langzaam doodgebloed ALLEMAAL BETALEN DE HARING DEED HET NIET - DE PERZIK UIT CALIFORNIË WEL... DE TIJD VAN FOPSPENEN IS VOORBIJ Foto's Egbert Munks Zaterdag 21 juli 1962 ZEEUWSCH DAGBLAD Pag. 7 Een dag uit de Nederlandse vakantie van een Amerikaans gezin netje dat veel zag, veel vroeg en als het genoot dat niet liet merken! Geraniums Koolkoppen Ongelooflijk Zij kopen AMERIKAANSE VROUW VERONGELUKT AANWINST VOOR KON. MARINE Zelf kwaliteit bepalen Rauwe vis Vooroordeel Wat anders Citroenen Geen water C. C. BECKET- Warrtn County Clerk LEI'ANON, OHIO Noem my maar C.C., zei de heer Beckett en overhandigde direct zijn kaartje (boven), waarop zijn beeltenis prijkte aangevuld met enkele beroeps- en topografische gegevens. Drie Amerikanen op de Markt in Delft (rechts). Dick Bec kett, 27 en veearts; in zijn auto zijn vrouw Linda (21) en leu nend op het portier C.C., 57- jarig ambtenaar uit Lebanon, Ohio. ii IJ zijn Amerikanen. Daar is geen twijfel yV aan. Clifford Craig /f -< Beckett „noem mij maar C.C," uit Lebanon, Ohio, een stevig gebouwd man in lichtgewicht kledij en met een kalend hoofd. Zijn zoon Dick (Clinton Richard) Beckett, een blonde, steviggebouwde en kortgeknipte jongen in lichtge wicht kledij. En diens vrouw Linda, blond, jong, gekleed in plooirok, geruit jakje, lichte zomermantel en zeer hoge pumps. Zij zijn drie dagen in Nederland omdat het een land is, dat je als Amerikaan in Europa, gezien moet hebben. In die korte tijd willen zij te veel zien. Het is moeilijk hen daarvan af te brengen. De heer Beckett vloog per straal vliegtuig naar Stuttgart, waar zijn zoon dienst doet in het Amerikaanse leger. Via Brussel reisde het drietal in Dicks volkswagentje naar Rotter dam. In het Rijnhotel vinden zij twee kamers op de negende verdieping. ,.Het is een plezierig hotel", zegt C. C., ,,ik zoek altijd een hotel dat er plezierig uitziet en waar ik denk goed te kunnen eten". Vanaf de ne gende verdieping heeft hij al een oogje geworpen op deze bijzondere stad waar alles nieuw lijkt. Het ziet er modern uit. Dezelfde avond dwa len wij met vader en zoon Beckett door'de Lijnbaan. Linda is in haar kamer gebleven. Zonder uiterlijk zichtbare emotie verklaart meneer Becket dat hij deze winkel galerijen fantastisch vindt, dat hij zoiets thuis nooit heeft gezien. Hij vraagt hoeveel een geranium kost, hij vraagt waar de fietsen zijn en hij begrijpt niet hoe het mogelijk is dat in die luxueuze flats mensen wonen voor minder dan tweehonderd gulden per maand. Dick wil de fei ten horen. Wie heeft dit gebouwd, waar komt het kapitaal vandaan, wie maakte de plannen? De Coclsingel was er niet twintig jaar geleden, alleen dit stond er nog, en dat. Alles is nieuw nu, en ruim, en leeg. ,,Oh ja, wisten we". De leegte verwondert hen niet, net als thuis in de grote steden, zeggen zij. ..Zijn er veel nachtclubs?" Ja, de meeste. ,,Laat es zien?" ~\J ADER EN zoon bestellen V whisky met ijs en water apart. Koel nemen zij de omgeving in zich op. Zij Vergelijken wat zij zien met wat zij al gezien hebben. Nonchalant, uit gewoonte. ..Dit is een sjieke gelegenheid", vindt C. C. Beckett, alleen de groot ste hotels in de Staten hebben zoiets". Lichtelijk geamuseerd kijkt hij hoe f el-opgemaakte meisjes twisten met strak-geklede jongemannen op de verlichte vloer. Die kunnen er niks van, negers kunnen twisten, ik was laatst in Har lem en toen ,,Weet je hoe wij dat noemen", zegt Dick, „die meisjes met dat ho ge haarkoolkoppen noemen wij dat". Wat later slenteren we de Cools in- gel weer af, op zoek naar een rusti ger haven. Ergens onder de Lijn baan speelt een eenzame pianist voor zijn stamgasten. De Becketts drinken een karafje witte wijn en worden al gauw onrustig in deze rus tige omgeving. Het is tijd om naar bed te gaan: „Morgen zien wij de rest wel". Van de Euromast zien zij maar af. Linda houdt niet van liften. „Ik wil die haven van jullie wel eens bekijken", zegt C. C. de volgen de morgen, „kunnen we er heen rij den, dat doe ik liever dan lopen". UIT DE luidsprekers van d*2 Spidoboot klinken in vier talen duizenden gegevens over de Rotterdamse havens. Het zijn cij fers die de klOekste feitenverzame laar nauwelijks allemaal kan regis treren. Ook hier trekt Beckett senior vergelijkingen. Hij weet dat New York de grootste haven heefhij is er zelf geweest, maar nu begint hij er aan te twijfelen en even later ge looft hij het niet meer. Hij is over donderd door wat hij hier ziet en hoort. ..Rotterdam is de grootste hayen, vertel me niks", zegt hij. „Moet je kijken", roept Dick, „die boot heeft televisie, ongelooflijk!" Er vaart een kleine rijnaak voor bij, de hele schippersfamilie zit in de kajuit en drinkt koffie, inclusief grootvader in zijn donkere kleding met petje en pijp. Dat zijn de dingen die de Becketts niet zien. Wat zij wel zien is de t.v.-mast en vooraan op het dek een met gaas afgezette speelplaats voor de kinderen. Dat zijn de dingen die zij er met hun aangeboren bewondering voor ver nuft uitpikken. De mensen, de ge woon levende en werkende mensen die bij deze haven en deze stad ho ren, laten hen koud. Zij vragen er niet naar, zij vragen wel wat zij verdienen. rpERUG OP het Willems- A plein staat het Amerikaan se drietal opeens oog in oog met Surinaams blad: PARAMARIBO (ANP) Het rege ringsgezinde dagblad Suriname heeft in een hoofdartikel het optreden van Surinaamse Statenleden in de Staten- Generaal gerangschikt onder de rubriek Fopspenen. „Wanneer wij de zaak nuchter be schouwen, dan is het feit dat men zoals wij hebben menen te mogen be luisteren prat gaat op het gebeur de een bewijs dat men zich nog min derwaardig acht aan de anderen", al dus het blad. „Tijdens de debatten zijn er van Ne derlandse regeringszijde ook toezeggin gen gedaan van grotere Surinaamse ver tegenwoordiging bij internationale con ferenties en het geven van grotere be voegdheden aan de volksvertegenwoor digingen van Suriname en de Nederland' se Antillen bij het goedkeuren van over1 eenkomsten, die hen alleen betreffen. Allemaal aardige dingen, waartegeB wij geen bezwaar hebben, maar die slechts een surrogaat zijn van wat wij verlangen: zelfstandigheid." „Anders gezegd: het zijn allemaal fopspenen en de tijd dat wij fopspe nen voor echt aanzagen is al lang voor bij", aldus het blad Suriname. In een Tilburgs ziekenhuis is gister nacht de negenjarige A. van Tongeren bezweken aan de verwondingen die hij de middag tevoren had opgelopen toen hij op de Ringbaan-Zuid tegen een auto opliep. Van een onzer verslaggevers DEN HAAG Minister Marijnen heeft beslist dat het ruilverkave lingsplan Ade in Zuid-Holland van 1954 niet zal worden uitgevoerd. Het plan, dat in augustus 1958 bij meerderheid van stemmen werd.aan genomen, kan niet meer worden uitgevoerd omdat er al teveel aan de daarbij betrokken gronden is veranderd, zo luidt de toelichting op het besluit. Wie zeer ingenomen zullen zijn met het ministeriële besluit, dat zijn de le den van het comité van actie tegen de ruilverkaveling, dat onmiddellijk na de stemming in 1958 werd ingesteld. Het comité uitte een groot aantal beschul digingen over onregelmatigheden bij de stemming. Die had een meerderheid van veertien stemmen voor het plan opgeleverd, bij een aantal stemgerech tigden van 537. „Scherts" Negentien grondeigenaren, die voor stander van het plan waren, hadden voor de stemming kleine stukken van hun grond overgedragen aan hun kin deren, zo zeiden de tegenstanders. Het comité beschouwde dat als „schertsover- drachten", want het merendeel van die kinderen bleek in het buitenland te wo nen. De oud-eigenaars wierpen zich evenwel op als „mondeling lasthebber" van hun kinderen en zo werden volgens het actiecomité tachtig voor stemmen gekweekt. AMSTERDAM. De dood van de Amerikaanse vrouw die zoals wij gisteren in een deel van onze edities al meldden woensdagnacht uit een raam van een motel in Edam viel, is j volgens de officier van justitie in Am- i sterdam mr. Van Ever dingen niet te wijten aan een misdrijf, j Aanvankelijk werd gedacht, dat de I Amerikaan met wie zij in het motel verbleef, de hand zou hebben gehad in haar dood. Mr. Van Everdingen ge looft echter, dat de vrouw door een sa menloop van allerlei omstandigheden op een gegeven ogenblik haar .even wicht heeft verloren. Van onze correspondent ZAANDAM Bij de N.V. Zaanlandse Scheepsbouwmaatschappij in Zaandam is gistermorgen een torpedo-inschiet- vaartuig voor de Koninklijke Marine te water gelaten. Mevrouw W. L. Reiche- van Ardenne doopte het schip Van Boc- hove, naar wijlen luitenant-ter-zee eerste klas P. D. van Boehove, die hoofd van het inschietbedrijf der Koninklijke Ma rine is geweest en die door een diensl- ongeluk het leven verloor. Het torpedo-inischietvaartuig het enige van de marine heeft een lengte van 29.80 meter, een breedte van 5.20 meter en een diepgang van 1.80 meter. Het is uitgerust met tor.pedolanceer- buizen, die als boegbuizen zijn aange- I bracht. Ook zouden in dertien gevallen tegen stemmen als voorstemmen zijn geregis treerd. Voorts zouden enkele tegen standers van het plan niet voor de stemming zijn opgeroepen. Stemgerech tigden, die zich niet komen melden, worden bij dit soort stemmingen geacht te hebben voorgestemd. Tenslotte had den volgens het comité drie namen ten onrechte op de stemmingslijst gestaan. Het waren namen van overledenen. Dit alles was voor het comité reden bij de Kroon ongeldigverklaring van de stemming te vragen en herstemming te eisen. Ook de justitie heeft zich nog van de situatie op de hoogte ge steld. De gehele geschiedenis is gaandeweg doodgebloed. Op het ministerie van landbouw zei men ons gisteren: Het is niet relevant om nu nog over de zaak te praten. Internationale hof over operaties Uno: DEN HAAG. Het Internationale Gerechtshof in Den Haag is van me ning dat alle ledenstaten van de Ver enigde Naties verplicht zijn bij te dra gen in de kosten van de bijzondere ope raties van de volkerenorganisatie zoals in Congo en het Midden-Oosten. Het Hof kwam tot deze uitspraak met ne gen tegen vijf stemmen. Eind vorig jaar had de Algemene Vergadering van de Uno het Hof om een adviserende uitspraak over deze kwestie verzocht toen een aantal lan den waaronder de Sowjetunie ge weigerd had bij te dragen aan opera ties waarmee zij het niet eens waren; ook al was het besluit ertoe met meer derheid van stemmen genomen. Op 30 juni jl. stond Rusland nog voor 2514 miljoen dollar in de schuld bij de Verenigde Naties voor de Congo lese operatie, en voor vier miljoeij voor die in het Midden-Oosten. Ook Frankrijk waarvan de vertegen woordigende rechter samen met een Russische. Poolse, Argentijnse en Pe ruaanse collega de tegenstemmers vormden heeft zijn aandeel in de Congolese operatie nóg niet betaald. Het Amerikaanse ministerie van bui tenlandse zaken heeft de uitspraak van het internationale hof „een historische beslissing van fundamenteel belang voor het internationale recht" genoemd. Ook op het secretariaat van de Uno in New York heerste grote tevredenheid al ontveinsde men zich niet dat het re latief grote aantal tegenstemmers het nog moeilijk zal maken de betrokken landen van hun ongelijk te overtuigen. DEN HAAG Het bestuur van hét produktsehap voor groenten en fruit wil in de toekomst zelf vaststellen aan welke kwaliteitseisen groenten en fruit moeten voldoen. Een verzoek daartoe heeft het schap gedaan bij de minister van land bouw en visserij, aan wie de bevoegd heid toekomt. De bewindsman is bereid medebewind te verlenen aan publiekrechtelijke orga nen die daarom vragen. Mocht de minis ter op het verzoek ingaan, dan kan het schap zelf de kwaliteitsregelen vaststel len. Het is evenwel verplicht de aanwij zingen van de minister te volgen. Zei Dick: ,,'t Is een koopje". r HET IS AL weer uit het nieuws, maar iedereen herinnert zich nog wel de trieste geschiedenis van de bewoners van Tristan da Cunha, die uit een besloten gemeenschap, die drie generaties achterliep, plotseling werden overgebracht naar de onrust en gecom pliceerdheid van een groot, in technische en commerciële zin „modern" land. Maar hoe zou een oude Griek de schok van een verplaatsing uit 400 v. Chr. naar 1962 n. Chr. doorstaan? Ongetwijfeld zou hij behoor lijk bestand zijn tegen de stank en het lawaai van ons verkeer, hij zou enthousiast als een kind gaan spelen met de knopjes van het licht, de radio en televisie, hij zou tien keer achtereen de w.c. doortrekken, hij zou in zijn kraag gegrepen worden door de politie, omdat hij zich in status en bedoelingen van de teen-agertjes van beide sexen zou vergissen met alle gevolgen van dien, hij zou één borreltje met een liter water aanlengen. Maar bepaald ongerust zou hij vragen, waarom onze steden en dorpen geen omwallingen meer hebben, en als we hem zouden wij zen op de onweerstaanbare kracht van het moderne geschut, zou hij het niet begrijpen voor hij het ge zien had. Want een muur, waarin we, zelfs zonder kernwapens, mét één goed schot in één seconde dus een brede bres zouden kun nen slaan, kon in zijn Griekse tijd alleen op een tijdrovende, gevaar lijke en omslachtige manier wor den doorbroken. Het geschut was namelijk, zoals wij bij de bespreking van de cata- pulta en de ballista zagen, te licht om door een stevige muur heen te komen en. tenzij men er overheen klom of er onderdoor kroop, moest men een bres slaan met de storm ram. Volgens de Grieken was ook de stormram een Phoenicische vinding, die tijdens het beleg van Gades ihet tegenwoordige Cadiz, in Spanje) werd gedaan. De scheeps bouwer Pephrasmenos zette een mast van een schip horizontaal ge schraagd neer en hing er een andere mast evenwijdig, dus ook horizon taal, onder, aan een lus. zodat men met een touw de onderste balk achteruit kon trekken en daarna loslaten, waardoor de onderste balk onder invloed van de zwaarte kracht terug schoot natuurlijk eerst voorbij het rustpunt en daarbij een flinke stoot tegen de muur van de vijanden gaf. Het in strument is overigens zo simpel, dat het best op verschillende plaat sen, onafhankelijk van elkaar, kan zijn uitgevonden. men op deze manier een muur alleen met succes aanvallen, zolang de verde digers door de nieuwigheid over rompeld werden. Want zo'n zwaar toestel kan niet in een vloek en een zucht naar de muur worden ge bracht en het is wanneer de ver dedigers het hoofd koel houden niet heel moeilijk om van de muur af de bedieners van de ram neer te leggen. Even natuurlijk evolueerde de vorm, grootte en bescherming van jVTATUURLIJK kon is manier een muu was. Hij werd veel zwaarder, uit verschillende delen samengesteld en aan het stooteinde voorzien van een ijzeren punt of kop. Op antieke afbeeldingen ziet men er zelfs met een kop in de vorm van een rams- kop, keurig gemodeleerd met krul haar, horentjes en al. Ze kunnen het namelijk niet laten om alles te versieren, uit een soort van speels heid. Stelt u zich voor een raket of granaat met een Grieks randje versierd of van. achteren van kleu rige lintjes voorzien! Wij brengen het niet verder dan plaatjes van blote juffrouwen op tanks en jeeps. OOK de afmetingen werden gro ter: een lengte van tussen de twintig en dertig meter; er wordt zelfs gesproken van een, die een lengte van zestig meter had. Maar vooral van belang was de verbete ring van de dekking. Men maakte een dak op poten, die op een onderstel stonden, dat op wielen te verrollen was. Vaak waren het hele gevaarten, zoals een uit Eyzantium, dat twintig me ter lang was, veertien meter breed en zes meter hoog, maar meestal waren ze toch wat kleiner. Ze wa ren van hout en daardoor brand baar en de verdedigers probeerden ze dan ook in brand te steken door met brandpijlen er op te schieten of met brandende stoffen te gooien. Om dat dan weer te voorkomen, legde men natte huiden op het Jak. Van boven gezien leken deze wat onhandig voortscharrelende schut daken met de er van voren uitste kende kop wel wat op schildpad den, zodat men ze „ramdrngende schildpadden" noemde. Toch waren de middelen, die de verdedigers ten dienste stonden, ook tegen deze verbeterde exemplaren, nog groot. Men kon er zware steenklompen op gooien, het voorterrein onberijd baar maken, de bres opstoppen, de ram met een strop grijpen en hem onklaar maken door hem in de hoogte te trekken al met al gaf de stormram toch evenveel kans op oen fiasco als op slagen. Vandaar dat de methode „er overheen" of „er onderdoor" steeds in gebruik Vader Beckett (links) toont grote belangstelling voor glim mende snuisterijen. Alles wat hij vergaart stopt zyn zoon Dick straks in een grote koffer, die per schip nagezonden zal worden naar de V.S. hun beeltenis op vluggemaakte fo to's. Dat is geweldig. Anderhalve gulden per stuk. Een handige jongen die fotograaf. De familie Beckett lacht. Zij kopen. „Is er nog wat dat wij niet gezien hebben", vraagt Dick. In de Lijnbaan trekt een winkel met grote ramen vol toeristische snuisterijen de aandacht. Binnen lig gen ontelbare „kunstzinnige voorwer pen uit alle werelddelen. „Wat is dat, waar is het voor, wat kost het?" Dick wijst naar zijn vader: „Thuis heeft hij twee kamers vol van dat spul, hij kan er niet afblijven". Vader Beckett paSot een koperen mortier en vijzel. Als het bijna inge pakt is besluit hij een groter exem plaar te kopen. Een Arabisch kame- lenzadel vindt hij te duur en een beetje onhandig om mee te nemen. Na veel wikken en wegen wordt ook een nagebootste olielamp te zwaar bevonden, maar hij is wel erg mooi. „Het prachtigste winkelcentrum dat wij ooit hebben gezien". „Wat is dat daar?", vraagt Beckett.' Een visvrouwtje. „Wat doet ze hier?" Vis schoonmaken. „Vis?" Ja, rauwe vis. „Wat kost dat?" Dertig cent. „Kun je die eten?" Ja, kijk maar. Vol afgrijzen kijkt C. C. toe hoe een Rotterdammer met een gerouti neerd gebaar een harinkje naar bin nen slaat. Hij doet een paar stappen achteruit,- gelooft zijn ogen niet en loopt dan met aarzelende passen in de richting van het hotel. De viseters roepen onvertaalbare dingen. „Het is me. wat", mompelt C. C„ „Zullen we nu maar naar Delft gaan?" Over een bochtig en smal wegge tje rijden we door het polderland naar Schipluiden en Delft. Links gras, sloten, knotwilgen en koeien rechts gras, sloten, knotwilgen en koeien. Hier en daar een boerderij. Dick; „Hoeveel melk produceren jullie koeien?" Linda: „Kijk, varkens". Dick: „Heb je niet veel last van ongedierte in dat drassige land?" Linda: „Waarom maken ze de weg niet breder?" Diek: „Wat doen ze met het hooi?" Linda: „We hadden gedacht dat we veel touwkoppies zouden zien, je weet wel, kinderen met vlassig haar, maar je ziet ze nergens". C. C: Kijk eens, wat een koeien". Dick: „Kun je me vertellen of de Hollanders vooringenomen zijn tegen de Amerikanen. De mensen kijken allemaal zo hier". Lida: „Ja, dat is zo, in Duitsland en België ook al, 't is net of ze kun nen zien dat wij vreemden zijn: Iri Amerika doen ze dat niet, iedereen bemoeit zich met zijn eigen zaken." C. C.: „Mijn grootste probleem is voor iedereen cadeautjes te vinden, zijn er antiekwinkels in Delft?" Er zijn antiekwinkels in Delft. Op de markt staan zij broederlijk en niet zo broederlijk naast en tegen over elkaar. Eén van de antiquairs een echte steekt zijn misnoegen over die domme toeristen niet onder stoelen of banken. „Weet je waar zij kopen, daar, in die kitSchwinkels vol Delftsblauw dat geen Delftsblauw is, en weet j^ waarom, omdat de prij zen er bij staan". Diek vraagt hoeveel een tinnen bordje kost. Vijftig gulden. Wat? Hij loopt, hoofdschuddend naar buiten. De heer Beckett wijst naar de Nieuwe Kerk. „Nee, hebben we geen zin in, we zijn al eens in een kathedraal ge weest, ze zijn allemaal hetzelfde". VTOOR DE etalage van een V „antiek" café, waarin oud-hollandse voorwerpen rusten naast een ding met blauwe neonlet ters en een vaas met plastic bloe men. drinken we cola en bier. Rond om de Markt kijken bejaarde huisjes neer op de terrasjes. C. C. pikt er een klein trapgeveltje uit: „Zoiets bij Amerikanen tussen Nederlan ders en fietsen (rechts onder). ,,Het enige wat ons frustreert in dit land zijn al die fietsen." De Becketts hebben weinig be langstelling voor de mensen, veel voor curiositeiten. Wat hen het meest aanspreekt zijn de bloemen. ons bouwen zou werkelijk te duur zijn, geloof ik". „Hé Dick, weet je wat wij gezien hebben in Rotterdameen vent die rauwe vis at". Diek reageert niet, staat op en loopt snel de Markt op. Zijn vrouw volgt. Voor het stadhuis komt een rij koetsjes aan met schimmels be spannen. Een bruidspaar stapt uit en wordt omringd door een haag van kinderen en bloemen. Een voor een rijden de koetsen leeg weg. Zou jij zo willen trouwen, vragen we Linda. „Weet ik niet", zegt zij. „Dat is werkelijk wat anders", zegt meneer Beckett. „Ik wil wel eens zo'n rauwe vis proberen", zegt Dick. Een man in witte jas neemt de twee kwartjes aan en overhandigt een glibberige haring bij de staart. „Hoe moet dat nou", vraagt Dick angstig. De man maakt een gebaar ge woon, zó. Vader en vrouw kijken op een afstandje. Dick is dapper. Hij hapt en kauwt. Hij hapt nog een keer. Lekker, informeren we. ,,'t Is een koopje", en Dick depo neert een halve vis bij de afval on der de toonbank aan de Oude Delft. OP WEG naar Amsterdam wil junior weten hoe de Ne derlanders zich kunnen veroorloven in auto's te rijden. Hij heeft uitgerekend dnt het met die benzineprijs onmoge lijk moet zijn. Linda heeft grote be wondering voor de nieuwbouw overal, zij vindt de rijen huizen mooi en net jes maar zou er niet in willèn- wonen. Zij prefereert alleenstaande woningen. ,,En waarom kleden zoveel vrou wen zich zo slecht, de jongeren gaan wel, maar het is opvallend hoe slecht hefc merendeel van de oudere vrouwen zich kleedt. En waarom hebben jullie zulke belachelijke grote kinderwagens. En hoe krijgen die vrouwen het voor, elkaar op fietsen te blijven zitten in dat verkeer en met die nauwe rokken. En hoeveel..." „Kijk es, een truck met Californi- sche citroenen", merkt vader Beckett op. Dick foetert over die haring- smaak in zijn mond. Hij rijdt goed, heeft weinig moeite met de verkeers regels. Geen van' hen blikt of bloost als zij horen dat we op dit moment ver beneden de zeespiegel rijden. Een hoogtepunt aan de weg naar de hoofdstad is het motel. C. C. heeft er van gehoord, hij wil het zien, kij ken hoe die Hollanders dat doen. Hij vergelijkt, vertelt dat in de nabij heid van zijn woonplaats in Ohio minstens twintig motels staan. Eén ervan heeft vijf eetzalen. Dick en zijn vrouw verslinden een geweldige portie ijs met slagfoom en een perzik. „Heerlijke perzik", merkt Linda op. ,,Californische perzik", zegt vader. Hij viiidt het een mooi motel. Jam mer dat er geen kamers zijn, maar we moeten toch naar Amsterdam. HOE ZIJN de ongevallen- cijfers met fietsers, zeker wel hoog", informeert Dick. Wij la veren de hoofdstad binnen gedurende het spitsuur, tienduizend fietsers aan alle kanten. ii:iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii]}iiiiiiii((iiiniiiiiiii iiiii!iiiyiiiiii!iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii|iiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimi „Dat vind ik het meest frustrerende van jullie land, al die fietsen. Gaan we zo naar het centrum?" Met enige moeite vindt de familie Beckett kamers in een plezierig hotel bij het Leidse- plein. Zij zijn moe, zij vinden dat zij veel hebben gezien. Morgen gaan'zij naar Molen dam en Marken. Morgen zullen zij misschien de grachten in dit bolwerk van het toerisme bevaren. Morgen zullen zij de rest van Hol land zien. In één dag. Zij zijn dankbaar, het was interessant, zij zouden hier wel willen wonen. Zij heb ben maar één aanmerking: „Waarom geen water bij het avondeten in de hotels?" Het laatste wat wij van C. C. Beckett horen is een goede raad: „Weet je wat je doet, vertaal dat artikel en stuur het naar Lebanon. Ik ken iedereen daar, ik zal ervoor zor gen dat het gepubliceerd wordt. Adres: C.C., Lebanon, Ohio. Moet je doen". (Ingezonden mededeling Lekker eten Last van 't zuur? RISP helpt direkt. 32 tabletten 1,00. Al brandt het maagzuur nog zo fel Een RISP tabletje blust het wel.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1962 | | pagina 7