HET SCHANDAAL
VAN EEN DOKTERSHUIS
I KAPPIE EN DE TI-PISCHE BOOT I
miSHuëi
luiiiiniiittiiuiiiiiiiiiii
P. W, RUSSEL'S
dat al lang
gebouwd had
kunnen
zijn
Uit de kerken
Vrijdag 20 april 1962
ZEEUWSCH DAGBLAD
Pag. 2
Door het hoofd
ven om op *e
Apotheek onbeschermd
Voor geen goud
Stapelgek
Nergens plaats
0ERM
Johnny
Hart
GEERTRUIDENBERG Het
rommelt in Geertruidenberg,
dat is zeker. Honderd bejaarden
leven onder praehistorisehe om
standigheden in de Agnes-
Stichting en de plannen voor
de nieuwbouw blijven maar
plannen. Vier weken staat er
al een heistelling om te begin
nen met de bouw van een nieu
we kerk, maar niemand werkt
er want in de hoogste gemeen
telijke regionen is men het niet
eens over een stukje, dat uit de
oude kerk gehaald moet wor
den. Vier jaar lang is de dokter
bezig om zijn eigen huis neer te
zetten, maar vergunningen, be
palingen en briefjes schijnen be
langrijker dan behoorlijke werk
ruimte voor de arts. „Neen", is
telkens de taal van
het stadhuis. „We
gaan met spandoeken
lopen", zeggen de
mensen van Geertrui
denberg, „want voor
onze kinderen en ons
zelf willen we dokter
Blondeel niet missen.
Als het moet: dan
maar hard tegen
hard".
Ja, er gaat Iets ge
beuren in Geertruidenberg,
dat is wel de zekere con
clusie die ik meebracht
na een bezoek. Of burge
meester J. Faure weet
aan de belachelijke situ
atie van nu een eind te
maken en doet gewoon wat
iedereen als zijn taak
ziet: zorgen dat de dokter
zijn huis kan neerzetten
öf. die spandoeken van
zijn gemeentenaren gaan
door de straten en het
afwachten van nu ver
andert in een ongerustheid
naar buiten, die noch Geertruidenberg
noch het beleid van B. en W. daar ia
de bloemen zet.
Dag dokter, ik wilde nu graag eens
precies weten wat er allemaal met dat
huis van u aan de hand is, zei ik
gistermiddag tegen de 35 jaar oude, in
Zeeuws-Vlaanderen geboren arts, de
heer F. A. Blondeel. Hoe lang bent u
hier, hoe begon het, waarom loopt
heel Geertruidenberg met u weg,
waarom zeggen mensen mij op straat
en per telefoon dat ze voor u door het
vuur gaan, waarom schrijft men mij
brieven vanuit Geertruidenberg en
waarom kunt u niet wonen in dat
huis, dat u zelf wilt neerzetten. Een
hele hoop vragen, maar misschien
kunnen we bij het begin beginnen.
,,Best", zei dokter Blondeel. „Juni
1958 kwam ik dus hier in Geertruiden
berg en nam de praktijk over van mijn
voorganger. Ik had vijf jaren chirurgie
achter de rug en wilde een huisartsen
praktijk opbouwen. Mijn vrouw zat op
een flat in Eindhoven en daar hadden
we de huur opgezegd, want we zouden
hier van gemeentewege een woning
krijgen. Maar ineens, en dat was het
begin van die lange reeks ellendige
dingen, moesten we hals over kop in
Eindhoven weg, de nieuwe bewoner
kwam en hier was de toezegging „door
het hoofd gegaan" van de gemeente
instanties. Ik vond in Raamsdonkveer
in een hotel een paar kamers en daar
zaten we tot half januari 1959."
Het huis van de vorige dokter,
dacht ik. Het was er, maar oud,
bouwvallig en het
voldeed in geen
opzicht aan ^de
sociale, medische»
en ethische eisen,
die een arts mag
stellen. Verbou
wen dus en dokter
Blondeel trok met
een architect in
oktober 1958 reeds
naar het stadhuis.
„Er werd me een
-v strook grond in
overweging gege-
nk 4j»<yp§;; bouwen, de archi-
Tm tect maakte zijn
schetsen en toen
hoorden we, dat
er op dat punt
nooit gebouwd mag
worden. De archi
tect maakte nieu
we plannen voor
de herbouw van
het oude dokters
huis. in oktober
1959 werd het pand
aanbesteed en in
december van het
zelfde jaar een brief van B. en W.:
u bent strafbaar als er één steen
van de gevel wordt gesloopt."
„Zo in dat huis trekken was
onzinnig. Ik moet dus als krts een
praktijkkamer, een wachtkamer, een
woonkamer, een keuken en slaap
kamers hebben en bovendien: er is
hier in Geertruidenberg geen aparte
apotheek, want die is ook bü mij aan
huis, ook daarvoor moet dus ruimte
zün."
Dat oude doktershuis staat aan de
Markt nummer 27 in Geertruiden
berg en het mag zich verheugen in
de aandacht van Monumentenzorg.
„Er zouden mensen van Monumen
tenzorg komen kijken om te zien wat
er mogelijk was bij een verbouwing",
aldus dokter Blondeel. „Week in week
uit zaten we er achterheen: volgende
week, volgende week almaar de-
Kapitein c. c.
Peters (gisteren in
burger), die nu de
neutrale lijsttrekker
is voor twee par
tijen in Geertrui
denberg. „Het is
waanzin wat er met
het huis van de
dokter geDeurt
zei hij.
zelfde boodschap. Wel, we hebben het
hele jaar 1960 op die mensen van
Monumentenzorg gewacht en ze niet
gezien."
Een heleboel ingewikkelde zaken,
met een bank die het huis ook wilde
kopen, volgden en in maart 1961 vroeg
de arts optie voor bouw van een huis.
„We kregen de keuze uit drie terreinen,
maar op één mocht niet gebouwd
worden", zei hij bitter. „We waren
intussen met een tweede architect in
zee gegaan en op 17 mei vorig jaar
kwam het bericht: optie verleend. We
gaan er op in, schreven we terug en
nooit hebben we er meer iets van
gehoord. De architect kreeg in maart
1961 onvolledige bouwvoorschriften en
dus voldeed zijn bouwplan niet aan de
bepalingen. Pas op 18 augustus 1961
kreeg hij de juiste voorschriften en
een dag eerder, op 17 augustus, ver
liep de optie."
Dokter Blondeel vertelde verder,
over een artikel 20 van de Weder-
opbouwwet, over allerhande wetten
en voorschriften, maar ik onderbrak
hem.
Neem me niet kwalük dokter,
maar als ik het goed begrijp dan wilt
u dus niets anders dan uw eigen huis
bouwen, om uw praktijk uit te oefenen
en de apotheek in onder te brengen;
het geld is geen zorg voor de gemeente,
de grond is er, de architect heeft zijn
plannen en toch gaat het niet.
„Zo is het", zei dokter Blondeel.
Toen ik u kwam opzoeken, dokter,
zat ik eerst bij die Agnes-Stichting,
waar een oude heer me door een
doolhof van antieke gangetjes naar
een kamer bracht, die uw praktijk
kamer is. Hier aan huis kunt u dus
geen praktijk doen?
,,Neen, dit huisje heeft alleen
een woon-eetkamer; als er 's avonds
of overdag een patiënt komt die me
vertrouwelijk wil spreken, gaat mijn
vrouw naar de slaapkamer boven en
als het erg koud is naar de buren".
Teen ik in de Agnes-Stichting uw
praktijkkamer binnenliep was daar
niemand; ik zag er honderden pot
jes, flesjes en doosjes staan, de
apotheek neem ik aan; ik had er
kunnen meenemen wat ik wilde.
„Ook dat klopt, de apotheek is vol
komen onbeschermd, maar nergens
is plaats om de apotheek onder te
brengen; vandaar dat in het nieuwe
huis daarvoor een ruimte ingericht
moet worden".
En die gemeenteraad van Geer
truidenberg. wat doet die nu en wie
zitten erin? Elf raadsleden zijn er;
zes van de K.V.P., drie van de pro
gressieve K.V.P., een van de P. v.d.
A. en een van Gemeentebelangen.
Wie verneemt wat de ieden van de
raad deuken hoort: ze vinden het
een gekkenhuis.
Houdt het daarmee op? Kan die
gemeenteraad B. en W. niet vertel
len, dat Geertruidenberg zijn dokter
Blondeel wil houden en dat dokter
Blondeel, wil hij zijn praktijk behoor
lijk kunnen uitoefenen, nu een keer
in een huis dient te wonen waar dat
kan? Er is iets gaande. De zes van
de K.V.P. en de drie van de progres
sieve K.V.P. hebben nu een neutrale
voorman gezocht. Geen politieke fi
guur, maar een kaoitein vari de pon
tonniers: kapitein C.C. Peters, die nu
de gemeenschappelijke lijsttrekker
wordt.
De laatste twee rfiaamden heeft dok
ter Blondeel verscheidene aanbiedin
gen gekregen. Kunt u er iets van
zeggen, dokter?
,,Kijk, ik sta op het standpunt, dat
ik mijn eigen praktijk kan regelen.
Het gaat erom, dat je als arts het
vertrouwen van de mensen hebt en
dat je ze kunt helpen, daar hebben
godsdienst en politiek niets mee te
maken. Als arts je praktijk heb
ben staat of valt met je kunde.
Als ik een paar fouten maak ben ik
mijn patiënten kwijt en ik krijg er
geen patiënten bij door vriendjes er
gens te maken. Ik stel me voor dat
ik een eerlijk mens ben en ik houd
niet van vriendjespolitiek".
De dokter nam een slok van zijn
koffie en zijn stem trilde. „Wat er
hier met dat huis gebeurt, dat maakt
je stapelgek. Bijna vier jaar heb ik
gezwegen, maar nu kan ik dat niet
meer. Mijn vrouw en ik houden van
de patiënten en 95 procent van de pa
tiënten houdt van ons. Er werd pres
sie op me uitgeoefend hier de zaak
te laten en ergens anders een hele
mooie praktijk over te nemen met een
prachtig doktershuis. We zaten zelf te
overleggen en waren er pas 24 uur
mee bezig toen het hier in Geertrui
denberg begon. Iemand had het van
iemand gehoord en het regende tele
foontjes. Honderden mensen belden
op, kwamen aan de deur en spraken
ons aan op straat. „Dokter .u gaat
toch niet weg, dat willen we niet".
Er waren plannen om met spandoe
ken te gaan lopen, maar ik heb ge
zegd dat men dat maar niet moest
doen. Nu wachten de mensen af".
,,Als dokter Blondeel besluit om
•weg te gaan komt de hele bevolking
in opstand", zei kapitein Peters.
We stonden voor de woning van de
dokter. En die garage, vroeg ik.
..Daar stalt de burgemeester", zei
iemand. De auto van de dokter staat
voor de deur, want hij heeft geen ga
rage. Is dat niet lastig dokter, infor
meerde ik wat later bij de huisarts
zelf.
„Dat gaat 's winters zo: per nacht
word ik er dus regelmatig twee, soms
drie keer uitgebeld. Ik kleed me dan
aan in een koude kamer, ga naar be
neden. start de auto, loop naar binnen,
haal in de keuken een pannetje
warm water om de ruiten ijsvrij te
maken en rijd dan weg. Bij de patiënt
duurt het bijvoorbeeld een half uur en
laten we zeggen dat hij me heeft aan-
gehoest; thuis was ik me dan in een
koude douchecel, want een badkamer
is hier niet en verwarmen kan men
ook niet."
En uw administratie, dokter?
Dokter Blondeel stond op uit zijn
stoel. „Het gebeurt dus vijf keer per
dag minstens dat ik iets meer moet
weten van een patiënt die bij me is op
liet spreekuur, In die kamer van de
Agnes-Stichting. Dat gaat dan zo: ik bel
mijn vrouw, die gaat naar deze kast.
zet de box van de baby opzij, neemt
alle kaartenbakken, zoekt, vertelt me
wat ik vroeg en bergt de boel weer op.
Nergens hen lk plaats voor mijn «pul
len en de administratie ligt door het
hele huis verspreid."
En als u zondagsdienst hebt, dokter,
hoe gaat dat? „Het is gek maar op
zondagochtend worden er nogal eens
baby's geboren. Ik ben dus zeg 's och
tends rond vier uur naar een bevalling
toe en bel mijn vrouw na een tijdje:
ik denk kwart over negen thuis te zijn.
Ik kom aan om half tien en dan fietsen
of lopen er zo'n tien of vijftien mensen
rond het huis. De een met een kind dat
's nachts heeft overgegeven, de ander
voelt zich grieperig en wil weten of hij
op reis kan, enfin, u kent dat. Dan
staan er ineens acht mensen tegelijk in
mijn gang. tussen de kinderwagen en
de trap. Ik kan ze nergens ontvangen,
ik heb geen wacht-, geen spreek-, geen
werkkamer, niets; ik heb alleen een
kamer waar ik kan eten en waar de
baby in de box ligt en de andere twee
kinderen spelen."
Burgemeester Faure en zijn twee
wethouders lopen aardig de kans dat
het onder hun beleid voorgevallen gesol
met de papiertjes rond de woning van
dokter Blondeel landelijk een „aanflui
ting" genoemd gaat worden. Het zou
niet prettig zijn wanneer er men
weet nooit in een Tweede Kamer
een lid gaat informeren hoe dat nu zit
in Geertruidenberg, waar de hele be
volking van mening is dat er tegen
haar belangen in beslissingen worden
genomen.
Stel, dat dan alles besproken wordt
in het bijzijn van premier De Quay.
Die is tenslotte commissaris van de
Koningin in Noord-Brabant geweest en
in die prov. ligt ook Geertruidenberg.
26
Daar vergis jij je erg in, breekt
Ran haar af. Er zijn heel vro
men onder de artisten.
Jij ook zeker?
Dat komt nog wel een keer
zegt Ran, die ook verder niet wil dat
het kibbelen wordt. Morgen om
kwart vóór twaalf, onze oude tijd.
ben ik netjes in de kerk en stop jij
nu maar heel Klaarmond in het bad
dan ruikt het fris als ze vanavond
in het circus zitten! Ga je de op
tocht niet zien? Wij komen zo straks
over de Markt.
Maar Ria zegt dat daar geen tijd
voor is en het circus van het vorig
jaar ook een optocht gehouden heeft,
waar niets aan te zien was en dat
het nu wel weer net zo zal worden.
De optocht is op de tijd van twaali
tot één uur gesteld, omdat op 'zater
dag in het daartussen liggend uur al
le scholen uitgaan en op de belang
stelling van de schoolbevolking dus
gerekend kan worden. Hetgeen het
bezoek aan de middagvoorstelling
zonder twijfel ten goede zal komen.
Ran is in de loop van de ochtend
ook op zijn oude school geweest,
maar Dr. Kross, de directeur, heeft
hij niet te spreken gekregen. Hij had
willen vragen of de beide hoogste
klassen gelijk met de leerlingen van
het eerste, tweede en derde leerjaar
naar huis mochten om een kans te
krijgen nog juist iets van de optocht
te zien.
Ran is niet verder gekomen dan
Koremans de concierge, die Ran met
vriendschap in herinnering heeft ge
houden, om toen dat figuur van de
directeur met het regenbakje! Met
Koremans praat hij nog even over
de belangrijke verdiensten die Klaar
mond van het circus geniet, door de
inkopen die dagelijks gedaan wor
den. De dames Guste en Frieda al
leen, eten al per maaltijd een grote
baal hooi op, plus daarbij twintig
kilo geplette haver.
De concierge krijgt de kans het
verzoek en de informatie over het
dieet van haver en hooi „gestamp
te haver" maakt Koremans er van
over te brengen aan de directeur,
die op de gang met de leraar vooi
de Duitse taal in gesprek is. De laat
ste bekend om de hartelijkhei'
waarmee hij met de oud-leerlinge,
blijft meeleven zegt:
Nu het doet mij allemachtig ple
zier, dat die jongen nog zo goed zij
weg gevonden hëeft, dan hebben w
ons destijds toch allemaal in hem
vergist.
tï '1'
„co-!
Dr. Kross onthoudt zich van een
opinie, gelet de aanwezigheid van de
concierge. Hij zegt alleen:
Je bedoelt geplette haver, Kore
mans. gesiampte haver ken ik niet.
De vierde en vijfde klasse gaan
evenwel niet een kwartier eerder
naar huis, zoals Ran had verzocht.
Mijnheer Léon heeft zich bij de sa
menstelling van de optocht zeer moe
ten beperken. De olifanten kunnen
niet meedoen. Zij zijn heden zowel
's middags als 's avonds in de voor
stelling nodig. Daarbij nog een lange
wandeling door de stad te maken,
dat zou voor Guste en Frieda te ver
moeiend worden!
De Kaufmann Girls hebben in hel
contract staan dat zij in iedere
plaats, waar gespeeld wordt, één
maal in een stadsoptocht moeten
meewerken. De beruchte Klaarmon-
der „kinderhoofdjes" van de bestra
ting zijn evenwel voor hen onrustba
rend. Maar er komt een pracht van
een uitkomst. Ran heeft bij het paar-
denhuren op de meelfabriek in een
wagen-remise het gevaarte gezien,
dat bij de laatste carnaval als zegen
wagen voor Prins Carnaval dienst
deed. Het is een platform met es
trades, bevestigd op een oude sle*
perSkar.
Daar kunnen de fietseressen op
staan, geflankeerd door de blinkende
kunstfietsen. De wagen zal worden
getrokken door vier paarden. Zo
heeft niets te lijden, de „girls" niet
en hun gereedschap niet.
De Klaarmondse keien geven toch
nog een moeilijkheid en wel voor de
kameel die tot de circus menagerie
behoort. Mijnheer Léon besluit, dat
deze woestijn-bewoner het einde van
de optocht zal vormen. Maar zodra
met de kinderhoofdjes op de Markt
kennis gemaakt wordt, wil Moestafa
niet verder.
Het gevolg hiervan is, dat een
groepje van drie koddige snaken, die
voor de humor en luim zullen zorgen
helemaal achteraan komen.
Een optocht heeft steeds het be
zwaar, dat het ding niet speelt. Pu
bliek wordt pas echt in de stemming
gebracht wanneer tussen de artisten
ert de menigte contact bestaat. Daar
om laat Léon Carreau altijd de grap-
iassen van het circus in de optocht
meelopen.
)e boertigheid die zij langs de weg
improviseren weet de sympathie van
het publiek te winnen, nog veel be
ter dan te bereiken is met de magis
trale begroetingsgestes van Léon
Carreau hoog te paard en de
tedere gebaartjes van de dames op
de carnavalswagen. Maar het is een
technische fout bij deze optocht, dat
de grapjasserij van Granito en zijn
collega's zich soms tot een volledige
sr^elscène uitbreidt. Daardoor ko
men zij telkens los van de stoet en
moeten dan hollen om weer de aan
sluiting te vinden.
Van der Tuut is naar zijn huis ge
gaan, de ambtswoning boven het po
litiebureau in de Veerstraat. Hij heeft
-ich verkleed, vandaag doet hij ver
der geen dienst. Het circus moet er
maar alleen zien te komen! Als hij
evenwel gezeten aan het open
raam een voorbijganger hoort roe
pen naar een andere voorbijganger:
Ze zijn nog in de Steenstraat,
er was op de Markt /at met de
kameel, is Van der Tuut al de trap
af en in de straat.
(Wordt vervolgd)
BOVEN
-)f dan schuift
mijn vrouw de box
opzij, pakt de kaar
tenbakken, zet die
allemaal op tafel en
zoekt op wat ik van
een patiënt moet
welen", zei me gis
teren in Geertruiden
berg de getergde
huisarts F. A. A.
Blondeel, die door
de hele bevolking op
handen wordt ge
dragen.
LINKS:
Af Dit is het dokters
huis in Geertruiden
berg waar de arts,
zijn vrouw en drie
kinderen wonen. Geen
vierkante meter ruim
te over voor de dok
ter om zijn praktijk
uit te oefenen, laat
staan zijn apotheek
onder te brengen.
Die garage rechts?
Neen, neen, die is
niet van de dokter,
daar stalt de burge
meester.
„Het is waanzin wat er met dat
huis van dokter Blondeel gebeurt",
zei me gistermiddag die kapitein Pe
ters. „De dokter is enorm geliefd hier
in heel Geertruidenberg, vraag het
maar aan wie u wilt. De mensen wil
len hem voor geen goud kwjjt, maar
er zal toch snel iets moeten gebeuren
anders gaat hy'\
DE
TINTELS
'T SPIJT ME, JONGÉNS,
MAAR. DIE ©ElLGISCHG
ZENDER MOET AP - ER
komt een politieke uit
zending UIT BUSSUM -
JE MOET TENSLOTTE OP
DE HOOGTE BLIJVEN EN ZO-
WEET JE VEEL, MISSCHIEN
HEEFT DEZE MAN WEL IETS
HEEL BELANGRIJKS TE
ALS EEN ZWARTE MIER
ttt:
JE PAD KRUIST BETE -
KENT DAT ONGELUK.
f'&fiï
door
il- l-'-TSJ;1
AL5 JE £OED HEBT BESTUDEERD,
20L -JE BEGRIJPEN3 WAT NL) VOCT,
JONCEM
De
opzienbarende
experimenten
van
§j§ student
Tijloos
65. ,,Je kunt van die lefpet van een
generaal zeggen wat je wilt.." fluister
de Okki, toen zij achter Hak-Hau aan
naar Ti-Pisch' troonzaal liepen. „Maar
deze keer heeft hij u toch maar het le
ven gered. Kappie!"
Kappie draaide peinzend zijn knevel
op.
„Daar zit iets achter groene ha
ring.." meende hij. „Die achuimer
wendt niet voor niets pardoes
ven."
„Ik ben het met Kappie eens." zei de
meester zachtjes. „Daar zit iets sinis
ters achter. Trouwens aan alles wat de
ze Ti-Pische lui doen is geen touw vast
te knopen. Zijn ze nou blij dat die boot
nog heel is of niet?"
„Ik wou dat jullie dat allemaal van
tevoren bedacht hadden!" mopperde de
maat. „Ik' heb genoeg gewaarschuwd
met het oog op nujn trillende ekster
ogen..!"
„Niet iedereen heelt zo'n heldere kijk
op de dingen als jij door je ekster
ogen!" antwoordde Kappie korzelig.
Zo kwamen zij in de troonzaal en al
dadelijk was aan het gelaat van de
vorst te zien dat Ti-Pisch de Slimme
niet bijster ingenomen was met de
komst van de Legende-boot, waarover
hij zich tevoren zo druk had gemaakt...
NED. IIERV. KERK
Beroepen te 's-Heerenhoek-Nieuwdorp
(toez.): Th. de Haart, laatstelijk pred. te
Djakarta, wonende te Groningen; te St.
Philipsland: J Enkelaar te Sluipwijk
(Z.H.)
GEREFORMEERDE KERKEN
Beroepen te Ommen: J. D. B. van der
Meulen te Emmer-Compascuum; te Ex-
morra-Allingawier en Tjerkwerd: A. van
Zuijlen, kand. te Rotterdam.
Aangenomen naar Haarlemmermeer
(Oostzijde): G. D. Hanemaayer te Ter-
naard, die bedankte voor Vollehove-
Kraggeburg; naar Capelle a. d. IJssel:
G. de Vries te Wilnis.
GEREFORMEERDE GEMEENTEN
Beroepen te Barneveld: L Rijksen te
Rotterdam-W.
Paasdienst jeugdkerk Goes
GOES, Op eerste Paasdag om 10
uur wordt in de „Prins van Oranie" een
jongerendienst gehouden, waarin het
moderne Paasspel „De nacht was bitter
koud" van de Amerikaan Dennis J, Win
nie zal worden gespeeld. Voorganger in
deze dienst is Wika D. E. Hiensch. De
samenzang zal worden begeleid door
piano- en trompetmuziek.