Een dag van trappenlopen en een echt Oostenrijks welkom KAPPIE EN DE WATERZUIL H Irogist hééf t meer...wéét meer! (Q) Uit de kerken Donderdag 24 mei 1962 ZLEUWSCH DAGBLAD Pag. 2 P. W. RUSSEL'S Groene hoedjes Een boel kilowatt «HÉ Mei 1940 Heerlijke tocht Onderonsje 50 clessen wijn Jongen bij proeven gewond Examen en Optreden i PERSENBEUG. Toen gisterochtend om half zeven een hardhandige ober mij in mijn hotel wakker schudde en ik een uur later in een bus zat te schudden om langs smalle wegen honderden twintig kilometer te rammelen naar de stuwdam van het Oos tenrijkse Persenbeug, toen dacht ik: „Als mijn vader dit zou zien zou hij zeggen: jongen zoek een andere baan". Maar goed, het was allemaal zo ge regeld; koningin Juliana en haar gevolg in een speciale trein, de journalisten een paar uur vroeger in een bus. De zon scheen en ik was al lang weer met alles verzoend tot ik ging zien wat er allemaal bij die stuwdam gebeurde en toen dacht ik: Dat kan gewoon niet. Om precies vijf minuten voor elf in de morgen zoals het programma vermeldde kwam de trein van vier rijtuigen, getrokken door twee lilliput loeomotiefjes, bij de stuwdam aan. Een geweldig bouwwerk, dat dwars door de Donau ligt en dat Oostenrijk een hoop elektriciteit levert. Drie boeketten bloemen kreeg ko ningin Juliana op de ochtend van de laatste dag van het staatsbezoek en een bos rode rozen kleurde mooi bij haar turquoise ensemble. Prins Bern- hard had zich helemaal aangepast bij de landelijke Oostenrijkse sfeer en hij was gekleed in een groen jasje dat hier „Salzburger Rook" heet. Zijn tweede dochter, orinses Irene, had ook al niet nagelaten de Oostenrijkse dracht aan te trekken en verscheen in een blauwe dirndl. Ja, sterker, ook in het koninklijk gevolg zag ik almaar groene hoedjes met en zonder veren en baron J. J. L. van Lynden droeg zelfs een Ietwat groenige loden jas over de arm. Natuurlijk, die dam in de Donau, dat enorme bouwwerk, dat is een ge weldig iets en dat de directie er trots op is, terecht. Maar dat men nu uit gerekend onze Koningin moest uit zoeken voor een langdradige, vervel lende, staande ceremonie, dat kan er bij mij niet in. De Koningin moest eerst een zestig trappen opklimmen en toen stonden we in een grote hal van het kantoor gebouw bij de stuwdam. Een directeur en een hoofdingenieur hadden zich rond een maquette van het bouwsel geschaard en zouden nu eens haarfijn aan de Nederlandse gasten gaan ver tellen hoe dat allemaal zat met de slui zen, de capaciteit, de drieduizend ton water die tegen elke sluisdeur drukken, de vijf miljard kilowatt die men aan het water ontrukte, de procenten dit en de procenten dat. En koningin Ju liana, duidelijk doodmoe van de achter haar liggende dagen, moest intussen staan. Dat men 'dit'nu niet eens anders gaat doen, dat men dit nu niet eens begrijpt dat staatsbezoeken er niet zijn om vor sten of presidenten een half uur staan de te laten luisteren naar alle moge lijke voor de bezoekers oninteressante getallen. Of het nu om vijf of om zeven miljard kilowatt gaat, dat is belangrijk voor het betrokken land, maar dat zal ■ixtXr-y-Xv - :v^ - Gearmd met Dr. Figl, de vroegere Oostenrijkse presidentliep koningin Juliana de loopplank van de Stadt Wien af. In Diirnstein wachtte haar een welkom dat niet Oostenrijkser kon. ook de "burgemeester van Wenen weinig interesseren, laat staan buitenlandse gasten. Maar de directie van de stuwdam had meer pijlen op de boog. We gingen wandelen, weer zoveel trappen op, weer zoveel trappen af, oneindig lange betegelde gangen door en we keken naar drie grote ronde dingen, die alles met turbines te maken hebben. Ik wandelde juist naast baron Van Lynden, grootmeester aan het hof. „Ik heb al gelezen wat u schreef", zei hij en haalde een uitgeknipte Ge hoord en Gezien van afgelopen maan dag uit zjjn binnenzak. Verder gingen we, steeds verder, gang in gang uit, langs de machine- ■bankwerkerij en ik mag u verzekeren dat een bankschroef er in Oostenrijk precies zo uitziet als in Nederland.. En weer naar buiten, die lange dam over en andermaal veertig trappen naar 'beneden. Daar stond hij, de poli tieofficier in uniform met een hele boel strepen en sterren. ,,U bent Ne derlander?", begon hij. „Ik was ook in Nederland, in mei 1940. Ik was in Leeuwarden en op het eiland Marken, in Volendam en vlak na het bombar dement in Rotterdam". U kunt nu beter ophouden, zei ik, want dat zijn nu net niet de verhalen waar wij Nederlanders op zitten te wachten. Onbegrijpend keek de man me aan. „Maar ik ben Oostenrijker en de Nederlanders hebben me juist daarom altijd vriendelijk behandeld", sputterde hij door, terwijl hij naast me bleef lopen. Hij heeft het allemaal niet zo best begrepen maar dat mei 1940 zat me dwars. „O, bedoelt u dat", zei hij toen, „ja, daar kan ik wel inko men". Gelukkig, zei ik en we gingen elk onze eigen weg. Het was goed dat het schip, eind doel van de wandeling, niet meer ver was, want ook de 72-jarige president dr. Adolf Sc'harf was aan het einde van zijn krachten. Een schip dus, jawel, de Stadt Wien heette het, een 25 jaar oude rader boot van 76 m lengte, waarmee de terugreis van honderdtwintig kilome ter naar Wenen gemaakt zou worden over de Donau, die helemaal niet blauw is maar wel schitterend groen grijs zag. Dit was het moment waarop onze Koningin zich kennelijk had ver heugd en inet een zucht stapte zij aan boord. Gloeiend warm stond de zon boven de Donau, diep groen waren de bos sen en heuvelachtige oevers en als onwezenlijke sprookjeshuizen staken de kastelen, de kerkjes en dorpjes aan de wallekanten af tegen de strak blauwe lucht. Het werd een heerlijke tocht, die meegemaakt werd door on geveer honderd mensen en die op de Stadt Wien nog plaats voor dertien honderd anderen liet. „Die Beatrix ist nicht da", consta teerden de Oostenrijkers die bij de af vaart 'Stonden te kijken en nauwelijks was het schip drie Donauboehten ver der of de lunch werd al geserveerd: groentesoep, gevolgd door gevulde champignons, dan doorregen reerug en ten slotte Apfelstrudel met koffie toe. de Koningin te krijgen en een hoofse buiging te maken. Het was gisteren wel de dag van het klimmen, want steil omhoog ging het smalle pad in Diirnstein onder een poortje door naar een oude abdij, wgar Koningin en Prins de kerk en tuin van de abdij gingen bekijken. Een schitterende kerk, vol beelden, schil derijen, houtsnijwerk en fresco's. Prins Bernhard liep er gearmd met dr. Figl der Poldi zoals ze hem hier noemen doorheen en de aandacht van de Prins werd sterk geboeid door een zwaluw die dwars door de kerk vloog. Het hele gemeentebestuur was ook al voorgesteld en dat ene vrouwelijke gemeenteraadslid, dat juist boodschap pen deed, had maar meteen haar grote tas vol groente en fruit aan de arm laten hangen, want zij moest tenslotte dadelijk weer naar huis om voor het eten te zorgen. Een moment van rust was nu ge komen en in de tuin van de vroegere abdij hoog boven de Donau en in de schaduw van fruitbomen kwamen de koffie en het gebak en achteraf de glazen witte wijn. Een heel klein meisje gaf koningin Juliana een pop en ik geloof dat de Koningin er echt bRj mee was, want ze zat er minutenlang ingetogen mee te spelen. Prins Bernhard keek ver rast toen er een kist met rijftig fles sen wijn werd aangeboden en prinses Irene kreeg een gevlochten boodschap- In de oude abdij van Diirnstein usas de Koningin vol bewondering voor de muurschilderingen en het houtsnijwerkdat daar in ruime mate voorhanden was. (Ingezonden mededeling) Als giftige watermuggen zoefden zes metalen politiebootjes voor de Stadt Wien uit en met de stroom mee werd al vlug een snelheid van veertig kilo meter per uur bereikt. Koningin Juli ana, prins Bernhard en prinses Irene stonden aan dek toen de Stadt l^ien afmeerde in het een uur varen verder gelegen Diirnstein. Dit hier, in dit Diirnstein, dat was 'het lieflijke hoogte punt van deze derde middag in Oosten rijk. Een burgemeester die wat moei lijk sprak en liep maar vol eerbied was voor de Nederlandse Vorstin, een in klederdracht gestoken harmonie van het dorpje en zingende meisjes uit de dorpsschool, ook alweer in het plaatselijke kostuum. Dr. Leopold Figl die toen liij nog bondskanselier was ook Nederland bezocht en die nu commissaris is van Neder-Oostenrijk was ook aan boord. Gearmd met koningin Juliana liep hij over de loopplank de steiger op en de harmoniemannen bliezen zich onder hun grote hoeden de wangen bol. Het werd een volkomen onderonsje. Vier kleine jongetjes die met hun neus nauwelijks bij de tafelrand kwamen, hadden weken op hun blokfluiten ge oefend en moesten nu nodig het resul taat laten zien. Vlak aan de Donau- oever hadden zij zich opgesteld en we stonden er allemaal als een gezelschap toeristen omheen. Vooraan uiteraard de Nederlandse Koningin en haar fa milie en verder alles en iedereen door elkaar. Een dikke boer stond naast een hofdame, een adjudant van de presi dent van Oostenrijk had een goed uit de kluiten gewassen boerin aan zijn zijde. De persfotografen kropen overal onder en ovedheen en de jongetjes maar fluiten, öm daarna een hand van pentas en later een met gouddraad be- stikte huif voor op het haar, net zo als ze die daar in Diirnstein dragen bjj hun dirndl. De middag liep tegen het einde en de boot lag voor. Nog twee uur varen op de Donau naar Wenen en opnieuw wandelde de Koningin lachend aan boord, zich verheugend op die water- reis. En prins Bernhard? De hele Oosten rijkse pers staat vol met loftuitingen aan zijn adres en in één regel komen ze erop neer, dat men de Prins bij zonder prettig vindt, zeer goed ge kleed, jong voor zijn leeftijd en vol grapjes. Eén van die grapjes mag ik u dan vandaag wellicht als besluit vertellen. -jé Met het prachtige landschap van de Donau-oever op de achtergrond stonden de vorstin en prins Bernhard in Oos tenrijks kostuum op een terras in Diirnstein in de zon wat uit te rusten van de vermoeienissen bij het bezoek aan de elektriciteitscentrale. Prinses Irene droeg een dirndl. In het stadhuis van Wenen informeer de de Prins: „Hoe is dat eigenlijk bij u, wordt een burgemeester benoemd of gekozen?" „Bij ons worden de burgemeesters gekozen", antwoordde de Weense burgervader Frans Jonas. Waarop prins Bernhard constateerde: „Kijk, bij ons blijft iemand wanneer hij eenmaal benoemd is altijd burge meester, tot hij zijn moeder vermoordt of de gemeentekas meeneemt. Dan wordt hij ontslagen." AMSTERDAM De dertienjarige Amsterdamse scholier Herman Traudes 'is gisteren bij een scheikundig experi ment ernstig aan een hand gewond ge raakt. De jongen had zwavel en kaliumchlo- raat in een pijp gedaan en had deze ver volgens afgesloten. Op een gegeven ogen blik explodeerde de pijp. |nniiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii)iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiii!iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii| (Ingezonden mededeling) Beheerst denken, werken en spreken Mijnhardt's Zenuwfabletten 17. Toen de merkwaardige uitzending was afgelopen, bleek ook de zee gekal meerd. Kappie liet terstond een sloep uitzetten om de heer Sprenkel van zijn schip te halen en Ofeki trof voorberei dingen om de zwaarbeproefde uitvinder te onthalen op sterke thee met zout. Dit laatste recept gold in Lutjewier namelijk als hèt middel tegen zeeziekte. Niet veel later zat de technicus in een deken gehuld in Kappie's beste stoel en dronk rillend van koude en walging van het brouwsel. „Brrr..." zei hij gruwend. „Wat een narigheid... Wat een tegenslag." „Ja", zei Okki. „Die eerste uitzending was niet best. U hebt zeker nooit eer der voor de teevee gespeeld, is het wel? Erg vlot ging het u niet af. Ik heb wel eens een sappiger uitzending ge zien. met Rikkie Rock, de twister. Maar die vuurtoren tussen de golven was wel tof. Jammer dat het maar zo kort duur de." De ander keek de scheepsjongen met vage ogen aan. „Waar heb je het over7" vroeg hij. „Welke uitzending...?!" ,,U wilt het zeker geheim houden", zei de maat begrijpend. „Technisch ge heim of zo. Dat dacht ik al. Het ia ook geen pe-uleschil een teevee-apparaat dat ontvangt zonder dat er een stopkon tact of een antenne aan te pas komt. Daar kunt u op de Jaarbeurs de hele boel mee op stelten zetten!" „Ja het is geen kleinigheid..." viel Kappie bij. „Zelfs die zendmasten 'hebt u niet nodig. Juist toen zo'n ding het water viel werd het beeld best! Het leek even te duren voor dit tot de heer Sprenkel doordrong. Maar toen sprong hij op en wierp de deken van zich af. „Eureka!" riep hij uit. „Ik heb het ge-vonden! Nu weet ik wat er aan mijn uitvinding mankeerde...!" NED. HJRV. KERK Beroepen te Hoogeveen (vac. dr. A. van der End); J. A. de Bruijn te Ernst (Geld.); te 's-Hertogenbosoh (vac. K. Strijd) J. W. Mazurel te Heerewaarde; door de classis Maastricht tot pred. voor buitengewone werkzaamheden (bin nen 'het kader van de Stichting AMVJ Z.-Limburg) te Geleen-Ost. Ph. Kroes, vic. te Dongen. Benoemd door de pr.ov. kerkvergade ring van Gelderland te Putten (kring And-reaskerk)Tj. M. Haitjema te Sou burg. Beroepen te Amsterdam (als pre-d. voor ibuitengew. werhz.): L. L. Blok te Hui'Ssen. GEREFORMEERDE KERKEN Beroepen te Pern-is (vac. J. H. van Halsama)D. Kloppenburg te Broek on der Atokerwoude; te Vianen: C. van der Woude, kand. te Kampen. Aangenomen naar Vinkeveen: G. van der Maaten, kand. te Elburg, die be dankte voor Edam. Een, Goënga. Olde- boorn. Suawoude en Zuldwolde (.Dr.), UNIE VAN BAPT. GEM. Bedankt voor Hoogezand: H. van der Werf te Eanmen.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1962 | | pagina 2