HIT ZWAARD Er kwamen 11 Mi monteurs mWV ALLEEN twee ifewl KAPPIE EN DE TI-PISCHE BOOT P.W. RUSSELS HET MOEST METEEN MAAR GOED - EN TOEN BEGON HET Uit de kerken alse dollars en zware kost Vrijdag 16 maart 1962 ZEEUWSCH DAGBLAD Pag. 2 ttoyUncc. I Firma's willen gaan exporteren naar China (2 jaar verzekerd tegen verlies of diefstal) ,,Wat de aanstelling van Heer Theodoras betreft, kan ik nog niets zeggen." Er werd iemand wegge zonden om Theodoras te ontbieden. ,,Ik zal mijn geheugen moeten op frissen. Ik zal zijn staat van dienst van de laatste jaren even inzien." Een van de zwijgende dienaren, die nimmer een bevel nodig hadden, legde een klein, gebonden boek voor Alexius op tafel, dat een groot aan tal in het Grieks geschreven bladzij den bleek te bevatten. Vervolgens zet te dezelfde dienaar een bril op de neus van de paradynast, waarop Alexius het boek opende en zwijgend begon te lezen. Theodoras verscheen en bleef bij de deur staan. In het vertrek heer ste volmaakte stilte. Eindelijk deed Alexius het boek dicht. „Kom nader. Heer Theodoras." Theodoras begaf' zich naar de ta fel. Hij had er geen idee van, waar om de groothertog hem zo plotseling had weggeroepen uit een groepje van zijn Pontische vrienden. Hij voel de zich gerustgesteld toen hij Pierre en Justin zag, maar hij waagde het niet iets te zeggen eer Alexius het woord tot hem richtte. j Alexius zei in het algemeen: „Er is niets in de staat van dienst van Theodoras, eertijds Megaskyr van Thalassopolis, dat een beletsel zou kunnen vormen de keizerlijke goed keuring te hechten aan zijn benoe ming tot handelsvertegenwoordiger.j indien de Franse minister van finan ciën tot een 'dergelijke benoeming mocht willen besluiten." Theodorus begreep onmiddellijk waarom hij ontboden was. Justin en Pierre glim lachten tegen hem. De groothertog richtte zich tot Theodorus. ,,Er staat in het politierapport omtrent u slechts één aantekening die verdacht is, of wellicht onvolledig, Heer The odorus. Drie jaar geleden hebt ge aan een Armeense koopman, Hovakim van Kars, 4632 Mohammedaanse bid kleedjes verkocht van Perzisch maaksel. De transactie was natuurlijk volkomen wettig en er is ook geen kwestie van belastingontduiking, aan gezien religieuze artikelen, zowel christelijk als Mohammedaans, in het gehele keizerrijk vrij van hef fing zijn. Maar toch zou ik wel wil len weten hoe ge aan een zo grote partij heidense bidkleedjes kwaamt en wat een christelijke Armenieër daar in 's hemelsnaam mee moest uitvoeren." „Hij wilde zeaanvankelijk niet hebben, Uwe Hoogheid," antwoord de Theodorus. ..Ik had de kleedjes $cMmovtL% iiiüitiüiü:: Pierre weigerde hoffelijk alle uit nodigingen om in Trebizonde te blij ven en Heer Jan vertelde de groot hertog onder vier ogen het waarom van deze weigering. „Alleen het li chaam van mijn jonge vriend is hier, Uwe Hoogheid", zei hij. „Zijn hart en ziel zijn in Frankrijk, waar de grote dame die hij liefheeft, zich in een klooster heeft opgesloten op het gerucht van zijn dood. Hij zal ongetwijfeld terug willen keren om zijn stad te bezoeken. Maar op dit ogenblik wegen alle steden van Tre- bizone niet op tegen een enkele lok van het meisje, dat wellicht haar lokken voorgoed bedekt heeft met de zwarte sluier van de vrome vrou wen der Cisterciënser Orde." Alexius, de eunuch, knikte pein zend met zijn wijze, oude hoofd. ,,Dat is begrijpelijk, Heer Jan. Maar het is jammer. Hetzou hem hier ongetwijfeld goed gaan. Weinig mannen hebben zozeer de gunst ver worven van de Machtige Comneni. En niemand", voegde hij er zich verkneuterend aan toe, „heeft ooit de kooplieden van de havenkant zo volledig in verwarring gebracht." Terwijl het weer koeler werd en de dagen korter, wendde de Eulalie haar steven naar het westen, naar Constantinopel en de Middellandse Zee. Ze had in Trebizonde net vol doende lading ingenomen, tegen uiterst lage prijzen betrokken van de ontnuchterde handelaren, om haar in staat te stellen scherp te zeilen. Haar vlaggen wapperden in de stijve herfstbries en ter hoogte van de kuil hing tussen de andere wapenschilden, het schild van Heer Peter, met de Adelaar van Trebi zonde, felle blikken werpend over zijn rechtervleugel en onder zijn gouden klauwen het Griekse devies van de Megaskyr van Thalassopo lis: „Ik gedenk." (Wordt vervolgd.) van Baltha Ogli gekregen. Hij dachi dat ze waardeloos waren. Ze waren prachtig korte pool, dicht gewe ven, de beste wol en natuurlijk de dubbele knoop. Maar het patroon van de rand wekte door de een of andere fout van de ontwerper, die misschien te dicht op zijn materiaal gezeten had, gedachten aan het Hei lige Kruis. Ogli was woedend. Geen Mohammedaan die ooit op een der gelijk ding zijn gebeden zou willen verrichten. Daarom gaf Ogli ze aan Vader en mij, als huur voor de khan." „En toen?" „Toen heb ik Hovakim van Kars opgezocht. Uwe Hoogheid, en hem verteld dat ik een grote hoeveelheid uitstekend materiaal voor kameel- tassen had." „Kameeltassen?" „Met heel weinig werk werden het uitstekende kameeltassen, Uwe Hoogheid. Een groot deel ervan is nog in gebruik en naar men zegt zijn ze ijzersterk. Hovakim heeft mij behoorlijk betaald en ik heb gehoord dat hij zelf ook goed verdiend heeft." Alexius dacht een ogenblik na. Toen lachte hij. „Heer Peter en Heer Jan, als uw meester er in toe stemt deze man tot uw factor aan te stellen, zullen naar mijn mening de Franse belangen goed gediend worden. Ik beschouw het als iets van een prestatie om ook maar één kleedje aan een Armeniër te verko pen. Heer Theodorus schijnt er et telijke duizenden verkocht te heb ben." Theodorus droeg er zorg voor dat de goederenvoorraad in de khan, na dat er in- en uitvoerrechten voor wa ren betaald, aan boord van de Sain- te-Marie werden gebracht, waarna het schip met een van de grootste en kostbaarste ladingen die ooit het keizerrijk verlaten hadden, terugge zonden werd naar Frankrijk. NOU, dan zitten we dus met die één-polige, maar dat veranderen we wel; draadje bijtrekken. Alleen, morgenvroeg is wat moeilijk, dan lig ik ergens op een bank om bloed tè geven, 's kijken, morgenmiddag en dan zetten we er ook even een groep bij". Voor in ons gangetje stond een doos met rollen rood en zwart draad, bui zen en buisjes, dozen en contacten. Op de trap stonden schoenen, mijn pakken hingen in de kamer van m'n dochter en m'n hemden moest ik zoe ken ergens tussen de autootjes in de muurkast van m'n zoon. We sliepen al bijna twee weken op zolder en gis terochtend vond ik een schone zak doek in een laatje tussen een brand- polis. En toch wilden we alleen maar een behangetje. ZÓ GEBEURD „Dat kan nu langzamerhand niet meer", zeiden we een paar maanden geleden tegen elkaar thuis en wezen haar het papier op de muur van onze slaapkamer. Twee zomers lang had ik met een pantoffel vele avonden achter muggen en bromvlie gen aangejaagd en doorgaans had ik beet gehad tegen het plafond of op het behang. Het werd nu wel een naar gezicht. „Dan laten we er een ander behan getje opplakken en alles ziet er weer fris uit. Een witkwast over het pla fond en het is gebeurd", vonden we in ons optimisme. En toen kwamen, een week of vier geleden, ineens een paar zonnestralen die kamer binnen en we bekeken al les met andere ogen. Bijna voorjaar, tijd voor de crocussen, eigenlijk zou een mens eens moeten vernieuwen. Gewoon, oude velletje weggooien, nieuw aantrekken. HÈT MOMENT We waren het zó eens: die bedden en die kast. die toilettafel en die stoeltjes hebben het jaren best ge daan, maar oh, oh, wat zijn ze groot. „We kunnen niet eens behoorlijk door de kamer lopen", sprak m'n vrouw. ,,Die meubels zijn niet voor moderne huizen gemaakt", vulde ik gretig aan. We dachten alletwee hetzelfde: eruit met die hele slaapkamer, maar kun je dat nu wel doen, want er man keert niets aan? „Het zou heerlijk zijn als je zo van de deur naar het raam kon lopen, gewoon rechtuit", zei mijn vrouw de volgende ochtend. „En dan niet die losse kleedjes, waar ik steeds op uit glijd, maar iets warms onder je voe ten", meende ik. Dat was het moment: de kogel was door de slaapkamer en dezelfde dag gaf ik een advertentie op. Vier kleine regeltjes, met erbij een „vaste prijs". 22 KANDIDATEN Mijn geluk was, dat ik nog diezelf de avond er aan had gedacht om te zeggen: Morgenvroeg staat er een Vangertje in de krant. Kwart over acht de eerste telefoon, vier dagen later de laatste. Welgeteld twee en twintig mensen en de eerste mevrouw die kwam kocht. „We had den gemakkelijk honderd gulden meer kunnen vragen", zeiden we later spij tig, toen die grote belangstelling bleek. In het weekeinde schroefde ik drie honderd schroefjes uit lange piano scharnieren, haalde bedden uit elkaar, zette alles netjes tegen de muur en twee dagen later waren er twee man nen die plank na plank naar buiten in een auto droegen. Zo, de kamer was leeg. We had den ruimte, maar intussen lagen we op zolder en er moest nu wel iets gebeuren. „Die muurkast maken we twee keer zo groot", hadden we besloten en de timmerman zei: „Dat kan, heel best zelfs, alleen niet de eerste drie we ken". Ja maar we liggen op zolder, pro beer nu een gaatje te vinden, anders komt die kamer nooit klaar, probeer de ik. De man had een goed hart, keek er naar, streek erover en zei: zegd; allemaal goed, als u maar komt. Want het is 1962. De behanger is nu gistermiddag ook. geweest. Hij zou pas na de schilder komen, maar we durfden niet „Wacht u nog even" tegen de behanger te zeggen, anders slapen we met kerst mis nog op zolder. „Gaat wel", zei de schilder, „laat hem maar behan gen". O ja, en nu was er beneden nog iets met een elektrische kachel. Te gen de muur, met een nieuw pijpje onder het huis en een knop om hem aan te zetten. Ik zou het zelf wel wil len doen, maar dat mag. niet, die draadjes langs de plint. „Van ge meentewege laten ze het afbreken en je verzekering betaalt geen cent als er eens brand komt", was me ge zegd. „Het moet een erkend instaUa- teur zijn". Goed, een erkend installateur dan. Hij kwam de zaak opnemen, 's nachts om tien voor half een. „Ik kwam langs en zag nog licht branden", sprak hij vrolijk. Natuurlijk meneer, komt u binnen, we zijn veel Ve blij dat u er bent, al was het vier uur vannacht geweest. „Zo, dus daar een pijpje, zo een schakelaar, een groep erbij anders slaan de stoppen door, neen, dat fik sen we wel even", deed hij gezellig. Da's voor elkaar, vonden we, dat is van aanpakken 'en opschieten. MORGEN TERUG De ochtend erna twee monteurs. Ze gingen het I eldertrapje af en scho ven onder het huis. waar een wande ling in gebukte houding mogelijk is. Met een looplamp en veel getimmer. Beneden? „We zagen een rat", zei de oudste monteur en mijn vrouw ril de. „Oh mevrouw, u moest eens we ten hoe dikwijls ik al achter een rat heb aangezeten, dit was niks hoor" Nou, gelukkig dan. Kopje koffie? „Graag mevrouw". O tvacht even, bo- vei zat de schilder. „Schilder, u ook koffie?". „Graag mevrouw". Boem, klats, pang. De monteurs sloegen en boorden in beton om hun leidinkje vast te krijgen en zeiden aan het einde van de middag: „En dan komen we morgen terug." „HET WAS LEUK" „Zijn ze lekker opgeschoten", vroeg ik, 's avonds thuiskomend. Mijn vrouw lag afgemat in een stoel. „Ze hebben geen rommel gemaakt, keurig", ging ik verder. „Ik kan niet meer", zei ze. „We zouden alleen een behangetje nemen en ik zie al zes dagen niet anders dan alle mogelijke mannen in m'n huis, die hameren en zagen, schilde ren en boren; daar word je bekaf van. En Bas moest ik telkens in de keu ken stoppen, want als die monteurs op de grrad gingen liggen om dat pijpje door de vloer te krijgen wou hij ze telkens in hun oren bijten en aan hun neus likken. En Glenn kon ik toch ook niet telkens alleen laten. Maar ik heb tóch nog gekookt." Ik keek naar de divan waar m'n grieperige -oon rechtop zat. „Het was leuk", zei hij, „en ik heb van de tim merman een hele grote spijker en van de schilder stopverf gekregen". „Morgenavond dan? Ik zie geen an dere mogelijkheid". Om half acht die avond waarschuw de ik beide buren: Een kast, wat lawaai misschien vanavond, vindt u het niet erg? Ze vonden het best en de timmerman kwam. Na een half uur dacht ik dat alle plafonds naar benéden kwamen en ik ging eens kijken. „Het moet wel vast zitten", zei hij en klapte een kalf van een sehietspijker schuin de grond in. - Half elf hield hij op. „Ik kom morgenavond terug". rSAH-WEER ZOn ge - trouwde vent van vijf envijftig die er met een meisje vantwintig vandoor is-gewoon ismerig/ ik weglopen ?u& bent ni et wijs.' 1 natuurlijk zou.foch ua-, ll< dat niet doen.' schat, r—a dat wist ■r—11 ik ook wel/ ja, ik zal gek zijn; weglopen, net nu de hypotheek'bijna af- gelost is en detuin net helemaal naar .mijn zin is, en met i al die-muurbloemen die ik voor het vol- Löend uaar heb ge- Beplant!! wat-ik? ben je beto& tero? NOOIT DOEN, HE PAUL DE TINTELS KARWEI ERTUSSEN Ik heb de buren maar niet aange keken, drie keer is de timmerman nog geweest, de kast is klaar. ,Zo gauw als de meubels weg zijn kan ik vast beginnen", had de schil der gezegd en hij hield woord. Alles netjes in de verf, behalve die nieuwe kast. „Ik zal zelf gronden en plamu ren dan hoeft u alleen maar te ko men aflakken", stelde ik voor. Twee avonden heb ik op een trap gehangen en overal met de witte kwast rond gezwaaid; plamuurmessen hanteerde ik steeds met groter zwier en ik meende dat het resultaat niet ongun stig was. Nu de schilder nog en we schieten op, zeiden we. Vier dagen geleden zou hij komen, maar er „zat een karwei tussen" en hij kwam niet. Morgen dan maar, von den we opgewekt. Hetzelfde karwei zat er nog steeds „tussen" en geen schilder. „Misschien morgenmiddag", zei hij, „maar ik be loof niets". Beleefd verliet ik zijn lo kaal, want het is 1962 en dat wist ik. Gisteren is hij komen kijken. „Zeg het maar niet tegen uw man, maar dat plamuren is natuurlijk niks, daar kan ik zo niet overheen schilderen", vertrouwde hij m'n vrouw toe. „Drie keer moet ik terugkomen wil die kast er netjes uitzien". Natuurlijk schilder, hebben we ge- dalen bij .oietëmpeli gordon., jj pardon,dat is.geen hoe u dat m uwl tem pel, dat is een primitief taal- i sportpark. er yt tje noemt, zal j wordt honkbal a. me'n zorg s-gespeeld. -ti'im ...MAARtKZlEDAAR in het midden een hogepriester staan, met alle GELOVIGEN om hem heen. v "tjït zijn de verenig de staten, skrjjgg. een land in vre de5tijd. FLITS GORDON 'asfeO °pera mundl KFS' overwin ningssa' nieren. wat zijn dat voor dingen? (Ingezonden mededeling) rO /hiJNWEER T/JLOoS, ik ZEG <j DE KAMER OP. DiT IS EEN LATSöENLIJK HUIS EN ALS U HIER. VECHT fig*rS?nl en meines ontvangt--/ 'TJAJA-". EN ALS MENEER. SöNDERVAN U OPDRAAGT, MIJ OP TE 2EGGEN". NIETWAAR.,"? ik hoef ij geen uitleg te geven/ ik pen baas in m'n eigen hu i's baas in tt eigen huis f i dat is niemcnd[ in dit stadje ARNHEM. „Ik vind acht maanden gevangenisstraf veel te weinig; ik vraag tegen ieder van de verdachten twee jaar". In de verdachtenbank voor het Arnhemse gerechtshof stonden de 35-jarige R. b. uit Lyon en de 49-jarige, in Marseille wonende, Nederlander J. A. D., beschuldigd van het in omloop brengen van honderden valse dollar biljetten. De rechtbank had het tweetal tot acht maanden veroordeeld. De twee hadden daartegen beroep aangetekend. Hun verdedigers vroegen gisteren een lagere straf omdat anders hun zaken in Frankrijk zouden verlopen en hun vrou wen zouden wegkwijnen van verdriet. ..Bovendien", zo zei één van de verdedi gers. „zijn zij eenzaam in de cel. Daarbij komt- nog dat de zware Nederlandse kost hun, omdat ze aan licht Frans eten ge wend zijn, geen goed zal doen". „Het beroep op medelijden met hun vrouwen is misplaatst", ketste de procu reur-generaal terug. „Zij zijn hier met het geld dat zij voor hun valse dollars had den gekregen zo aan de rol geweest, dat niemand gelooft dat zij toen zélf aan hun vrouwen hebben gedacht" WASHINGTON AP) Twee handels firma's hebben toestemming verzocht om Amerikaanse graanoverschotten naar communistisch China te mogen exporte ren. Het verzoek is ingediend bij het Amerikaanse ministerie van handel. Beide firma's willen dit jaar graanover schotten ter waarde van ongeveer hon derd miljoen dollar uitvoeren. Men schat dat China dit jaar een graantekort van één a twee miljoen ton zal hebben. Canada en Australië, die in voorafgaande jaren graan aan Peking hebben geleverd, zijn nu niet in staat j dit tekort aan te vullen. opzienbarende experimenten NED. HERV. KERK Beroepen te 's-Grevelduin-Capelle; L. Kievit te Putten; te Geldrop; (toez.) W. C. van Dam, luchtmachtpredikant te Rijen NB; te Hattem, derde pred.: G. J. van Bogerd te Huizum, Fr.; te Som- melsdijk: dr. C. Graafland te Woerden. Bedankt voor Aagtekerke: R. Hengst- mangers, v'ic. te Vlaardingen. Benoemd tot bijstand in het pastoraat te B'ilthoven: ds. M. Ottevanger a.s. emeritus-predii.kant te Leiden. Beroepbaarstelling Ds. F. van Grift, emeritus-predikant en bijstand in het pastoraat te Someren en Asten stelt zich beroepbaar. GEREF. KERKEN roepen te Nijverdal: G. Henge ven te Schoonebeek. Bedankt voor Noordwolde als ev. pred: F. Stomp a s. em. pred. te Hoorn. CHRIST. GEREF. KERKEN Beroepen te Huizen NH: m. Vlietstra te IJmuiden. GEREFORMEERDE GEMEENTEN Bedankt voor Kampen: A. Vergunst Rotterdam-Centrum. naar boven. Een hele prestatie, want het porselein was glad en Okki was stijf van de kou. „B-Bliksiekaters..." riep hij, zodra hij zijn hoofd boven de sneeuw uitstak „Is me dat schrikken Bijna was hij weer naar beneden ge tuimeld, want opeens bevond hij zich oog in oog met een yak, die hem broeie rig aanstaarde. Het was de gedresseer de boodschapper van generaal Hak-Hau, met een opgerold briefje in een koker op weg naar Hopitop...

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1962 | | pagina 2