De arbeider steeds meer status de kortste waterweg tussen Nederland middengebied van Benelux Noordbrabant geeft rapport uit: De leemte moet worden opgevuld Zaterdag 23 juni 1962 ZEEUWSCH DAGBLAD Pag. II „Keurige man" licht reisbureaus op TWEE ARBEIDERS OMGEKOMEN IN STROOM BETON Melkhandel ivil flatkastjes Zwaarder Omhoog Kennis ELSEVIER DEED WEL VAAG Dat tientje Nieuiv onderzoek naar verkeersveiligheid <"LMINA KANAAL TILBUR6 EINDHOVEN SCHOf TURNHOUT Tot de status van de moderne arbei der behoort ook zijn uiterlijke verschij ning. Hü werkt niet dikwijls meer in opgelapte, afgedragen kleren zoals deze stenen bikkers anno 1910. De tegenwoor dige arbeider gaat in doeltreffende kle- Ten naar zijn (vaak) schone werk. Daar draagt hij een overal of een smetteloos witte stofjas. Bij de openbaar making van het rap port, waaraan ruim vier jaar is gewerkt, gaf de commissaris een behartigens waardige beschou wing door het ver keersprobleem rui mer te stellen: „In het middengebied van Benelux dat met drie en een half miljoen men sen een belang rijk gebied is, lopen de verbindingslijnen bijna allemaal oost west. In elk geval is er geen enkele, die het gebied ge heel doorkruist. Dat zou nog niet zo erg zijn als het alleen om waterwegen ging. Het geldt echter ook voor de land- en spoorwegen". BALANS Mr. Kortmann somt op: „Er liggen vijf spoorwegen van noord naar zuid. Die tussen Roosendaal en Antwerpen is modem en wordt frequent bereden. Die van Maastricht naar Luik wordt ma tig gebruikt. De overige drie hebben geen betekenis in vredestijd. Ik betreur het, dat door deze toestand het aaneengroeien van De geblokte streep midden op deze kaart geeft de plaats aan waar het Postelkanaal zou moeten komen. NIEMAND is veilig voor dit als titel genoemde vérschijnsel, maar de vorm waarin het zich voordoet, is even ver scheiden als de angsten, de nood, de ergernis of begeerte, waaruit de obsessie wordt geboren. De verdwaalde reiziger in de woestijn wordt achtervolgd door de gedach te aan een schuimend glas bier, de ongelukkige slachtoffers van een Nederlands voorjaar door vi sioenen van een zondoorstoofd strand, de ouderen herinneren zich nog het dwangbeeld van goud bruin, in de braadpan krullend spek, dat hen in de hongerwinter kwelde, de examinandus wordt tot in de slaap besprongen door grim mige, sarcastisch lachende exa minatorentronies, terwijl zich om hem heen als een vijandige leger macht alle niet geweten kennis sa mentrekt en hem bekogelt met on beantwoordbare vragen: een ob sessie is als een voortdurende, af mattende belegering het is ook eigenlijk een .belegering, want dat is de betekenis van het woord „obsessie" in het Latijn. Aanval en verdediging zijn steeds wisselend van kracht ge weest in dè krijgsgeschiedenis. De middeleeuwer was tamelijk veilig achter zijn burchtmuren, totdat na de uitvinding van het buskruit de kanonskogels deze in puin legden; aarden vestingwallen brachten weer een soort evenwicht, evenals de loopgravenoorlog van 1914-'18 op zijn bijna niet veranderde front. Tanks en luchtaanvallen brachten, zoals uit de veel beweeglijker tweede wereldoorlog bleek, het voordeel weer aan de zijde van de aanvaller, en tegenwoordig, sedert Hirosjima, is de mensheid vervuld van een voortdurende angst, om dat zij weet nergens meer veilig te zijn, een angst, die de collectie ve obsessie onzer generatie is ge worden. WIE rondloopt door de meer dan drieduizend jaar geleden ge bouwde burchten uit de oudste Griekse beschavingsperiode zo als de burcht van Mycene kan zich niet voorstellen, dat deze ooit zijn ingenomen. Geweldige, nog nauwelijks op maat gehouwen steenblokken vormen meters dikke muren, die dfe toch al zo gunstig gekozen steilten, waarop ze wer den gebouwd, ontoegankelijk maakten. Glooiende wegen langs de rotswand aangelegd, zo, dat een aanvallend leger over de hele lengte van de helling aan de af weer van de burchtbewoners bloot stond, waren de enige toegang; daar, waar deze weg, na een hoek van negentig graden gemaakt te hebben, op gelijke hoogte met de bodem van de vesting de muur passeerde, stonden zware torens, die de enkele meters brede ingang flankeerden en de zware poortdeu ren beschermden. In het inwendige waren grote, in de grond uitgediepte voorraadka mers, en een tweede, even zware ommuring omgaf de Woning van de burchtheer. En toch zijn deze burchten gevallen hoe, is onbe kend. Verwoesting door de vijand tijdens het beleg is bij de stand van de techniek dier dagen niet waarschijnlijk; meer kans bood uithongering, want deze op geïso leerde hoogten gebouwde sterkten konden door een flinke legermacht van de buitenwereld werden afge sneden, mits deze onophoudelijk op zijn qui-vive bleef voor uitval len of sluipconvooien. Niet voor niets duurt in de sage het beleg van Troje tien jaar en toen moest het nog door de list van het houten paard worden genomen. OOK in de beter bekende perio de van de Griekse geschiede nis horen we maar zelden van een gelukte bestorming; behalve honger is bij de val van een cita del of ommuurde stad dan ook vaak verraad van binnen uit in het spel; meestal waren er ver schillende partijen in de stad, die de onderlinge strijd boven de ge meenschappelijke belangen stel den. Toen de grootste landmacht van Griekenland, Sparta, op het eind van de vijfde eeuw v. Chr. in oorlog was met Athene, heeft het nooit een bestorming van de stad gewaagd. Uithongering door een blokkade te land was niet moge lijk, want de muren hadden twee uitlopers naar de goed versterkte havenstad Piraeus, zodat aan voer over zee mogelijk bleef. Zo moest Sparta zijn toevlucht nemen tot een afsluiting van de zeewegen en met hulp van Perzië vloten gaan bouwen om na een jarenlan ge worsteling de heerschappij ter zee te verkrijgen en de Atheners door de honger te demoraliseren. cpOCH kende men al bestormin- gen met ladders en stormram men, maar deze hadden niet vaak succes; meer bereikte men met brandstichting en in 424 v. Chr. horen we zelfs al van een soort vlammenwerper, bij het beleg van Delion. Ze maakten een soort pijp door twee overlangs uitgeholde balken op elkaar te bevestigen; aan het ene uiteinde hingen ze een grote vuurpan met smeulende kolen, zwavel en pek, waarin een ijzeren pijp uitkwam, die in de uitholling van de balken paste. Aan het andere uiteinde waren grote blaasbalgen bevestigd en het hele geval werd op wagens naar de muur gereden, waar deze voof een groot deel uit hout en vlecht werk bestond. De blaasbalgen joe gen lucht in de vuurpan en een grote vlam werd daaruit tegen de muur geblazen, die in brand raak te en niet meer te verdedigen was. Maar het is slechts als een cu riositeit opgetekend en kon alleen maar succes hebben bij een muur, die niet overal uit zware stenen bestond. Toch zien we uit dit voor beeld, hoe inventief de Grieken ook op dit terrein waren en in de volgende, de vierde eeuw horen we van het optreden van vernufti ge belegeringswerktuigen, die van meer algemeen belang waren en tot lang in de geschiedenis de eni ge bleven. de gebieden aan weerskanten van de grens bemoeilijkt blijft. Doorgaande busverbindingen van noord naar zuid behoren ook tot de uitzonderingen. Bijna alle busverbin dingen houden op aan de grens. Daar moeten de reizigers nieuwe kaartjes kopen in een andere valuta. De ver bindingen sluiten wel min of meer op elkaar aan. In elk geval verzorgen de bussen niet een verkeer, zoals men dat tussen twee grote bevolkingscentra zou verwachten. De bussen worden bij de grens steeds leger. In het middengebied van Benelux is er eigenlijk niet één moderne verkeersweg. Het best is nog de weg van Breda naar Antwerpen. Toch is die slechts opgelapt en hij kan niet modern worden genoemd. Er zijn wel tekeningen van andere verbindingen, maar er zijn geen wegen. Van de weg E3 is op Nederlands gebied een klein stuk in aanleg. In België zijn er al leen nog maar plannen voor. Over de waterwegen kan ik zeker niet optimistischer zijn. Er zijn aan weerskanten van de grens kanalen voor schepen van 450 tot 600 ton. Zij hebben vrij veel sluizen, waardoor de ze vaarwegen niet aan de moderne eisen voldoen. De poging van het pro vinciale bestuiur van Noordbrabant om ten noorden en ten zuiden van de grens een waterverbinding te maken, is bedoeld om in een lacune verbete ring te brengen". BELGISCH IDEE Uit het rapport blijkt, dat het idee van dit kanaal stamt uit de Belgische Kempen. Aan de andere kant van de grens vond het zoveel weerklank, dat er een uitvoerige studie uit voortvloei de. Tal van besprekingen waren er ook al tevoren over gevoerd in de abdij van Postel. Vandaar de naam, ook omdat deze plaats lang geleden een belangrijk economisch en cultureel centrum was. Voor de noodzaak van het kanaal gelden in het bijzonder deze motie ven: 1. Het „middengebied" heeft een sterke bevolkingstoeneming, ter wijl er een zekere eenzijdigheid is in de structuur van de economie, vooral rondom Tilburg en Turnhout. Er is be hoefte aan industrieën, die vervoer te water nodig hebben. 2. De „doorgaande" vaart zal er veel profijt van trekken. De vaarweg van Luik naar Rotterdam via het Postelkanaal zal tweehonderd kilome ter worden en tien sluizen bevatten. De huidige verbindingen via de Maas of via de Zuid-Willemsvaart zijn respectievelijk 285 km en 225 km lang met dertien tot 22 sluizen. De tijdwinst met de nieuwe vaarweg zal vijftien tot tien uren bedragen. OOK GROTER Het Postelkanaal is gedacht voor schepen tot zeshonderd ton. De drie erin geprojecteerde sluizen zijn bere kend op schepen van 1350 ton. De Ne derlandse en Belgische kanalen, waartussen de nieuwe vaarweg moet komen, zijn opgenomen in nationale schema's om ook tot die grotere maait te worden verruimd. Omtrent de wijze van uitvoering zei commissaris Kortmann: „Natuurlijk hebben wij bepaalde verwachtingen. Het is voorlopig de bedoeling, dat het initiatief blijft in handen van de pro vincie Noordbrabant. Wij hopen voor de financiering te kunnen rekenen op de staten aan weerszijden van de grens, terwijl wij eveneens denken aan mede-financiering door de streek. Voorlopig wachten wij de reacties af van de hogere autoriteiten. Het ver slag is toegestuurd aan de minister van verkeer en waterstaat, want er zal wel fiat van hogeraf nodig zijn". Van onze Amsterdamse redactie AMSTERDAM. Een 25-jarige Engels sprekende man, die zich met een waarschijnlijk vals paspoort legitimeerde als Anthony Clare, heeft een Amsterdams reisbureau opgelicht. De politie vermoedt dat de zelfde man in verschillende landen bij tal van reisbureaus opereert. Hij zou zich daarbij steeds van een zelfde ver haal bedienen. De recherche van het bureau Singel heeft daarom Interpol gewaarschuwd. De man diende zich maandagmid dag bij het reisbureau Cook aan. Hij toonde zicb zeer gebelgd over de ser vice van Cook. In Casablanca zou hij reischeques met een waarde van zes honderd dollar hebben verloren. Dat geld had hij nog steeds niet terugge kregen. Onbekend De heer „Clarc", een keurig ge klede man, vroeg daarom of de kas sier hem terwille wilde zijn en een cheque van 490 gulden van een bank in Vancouver wilde verzilveren. De man kreeg het geld en verdween. Later bleek hij bij de bank in kwestie onbekend. Toen het reisbu reau gisteren bovendien nog door het hoofdkantoor in Londen werd gewaar schuwd voor de buitenlander, werd de politie in de arm genomen. De man blijkt elders in het land ook al een bureau van American Ex press te hebben benadeeld. LONDEN. Vier arbeiders raakten gisteren bij Masterton, in Schotland, bedolven onder honder den tonnen beton, toen daar een viaduct in aanbouw instortte. Twee van hen werden gedood, de andere twee mannen raakten gewond. Het viaduct werd aan de noordelij ke oever van de Forth gebouwd, als onderdeel van een toegangsweg naar een nieuwe brug. Het bouwsel rustte op een Bailey brug die later verwijderd zou wor den. Het gevaarte van gewapend be ton knakte precies doormidden en zak te toen met donderend geraas door het stalen geraamte waar het op lag. Reddingsploegen wisten de twee overlevenden na twee uur hard wer ken te bevrijden. DEN HAAG. Het bedrijfsschap voor de detailhandel in melk en zuivelpro- dukten vindt het wenselijk dat in nieu we hoogbouwwoningen boodschappen- kastjes, huistelefooninstallaties, en perso nenliften worden aangebracht. De melk- bezorging kan hierdoor worden ver licht. Het bedrijfsschap zal bij het ministerie van volkshuisvesting en bouwnijverheid pleiten voor dergelijke voorzieningen. Aan woningbouwverenigingen zal wor den gevraagd deze voorzieningen aan te brengen in de bestaande hoogbouw. Voorstellen hiertoe zijn onlangs ge daan in een rapport „Mogelijkheden tot vermindering der arbeidsbelasting bij het bezorgen van melk in de hoge bouw". Het was in opdracht van het be drijfsschap opgesteld door het Neder lands instituut voor preventieve genees kunde. GELD IS OOK POSTELKANAAL m jm wm mmh a B. Jü BBBB HIHBi w Hoeveel kan er in vijftig jaren veranderen! De ^B 4r E9K J&Al W arbeider had in het begin van deze eeuw nog geen ■BH B ff Mm B B B B status in zijn beroep. Hij had amper goede kleren, zo B B B B B m B I BBI J B althans werk had. De straten waarin hij woohde m B B B HBB B B B R3BI BBiBi B en leefde, zoals deze in 1940 weggevaagde Leeuwen- ÊmggBEÊk B B B B H B B B^^L B straat in Rotterdam, waren vaak niet veel meer dan J m B B B B BB BBBB B grauwe stegen met uitgewoonde krotten. Tegenwoordig M K—BB B B B wil de arbeider wiens werk een heroep is gewoTden, B m ■■H BBBBI B Bk m in een net huis wonen, goed gemeubileerd en voor- M zien van televisie. V»n een onzer verslaggevers G RONINGEN Economen, rijks- bemiddelaars en leden van de Sociaal-Economische Raad discus siëren over lonen alsof het alleen daarom is begonnen in het tegen woordige leven. Zij praten over de factor arbeid. Zo niet de socio loog. Hij beschouwt de arbeidende mens. wetend dat deze anno 1962 aan veel meer dingen dan alleen aan het pure geld waarde hechit. Ook de arbeider heeft een status gekregen, in zijn beroep. Daarom zegt prof. dr. P. J. Bouman eerst economie gestu deerd, nu hoog leraar in de so- Ptof. Bouman ciologie in Gro ningen „Na tuurlijk, het loon blijft belangrijk, maar het geeft toch niet altijd de doorslag. Het kan ook niet in alle gevallen de zaak redden als het gaat om het behouden van men sen in een bepaald beroep of voor een bedrijf". Van onze scheepvaartredacteur TVEN BOSCH. Postelkanaal is de naam van een nieuwe vaarweg, die het provinciale bestuur La van Noordbrabant propageert. Het kanaal moet het Wilhelminakanaal en het kanaal van Dessel naar Schoten in de Belgische Kempen met elkaar gaan verbinden. Het doorsnijdt van noord naar zuid wat het rapport noemt „het middengebied van Benelux". De status in het arbeidersberoep is een probleem dat intern in de bedrijven speelt. Niet voor niets is het Centraal sociaal werkgevers ver bond al bezig met een studie over de verschuivingen onder de groepen arbeiders. Wat nu geleidelijk aan aan de gang is, is de verburgerlijking van de massa. Simpel gezegd: Het gaat om de overgang van „het baantje" naar een soort „positie". De arbeider is uit de collectiviteit gestapt en heeft een verhoogd zelfbe wustzijn gekregen. AL hem wordt ge vraagd: „Wat ben je?", zal hij niet antwoorden: „Arbeider". Hij zal zijn beroep noemen en daarbij zijn voor liefde voor mooie, grote namen de vrije loop laten. Ten slotte: Klinkt het niet goed als een vrouw kan zeg gen: „Mijn man is operator?" Zo is het over de hele linie gegaan. Het woord klerk is een bijna onbe kend begrip geworden. De dienstbode (en nog vroeger „de meid") is, voor zover nog voorradig, ingeruild voor de Hulp in de huishouding. Prof. Bouman ziet het zo: „Eerst is de politieke democratie uitgevochten, bekroond met de invoering van het algemeen kiesrecht in 1917. Daarna is de strijd om een soort sociale de mocratie begonnen". Er kwamen be grippen bij te pas die steeds belang rijker werden, zoals vrije tijd, vakan- tievoorwaarden, sociale verzekering, verzorging in de bedrijven met kanti nes, douches en zo meer. De hoogleraar meent daarom: „Naarmate de loonpolitiek van de re gering strakker is geworden, zijn de zogenaamde secundaire arbeidsvoor waarden zwaarder gaan wegen. Om diezelfde reden zullen de successen op psychologisch terrein groter wor den. Denk eens aan de weekloners die nu eens per maand met htm ver diende guldens naar huis gaan. Dat is een symptoom!" Wie zichzelf duidelijker wil zien moet maar eens in de spiegel kijken die Amerika heet. „Natuurlijk", be toogt de socioloog Bouman, „men is daar hoger begonnen, er is minder verbittering geweest dan hier en men is er nu veel verder." Laten we ons echter niet verkijken. Wat daar is gebeurd, is hier ook aan de gang, zij het later. Wat voor de Amerikaanse arbeider de tweede handse auto is, is hier de bromfiets, de scooter of motor, en soms ook al de Deux Chevaux. De arbeidersfiets anno 1900 was een wrak karretje. Nu gaan de arbeiders op glanzende brom mers naar hun werk. Zij zoeken er hun prestige op, zoals de Italiaan dat doet op zijn scooter. Het gaat dus niet alleen om de gebruikswaarde van brommer, scooter of auto, maar misschien nog meer om de gevoelens van eigenwaarde die zij opwekken. Hetzelfde geldt voor de permanent van het fabrieksmeisje, de kleurige jasschort van het kapstertje, de smet teloos witte overal van menige man achter een schone machine. De moderne arbeidersmassa is met alleen uitgestegen boven het biologi sche bestaansminimum, maar heeft tegelijk haar ambities mee omhoog getrokken. Zij heeft haar eigen status gekregen en eist die nu ook op voor haar kinderen. Denk aan het onderwijs en aan het begrip „opleiding" dat een mode woord is geworden. Meer nog; het is een statussymbool voor de ouders. De geschoolde arbeider neemt geen genoegen meer met alleen een lagere school voor zijn zoon of dochter. Zij moeten méér, verder. Ook hier dus weer de dubbele functie: het onder wijs zelf en de psychologische gevol gen ervan. „Een bedrijf dat deze dingen uit het oog verliest, raakt achterop." Ook dit is een uitspraak die prof. Bouman in volle ernst, met de wijsvinger waar schuwend geheven, doet. „Kijk maar naar onze landbouw. De massale uit tocht van de landarbeiders is niet in de eerste plaats een kwestie van de lonen, maar van de psychologie." De grote mannen in de havens van Amsterdam en Rotterdam hebben het goed begrepen. Zij stichten haven vakscholen om het beroep van de ha venarbeider op te tillen aan nieuwe be namingen. Wie wil er nog „bootwer ker" zijn? Dat woord is niet meer te verkopen. Wel: „haventechnicus." In de havens en in de fabrieken gaat het niet meer alleen om hrute kracht zoals vroeger, maar om ken nis en machines. De mens wil 'geen ruw, zwaar en vuil werk meer. De machine geeft immers schone arbeid en prestige tegelijk. Dit is geen iabo- ratorium-psychologie, maar sociale psychologie van de mens in de sa menleving. In Amerika is de afstand tussen de lonen van de verschillende groepen werkers al bijna verdwenen. Een metselaar verdient er soms meer dan een leraar. De laatste heeft wel meer status, maar hij moet er dan ook financieel voor bloeden. Prof. Bouman vertelt per se geen sprookjes als hij zegt: „Hetzelfde is hier ook al aan de gang. Een ge schoolde machinebankwerker ver dient hetzelfde als een jongeman met H.B.S.-diploma ergens op een kan toor. Vijftig jaar geleden ontving de Prof. De Quay: Van onze Haagse redactie DEN HAAG Uit het hoofdartikel in Elseviers Weekblad onder de titel Het Verraad zou inderdaad kunnen kunnen worden afgeleid dat de schrij ver heeft willen suggereren, dat de justitie bekend is met de feiten die in het artikel worden genoemd. Aldus antwoordt premier De Quay, mede namens de ministers Luns en Beerman op vragen van het Tweede Kamerlid mr. J. W. A. Burger (soc.). De minister-president zegt verder, dat het enigszins vaag gestelde beweringen zijn, die niet door concrete aanwijzingen worden gestaafd. Artikelen als het on derhavige kunnen op zichzelf geen aan leiding vormen tot ingrijpen door het openbaar ministerie. De minister-president zegt van me ning te zijn in overeenstemming met de minister van justitie dat aan de mogelijkheden tot repressief ingrijpen, zoals in het Wetboek van strafrecht neergelegd, geen nieuwe middelen be hoeven te worden toegevoegd. laatste drie tot vijf maal zoveel als de eerste. Een goede glasblazer of een prima machinist op een dragline („Kerels die zo op het blote oog een, groot ter rein spiegelglad kunnen maken"), gaan iedere week met honderddertig gulden schoon naar huis. Vroeger werd lichaamskracht laag betaald, de vakkennis later bracht ai wat meer op, en nu gaat het dan voor een deel al om de zorg voor de machines. Vier, vijf mannen bedienen soms een machinepark of installaties die miljoenen hebben gekost. Zo is het ook het gevoel voor verantwoordelijk heid dat wordt betaald. Het is het nieuwe begrip voor de nieuwe, moder ne arbeider. Ogenschijnlijk werkt hij niet, en vuil worden doet hij ook niet van het kijken naar en het indrukken van knoppen. Zo kan een Fransman tot de uitspraak komen: „Ik zou me een type arbeider kunnen voorstellen, dat in smoking door een fabriek wan delt". (iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii „Neen", zegt prof. Bouman, „ik weet het zo net nog niet. Als een ar beider zou mogen kiezen tussen een baan ais mijnwerker voor 120 gulden in de week of werk in een schone chémische fabriek voor een tientje minder, dan kon het best eens zijn dat hij het laatste zou kiezen." „Daarom", en dit is zijn tweede waarschuwing, „een beroep als dat van vuilnisman redt men niet met een paar tientjes meer aan loon. Ook de landarbeiders blijven daardoor niet op de akkers. Zij zullen dat wèl doen met opleiding, machines en ti tels. Het is toch op zijn minst opval lend, dat uit goed betaalde beroepen (mijnwerker, havenarbeider, huishou delijke hulp) een uittocht aan de gang is!" Als om zijn gedachten af te ronden, constateert de Groningse hoogleraar: „Alleen de acht grootste en modern ste bedrijven in Nederland hebben de ze problemen doorzien. Zij hebben personeels- en sociale afdelingen waaraan knappe koppen meewerken, mensen met inzicht in psychologie en sociologie, met gevoel voor de waar de van een goede opleiding. Zij we ten precies wat zij doen. De rest van de Nederlandse werkgevers volgt hen aarzelend, zonder overtuiging en zon der voldoende kennis van zaken." Van onze Haagse redactie DEN HAAG. Binnenkort zal worden opgericht de Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid. Die stichting zal moeten onderzoeken of be paalde wettelijke maatregelen op het aanbrengen van verkeersvoorzieningen Kunnen worden genomen. Een belang rijk punt van onderzoek kan bestaan uit het nagaan van de verscheidene types van verkeersongelukken. Daarvan weet men in Nederland nog zeer weinig. Behalve de overheid nemen in de stichting deel: de A.N.W.B., de Ko ninklijke Nederlandse Maatschappij ter bevordering van de Geneeskunst en de Vereniging van Auto Assuradeuren. De regering heeft om de onkosten van het eerste werkjaar te bestrijden hon derdduizend gulden beschikbaar gesteld; de A.N.W.B. en de autoverzekeraars hebben ieder vijftigduizend gulden gege ven. De A.N.W.B. heeft het initiatief tot het oprichten van de stichting genomen. In 1948 drong de hond al aan op een we tenschappelijk onderzoek naar de ver keersveiligheid. Pas twee jaar geleden ondervond ze belangstelling voor deze gedachte. In Engeland bestaat al enige jaren een goed werkend onderzoeklaboratorium. Vandaag is daar een rapport over gepubliceerd. Op papier ziet dit plan er bijzonder eenvoudig uit. Het behelst de kortst mogelijke waterverbinding tussen de Belgische en Nederlandse vaarwegen. De kosten van dit 34 km lange kanaal zijn begroot op rond dertig miljoen gulden. „Niet een bedrag om van achterover te vallen", vindt de commissaris der Koningin mr. dr. C. N. M. Kortmann.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1962 | | pagina 11