Zending op Nieuw-Guinea wordt steeds internationaler UIT DE ZEEUWSE KERKEN (JverlzmM o Korting WIII bezocht Zeeland (3) 11111 ill!l Overpeinzingen van een Hervormde predikant Ik geloot in de wederopstanding des vleses Voor r.k. theologen bestaat reformatie eigenlijk niet Steun uit Ceylon Verontrust het moderne denken de Chr. school? Gebedsverhoring In het ziekenhuis Kringraad B.B. vergaderde Is Zaterdag 26 mei 1962 ZEEUWSCH DAGBLAD Pag. 9 De Deltacommissie van het Visserijschap .door. I OEGSTGEEST. De Raad van. kerken van Ceylon heeft op verzoek van de synode der Evangelisch-christelijke kerk van Nieuw-Guinea besloten een zendingspredikant naar Nieuw- Guinea te zenden. Het is ds. S. M. Jacob, die op deze wijze de eerste zendeling van de Ceylo- nese kerken wordt en voorlopig in Manokwari gaat werken. Over enkele jaren zal de Nieuw-Guinese synode hem een definitieve werkkring toewijzen, waarbij men denkt aan een functie als docent aan de theo logische opleiding in Hollandia of in Seroei. Ds. Jacob is thans stadspredikant te Colombo. Hij is 33 jaar en studeerde aan de bekende hogeschool te Banga lore in India. De uitzending is eigenlijk een ge- volg van de bijstand die de hervorm de zending in Nederland vier jaar geleden aan Ceylon heeft gegeven, toen zij ds. W. Wester tijdelijk voor werk in Colombo beschikbaar stelde. Men wilde in Ceylon ds. wester be houden en dat vond Oegstgeest goed, als Ceylon dan zelf een zendingspre- dikant naar Nieuw-Guinea stuurde. De zending op Nieuw-Guinea wordt op deze wijze steeds internationaler. Wij bedoelen de kerkelijke zending die samenwerkt met de inheemse kerk. In het binnenland zijn igeloofszendin- gen van overwegend Amerikaanse huize werkzaam en naast de samen werkende kerken arbeidt afzonderlijk nog de zending van verschillende vrij gemaakte gereformeerde kerken uit Nederland. Maar in samenwerking met de Nieuw-Guinese kerk zijn thans naast zeer vele Nederlandse zendingsmen sen (hervormd, gereformeerd, doops gezind, vrij-evangelisch en uit de kring van de Gereformeerde gemeen ten) ook zendelingen werkzaam uit Duitsland, terwijl de ECK ook aan de Verenigde presbyteriaanse kerk in de Verenigde Staten om een zendingspre dikant heeft gevraagd. ZIERIKZEE. Onder voorzitter schap van de burgemeester van Zierik- zee, mr. F. Th. Dijckmeester kwam de kringraad van de B-kring Zeeland, d in vergadering bijeen. Na afwikkeling van o.m.. personeels zaken, werd besloten tot het aangaan van een fraude- en W. A. verzekering. De begroting van inkomsten en uitga ven over de periode 1 oktober t.m. 31 december 1961 en het jaar 1962 werden onveranderd vastgesteld. De bijdrage der kringgemeenten per inwoner is be paald op 0,78. Aan de minister van Binnenlandse Zaken zal een extra bijdrage worden verzocht ter tegemoetkoming in de al gemene kosten. Tenslotte werden enkele hoofdstukken van het voorgeschreven beschermings plan vastgesteld. DEN HAAG. In de bestuursver gadering van het Visserijschap heeft de voorzitter, de heer A. L. S. Locke- feer, het een en ander verteld over de activiteiten van de Deltacommissie. Deze in december vorig jaar door het schap ingestelde commissie, waar van de heer Lockefeer ook voorzitter is, is bedoeld als een soort tegenhan ger van de ambtelijke commissie ex artikel 8 Deltawet, die een regeling voor de vergoeding der door de Del tawerken veroorzaakte schade voorbe reidt. De Deltacommissie heeft de minister van Landbouw en Visserij gevraagd, het contact tussen de beide commis sies zo veel mogelijk te bevorderen, en ook wilde zij graag een gesprek met de minister. De minister heeft daarop geantwoord, dat hij de door de commissie gevraagde stappen niet zal doen, omdat de commissie ex artikel 8 altijd bereid is om, indien dat wen selijk is, het bedrijfsleven te horen, en omdat de Deltacommissie ook eigener beweging contact kan opne men met de commissie ex art. 8. Ook het verzoek om een onderhoud heeft de minister niet ingewilligd. De heer Lockefeer was over dit antwoord van de minister teleurgesteld. De financieringsregeling sanering zeevisserij is weer een ander voor werp van zorg der commissie. De mi nister van financiën heeft deze van 1954 daterende regeling, waarbij vis sers van de Herstelbank een gedeelte lijk door de regering gegarandeerd krediet kunnen krijgen voor de aan koop van een groter vaartuig, enige tijd geleden ook van toepassing ver klaard op de garnalenvissers van Vee- re en Arnemuiden. Uit die plaatsen heeft men nu vernomen dat het met het gebruik maken van die regeling nog niet zo vlot loopt, en- de commis sie zal daarom nagaan of en hoe daarin verbetering te brengen is. De commissie zal verder aandacht beste den aan het feit, dat de overheid op het ogenblik geen braakliggende mos selpercelen vrijgeeft, terwijl er vol gens de commissie wel vraag is naar deze percelen. Het bestuur besloot verder, een gar- nalenfonds in te stellen, waar uit ver goedingen kunnen worden gegeven voor garnalen die de minimumprijs niet opbrengen. Ook werd een opvangfonds ingesteld voor verse vis, speciaal schelvis, wij ting, schol en schar. Voor anderen HET IS NIET helemaal waar, wat men nog wel eens zegt: je gaat voor jezelf naar de kerk, schrijft ds. J. A. van Duyne in ,,De Brug", het maand blad van de Hervormde gemeente te Souburg. Hij voegt eraan toe: De ge meente heeft behoefte aan mij. Daar mogen wij gerust eens aan denken op een zondag, dat wij geen behoefte aan de gemeente hebben. Wensen IN HET RINGBLAD van de Her- vormde kerken in de ring Goes heeft de kerkvoogdij van de Hervormde ge meente te Goes enkele belangrijke wensen genoteerd: een jeugdgebouw. Aan deze zaak wordt serieus gewerkt. Nieuw orgel. Uit hierover ontvangen voorlichting blijkt dat het orgel in de Grote kerk door een nieuw moet wor den vervangen. Vierde predikants plaats. Door de groei van de bevol king en de noodzakelijke verdieping in het werk moet ook grote aandacht worden geschonken aan de uitbrei ding van het aantal predikantsplaat sen. Voorts vraagt, volgens de kerk- voorgij de groei en de uitbouw van Goes bezinning over de wenselijkheid van bouw van een nieuwe kerk. Ten slotte wordt nog opgemerkt dat het opvangen van de jeugd in een groei end Goes onherroepelijk de benoe ming van een tweede wika tot gevolg moet hebben. Dit alles schrijft de kerkvoogdij n.a.v. het opnieuw vaststellen van de vrijwillige kerkelijke bijdragen. Klachten over de medewerking van de gemeente heeft men niet. In 1930 bracht men 4400 gulden bijeen, in 1947 was dit gestegen tot 12.700 gulden en in 1961 tot 73.000. Gesprek DE KERKERAAD van de Hervorm de gemeente te 's-Gravenpolder heeft die van de Geref. kerk ter plaatse uit genodigd voor een gesprek. De uitno diging is aanvaard. Jeugddiensten IN DE HERVORMDE KERK te 's-Heer Arendskerke zullen voortaan meer jeugddiensten worden gehouden. De kerkeraad is .tot dit besluit geko men naar gesprekken met catechisan- De R.K. Universiteit te Nijmegen heeft een congres van de theologische faculteit gehouden, dat door diverse pro testantse theologen en studenten werd bijgewoond. Eén hunner, ds. F. J. Pop, directeur van Kerk en Wereld te Drie bergen, is daarvan teleurgesteld naar huis gekomen, naar hij meedeelt in Woord en Dienst. ,,De onderwerpen waren twee thema- ta van het komende Vaticaanse concilie: de verhouding- van, episcopaat en pri maat; de verhouding van. ambt ,eri leek. Zowel de onderwerpen afs de behande ling ervan waren typisch binnenkerke- lijk-rooms. Wel keken de inleiders naar wat* in de oosters-orthodoxe kerk over het primaat van de paus gedacht en ge zegd wordt; wel kwam ook de houding van de oud-bisschoppelijke cleresij ter sprake; maar noch Israël noch de ker ken der reformatie speelden in de in leidingen een rol. Dat professor Van Ruler er een moe dige lezing over ambt en leek uitsprak, veranderde m.i. daaraan niets. Ik kreeg voortdurend sterker het besef, dat wij MIDDELBURG. Op de vrij dag in Schuttershof gehouden schooldag voor de protestants dhriselijke scholen in Zeeland heeft de heer dr. J. W. van Hulst uit Amsterdam een belangwek kende rede uitgesproken over „De Christelijke school en het mo derne denken". Dr. Van Hulst verklaarde van mening te zijn dat het christelijke onderwijs zich te weinig bezig houdt met het moderne denken. In de vorige eeuw lag de situatie anders. Toch was de pedagogiek misschien zwak, maar de chris telijke school innerlijk sterk. De heer Van Hulst ging uitvoerig de invloed van het reveE op het leven in al zijn facetten na, in het bijzonder op het onderwijs. Hij weet het o.a. aan de invloed van Multatuli en Nietzsche dat velen los zijn gekomen van de kerk. Op het ogenblik is meer dan eenvijfde van de bewoners der aarde marxistisch. De dogmatiek van een valse religie heeft de mensen een verlossingsstrategie wil len bieden met een toekomstverwach ting. In dit denken is een klasse-ethiek ontstaan, waarin het maatschappelijk doel alle middelen schijnt te heiligen. Welvaartsdenken Bovendien is er sprake van een wel vaartsdenken, zei dr. van Hulst. Vele mensen strijden om een leven op een hoog niveau. Men is gaan denken in dollars en men meent dat welvaart ge lijk is aan welzijn. Wie geen auto heeft voelt zich al tekort gedaan. Naast deze welvaartsstaat is er echter de wereld- hongerkaart. De moderne existentiefilosofie door trekt het denken van veel mensen be toogde spreker vervolgens. De mens wordt de mens van het falen genoemd hij is een constructiefout en de essentie van het leven is een walging. Dienten gevolge wordt de zinloosheid van het leven bewust aanvaard. Aan het slot van zijn rede vroeg de heer Van Hulst hoe het christelijk onderwijs heeft gereageerd. Is de chris telijke school niet verontrust en ge schokt door het moderne denken, dat ook het kind niet onberoerd laat? On derwijzers en onderwijzeressen moe ten een antwoord kunnen geven aan de hand van de Bijbel. Opvoeden in Bij belse zin is een avontuur, een avon tuur echter, waarbij we zullen uitko men, daar waar God het wil. Het heilig avontuur loopt niet uit op zin loosheid, maar op de vrijheid der kin deren God®. Naar aanleiding van deze rede wer den diverse schriftelijke vragen ge- heeft mevr. M. M. van Noortwijk-Co- lijn uit Hilversum gedeclameerd. Zij droeg opip verdienstelijke wijze werk voor van Jan Camipert, Bomans, Len- nart. Andreus en Cummimgs. Namens het bestuur van het negende dictrict van de Schoolraad voor de Scho len met de Bijbel heeft de heer J. La- port de schooldag geopend. Hij herin nerde aan woorden van minister Cals, dat er nog steeds een groot, tekort aan leerkrachten is, vooral bij het voortgezet onderwijs, u.l.o., technisch onderwijs en vh.m.o. Met de keuze van een functie bij het onderwijs wordt een nationaal belang gediend, zei de voorzitter, die tenslotte wees op de mooie taak op de christelijke school de Bijbel te mogen openen en het Woord van God te mogen meegeven als richtsnoer voor het leven. Aan deze schooldag was een leermid delententoonstelling verbonden, die door burgemeester mr. J. Drijber van Middel burg werd geopend. in hun denken niet voorkomen. Wij blij ken hun niets te zeggen te hebben en zij missen het orgaan ons te kunnen horen. Naar leer en leven zijn wij bin nen hun wereldkatholicisme een te ver waarlozen grootheid of kleinheid. Voor mij was dit congres de beleving van een wereld, die ik zo nog niet ken de. Natuurlijk wist ik tevoren wel wat af van de theologie, die hier...bedreven werd, maar nu had ik er een - lijfelijke aanraking mee. En die was pijnlijk en onaangenaam. Ik ontdekte in Nijmegen een volkomen gesloten wereld, zonder oog, oor en hart voor wat elders ge beurt. Ik heb er naar zitten kijken, enerzijds geboeid, anderzijds verbluft en verbijsterd. Geboeid door de strijd waarbij men elkaar scherpe kritiek niet spaart. Verbluft en verbijsterd, omdat het me steeds duidelijker werd, dat de reformatie voor deze mensen eigenlijk niet bestaat. Dat laatste geldt m.i. ook ten opzichte van de Wereldraad van Kerken. Die komt in hun denken alleen voor in zo ver er een kans in zit, dat deze organi satie nog eens binnen het geheel van hun catholica een plaats zal krijgen. Voordien en zonder dit perspectief is de wereldraad voor hen een monster zon der waarde, dat in hun denk- en bele vingswereld geen rol speelt, want een werkelijke gesprekspartner is voor hen alleen hij, die metterdaad deel heeft aan hun eigen papaal-episcopaal bepaal de religiositeit. Ik voel me door dit congres behoor lijk op een afstand gezet. Ik heb me af gevraagd of dit aan mezelf kon liggen. Ik meen nu te moeten zeggen: Nee, de oorzaak ligt niet bij mij. Want eerst na een integrale aanvaarding onzer zijds van hun totale wereld kunnen zij ruimte maken voor de erkenning en be leving van de broederschap. Het congres heeft mij radicaal beroofd van optimis tische verwachtingen betreffende toe komstige samenwerking of éénwording. Wellicht is in een ontmoeting van per sonen iets te beleven van een diepere verwantschap in Christus. Maar een ont moeting van kerken lijkt mij slechts te kunnen voortkomen uit een grondige be kering. Ik laat in het midden, waar die moet plaatsvinden: tbij hen, bij ons of bij bei den. Het staat echter voor mij vast, dat zulk een bekering op God en op elkaar gericht zal moeten zijn en heel concreet zal moeten bestaan in een radicale uit leiding uit het diensthuis van de stelsels en structuren". ten. Er zullen voortaan elk jaar zes jeugddiensten worden gehouden. Evangelisatie IN OOSTKAPELLE hebben tussen de- kerkeraden van de Hervormde -ge meente en de Gereformeerde kerk be sprekingen plaats gevonden in ver band met de evangelisatie onder de zomergasten. Zowel het Hervormde blad „De open deur" als het Gerefor meerde blad ,,De Elisabeth-Bode" zul len gemeenschappelijk namens beide gemeenten op grote schaal worden verspreid. Verder zullen er twee ..avondstilten" midden in de week, een in juli in de Hervormde kerk en een in augustus in de Gereformeerde kerk worden gehouden. Ook zal door imiddel van raambiljetten-en speciale circulaires die namens de gemeenten, aan de gasten ter hand zullen wor den gesteld de aandacht worden ge vestigd op de kerkdiensten. Soldatengift IN HET GEMEENTEBLAADJE van de Hervormde gemeente Koude kerk en 't Zand stond: ,,Er was een broeder in onze gemeente, die zich er aan -stecitifce, dat de kerk een gift van een militair had geaccepteerd. Zijn mening was: de kerk biedt de mili tairen iets aan, neemt geen geld van hen aan. Zij kunnen van hun karige zakgeld geen 'bijzondere uitgaven doen. Deze bezorgdheid moet hogelijk ge waardeerd worden. Toch wordt er in het kerkblad op gewezen dat in een vermelding van ontvangen giften niet met een bepaalde bedoeling is ver meld dat een militair een bijdrage schonk aan de kerk. Het bericht is niet geplaatst ter aanmoediging van andere militairen. Tot de militairen wordt gezegd: Jongelui, maak je niet bezorgd, we komen er wel mee klaar". Probeer 'f DE GEREF. KERK (VRIJGE- MAAKT) te Terneuzen vraagt een nieuwe organist. 'De commissie van jbeheer*sblirijftt- in de kerkbode: ,,We izo-eken naai* broeders, zusters, meis jes of jongens, die in staat - zijn '(of Vspdedig- Worden)' óm - het-orgel te be spelen. Wij zijn niet veeleisend Wilt u eerst „op uw eentje" op het orgel spelen, dat kan hoor!" „Hij gaf hun wat zij begeer den, maar henzelf deed Hij wegteren" (Psalm 106 vers 15). Het gaat hier, in Psalm 106, over het volk Israël tijdens zijn woestijnreis. U herinnert zich dat misschien nog wel: God had Israël uit zijn slavernij in Egypte verlost met grote ma nifestaties van macht en kracht. Dat was iets geweldigs ge weest, en zij waren daar ook diep van onder de indruk geko men. „Toen geloofden zij Zijn woorden, zij zongen Zijn lof". Maai- dan komt de lange, harde pelgrimstocht door de woestijn, met zijn gebrek aan de meest elementaire levensbe hoeften, en dan is het gauw weer vergeten, wat God alle maal voor hen gedaan heeft; dan kunnen ze niet wachten op Zijn raad, maar dan verzoeken ze God in de wildernis. Dat is een beeld, dat ons ver moedelijk ook niet helemaal on bekend is. Ik weet het niet, maar ik heb het idee, dat er niet zo gek veel veranderd is onder de zon, sinds die dagen. Maar goed, dan volgt het woord, dat boven deze medita tie .staat: „Hij gaf hun, wat zij begeerden, maar henzelf deed Hij wegteren". Ik weet niet, wat u onder meditatie verstaat, maar per soonlijk'vind ik dit nu echt een woord, om in je binnenkamer over te mediteren. Bij alle discussies van tegen woordig over gebedsverhoring, lijkt het me goed, om vooral ook dit woord niet onder de ta fel te houden. En dat we het ook persoonlijk niet naast ons neer leggen, maar proberen er mee klaar te komen. Ik geloof, dat dat alleen maar lukt op je knieën. Het gebed is de grootste macht, onder de hemel aan mensenkinderen gegeven. Wij kunnen nooit te veel, wél te weinig van het gebed verwach ten. Het gebed is het leven van een christen. Daaraan kunt u de stand van uw geestelijk le ven toetsen. Als het ge'bed zijn reële functie en kracht in ons leven zou kunnen herkrijgen, dan hoeven er in de toekomst geen rapporten meer over de ver schraling van het geestelijk le ven uit te komen. Echt niet! Alleen: schrijf boven de lijst met voorbeden aan uw muur dit Psalmwoord. Want hoe komt het, dat het gebed voor zovelen zijn kracht en functie verloren heeft, als het niet is om deze reden?! Israël kréég zijn vlees, zijn begeerten ja, maar daar was dan ook alles mee gezegd. Zij gingen in hun zelfzucht ten onder.... Zou "dat misschien bij "mij ei?' bij u ook zo kunnen zijn? Zujlen wij_ dit woöjdtèens in» onze binnenkamer overdenken? H. A. VAN BOTTENBURG SCHOONDIJKE w&nöeUnqen öoor be zeeuwse histORie door L van Wallenburg Met de kerkdienst op zondag 25 mei was het programma voor die dag lang niet af gewerkt. De Koning had een. deel van Wal cheren nog niet be kocht. Dat zou die zon dagmiddag gebeuren. Om 12 uur arriveer de de Koning in het oude markiezaat Vee- re (een van zijn titels was markies van Vee- re), altijd een Oranje gezind stadje geweest. Zowel in 1672 als 1747 werd hier na een stadhouderloos tijd perk voor het eerst weer een Oranjevorst uitgeroepen. Bij de hofstede Trouw voor goud (bestaat nog) dicht bij het gehucht Zanddijk, waar de grens tussen Veere en Vrouwenpolder loopt, was een erepoort op gericht en stond een erewacht gereed om Koning dbor de "jkse poort bij oude cathedraal naar het mooie stad huisje te begeleiden. Burgemeester Snijder liet hem de oude vier schaar zien en ver klaarde hem de gra veringen van de be roemde zilveren be ker. Over Vrouwenpol der bereikte men het mooie in de bossen gelegen buitenver blijf Overduin. Hier ontving de eige naar, het oud-Eerste Kamerlid mr. De Jonge van Ellemeet, hem en werd ook de maaltijd gebruikt. Maar tevens was hier ook een maaltijd voor arbei ders uit de naburige gemeenten. De heer De Jonge had tweehonderd vrije toegangskaarten uitgereikt en aan een lange tafel zaten de eenvoudige men sen te eten. Brood, boter, ham en kaas was er volop en een vat bier kon hun dorst lessen. Een van hen, de oude Jan Meyer uit Serooskerke, mocht de Ko ning de ihand drukken en was ontroerd omdat hij dit ook de vader en groot vader van Willem III had kunnen doen. Nadat de Koning de mooie cactus verzameling van wel 2000 stuks had be wonderd, ging het langs het kasteel Westhove naar Domburg. Vanaf een hoge duintop van 75 voet (dat zal wel de Hoge Hill geweest zijn) had men een prachtig vergezicht over Walche ren in pas ontloken lentegroen. Op de terugreis via Oostkapelle naar de hoofdstad had in Serooskerke nog een ontroerende plechtigheid plaats, waarbij ook burgemeester Melis en Dr. Nonkebel tegenwoordig waren. Geen eigen gemaakt welkomstlied zong men hem toe zoals in de meeste andere plaatsen. Het vrome kerkvolk zong hem met ontblote hoofden de bede uit Psalm 134 toe: „Dat 's Heren zegen op u daal!" Ogenblik van heilige stilte te midden van het drukke feestrumoer. Deze nacht was de laatste die de Ko ning in, de,. Abdij overnachtte. De an dere mörgeti nam hij'afscheid van Wal cheren, dat nu voldoende zijn deel had gehad van 's Konings aanwezigheid. Op maandag 26 mei was het oostelijk deel van Zeeuwsch-Vlaanderen aan de beurt. Om 10 uur bereikte men Terneu zen, waar de kazerne en de sluiswer- Ik ben in het ziekenhuis ge weest. Nee, niet ambtshalve. Ik zeg dat er maar even bij, want sommigen vinden, dat dominees „gemakkelijk praten" hebben, als zij aan een ziekbed staan, heel wat gemakkelijker dan wanneer ze in een ziekbed liggen. Tussen haak jes; een dominee, die aan een ziekbed zo gemakkelijk praat, is geen goede dominee. Ik heb dus in het ziekenhuis ge legen. Voor de achtste keer in mijn leven. Ditmaal voor een vrij ern stige operatie. Achter alle pijn zag ik de zegenende hand van mijn God en hoorde ik de troostende woorden van Christus. Ik iie:b in een roomis-katholiek zieken huis gelegen. De specialist is een pro testant. Ik geloof niet, dat 'hij erg kerks is. Maar sommigen vinden een niet- kerkse protestant altijd nog beter dan een kerkse rooms-katholiek. Ik lag op een kamertje met nog twee mannen: zij sloegen een kruis voor het eten en voor het slapen. Ik niet. Wel keken wij allen naar hetzelfde kruis, dat aan de wand hing. Wij keken steeds naar die gekruisigde Christus, Die hun Heer en de mijne was. Dat vond ik een merkwaardige ontdekking. Een van mijn lotgenoten was een .slager. Deze man heeft mij twee dingen geleerd: hoe zijn geloof hein sterkte en waarom zijn kerk voor hem zoveel betekende. Hij leerde me tussen alle ellende ook'nog hoe je een koe moet slachten en beweerde, dat een nier-operatie niet zo moeilijk was. Onbegrijpelijk, dat er in een zieken huis zoveel specialisten rondlopen. Wat ik eigenlijk wilde zeggen is dit: wat vallen verschillen, die in het" normale leven van gezonde mensen soms zo zwaar wegen, die mensen van elkaar scheiden en vervreemden in een zieken huis gemakkelijk weg. We hebben el kaar als kinderen van God leren ken- "S DE OPSTANDING uil de dood een fantasie, een stoutmoedige wens, kort om een ideaal dat toch nooit verwe zenlijkt wordt? Vele humanisten en mo dernisten willen ons dit doen geloven, vooral waar het geldt de opstanding van liet lichaam. Hoe kan, zo vragen zij, een lichaam opnieuw tot leven komen, dat tol ontbinding is overgegaan? Wat blijft er over van een lichaam, dat bijv. door wilde dieren is verscheurd, in de diepte van de zee is vergaan, of door een explosie is verminkt? Zeker moet worden gezegd, dat wij hier staan voor een ontzaggelijk mysterie, dat voor het natuurlijk verstand een grote dwaasheid is. Nochtans behoort de opstanding, ook die van het lichaam, tot de centrale verkondiging van de Bijbel en tot de belijdenis van liet Christelijk geloof, dat juist de wederopstanding des vleses benadrukt. God heeft de mens geschapen naar lichaam en ziel, en heiden zijn van blijvende betekenis, daar Hij niet laat varen het werk Zijner handen. Dit wil allerminst zeggen, dat er geen vragen overblijven. Maar zoveel is ge- openhaard, dat het feit van de lichame lijke opstanding een eigen plaats inneemt in het Bijbels getuigenis en een rijke troost inhoudt voor de Christ-gelovige. Het sterven komt natuurlijk voor in alle tijden, maar de dood is ook steeds door denkers en dichters romantisch gekleurd, Reeds in de klassieke wereld vinde we de voorstelling, dat het menselijk lichaam de gevangenis is van de ziel, een zware last welke liem kluistert, terwijl de ziel gelijk is aan het goddelijke en liet onsterfelijke. Vandaar dat de dood als een bevrijding wordt beschouwd, waarbij de ziel liet ds. G. A. Odé te Biggekerke lichaam verlaat en onbelemmerd kan rondwaren in het schimmenrijk. Tegenover dit gezichtspunt ziet Paulus echter in het lichamelijke op zichzelf géén oorzaak van het ellendige en gebrek kige in de wereld. Deze ligt in de over macht van de zonde. Zijn ideaal is dan ook niet de onlichamelijkheid, de naakt heid, maar een andere lichamelijkheid, de transformatie van het lichaam. In het Oude Testament al vindèn we enige sprekende aanwijzingen van het geloof in de opstanding. Doch Jezus Christus heeft de verwachting van de oud-testamentische gelovige tot eeuwige werkelijkheid gebracht in Zijn lichame lijke opstanding. Hoe moeilijk het ook is, ons hiervan een idee te vormen, wèl wordt het ons duidelijk dat op de Paasmorgen een ver andering van Zijn lichaam heeft plaats gehad. Maar tevens verschijnt Hij aan Zijn volgelingen op een zodanige wijze, dat Hij door hen wordt herkend. Eerst hield Maria Magdalena de Verrezen Heer voor een hovenier, maar later ontdekte zij Hem aan Zijn stem, toen Hij zeide: „Maria!" De Emmaus-gangers herkenden Hem aanvankelijk ook niet. Dit geschiedde pas bij het breken van het brood. Zijn hemelse lichamelijkheid is verheven hoven Zijn aardse stoffelijkheid. Hij treedt binnen bij Zijn jongeren door gesloten deuren. Doch anderzijds spreekt Hij met Zijn discipelen, toont hun Zijn handen en voeten en vraagt Hij om spijzen, wanneer zij Hem voor een geestverschijning houden. We hebben hier dus kennelijk te maken met een reëel lichaam, waarbij het fysisch element evenwel onder absolute controle is van het geestelijke. En aan dit Zijn verheer lijkt lichaam zullen wij gelijkvormig worden. Hiervan geeft Paulus enige tekening in l Gormthiërs 15. Op de vraag, hoé het mogelijk is dat de doden opgewekt wor den, geeft hij ten antwoord, dat ontbin ding en continuïteit elkaar niet uitsluiten: „Wat gij zaait, wordt niet tot leven ge wekt, tenzij het gestorven is". Het opstandingslichaam heeft wel een eigen aard, het is onvergankelijk, krach tig en geestelijk, maar tegelijkertijd blijft er het verband tussen dit lichaam en het aardse lichaam zoals tussen zaad en vrucht. Evenals het tarwegraan komt uit tarwekorrels en God deze wet in de na tuur gelegd heeft, zo volgt Hij die wet ook in liet grote wonder van de opstan ding. Dit houdt onder meer in, dat elke tegenstelling tussen stof en geest onbijbels is en dat de geringschatting van het lichaam volgens de klassieke denkwereld in vierkante strijd is met het verlossings werk van Christus. De continuïteit tussen het aardse en het toekomstige lichaam predikt ons bovendien, dat de opstanding een her schepping en niet een nieuwe schepping zal zijn. Dit laatste had God ook kunnen doen, maar dan had Hij Zijn eerste schep ping prijsgegeven aan dood en verderf. Christus is een volkomen Zaligmaker van wat verloren is. Overigens blijft het verborgen, hoe deze her-schepping plaats zal vinden. Sober blijft in deze de Heilige Schrift, omdat het in de eerste plaats niet gaat om de 'opstanding van de mens, maar om het Rijk van God, waarin deze opstan ding plaats vindt l, nen en ervaren. We Ihebben eerlijk en open met elkaar gesproken en over de preek van de rector gediscussieerd. We heblben smart gevoeld van de geschei denheid en van tijd tot tijd gepoogd het schone en 'boeiende van eikaars kerke lijke liturgie te formuleren en te be grijpen. We hebben samen gebeden en samen geluisterd. We hebben elkaar niet uitge lachen, want voor ons hing Christus aan het kruis. Dag en nacht keek Hij naar ons. Het was alsof we in onze pijn en in onze bezorgdheid samen een kerkelijke gemeenschap vormden, waarin we el kaar begrepen, elkaar aanvaardden en elkaar troostten. In het ziekenhuis groeide dat, wat bui ten het ziekenhuis zo slecht tot ontwik keling komt. De bejaarde man, rechts van mij, vertelde sober van zijn leven, dat zo vol zorgen was, maar een door God gezegend bestaan. De slager, links van mij, raakte niet uitgepraat over een protestantse kerkdienst, die hem eens isterk had ontroerd. Zo lagen wij daar kleine gemeenschap in Chris tus, verschillend van kerk en geloof, verschillend van rang en stand. Het is altijd waar gebleken: in tijden van rampen, van nood en dreiging, groeien de mensen naar elkaar toe. De verschillen blijven wel, maar ze wor den geaccentueerd. Ditmaal beleefde ik het persoonlijk. Met een nuchtere, ver grijsde ambtenaar rechts van mij en een hardwerkende slager links van mij. Samen kijkend naar Christus, die ons altijd weer scheen te vragen, «buiten het ziekenhuis, buiten de nood en de ram pen, ook elkaar te zoeken en te dienen en te aanvaarden. Je kan er een hele dag en avond over denken en praten. Doe dat, van dag tot dag. (Uit het kerkblad van de Geref. Ker ken te Rilland-Bath en Krabbendijke.) Verlost van de hoorcommissies De gereformeerde predikant van Krab- bendam (N.H.) heeft een beroep naar Beekbergen aangenomen. Afscheid van zijn tegenwoordige gemeente te moeten nemen, vindt hij niet zo leuk, want er zijn banden gelegd. „Overigens zegt hij is het een prettige bijkomstigheid dat we nu zijn verlost van de hoorcommissies. Onwille keurig werd het pastorieleven gespan nen. 's Zondags was er de inspanning van de bezoeken en de rest van de week was je benieuwd wat er zou gaan ge beuren. Ach ja, dat beroepingswerk! Sommige kerken handelen bijzonder correct, vroe gen toestemming om de preek op de band op te nemen en zonden bericht wanneer een beslissing genomen was. Andere kerken verwachtten, dat de krant alles wel zou overbrengen. Eén kerk deelde mij mede, dat de noorcommissie geen vrijmoedigheid had om mij aan de kerkeraad voor te dra gen. Op zichzelf is het een «natuurlijke zaak, dat een kerk geen beroep op een bepaalde dominee wenst uit te brengen, maar men moet niet doen alsof die pre dikant om een beroep heeft gevraagd. Neen, het is geen onverdeeld genoegen de aandacht van sommige kerken te ge- metea"* ken in het kanaal werden bezichtigd. Langs dit kanaal reed men tot vlak bij de grens: Sas van Gent. Hier sprak de koning deze merkwaardige woorden: „Moge al Sas van Gent ver van mijn residentie, aan de grenzen des rijks, verwijderd zijn, toch ligt het mij dicht aan het hart." Over Westdorpe en Axel bereikte men Hulst. Van dit stadje werd be weerd dat het niét zo bijzonder Oran jegezind was. Maar dit gold dan toch niet van die bakker die een transpa rant gemaakt had van een bakker die een brood in de vorm van een mens in de oven schuift. Deze woorden ston den erbij ..Die zijn Koning niet wil minnen Schuif ik zo de oven binnen." Als een bewijs van bijzondere ver draagzaamheid vond de Koning het, dat de kerk gedeeltelijk R. Katholieke kerk was en voor een ander klein deel door de Ned. Hervormden werd ge bruikt. In de haven van Walsoorden over nachtte de Koning aan boord van zijn schip. Zuid-Beveland Dinsdag 27 mei was bestemd voor Zuid-Heveland, waar het koninklijk jacht aanlegde in Hansweert. Dat was toen nog een klein gehucht, waar men pas begonnen was met de sluiswerken en de aanleg van het Kanaal door Zuid-Beveland. Dit eiland is een uitge strekt gebied en er was geen tijd om alle plaatsen te bezoeken. Natuurlijk werd Goes (toen 5700 inwoners) niet vergeten, men bereikte het via Kruinin- gen, Schore, Kapelle en Kloetinge. In Kapelle herinnerde de burgemees ter, gekleed in oud Zuidbevelands cos- tuum, aan het feit dat hij juist op de ze dag 33 jaar burgemeester was. Ook de beide vorige koningen had hij mogen begroeten. In Goes regende het, maar toch werd er een wedstrijd gehouden van boog ■schutters, waarvoor de Koning 2 gou den medaljes 'beschikbaar had gesteld. Hem werd het beschermheerschap aan geboden van de Goese vereniging Jaco- ba van Beieren. Het stadhuis werd bekeken, zowel de Ned. Hervormde als de R.Katholie- ke kerk (van 1815) werden bezocht, evenals de in aanbouw zijnde gevange nis. Daarna ging het de „zak" van Zuid- Beveland in, een klein eindje maar. Al leen 's-Gravenpolder, Nisse en Hein- kenszand, waar de koning even op het landgoed van burgemeester Van Citters vertoefde, werden bezocht. 'iS Avonds scheen de zon weer, toen hij op de Zandkreek tegenover Wol- faartsdijk op zijn jacht de nacht door bracht. N.-Beveland en Tholen Woensdag 28 mei kreeg het stille af gelegen Noord-Beveland zijn deel. Het is maar een vluchtig bezoek geweest. In Kortgene en Wissenkerke vertoefde de koning slechts kort. Zijn jacht was inmiddels naar Colijnsplaat, gevaren, vanwaar hij zich inscheepte om nog die zelfde dag het eiland Tholen te bezoe ken. Het stadje Tholen heeft natuurlijk zijn, beurt gehad, maar ook alle andere zes dorpjes van dit eiland. Zoals over al: erepoorten, erewachten, versierin gen, toespraken, zang- en bloemenhulde, volksfeesten. Hiermee was ook deze dag weer voorbij. Schouwen Op weg naar Zierikzee werd de vol gende dag eerst een bezoek gebracht aan de slechts enkele jaren geleden (1847) ingedijkte Anna Jacobapolder. Hier liet de koning zich voorlichten over allerlei problemen op het gebied van landbouw- en polderzaken. Op Schouwen stond eerst Zierikzee op het programma. Ook hier weer bezoek aan de kerk, gebouwd in 1848, ter ver vanging van de in 1832 verbrande Lie ven Monsterkerk. Vrijdag 30 mei was de laatste Zeeuw se dag. Het bezoek aan Schouwen werd voortgezet. Tal van dorpjes zagen voor het eerst een koning langs hun straten rijden. In Brouwershaven bladerde hij in het volledige dichtwerk van Jacob Cats op het stadhuis, het dikke boek met zilveren sloten. De dichter zelf (zijn standbeeld tenminste) was voor deze gelegenheid versierd. Op zijn ge boortehuis heeft men met aanhalingen uit zijn eigen verzen deze regels aan gebracht: „En desalniettemin en evenwel noch tans, wat dient er meer gedicht: Hier zag de grote Cats het eerste levenslicht." Het is 4 uur in de namiddag en de koning was aan het einde van zijn reis. Op de erepoort in Bruinisse stond: Vaarwel. Hij nam afscheid van zijn commissaris die hem overal had verge zeld en sprak zijn grote dank uit voor de onvergetelijke ontvangst en de groot se hulde van zijn Zeeuwse onderdanen. Tal van toespraken had hij moeten aan horen en beantwoorden. Vele feestliede ren waren hem toegezongen door klei nen en groten. In haast iedere plaats had hij een groep oudstrijders uit de tiendaagse veldtocht ontmoet, dragers van het metalen kruis. Deze reis was voor hem een tien daagse feesttocht geworden. Op zijn ver zoek zijn later de banieren der ver schillende verenigingen, 58 in getal, naar Het Loo gebracht als een blijven de herinnering aan deze mooie meida gen. I

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1962 | | pagina 9