Algerijnse leiders begraven strijdbijl lachend politicus en fel doorbijter Het fantastische avontuur met de „oUniNliiU ZWITSAL Chef huisvesting nam steekpenningen aan 350 FERME KNAPEN MAAKTEN ZEEREIS NAAR SCANDINAVIË l_) I 1 DTVTÏ7 MOEDER WORDEN... WAPENSTILSTAND TOT VERKIEZINGEN BABYSET DE LUXE Eis anderhalf jaar tegen Zaandammer „Er zit iets scheef met onze bloem'" DAN HIJ REIZIGER GEWOON MET DE HAKKEN VOOR HEM Vrjjdag 3 augustus 1962 ZEEUWSCH DAGBLAD Afgestemd op het hedendaagse verkeer I Van een onzer verslaggevers HOEK VAN HOLLAND. Een merkwaardige stille avond was het. Al leen het ruisen aan de boeg die langzaam vooruit door het spiegel gladde water van de Sognefjord gleed, was hoorbaar; en af en toe een stem die kwam van de brug, als van heel ver4 Van het groepje mensen, dat een dek lager aan de reling stond, had niemand veel behoefte om wat te zeggen, geïmponeerd als iedereen was door de ruige schoonheid van de hoge, groene wanden van de fjord. Een half uur hebben we zo gestaan of was het een uur in de rust van de avond op een onbekende manier intens genietend. Toen zei ineens iemand: „Toch hadden ze wel wat meer afwisseling in dat decor mogen aanbrengen". Het lachen kaatste terug van de hergen, de ban was verbroken. De loopplank werd opgehaald, de reis was begonnen. Ruim, driehonderd avontuurlijke knapen vertrokken met de Borneo voor een zeereis naar Scandinavië. Belegerd door een troep nieuwsgierige knapen, wijst eerste stuurman reisleider Wulp op een zeekaart aan waar de Borneo zich bevindt. Midden in de nacht kwamen de jongens plotseling uit bed om te genieten van de middernachtzon. Van onze correspondent PARIJS De Algerijnse leiders crisis is geëindigd maar nog niet op gelost! Khider, de afgezant van Ben Bella, is er gisteren in geslaagd om met de drie Kabylische leiders, Bou- diaf, Belkacem Krim en kolonel Ouid el Hadj, tot een overeenkomst te ko men op drie punten. Het politieke bureau zal worden ge handhaafd in zijn huidige samenstelling. Dit bestaat uit Ben Bella (voorzitter), Boudiaf, Bitat, Khider, Mohammedi Said, Benallah en Ait Ahmed, welke laatste echter enige dagen geleden al alle openbare functies in het Algerijnse politieke leven had neergelegd en zich nu in Parijs bevindt. Voorts zullen er verkiezingen worden gehouden voor het samenstellen van 'h nationale constitue rende vergadering. Oorspronkelijk zou dit op 12 augustus geschieden, maar voorlopig zijn de verkiezingen verscho ven naar 27 augustus. Tenslotte zal het parlement van de revolutie (C.N.R.A.) als hoogste partijorgaan in de F.L.N. in gewone zitting bijeenkomen om zijn mening te geven over het politieke bu reau van Ben Bella. Deze bijeenkomst zal een week na de verkiezingen wor den gehouden. Ben Bella zal in Algiers arriveren om daar het bureau te installeren. Boudiaf zal naar Parijs vliegen om Ait Ahmed van diens ontslagneming te doen terug komen. BEETJE ORDE Bij een aandachtige lezing van deze overeenkomst zal men tot de conclusie komen, dat het enige, waarover alle partijen het eens zijn geworden, de af kondiging is van een onderlinge wapen stilstand tot aan de verkiezingen, maar dat alle meningsverschillen zijn blijven bestaan. In feite komt de overeenkomst erop neer, dat de Kabylische leiders di over ruim een miljoen volgelingen beschik ken. het politieke bureau voor de tijds duur van één maand geaccepteerd heb ben. Volgens hen bezit echter alleen de C.N.R.A. de bevoegdheid om dit bureau samen te stellen. De crisis blijft, daar mee onopgelost, maar de Algerijnse lei ders hebben voorlopig de strijdbijl be graven om een beetje orde in hun land te scheppen. De tocht door de Sognefjord was het hoogtepunt van de reis met de Borneo. Zaterdags was het schip vertrokken van de Javakade in Amsterdam, met 350 jongens tussen de twaalf en zeventien jaar aan boord. Met drie reizen voor jongens en één voor meisjes heeft de N.V. Stoomvaart Maatschappij Neder land dit jaar de traditie hersteld van de voorloorlogse jeugdreizen naar het hoge noorden met de Ta- rakan. Dat vertrek was zo echt ge weest als het maar had kunnen zijn, met serpentines en met verle gen draaiende knapen, die op het laatste moment hun moeder niet durfden zoenen. „Nou, ga nou maar weg..." SLOEPENROL Het vrachtschip Borneo, voor deze reizen ingrijpend verbouwd en met extra reddingboten uitgerust, heeft de jongens veilig en wel naar het noor den gebracht en hun een onvergete lijke tocht laten maken. De officiële sloepenrol, gehouden nog voor het schip de sluizen van IJmuiden was gepasseerd, leek een mooie gelegen heid om er meteen al een jolige boel van te maken lachend en stoeiend met de gele zwemvesten kwamen de jongens aan dek. Maar het feest ging niet door. Bij de sloepen stonden zeelui, officieren, met precies dezelfde vesten heel se rieus omgeknoopt en met keiharde gezichten. Het was met één klap dui delijk, dat hier niets te spotten viel. Van dat moment af hebben de jon gens de bemanning verafgood. Aan het einde van de week schreef een joch van twaalf jaar een brief aan de redactie van de boordkrant, het „Bor- neo-Binkie", waarvan de laatste zin luidde: „En later wil ik kapitein worden". Op de rustige deining van de Noord zee is de Borneo eerst naar Zweden gevaren en daarna naar Noorwegen. In de ruimen en op de dekken van het schip ging het gedurende de reis meestal woeliger toe dan op zee. De Borneo was van de jongens, van voor tot achter en van onder tot de eer ste dag boven. Toen werd het ge krioel op de brug zelfs kapitein P. A. Jamin te gortig. Hij moest tenslot te nog navigeren ook. De brug was voor de rest van de week verboden terrein en wie van de jonge passa giers het waagde er toch zijn neus te laten zien kreeg in duidelijke zeemans taal te verstaan, dat hij beter zo gauw mogelijk kon verdwijnen. SIGARETTEN Het boordleven wende gauw. Een van de grootste attracties was de winkel. Voor ongekend lage prijzen was er veel te koop: limonade', kauw gum, en rollen drop, maar ook min der „kinderachtige" zaken als siga retten. Jochies die thuis waarschijn lijk nog een draai om de oren krijgen als zij met een sigaret in de mond wor den.betrapt, liepen onmiddellijk nadat de pantry voor de eerste keer was geopend met hele sloffen Amerikanen te slepen. Het personeel in de winkel heeft trouwens die eerste keer grote ogen opgezet: er dreigde op een gegeven ogenblik even een tekort aan wissel geld te ontstaan omdat tegen alle verwachtingen in de meeste jongens en niet alleen rijkelui's zoontjes met „groot" geld voor de dag kwa men, briefjes van vijf en twintig voor al, maar af en toe ook een lap van honderd gulden. In de Zweedse stad Göteborg zijn de mannen want zo voelden ze zich, na een zeereis van anderhalve dag voor het eerst de wal opge gaan. Per bus werd een uitgebreide excursie in de omgeving gemaakt on der leiding van vrouwelijke gidsen die niet zo heel veel ouder waren dan de oudste onder de jongens van de Bor neo. Toen de volgende dag in Oslo het zelfde stond te gebeuren en op de ka de bleek, dat de Noorse gidsen heel wat meer jaren telden dan haar Zweedse collegaatjes van de vorige dag maakte een Amsterdammer van een jaar of veertien, vijftien, duide lijk hoorbaar uit: „Man, zijn die ef- fe belegen". De dag was er niet minder om, ook al niet omdat de jongens na be zoeken aan verscheidene bezienswaar digheden „werden losgelaten", zoals een van hen het later noemde, om op eigen gelegenheid de stad te door kruisen. Dit varen op eigen kompas in een wildvreemde stad hebben de meesten fijner gevonden dan welk on derdeel van de excursie ook. Moe en stoffig, maar uiterst vol daan kwam de troep tegen drie uur 's middags weer aan boord. Enkele knapen hebben een aantal inwoners van het prachtige Oslo toen nog op een kostelijk schouwspel getracteerd. Een paar van de flinksten zouden de stof figheid nog even afspoelen door een duik te- nemen in de haven. Het kost te weinig moeite om in het water te recht te komen, maar het bleek on mogelijk om langs de gladdescheeps- 1 wand weer aan boord te klimmen. Pas zo'n kilometer van het schip vandaan konden zij via een trapje aan land klauteren maar toen stonden zij ook zo goed als midden in de stad. De lieden die in alle rust op een ter ras van een glas bier zaten te genie ten, vielen van de pret van hun stoel toen zij het rijtje bijna naakte en druipende jongenslijven haastig en be schaamd voorbij zagen sluipen. Ja, Oslo heeft wel geweten dat het fer- In Fjaerland, Noorwegen, in een zijarm van de Sognefjord, gingen de jongens in sloepen naar het dorp. me jongens, stoere knapen op be zoek had. De volgende dag zou de kapelaan aan boord ervaren wat het zeggen wil, met honderden jongens op een schip te zitten. Er zijn in die week tal van spelletjes gedaan, de een nog enthousiaster door de sportleider ge bracht dan de ander. Die dag na Oslo was het hele schip in rep en roer om dat de jongens bezig waren aan een soort rally. Een van de opdrachten was om een gebruikte postzegel te bemachtigen. Hoe het valse gerucht aan boord is gekomen wist achteraf niemand meer, maar al heel gauw werd rond verteld dat alleen de kapelaan in zijn hut ge bruikte postzegels had, dozen vol, een hele hutkoffer vol. De man heeft geen ogenblikje rust meer gekend die dag en wilde 's avonds geen postzegel meer zien. Maar hij kon er goed te gen, die boordaalmoezenier. EMMER VOL POST Iedereen trouwens moest er op be dacht zijn tot slachtoffer te worden gebombardeerd. Toen de Borneo Bergen naderde, waar niet zou wor den aangelegd m^ar alleen een nieu we loods aan boord zou' worden geno men, ging plotseling de verheugende mare over het schip dat er post kon worden verstuurd. Jan en alleman toog aan het schrij ven. De brieven zouden met een boot je van de wal worden afgehaald, maar dan moest er iemand met een emmer vol post en een grote vlag aan de railing gaan staan zwaaien om het postbootje te waarschuwen. Een half uur lang heeft een ongelukkige staan wapperen met de vlag, maar de enige reactie van de wal was een vriende lijk terugwuiven door gemoedelijke Noren. Toen kwam de Sognefjord en daar van zijn zelfs de wildste knapen aan boord wel stil geworden. Een weerga loze belevenis was het, dat voortglij den tussen de stijle, ruige bergwan den die zich steeds meer vernauwden. Het schip leek kleiner te worden, de wanden van de fjord werden steeds hoger. Een eerder die week nog niet be speurde rust kwam over de Borneo; over het schip, dat in deze sleuf maar langzaam kon varen, over de betnan- ning van wie de meesten dit ook nog nooit hadden gezien en over de jon gens. Met open monden hebben zij urenlang aan de reling gestaan, ge ïmponeerd door de macht die de na tuur hier demonstreerde. Toch zou de Borneo de avond van diezelfde dag nog de opstand van een van de slaapruimen beleven. De jon gens daar waren rustig naar bed ge gaan, zoals iedere avond het was geweest. Niets wees erop iets gaande was, tot een van de groepsleiders bij eerste stuurman G. Wulp kwam, de man die als hoofdlei der aan boord voor de jongens een soort afgod was geworden, ,,Ze willen eruit, stuurman", fluisterde de leider voorzichtig. WONDERLIJKE NACHT De Borneo was enkele uren tevoren een zijarm van de Sognefjord binnen gelopen en naderde het eindpunt van de reis, het dorpje Fjaerland. Alle volwassenen aan boord waren op ge bleven; niemand wilde het sprookje van deze aankomst missen. Het was twee uur 's nachts, maar het sche merde pas en in dat dunne licht leek Fjaerland heerlijk geheimzinnig en mysterieus. Het was het mooiste mo ment van de reis. De jongens in het slaapruim moeten dit hebben gevoeld. Op het moment, dat het ratelen van de ankerketting de stilte op verschrik kelijke manier aan stukken scheurde, puilden de jongens uit het ruim te voorschijn. Zij waren niet meer te houden. Juichend stonden ze aan de reling, elkaar duwend en stompend om een goede plaats te veroveren. Toen wat later het zoeklicht plotse ling een slanke kano ving, waarin een jongen en een meisje rustig peddelend het schip naderden, kende het en thousiasme nauwelijks grenzen. Hel was een wonderlijke nacht. Na een bezoek aan de Boja-glet- sier, de volgende dag waarvoor de jongens zelf in de sloepen naar en van de wal moesten roeien wend de de Borneo de steven en werd koers gezet naar het zuiden. Zonder om wegen ging het op huis aan. Een grandioze feestavond, voor het groot ste deel door de jongens zelf verzorgd, was het laatste programmapunt van een fantastische reis. Bij aankomst in Hoek van Holland hing er een dikke mist. (Ingezonden mededeling Dit is de titel van het nieuwe boek van Dr.W. de Kok, Alles over zwangerschap, geboorte, babyverzorging en kleuter-, opvoeding. Dit waardevolle boek (184 pag. in fraaie omslag) krijgt U ten ge schenke bij aanschaffing van een HASSELT. De vijftienjarige G, van Leusen uit Hasselt is gisteren in Zwartewater verdronken. De jongen was voor een scheepsreparatiebedrijf op een schip aan het werk. Toen hij iets van het dek moest halen, gleed hij uit en viel hij overboord. aan Duura vuur ue juxigens een ud- en vici mj - wei vwm.u. K AT»T tnivir xiov, nllro v.oriiïio in kicirln-e uou ria eM-iOöViCipnrf Ti1 fl HAARLEM „Van elke pagina in het dossier grijnst de corruptie", zei de officier van justitie toen gisteren de voormalige chef van het huisvestingsbu reau in Zaandam, de 46-jarige C. Z„ voor de Haarlemse rechtbank stond. De man zou van 1957 tot en met 1960 ongeveer elfhonderd gulden aan steek penningen hebben aangenomen van een directeur van een Zaanse scheepswerf, die vier personeelsleden had geholpen bij het zoeken van een huis. De officier eiste tegen Z. een gevan genisstraf van anderhalf jaar met aftrek. De directeur van de scheepswerf, de 46- jarige J. P., die voor het aanbieden van steekpenningen terecht stond, wil de hij tot zes weken gevangenisstraf ver oordeeld zien. Kroongetuige was de vroegere boek- AMSTERDAM De Vereniging van meelimporteurs wil eens gaan praten met mr. V. G. M. Marijnen, de mi nister van landbouw en visserij. De importeurs van meel menen dat de mi nister maatregelen moet nemen nu door de graanverordening van de Europese economische gemeenschap de concurren tieverhouding tussen het ingevoerde en het Nederlandse bloem wordt scheef ge trokken. In een 'elegram heeft de ver eniging om een audiëntie gevraagd. Aan de minister van economische za ken, drs. J. W. de Pous, vragen de im porteurs of hij er bij mr. Marijnen op wil aandringen, dat er maatregelen ge nomen worden. Zij motiveren het ver. zoek met de verwijzing naar belangrij ke prijsverhogingen bij produkten. die worden gemaakt van ingevoerde meel. houder van de scheepswerf, F. G. Hij had de zaak aan het rollen gebracht uit rancune tegenover P. Deze had hem ont slagen nadat hij geld had verduisterd. In de tijd dat hij bij het Zaanse bedrijf werkte, woonde de boekhouder in Am sterdam. Omdat hij graag in Zaandam wilde gaan wonen,, ging hij naar zijn directeur. Die zou hem hebben gezegd dat er in Zaandam wel aan een huis te komen was, maar dat het hem een paar honderd gulden zou kosten. Volgens de boekhouder was er Jaar na op het kantoor van de werf een be spreking geweest waarbij P. aan de ambtenaar geld zou hebben gegeven. Binnen korte tijd had G. een huis. De directeur had de moeite er wel voor over gehad om voor zijn boekhou der bij Z. voor een woning te pleiten. Door toedoen van de boekhouder had P. een niet onaanzienlijk bedrag van de omzetbelasting teruggekregen. Dat hij gisteren moest verklaren dat hij dat geld aan de belastingen moet terugbeta len verhoogd met een boete van 55.000 gulden was natuurlijk bijzon der pijnlijk. Z. stond niet onafhankelijk van de di recteur. Hij had eens tweeduizend gul den van hem geleend om een auto te kopen. Een deel van deze schuld had P. de ambtenaar kwijtgescholden. Als verzachtende omstandigheid voer de Z. aan dat hij elf jaar lang de ver leiding had weten te weerstaan. „Het gebeurde wel dat de mensen me op straat geld aanboden, als ik ze maar aan een huis wilde helpen." De verdediger van de ambtenaar voer de aan dat Z. alleen maar het aannemen van giften kon worden verweten. Op dat misdrijf, gepleegd door ambtenaren in functie, staat een straf van ten hoogste drie maanden. De verdediger van de di recteur, die omkoping evenmin bewezen achtte, vroeg vrijspraak. HEATH Van onze correspondent LONDEN Niet lang geleden zag ik in een sneltrein die van het zuiden van Kent naar Londen reed, in een gereserveerd comparti ment eerste klas een heer zitten met een innemend gezicht. Het haar voor al opzij al flink grijzend. Naast hem een geopend koffertje vol officiële do cumenten, op de bank tegenover en naast hem lagen overal paperassen Toen ik langs zijn compartiment liep, keek hij even op en een vriendelijke glimlach verscheen op zijn gelaat. Meteen keek hij weer in zijn werk. Edward Richard George Heath, Lord privy seal, was weer op weg naar een van zijn eindeloze conferenties over de Europese economische ge meenschap (E.E.G.). De 46-jarige minister Heath heeft in het Britse kabinet geen portefeuil le, dat heeft de grootzegelbewaarder nooit. Hem worden speciale taken op gedragen. Het begon in juli 1960. Toen be noemde Harold Macmillan hem tot Lord privy seal en stelde hem aan als woordvoerder voor buitenlandse zaken in het Lagerhuis, in het bijzon der belast met Europese kwesties. De minister van buitenlandse zaken, lord Home, kan als lid van het Hoger huis niet in de Tweede Kamer spre ken. Toen de Britse regering vorig jaar zomer het besluit nam onderhande lingen met de E.E.G. te beginnen, werd Heath opgedragen die te voe ren. Een ontzagwekkend moeilijke taak. Maar als iemand .in Engeland daar geschikt voor is, dan is* dat wel Edward Heath, redeneerden ve len al dadelijk. Edward Heath lacht graag en veel. Hij bezit een zeer gezond gevoel voor humor. Zijn lach, die zich zon der enige terughouding op zijn gezicht aftekent de mond gaat er breed voor open is al spreekwoordelijk voor deze raspoliticus. Die lach is te gelijkertijd misleidend. Een argeloze zou er de indruk door krijgen dat hij te doen heeft met een goedmoe dig man die men wel even kan ver tellen hoe laat het is. De onderhandelaars van de Zes in Brussel hebben wel ondervonden dat dit beslist niet waar is. Heath is vast houdend, hij is een meester bij on derhandelingen, hij volhardt en bijt door en beheerst volkomen het on derwerp waar hij mee bezig is. In tussen voelt hij zich steeds volkomen op zijn gemak. Niemand weet in En geland zoveel over het vaak ondoor- zichtelijke oerwoud van hét verdrag van Rome als hij. Ondanks de keiharde onderlaag van Heath, blijft hij als mens uiterst beminnelijk. Deze man heeft bijna geen vijanden. We mogen hem alle maal heel graag, zeggen niet alleen zijn politieke vrienden, maar ook zijn opponenten van de Labourpartij. Zo spreekwoordelijk als de lach van Edward Heath zijn de reizen die hij de afgelopen maanden ondernam ten behoeve van zijn moeilijke werk. Hij vloog letterlijk heen en weer tussen Londen en Brussel, soms meermalen per week. Hij spoedde zich van het ene land naar het an dere. Vorige maand berekende men dat hij sinds augustus 1961 liefst 61 nachten van huis was. Hij bereisde in die tijd alleen al per vliegtuig een dikke 50.000 kilometer en bezocht twaalf hoofdsteden in Europa en het Gemenebest. Men zou hem reiziger in Europese zaken kunnen noemen. Hoe Heath dat allemaal volhoudt is een raadsel. Hij blijft altijd even goed gemutst, hoe druk hij het ook heeft, zijn kwinkslagen lijden er nooit onder. Vooral sinds zijn „Europese" tijd steeg de politieke ster van Edward Heath snel. Velen beschouwen hem al als een toekomstige premier van Engeland, na R. A. Butler, Macmil- lans troonopvolger. Heath heeft dat niet aan een bevoorrechte positie op grond van zijn afkomst te danken, zo als bij zovelen van de conservatieve groten het geval is. Hij is van een voudige afkomst. Zijn vader, een ech te middenstander, verdiende zijn brood als patroon in* het bouwvak. Alleen door hard werken en een bril jant stel hersens bereikte zijn zoon wat hij nu is. Het is een verademing hem te ont moeten en te horen: geen koude drukte, gewoon, een man met een sterk karakter, een sterke persoon lijkheid, Het luisteren naar minister Heath is in meer dan één opzicht een genoegen. Hij heeft een wellui dende stem. Heath'is zeer muzikaal. Hij speelt goed orgel en als hij maar even kan dirigeert hij met Kerstmis het kerkkoor in Broadstairs, zijn ge boorteplaats. Dikwijls gaat Heath naar zijn ou ders in Broadstairs. Hij is vrijgezel: deze man is met zijn werk getrouwd. Hij rookt niet en drinkt heel weinig. Een werkdag van achttien uur is voor hem beslist niet ongewoon. Heath werkt tot hij wat hij onder handen heeft volledig beheerst, ook de ingewikkeldste zaken. Dank zij zijn grote liefde, de mu ziek, kreeg Edward Heath nadat hij een gewone middelbare school had doorlopen, een beurs voor Oxford. Hij ging er evenwel politiek, econo- Grootzegelbewaarder Edward Heath mie en filosofie studeren. Maar ook tijdens zijn studentenjaren zat hij ve le uren aan piano en orgel. Op zijn kamer werden dikwijls recitals gege ven. Zijn vooropleiding tot politicus kreeg Heath in de debattêerclubs van Oxford, waarvan hij al spoedig voorzitter werd. Maar daar, zo herin neren zijn vrienden zich, was hij ook al een uitstekend luisteraar. In het Lagerhuis bewees hij dat later ook meer dan eens. Tijdens de tweede wereldoorlog diende Heath bij de artillerie. Als luitenant-kolonel maakte hij de be vrijding van West-Europa mee. Ook kwam hij toen in ons land. Na de oorlog was Edward Heath korte tijd ambtenaar, waarna hij bij een bank in de city werkte. Intussen was zijn politieke belangsteHing zo groot geworden dat hij zich voor de conservatieve partij kandidaat liet stellen voor een Lagerhuiszetel die vrij kwam. In 1950 werd hij voor het eerst gekozen door 't district Bexley. Hij kwam met de hakken over de sloot in het parlement. Heath's eerste rede in het Lager huis was een warm pleidooi voor het Europese plan van Schuman, een vingerwijzing voor wat komen zou. In 1951 werd hij benoemd tot een der assistenten van de conservatieve whips, de functionarissen in de frac tie die er op toe zien dat de partij discipline wordt' gehandhaafd, voor al bij stemmingen. Het jaar erop was Heath zelf al een whip (letter lijk: zweep) en nog geen twee jaar later werd deze doortastende politi cus door Macmillan benoemd tot chief whip, een hoogst belangrijke regeringsfunctie. Tegelijk werd hij in de kroonraad opgenomen, de privy council. Voor hij grootzegelbewaar der werd was Heath nog een klein jaar minister van arbeid. Vooral als chief whip, een figuur die naast de premier op de regerings- bank in het Lagerhuis zit, en maar zelden in het openbaar spreekt, leer den de conservatieven Edward Heath kennen en waarderen. Ted, zoals hij wordt genoemd, werd hun grote vriend. Hij had het niet gemakkelijk tij dens zijn whipschap. Het was zijn taak de diepe kloof in de fractie als gevolg van de Suez-crisis te overbrug gen. De conservatieven waren destijds verdeeld als nimmer tevoren. Het is de grote verdienste van Edward Heath dat fractie en partij toen niet blijvend uiteenseheurden. Harold Macmillan is hem er nog altijd zeer dankbaar voor. De persoonlijke vriendschap tussen beide mannen werd er nog inniger door. Alles kreeg Heath als chief whip van zijn fractie gedaan, hoe bitter ook de gevoelens van velen ten op zichte van de regering waren. Velen van' hen geven grif toe waarom hij zijn zin kreeg: Omdat we Ted zo graag mogen, we deden het voor hem, we vertrouwden hem. Van hun kant konden de Tories in het Huis er ook van op aan dat Edward Heath hun grieven eerlijk doorgaf aan de regering. Ted Heath leerde in die tijd het Lagerhuis beheersen. Hij had daar later als minister al leen maar voordeel van. Edward Heath is wel het beste voorbeeld dat men kan geven van het nieuwe type politicus dat in de conservatieve partij naar boven komt: Geen mensen die alleen maar in de leidersgroep terecht komen om dat ze tot de bevoorrechte elite beho ren, maar hard werkende, dikwijls self made men. meer managers dan politici, zoals de conservatieve partij tot nu toe aan leiders had. Als er één man is die Engeland de Euromarkt kan binnenleiden, dan is het wel de briljante politicus Ed ward Heath. (Ingezonden mededeling)

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1962 | | pagina 5