Yerendebat in Staten leidde tot eenstemmige koorzang; Poortvliets puinhoop Verhoging jaarwedde leden van G.S. geadviseerd Vaste oeververbinding over Westerschelde tl|ïpr Griffier mr. Pilaar nam afscheid van de Staten Gedeputeerde M. van Poelje: Zeeuwse „Mammoet" moet afdoende getemd worden D. Kodde: Voortdurende druk op steen holt steen uit Weg naar het Zilveren Schor Woensdag 11 juli 1962 ZEEUWSCH DAGBLAD Pag. 3 Met kleine meerderheid aangenomen Reeds studie aan de gang over de mogelijkheden DERDE BOOT SPOED Huisvesting ambtenaren Akkoord Prov. Staten Auto over de kop Zeeuwseh Dagblad Mammoet en manmoedig Cl, from €tmerta. k^BToli UW «Sl FROM AMERICA'S TOBACCOS (Ingezonden mededeling) Van een onzer redacteuren MIDDELBURG. De politiek gedifferentieerd samengestelde Provinciale Staten van Zeeland Lebben gistermorgen éénstemmige koorzang ten beste gegeven. In een machtig fortissimo weerklonk het uit de monden van de Statenleden: Zeeland heeft een vaste-oeververbinding over de Westerschelde nodig. Gedeputeerde M. J. van Poelje haalde verder nog een geweldig groot dier de Statenzaal binnen': een mammoet^ een voorwereldlijk op een olifant gelijkend dier, dat reeds door dr. H. W. Tilanus in de Tweede Kamer is gesleept. De heer Van Poelje gebruikte het woord niet om er een omvangrijke weit op onderwijsgebied mee aan te duiden, maar om een andere term te hebben voor de Wester- schelde-verbinding. „Wij moeten die mammoet temmen", riep de heer Van Poelje, „hoe eerder hoe liever". De gedeputeerde liet onomwonden blijken dat het nieuwe college van Ged. Staten met grote belang stelling de mogelijkheden van een vaste-oeververbinding over de Westerschelde zal onderzoeken. Het zal alles doen wat gedaan kan worden om het tijdstip van de realisering van dit project dichterbij te brengen. De heer Van Poelje herinnerde in dit verband aan het antwoord van het college op het algemeen verslag van de Statenleden betref fende het voorstel inzake uitbreiding vervoerscapaciteit veren over de Westerschelde. Daarin hebben Gedeputeerde Staten reeds hun mening duidelijk kenbaar gemaakt. Zij schreven: „De vervoerscapa citeit van de veren zal een onderwerp van voortdurende zorg voor ons college blijven. Mede als gevolg van verkeersmoeilijkheden is Zeeland met betrekking tot de economische ontwikkeling jarenlang achter gebleven bij overig Nederland. Het streven om deze moeilijkheden geheel te boven te komen zal pas met volledig succes bekroond zijn wanneer ook een vaste verbin ding van Zeeuws-Vlaanderen met Midden-Zeeland is verkregen. Dit temeer omdat door de voortgaande economische integratie van West- Europa waarin dus opgenomen de industriële evolutie van het Westerscheldebekken (kanaal Terneuzen-Gent inbegrepen) het verkeer en vervoer nog verder zal toenemen". De heer Van Poelje erkende dat een vaste-oeververbinding een zaak is van de Rijksoverheid. Dat neemt niet weg, aldus de gedeputeerde, dat verschillen de provinciale organen nu reeds studie maken van de mogelijkheden (én de moeilijkheden) van een dergelijke ver binding. Over de plaats waar de brug (of tunnel) zon moeten komen heeft het college nog geen vastomlijnd standpunt ingenomen. Verklaarbaar, omdat de studie nog niet afgelopen is. Wel gaan de gedachten uit naar een verbinding welke zeer dicht in de buurt van het kanaal Terneuzen-Gent komt te liggen (verbinding met Midden-Zeeland, zei de heer Van Poelje). De debatten over het voorstel mond den uit in het unaniem aanvaarden van het voorstel Gedep. Staten te machtigen tot het doen bouwen van eep derde schip voor de veerdienst VlissingenBreskens en een honderd meter jange open vrachtveerboot met passagiersaccommodatie voor het veer KruiningenPerkpolder. Het laatste projekt zal ongeveer (met alles wat er bij komt) negen miljoen eisen. Een le ning daartoe keurden de Staten goed. De heer H. IJssel (CHU) had de dis cussie over het voorstel geopend. Hij was het roerend met het college eens dat een vaste-oeververbinding de oplos sing voor alle verenkwalen is. „Voor- lop.g echter zullen wij ons tot het ver beteren van de veren moeten bepalen." De heer IJssel betreurde het dat ver betering van de havenoutillage bij Krui ningen—Perkpolder zoveel vertraagd wordt. Spoed is vereist in verband met de vestiging van nieuwe industrieën in Oost-Zeeuws-Vlaanderen. Gedeputeerde Van Poelje met studie bezig Hoewel de minister de Westerschelde- verbinding in de ijskast gestopt heeft, verdient het aanbeveling dat de provin cie zelf naar mogelijkheden zoekt, op perde de heer J. Stenvert (P.v.d.A.). Voor Zeeland is een dergelijke verbin ding een zaak van de eerste orde. Hij vroeg of G.S. zich al beraden hadden over de aanbesteding van de' derde boot voor Vlissingen—BTeskens. De heer Stenvert hoopte niet dat wanneer de 100-meter boot in de vaart zal komen (dat zal echter voor 1966 niet het ge val zijn, zoals ook de heer IJssel had opgemerkt) de vaartfrequenties zouden verminderen. Tenslotte informeerde het socialistische Statenlid naar de moge lijkheden van uitwisselbaarheid van de veerboten op de verschillende veerdien sten. De situatie bij het veer Kruiningren— Perkpolder dreigt chaotisch te worden als er niet tijdig ingegrepen wordt, merkte de heer W. Koster ("VVD) op. Hij was niet helemaal gerust over de uitwisselbaarheid van de schepen. Slechts een enkele is daarvoor ge schikt. De heer J. Hommes (AR) her innerde aan de uitspraak van het Sta tenlid mevr. E. J. Broecke-de Man (P.v.d.A.) bij een ander voorstel: „Dit Carthago moet vallen" (daarbij doelde hij weer op de vaste-oeververbinding). De heer Hommes hoopte dat voor het drukke seizoen van 1964 de derde boot (van het type als de m.ss. „Prinses Beatrix" en de „Prinses Irene") op VlissingenBreskens ingezet zal kun nen worden. Het stemde de heer P. V. M. Vercau- teren (KVP) tot voldoening dat GS zo zeer de vaste-oeververbinding ter har te gaat. Voordat deze echter verwezen lijkt zal zijn, aldus de katholieke afge vaardigde, zullen wij het college alle mogelijke steun moeten geven om de veerdiensten zo goed mogelijk te doien functioneren. Hij vroeg naar de plaats waar het college dacht dat de verbin ding moest komen. De heer D. Kodde (SGP) sprak over het „voortdurend druk uitoefenen op een steen. Op een gegeven ogenblik zal die steen zijn uit gehold." Hij zei veel klachten over het veer KruiningenPerkpolder vernomen te hebben. Het gevaar bestaat dat in dustrievestiging in Zeeuws-Vlaanderen hierdoor afgeremd wordt. Gedeputeerde Van Poelje deelde mee dat een bureau voor scheepsbouw in Bloemendaal thans bezig is het bestek gereed te maken voor de derde boot voor het veer VlissingenBreskens. Verwacht wordt dat in de tweede helft van augustus tot aanbesteding overge gaan kan worden. De minister heeft voor wat betreft de gunning overigens een flinke vinger in de pap. De heer Van Poelje verwachtte dat het schip hoogstwaarschijnlijk in 1964 in de vaart gebracht kan worden. Daarmee zal het veer VlissingenBreskens over een zeer ruime vervoerscapaciteit beschik ken. Veel moeilijker liggen, aldus de ge deputeerde, de zaken bij het veer Krui ningenPerkpolder. De verbouwing van de „Dordrecht" is overigens reeds een verbetering gebleken, waardoor dit schip ook bij harde wind in de vaart kan blijven. Het bureau in Bloemendaal is ook bezig met de plannen tot ver bouw van de „Prins Bernhard", welk schip uitsluitend voor de dienst Krui ningen—Perkpolder bestemd zal zijn Voor VlissingenBreskens blijft de „Koningin Juliana" als reserveboot aanwezig, waardoor na 1984 de ver voerscapaciteit op dit vervoer ge waarborgd zal zijn. De „Prins Be-rn- hard" zal een aantal meters verlengd worden ook de doorrijhoogte van het rijdek wordt verhoogd waardoor de vervoerscapaciteit van dit schip met 25 pet. zal toenemen, aldus de heer Van Poelje. Een geschikte periode wordt uitgezocht om de „Prins Bernhard' enige tijd voor de werkzaamheden uit de vaart te kunnen nemen. De definitieve verbetering van het veer Kruiningen-Perkpolder, aldus de gedeputeerde, hangt af van het moment waarop de minis ter van Verkeer en Waterstaat erin toestemt een krediet op de rijksbe groting te brengen voor het ver beteren van de havenoutillage. Het schip van 100 meter lengte en 18 meter breedte zal pas gebouwd kunnen worden wanneer dit tijd stip vaststaat. Het doel is in elk geval het schip gereed te doen zijn tegelijk met de havenwerken. „Wij blijven aandringen op spoed", al dus de heer Van Poelje, „omdat de toestand bij Kruiningen-Perkpol der zo niet kan blijven". Mr. J. M. PILAAR MIDDELBURG. De griffier der Staten, mr. J. M, Pilaar, heeft gisteren officieel zijn func tie neergelegd. Hij deed dit nadat de Provinciale Staten hem als zodanig eervol ontslag hadden verleend. Na deze ontslagver lening werd' de heer Pilaar toe gesproken door de commissaris der Koningin, jhr. mr. A. F. C. de Casembroot. „Op deze vreugdevolle dag", aldus de commissaris, is er de schaduw van uw afscheid. Wij betreuren dit, al moeten wij Uw besluit om vijf jaar voor Uw eigenlijke pensionering U om gezond heidsreden terug te trekken, respecte ren. U hebt Uw werk gedaan met de volle inzet van Uw persoon, Van de vroege ochtend tot de late avond stond U klaar voor de belangen van ons ge west." De commissaris herinnerde eraan dat de heer Pilaar in lt)29 in dienst van de provincie Zeeland was gekomen. Op 1 januari 1941 werd hij chef van de eerste afdeling en op 6 januari 1951 door de Stalen benoemd tot griffier. „U hebt. zich in een bijzonder snel tempo over geschakeld, daarrj'ir hebben wij de grootste bewondering." „U hebt geen eenvoudige periode als griffier gekend", aldus de commissaris, „maar met liefde en toewijding hebt U zich door het werk en de moeilijkheden heengeslagen in een sfeer van vriend schap en gezelligheid, U was een man met een veelzijdige belangstelling," Als nestor van de Statenleden sprak de heer D. Kodde een woord van af scheid tot mr, Pilaar. „Met liefde hebt U het werk aangepakt dat op Uw schou ders werd gelegd. God gaf U de kracht om op te klimmen tot het hoogste amb- teuarenambt in deze provincie. Wij dan ken U voor de arbeid die U voor de provincie Zeeland gedaan hebt," De heer Kodde overhandigde mr. Pi laar daarna een kroniek van Zeeland van Van Boxhoorn. Ten slotte sprak de scheidende griffier nog een dankwoord. MIDDELBURG. Provinciale Staten van Zeeland zijn gisteren akkoord ge gaan met een regeling inzake het ver strekken van geldleningen aan ambte naren in dienst v,an de provdcie voor de bouw, de aankoop of de verbouwing van een huis voor eigen bewoning. Des gevraagd deelde gedeputeerde M. J. van Poelje mee, dat het niet de bedoe ling is ambtenaren die reeds gehuisvest zijn nieuwe mogelijkheden te bieden. De regeling is uitsluitend bedoeld voor ambtenaren die geen huis bezitten. MIDDELBURG. De tongen van de leden van Provinciale Staten zijn giste ren bij de vaststelling van het advies inzake de jaarwedde van leden van Gedeputeerde Staten danig losgekomen. Het ging hier om een verhoging van de wedde tot 20.000 gulden per jaar. De socialistische afgevaardigde drs. Th. J. Westerhout beet het spits af. Zijn betoog kwam er op neer dat zijn fractie met het advies volledig akkoord ging. De heer P. V. M. Vercauteren (KVP) zag graag de datum van ingang vervroegd van 1 juni tot 1 april 1962. Mr. J. F. G. Schlingemann (VVD) oor deelde dat het nieuwe jaarwedde hem vrij hoog voor kwam. In 1954 bedroeg het wedde 9000 gulden en nu zal het dan op 20000 gulden gebracht worden. Een stijging van 110 pet., aldus spre ker. Hij zei niet tegen te willen stem men, maar „was niet enthousiast". De heer C. F. v. d. Peyl (CHU) kon akkoord gaan met het voorstel zoals het nu ter tafel lag. Hij vond de sala riëring niet te hoog, zelfs nog een tikje aan de lage kant. De heer v. d. Peyl bracht in het midden dat de gedeputeer den in de beide „Hollanden" 22.000 gul den verdienen. Hij zei dat zijn fractie wilde pleiten voor een gelijkschakeling over heel Nederland van alle gedepu teerdensalarissen, hetzij op een basis van 22.000, hetzij op een van 20.000 gul den. Een voorstel-Vercauteren om de ver hoging met ingang van 1 april te doen ingaan werd met 20 tegen 15 stemmen aangenomen. Tegen stemden de VVD, de AR, de SGP en een CHU-afgevaar- digde. Gedeputeerde Staten zullen de minis ter van binnenlandse zaken nu advies uitbrengen MIDDELBURG. Provinciale Sta ten hebben gisteren besloten tot wijzi ging van het Tertiair Wegenplan voor Zeeland 1958. In dit plan werden opge nomen drie in het kader van de ruilver- kaveling-Kleverskerke aan te leggen wegen. Deze wegen worden tevens dienstbaar gemaakt aan <1? recreatieve ontwikkeling van dit gebied. Eén weg vangt aan bij de spoorweg overgang aan de oostzijde van de be bouwde kom van Arnemuiden en is noordwaarts dn de richting van Veere igetraceerd. De tweede weg takt halver wege de eerste weg in oostelijke rich ting af en zal in de toekomst aansluiten op het door de Rijkswaterstaat (Delta dienst) ter ontsluiting van het droog gevallen Noord-Sloe geprojecteerde wegennet. De derde w-eg betreft een tweede zijtak iets noordelijker dan d-e eer ste en leidt naar het „Zilveren Sc-hior" (.geschenk Koninklijk Paar), terwijl (hij ook de toegang vormt naar het aldaar cbe stichten jeugdcentrum. De lengte van deze drie wegen be draagt in totaal 5.225 -km. De kosten van aanleg worden- geraamd op 1.100.000 (.meerkosten 350.000). Mevrouw E. J. v.d. Broecke- De Man OP.v.d.A.) vond dit een prachtige gelegenheid om nog ©ens de vreugde over het koninklijk ge schenk uit te spreken. SOHOO(N!D<IJIKE Gp de provincia le weg Yzend-ijke-Schoondijke klapte dinsdag de reehiterachterband van een Belgische personenauto, bestuurd door A. V. uit Mechelen. Wegens de grote vaart sloeg de auto over de kop en kwam in een links van de weg lopen de -sloot terecht. Twee inzittenden, me vrouw P. v.d. W. en mevrouw M. V. werden met vrij ernstige verwondingen in het ziekenhuis te Oosiiburg opgeno men. De drie andere inzittenden kwa men met de schrik vrij. Op de boerenleenbank te Westkapel- le werd ingelegd 66.370,96 en terug betaald 77.911,44. Het saldo was op het eind van de maand juni 3.720.5(77,40. Er werden zeven nieuwe boekjes uitgegeven. De jaarlijkse Anjercollecte heeft in Dreischor 40,09 opgebracht. POORTVLIET. Tijdens de de cemberstormen van het vorig jaar viel een grote boerenschuur van de heer W. A. Ista in elkaar. Het was te voorzien geweest, want er zat een gat in de muur waardoor de wind vat kon krijgen op het dak. Op zichzelf is dit alles niet bijzonder. Er waaien wel meer huizen om. Maar bijzonder is wel dat de bouw val er nog steeds staat, ten prooi aan zon en regen, weer en wind. Het stro dat al jaren op de zolder lag, krijgt weer groene scheuten. Het geheel ziet er haveloos, en eerlijk gezegd een beetje gevaarlijk uit. Wat gaat er nou gebeuren, vroegen we de heer Ista. „Niet veel bijzonders", zei hij „als de drukke tijd achter de rug is ga ik het ding zelf slopen." En dan? De heer Ista wijst op de stut- en steunbalken en zegt: Opstoken De kolen zijn duur mijnheer, en van dit gevaarte kan ik wel een paar jaartjes voort." Intussen blijft de bouwval dus nog een paar maandjes staan en we zou den in dit verband de Poortvlietse ouders willen waarschuwen voor de kinderen, begrijpt u. Want we kennen allemaal het spreekwoord van het kalf en de put. Och nee, we willen al lerminst de suggestie doen dat hier sprake is van een onhoudbare toe stand. Dat make een ieder voor zich zelf uit. Maar wie zal ontkennen dat een dakpannetje dat een beetje ver keerd valt voldoende kan zijn. Een mens en vooral een klein mensje heeft maar weinig nodig. Om kort te gaan: Het lijkt ons gewenst dat de omgeving van de schuur voor avon tuurlijke jongens verboden terrein wordt. Want men kan redeneren als Brugman, maar vast staat dat een hele serie dakpannen op de nominatie staat om vroeg of laat omlaag te ko men. De heer Ista gaat z'n schuur dus verbranden. In de kachel wel te verstaan. Hijpeinst eenvoudig niet over verkopen want het laat zich ver staan dat eventuele gegadigden (zo als gemeente) niet bereid zijn diep in de beurs te tasten. Maar intussen maaktde bouwval op de argeloze wandelaar een hoogst eigenaardige indruk. Protestants-Christelijk JJET zou interessant zijn te weten hoeveel tijd er ligt tussen het moment waarop wij deze regels schrijven en de opening van de Wes terschelde brug. Er is echter niemand die deze période zelfs maar hij be nadering kan schatten. Men kan tóch verliezen in allerlei bespiegelingen die onderling zoveel uiteen kunnen lopen dat niemand er meer houvast aan heeft. En toch, al is de Wes terschelde brug voorlopig nog een fictie, gaat het niet aan met beide benen op de grond te staan en in die overigens gezonde houding al leen maar te beweren: „Dat ding komt er nooit". Wij willen realist zijn en ons voor ogen stellen dat er nog ontzaggelijk veel water door de Westerschelde zal vloeien vooraleer de immense rivier overspand is (of doorboord). Wij zien in, dat het houwen van een brug over de stroom die Zeeuws Vlaanderen scheidt van het overige Zeeland een Beneluxstorm kan ont ketenen, maar wij verklaren ook (in alle bescheidenheid) dat een onderne ming als deze de kroon vormt op het werk om van Zeeland een geografi sche eenheid te maken. En niet alleen een aardrijkskundig geheel, ook een gebied dat economisch niet meer uit een valt in brokken met een totaal verschillende structuur. Realisme kan soms gepaard gaan met negativisme. Dit laatste zou men de rijksoverheid kunnen verwijten, doch wie alleen maar zegt: Wij be ginnen niet eens aan een studie om dat wij tevoren al overtuigd zijn dat de hele zaak te duur wordt, redeneert verkeerd. Realisme wil in feite zeg gen: een geesteshouding waaruit reëel (nuchter) denken spreekt. Een stapje verder: Nuchter denken met een blik in de toekomst. Van een der gelijk realisme getuigt de politiek van het nieuwe college van Gedeputeerde staten. Bij monde van de heer M. J. van Poelje zei het onomwonden dat de vaste oeververbinding over de Westerschelde het college zeer ter harte gaat. Het zal alles doen om een verwezenlijking van dit project dich terbij te brengen. Dat is andere taai dan die van mi nister Korthals. De bewindsman wilde wei een loopje maken naar de ijskast, maar de stap naar het studeerver trek vond hij overbodig. Het provin ciaal college van Zeeland heeft die stap al gedaan. Verschillende organen in ons gewest zijn reeds met het uit dokteren van de mogelijkheden (en niet te vergeten de moeilijkheden) bezig. Dit stemt tot tevredenheid. Deze politiek zal de Zeeuws-Vlamin gen sterken in het besef dat er een Zeeuwse overheid ook voor het „ver geten gebied" waarin zij wonen op de bres staat. Wij geven toe, het hou wen van een Oosterscheldebrug js (politiek bekeken) veel eenvoudiger dan het slaan van een brug over de Westerschelde. Maar wij nemen niet aan dat er geen wegen zijn die een vaste-oeverbinding met Zeeuws- Vlaanderen tot een realiseerbaar project kunnen maken. Met toene mende industrialisatie in de kanaal zone van Terneuzen naar Sas van Gent (en ook verder) wordt een Wes- terscheidebrug steeds urgenter. Men kan rustig zeggen dat het ontbreken van een dergelijke brug een rem be tekent voor de industrievestiging. Ook vanuit dit gezichtspunt bezien is het provinciaal bestuur er alles aan gelegen om zo spoedig als het maar kan de Westerschelde te over spannen. Geduputeerde Van Poelje heeft in de Statenvergadering van gisteren over een „mammoet" ge sproken. Hij trad daarmee in de voetsporen van de grijze christelijk- historische fractievoorzitter in de Tweede Kamer dr. H. W. Tilanus, die het voorwereldlijk dier hij de behan deling van een wetsontwerp van mr. Cals de Kamer binnensleepte. Man moedig haalde nu de heer Van Poelje een andere mammoet de Statenzaal binnen. Manmoedig en vol vuur sprak hij over die mammoet als ware hij een Nimrod. „Wij zullen hem tem men", riep hij vanachter de groene tafel. Het zal zonder twijfel veel meer moeite kosten de mammoet van mi nister Korthals (die de bewindsman achter tien gepantserde en voorlopig nog ondoordringbare deuren bewaakt) te temmen dan die van minister Cals. Het dier va'n de minister van O., K. en W. is ai goeddeels getemd en dat heeft nog geen jaar geduurd. Kort hals-mammoet zal zich langer ver zetten, maar uiteindelijk wanneer weet nog niemand zal ook deze viervoeter (dan onder de hoede van een andere minister) zich gewonnen geven. Welaan dan Zeeuwse Statenleden, vat de zaak van de Westerschclde- brug manmoedig aan.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1962 | | pagina 3