijn uit den werkelijken dienst ontslagen en overgebracht bij de reserve. De regeering had dezen maatregel tot het laatste toe stilgehouden. Onverwacht kwam het er van. De maatre gel werd zeer goed toegepast en velen keuren hem goed. Wel zal 't in de toekomst blijken een tijdelijke maatregel te zijn, want ver plaatsing is nog geen wegruiming. Toch mag men de Spaansche regeering met den goeden uitslag geluk wenschen. Het fel geslingerde koninkrijk met zijn jeugdigen koning moge er wel bij varen. Bulgarije. In dit land blijft nog altijd de Russische za ikgelastigde Von Kaulbars in den weg loopen. In de Zwarte Zee be vindt zich een Russische oorlogsvloot van 14 schepen. Kaulbars heeft de Bulgaarsche regeering aan het verstand gebracht, dat de aan komst dier oorlogschepen in verband staat met zijne eischen tot vrijlating van de Rnssischgezinde officieren die nog in ge vangenschap zijn. De schepen zullen ge bruikt worden, als de Bulgaarsche regeering niet naar hem gelieft te luisteren. De ge vangenen zijn daarop vrijgelaten. De nieuwe Vorst. Wie 't zijn zal, is nog niet bekend. Men zegt dat prins Waldemar van Denemarken door de Russische regeering is gepolst. Uit slag onbekend. GOES, 1 November 1880. Bij de behandeling van de gemeente-be grooting voor 1887 trok onze aandacht een voorstel van den heer Den Boer om den post van f200 voor belooningen en eere blijken aan de kinderen der openbare lagere scholen alhier te schrappen. Dit voorstel had de billijkheid vóór zich. De heer Den Boer wees er terecht op, dat het niet aangaat allen te doen bijdragen in eene zaak die niet allen ten goede komt. Dat men nu in zake schoolgelden niet gaarne afstand doet van voorrechten, die de Staat, tegen alle rechtsgevoel in, axn de scnool, dat is de openbare, op kosten van allen verleent; zie, dat is te begrijpen. Maar dat men nu deze onnoozele som voor eereblijken nog niet missen wilde, terwijl geen enkel wetsartikel gebiedt dat uit de gemeentekas alleen de openbare scholen zullen «beloond» worden, dit bevreemdt ons. Het bestuur der R. C. school te dezer stede, en dat der Christelijke school heeft, naar de heer Den Boer zeer juist mededeelde, altoos de kosten voor belooningen uit eigen beurs bestreden. En of nu een der leden al zei dat het Comité voor eereblijken dit gedeeltelijk ook deed, dit deed niets af van het klemmend betoog van den voorsteller, dat dit subsidie dan toch uit de gemeentekas betaald werd, terwjjl bovengenoemde besturen al de kosten droegen. De voorsteller werd dan ook niet overtuigd, hij werd overstemd. Alle liberalen stemden tegen. Zouden er onder hen nog niet enkelen geweest ziju, die den heer Den Boer in stilte gelijk gaven O, dat partijbelang toch! VEERE. Zaterdagmorgen werd aan het Kanaal van Walcheren het lijk van een onbekende gevonden; daar men engelsch geld in één der zakken vond, meent men dat het dat van een Engelsch man is. O. on W. Souburg. Heeft sedert kort de mazelen-epidemie in deze gemeente op gehouden te heerschen, thans doen zich gevallen van keelziekte voor. Reeds zijn in twee gezinnen zeven kinderen daaraan overleden. Zonderling dat de vaders dier twee gezinnen broeders zijn. Van de zes kinderen des eenen stierven er 4van de vier kinderen des anderen stierven reeds 3 aan deze ziekte. Te Vlissingen gaat men steeds voort met den aanvoer en andere werkzaamheden ter uitbreiding van de stoomtram-exploitatie. Thans wordt daarvoor ook een atelier in gericht, waarvoor de voornaamste materialen reeds zijn aangevoerd. Naar men verneemt zijn ook nog nieuwe rijtuigen of waggons besteld. Heden middag (30 Oct.) werd hier van de werf der Koninklijke Maat schappij De Schelde de tweede groote van staal vervaardigde ponton voor de werken aan den Buitenhaven te water gelaten. De ponton weegt 300,000 kilogram en heeft een diepgang van 3,30 M. Domburg. Sedert de aanbesteding der villa van dr. Mesger zullen hier nog meer nieuwe villa's gebouwd worden, wat menigen ambachtsman in dezen winter ten goede komt Onze badplaats kan daardoor voor velen een sierlijke en aangename verblijf plaats worden. Jl. Zaterdag namiddag arriveerde de nieuwe stoomboot van den heer Vuik voor de haven te Ierseke, en heeft een proef tochtje gemaakt op de Iersekesche oesterbank Bedoelde stoomboot is iets grooter dan «de Neeltje» van de Maatschappij «Nederland.» Daar zij zeer geschikt is voor het korren van oesters, zal zij ongetwijfeld voor «de Neehje» en ook voor de schippers een nieuwe concurrent zijn. De uitgaven voor de gemeente Uni versiteit te Amsterdam stijgen ieder jaar

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1886 | | pagina 1