ALIMENZELA )DOET HET OP EEN HOLLETJE I KAPPIE EN DE TI-PISCHE BOOT I \v© opora murtdl KFS DE NATUUR P. W. RUSSEL'S ABASIN Woensdag 28 maart 1962 ZEEUWSCH DAGBLAD Pag. 2 WAARSCHIJNLIJK VAN 1905! „Die weten het" r/r\ fMUKU&lWJÜJt/m „Nog sneller!" Geen tijd „Content?" De Vandalen «aft Handvol tijden kalmeert de zenuwen zonder slaap te verwekken! in en om uw huis Ontsluiting Kaloot "DAT MA<G OOK WEL. MjAhJT WE WORPEN ACHTER VOtóP f JE HEBT ER, EEN RlMKE KLAT» OP EWAP/ puta» v^aganzia nu ni et* dat m er een kd derprogramma van L DE TELEVISIE N.J. WAS? WELNÉÊ.' T0NE6L- SPEL KENNEN ZIJ NIET EN GEVOE1. VOOR HUMOR BE- AITTEN ZIJ NJETV ze zijn bang VOORIÈDEREB EN ZIEN OVER VldANDEN. DAAR GAAN DE NDRINGBRS.LE6! -OPEN WAT,ZE KUNNeisW 1570 CARTHAGO. „Ik sal u geen geheim vertellen wanneer ik u zeg, dat Carthago een rijke handelstad is geweest. Kijk, hier, de resten van die stad. Volg me nu. Hier hebben we munten opgegraven van de Romeinen. Ik zal u ook geen geheim vertellen wanneer ik u zeg, dat de Romeinen hier geweest zijn. Kom mee, hier naar links, dit marmer: Byzantijns. Nog verder, juist hier ja, weer marmer, nu uit zuid Italië. Carthago was dus een Phoenicische kolonie en we schrijven 250 v. Chr.: oorlog met het Romeinse volksleger. Neen, neen, niet blijven staan, hier naar rechts, de begraafplaats. Bij duizenden zijn ze hier aan de aarde toevertrouwd. Uit die oorlog niet, neen, ik bedoel de mensen van Carthago". Ik hijg. Dertien uur geleden tik ten de wielen van de Elektra „Pal- las" van de K.L.M. aan het beton van het Tunesische vliegveld EI Aoui- na, nu loop ik hier tussen de ruïnes van Carthago. Vijftien uur gele den vroeg ste ward Coenen er gens tussen Rome en Tunis op ze venduizend meter "hoogte of ik een kussentje In mijn hals wilde hebben, Inu sta ik hier met Cen Romeins munt- tje in de hand, opgegraven uit de grond onder mijn voeten. Het kan eigenlijk niet, maar het is zo. Het is al vele keren zo geweest en telkens opnieuw moet ik er minstens een etmaal aan wennen. Gistermiddag met Bas wandelen in Schiebroek, nu luisteren naar Ali Menzela met snor en rode fez op het hoofd. Hij is mijn gids in dit Carthago, dat hoog boven de see uittorent, dat een blik op zee gunt in de verte en dat weer openlegt dat allang vergeten boek: „De geschie denis der mensheid, deel V, Hellas en Rome, door Wigman en Reynders". Hoe lang doet u dat al, mensen d» ruïnes van Carthago laten zien, vraag ik. „Weet ik niet" zegt Ali Menzela, ,,ik ben hier geboren, daar beneden, in dat kleine huisje en al» kind speelde ik hier al". Hoe oud bent u dan? Ali Menzela haalt een kaart uit zijn zak; een kaart in een plastic hoes, met zijn pasfoto en een paar stem pels. Het is het bewijs, dat hij offi cieel door het Office du Tourisme is aangesteld als gids. En achter het woord „geboren" staat: Waarschijn lijk! itt 1905 te La MelgaT JVaajschijnlijk. (Jus in 1905, zeg ik hardop. „Staat dat er", zegt Ail; „dan zal het wel zo zijn, want dat hebben de kantoormensen van de pre sident erop geschreven en die weten het wel". f* KAIROUAN eCA< en met een snel heid van 675 kilo meter per uur. In twee uur, samen met die trip van Schiphol naar Zü- rich dus in totaal drie uur en een kwtartier vliegen. Nederland-Tu- nesië. Tussen de marechaussee in zijn blauwe uni form en de Tune siër op El Aouina met zijn snor en zonnebril: drie uur en een kwartier. Nou ja, dat half uur in Zwitserland erbij, goed, goed, nog geen vier uur dus. Die heb ik met het autootje nodig om van Rot terdam naar Groningen te komen en nu Ali is terug. „Mozaïeken kijken", vraagt hij en rent alweer voor me uit. „Dan moet u dit keldertje in, daar liggen ze. Dit is niet geverfd, dit is origineel. De stukjes marmer zijn blauw en roze. Uit Italië. Mooi? Goed, gaan we verder". Zou het niet wat rustiger kunnen, Informeer ik; u bent hier elke dag, maar ik kom hier voor het eerst. „Zeker niet langzamer als u voor het eerst komt", vindt Ali in zijn Frans, zoals dat ook in Zuid Frank rijk wordt gesproken. „Hoe lang blijft u hier? Een week. Goed, dan moeten we eigenlijk nog sneller. Want dan moet u in die week zoveel moge lijk van Tunesië zien. Europa moet ons land leren kennen. Ons land is mooi, ons land is zoals me eens een Engelsman zei een oase van rust voor de Europeaan. Ik weeft niet of dat zo is. Maar ik weet wel dat We hollen verder. „De ruïnes zijn groot, we moeten vlug lopen; ze zeg gen bier dat ik de snelste gids ben", grinnikt Ali Menzela. „Het kerkhof hier dus: de platte stenen met drie knobbels lagen op de graven van man nen, die met één stenen knobbel op de graven van vrouwen. Links hier, een maan, uitgeslagen in steen". Ik buk me om wat meer te zien, maar Ali is al weer tien meter ver der, aan de andere kant van bet pad. „Hier, een zon, kom kijken", roept hij. „Dat was een vrolijk mens, zeg gen wij". Ik bekijk de zon, maar meer dan drie seconden geeft Ali me niet. Hij is al verdwenen achter een heuveltje. Ik ren hem achterna en hij staat reeds met uitgestoken hand en wijst met de vinger in een open gelegde kelder. De kelder, denk ik hardop. „Hele maal niet", zegt Ali, „dat was de bad kamer". 6 Draait de behangfabriek niet meer. vraagt Ran als zij de weg oversteken naar het voetpad. Het valt hem op, dat de vensters met luiken gesloten zijn. Al lang niet. Toen Willy zijn vader gestorven was, had hij zó de boel in de soep gewerkt. De hele week door zuipen en achter de rok ken aan gaat niet samen met zaken doen. Is hij nog getrouwd met Betsy Kussers, vraagt Ran. Nee en hij krijgt ook geen kans meer. Wil Kussers hem niet? Die loopt toch zelf ook niet weg voor een bor rel. O, Franske kan het gebruiken dat hij Betsy het huis uit heeft. Zij is nu al een half jaar novice bij de zusters in Tilburg. Die Bürmeister heeft een gevalletje gehad, maar daar vertel ik niet van, dat kan je wel bij je thuis horen. Ik zeg alleen nog: jullie vroegere meid heeft er ook mee te maken. Wie, Agatha? Hebben zij die niet meer? Nee, haar vader heeft haar la ten trouwen met een jongen die bij Bürmeister op de fabriek was. Hoe heet hij? Sjeng Bodelaar. Sjeng, maar die is toch een beetje gek. Zo erg is het niet en het was móeten bij Agatha. Van die knul, de stem van de vrager klinkt twijfelend. Nou wil je te veel van mij we ten. Vraag dit maar aan tante Wies, die kan alles vertellen. Het had ge heim zullen blijven, maar er zijn al heel wat 'mensen mee bekend. Zij hebben de tuin van Plakken bereikt. De tuin van Matthieu Lie ven» ligt er naast. Kijk je oom, zegt Plakken. Oom Matthieu, die de zestig al ach ter zich heeft, is nog zo sterk in zijn spieren als een jonge man van veertig. In de tuin staat een rekstok. Iedere middag, bij goed weer, turnt hij even voor het aan tafel gaan, Daar krijg je pas honger van, zegt hij. Nu draait hij aan de rekstok rond. Keurig en overweldigend. Drie maal de reuzenzwaai en dan de rug kaarsrecht in diepe kniebuiging néér op het gras. Jij naar binnen, zegt Plakken tegen Ran. Hij blijft zelf loeren ach ter de heg. Oom Matthieu u bent geënga geerd door het Grand Cirque Car- reau, schreeuwt Ran. Oom Lievens draait zich snel om. Als hij Ran bij het tuinhek ziet staan zegt hij verwonderd: Jij deksels jochie, waar kom jij vandaan? Vervolgens wordt er om juffrouw Glavimans geroepen, de huishoud ster, die bij Ran „tante Wies" heet. Plakken komt te voorschijn en roept Proficiat. Dan gaat een ieder naar binnen. Oom Matthieu is zo bijzonder nieuwsgierig aanvankelijk veroor zaakt door achterdocht - alles over het circus en wat Ran er meq te maken heeft te vernemen, dat het eten staat koud te worden. Tante Wies maakt er daarom een einde aan met: Nu gaat meneer alleen maar zitten eten en zal ik wel vragen. Haar eerste vraag wordt: waarom er bijna vier maanden geen bericht van Ran geweest is. In je brief uit Antwerpen stond, dat je van het schip af ging en naar Klaarmond zou komen. En dat heb ik dan toch ook ge daan, antwoordt Ran. Dat is kul, is de opmerking van tante Wies. Ran heeft al een hele boel ver teld en gehoord als de drie bij de kop zwarte koffie zitten, die op het middageten volgt. En Agatha Lemmen, wat had die aan d'r fiets hangen?, richt Ran zich tot tante Wies. Daar praat ik niet over, dat 1» een smerige zaak, wijst zij af. Dat kun je die jóngen best ver tellen, laat oom Matthieu er op vol gen. Omdat tante Wies toch niet wil, doet hij het maar. Ran krijgt te ho ren, dat Willy Bürmeister jij vondt het ook altijd zo'n rot jongen Agatha een kind had gemaakt. Het is gebeurd met d'n carna val. En toen had die Bürmeister haar gauw laten trouwen met Sjeng Bodelaar. Hij heeft een heleboel centen betaald aan de vader van Sjeng, dat is die vent die vellen ophaalde voor de oude Esser, om Sjeng aan te pra ten met Agaatje te trouwen. Het komt allemaal van hun hoogmoed, zegt tante Wies. Agatha is toch geen naam voor een kind van een boertje met maar één koe. De kinderen op school rie pen haar al na: „A-gatha, wat b'lieft Mama? reuben (Rübe, knol) koken voor Papa"! Maar die naam heeft ze toch niet zelf gekozen, zegt Ran. Ik vind het jammer van de meid. Zij was altijd een lekker lapje vlees om naar te kijken. Ik geef die ploert van een Bürmeister een klap in zijn smoel als ik hem zie. Ran wil weer naar de stad. Ran zal op de Allee terugkomen om te slapen. Maar tante Wies moet ,maar niet op hem rekenen voor het souper. Er is veel te doen. Opdrach ten voor de reclame, regeling van de fourage-leveringen, logies-afspra- ken voor een aantal artisten die op kamers in de stad ondergebracht worden, verzoek op de meelfabriek donderdag hun paarden te willen uit lenen, ter assistentie bij de zware transporten van losplaats naar Stads weide. Reeds overmorgen komt de speciale trein met alle spullen van het circus! (Wordt vervolgd) M- Ali Menzela „tlaarschijnlijk gebo ren in 1905de Tunesiër die mij tussen de ruïnes van Carthago rondvoerde met een vaart die deed denken aan de man. die zijn trein naar Utrecht nog moest halen. mensen uit Europa hier gaan komen om te kijken en Ali is daar niet be droefd om". Na ruim twee uur staan we weer bij het hek, dat toegang geeft tot wat overbleef van het trotse, het eens handeldrijvende en machtige Cartha go. Ik ben bekaf en Ali, die het ziet, is zichtbaar tevreden. „Content", vraagt hij met een lach en schat vast wat de „rondrit" hem beter zal maken. Zeer content, zeg ik, maar ik ge loof dat ik nog eens moet terugkomen om het allemaal op m'n gemak te zien en wat beter te bekijken. AC Het oude en het nieuwe; misschien zoekt een mens wel altijd en onwillekeurig naar tegenstellingenik weet het nietIk weet weldat het een fascinerend gezicht is, dc blik op het moderne, witte Carthagevanwaar een tram de verbinding met Tunis onderhoudt, waar auto's rondrijden, waar gesluierde vrouwen die lipstick gebruiken in de straten wandelen en dat alles dan gezien staande tussen de resten van wat overbleef van de machtige Phoenicische handelsstad Carthagonu nog slechts een kreet in de schoolboeken. DE TINTELS door Jack Dunkley FLITS m GORDON j m in het heelal door I n Dan Barry ri 6M,-HALLO I SCHAT, WlLdENOli WEL'ES UIT— SCHEIDEN, APBKOPPeW WACHT MAARSS TOTJB VA - DER THUISKOMT.'-OH,MIÜN j 1 ARME HOOFD/ JCPTT] HA; HAl HA! DAAR KAN IK MET PETRA LOL MEÊ, HEBBEN.' CfcKeRS pdUlKfi" JIW •zSA/ MISSCHIEN KRIJGT DE AARDE êg OOIT LAST VAN HEN, ■m maar- i k denk,dat zu liever in huw m eigen zonnestel- W0NÊR5. „U weet wie Carthago beroemd heeft gemaakt", vraagt Ali. .Natuurlijk weet u dat, want elk kind weet het hier: Hannibal. Hij heeft de Romeinen keer op keer ver slagen, maar in tweehonderd v. Chr. moest Carthago vrede met Rome slui ten, in ons nadeel en 54 jaar later werd de stad vernietigd". Heeft u dat allemaal ergens gele zen en toen van buiten geleerd, Ali? „Gelezen? Neen, ik kan niet le zen. Ik zeg ook steeds „voor Chris tus" omdat u uit Europa komt. Voor Christenen zeg ik dat, dan begrijpen ze het beter. Ik ben Moslim, zoals wij allemaal hier, maar Ik ben ook gids en een beetje zakenman. De Van dalen hebben hier alles verwoest. Kijk, nu praat ik zoals ik het aan mijn landgenoten of mensen uit Egyp te of Marokko zou uitleggen". Ali roept een collega, die ergens op een marmeren zuiltje in een voor zichtig zonnetje zit. Ze praten samen in het Arabisch en ik versta geen woord. Dan haalt de collega een pa piertje uit de zak en daarin zitten wat muntjes. Ali tilt er een tussen uit: „Byzantijns, ziet u he't Byzan tijnse kruis?". We worden het eens voor een gulden en twee mun ten verwisselen van eigenaar. ,,Ik moet even weg", zegt Ali en verdwijnt achter wat struiken. Ik ging zitten op een steen en keek naar de nieuwe stad beneden. Met een kleine zevenhonderd kilo meter per uur stoof die .Elektra bo ven de wolken van West Europa, dacht ik. Wég van Schiphol, over Duitsland, even aan de grond in Zürieh, een uur en een kwartier. „We blijven hier vijf en dertig mi nuten", zei de stewardess en we dronken een glaasje, keken naar stal letjes met horloges, briefkaarten en Zwitserse poppetjes en liepen de trap van het schroefvliegtuig met straal aandrijving al weer op. „De afstand Zürieh-Tums zullen we afleggen in twee uur, op een hoog te van 23.000 voet en met een snel heid van 375 mijl per uur", klonk het uit de luidsprekers Links en rechts kwamen agenda's te voorschijn en we rekenden om: dat is op een hoogte van zeven kilometer Beladen met film- en fototoestellen lopen de Europese loeristen van 1962 tussen de ruïnes en lachen om een grapje van de gids. Hoeveel geschiedenisleraren zouden hun vingers aflikken om hier rond te stappen, dacht ik. En waarom doen ze het eigenlijk niet? Het is allemaal te zien op nog geen vier uur afstand van hun leslokaal. (Ingezonden mededeling) Bloemkoolplanten kunnen nu gepoot worden; ze moeten dan vorstvrij over winterd worden. Als men zelf verzuimd heeft ze m de herfst te zaaien, zal men nu ook jonge en sterke planten bij de tuinders of op de markt in de stad kun nen kopen. Bloemkool moet in een zeer voedzame grondsoort gepoot worden; men dient dus wel oude mest of goed doorvroren bagger door de grond heen te werken. Ze moeten ook in verse grond gepoot worden, dus op een plekje waar verleden jaar geen kool groeide. *DfiDMME£-5 M'M WOOFP ER/MEE- QceÊURD- ^lflllflIllllllflllllllllllllllflltllll!lllllllllllffllllfllllll!lltlllllllltfllflllllll(lllllllflllll!llllltllll!llllilllflllllllllltllll!itllttlllIlllftlll!fllllflltllIlllllllllllIIIIII!tlllllIilllllllllllllllllfl||||||||||||||||IIIIIIHHflHHIiyg 45. Het was een deugdelijke, wester se wekker, welke generaal Hak-Hau had gebruikt en hij liep precies op tijd af. Inplaats van het porselein te treffen, zoals de bedoeling van de generaal was, beukte de hamer echter ritmisch op de meester in. Met een kreet sprong de machinist uit de boot. „K-krukkende k-kraakassen...! riep hij met wilde blik. W-wat is d-dat? Er ligt een t-technisch onverantwoord ding in d-de boot...!" Het was te begrijpen, dat Kappie en zijn gezellen meteen klaarwakker wa ren. Ook was te voorzien, dat gene raal Hak-Hau dit moment niet had af gewacht, maar schielijk langs de bui tenmuur was neergedaald. „Sakkers nog-an-toe..!" 4 gromde Kappie, de wekker bekijkend. „Da's de zoveelste poging om die boot in de grond te boren. Ik vraag me alleen af door wie.." „De deur is nog gegrendeld!" stelde Okki vast. „Dan is de schuimer dus door die pa trijspoort bezig gewees concludeerde Kappie. „Natuurlijk Hak-Hau weerl Met boze ogen staarde hij naar het venstertje. ..Hii zal het er wel niet bij laten zit ten. Ik ben bang, dat we bij dat dans feest morgen de poppen ja wel weer aan het dansen zullen hebben!" BORSSELE. In de raadsvergade ring is besloten ter ontsluiting van het strand aan de Noordhol een voetbrug te leggen over de daar aanwezige geul. Deze brug zal worden gelegd in samen werking met de gemeente 's-Heerenhoek. Over deze samenwerking heeft de raad uitvoerig gesproken. Het resultaat was dat de heren Van der Ende en Bras, beiden S.G.P. en M. de Regt (a.r.) te gen de samenwerking stemden. Een verzoek van de gemeente Aar denburg om adhesie te betuigen aan het adres betreffende verlening van de wet vervreemding landbouwgronden werd voor kennisgeving aangenomen. De firma A. van Tatenhove en An zal het huisvuil uit de gemeente ophalen voor 1480 gulden per jaar De vlag van de gemeente werd vastgesteld. Deze zal bestaan uit drie vertikale banen zwart-wit-zwart. Aan de Everingestraat werd bouwgrond gereserveerd voor de bouw van acht woningen door het Bouwfonds Ned. Gemeenten. De woningen Plein 35 en 36 werden onbewoonbaar verklaard en moeten over zes maanden ontruimd zijn. Deze huizen zijn door de gemeente voor 3500 gulden aangekocht van de hervormde gemeente.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1962 | | pagina 2