De arbeider
steeds meer status
de kortste waterweg tussen
Nederland
middengebied van Benelux
Noordbrabant geeft rapport uit:
De leemte moet worden opgevuld
Zaterdag 23 juni 1962 ZEEUWSCH DAGBLAD Pag. II
„Keurige man" licht
reisbureaus op
TWEE ARBEIDERS
OMGEKOMEN IN
STROOM BETON
Melkhandel ivil
flatkastjes
Zwaarder
Omhoog
Kennis
ELSEVIER DEED
WEL VAAG
Dat tientje
Nieuiv onderzoek naar
verkeersveiligheid
<"LMINA KANAAL
TILBUR6
EINDHOVEN
SCHOf
TURNHOUT
Tot de status van de moderne arbei
der behoort ook zijn uiterlijke verschij
ning. Hü werkt niet dikwijls meer in
opgelapte, afgedragen kleren zoals deze
stenen bikkers anno 1910. De tegenwoor
dige arbeider gaat in doeltreffende kle-
Ten naar zijn (vaak) schone werk. Daar
draagt hij een overal of een smetteloos
witte stofjas.
Bij de openbaar
making van het rap
port, waaraan ruim
vier jaar is gewerkt,
gaf de commissaris
een behartigens
waardige beschou
wing door het ver
keersprobleem rui
mer te stellen: „In
het middengebied
van Benelux dat
met drie en een
half miljoen men
sen een belang
rijk gebied is, lopen
de verbindingslijnen
bijna allemaal oost
west. In elk geval
is er geen enkele,
die het gebied ge
heel doorkruist. Dat
zou nog niet zo erg
zijn als het alleen
om waterwegen ging.
Het geldt echter ook
voor de land- en
spoorwegen".
BALANS
Mr. Kortmann somt
op: „Er liggen vijf
spoorwegen van
noord naar zuid. Die
tussen Roosendaal
en Antwerpen is
modem en wordt
frequent bereden.
Die van Maastricht
naar Luik wordt ma
tig gebruikt. De
overige drie hebben
geen betekenis in
vredestijd. Ik betreur het, dat door
deze toestand het aaneengroeien van
De geblokte streep midden op deze kaart geeft de plaats aan waar het Postelkanaal zou moeten komen.
NIEMAND is veilig voor dit als
titel genoemde vérschijnsel,
maar de vorm waarin het
zich voordoet, is even ver
scheiden als de angsten, de nood,
de ergernis of begeerte, waaruit
de obsessie wordt geboren. De
verdwaalde reiziger in de woestijn
wordt achtervolgd door de gedach
te aan een schuimend glas bier,
de ongelukkige slachtoffers van
een Nederlands voorjaar door vi
sioenen van een zondoorstoofd
strand, de ouderen herinneren zich
nog het dwangbeeld van goud
bruin, in de braadpan krullend
spek, dat hen in de hongerwinter
kwelde, de examinandus wordt tot
in de slaap besprongen door grim
mige, sarcastisch lachende exa
minatorentronies, terwijl zich om
hem heen als een vijandige leger
macht alle niet geweten kennis sa
mentrekt en hem bekogelt met on
beantwoordbare vragen: een ob
sessie is als een voortdurende, af
mattende belegering het is ook
eigenlijk een .belegering, want dat
is de betekenis van het woord
„obsessie" in het Latijn.
Aanval en verdediging zijn
steeds wisselend van kracht ge
weest in dè krijgsgeschiedenis. De
middeleeuwer was tamelijk veilig
achter zijn burchtmuren, totdat na
de uitvinding van het buskruit de
kanonskogels deze in puin legden;
aarden vestingwallen brachten
weer een soort evenwicht, evenals
de loopgravenoorlog van 1914-'18
op zijn bijna niet veranderde front.
Tanks en luchtaanvallen brachten,
zoals uit de veel beweeglijker
tweede wereldoorlog bleek, het
voordeel weer aan de zijde van de
aanvaller, en tegenwoordig, sedert
Hirosjima, is de mensheid vervuld
van een voortdurende angst, om
dat zij weet nergens meer veilig
te zijn, een angst, die de collectie
ve obsessie onzer generatie is ge
worden.
WIE rondloopt door de meer dan
drieduizend jaar geleden ge
bouwde burchten uit de oudste
Griekse beschavingsperiode zo
als de burcht van Mycene kan
zich niet voorstellen, dat deze ooit
zijn ingenomen. Geweldige, nog
nauwelijks op maat gehouwen
steenblokken vormen meters dikke
muren, die dfe toch al zo gunstig
gekozen steilten, waarop ze wer
den gebouwd, ontoegankelijk
maakten. Glooiende wegen langs
de rotswand aangelegd, zo, dat
een aanvallend leger over de hele
lengte van de helling aan de af
weer van de burchtbewoners bloot
stond, waren de enige toegang;
daar, waar deze weg, na een hoek
van negentig graden gemaakt te
hebben, op gelijke hoogte met de
bodem van de vesting de muur
passeerde, stonden zware torens,
die de enkele meters brede ingang
flankeerden en de zware poortdeu
ren beschermden.
In het inwendige waren grote, in
de grond uitgediepte voorraadka
mers, en een tweede, even zware
ommuring omgaf de Woning van
de burchtheer. En toch zijn deze
burchten gevallen hoe, is onbe
kend. Verwoesting door de vijand
tijdens het beleg is bij de stand
van de techniek dier dagen niet
waarschijnlijk; meer kans bood
uithongering, want deze op geïso
leerde hoogten gebouwde sterkten
konden door een flinke legermacht
van de buitenwereld werden afge
sneden, mits deze onophoudelijk
op zijn qui-vive bleef voor uitval
len of sluipconvooien. Niet voor
niets duurt in de sage het beleg van
Troje tien jaar en toen moest het
nog door de list van het houten
paard worden genomen.
OOK in de beter bekende perio
de van de Griekse geschiede
nis horen we maar zelden van
een gelukte bestorming; behalve
honger is bij de val van een cita
del of ommuurde stad dan ook
vaak verraad van binnen uit in
het spel; meestal waren er ver
schillende partijen in de stad, die
de onderlinge strijd boven de ge
meenschappelijke belangen stel
den. Toen de grootste landmacht
van Griekenland, Sparta, op het
eind van de vijfde eeuw v. Chr. in
oorlog was met Athene, heeft het
nooit een bestorming van de stad
gewaagd. Uithongering door een
blokkade te land was niet moge
lijk, want de muren hadden twee
uitlopers naar de goed versterkte
havenstad Piraeus, zodat aan
voer over zee mogelijk bleef. Zo
moest Sparta zijn toevlucht nemen
tot een afsluiting van de zeewegen
en met hulp van Perzië vloten
gaan bouwen om na een jarenlan
ge worsteling de heerschappij ter
zee te verkrijgen en de Atheners
door de honger te demoraliseren.
cpOCH kende men al bestormin-
gen met ladders en stormram
men, maar deze hadden niet vaak
succes; meer bereikte men met
brandstichting en in 424 v. Chr.
horen we zelfs al van een soort
vlammenwerper, bij het beleg van
Delion. Ze maakten een soort pijp
door twee overlangs uitgeholde
balken op elkaar te bevestigen;
aan het ene uiteinde hingen ze
een grote vuurpan met smeulende
kolen, zwavel en pek, waarin een
ijzeren pijp uitkwam, die in de
uitholling van de balken paste.
Aan het andere uiteinde waren
grote blaasbalgen bevestigd en het
hele geval werd op wagens naar
de muur gereden, waar deze voof
een groot deel uit hout en vlecht
werk bestond. De blaasbalgen joe
gen lucht in de vuurpan en een
grote vlam werd daaruit tegen de
muur geblazen, die in brand raak
te en niet meer te verdedigen was.
Maar het is slechts als een cu
riositeit opgetekend en kon alleen
maar succes hebben bij een muur,
die niet overal uit zware stenen
bestond. Toch zien we uit dit voor
beeld, hoe inventief de Grieken
ook op dit terrein waren en in de
volgende, de vierde eeuw horen
we van het optreden van vernufti
ge belegeringswerktuigen, die van
meer algemeen belang waren en
tot lang in de geschiedenis de eni
ge bleven.
de gebieden aan weerskanten van de
grens bemoeilijkt blijft.
Doorgaande busverbindingen van
noord naar zuid behoren ook tot de
uitzonderingen. Bijna alle busverbin
dingen houden op aan de grens. Daar
moeten de reizigers nieuwe kaartjes
kopen in een andere valuta. De ver
bindingen sluiten wel min of meer op
elkaar aan. In elk geval verzorgen de
bussen niet een verkeer, zoals men dat
tussen twee grote bevolkingscentra zou
verwachten. De bussen worden bij de
grens steeds leger.
In het middengebied van Benelux
is er eigenlijk niet één moderne
verkeersweg. Het best is nog de weg
van Breda naar Antwerpen. Toch is
die slechts opgelapt en hij kan niet
modern worden genoemd. Er zijn wel
tekeningen van andere verbindingen,
maar er zijn geen wegen. Van de weg
E3 is op Nederlands gebied een klein
stuk in aanleg. In België zijn er al
leen nog maar plannen voor.
Over de waterwegen kan ik zeker
niet optimistischer zijn. Er zijn aan
weerskanten van de grens kanalen
voor schepen van 450 tot 600 ton. Zij
hebben vrij veel sluizen, waardoor de
ze vaarwegen niet aan de moderne
eisen voldoen. De poging van het pro
vinciale bestuiur van Noordbrabant om
ten noorden en ten zuiden van de
grens een waterverbinding te maken,
is bedoeld om in een lacune verbete
ring te brengen".
BELGISCH IDEE
Uit het rapport blijkt, dat het idee
van dit kanaal stamt uit de Belgische
Kempen. Aan de andere kant van de
grens vond het zoveel weerklank, dat
er een uitvoerige studie uit voortvloei
de. Tal van besprekingen waren er ook
al tevoren over gevoerd in de abdij
van Postel. Vandaar de naam, ook
omdat deze plaats lang geleden een
belangrijk economisch en cultureel
centrum was.
Voor de noodzaak van het kanaal
gelden in het bijzonder deze motie
ven:
1. Het „middengebied" heeft een
sterke bevolkingstoeneming, ter
wijl er een zekere eenzijdigheid is in
de structuur van de economie, vooral
rondom Tilburg en Turnhout. Er is be
hoefte aan industrieën, die vervoer te
water nodig hebben.
2. De „doorgaande" vaart zal er veel
profijt van trekken. De vaarweg
van Luik naar Rotterdam via het
Postelkanaal zal tweehonderd kilome
ter worden en tien sluizen bevatten.
De huidige verbindingen via de
Maas of via de Zuid-Willemsvaart
zijn respectievelijk 285 km en 225 km
lang met dertien tot 22 sluizen. De
tijdwinst met de nieuwe vaarweg zal
vijftien tot tien uren bedragen.
OOK GROTER
Het Postelkanaal is gedacht voor
schepen tot zeshonderd ton. De drie
erin geprojecteerde sluizen zijn bere
kend op schepen van 1350 ton. De Ne
derlandse en Belgische kanalen,
waartussen de nieuwe vaarweg moet
komen, zijn opgenomen in nationale
schema's om ook tot die grotere maait
te worden verruimd.
Omtrent de wijze van uitvoering zei
commissaris Kortmann: „Natuurlijk
hebben wij bepaalde verwachtingen.
Het is voorlopig de bedoeling, dat het
initiatief blijft in handen van de pro
vincie Noordbrabant. Wij hopen voor
de financiering te kunnen rekenen op
de staten aan weerszijden van de
grens, terwijl wij eveneens denken
aan mede-financiering door de streek.
Voorlopig wachten wij de reacties af
van de hogere autoriteiten. Het ver
slag is toegestuurd aan de minister
van verkeer en waterstaat, want er
zal wel fiat van hogeraf nodig zijn".
Van onze Amsterdamse redactie
AMSTERDAM. Een 25-jarige
Engels sprekende man, die zich met
een waarschijnlijk vals paspoort
legitimeerde als Anthony Clare, heeft
een Amsterdams reisbureau opgelicht.
De politie vermoedt dat de zelfde
man in verschillende landen bij tal
van reisbureaus opereert. Hij zou zich
daarbij steeds van een zelfde ver
haal bedienen. De recherche van het
bureau Singel heeft daarom Interpol
gewaarschuwd.
De man diende zich maandagmid
dag bij het reisbureau Cook aan. Hij
toonde zicb zeer gebelgd over de ser
vice van Cook. In Casablanca zou hij
reischeques met een waarde van zes
honderd dollar hebben verloren. Dat
geld had hij nog steeds niet terugge
kregen.
Onbekend
De heer „Clarc", een keurig ge
klede man, vroeg daarom of de kas
sier hem terwille wilde zijn en een
cheque van 490 gulden van een bank
in Vancouver wilde verzilveren. De
man kreeg het geld en verdween.
Later bleek hij bij de bank in
kwestie onbekend. Toen het reisbu
reau gisteren bovendien nog door het
hoofdkantoor in Londen werd gewaar
schuwd voor de buitenlander, werd
de politie in de arm genomen.
De man blijkt elders in het land
ook al een bureau van American Ex
press te hebben benadeeld.
LONDEN. Vier arbeiders
raakten gisteren bij Masterton, in
Schotland, bedolven onder honder
den tonnen beton, toen daar een
viaduct in aanbouw instortte. Twee
van hen werden gedood, de andere
twee mannen raakten gewond.
Het viaduct werd aan de noordelij
ke oever van de Forth gebouwd, als
onderdeel van een toegangsweg naar
een nieuwe brug.
Het bouwsel rustte op een Bailey
brug die later verwijderd zou wor
den. Het gevaarte van gewapend be
ton knakte precies doormidden en zak
te toen met donderend geraas door
het stalen geraamte waar het op lag.
Reddingsploegen wisten de twee
overlevenden na twee uur hard wer
ken te bevrijden.
DEN HAAG. Het bedrijfsschap voor
de detailhandel in melk en zuivelpro-
dukten vindt het wenselijk dat in nieu
we hoogbouwwoningen boodschappen-
kastjes, huistelefooninstallaties, en perso
nenliften worden aangebracht. De melk-
bezorging kan hierdoor worden ver
licht.
Het bedrijfsschap zal bij het ministerie
van volkshuisvesting en bouwnijverheid
pleiten voor dergelijke voorzieningen.
Aan woningbouwverenigingen zal wor
den gevraagd deze voorzieningen aan te
brengen in de bestaande hoogbouw.
Voorstellen hiertoe zijn onlangs ge
daan in een rapport „Mogelijkheden tot
vermindering der arbeidsbelasting bij
het bezorgen van melk in de hoge
bouw". Het was in opdracht van het be
drijfsschap opgesteld door het Neder
lands instituut voor preventieve genees
kunde.
GELD
IS
OOK
POSTELKANAAL
m jm wm mmh a B. Jü BBBB HIHBi w Hoeveel kan er in vijftig jaren veranderen! De
^B 4r E9K J&Al W arbeider had in het begin van deze eeuw nog geen
■BH B ff Mm B B B B status in zijn beroep. Hij had amper goede kleren, zo
B B B B B m B I BBI J B althans werk had. De straten waarin hij woohde
m B B B HBB B B B R3BI BBiBi B en leefde, zoals deze in 1940 weggevaagde Leeuwen-
ÊmggBEÊk B B B B H B B B^^L B straat in Rotterdam, waren vaak niet veel meer dan
J m B B B B BB BBBB B grauwe stegen met uitgewoonde krotten. Tegenwoordig
M K—BB B B B wil de arbeider wiens werk een heroep is gewoTden,
B m ■■H BBBBI B Bk m in een net huis wonen, goed gemeubileerd en voor-
M zien van televisie.
V»n een onzer verslaggevers
G RONINGEN Economen, rijks-
bemiddelaars en leden van de
Sociaal-Economische Raad discus
siëren over lonen alsof het alleen
daarom is begonnen in het tegen
woordige leven. Zij praten over
de factor arbeid. Zo niet de socio
loog. Hij beschouwt de arbeidende
mens. wetend dat deze anno 1962
aan veel meer dingen dan alleen
aan het pure geld waarde hechit.
Ook de arbeider
heeft een status
gekregen, in zijn
beroep. Daarom
zegt prof. dr. P. J.
Bouman eerst
economie gestu
deerd, nu hoog
leraar in de so-
Ptof. Bouman ciologie in Gro
ningen „Na
tuurlijk, het loon blijft belangrijk,
maar het geeft toch niet altijd de
doorslag. Het kan ook niet in alle
gevallen de zaak redden als het
gaat om het behouden van men
sen in een bepaald beroep of voor
een bedrijf".
Van onze scheepvaartredacteur
TVEN BOSCH. Postelkanaal is de naam van een nieuwe vaarweg, die het provinciale bestuur
La van Noordbrabant propageert. Het kanaal moet het Wilhelminakanaal en het kanaal van
Dessel naar Schoten in de Belgische Kempen met elkaar gaan verbinden. Het doorsnijdt van noord
naar zuid wat het rapport noemt „het middengebied van Benelux".
De status in het arbeidersberoep is een probleem dat intern in de
bedrijven speelt. Niet voor niets is het Centraal sociaal werkgevers ver
bond al bezig met een studie over de verschuivingen onder de groepen
arbeiders. Wat nu geleidelijk aan aan de gang is, is de verburgerlijking
van de massa. Simpel gezegd: Het gaat om de overgang van „het baantje"
naar een soort „positie".
De arbeider is uit de collectiviteit
gestapt en heeft een verhoogd zelfbe
wustzijn gekregen. AL hem wordt ge
vraagd: „Wat ben je?", zal hij niet
antwoorden: „Arbeider". Hij zal zijn
beroep noemen en daarbij zijn voor
liefde voor mooie, grote namen de
vrije loop laten. Ten slotte: Klinkt
het niet goed als een vrouw kan zeg
gen: „Mijn man is operator?"
Zo is het over de hele linie gegaan.
Het woord klerk is een bijna onbe
kend begrip geworden. De dienstbode
(en nog vroeger „de meid") is, voor
zover nog voorradig, ingeruild voor
de Hulp in de huishouding.
Prof. Bouman ziet het zo: „Eerst is
de politieke democratie uitgevochten,
bekroond met de invoering van het
algemeen kiesrecht in 1917. Daarna
is de strijd om een soort sociale de
mocratie begonnen". Er kwamen be
grippen bij te pas die steeds belang
rijker werden, zoals vrije tijd, vakan-
tievoorwaarden, sociale verzekering,
verzorging in de bedrijven met kanti
nes, douches en zo meer.
De hoogleraar meent daarom:
„Naarmate de loonpolitiek van de re
gering strakker is geworden, zijn de
zogenaamde secundaire arbeidsvoor
waarden zwaarder gaan wegen. Om
diezelfde reden zullen de successen
op psychologisch terrein groter wor
den. Denk eens aan de weekloners
die nu eens per maand met htm ver
diende guldens naar huis gaan. Dat
is een symptoom!"
Wie zichzelf duidelijker wil zien
moet maar eens in de spiegel kijken
die Amerika heet. „Natuurlijk", be
toogt de socioloog Bouman, „men is
daar hoger begonnen, er is minder
verbittering geweest dan hier en men
is er nu veel verder."
Laten we ons echter niet verkijken.
Wat daar is gebeurd, is hier ook aan
de gang, zij het later. Wat voor de
Amerikaanse arbeider de tweede
handse auto is, is hier de bromfiets,
de scooter of motor, en soms ook al
de Deux Chevaux. De arbeidersfiets
anno 1900 was een wrak karretje. Nu
gaan de arbeiders op glanzende brom
mers naar hun werk. Zij zoeken er
hun prestige op, zoals de Italiaan dat
doet op zijn scooter. Het gaat dus
niet alleen om de gebruikswaarde
van brommer, scooter of auto, maar
misschien nog meer om de gevoelens
van eigenwaarde die zij opwekken.
Hetzelfde geldt voor de permanent
van het fabrieksmeisje, de kleurige
jasschort van het kapstertje, de smet
teloos witte overal van menige man
achter een schone machine.
De moderne arbeidersmassa is met
alleen uitgestegen boven het biologi
sche bestaansminimum, maar heeft
tegelijk haar ambities mee omhoog
getrokken. Zij heeft haar eigen status
gekregen en eist die nu ook op voor
haar kinderen.
Denk aan het onderwijs en aan het
begrip „opleiding" dat een mode
woord is geworden. Meer nog; het is
een statussymbool voor de ouders.
De geschoolde arbeider neemt geen
genoegen meer met alleen een lagere
school voor zijn zoon of dochter. Zij
moeten méér, verder. Ook hier dus
weer de dubbele functie: het onder
wijs zelf en de psychologische gevol
gen ervan.
„Een bedrijf dat deze dingen uit het
oog verliest, raakt achterop." Ook dit
is een uitspraak die prof. Bouman in
volle ernst, met de wijsvinger waar
schuwend geheven, doet. „Kijk maar
naar onze landbouw. De massale uit
tocht van de landarbeiders is niet in
de eerste plaats een kwestie van de
lonen, maar van de psychologie."
De grote mannen in de havens van
Amsterdam en Rotterdam hebben het
goed begrepen. Zij stichten haven
vakscholen om het beroep van de ha
venarbeider op te tillen aan nieuwe be
namingen. Wie wil er nog „bootwer
ker" zijn? Dat woord is niet meer te
verkopen. Wel: „haventechnicus."
In de havens en in de fabrieken
gaat het niet meer alleen om hrute
kracht zoals vroeger, maar om ken
nis en machines. De mens wil 'geen
ruw, zwaar en vuil werk meer. De
machine geeft immers schone arbeid
en prestige tegelijk. Dit is geen iabo-
ratorium-psychologie, maar sociale
psychologie van de mens in de sa
menleving.
In Amerika is de afstand tussen de
lonen van de verschillende groepen
werkers al bijna verdwenen. Een
metselaar verdient er soms meer
dan een leraar. De laatste heeft wel
meer status, maar hij moet er dan
ook financieel voor bloeden.
Prof. Bouman vertelt per se geen
sprookjes als hij zegt: „Hetzelfde is
hier ook al aan de gang. Een ge
schoolde machinebankwerker ver
dient hetzelfde als een jongeman met
H.B.S.-diploma ergens op een kan
toor. Vijftig jaar geleden ontving de
Prof. De Quay:
Van onze Haagse redactie
DEN HAAG Uit het hoofdartikel
in Elseviers Weekblad onder de titel
Het Verraad zou inderdaad kunnen
kunnen worden afgeleid dat de schrij
ver heeft willen suggereren, dat de
justitie bekend is met de feiten die in
het artikel worden genoemd.
Aldus antwoordt premier De Quay,
mede namens de ministers Luns en
Beerman op vragen van het Tweede
Kamerlid mr. J. W. A. Burger (soc.).
De minister-president zegt verder, dat
het enigszins vaag gestelde beweringen
zijn, die niet door concrete aanwijzingen
worden gestaafd. Artikelen als het on
derhavige kunnen op zichzelf geen aan
leiding vormen tot ingrijpen door het
openbaar ministerie.
De minister-president zegt van me
ning te zijn in overeenstemming met
de minister van justitie dat aan de
mogelijkheden tot repressief ingrijpen,
zoals in het Wetboek van strafrecht
neergelegd, geen nieuwe middelen be
hoeven te worden toegevoegd.
laatste drie tot vijf maal zoveel als de
eerste.
Een goede glasblazer of een prima
machinist op een dragline („Kerels
die zo op het blote oog een, groot ter
rein spiegelglad kunnen maken"),
gaan iedere week met honderddertig
gulden schoon naar huis. Vroeger
werd lichaamskracht laag betaald, de
vakkennis later bracht ai wat meer
op, en nu gaat het dan voor een deel
al om de zorg voor de machines.
Vier, vijf mannen bedienen soms
een machinepark of installaties die
miljoenen hebben gekost. Zo is het
ook het gevoel voor verantwoordelijk
heid dat wordt betaald. Het is het
nieuwe begrip voor de nieuwe, moder
ne arbeider. Ogenschijnlijk werkt hij
niet, en vuil worden doet hij ook niet
van het kijken naar en het indrukken
van knoppen. Zo kan een Fransman
tot de uitspraak komen: „Ik zou me
een type arbeider kunnen voorstellen,
dat in smoking door een fabriek wan
delt".
(iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
„Neen", zegt prof. Bouman, „ik
weet het zo net nog niet. Als een ar
beider zou mogen kiezen tussen een
baan ais mijnwerker voor 120 gulden
in de week of werk in een schone
chémische fabriek voor een tientje
minder, dan kon het best eens zijn
dat hij het laatste zou kiezen."
„Daarom", en dit is zijn tweede
waarschuwing, „een beroep als dat
van vuilnisman redt men niet met
een paar tientjes meer aan loon. Ook
de landarbeiders blijven daardoor
niet op de akkers. Zij zullen dat wèl
doen met opleiding, machines en ti
tels. Het is toch op zijn minst opval
lend, dat uit goed betaalde beroepen
(mijnwerker, havenarbeider, huishou
delijke hulp) een uittocht aan de gang
is!"
Als om zijn gedachten af te ronden,
constateert de Groningse hoogleraar:
„Alleen de acht grootste en modern
ste bedrijven in Nederland hebben de
ze problemen doorzien. Zij hebben
personeels- en sociale afdelingen
waaraan knappe koppen meewerken,
mensen met inzicht in psychologie en
sociologie, met gevoel voor de waar
de van een goede opleiding. Zij we
ten precies wat zij doen. De rest van
de Nederlandse werkgevers volgt hen
aarzelend, zonder overtuiging en zon
der voldoende kennis van zaken."
Van onze Haagse redactie
DEN HAAG. Binnenkort zal worden
opgericht de Stichting Wetenschappelijk
Onderzoek Verkeersveiligheid. Die
stichting zal moeten onderzoeken of be
paalde wettelijke maatregelen op het
aanbrengen van verkeersvoorzieningen
Kunnen worden genomen. Een belang
rijk punt van onderzoek kan bestaan uit
het nagaan van de verscheidene types
van verkeersongelukken. Daarvan weet
men in Nederland nog zeer weinig.
Behalve de overheid nemen in de
stichting deel: de A.N.W.B., de Ko
ninklijke Nederlandse Maatschappij ter
bevordering van de Geneeskunst en de
Vereniging van Auto Assuradeuren.
De regering heeft om de onkosten van
het eerste werkjaar te bestrijden hon
derdduizend gulden beschikbaar gesteld;
de A.N.W.B. en de autoverzekeraars
hebben ieder vijftigduizend gulden gege
ven.
De A.N.W.B. heeft het initiatief tot
het oprichten van de stichting genomen.
In 1948 drong de hond al aan op een we
tenschappelijk onderzoek naar de ver
keersveiligheid. Pas twee jaar geleden
ondervond ze belangstelling voor deze
gedachte.
In Engeland bestaat al enige jaren een
goed werkend onderzoeklaboratorium.
Vandaag is daar een rapport over gepubliceerd. Op papier ziet dit plan er bijzonder eenvoudig uit. Het
behelst de kortst mogelijke waterverbinding tussen de Belgische en Nederlandse vaarwegen. De kosten van dit
34 km lange kanaal zijn begroot op rond dertig miljoen gulden. „Niet een bedrag om van achterover te
vallen", vindt de commissaris der Koningin mr. dr. C. N. M. Kortmann.