Vragen over machtsinstanties in de Rooms - Katholieke kerk Verspilling van tijd en energie bij publiciteit in Gereformeerde kerken Evangelisch Herstel en Opbouw bestaat 10 jaar Vijf kerken uit USSR willen in Wereldraad TWEEDE VATICAANS CONCILIE IN OKTOBER Eerste concilie vergrootte kloof Rome-Reformatie Zaterdag 23 juni 1962 ZEEUW SCH DAGBLAD Pag. 6 Om de plaats van de bisschoppen Opening „Dei Filius" Onfeilbaarheid Na het eerste concilie DOOR J. R. van Oordt Jeugddienst in Goes Eerste reacties op Heh het hart eens Geref. Jeugdzorgwerk kost meer dan zending Dankdag in Utrecht op 30 juni Oecumene in Rwanda... en opleiding H' NUTTIG OVERBODIG HET PEIL ZEELAND Geref. studenten op bezoek bij witheren Bevelandse onderwijzers vergaderden in Goes J. Boer overleden Pe afdeling N.C.V.B van Poort vliet is bijeen geweest in het gemeen tehuis. De heer Suurmond sprak over „De gevangenen en hun gezinnen." Als pan Vatic gevol Is paus Johannes XXIII op 11 oktober a.s. in de St. Pietersbasiliek te Rome het tweede Vaticaans Concilie opent, zijn ruim 92 jaar voorbijgegaan sinds het vorige concilie ten gevolge van de Frans-Duitse oorlog medio juli 1870 voortijdig iverd afgebroken. Op 8 december 1869 drie eeuwen nadat kardinaal Morone het Concilie van Trente (15451563), het antwoord van de r.k.-kerk op de reformatie, sloot opende paus Pius IX het eerste Vaticaans Concilie. Deze kerkvergadering heeft in antwoord op de eeuwenoude gezagsvraag inzonderheid van zich doen spreken door de proclamatie van het primaat en (Fe onfeilbaarheid van de paus. Het antwoord, dat dit bewogen concilie heeft gegeven, is evenwel niet afdoende gebleken. Met verschil lende aspecten van de gezagsmaterie sullen ook de prelaten van het komende concilie straks ge confronteerd worden. In december 1864 stelde paus Pius IX (18461876) zijn kardinalen van zijn voornemen een concilie te beleggen in kennis. Spoedig daarna deed de paus reeds stappen om zijn voornemen tot uitvoering te brengen. Een college, be staande uit 60 Italiaanse en 34 buiten landse leden, werd belast met de voor bereiding van het concilie. Eerst op 26 juni 1867 maakte Pius IX aan 500 bis schoppen en duizenden pelgrims zijn plan officieel bekend. Naar aanleiding van deze bekendmaking schreef het r.k. dagblad „De Tijd" (29 juni 1867): „Ge lijk het Concilie van Trente de voort gang van het Protestantisme gestuit heeft, zo hebben wij de overtuiging dat het nieuwe concilie, dat Pius IX gaat beleggen, het afgeleefd Protestantisme met de daaruit voortgevloeide revolutie begraven zal". Gelet op het beeld, dat de historie met betrekking tot de ont wikkeling van de Reformatie in de eeuwen, volgende op het Trentse Con cilie, vertoont, heeft „De Tijd" in ge noemde publikatie de contra-reformato rische invloed van het Tridentijns Con cilie belangrijk overschat. Hetgei i ,,De Tijd" schreef gaf tevens uiting aan de hooggestemde verwachtingen die van het eerste Vaticaans Concilie gekoes terd werden. In de meeste Europese landen varieerden de verwachtingen ten deze. Eveneens op 29 juni 1867 ver scheen de afkondigingsbul. (Paus Johan nes XXIII gaf in 1959 ook op 29 juni zijn eerste encycliek „Ad Petri Ca- thedram" over het komende concilie uit). Precies een jaar later op 29 juni 1868 werden de deelnemers van het concilie door de pauselijke oproepbul „Aeterni Patris" opgeroepen om op 8 december 1869 in Rome aanwezig te zijn. Uit alle vijf werelddelen zouden deelnemers verschijnen. De Russische regering echter verbood de bisschoppen naar Rome te reizen. Intussen was het voorbereidend colle ge met de opgedragen voorbereidings werkzaamheden gereed gekomen. Het resultaat was, dat voor de opening van het concilie drie uitgewerkte voorstel len ter bespreking gereed lagen, nl. een schema over de r.k. leer tegenover het rationalisme, een schema over de kerk en tenslotte een schema over het huwelijk. Laatstgenoemd schema is ech ter nooit aan de orde gekomen. Op 8 december 1869 beierden de zware klokken van de St. Pieter over Rome. Op het Pietersplein met de grootse colonnaden van Bernini verza melden zich de uit alle windstreken af komstige 774 concilie-deelnemers. Uit Nederland waren er de aartsbisschop en de bisschoppen van 's-Hertogenbosch en Haarlem. Als secretaris van de bis schop van Haarlem woonde dr. Schaep- man, die in 1869 te Rome in de theo logie promoveerde, het concilie bij. Vanuit Rome schreef hij als redacteur brieven in „De Tijd". In het rechter- dwarsschip van de St. Pieter opende paus Pius IX het concilie met een grootse plechtigheid, die niet minder dan zeven uur duurde. De volgende dag begonnen de werkzaamheden voor de prelaten, die zich steeds in het latijn onderhielden. In eerste instantie kwam het ontwerp- schema over de kerk in haar houding ten opzichte van het rationalisme aan de orde. Tijdens de beraadslagingen hierover ontstond enige deining door de felle kritiek van Mgr. Joseph Georg Strossmayer van Karinthië, die het be treurde, dat er in het onderhavige sche ma zo weinig irenisch werd gesproken over de protestanten. Zijn woorden ont lokten scherpe aanvallen van diverse andere prelaten, die in Strossmayer een nieuwe Luther begonnen te zien. Op 24 april 1870 verscheen de consti tutie „Dei Filius". Het omvatte een uiteenzetting van de r.k. leer van God, de openbaring en het geloof. Voortbor durend op het stramien van het Trent se Concilie sprak het Vaticaans Conci lie met betrekking tot het kerkelijk leer gezag uit: „Door het goddelijk en ka tholiek geloof moet alles worden ge loofd, wat in het geschreven Woord Gods staat (de H. Schrift) of in het on geschreven Woord Gods (traditie) en door de (r.k.) kerk, hetzij door een plechtig oordeel, hetzij door het gewone en algemene leerambt, als van God ge openbaarde stukken des geloofs voorge steld wordt". Deze uitspraak lag dus geheel in de lijn van het contra-refor matorisch Concilie van Trente, dat Schrift en traditie op één lijn stelde. Schrift en traditie zijn de bronnen, waaruit de r.k. kerk put. Toen het voorbereidend college voor de opening van het concilie een voorstel publiceerde inzake een defini tie van het primaat en de onfeilbaar heid van de paus, ontstond reeds vrij wel direct verzet. Vooral in Frankrijk en Duitsland kwamen verschillende pen nen van opposanten in beweging. In Frankrijk had het coneiliarisme de theorie, dat het concilie boven de paus staat reeds lang ingang gevonden. Het streven van het zg. Gallicanisme in Frankrijk was er op gericht, dat de macht van de bisschoppen en het con cilie boven de paus zou zijn gesteld. In 1682 reeds waren onder leiding van Bos- suet een viertal artikelen aanvaard, die een belangrijke machtsbeperking van de paus inhielden. De pauselijke macht werd aan concilie-besluiten onderwor pen verklaard. Eén van de opposanten was dan ook Mgr. Dupanloup. de bis schop van Orleans, die in een schrijven aan de geestelijken van zijn diocees waarschuwde tegen de definitie van de onfeilbaarheid van de paus. In Duits land was het vooral de kerkhistoricus von Döllinger die ageerde tegen het voorstel van het voorbereidend college. Von Döllinger acihtte een dergelijke dog ma in strijd te zijn met de H. Schrift, de traditie, de veelgeprezen kerkvaders en de historie. Tijdens het concilie werden dan ook langdurige debatten inzake deze mate rie gehouden, waarbij het kwik geleide lijk steeg. Vele sprekers voerden het woord (pro en contra het dogma), vele amendementen kwamen ter tafel. Fel was het verzet van de kerkhistori cus Karl von Hefele, bisschop van Rot tenburg, die o.a. sprak: „Dertig jaar heb ik naar de onfeilbaarheid gezocht, maar heb ze nergens gevonden". Dat de onfeilbaarheid van de paus in strijd is met de historie toonde von Hefele aan met het voorbeeld van paus Hono- rius 625638), over wie door paus Leo II de banvloek werd uitgesproken op grond van het feit, dat deze Honorius had gefaald inzake het Monotheletisme (het erkennen van één god-menselijke wil in Christus). De kritieke dag van het concilie was 18 juli. Reeds de vorige dag hadden de tegenstanders met goedkeuring Rome verlaten! Het resultaat van de eindstemming was dan ook, dat het dogma der pause lijke onfeilbaarheid met 533 tegen 2 stemmen door het concilie werd aan vaard conform de door kardinaal Paul Cullen, aartsbisschop van Dublin, gefor muleerde definitie. Achttien juli 1870 „Credo Roma- num Pontificem esse infallibilem" „Ik geloof, dat de paus van Rome on feilbaar is". Het concilie had uitgesproken, dat de paus onfeilbaar is in alle uitspraken, die hij betreffende geloof of zeden op officiële wijze ergo „ex cathedra" doet. Tevens werd erkend, dat de paus het volstrekte gezag in de r.k. kerk be lichaamt. Op de dag na deze zitting brak de Frans-Duitse oorlog uit. De strijd van generaal Giuseppe Garibaldi heeft er toe geleid, dat de stad Rome op 20 september 1870 werd ingenomen. Een decreet van de Italiaanse vorst Victor Emanuel II maakte op 9 oktober door inlijving bij Italië een einde aan de Kerkelijke Staat „Citta del Vaticano". Paus Pius IX, de bezielende en leiden de figuur van het Vaticaans Concilie trok zich als „de gevangene van het Vaticaan" terug in het paleis van Late- ranen. Deze politieke gebeurtenissen waren er de oorzaak van, dat het eerste Vati caans Concilie zonder officiële sluiting voortijdig moest worden afgebroken. Het dogma der pauselijke onfeilbaar heid werd vastgelegd in de constitutie „Pastor Aeternus" van 18 juli 1870. Met de afkondiging van het voor de Reformatie onaanvaardbare dogma der pauselijke onfeilbaarheid en het pause lijk primaat heeft het eerste Vaticaans Concilie de kloof ReformatieRome sterk vergroot. De Reformatie aan vaardt alleen de onfeilbaarheid der Schrift en verwerpt de onfeilbaarheid als ambtelijke vooropstelling in men sen totaal. De proclamatie van bedoeld dogma betekende een belangrijke stap verder op de contra-reformatorische weg, die de r.k. kerk te Trente is inge slagen. In geloofszaken ergo ook bij dogmata spreekt niet de Schrift het laatste woord bij Rome, maar spreekt het Woord Gods volgens Rome in de paus. Het leerstuk betreffende de lichamelijke ten hemelopneming van Maria (1 nov. 1950) heeft dit o.a. bewe zen. Intussen zijn er juist binnen de r.k. kerk zelf sinds het eerste Vati caanse Concilie verschillende vragen ten aanzien van gezagsbevoegdheden bin nen de r.k. kerk overgebleven. De vraag is herhaaldelijk gesteld: Heeft het in 1870 tot stand gekomen dogma het concilie niet overbodig gemaakt? Binnen de r.k. kerk leeft ook de vraag: Zijn er twee machtsinstanties t.w. de paus en het concilie enerzijds en de paus en de bisschoppen anderzijds? Het thans geldend r.k. kerkelijk recht (kerkelijk wetboek Codex Iuris Cano- nici, 1917) geeft mede tot dergelijke vragèn aanleiding. Canon 218 bepaalt „De paus van Rome heeft de hoogste en volledige rechtsmacht over heel de Kerk". In canon 228 echter wordt ge steld: „Het oecumenisch (deze term is bedoeld in analogie der vorige concilies en dus niet in het kader der zg, oecu menische beweging) concilie heeft de hoogste macht over heel de Kerk". Hoewel van r.k. zijde al allerlei po gingen zijn ondernomen om deze incon sequentie aannemelijk te maken, ver wacht men toch, dat het komende con cilie een afdoend antwoord op de ge- zagsvragen zal geven. Op het onlangs te Nijmegen gehouden congres verklaar de kardinaal Alfrink, dat het noodza kelijk is. dat het aanstaande concilie zonder het primaat aan te tasten en met handhaving van de onfeilbaarheid het ambt van de bisschoppen meer zal dienen te accentueren. De dogmati cus prof. Dr. Groot voegde hieraan toe „De kerk moet zowel persoonlijk als ook collegiaal worden geleid. Enerzijds de paus in zijn primaat, anderzijds de bisschoppen met de paus in hun colle gialiteit". GOES. In. de Grote Kerk te Goes wordt op zondag 24 juni om 9 uur een jeugddienst gehouden, waarin ds. W. Janssen zal spreken over het onderwerp „God, mijn naaste en mijn tong". AMERSFOORT. De actie Heb Fiet liaort eens, waitJrmee de Gereformeerde jeugdbond het ju bileumjaar Is Ni ge gaan tn tdie tot doel tieeft \de Bllopti© van het te beginnen endings jeugdwerk in het Mijdidenalfrikéia nsJe Ru a lid a heeft goede weerklank bij dffe jeugd gevonden. Zoals t?ericht kregen op He melvaartsdag* alle bondsdagbe zoekers jeen (gulden in «en zakje, met de bedoeling dat ®e daarmee zouden gteam woekeren. Ook die le den der verenigingen hebben een gulden ontvangen. De eerste reactie kwam vlak na de radïrouiitzending van de bondsdag. 'De presidente van de gerefoirmeerdte vrouwenbond die zojuist ren ia*ïtie voor ie«n zie kenhuis in het Parubagebied Pa- kistten had afgesloten aond on middellijk namens haan* kinderen een bedrag. Verder meldden zich verschil lende jongerengroepen elite niet zijn aangesloten bij de bond. Twee dagen na de bonidsdag schreef een jongen dat hij zijn gulden al had verdertigvoudigd. De stadsbeiaardier van Veere zal op het carillon van de raadhuistoren a.s. zaterdagavond van 89 uur het 3e zomeravond-beiaardconcert geven van dit seizoen. Ter ere van een gezelschap Engelsen, dat die avond in Veere te gast is zal een belangrijk deel van het programma zijn gewijd aan Engelse volksmelodieën. BAARN. Op zaterdag 30 juni wordt in de gereformeerde Wes- terkerk te Utrecht een dank- en herdenkingsdienst gehouden, om dat de stichting Evangelisch Her stel en Opbouw tien jaar bestaat als landelijke overkoepelende or ganisatie van het gereformeerde jeugdzorgwerk. Voorganger in die dienst is prof. dr. J. H. Ba- vinck. E.H. O. nam tien jaar geleden het werk over van de stichting De Jeugdhaven te Rot terdam, die als eerste instantie die zich met jeugdzorgwerk bezig hield in de eerste jaren na de oorlog, ook als landelijk orgaan functioneerde. Het jeugdzorgwerk, door E. H. en O. overkoepeld, behoort mee tot de be langrijkste facetten van het optreden GENÊVe (EPS) Op de agenda van West-Europa, Noord-Amerika, Mexico en het centraal comité van de Wereldraad va* kerken, dat van 7 tot 17 augustus te Parijs bijeenkomt, staan vyf aanvragen van het lidmaatschap van de wereld raad, alle afkomstig van kerken uit de SowjetuniéT De Letlandse lutherse kerk heeft 500.000 leden, 115 predikanten, 15 vicarissen en twintig theologische studenten in Riga. De Armeense apostolische kerk is ont staan in 301, telt vijf bisdommen in de Sowjetunie, verder de Armeense patri archaten van Contantinopel'en Jeruzalem en bisdommen in Perzië, India, Irak, Egypte, Griekenland, Bulgarije, Roemenië, Zuid-Amerika. Deze kerk geeft een leden tal van 4% miljoen op; daarvan wonen bijna anderhalf miljoen leden buiten de Sowjetunie. De Estlandse lutherse kerk deelt in de door aartsbisschop J. Kiivit (bekend uit Europese kerkelijke besprekingen) onder tekende aanvraag mee, 350.000 leden te hebben, 148 gemeenten, 114 predikanten en 27 vicarissen en'evangelisten. De Georgische orthodoxe kerk is vol gens de patriarch gesticht in de vierde eeuw, telt zeven bisschoppen, 105 pries ters, 80 parochies en vier kloosters- De Unie van evangelische christelijke baptisten in de Sowjetunie is ontstaan in 1867, heeft 545.000 leden, 5545 gemeenten met evenzoveel voorgangers en 32.270 evangelisten. De Synodale Raad van de Evangelisch Presbyteriaanse Kerk in de Afrikaanse staat Rwanda heeft het initiatief ge nomen tot het leggen van nau were contacten met enkele an dere protestantse kerken. De Raad heeft voorgesteld, dat An glicaans, Baptisten-, Methodis ten- en Presbyteriaanse kerken eikaars attestaties erkennen en wederkerig opgave doen van leden, die verhuizen naar het gebied van een andere kerk. Om te voorzien in het ernstig tekort aan geschoolde evange listen heeft de Synodale Raad ook besloten in september een eigen cursus te beginnen voor evangelisten. Een ontwerp voor deze eigen opleidingsschool is aan de Raad voorgelegd door de geref. zendingspredikant ds. C. M. Overdulve. De presbyteriaanse predikan ten worden sinds enige jaren opgeleid in de buurstaat Came- roen. In juli worden de eerste afgestudeerde theologen in dat land terugverwacht. ET nieuwe jaarboek van de Gere formeerde Kerken in Nederland biedt weer tal van (interessante bij zonderheden over deze kerkformatie. Het boek, uitstekend verzorgd door .druk kerij Oosterbaan en Le Cointre in Goes, geeft ook een lijst van in Nederland ver schijnende Gereformeerde kerkelijke bla den en kerkbodes. Het is leerzaam deze opsomming te lezen. Om maar direct niet commentaar te be ginnen: Na liet lezen van de talrijke na men van kerkbodes en kerkblaadjes en het zicli proberen in te denken hoeveel werk wekelijks moet worden verzet voor het vullen van deze verschijnselen vraagt men zicli met een tikkeltje toorn af hoe het te verantwoorden is dat niet alleen veel geld wordt besteed aan het vol sehryven en zetten en drukken van deze kerkblaadjes, maar dat bovendien men sen, die zich van Godswege geroepen achten tot de verkondiging van het heil des Heren, hun kostbare tijd onnodig be steden aan het sclirjjven van kerkbode- verhalen. Onder de talryke scribenten zün er, die met grote moeite elke week of elke veertien dagen bet kerkblaadje, waarvan zij eindredacteur of iets soort gelijks zijn, vullen, Men versta ons goed. Kerkbladen, kerkbodes en kerkelijke mededelingen bladen zijn nuttig en nodig. Wil een kerkeraad de leden van de gemeente doen medeleven, dan dienen de leden op de hoogte te worden gehouden met de gang van zaken op bet zogenaamd kerkelijk erf. Om dat doel te bereiken heeft men kerkbodes en kerkbladen in bet leven geroepen. Op deze wijze wordt o.a. voorkomen dat de zondagse kerk diensten beginnen met een uitzending van de plaatselijke kerkelijke nieuws dienst (kanselafkondigingen). Er is dus niets in te brengen tegen liet verschij nen van kerkbladen en -blaadjes. Al leen: Men moet matiging nastreven en dat gebeurt niet. Het schijnt van lie verlede mode te worden dar elke plaat selijke kerk en wellicht niet alleen bij de Gereformeerden, maar van die groep hebben wij nu bet lijstje bet nodig acht een eigen kerkelijk mede delingenblad uit te geven. De ene kerk laat liet door een bevriende drukker vervaardigen, de andere kerk heeft een stencilinrichting in de arm genomen. In de regel zijn het leden van de kerk, die onder de prijs moeten werken om een kerkblad te kunnen uitgeven. Op deze wijze betalen die broeders-drukkers en broeders-stencilafdraaiers een flink be drag extra aan „vrijwillige" bijdragen. Maar dat is nog het ergste niet. Erger is, dat een groot gedeelte van die kerk blaadjes beslist overbodig is. Men geeft provinciale kerkbodes uit, daarnaast ex ploiteert men meermalen classicale kerk bodes en om Re overdaad nog duidelijker knippen. Men kan dat laken, maar als dat knippen uit andere bladen ten goede komt aan de tijd, die aan huis- en zieken bezoek kan worden besteed, dan kunnen we er vrede mee hebben. Er wordt veel geklaagd over het peil van de kerkbodes. De verslagen van kerkelijke vergaderingen beantwoorden niet aan elementaire eisen eii verwekken dikwijls meer ergernis dan dat zij mede leven stimuleren. Tal van predikanten zijn volkomen ongeschikt voor het schrij ven van verslagen in kerkbodes. Dat mag men deze mensen niet kwalijk nemen. Hun kracht moet liggen in het preken, in het liuis- en ziekenbezoek doen, in het evangeliseren en in het catechiseren. Waarom deze mannen dan belast met het te demonstreren worden er dan ook nog plaatselijke kerkblaadjes verspreid. Wat een geknoei met tijd en met energie! Er zijn plaatselijke kerkblaadjes, die elke week of elke veertien dagen een medi tatie van een predikant bevatten. We twijfelen er wel eens aan of die meditaties worden gelezen, maar we zullen er nu niet over twisten. Er zijn mensen, die menen dat een kerkbode niet zonder meditatie kan. Behalve het plaatselijke kerkblaadje bevat echter ook de provin ciale en de classicale kerkbode een medi tatie en ten slotte kan men dergelijke pennevruchten dan nog aantreffen in de „grote" kerkelijke pers, die, naar men zegt, in elk kerkelijk meelevend gezin moet worden gelezen. De predikanten, want het zijn in de regel de dominees die de kerkbodes moeten vullen, moeten naast hun pastorale werk tijd besteden aan het schrijven van verhaaltjes voor het kerkblad. Er zijn er ook, die veel brouwen van verhaaltjes voor kerkbladen? Op elke twintig predikanten is er mis schien een, die er ietwat kaas van heeft gegeten. De anderen missen journalis tieke gaven en dat is helemaal niet erg, want op elke twintig journalisten zal men er misschien niet eens een vinden, die het talent bezit om op boeiende wijze catechisatie te geven. Het is de taak van een dominee om bet heil des Heren te verkondigen. Dat is de primaire taak van deze ambts drager. Daar hebben zij willen zij het goed doen hun handen meer dan vol aan. Er is' nog veel te evangeliseren in ons goede vaderland, enorm veel. De onkerkelijkheid neemt onrustbarend toe. Nu moet men niet proberen een vrome draai aan de ongewenste situatie te geven door te beweren, dat het schrijven in plaatselijke kerkblaadjes ook een buiten gewoon belangrijke pastorale taak is. Akkoord, mededelingen over bet plaat selijk kerkelijk leven moeten worden gedaan en een rubriek „pastoralia" of hoe men een dergelijk artikeltje ook wil noemen, mag niet Achterwege blijven. Wekelijks tachtig tot honderd regels schrijven kan wel, maar daar moet het ook bij blijven. Een paar concrete voorbeelden van wat naar onze mening tijdverknoeierij is. In Friesland verschijnt een Friese kerkbode in zes edities. Daarnaast komen echter in deze provincie nog veertien plaatselijke kerkblaadjes uit. Drente en Overijssel hebben samen een kerkblad, maar men heeft het gepresteerd daarenboven nog 21 plaatselijke en regionale kerkblaadjes te fokken. In Utrecht heeft men een provinciale kerkbode. Bovendien verslingeren ruim twaalf weleerwaarde heren hun kostbare tijd aan het verzorgen van een plaatse lijk of streekkerkblad. In Zeeland hebben de Gereformeerde Kerken een provinciale kerkbode. In tal van plaatsen echter komen aparte kerk blaadjes uit. In het jaarboekje worden er twaalf genoemd. In veel plaatselijke kerkblaadjes komen artikelen voor, die naar geest en inhoud duplikaten zijn van de beschouwingen, die in de grotere bladen staan. De vraag moet gesteld worden: Kan liet anders en beter? Dat kan zeker. Men moet dan eens ophouden met het uitgeven van plaatse lijke kerkblaadjes en per provincie, even tueel per classis (in grote provincies bij voorbeeld) een goed kerkblad gaan uit geven. In een dergelijk blad kan een pagina of meer worden bestemd voor het plaatselijke nieuws der kerken. Eventueel kan men enkele edities van liet betrok ken blad drukken. Dit hoeft nog niet te betekenen, dat men een overeenkomst aangaat met een landelijk kerkelijk blad; er zijn ook nog andere mogelijkheden, namelijk die van classicale en provin ciale kerkbladen. Deze bladen kunnen elke week verschijnen en de daarin op genomen gemeenteberichten kunnen een wezenlijke Jiekorting van de zondagse nieuwsdienst betekenen. De classicale en provinciale kerkbladen kunnen ook in een algemeen gedeelte ruimschoots aandacht besteden aan provinciale en regionale problemen. In het Jaarboek van de Geref. Kerken staat voor alle kerken in de classis Zut- phen slechts één kerkbode vernield, namelijk een classicale kerkbode. In dit kerkblad, dat wij onder ogen hebben gehad, staan wekelijks berichten uit alle gemeenten in de classis, waardoor het medeleven belangrijk wordt gestimuleerd. Aan de verzorging van het plaatselijk kerknieuws wordt in dat blad goede zorg besteed en men komt er de laatste tijd steeds minder irriterende kerkeraadsver- slagen e.d. in tegen. Ter verduidelijking: In een irriterend kerkeraadsverslag staat bijvoorbeeld, dat drie broeders der ge meente ter vergadering kwamen om enkele klachten toe te lichten, zonder dat die klachten worden vermeld, voorts dat over de jeugdverenigingen werd gespro ken, zonder dat nadere bijzonderheden worden gegeven en bijv. dat een broeder der gemeente toestemming krijgt op het orgel te oefenen, zonder de naam van deze man te vermelden. Ook liet domweg noemen van dep. art. zoveel is onzin. Wie gelooft, dat elk kerklid een gedrukt exemplaar van de kerkorde thuis heeft? Het is ruimteverspilling om in een kerke raadsverslag te vermelden, dat notulen zijn gelezen en goedgekeurd, dat de ver gadering werd geopend en gesloten, dat steunaanvragen werden behandeld, dat het persverslag werd gelezen en dat „nog enkele zaken" aan de orde kwamen. Dergelijke bewijzen van onbekwaam heid in liet pogen medeleven te wekken bij de gemeente moet men niet in «en kerkblad op schrift stellen. Er is in Nederland persvrijheid. Elke dominee en elke kerkeraad mag zijn eigen blaadje tot eer van God en mis schien een heel tikkeltje tot eigen glorie uitgeven, maar men mag de tijd niet verspillen, de energie niet onnodig ver snipperen en bovendien moet men zijn werk zo goed mogelijk doen. Op het gebied van kerkelijke voorlich ting en publiciteit is er met name in de Gereformeerde kerken nog wel het een en ander te verbeteren. van de Gereformeerde kerken naar bul ten. Door middel van zeer intensief jeugd- en volwassenenwerk neemt de kerk deel aan het leven van de ander. Vooral in de oude volkswijken van onze grote steden, in de industrie-centra en ook hier en daar op het platteland. E. H. O. heeft een zeer krachtige ontwikkeling doorgemaakt. Ruim veer tig plaatselijke stichtingen zijn bij E. H. O. aangesloten. Meer dan zestig ge reformeerde clubhuizen worden door de kerken geëxploiteerd,- waaraan een goe de honderdvijftig vaste krachten: predi kanten, jeugdleidsters en jeugdleiders, maatschappelijk werksters en vormings- leidsters verbonden zijn. Tot de taak van de landelijke stichting behoort o.a. het verstrekken van advie zen aan kerkelijke vergaderingen en. stichtingsbesturen bij de opzet en uit bouw van evangeliserend jeugdzorg- werk; het leiding geven bij bezinning, studie, opleiding, trainen en instructie van vaste krachten en vrijwilligers; het adviseren bij bouw en inrichten van clubhuizen; het helpen bij de ontwik keling van methodieken, die in het jeugdzorgwerk dienen te worden toege past; het verzorgen van subsidie-aan vragen bij overheidsinstanties enz. Ei genlijk te veel om op te noemen. De generale synode heeft enkele de- putaten benoemd, die als bestuursleden deelnemen aan het werk van de stich ting en heeft tevens een landelijke dia- konale kollekte uitgeschreven om dat deel van de kosten te bestrijden, dat niet door subsidie van de Rijksoverheid wordt gedekt. In zeer nauwe samenwerking met de- putaten voor de evangelisatie van de ge nerale synode groeit mede door het werk van E. H. O. een coördinatie en integratie van het geheel van het op treden der Gereformeerde kerken naar buiten. S.S.K.-ACTIE Hoewel een belangrijk deel van de kosten van het jeugdzorgwerk door de overheid gedragen wordt het werk is van grote maatschappelijke beteke nis is grote krachtsinspanning ter plaatse waar het werk verricht wordt, vereist om de gelden van jaar tot jaar bijeen te brengen. Het totale uitgavencijfer van de lan delijke en de plaatselijke stichtingen tezamen ligt hoger dan het totale uit gavencijfer voor het zendingswerk van onze kerken. De laatst gehouden generale synode heeft, vooral ten behoeve van het jeugd zorgwerk, aan de stichting Steun Kerk bouw verzocht ook de gebouwen in de evangelisatie-sector te betrekken in de steunverlening. Het is niet onmogelijk dat een extra- beroep op onze kerken gedaan zal moe ten worden om aan dit verzoek van de generale synode te voldoen. Het spreekt vanzelf dat er bij het 10- jarig bestaan van E. H O. reden is om in dankdienst samen te komen. De besturen, de leidsters en leiders vas te krachten en vrijwilligers zij weten zich allen één in het streven het Evan gelie van Jezus' Koninkrijk door woord en daad te doen zien en beleven onder dat deel van ons volk dat aan het Evan gelie is vreemd geworden. In de middag van de lustrum-dag zul len, eveneens in Utrecht in het N.V.- huis Oude Gracht, alle besturen en wer kers samenkomen om in ernst en luim hun dankbaarheid voor Gods zegen ge durende zovele jaren te mogen beleven. Oud-jeugdzorgmedewerkers, die geen uitnodiging ontvangen hebben en toch gaarne de lustrumviering willen bijwo nen, kunnen zich wenden tot het bureau van E. H. O., Rutgers van Rozen- burglaan 4, Baarn. EINDHOVEN Een groep studenten van de technische hogeschool te Eind hoven, leden van de reformatorische stu dentenvereniging SSR, is te gast geweest in de praemonstratenzer abdij van Werne te Heeswijk- Zondagmorgen woonden zij in de kapel van deze „witheren" ook wel Norber tijnen genoemd de mis bij. 's Middags was er in die kapel een gereformeerde kerkdienst, die door verscheidene paters werd bijgewoond. Na afloop van deze dienst was er een geanimeerde discussie. De excursie stond onder leiding van de gereformeerde studentenpredikant ds. A. T. Besselaar. GOES. De Vereniging van Onderwij zers in Zuid- en Noord-Beveland heeft vrijdag in het Schuttershof de 124e al gemene vergadering gehouden. In het bestuur werden herkozen de heren J. Glerum en F. J. A. L. Visser. In de vacature in het bestuur van de heer Van Elsacker werd gekozen de heer F. J. Harinck uit Wilhelminadorp. De heer H. Arend.se uit Hoedekenskerke ver toonde vervolgens dia's van het leven in de Verenigde Staten. Na een ge meenschappelijke koffiemaaltijd hield de heer Jac. Lootsma, voorzitter van de Nederlandse Onderwijzers Vereniging, een lezing getiteld „Nieuwe beheers vorm bij het Openbaar Onderwijs". GOES. Op 73-jarige leeftijd is in Goes overleden de heer J. Boer. De heer Boer is tal van jaren ouderling van de Gereformeerde kerk in zijn woonplaats geweest en verrichtte zijn werk met grote ijver en plichtsbetrach ting. Tijdens .een predikantsvacature was hij bovendien voorzitter van de kerkeraad. De laatste tijd verbleef hij in het bejaardentehuis van de Geref. kerk. Hij was in de kring der bejaar den een zeer geziene persoonlijkheid en het bleek dat de heer Boer hoewel geen ambtsdrager meer zich bijzon der interesseerde voor het geestelijk le ven van zijn medebewoners. Be leden van het Hervormd Kerk koor uit Drcisclior hebben dezer dagen een bezoek gebracht aan de Koninklij ke Nederlandse Glasfabrieken Kristal te Leerdam. Na de rondleiding door het glasbedrijf werd nog een bezoek gebracht aan het glasmuseum in de zelfde plaats. Daarna werd weer in de bus gestapt en naar Voorburg gereden en een bezoek gebracht aan de on langs uit Dreischor vertrokken predi kant, ds. G. H. Duyvendak. De heer W Kootstra is tot ouder ling benoemd in de Nederlandse Her vormde kerik te Waarde De afdeling Veere van de NCVB hield een maandelijkse vergadering on der leiding van presidente mevr. Van Wallenburg-de Jager. De heer Van El ven te Wissenkerke sprak over „De va der in 't gezin".

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1962 | | pagina 6