MILJONAIR WORDT U ZO: Met volha de ladder op DE NATUUR Dezomervwaqf KAPPIE EN DE WATERZUIL Uit de kerken Donderdag 14 juni 1962 ZEEUW SCH DAGBLAD Pag. 2 Doodstraf voor zwarte handel in deviezen PIGMA-DERM in en om uw huis E ■lllllllllllllll 0ERM Johnny Hart n l!lll!lllll!!lll!lllll!ll!l!l!ll!ll!l!ll!i!lllll IIWllllllllOlfililllllllllllHli c|g 4 4uf CCHEVENINGEN. Voor de eerste maal in ons 28-jarige bestaan hebben we met een Amerikaanse miljonair gesproken. Hij droeg een donker blauw zomerpak met grijze das en op zijn visitekaartje stond onder anderen: Elmer R. Krueger, president. Hij heeft behalve een stapel kaartjes een kast van een huis, drie auto's en een papierfabriek in Indianapolis in Amerika en gisteravond vertelde hij ons hoe men miljonair wordt. Laten we eerlijk zijn: we hebben allemaal ogenblikken, dat we het graag zouden willen zijn. Daarom wil len we u vandaag op donderdag 14 juni gaarne vertellen hoe u het binnen een redelijke tijd ook kunt worden. De raad van mister Krueger komt in twee woorden hier op neer: hard wer ken en fut hebben. En een dosis geluk, dachten we erbij, maar dat woordje is niet gevallen en u moet het er dus maar bij denken. JONGSTE BEDIENDE Vraagt u ons wat we onder een echte Amerikaan verstaan dan zouden we direct met tien vingers op meneer Krueger uit Indianapolis (ja, van de bekende autoraces) wijzen. Hij is een van die mensen, die dè Amerikaan hebben uitgevonden, als we het zo mogen zeggen en dat ligt misschien voor het grootste deel aan zijn manier van praten. „Ik doe wat in papier en noemt u mij maar jongste bediende sprak hij bescheiden en deed een lange haal aan een Nederlandse sigaar. „President van een papierfabriek klinkt zo officieel en opschepperig en daar houd ik niet van. Ik ben een heel gewone jongen, net als al die miljoenen andere Ameri kanen." Kijk, dat is een van die handigheid jes van mister Krueger: heel gewoon doen en niemand laten merken, dat je een bankrekening hebt van getallen met zes nullen. Stilletjes je gang gaan en intussen de stand van geldzaken scherp in de gaten houden. EEN PRETTIG LEVEN Elmer R. Krueger is een vlot prater en af en toe duwde hij zachtjes tegen onze bovenarm om zijn woorden kracht bij te zetten. Misschien ook weer een van zijn slimmigheidjes, want men heeft dan gelijk het gevoel deze papier man al jaren te kennen. Het tegendeel is het geval, want tot op dag van gis teren in Scheveningen kenden we iedereen, behalve die mister Krueger. Journalisten kunnen alles vragen wordt er vaak beweerd en daarom hebben we ook niet getalmd met de eerste vraag: Bent u miljonair en zo ja, hoe hebt u dat voor elkaar gekre gen. „Als ik de papieren er op na kyk, zou ik zeggen van ja", vertelde mister Krueger, die om de tien minuten zijn tong uitbundig uitsteekt om zijn van het praten droog geworden lippen te bevochtigen. „Maar dat vind ik hele maal niet belangryk, want waar het my omgaat is een prettig leven met vrolijke mensen om me heen en dat heb ik voor elkaar gekregen." Hoe? U kunt het allemaal aan deze Amerikaan vragen, want hij doet zijn uiterste best om zich maar zo eenvou dig mogelijk voor te doen. „Ik heb in de loop der jaren wat geld bijeen gegaard, maar dat ben ik tijdens de crisis van dertig allemaal kwijtgeraakt. Ik zat dus helemaal aan de grond en werk was er ook niet te krijgen." IN DE SLAAPKAMER E. R.. zoals de 250 mensen van zijn fabriek hem noemen, is niet bij de pakken neer gaan zitten (hij had ze trouwens niet eens), maar redeneerde aldus: een baan kan ik niet krijgen, maar ik wil toch werken. Goed, dan begin ik voor mezelf. „De eerste 250 dollar heb ik moeten lenen", vertelde hij bij zijn derde glas moezel wijn. „Grond en een fabriek, ha, ha, daar had ik toch niet genoeg geld voor. Neen, de eerste papieren bekertjes maakte ik bij me thuis in de kelder. In de eetkamer werd alles ver pakt en mijn vader maakte in zyn slaapkamer handvatjes aan de bekers. Ik was in Amerika, ja in de hele we reld geloof ik, de eerste die met bekers met handvat kwam." Er was echter ook een mevrouw Krueger en zij kon zich allerminst verenigen met de gang vnn zaken in huis. Het huiselijke bedrijfje werd groter en de eetkamer bleef bezet. E. R. keek uit naar een grotere ruimte en vond iets: „Voor weinig geld kon ik een pand huren met een enorm front en er zat weinig achter. Maar dat doet het, zo'n brede winkelpui", hoorden we van de man in het donkerblauwe zomerpak. „Als ik nu nog aan 1935 terugdenk: ik had achttien meisjes in dienst en die verdienden 25 dollarcent per uur. Nu is het minimum 1.60 dollar." WILSKRACHT Paper Art Company, Ine, werd de naam van de papierzaak die inmiddels steeds beter marcheerde. Maar het ging E. R. niet hard genoeg en hij kreeg een geweldig idee: papieren tafellakens, weer de eerste ter wereld volgens zijn zeggen. „Vanwege de crisis zat iedereen diep in de put en daar moest dus iets aan gedaan worden. Papieren tafellakens met bijvoorbeeld „hartelijk gefelici teerd" erop, dat zou wat fleur in de huizen brengen. Eerst wilde niemand eraan en ik heb er zelf echt mee moeten leuren. Totdat ik het „papierlinnen" ging noemen en dat was het. De lakens vlogen de deur uit en nu leveren we uitsluitend aan de vliegtuigmaatschap pijen en eerste klas zaken." Mister Krüeger deed die eerste jaren alles zelf en langzaam maar zeker zag hij zijn ster aan de papierhemel rijzen. In een van de zalen van het Kurhaus stelde hij gisteravond bij zijn tweede Nederlandse sigaar tevreden vast: „Geld is niet nummer één, wils kracht daar gaat het om. Wie dat heeft kan in het leven iets bereiken. IN DE KANTINE We hebben zijn bedrijf in Indiana polis (nog) niet bezichtigd, maar wat we uit zijn woorden hebben kunnen opmaken: aan die wilskracht ont breekt het E. R. allerminst. „Neen, zegt u niet, dat ik miljonair ben, ik weet alleen wat ik.waard ben- Een gewone jongen wil ik zijn", aldus de man, die nu de scepter zwaait over 250 man personeel. Zij hebben het zo best naar hun zin, dat ze niet aange sloten zijn bij een vakbond. „Ik heb het ze voorgesteld aldus de" president, „maar ze hebben er ge woon geen zin in. Ik ben één met mijn personeel en vaak genoeg trek ik mijn jasje uit en werk mee. Ik heb zelf hard moeten werken om mijn zaak op te bouwen en ik weet drommels goed wat armoede is. Krotwoningen zon der w.c.'s. ik heb het allemaal mee gemaakt endaar- om ben en blijf ik een met de mensen, die voor mij werken. Mijn middagboterham metje eet ik ge woon in de kan tine". E. R. staat met iedereen op goede voet en dat doet hij vol gens dit principe: wanneer je het hart op de juiste plaats draagt, goed bü je ver stand bent en je hand uitsteekt dan hen je met iedereen goede vrienden. Wie de mensen vrien delijk tegemoet treedt wordt echt niet doodgesto ken. „Ik heb de hele wereld rondge reisd", hoorden we verder van E. R. uit Indiana polis. „Ik heb een hele .dag doorge bracht bij de Pyg meeën en ik heb het geweldig ge had. Het ligt er gewoon - aan hoe je met de mensen omgaat en zo redeneer ik ook met de negers in Amerika. In mijn huis werken ne gers, maar als ze een middagje mijn auto willen heb ben dan kunnen ze die krijgen." Wat vindt u van president Kennedy, mister Krueger? „Ik ben Republikein) laat ik dat voorop stellen, maar het werd de hoogste tijd dat er eens een jong iemand kwam op het Witte Huis. Overigens: op vele punten hen ik het met Kennedy niet eens. Zijn vrouw Jacky? Wat men noemt een lief meisje, maar er gaat bepaald niet veel van uit. Neen, we hadden een wat statiger iemand moeten hebben als pre sidentsvrouw, dat maakt ook een betere indruk." Met zijn huis, drie auto's en mensen, die op gezette tijden zijn gras knippen is mister Elmer R. Krueger een geluk kig mens. „Ik zou mijn zaak uit kunnen brei den, maar waarom zou ik. Ik heb nu alles wat mijn hartje begeert en ik kan toch maar in een huis tegelijk wonen. Iedereen kent mij en ik "noem de mensen van mijn fabriek bij de voornaam. Ik ben helemaal mijn eigen baas in mijn eigen bedrijf en dat vind ik belangrijk". Een fascinerende man, die E. R. uit Indianapolis, die met 250 geleende dol lars een gelukkige miljonair is ge worden. In Scheveningen spraken we een uurtje met mister Elmer R. Krueger. Dat was precies de tijd, die we nodig hadden om er achter te komen hoe men miljonair wordt. Hij is na melijk zo iemand. PARIJS (A.F.P.). Opnieuw zijn in Rusland mensen ter dood veroor deeld die clandestien in deviezen han delden. De jongste vier doodvonnissen wor den gemeld door het blad-Sovjet-Rus- land. Het clandestien verhandelde bedrag beliep ruim tien miljoen oude roebels (circa 3,75 miljoen gulden). De voor naamste beklaagde was een mijnbouw- kundig ingenieur. In hetzelfde devie- zenproces werden ook enkele mensen tot zware gevangenisstraffen veroor deeld. -g. Mag de heer A. A. Koot u vandaag dan even vertellen hoe hij direc teur is gewor den. Uw vloer bedekking is overigens zijn grootste pro bleem. CCHEVENINGEN Neen, we hebben overdreven: we ken den toch niet iedereen. De Amsterdamse heer A. A. Koot was een volslagen onbekende voor ons, totdat we gisteren onze hand in de zijne legden. „Aangenaam" en „Hoe maakt u het?" werd er twee maal gezegd en toen gingen we aan een tafeltje zitten en staken een sigaret op. Nu kunnen we ons indenken, dat ook u de heer Koot niet kent en om u wat op weg te helpen: hij woont in Bussum en is directeur van een bedrijf, dat van alles doet op het gebied van woning textiel. Hij had een donkerbruin ruitjespak aan en zijn haar is grijs. Ook hij gaf ons een visite kaartje en er stond „directeur" op. Capaciteit Nu we toch eenmaal aan het vra gen waren, bleven we vragen: „Hoe bent u nu directeur ge worden, meneer Koot?" „Dat vind ik een leuke vraag?", was zijn antwoord, „en ik zal het u in een paar woorden ver tellen. Na mijn HBS-tijd ging ik bij Philips (ja, een bekende enzovoort in het zuiden van het land) werken en omdat ik mijn talen nogal sprak stuurden ze me naar Spanje." Juist ja, en toen? „Mijn ver loofde had een vader en die had weer een meubelfabriek en daar ben ik vijftien jaar in gaan wer ken. Daarna kwam ik bij Wyers In Amsterdam terecht als ver koopleider en zo ben ik naar boven geklommen." Procuratiehouder, onderdirecteur en vervolgens directeur. Het ging allemaal met de regelmaat van een klok en wanneer we de heer Koot mogen geloven, dan kan iedereen directeur wor den. Relaties en familieleden heeft njen er niet bij nodig, want het draait allemaal om capa citeit. Status En hoe loopt die woningtextiel nu tegenwoordig, meneer Koot? „Het gaat goed", kon hij tevre den melden en legde zijn rech terbeen over het linker. „De mensen hebben er meer geld voor over en ook op dit gebied zoekt men status. Ik bedoel de een wil een mooiere vloerbedek king hebben dan de ander." Is het waar, dat alles zo ge maakt wordt dat het sneller slijt dan vroeger? „Ja en neen. Kijk, er kunnen vloerkleden gemaakt worden, die een mensenleeftijd meegaan, maar die zijn tegen woordig niet meer te betalen en daarom moeten wy het met wat minder doen. Bovendien willen de mensen bok geen eeuwen meer doen met hun spullen." We hoorden ook, dat de vloer bedekking een van de grootste problemen is van de heer Koot en zij maakt de helft uit van al zijn problemen. We hoorden ook, dat gordijnen van kunstvezels gemakkelijk te wassen zijn, maar veel sneller vuil worden dan andere gordijnen. We hoorden.... neen, we wilden u alleen even vertellen hoe meneer Koot directeur is gewor den. En u ziet: bijna vanzelf. 9 Ik herinner me dat ik „Lieveling" riep en mijzelf in Dons armen wierp en dat King grinnikte toen hij min of meer sluipend naar buiten ging. En toen huilde ik tot mijn eigen verba zing. En niet zomaar huilen. Ik krijste bijna. Ik veronderstel dat ik toch meer geschokt was door Isabella's dood dan ik zelf wist; daardoor en omda/t moeder rechtop in haar bed de wacht zat te houden over dat be roerde mes in haar badkamer, en omdat Larry nu in de stad was om verhoord te worden en om de man nen in de tuin. Wat Don betreft, hij had de hele tranenvloed over zich heen gekregen en hij vond het helemaal'niet zo pret tig. Hij hield mij van zich af tot de bui over was. Toen klopte hij me op de rug en gaf me zijn zakdoek. Even later nam hij die terug en droogde zorgvuldig de revers van zijn jas. „Het spijt me erg, Judy", zei hij. „Misschien kan ik beter later nog eens terugkomen." Maar ik liet hem nog niet gaan. Niet voor ik wist waarom hij hier was, zeker niet nu ik hem al weken lang niet gezien had. Ik denk dat het wel vaker voorkomt dat een kalver liefde stand houdt, zelfs al is men oud genoeg om beter te weten. In ieder geval was dat met mij het ge val geweest. Maar de wijze waarop hij zijn jas had afgeveegd had mij toch iets moeten zeggen. Het deed het natuurlijk niet. Ik ging zitten en glimlachte zwak jes naar hem. „Het is al over", zei ik. „Ik denk dat ik iemand moest hebben om bij uit te kunnen huilen, en dat was jij toevallig. Maar het is ook zo vreselijk dat men denkt dat Larry het gedaan heeft." „Wie denkt dat?", vroeg hij. „Hij zit toch maar op het bu reau". „Daar zitten er zoveel", zei hij. „Denk je toch dat Larry het ge daan heeft? Ben je daarom zo bang?" „Ik ben niet bang, verdraaid nog toe", zei ik en ik voelde dat ik stond te trillen. „Hij verafgoodde haar. Vraag het aan moeder. Nee, niet aan moeder", voegde ik er haastig aan toe. „Zij is niet in staat om vragen te kunnen beant woorden. Maar 't is waar. Zij wa ren echt gelukkig. Je kunt het aan de bedienden vragen. Je kunt het vragen....:" Ik denk dat ik so tot in 't onein dige door zou zijn blijven ratelen als ik niet opeens naar zijn gezicht had gekeken. Hij zag er geschokt uit als iemand die zonder aanleiding een klap in zijn gezicht heeft ge kregen. Ik wist opeens waarom. Zes of zeven jaar geleden, toen hij nog een jong advocaat was, die hard moest werken om er te komen, was hij gek op Isabella geweest. Ik was op kostschool toen ik het hoorde en ik heb er een hele nacht om ge huild. Toen ik hem diie morgen aankeek voelde ik me even beroerd als hij eruit zag. „Ik zal proberen Larry te hel pen", zei hij. „Als het zover komt tenminste. Dat lijkt me niet waar schijnlijk." Hij liep naar het raam een keek naar buiten. Ik herinner me hoe de zon op zijn haar viel en dat ik het even zou willen strelen. Maar toen hij zich omdraaide be greep ik, dat hij me niet zag. In- plaats daarvan had hij Isabella ge zien, zoals ze daar dood boven aan de trap had gelegen. Hij stak een sigaret op en ging zitten „Ik wilde je iets vragen, Judy", zei hij. „Heb jij het kettinkje ge zien wat ze onder haar lijk gevon den hebben?" „Ja. De man die zo juist wegging heeft het mij de afgelopen nacht laten zien. Waarom, Don?" „Heeft zeheb je het al eens eerder gezien?" „Nooit, maar ze had zoveel dingen die ik nooit gezien heb." Hij haalde diep adem. „Kijk, Judy", zei hij. „Ik moet je iets vertellen, hoewel de hemel weet... Hij 'hield op. „Ik heb haar dat kettinkje jaren geleden gegeven Ik zag het vanmorgen op hot bureau. Ik kon me niet voorstellen dat ze het nog had Mijn mond moet opengevallen zijn van verbazing want hij keek me boos aan. „Doe niet zo dwaas", zei hij. „Ik heb haar niet vermoord. Tussen ons was alles allang voorbij. Maar ik had haar een ring gegeven en zij mocht hem niet dragen. De ketting was om de ring eraan te hangen." Ik trachtte weer gewoon te ademen. „Heb je hun dat verteld?", vroeg ik. „Nog niet. Zou het wel goed zijn om dat te doen? Maar weet jij, Ju dy, wat dat voor een ding is, wat er aan geknoopt is? Wat is dat? Jij bent een vrouw. Heb je er enig idee van?" Ik schudde mijn hoofd. Niemand draagt zulke dingen van daag de dag, Don." „Het moet iets betekenen." „Ja", zei ik nogal dom. „Het moet iets betekenen. Maar ik zou niet we ten wat." Hij nam voor hij wegging nog een whiskeysoda en hij begon wat meer mens te lijken. Hij nam zelfs nog even tijd om te zeggen dat ik er be roerd uitzag. ..Waarom ga je niet naar bed om wat uit te rusten?", vroeg hij. Dat was ik ook van plan", zei ik, „maar moeder kwam wat eerder op het idee." Voor het ^erst die dag glimlachte hij en ik glimlachte terug. Ik weet dat hij zo maar een aardige blonde jongen was die zichzelf omhoog had weten te werken, maar ik had hem al zolang vereerd, ik glimlachte daarom voor ik 't zelf wist. „Arme Judy", zei hij. „Het is ook allemaal zo beroerd hè?" Een ogenblik was ik zo dwaas te denken dat hij me zou kussen. Na tuurlijk deed hij het niet en toen de deur van zijn wagen dichtsloeg had ik het zekere gevoel dat hij voorgoed uit mijn leven ging. Of dat hij er nooit in geweest was. HOOFDSTUK IV Alma en ik lunchten zwijgend, al thans wij deden alsof. Een van de nare dingen in een huis als het onze is, dat er altijd te eten is. Het wordt opgediend en wordt afgenomen, of men er trek in heeft of niet. Alma was in het zwart, gereed om naar de Leiands te gaan. Ze zag er wat be ter uit maar at niets. „Ik weet niet wat er met je moe der aan de hand is", zei ze voor ze wegging. „Ze wilde me zelfs niet in haar kamer toelaten. Dat is niets voor haar." ("Wordt vervolgd) Ingezonden mededeling) Mooie bruining en zonnebrand-werend Passiebloemen kan men ook voort- kweken door middel van stekken en dat kan nu heel goed gedaan worden. Jonge en kruidachtige stekken ter lengte van ongeveer zeven tot tien centimeter, zullen in een jampotje met water gemakkelijk wortels vormen en later zal men ze dan elk apart in een potje met voedzame bloemistengrond zetten. Ze hehben volle zon nodig. mÊÊÊÊÊmm n FLITS s GORDON Hü in het iü heelal door Dan Barry ""FUTSjHer W'-o, ZAL NI ET GELUK- FLITS, KEN. IK VOEL HET! IK SEN NIET BAN GTE STERVEN, MAAR... door ün De L- opzienbarende lU experimenten van student n Tijloos (4EB IK ZULKE SMALLE VOETEN DAN - Tr* K""* Tr*~ hc. T#W. >1 U I ht, OH '-TV jpitmmiiiiiiiuiiMiiiiiimiiiiiiiiiMmiiuiuiuiiuniiimmiiiMiiuuMwmiiiniiuniMuiniiMiiimiminiiMiiiniuimummmmuiniiiiimmiuwniiwimiwMiiimnmmmnitiWMiwminmiuiË 33. Na o-p de deur van de kajuit ge klopt te hebben, kwam als eerste de lakei naar binnen. „Ahiïm. Is hier een Sprenkel, J. W„ aanwezig?" wilde hij weten. ..Dat ben ik", zei de uitvinder op staande. ,.Ahum, juist. Wetou", vervolgde de bezoeker plechtig. „Het is de wens van.." Verder kwam hij niet, want oip dat moment drukte de tiweede bezoeker de deur met veel lawaai open. „Precies", riep hij, zijn afetentas oipenritsend. „Het is de wens van een grote fabriek in het Zuiden des lands om uw vinding te kopen, meneer. Als u hier even wilt tekenen, worden we het over de prijis wel eens..." „Hoort u bij elkaar?" vroeg Kappic fronsend. „Weineen", zei de lakei koel. „Ik ben hier namens zijne excellentie de minister van onderwijs, kunsten en we tenschappen om de heer Sprenkel, J. W. te verzoeken terstond bij de minis ter te verschijnen. Ik raad U aan met zaken doen te wachten totdat u van Hogerhand orders beeft gekregen!" Er viel een diepe stilte na deze woor- den, waarin de zakenman plotseling veel van zijn belangstelling scheen te ver liezen. Hij schoof zijn papieren schou derophalend terug in zijn tas,.. NED. HERV. KERK Beroepen te Wassenaar (vac. H. Be ker) J. A. G. van Zanten te Bussum; te Wagenmgen (vac. W. Pellebroer): P. C. de Bruijn te Nieuw-Loosdrecht. Aangenomen naar Rijk (Haarlemmer meer): C. J. Amesz te Heinkenszand; naar 's-Hertogenoosch (vac. dr. K. Strijd) (toez.): J. Wa Mazurel te Hee rewaarden; naar Nieuw-Leusenen: C. Nauta te Ouwsterhaule; naar Hallum: L. A. Eijgenraam te Bedun. Bedankt voor St. Philipsland: J. v.d. Schee te 's-Gravenmoer; voor Hooge'- veen: (vac. dr. A. v. d. End) J. A Bruijn te Ernst (GldJ. GEREF. KERK Beroepen te Groningen-N: G. Meiis- ter te Ede. Aangenomen naar Roosendaal* P v. d. Veen te Sibculo. Bedankt voor Ureterp: H. Makkinga te Wilsum (Ov.). CHRIST. GEREF. KERK Bedankt voor Nieuwe Pekela- K J Velema te Hoogeveen; door Vineland (Ont. Can.) Free Christian Reformed Church: F. Bakker te Driebergen GEREF. KERK VRIJGEM. kanrte^r£hterdreCht: S' Kn0,scn'

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1962 | | pagina 2