Zending op Nieuw-Guinea wordt
steeds internationaler
UIT DE ZEEUWSE KERKEN
(JverlzmM
o
Korting WIII
bezocht Zeeland (3)
11111
ill!l
Overpeinzingen van een
Hervormde predikant
Ik geloot in de wederopstanding des vleses
Voor r.k. theologen bestaat
reformatie eigenlijk niet
Steun uit Ceylon
Verontrust het moderne
denken de Chr. school?
Gebedsverhoring
In het ziekenhuis
Kringraad B.B.
vergaderde
Is
Zaterdag 26 mei 1962
ZEEUWSCH DAGBLAD
Pag. 9
De Deltacommissie van
het Visserijschap
.door.
I
OEGSTGEEST. De Raad
van. kerken van Ceylon heeft op
verzoek van de synode der
Evangelisch-christelijke kerk
van Nieuw-Guinea besloten een
zendingspredikant naar Nieuw-
Guinea te zenden. Het is ds.
S. M. Jacob, die op deze wijze de
eerste zendeling van de Ceylo-
nese kerken wordt en voorlopig
in Manokwari gaat werken.
Over enkele jaren zal de
Nieuw-Guinese synode hem een
definitieve werkkring toewijzen,
waarbij men denkt aan een
functie als docent aan de theo
logische opleiding in Hollandia
of in Seroei. Ds. Jacob is thans
stadspredikant te Colombo. Hij
is 33 jaar en studeerde aan de
bekende hogeschool te Banga
lore in India.
De uitzending is eigenlijk een ge-
volg van de bijstand die de hervorm
de zending in Nederland vier jaar
geleden aan Ceylon heeft gegeven,
toen zij ds. W. Wester tijdelijk voor
werk in Colombo beschikbaar stelde.
Men wilde in Ceylon ds. wester be
houden en dat vond Oegstgeest goed,
als Ceylon dan zelf een zendingspre-
dikant naar Nieuw-Guinea stuurde.
De zending op Nieuw-Guinea wordt
op deze wijze steeds internationaler.
Wij bedoelen de kerkelijke zending die
samenwerkt met de inheemse kerk.
In het binnenland zijn igeloofszendin-
gen van overwegend Amerikaanse
huize werkzaam en naast de samen
werkende kerken arbeidt afzonderlijk
nog de zending van verschillende vrij
gemaakte gereformeerde kerken uit
Nederland.
Maar in samenwerking met de
Nieuw-Guinese kerk zijn thans naast
zeer vele Nederlandse zendingsmen
sen (hervormd, gereformeerd, doops
gezind, vrij-evangelisch en uit de
kring van de Gereformeerde gemeen
ten) ook zendelingen werkzaam uit
Duitsland, terwijl de ECK ook aan de
Verenigde presbyteriaanse kerk in de
Verenigde Staten om een zendingspre
dikant heeft gevraagd.
ZIERIKZEE. Onder voorzitter
schap van de burgemeester van Zierik-
zee, mr. F. Th. Dijckmeester kwam de
kringraad van de B-kring Zeeland, d in
vergadering bijeen.
Na afwikkeling van o.m.. personeels
zaken, werd besloten tot het aangaan
van een fraude- en W. A. verzekering.
De begroting van inkomsten en uitga
ven over de periode 1 oktober t.m. 31
december 1961 en het jaar 1962 werden
onveranderd vastgesteld. De bijdrage
der kringgemeenten per inwoner is be
paald op 0,78.
Aan de minister van Binnenlandse
Zaken zal een extra bijdrage worden
verzocht ter tegemoetkoming in de al
gemene kosten.
Tenslotte werden enkele hoofdstukken
van het voorgeschreven beschermings
plan vastgesteld.
DEN HAAG. In de bestuursver
gadering van het Visserijschap heeft
de voorzitter, de heer A. L. S. Locke-
feer, het een en ander verteld over
de activiteiten van de Deltacommissie.
Deze in december vorig jaar door
het schap ingestelde commissie, waar
van de heer Lockefeer ook voorzitter
is, is bedoeld als een soort tegenhan
ger van de ambtelijke commissie ex
artikel 8 Deltawet, die een regeling
voor de vergoeding der door de Del
tawerken veroorzaakte schade voorbe
reidt.
De Deltacommissie heeft de minister
van Landbouw en Visserij gevraagd,
het contact tussen de beide commis
sies zo veel mogelijk te bevorderen,
en ook wilde zij graag een gesprek
met de minister. De minister heeft
daarop geantwoord, dat hij de door de
commissie gevraagde stappen niet zal
doen, omdat de commissie ex artikel
8 altijd bereid is om, indien dat wen
selijk is, het bedrijfsleven te horen,
en omdat de Deltacommissie ook
eigener beweging contact kan opne
men met de commissie ex art. 8. Ook
het verzoek om een onderhoud heeft
de minister niet ingewilligd. De heer
Lockefeer was over dit antwoord van
de minister teleurgesteld.
De financieringsregeling sanering
zeevisserij is weer een ander voor
werp van zorg der commissie. De mi
nister van financiën heeft deze van
1954 daterende regeling, waarbij vis
sers van de Herstelbank een gedeelte
lijk door de regering gegarandeerd
krediet kunnen krijgen voor de aan
koop van een groter vaartuig, enige
tijd geleden ook van toepassing ver
klaard op de garnalenvissers van Vee-
re en Arnemuiden. Uit die plaatsen
heeft men nu vernomen dat het met
het gebruik maken van die regeling
nog niet zo vlot loopt, en- de commis
sie zal daarom nagaan of en hoe
daarin verbetering te brengen is. De
commissie zal verder aandacht beste
den aan het feit, dat de overheid op
het ogenblik geen braakliggende mos
selpercelen vrijgeeft, terwijl er vol
gens de commissie wel vraag is naar
deze percelen.
Het bestuur besloot verder, een gar-
nalenfonds in te stellen, waar uit ver
goedingen kunnen worden gegeven
voor garnalen die de minimumprijs
niet opbrengen.
Ook werd een opvangfonds ingesteld
voor verse vis, speciaal schelvis, wij
ting, schol en schar.
Voor anderen
HET IS NIET helemaal waar, wat
men nog wel eens zegt: je gaat voor
jezelf naar de kerk, schrijft ds. J. A.
van Duyne in ,,De Brug", het maand
blad van de Hervormde gemeente te
Souburg. Hij voegt eraan toe: De ge
meente heeft behoefte aan mij. Daar
mogen wij gerust eens aan denken op
een zondag, dat wij geen behoefte aan
de gemeente hebben.
Wensen
IN HET RINGBLAD van de Her-
vormde kerken in de ring Goes heeft
de kerkvoogdij van de Hervormde ge
meente te Goes enkele belangrijke
wensen genoteerd: een jeugdgebouw.
Aan deze zaak wordt serieus gewerkt.
Nieuw orgel. Uit hierover ontvangen
voorlichting blijkt dat het orgel in de
Grote kerk door een nieuw moet wor
den vervangen. Vierde predikants
plaats. Door de groei van de bevol
king en de noodzakelijke verdieping in
het werk moet ook grote aandacht
worden geschonken aan de uitbrei
ding van het aantal predikantsplaat
sen. Voorts vraagt, volgens de kerk-
voorgij de groei en de uitbouw van
Goes bezinning over de wenselijkheid
van bouw van een nieuwe kerk. Ten
slotte wordt nog opgemerkt dat het
opvangen van de jeugd in een groei
end Goes onherroepelijk de benoe
ming van een tweede wika tot gevolg
moet hebben.
Dit alles schrijft de kerkvoogdij
n.a.v. het opnieuw vaststellen van de
vrijwillige kerkelijke bijdragen.
Klachten over de medewerking van
de gemeente heeft men niet. In 1930
bracht men 4400 gulden bijeen, in 1947
was dit gestegen tot 12.700 gulden en
in 1961 tot 73.000.
Gesprek
DE KERKERAAD van de Hervorm
de gemeente te 's-Gravenpolder heeft
die van de Geref. kerk ter plaatse uit
genodigd voor een gesprek. De uitno
diging is aanvaard.
Jeugddiensten
IN DE HERVORMDE KERK te
's-Heer Arendskerke zullen voortaan
meer jeugddiensten worden gehouden.
De kerkeraad is .tot dit besluit geko
men naar gesprekken met catechisan-
De R.K. Universiteit te Nijmegen
heeft een congres van de theologische
faculteit gehouden, dat door diverse pro
testantse theologen en studenten werd
bijgewoond. Eén hunner, ds. F. J. Pop,
directeur van Kerk en Wereld te Drie
bergen, is daarvan teleurgesteld naar
huis gekomen, naar hij meedeelt in
Woord en Dienst.
,,De onderwerpen waren twee thema-
ta van het komende Vaticaanse concilie:
de verhouding- van, episcopaat en pri
maat; de verhouding van. ambt ,eri leek.
Zowel de onderwerpen afs de behande
ling ervan waren typisch binnenkerke-
lijk-rooms. Wel keken de inleiders naar
wat* in de oosters-orthodoxe kerk over
het primaat van de paus gedacht en ge
zegd wordt; wel kwam ook de houding
van de oud-bisschoppelijke cleresij ter
sprake; maar noch Israël noch de ker
ken der reformatie speelden in de in
leidingen een rol.
Dat professor Van Ruler er een moe
dige lezing over ambt en leek uitsprak,
veranderde m.i. daaraan niets. Ik kreeg
voortdurend sterker het besef, dat wij
MIDDELBURG. Op de vrij
dag in Schuttershof gehouden
schooldag voor de protestants
dhriselijke scholen in Zeeland
heeft de heer dr. J. W. van Hulst
uit Amsterdam een belangwek
kende rede uitgesproken over „De
Christelijke school en het mo
derne denken".
Dr. Van Hulst verklaarde van
mening te zijn dat het christelijke
onderwijs zich te weinig bezig
houdt met het moderne denken.
In de vorige eeuw lag de situatie
anders. Toch was de pedagogiek
misschien zwak, maar de chris
telijke school innerlijk sterk.
De heer Van Hulst ging uitvoerig de
invloed van het reveE op het leven in
al zijn facetten na, in het bijzonder op
het onderwijs. Hij weet het o.a. aan
de invloed van Multatuli en Nietzsche
dat velen los zijn gekomen van de kerk.
Op het ogenblik is meer dan eenvijfde
van de bewoners der aarde marxistisch.
De dogmatiek van een valse religie heeft
de mensen een verlossingsstrategie wil
len bieden met een toekomstverwach
ting. In dit denken is een klasse-ethiek
ontstaan, waarin het maatschappelijk
doel alle middelen schijnt te heiligen.
Welvaartsdenken
Bovendien is er sprake van een wel
vaartsdenken, zei dr. van Hulst. Vele
mensen strijden om een leven op een
hoog niveau. Men is gaan denken in
dollars en men meent dat welvaart ge
lijk is aan welzijn. Wie geen auto heeft
voelt zich al tekort gedaan. Naast deze
welvaartsstaat is er echter de wereld-
hongerkaart.
De moderne existentiefilosofie door
trekt het denken van veel mensen be
toogde spreker vervolgens. De mens
wordt de mens van het falen genoemd
hij is een constructiefout en de essentie
van het leven is een walging. Dienten
gevolge wordt de zinloosheid van het
leven bewust aanvaard.
Aan het slot van zijn rede vroeg de
heer Van Hulst hoe het christelijk
onderwijs heeft gereageerd. Is de chris
telijke school niet verontrust en ge
schokt door het moderne denken, dat
ook het kind niet onberoerd laat? On
derwijzers en onderwijzeressen moe
ten een antwoord kunnen geven aan de
hand van de Bijbel. Opvoeden in Bij
belse zin is een avontuur, een avon
tuur echter, waarbij we zullen uitko
men, daar waar God het wil. Het
heilig avontuur loopt niet uit op zin
loosheid, maar op de vrijheid der kin
deren God®.
Naar aanleiding van deze rede wer
den diverse schriftelijke vragen ge-
heeft mevr. M. M. van Noortwijk-Co-
lijn uit Hilversum gedeclameerd. Zij
droeg opip verdienstelijke wijze werk
voor van Jan Camipert, Bomans, Len-
nart. Andreus en Cummimgs.
Namens het bestuur van het negende
dictrict van de Schoolraad voor de Scho
len met de Bijbel heeft de heer J. La-
port de schooldag geopend. Hij herin
nerde aan woorden van minister Cals,
dat er nog steeds een groot, tekort aan
leerkrachten is, vooral bij het voortgezet
onderwijs, u.l.o., technisch onderwijs en
vh.m.o. Met de keuze van een functie
bij het onderwijs wordt een nationaal
belang gediend, zei de voorzitter, die
tenslotte wees op de mooie taak op de
christelijke school de Bijbel te mogen
openen en het Woord van God te mogen
meegeven als richtsnoer voor het leven.
Aan deze schooldag was een leermid
delententoonstelling verbonden, die door
burgemeester mr. J. Drijber van Middel
burg werd geopend.
in hun denken niet voorkomen. Wij blij
ken hun niets te zeggen te hebben en
zij missen het orgaan ons te kunnen
horen. Naar leer en leven zijn wij bin
nen hun wereldkatholicisme een te ver
waarlozen grootheid of kleinheid.
Voor mij was dit congres de beleving
van een wereld, die ik zo nog niet ken
de. Natuurlijk wist ik tevoren wel wat
af van de theologie, die hier...bedreven
werd, maar nu had ik er een - lijfelijke
aanraking mee. En die was pijnlijk en
onaangenaam. Ik ontdekte in Nijmegen
een volkomen gesloten wereld, zonder
oog, oor en hart voor wat elders ge
beurt. Ik heb er naar zitten kijken,
enerzijds geboeid, anderzijds verbluft en
verbijsterd. Geboeid door de strijd
waarbij men elkaar scherpe kritiek niet
spaart. Verbluft en verbijsterd, omdat
het me steeds duidelijker werd, dat de
reformatie voor deze mensen eigenlijk
niet bestaat.
Dat laatste geldt m.i. ook ten opzichte
van de Wereldraad van Kerken. Die
komt in hun denken alleen voor in zo
ver er een kans in zit, dat deze organi
satie nog eens binnen het geheel van
hun catholica een plaats zal krijgen.
Voordien en zonder dit perspectief is de
wereldraad voor hen een monster zon
der waarde, dat in hun denk- en bele
vingswereld geen rol speelt, want een
werkelijke gesprekspartner is voor hen
alleen hij, die metterdaad deel heeft
aan hun eigen papaal-episcopaal bepaal
de religiositeit.
Ik voel me door dit congres behoor
lijk op een afstand gezet. Ik heb me af
gevraagd of dit aan mezelf kon liggen.
Ik meen nu te moeten zeggen: Nee, de
oorzaak ligt niet bij mij. Want eerst
na een integrale aanvaarding onzer
zijds van hun totale wereld kunnen zij
ruimte maken voor de erkenning en be
leving van de broederschap. Het congres
heeft mij radicaal beroofd van optimis
tische verwachtingen betreffende toe
komstige samenwerking of éénwording.
Wellicht is in een ontmoeting van per
sonen iets te beleven van een diepere
verwantschap in Christus. Maar een ont
moeting van kerken lijkt mij slechts te
kunnen voortkomen uit een grondige be
kering.
Ik laat in het midden, waar die moet
plaatsvinden: tbij hen, bij ons of bij bei
den. Het staat echter voor mij vast, dat
zulk een bekering op God en op elkaar
gericht zal moeten zijn en heel concreet
zal moeten bestaan in een radicale uit
leiding uit het diensthuis van de stelsels
en structuren".
ten. Er zullen voortaan elk jaar zes
jeugddiensten worden gehouden.
Evangelisatie
IN OOSTKAPELLE hebben tussen
de- kerkeraden van de Hervormde -ge
meente en de Gereformeerde kerk be
sprekingen plaats gevonden in ver
band met de evangelisatie onder de
zomergasten. Zowel het Hervormde
blad „De open deur" als het Gerefor
meerde blad ,,De Elisabeth-Bode" zul
len gemeenschappelijk namens beide
gemeenten op grote schaal worden
verspreid. Verder zullen er twee
..avondstilten" midden in de week,
een in juli in de Hervormde kerk en
een in augustus in de Gereformeerde
kerk worden gehouden. Ook zal door
imiddel van raambiljetten-en speciale
circulaires die namens de gemeenten,
aan de gasten ter hand zullen wor
den gesteld de aandacht worden ge
vestigd op de kerkdiensten.
Soldatengift
IN HET GEMEENTEBLAADJE
van de Hervormde gemeente Koude
kerk en 't Zand stond: ,,Er was een
broeder in onze gemeente, die zich er
aan -stecitifce, dat de kerk een gift van
een militair had geaccepteerd. Zijn
mening was: de kerk biedt de mili
tairen iets aan, neemt geen geld van
hen aan. Zij kunnen van hun karige
zakgeld geen 'bijzondere uitgaven doen.
Deze bezorgdheid moet hogelijk ge
waardeerd worden. Toch wordt er in
het kerkblad op gewezen dat in een
vermelding van ontvangen giften niet
met een bepaalde bedoeling is ver
meld dat een militair een bijdrage
schonk aan de kerk. Het bericht is
niet geplaatst ter aanmoediging van
andere militairen. Tot de militairen
wordt gezegd: Jongelui, maak je niet
bezorgd, we komen er wel mee
klaar".
Probeer 'f
DE GEREF. KERK (VRIJGE-
MAAKT) te Terneuzen vraagt een
nieuwe organist. 'De commissie van
jbeheer*sblirijftt- in de kerkbode: ,,We
izo-eken naai* broeders, zusters, meis
jes of jongens, die in staat - zijn '(of
Vspdedig- Worden)' óm - het-orgel te be
spelen. Wij zijn niet veeleisend Wilt u
eerst „op uw eentje" op het orgel
spelen, dat kan hoor!"
„Hij gaf hun wat zij begeer
den, maar henzelf deed Hij
wegteren" (Psalm 106 vers 15).
Het gaat hier, in Psalm 106,
over het volk Israël tijdens zijn
woestijnreis. U herinnert zich
dat misschien nog wel: God
had Israël uit zijn slavernij in
Egypte verlost met grote ma
nifestaties van macht en
kracht.
Dat was iets geweldigs ge
weest, en zij waren daar ook
diep van onder de indruk geko
men. „Toen geloofden zij Zijn
woorden, zij zongen Zijn lof".
Maai- dan komt de lange,
harde pelgrimstocht door de
woestijn, met zijn gebrek aan
de meest elementaire levensbe
hoeften, en dan is het gauw
weer vergeten, wat God alle
maal voor hen gedaan heeft;
dan kunnen ze niet wachten op
Zijn raad, maar dan verzoeken
ze God in de wildernis.
Dat is een beeld, dat ons ver
moedelijk ook niet helemaal on
bekend is. Ik weet het niet,
maar ik heb het idee, dat er
niet zo gek veel veranderd is
onder de zon, sinds die dagen.
Maar goed, dan volgt het
woord, dat boven deze medita
tie .staat: „Hij gaf hun, wat zij
begeerden, maar henzelf deed
Hij wegteren".
Ik weet niet, wat u onder
meditatie verstaat, maar per
soonlijk'vind ik dit nu echt een
woord, om in je binnenkamer
over te mediteren.
Bij alle discussies van tegen
woordig over gebedsverhoring,
lijkt het me goed, om vooral
ook dit woord niet onder de ta
fel te houden. En dat we het
ook persoonlijk niet naast ons
neer leggen, maar proberen er
mee klaar te komen. Ik geloof,
dat dat alleen maar lukt op je
knieën.
Het gebed is de grootste
macht, onder de hemel aan
mensenkinderen gegeven. Wij
kunnen nooit te veel, wél te
weinig van het gebed verwach
ten. Het gebed is het leven van
een christen. Daaraan kunt u
de stand van uw geestelijk le
ven toetsen.
Als het ge'bed zijn reële
functie en kracht in ons leven
zou kunnen herkrijgen, dan
hoeven er in de toekomst geen
rapporten meer over de ver
schraling van het geestelijk le
ven uit te komen. Echt niet!
Alleen: schrijf boven de lijst
met voorbeden aan uw muur
dit Psalmwoord.
Want hoe komt het, dat het
gebed voor zovelen zijn kracht
en functie verloren heeft, als
het niet is om deze reden?!
Israël kréég zijn vlees, zijn
begeerten ja, maar daar
was dan ook alles mee gezegd.
Zij gingen in hun zelfzucht
ten onder....
Zou "dat misschien bij "mij ei?'
bij u ook zo kunnen zijn?
Zujlen wij_ dit woöjdtèens in»
onze binnenkamer overdenken?
H. A. VAN BOTTENBURG
SCHOONDIJKE
w&nöeUnqen öoor be zeeuwse histORie
door L van Wallenburg
Met de kerkdienst
op zondag 25 mei was
het programma voor
die dag lang niet af
gewerkt. De Koning
had een. deel van Wal
cheren nog niet be
kocht. Dat zou die zon
dagmiddag gebeuren.
Om 12 uur arriveer
de de Koning in het
oude markiezaat Vee-
re (een van zijn titels
was markies van Vee-
re), altijd een Oranje
gezind stadje geweest.
Zowel in 1672 als 1747
werd hier na een
stadhouderloos tijd
perk voor het eerst
weer een Oranjevorst
uitgeroepen. Bij de
hofstede Trouw voor
goud (bestaat nog)
dicht bij het gehucht
Zanddijk, waar de
grens tussen Veere en
Vrouwenpolder loopt,
was een erepoort op
gericht en stond een
erewacht gereed om
Koning dbor de
"jkse poort bij
oude cathedraal
naar het mooie stad
huisje te begeleiden.
Burgemeester Snijder
liet hem de oude vier
schaar zien en ver
klaarde hem de gra
veringen van de be
roemde zilveren be
ker.
Over Vrouwenpol
der bereikte men het
mooie in de bossen gelegen buitenver
blijf Overduin. Hier ontving de eige
naar, het oud-Eerste Kamerlid mr.
De Jonge van Ellemeet, hem en werd
ook de maaltijd gebruikt. Maar tevens
was hier ook een maaltijd voor arbei
ders uit de naburige gemeenten. De
heer De Jonge had tweehonderd vrije
toegangskaarten uitgereikt en aan een
lange tafel zaten de eenvoudige men
sen te eten. Brood, boter, ham en kaas
was er volop en een vat bier kon hun
dorst lessen. Een van hen, de oude Jan
Meyer uit Serooskerke, mocht de Ko
ning de ihand drukken en was ontroerd
omdat hij dit ook de vader en groot
vader van Willem III had kunnen doen.
Nadat de Koning de mooie cactus
verzameling van wel 2000 stuks had be
wonderd, ging het langs het kasteel
Westhove naar Domburg. Vanaf een
hoge duintop van 75 voet (dat zal wel
de Hoge Hill geweest zijn) had men
een prachtig vergezicht over Walche
ren in pas ontloken lentegroen.
Op de terugreis via Oostkapelle naar
de hoofdstad had in Serooskerke nog
een ontroerende plechtigheid plaats,
waarbij ook burgemeester Melis en Dr.
Nonkebel tegenwoordig waren. Geen
eigen gemaakt welkomstlied zong men
hem toe zoals in de meeste andere
plaatsen. Het vrome kerkvolk zong
hem met ontblote hoofden de bede uit
Psalm 134 toe: „Dat 's Heren zegen op
u daal!" Ogenblik van heilige stilte te
midden van het drukke feestrumoer.
Deze nacht was de laatste die de Ko
ning in, de,. Abdij overnachtte. De an
dere mörgeti nam hij'afscheid van Wal
cheren, dat nu voldoende zijn deel had
gehad van 's Konings aanwezigheid.
Op maandag 26 mei was het oostelijk
deel van Zeeuwsch-Vlaanderen aan de
beurt. Om 10 uur bereikte men Terneu
zen, waar de kazerne en de sluiswer-
Ik ben in het ziekenhuis ge
weest. Nee, niet ambtshalve. Ik
zeg dat er maar even bij, want
sommigen vinden, dat dominees
„gemakkelijk praten" hebben, als
zij aan een ziekbed staan, heel wat
gemakkelijker dan wanneer ze in
een ziekbed liggen. Tussen haak
jes; een dominee, die aan een
ziekbed zo gemakkelijk praat, is
geen goede dominee.
Ik heb dus in het ziekenhuis ge
legen. Voor de achtste keer in mijn
leven. Ditmaal voor een vrij ern
stige operatie. Achter alle pijn zag
ik de zegenende hand van mijn
God en hoorde ik de troostende
woorden van Christus.
Ik iie:b in een roomis-katholiek zieken
huis gelegen. De specialist is een pro
testant. Ik geloof niet, dat 'hij erg kerks
is. Maar sommigen vinden een niet-
kerkse protestant altijd nog beter dan
een kerkse rooms-katholiek.
Ik lag op een kamertje met nog twee
mannen: zij sloegen een kruis voor het
eten en voor het slapen. Ik niet. Wel
keken wij allen naar hetzelfde kruis,
dat aan de wand hing. Wij keken steeds
naar die gekruisigde Christus, Die hun
Heer en de mijne was. Dat vond ik een
merkwaardige ontdekking. Een van mijn
lotgenoten was een .slager. Deze man
heeft mij twee dingen geleerd: hoe zijn
geloof hein sterkte en waarom zijn kerk
voor hem zoveel betekende. Hij leerde
me tussen alle ellende ook'nog hoe je
een koe moet slachten en beweerde, dat
een nier-operatie niet zo moeilijk was.
Onbegrijpelijk, dat er in een zieken
huis zoveel specialisten rondlopen. Wat
ik eigenlijk wilde zeggen is dit: wat
vallen verschillen, die in het" normale
leven van gezonde mensen soms zo
zwaar wegen, die mensen van elkaar
scheiden en vervreemden in een zieken
huis gemakkelijk weg. We hebben el
kaar als kinderen van God leren ken-
"S DE OPSTANDING uil de dood een
fantasie, een stoutmoedige wens, kort
om een ideaal dat toch nooit verwe
zenlijkt wordt? Vele humanisten en mo
dernisten willen ons dit doen geloven,
vooral waar het geldt de opstanding van
liet lichaam. Hoe kan, zo vragen zij, een
lichaam opnieuw tot leven komen, dat
tol ontbinding is overgegaan? Wat blijft
er over van een lichaam, dat bijv. door
wilde dieren is verscheurd, in de diepte
van de zee is vergaan, of door een
explosie is verminkt?
Zeker moet worden gezegd, dat wij
hier staan voor een ontzaggelijk mysterie,
dat voor het natuurlijk verstand een
grote dwaasheid is. Nochtans behoort de
opstanding, ook die van het lichaam,
tot de centrale verkondiging van de Bijbel
en tot de belijdenis van liet Christelijk
geloof, dat juist de wederopstanding des
vleses benadrukt. God heeft de mens
geschapen naar lichaam en ziel, en heiden
zijn van blijvende betekenis, daar Hij niet
laat varen het werk Zijner handen.
Dit wil allerminst zeggen, dat er geen
vragen overblijven. Maar zoveel is ge-
openhaard, dat het feit van de lichame
lijke opstanding een eigen plaats inneemt
in het Bijbels getuigenis en een rijke
troost inhoudt voor de Christ-gelovige.
Het sterven komt natuurlijk voor in
alle tijden, maar de dood is ook steeds
door denkers en dichters romantisch
gekleurd,
Reeds in de klassieke wereld vinde we
de voorstelling, dat het menselijk lichaam
de gevangenis is van de ziel, een zware
last welke liem kluistert, terwijl de ziel
gelijk is aan het goddelijke en liet
onsterfelijke.
Vandaar dat de dood als een bevrijding
wordt beschouwd, waarbij de ziel liet
ds. G. A. Odé
te Biggekerke
lichaam verlaat en onbelemmerd kan
rondwaren in het schimmenrijk.
Tegenover dit gezichtspunt ziet Paulus
echter in het lichamelijke op zichzelf
géén oorzaak van het ellendige en gebrek
kige in de wereld. Deze ligt in de over
macht van de zonde. Zijn ideaal is dan
ook niet de onlichamelijkheid, de naakt
heid, maar een andere lichamelijkheid,
de transformatie van het lichaam.
In het Oude Testament al vindèn we
enige sprekende aanwijzingen van het
geloof in de opstanding. Doch Jezus
Christus heeft de verwachting van de
oud-testamentische gelovige tot eeuwige
werkelijkheid gebracht in Zijn lichame
lijke opstanding.
Hoe moeilijk het ook is, ons hiervan
een idee te vormen, wèl wordt het ons
duidelijk dat op de Paasmorgen een ver
andering van Zijn lichaam heeft plaats
gehad. Maar tevens verschijnt Hij aan
Zijn volgelingen op een zodanige wijze,
dat Hij door hen wordt herkend. Eerst
hield Maria Magdalena de Verrezen Heer
voor een hovenier, maar later ontdekte
zij Hem aan Zijn stem, toen Hij zeide:
„Maria!" De Emmaus-gangers herkenden
Hem aanvankelijk ook niet. Dit geschiedde
pas bij het breken van het brood. Zijn
hemelse lichamelijkheid is verheven
hoven Zijn aardse stoffelijkheid. Hij
treedt binnen bij Zijn jongeren door
gesloten deuren. Doch anderzijds
spreekt Hij met Zijn discipelen, toont
hun Zijn handen en voeten en vraagt Hij
om spijzen, wanneer zij Hem voor een
geestverschijning houden. We hebben hier
dus kennelijk te maken met een reëel
lichaam, waarbij het fysisch element
evenwel onder absolute controle is van
het geestelijke. En aan dit Zijn verheer
lijkt lichaam zullen wij gelijkvormig
worden.
Hiervan geeft Paulus enige tekening
in l Gormthiërs 15. Op de vraag, hoé het
mogelijk is dat de doden opgewekt wor
den, geeft hij ten antwoord, dat ontbin
ding en continuïteit elkaar niet uitsluiten:
„Wat gij zaait, wordt niet tot leven ge
wekt, tenzij het gestorven is".
Het opstandingslichaam heeft wel een
eigen aard, het is onvergankelijk, krach
tig en geestelijk, maar tegelijkertijd blijft
er het verband tussen dit lichaam en het
aardse lichaam zoals tussen zaad en
vrucht. Evenals het tarwegraan komt uit
tarwekorrels en God deze wet in de na
tuur gelegd heeft, zo volgt Hij die wet
ook in liet grote wonder van de opstan
ding. Dit houdt onder meer in, dat elke
tegenstelling tussen stof en geest onbijbels
is en dat de geringschatting van het
lichaam volgens de klassieke denkwereld
in vierkante strijd is met het verlossings
werk van Christus.
De continuïteit tussen het aardse en
het toekomstige lichaam predikt ons
bovendien, dat de opstanding een her
schepping en niet een nieuwe schepping
zal zijn. Dit laatste had God ook kunnen
doen, maar dan had Hij Zijn eerste schep
ping prijsgegeven aan dood en verderf.
Christus is een volkomen Zaligmaker van
wat verloren is.
Overigens blijft het verborgen, hoe
deze her-schepping plaats zal vinden.
Sober blijft in deze de Heilige Schrift,
omdat het in de eerste plaats niet gaat
om de 'opstanding van de mens, maar om
het Rijk van God, waarin deze opstan
ding plaats vindt l,
nen en ervaren. We Ihebben eerlijk en
open met elkaar gesproken en over de
preek van de rector gediscussieerd. We
heblben smart gevoeld van de geschei
denheid en van tijd tot tijd gepoogd het
schone en 'boeiende van eikaars kerke
lijke liturgie te formuleren en te be
grijpen.
We hebben samen gebeden en samen
geluisterd. We hebben elkaar niet uitge
lachen, want voor ons hing Christus
aan het kruis. Dag en nacht keek Hij
naar ons.
Het was alsof we in onze pijn en in
onze bezorgdheid samen een kerkelijke
gemeenschap vormden, waarin we el
kaar begrepen, elkaar aanvaardden en
elkaar troostten.
In het ziekenhuis groeide dat, wat bui
ten het ziekenhuis zo slecht tot ontwik
keling komt. De bejaarde man, rechts
van mij, vertelde sober van zijn leven,
dat zo vol zorgen was, maar een door
God gezegend bestaan. De slager, links
van mij, raakte niet uitgepraat over
een protestantse kerkdienst, die hem
eens isterk had ontroerd. Zo lagen wij
daar kleine gemeenschap in Chris
tus, verschillend van kerk en geloof,
verschillend van rang en stand.
Het is altijd waar gebleken: in tijden
van rampen, van nood en dreiging,
groeien de mensen naar elkaar toe. De
verschillen blijven wel, maar ze wor
den geaccentueerd. Ditmaal beleefde ik
het persoonlijk. Met een nuchtere, ver
grijsde ambtenaar rechts van mij en
een hardwerkende slager links van mij.
Samen kijkend naar Christus, die ons
altijd weer scheen te vragen, «buiten het
ziekenhuis, buiten de nood en de ram
pen, ook elkaar te zoeken en te dienen
en te aanvaarden. Je kan er een hele
dag en avond over denken en praten.
Doe dat, van dag tot dag.
(Uit het kerkblad van de Geref. Ker
ken te Rilland-Bath en Krabbendijke.)
Verlost van de hoorcommissies
De gereformeerde predikant van Krab-
bendam (N.H.) heeft een beroep naar
Beekbergen aangenomen. Afscheid van
zijn tegenwoordige gemeente te moeten
nemen, vindt hij niet zo leuk, want er
zijn banden gelegd.
„Overigens zegt hij is het een
prettige bijkomstigheid dat we nu zijn
verlost van de hoorcommissies. Onwille
keurig werd het pastorieleven gespan
nen. 's Zondags was er de inspanning
van de bezoeken en de rest van de week
was je benieuwd wat er zou gaan ge
beuren.
Ach ja, dat beroepingswerk! Sommige
kerken handelen bijzonder correct, vroe
gen toestemming om de preek op de
band op te nemen en zonden bericht
wanneer een beslissing genomen was.
Andere kerken verwachtten, dat de
krant alles wel zou overbrengen.
Eén kerk deelde mij mede, dat de
noorcommissie geen vrijmoedigheid had
om mij aan de kerkeraad voor te dra
gen. Op zichzelf is het een «natuurlijke
zaak, dat een kerk geen beroep op een
bepaalde dominee wenst uit te brengen,
maar men moet niet doen alsof die pre
dikant om een beroep heeft gevraagd.
Neen, het is geen onverdeeld genoegen
de aandacht van sommige kerken te ge-
metea"*
ken in het kanaal werden bezichtigd.
Langs dit kanaal reed men tot vlak bij
de grens: Sas van Gent. Hier sprak de
koning deze merkwaardige woorden:
„Moge al Sas van Gent ver van mijn
residentie, aan de grenzen des rijks,
verwijderd zijn, toch ligt het mij dicht
aan het hart."
Over Westdorpe en Axel bereikte
men Hulst. Van dit stadje werd be
weerd dat het niét zo bijzonder Oran
jegezind was. Maar dit gold dan toch
niet van die bakker die een transpa
rant gemaakt had van een bakker die
een brood in de vorm van een mens
in de oven schuift. Deze woorden ston
den erbij
..Die zijn Koning niet wil minnen
Schuif ik zo de oven binnen."
Als een bewijs van bijzondere ver
draagzaamheid vond de Koning het,
dat de kerk gedeeltelijk R. Katholieke
kerk was en voor een ander klein deel
door de Ned. Hervormden werd ge
bruikt.
In de haven van Walsoorden over
nachtte de Koning aan boord van zijn
schip.
Zuid-Beveland
Dinsdag 27 mei was bestemd voor
Zuid-Heveland, waar het koninklijk
jacht aanlegde in Hansweert. Dat was
toen nog een klein gehucht, waar men
pas begonnen was met de sluiswerken
en de aanleg van het Kanaal door
Zuid-Beveland. Dit eiland is een uitge
strekt gebied en er was geen tijd om
alle plaatsen te bezoeken. Natuurlijk
werd Goes (toen 5700 inwoners) niet
vergeten, men bereikte het via Kruinin-
gen, Schore, Kapelle en Kloetinge.
In Kapelle herinnerde de burgemees
ter, gekleed in oud Zuidbevelands cos-
tuum, aan het feit dat hij juist op de
ze dag 33 jaar burgemeester was. Ook
de beide vorige koningen had hij mogen
begroeten.
In Goes regende het, maar toch werd
er een wedstrijd gehouden van boog
■schutters, waarvoor de Koning 2 gou
den medaljes 'beschikbaar had gesteld.
Hem werd het beschermheerschap aan
geboden van de Goese vereniging Jaco-
ba van Beieren.
Het stadhuis werd bekeken, zowel
de Ned. Hervormde als de R.Katholie-
ke kerk (van 1815) werden bezocht,
evenals de in aanbouw zijnde gevange
nis.
Daarna ging het de „zak" van Zuid-
Beveland in, een klein eindje maar. Al
leen 's-Gravenpolder, Nisse en Hein-
kenszand, waar de koning even op het
landgoed van burgemeester Van Citters
vertoefde, werden bezocht.
'iS Avonds scheen de zon weer, toen
hij op de Zandkreek tegenover Wol-
faartsdijk op zijn jacht de nacht door
bracht.
N.-Beveland en Tholen
Woensdag 28 mei kreeg het stille af
gelegen Noord-Beveland zijn deel. Het
is maar een vluchtig bezoek geweest.
In Kortgene en Wissenkerke vertoefde
de koning slechts kort. Zijn jacht was
inmiddels naar Colijnsplaat, gevaren,
vanwaar hij zich inscheepte om nog die
zelfde dag het eiland Tholen te bezoe
ken. Het stadje Tholen heeft natuurlijk
zijn, beurt gehad, maar ook alle andere
zes dorpjes van dit eiland. Zoals over
al: erepoorten, erewachten, versierin
gen, toespraken, zang- en bloemenhulde,
volksfeesten. Hiermee was ook deze dag
weer voorbij.
Schouwen
Op weg naar Zierikzee werd de vol
gende dag eerst een bezoek gebracht
aan de slechts enkele jaren geleden
(1847) ingedijkte Anna Jacobapolder.
Hier liet de koning zich voorlichten
over allerlei problemen op het gebied
van landbouw- en polderzaken.
Op Schouwen stond eerst Zierikzee op
het programma. Ook hier weer bezoek
aan de kerk, gebouwd in 1848, ter ver
vanging van de in 1832 verbrande Lie
ven Monsterkerk.
Vrijdag 30 mei was de laatste Zeeuw
se dag. Het bezoek aan Schouwen werd
voortgezet. Tal van dorpjes zagen voor
het eerst een koning langs hun straten
rijden. In Brouwershaven bladerde hij
in het volledige dichtwerk van Jacob
Cats op het stadhuis, het dikke boek
met zilveren sloten. De dichter zelf
(zijn standbeeld tenminste) was voor
deze gelegenheid versierd. Op zijn ge
boortehuis heeft men met aanhalingen
uit zijn eigen verzen deze regels aan
gebracht:
„En desalniettemin en evenwel noch
tans, wat dient er meer gedicht:
Hier zag de grote Cats het eerste
levenslicht."
Het is 4 uur in de namiddag en de
koning was aan het einde van zijn
reis. Op de erepoort in Bruinisse stond:
Vaarwel. Hij nam afscheid van zijn
commissaris die hem overal had verge
zeld en sprak zijn grote dank uit voor
de onvergetelijke ontvangst en de groot
se hulde van zijn Zeeuwse onderdanen.
Tal van toespraken had hij moeten aan
horen en beantwoorden. Vele feestliede
ren waren hem toegezongen door klei
nen en groten. In haast iedere plaats
had hij een groep oudstrijders uit de
tiendaagse veldtocht ontmoet, dragers
van het metalen kruis.
Deze reis was voor hem een tien
daagse feesttocht geworden. Op zijn ver
zoek zijn later de banieren der ver
schillende verenigingen, 58 in getal,
naar Het Loo gebracht als een blijven
de herinnering aan deze mooie meida
gen.
I