DOM
HUGO
VAN DALEN
INI
vertrouwt het niet
Zeeuwse bevolking nam
met negen pet in
toe
13 jaar
Qverkhkni
o
Goesenaar griste geld
weg bij Kinderzorg
E' ATT
Aantal bejaarden steeg
Zeeuwse predikanten protesteren
tegen Rotterdamsevijfstedentocht'
Gekleurde bril
Rechtbank Middelburg
Zaterdag 3 maart 1962
ZEEUWSCH DAGBLAD
Pag. 7
Mehnert
Twee zaken
Ineenstorten
Op z'n kop
Taxatie?
Faalden wij?
m
ers Centraal Bureau voor Statistiek
Actie Hongarij e op
eiland Tholen
Koninklijk zilver voor
Poortvliets arbeider
GROOT RISICO
Dr. K. J. Kraan, predi
kant voor bijzonder contact-
werk van de Gereformeerde
Kerken te Rotterdam, von
den wij bereid voor ons blad
een artikel te schrijven over
het Communisme, als ant
woord op een door ons ge
publiceerd interview met
Ds. Hugo van Dalen te
Oostburg.
Dr. Kraan begon zijn pre
dikantsloopbaan in Zeeland,
in Grijpskerke. Daarna
stond hij achtereenvolgens
in Almelo, Londen en Rot
terdam.
In 1953 promoveerde bij
aan de Vrije Universiteit te
Amsterdam bij prof. dr. G.
C. Berfkouwer op een proef
schrift, getiteld „Marx,
Lenin, Stalin, een Christe
lijke confrontatie".
Ds. Hugo van Dalen is in Rus-
Eind geweest, en heeft dus als
„ooggetuige" een zekere autoriteit.
Toch moet men deze autoriteit
niet overschatten. Zelf ben ik in
1948 voor een paar maanden in-
Engeland en Schotland geweest
en ik heb toen ettelijke artikelen
over Brittannië geschreven. Daar
na heb ik ruim zes jaar in Enge
land gewoond, en weer het hele
land doorkruist, maar toen durfde
ik de eerste jaren helemaal niets
meer over land en volk te schrij
ven. Hoewel die artikelen het fris
se en boeiende hadden van een
eerste indruk, leken ze me achter
af veel te oppervlakkig, veel te
weinig gefundeerd. Ik denk, dat
collega Van Dalen, als hg eens
een aantal jaren in Rusland zou
gewoond hebben en het land hele
maal zou hebben doorgereisd, zijn
eigen artikel ook oppervlakkig en
weinig gefundeerd zou vinden.
Bovendien is bij zo'n ooggetuige-ver-
slag heel belangrijk de vraag: Van
welk standpunt is de verslaggever uit
gegaan? Als je in Schaffhausen bij de
beroemde waterval komt, kan je dit
machtige schouwspel ook door gekleur
de iglazen bekijken. De één kijkt door
het blauwe glas en ziet alles donker,
ook al staat de zon te stralen aan de
hemel. De ander kijkt door het gele
glas en ziet alles zonnig, ook al is het
de somberste dag van het jaar. Je
leest geschriften over het communisme,
waarin alles in de zwartste kleuren is
afgeschilderd. Ik denk b.v. aan
Kravchenko. Men heeft dan klaarblij
kelijk gekeken door de donkere bril van
de verbittering. Maa-T je leest ook stuk
ken over Rusland als dat van Ds. Hugo
van Dalen, en je zegt tegen jezelf: die
heeft vast door het gele glas gekeken,
toen hij achter het IJzeren Gordijn
kwam.
"Wie goed geïnformeerd wil wezen
over de Sovjet-Unie, verwijs ik graag
naar het uitstekende, zeer lezenswaardi
ge boek van Klaus Mehnert'. „De Rus
sen". (Hoe men leeft en denkt in een
rode wereld. Verslag van dertien reizen
door de Sowj et-Unie 1929-1959). Mehnert
is in Moskou geboren en getogen. Hij
gaf zijn boek de volgende opdracht.
Aan mijn moeder...die mij -een Duitser-
leerde het Russisch te spreken en het
Russische volk lief te hebben
Mehnert schrijft: „Godsdienstige on
verschilligheid en onwetendheid (ge
volg van een atheïstische opvoeding)
en diep, zichzelf wegcijferend geloof
bestaan he-dentendage in de Sowjet-
unie naast elkaar. Het is voor buiten
landers en ook voor Sowjet-burgers
niet goed mogelijk, om te zeggen, ol
de ene dan wel de andere levens
houding domineert. Wie zou over deze
intiemste van alle vragen, de verhou
ding van de mens jegens God, een uit
spraak kunnen doen?
Dat na veertig jaar bolsjewisme dit
nunt nog steeds aan de orde is, heeft
wel eens tot het misverstand geleid,
dat de bolsjewieken hun oorspronkelijk
fanatisme hebben afgezworen en tole
rante lieden zijn geworden. Wanneer ma
terialisten, die de macht in handen
hebben, de kerk laten voortbestaan,
kan men hun materialisme dan nog se
rieus nemen?
Wie dit denkt, sticht verwarring, of
is er het slachtoffer van. De houding
van de bolsjewieken ten opzichte van
de godsdienst is één zaak, hun behande
ling van de bestaande kerk is een an
dere De houding van de Sowjets ten op
zichte van de godsdienst is in de loop
van hun meer dan veertigjarig bewind
nimmer wezenlijk gewijzigd. Gods
dienst is opium voor het volk en een
rem op de vooruitgang. Als discipelen
van Engels en Marx, die zich weer be
riepen op de materialist Ludwig Feuer-
bach. geloven de bolsjewieken, dat de
stof het primaire, de geest het secun
daire is. Deze stelling is voor hen niet
een versiersel van hun leer, doch het
hart ervan.
Daaruit volgt al het andere: de me
chanische ontwikkeling van de geschie
denis der mensen,... het vaste geloof
in de eindoverwinning van het commu
nisme en in de ondergang van alle
machten ook die van de godsdienst
die zich daartegenover stellen.
Wie hetzij aan een autonome geest
ïetzij aan een transcendente macht ge
looft, weerspreekt daarmee de basis,
waarop de bolsiewieken staan Hun
komt het voor, dat wie naar God? ge
boden hoort, gelijk is aan iemand, die
een vreemde koning dient. Dit betekent
tingen der bolsjewieken de kerk vernie
tigd moet worden in een grootscheepse
frontale aanval. Er zijn nog andere
strijdmethoden. Wanneer een tegenstan
der niet gewelddadig kan worden ver
nietigd of wanneer dat slechts mogelijk
is met grote risikols voor henzelf, dan
proklameren de bolsjewieken altijd co-
existentie (naast elkaar leven), zij ia-
ten hem naast zich voortbestaan en
wachten af, of hij niet vanzelf degene
reert en ineenstort en of de omstandig
heden zich niet tegen hem keren.
Deze taktlek bepaalt naar bulten hun
verhouding tot het Westen en naar bin
nen hun verhouding tot de kerk.
Het Westen behoeft voor deze coëxis
tentie geen zichtbare prijs te betalen,
daar het zich niet in de macht van de
Sovjets bevindt. (Alleen de prijs van
een enorm bewapeningsbudget).
Wie echter aan hun genade is over
geleverd, zoals de Russische kerken dat
zijn, die moet, om te kunnen blijven le
ven, een zwaar offer brengen. Dit offer
bestaat niet alleen in een loyale houding,
welke kritiek, ja zelfs elk geestelijk
konflikt met het regime bij voorbaat uit
sluit, maar ook in een aktief en onvoor
waardelijk steunen van dat regime, naar
binnen zowel als naar buiten.
Uit het artikel van ds. Hugo van Da
len blijkt overduidelijk, dat de Russi
sche kerken en ook bepaalde kerkelijke
leiders in de satelliet-landen die offers
inderdaad hebben gebracht. Wie zou
hun daarover hard willen vallen. „Gij
echter, wat oordeelt gij uw broeder? Of
ook gij, wat minacht gij uw broeder?
Want wij zullen allen gesteld worden
voor de rechterstoel Gods.... Zo zal dan
een ieder onzer voor zichzelf reken
schap geven aan God." (Romeinen 14).
Ik geloof echter, dat mijn collega de
zaak op zijn kop zet, als hij nu gaat
concluderen: zie je, dat het met dat
communisme wel meevalt. Dat in Rus
land de Christelijke Kerk nog bestaat,
is niet aan het communisme te danken,
maar aan Christus. Het communisme
heeft alleen maar alles gedaan, wat het
kon, om kerk en geloof uit te roeien.
En het is daar nog elke dag mee bezig.
De hele communistische staatsopvoeding
is doordrenkt van het atheïsme, de
kerk mag de jeugd geen godsdienstige
opvoeding geven, en ook is alle evange
lisatie en zending ten strengste verbo
den.
Dit heeft mij toch wel pijnlijk getrof
fen in het artikel van collega Van Da
len: Hij blijft helemaal in het horizon
tale vlak, en daarom ontbreekt het blij
de eer geven aan Christus.
achtige broederschap binnenleiden of
kan dat alleen maar de gemeente van
de Heer?
Wat speciaal Nederland betreft,
wie zal ontkennen, dat nog al te
vaak de leus opgeld doet: „Ieder
voor zichzelf, God voor ons allen,
maar de duivel hale de achtersten".
Toch is het ondankbaar, te sugge
reren, dat we in de Nederlandse
samenleving alleen maar staan in
het teken van het Ik. Ds. Van
Dalen moet maar eens aan de Wal-
cherse boeren vragen naar de
ruilverkaveling dan kan hij
zien, dat er hier in Neder
land prachtig gemeenschaps-werk
wordt verricht.
Ik ben het helemaal met Ds. van Da
len eens. als hij schrijft: „Het is voor
een groot gedeelte te wijten aan een in
gebreke blijven van de kerk, dat het so
cialisme en het communisme zijn opge
komen en een dergelijke grote invloed
hebben gekregen.
„Het communisme is een mestplant,
het groeit het snelst overal waar de toe
standen rot zijn, waar de mensen
verbitterd en verpauperd zijn. Daarom
overwinnen wij het communisme niet
door propaganda en betogingen, maar
door het wegruimen van alle vuiligheid,
van alles wat rot is in de samenleving.
Het communisme is het rode signaal
dat waarschuwt dat er onraad is. Dwaas,
als we dan alleen maar proberen, dat
rode signaal weer groen te krijgen. We
moeten er opuittrekken, om de verkeer
de wisselstand aan te pakken en veilig
maatschappelijk verkeer voor allen te
bevorderen.
Ook wij willen de klassen-loze maat
schappij. Het klasse-begrip is een strijd-
begrip en wij willen een samenwerking
van alle standen. Niet door Vadertje
Staat de dictatoriale werkgever te ma
ken, zoals in Rusland. Maar door onder
linge coöperatie in vrijheid en verant
woordelijkheid.
We mogen niet verhelen dat er in ons
land nog enorm veel op sociaal gebied
te doen is.
Naar verhouding studeren er bijv.
maar heel weinig begaafde jongens en
meisjes uit de arbeiderskringen aan de
universiteit. Er moet nog veel gebeuren,
om hun dezelfde ontwikkelingskansen te
geven als aan de kinderen van de meer
gegoeden. Pas dan is het gezegde
ontzenuwd: „Je bent nn eenmaal of
voor een stuivertje of voor een kwartje
geboren".
Ook zijn er nog altijd vergeten groe
pen en velen, die een minimumbestaan
leiden. In de volkswijken in onze grote
teden en ook wel op het platteland zijn
11|[|UL mem. ui. uu.un-w. v-"C "'en, die ten hemel
evanwèT'nog ^etT ^rt^naa^'de^^opvTt-i <3e wij-sfeer scheppen en hem de waar- schreiend zijn. En dan is er de geeste-
Boven het artikel staat: „Dominee
Hugo van Dalen vreest het Communis
me niet". Ik hoop, dat dat alleen maar
is. omdat ds. Van Dalen verzekerd is
„dat noch dood noch leven, noch enge
len noch machten, noch heden noch
toekomst, noch krachten, noch hoogte
noch diepte noch enig ander schepsel
hem kan scheiden van de liefde Gods,
welke is in Christus Jezus, onzen Here."
Of fundeert hij zijn vreesloosheid op
een bepaalde taxatie van het communis
me? Dan stelt hij even goed „vlees tot
zijn arm" als de man, die zijn angst
voor oorlog opzij zet op grond van de
atoombewapening van de Nato, en niet
op grond van de triumf van de Heer.
Iï„Jieb resPect voor een pacifist, die
eerlijk zegt: „God wil dat we slacht
schapen van Jezus zijn, en dat we de
Communisten laten komen, zelfs al zou
den ze ons vervolgen zoals ze in de
twintiger jaren de Russische kerk heb
ben vervolgd." Maar wie zijn pacifisme
staaft met beschouwingen, dat het met
die Communisten allemaal nog wel mee
zal vallen, speelt m.i. met vuur.
Ds. Hugo van Dalen schijnt te sugge
reren, dat men in onze maatschappij
leeft in de sfeer van het Ik en in de
communistische maatschappij in de
sfeer van het Wij. Dit is m.i. een valse
tegenstelling.
Wat de Russen betreft, zegt Mehnert:
„Wel hebben zij de almacht van de
staat met zijn exclusieve zeggenschap
over de productiemiddelen aanvaard.
Wel beamen zij de pretentie van die
staat, de voltrekker te zijn van de „wet"
volgens welke er een onvermijdelijke
ontwikkeling is van kapitalisme via so
cialisme naar Communisme, Maar dat
alles maakt hen innerlijk nog niet tot
Bolsjewieken. Na alles wat ik gedurende
de dertig jaar gezien, beleefd en erva
ren heb, ben ik de vaste overtuiging toe
gedaan, dat zij het hedentendage zelfs
minder zijn dan hun vaderen het waren.
Als men mij vraagt, wat de Sowjet-
mens het meest is: Sowjet of mens, dan
antwoord ik zonder aarzelen: mens.
Wat hem typeert, is zijn groeiend ver
langen naar welstand en persoonlijke
veiligheid, naar een privé-sfeer die niet
bloot staat aan inmengingen van de zij
de van de staat (waarbij in de eerste
plaats gedacht wordt aan het gezinsle
ven) naar zelfstandige werkzaamheid en
ontplooiing. Dit zijn duurzame kenmer
ken gebleken die een waarborg vormen,
dat hij ook geen bolsjewiek zal worden
in de tien of vijftien jaar die komen".
Ik geloof dat dit duidelijk genoeg ls.
In Rusland staan steeds meerderen
zeer kritisch tegenover de „wij-sfeer"
van de staat, ze verlangen naar vrijheid
en naar mondigheid. Trouwens, kan een
bepaalde vorm van staat en maatschap- ?tc
pij de men? van zijn ik zucht bevrijden, t
GOES. De bevolking in de provincie Zeeland is in dertien
jaar tijd toegenomen met bijna 23.000 personen, dat is met bijna
9 pet. en met gemiddeld 1750 personen per jaar. De volkstelling in
1947 heeft uitgewezen, dat Zeeland 260 800 inwoners telde en de
volkstelling van 1960 leverde het aantal van 283.465 inwoners op.
Deze cijfers worden verstrekt door het Centraal Bureau voor de
Statistiek, dat de voorlopige uitkomsten heeft uitgegeven van de
laatste volkstelling.
Wat de leeftijd van de bevolking be
treft valt op te merken, dat het aantal
personen van 65 jaar en ouder toenam
van ruim 24.000 in 1947 tot bijna 32.000
in 1960, zijnde een toename van ruim 30
pet.
Van de in 1960 in de provincie Zee
land wonende bevolking blijkt ruim 86
pet. ook in Zeeland te zijn geboren, te
gen 90 pet. in 1947.
Uit de cijfers van de burgerlijke
staat blijkt verder, dat het aantal ge
huwde personen in 1960 belangrijk hoger
ligt dan in 1947. De stijging bedraagt 16
pet. (van 116.036 tot 135.184), of bijna
dubbel zoveel als de toeneming van
de totale bevolking (slechts 9 pet).
Kerkelijke gezindte
De indeling naar kerkelijke gezindte
laat zien, dat voor alle groeperingen het
absolute aantal is toegenomen. In rela
tieve zin is slechts sprake van een toe
neming voor rooms-katholieken van 26
tot 27 pet. en voor personen zonder ker
kelijke gezindte van 7 tot 8 pet. Daar
staat tegenover, dat het percentage ned.
hervormden is teruggelopen van 45 tot
43 pet. Voor de gereformeerden en voor
de groep overige kerkelijke gezindten
bleven de percentages van resp. 20 en
pet. ongewijzigd.
Dr. K. J. KRAAN
lijke armoede, dat de mensen niets heb
ben, waarin ze geloven kunnen, waar
voor ze kunnen strijden en zich offeren.
Velen der besten zijn bij het communis
me terechtgekomen, omdat ze een ideaal
zochten, waarover ze zich volkomen kon
den geven.
Waarom zijn deze mensen niet door
de kerk opgevangen? Omdat de kerk
vaak wél spreekt over de ziel, maar niet
over het lichaam, de stof, het geld en
het werk. Omdat wij als kerk en als
christenen veel te weinig het geweten
der samenleving zijn. Omdat wij vaak
niet speuren, waar vergetenen en ver
drukten zijn, die moeten worden gehol
pen.
Prof. Bouman zegt het heel
scherp: „Het communisme is nooit
sterker dan het falen van andere
geloven toelaat:" En Luther ge
tuigt: „Zo is dan nu het teken,
waardoor wij kunnen vaststellen
of de geboorte van Christus krach
tig in ons werkt: wanneer wij ons
bekommeren om de nood van onze
naaste."
Nationaliteit
Wat de nationaliteit aangaat, valt het
op, dat het aantal Belgen, dat in zee
land woont, is teruggelopen van 5956 tot
4.745. Hierbij moet opgemerkt worden,
dat in 1960, in tegenstelling tot 1947
ook naar de dubbele nationaliteit
is gevraagd en personen met Neder
landse en tevens een andere nationali
teit bij de Nederlanders zijn gevoegd.
Dit is o.m. het geval geweest met 511
personen. De sterke toeneming sedert
1947 van het aantal personen met „ove
rige nationaliteit" kan worden ver-
tlaard, door de ruim 1290 Ambonezen,
Bij vergelijking vai: de cijfers uit
1947 blijkt, dat het aantal gezinnen sinds
dat jaar is toegenomen van ruim 63.000
de Nederlandse nationaliteit bezitten
die in Zeeland wonen, maar die niet
tot ruim 72.000. Voorts is de grootte der
gezinnen verminderd. De kleine gezin
nen vormen thans 57 pet. van alle ge
zinnen tegen 55 pet. in 1947, die van 5
en meer personen nog maar 23 pet. te
gen 25 pet. bij de vorige telling.
Het aantal alleenstaanden bedraagt
9.187 en volgens de cijfers van 1947
9.731.
Beroepsbevolking
Uit de staat van werkzaamheden kan
opgemaakt worden, dat de Zeeuwse be
roepsbevolking (op de teldatum 101.557)
bijna 6500 personen minder bedraagt
dan in 1947, Tegenover dit cijfer staat
het aantal beroepslozen (181.908) ruim
29.000 hoger dan in 1949, hetgeen o.m.
veroorzaakt wordt door ruim 14.000 kin
deren beneden de 14 jaar, bijna 6500
meer kinderen, die dagonderwijs volgen
en bijna 10.000 meer bejaarden.
De landbouw (inclusief de visserij)
heeft absoluut en ook relatief sterk
aan betekenis verloren. Het totaal
voor deze bedrijfstak verminderde
tussen 1947 en 1960 van 38.205 tot
23.461 d.w.z. van 35 tot 23 pet. van de
totale beroepsbevolking.
De samenstelling van de vrouwelijke
beroepsbevolking (die bijna 4500 of bij
na 20 pet. lager is dan in 1947) heeft
zeer belangrijke wijzigingen ondergaan.
Daartoe heeft vooral bijgedragen het
veel geringer aantal vrouwen met een
agrarisch beroep (1.337 tegen 7.019 in
1947, dus bijna 6000). Tegen nog maar
7 pc,t. van de vrouwelijke beroepsbevol
king in de landbouw (in 1947 30 pet.) is
thans 12 pet. (tegen 8 pet.) werkzaam
in industrie en ambacht, 26 pet. (tegen
19 pet.) in handel en 50 pet, (40 pet.)
bij overheid, onderwijs e.a.
Bovendien is het opmerkelijk, dat
het aantal bedrijfshoofden in alle takken
afneemt. Het aantal ondergeschikten is
echter sterk gestegen: 41.000 tegen ruim
33.000 in 1947. Ook binnen de groep on
dergeschikten liggen de verhoudingen
anders. Op 100 huishoudens van arbei
ders zijn er thans 42 van employes te
gen 33 in 194^ Een verschuiving dus ten
gunste van de groep employes.
Het aantal buiten hun woongemeente
werkende personen is tussen 1947 en
1960 verdubbeld en bedroeg op 31 mei
1960 ruim 30.000 d.w.z. 30 pet. van de
totale beroepsbevolking. Het aantal fo
rensen is wat minder gestegen nl. van
10.400 tot 17.300, dat is met rond 7000 of
"1 pet.
Voor het eerst zijn in de volkstelling
van 1960 gegevens verzameld over het
onderwij sniveau.
Wat de Zeeuwse beroepsbevolking be
treft heeft 61 pet. na het lager on
derwijs geen ander diploma meer be
haald (62 pet. van de mannen en 59 pet.
van de vrouwen). Een-en-dertig pet.
heeft na de lagere school nog het u.l.o.-
diploma dan wel een lager vakdiploma
behaald. Voorts heeft 7 pet. van de
Zeeuwse beroepsbevolking het einddiplo
ma van de middelbare school behaald.
Een hogere opleiding heeft slechts 1 pet.
van de Zeeuwse beroepsbevolking geno
ten.
Woningvoorraad
Tot slot wordt in het overzicht een
aantal cijfers genoemd over de woning
voorraad. Deze voorraad is tussen 31
mei van de jaren 1947 en 1960 gestegen
van 65.000 tot 81.000, een stijging van
25 pet. Het aantal beschikbare vertrek
ken is nog meer toegenomen dan het
aantal woningen nl. met 52 pet. en voor
de in woningen gehuisveste bevolking is
het gemiddeld aantal personen per ver
trek teruggelopen van 0,95 pet. tot 0.69
pet.
MIDDELBURG. Voor de Middel
burgse rechtbank stond gisteren terecht
de varensgezel W. v. d. W. uit Goes.
Hij werd ervan verdacht In augustus
van het vorig jaar in het gebouw van
Kinderzorg te Middelburg een bedrag
van 500 gulden te hebben weggenomen.
Van de W. arriveerde in Middelburg
zonder geld op zak. Hij begaf zich daar
om naar Kinderzorg, waar hij een tien
tje kreeg. Later keerde hij terug op de
Veersesingel en bemerkte dat men daar
bezig was met geld te tellen. In een on
bewaakt ogenblik gleden zijn vingers
over de bankbiljetten en stal hij 500 gul
den. Het kostte weinig moeite te weten
te komen wie de dader van de diefstal
was.
Tegen Van de W., die reeds eerder
met de kinderrechter in aanraking is ge
weest, eiste de officier van justitie, mr.
A. W. Rosingh, twaalf maanden gevan
genisstraf, waarvan vier voorwaardelijk
met een proeftijd van drie jaar en af
trek van voorarrest.
Uitspraak 14 maart.
Drie gevallen waren de Goese gros
sier J. L. ten laste gelegd: het rijden
onder invloed, het besturen van een
auto terwijl hem de rijbevoegdheid
was ontzegd en het doorrijden na een
aanrijding. Dit alles zou gebeurd zijn
op 4 januari in Sas van Gent. Uit
Gent was een getuige, C. J. P., over
gekomen om een toelichting te geven.
Hetgeen P. verklaarde was echter
veel meer in het vage gehouden dan
wat hij op de bewuste dag tegenover
de politie had gezegd.
De officier van justitie nam het ver
dachte ernstig kwalijk dat hij terwijl
hem zijn rijbewijs was ontnomen toch
weer achter het stuur was gekropen.
Nota bene onder Invloed van drank. Ook
vond de officier het bedenkelijk dat L.
andere mensen in moeilijkheden had ge
bracht en verklaard had dat een ander
de auto bestuurd had.
Mr. Rosingh efste tegen L. vier maan
den gevangenisstraf en vijf jaar ontzeg
ging van de rijbevoegdheid, alsmede
een voorwaardelijke verbeurdverklaring
van de auto met een proeftijd van drie
jaar.
De raadsman, mr. W. K. H. Dieleman,
meende dat het rijden onder invloed
aan twijfel onderhevig was, omdat L.
heus niet zoveel gedronken had en per
De Gereformeerde mannenvereni-
ging „Bouwen en Bewaren" te Zierik-
zee hield in het Gereformeerd vereni
gingsgebouw haar jaarvergadering o.l.v.
haar voorzitter ds. Y. J. Tiemersma. Op
deze vergadering sprak de heer M. J.
Bij de Vaate, hoofdredacteur van de
„Zierikzeesche Nieuwsbode" over het
onderwerp „De krant in het gezin",
terwijl de heer T. M. van de Berge uit
Haamstede vertelde over een reis, die
hij naar Israël had gemaakt, verluch
tigd met kleurendia's.
Tegen de op 25 januari in Rotterdam
gehouden zg. „Vijfkerkentocht" is door
een twaalftal Zeeuwse gereformeerde
predikanten protest aangetekend bij de
kerkeraad van de Gereformeerde Kerk
van Rotterdam i.v.m. deelname van ge
reformeerde predikanten aan- en be
schikbaarstelling van een kerkgebouw
voor deze manifestatie.
Dit blijkt uit een artikel in de Zeeuw
se Kerkbode, waarin de ondertekenaars
van dit protestschrijven hun namen en
hun schrijven openbaar maken. Aanvan
kelijk hadden zij niet tot publicatie van
hun schrijven willen overgaan, daar zij
met hun bezwaren tegen gereformeerde
deelname in de kerkelijke weg wensten
te blijven. Daar echter de gereformeer
de initiatiefnemer van deze vijfkerken
tocht, dr. K. J. Kraan, in een artikel
in het Centraal Weekblad uit dit schrij
ven citeerde en opmerkte, dat „van be
paalde gereformeerde zijde" protest was
aangetekend, meenden zij dat nu tot
openbaarmaking van hun schrijven en
namen moest worden overgegaan, op
dat men weet, wie onder „die bepaalde
gereformeerde zijde" moet worden ver
staan. Ook wensen zij niet tot een be
paalde zijde gerekend te worden, doch
voluit gereformeerd te zijn, reden waar
om zo schrijven zij zij ook dit
schrijven aan de kerkeraad van Rotter
dam verzonden. Zij achten het niet juist
dat dr. Kraan een schrijven, dat nog
op de kerkeraad dient, en waarop zij
zelf nog geen antwoord hebben ontvan
gen, in zijn artikelen citeert en beant
woordt. Nu echter dit schrijven ten de
le publiek is gemaakt, achten zij het
gewenst het geheel te publiceren.
De twaalf predikanten schreven o.a.
Wij zijn van mening, dat door Gerefor
meerde deelneming de belijdenis, waaraan
onze kerken gebonden zijn, getrotseerd of ten
minste gerelativeerd wordt. Wij achten een
dergeïijke manifestatie, waarbij door Gere
formeerden en juist de vertegenwoordigers
van de in de oproep tot deze tocht genoem
de kerkgenootschappen gebeden wordt voor de
eenheid der Kerk, in flagrante strijd met
wat de belijdenis daaromtrent leert en zijn
dan ook van mening, dat een gebedsactie als
deze niet kan leiden tot de eenheid, waarvoor
onze Heiland gebeden heeft. Hij toch heeft
uitdrukkelijk gebeden voor de eenheid van
hen, die door hun woord (is apostolisch ge
tuigenis) in Hem zouden geloven. Waar ech
ter samen gebeden wordt om eenheid met
kerken, die dit getuigenis verduisteren of ont
kennen, daar is slechts sprake van ongehoor
zaamheid aan Schrift en Belijdenis.
Wij vrezen dan ook dat de ware eenheid
van Christus' Kerk op de wijze als thans
staat te geschieden meer geschaad wordt dan
gebaat en dit mee door toedoen van hen, die
met de belijdenis onzer kerken instemmen.
Bovendien vervullen deze en soortgelijke
manifestaties, waarbij in strijd met de belij
denis onzer kerken gehandeld wordt, hen met
diepe bezorgdheid over de toekomst onzer
kerken.
Wij menen recht te hebben op een tegen-
SINT-ANNALAND. De diaconie-
en de Gereformeerde gemeenten op
het eiland Tholen, omvattende de ge
meenten Tholen, Poortvliet, Scherpenis-
se en Sint-Annaland, alsmede de heer
D. M. Treurniet te Sint-Maartensdijk,
en de Zendingskrans te Stavenisse zijn
dankbaar voor de opbrengst der gehou
den actie ten behoeve van de verdruk
te geloofsgenoten in Hongarije. Naar
schatting zijn, uit nagenoeg alle ge
zindten op het eiland Tholen tussen de
3 5 4000 kg kleding, schoeisel enz. bij
eengebracht, benevens ruim 600 gulden
aan contanten, ter bestrijding van de
kosten van vervoer en verzending naar
Hongarije. De firma M. D. A. Geuze
te Scherpenisse was zo bereidwillig om
tegen zeer billijke prijs een grote
vrachtwagen beschikbaar te stellen
voor vervoer naar het centrale punt:
Nunspeet. Reeds zaterdag jl. had dit
vervoer plaats, terwijl bij aankomst in
Nunspeet dadelijk werd overgeladen op
een speciale treiler, die maandag alle
goederen rechtstreeks zou vervoeren
naar Hongarije. In Nunspeet was men
zeer verrast. Nog nimmer had men
een dergelijke grote zending in een
keer ontvangen. Rest ons ten slotte
nog te vermelden dat bij aankomst in
Nunspeet, de zending o.a. werd ontvan
gen door een paar oud-Sint-Annalan-
ders, nl. de gebroeders C. en J. Knuist.
Uit het gevoerde gesprek bleek, dat de
ze oud-inwoners zeer veel doen voor
Hongarije. Reeds verscheidene malen
reden ze persoonlijk naar Hongarije om
per eigen volkswagenbestelauto de goe
deren op de plaats van bestemming te
brengen.
POORTVLIET, Uiit de handen van
burgemeester W. J. van Doorn heeft de
heer P. Klippel de ere-medaille in zil
ver verbonden aan de Orde van Oranje-
Nassau in ontvangst mogen nemen. De
ze koninklijke onderscheiding viel de
heer Klippel ten deel, omdat hij 41 jaar
onafgebroken werkzaam is geweest op
het landbouwbedrijf van de familie C.
Bierens in de Schakerloopolder te Tho
len. Hij was daar landarbeider en te
vens voorman. Ten huize van zijn pa
troon en te midden van zijn familie en
het personeel heeft burgemeester Van
Doorn de onderscheiding uitgereikt.
slot van rekening de politie is afgegaan
op een verklaring van de vrouw van
een garagehouder in Sas van Gent. Het
tweede punt stond voor pleiter uiteraard
vast. Ten aanzien van het derde punt
merkte mr. Dieleman op dat zijn cliënt
zich tijdig bij de politie gemeld had. Hij
vroeg de rechtbank een gedeelte van de
straf voorwaardelijk op te leggen. Ver
beurdverklaring van de auto had vol
gens hem weinig zin.
Uitspraak 14 maart.
Tegen de Terneuzense belastingconsu
lent G. A. B. L. eiste de officier drfe
maanden gevangenisstraf. L. was teil
laste gelegd dat hij over de jaren 1955,
1956 en 1959 onjuiste aangifte gedaan
had voor 'de inkomstenbelasting en ge
knoeid had in de boeken van anderen,
die hem hun (financiële) vertrouwen
hadden gegeven.
De president, mr. P. v. Empel, noem
de de affaire „een droevig einde van
een niet-onverdienstelijke loopbaan".
Waar het hemzelf betrof bracht L. klei
ne correcties aan die echter onjuisthe
den waren. De officier zei verbaasd te
zijn dat verdachte voor betrekkelijk ge
ringe bedragen zulk een groot risico
had gelopen.
Mr. H. Bruin, die als pleiter optrad,
repte van de ijver waarmee verdachte
de zaken van zijn clientèle steeds rond
wilde krijgen. Zelf is hij er echter niet
veel beter van geworden. Mr. Bruin
vroeg clementie en verzocht de straf
om te buigen in een geldboete.
•Uitspraak 14 maart.
Voor een soortgelijk geval stond te
recht de zakenman W. N. uit Terneuzen.
Hij werd ervan verdacht veranderingen
in een kasboek aangebracht te hebben.
N. zou dit op aanraden van belasting
consulent L. hebben gedaan. Daarna
legde hij de boeken over aan de rijks
accountantsdienst.
De officier van justitie sprak van
„het opzettelijk gebruik maken van ver
valste geschriften". Zijn eis luidde twee
maanden.
Uitspraak 14 maart.
resultaat leiden, dan lijkt ons de zaak van
een dergelijke importantie om hierover het
oordeel der meerdere vergaderingen in te
winnen. Temeer, omdat dergelijke verontrus
tende verschijnselen het kerkelijk leven de
laatste tijd herhaaldelijk beroeren.
De ondertekenaars zijn: M. den Boer,
Zaamslag; M. V. J. de Craene, Baarland;
W. C. van Hattem, Terneuzen; A. van Leeu
wen, Axel; J. B. van Mechelen, Oostburg;
G. J. Pontier, Vlissingen; A. G. v. d. Stoel,
Bergen op Zoom; A. J. Verbeek, Hoek; A.
Verschoor, Vlissingen; J. Vlaardingerbroek,
Grijpskerke; B. Wentsel, Brouwershaven; S
van Wouwe, Serooskerke;
correspondentie
adres: ds, A. J. Verbeek, Dr. Leenhoutstraat
argumentatie. Mocht dit onverhoopt niet tot 46, Hoek (Z. VI,).
Ze hebben geen wijn. Joh. 2
vers 3
"DIJBELVASTE lezers z uilen
al wel begrepen hebben
waar ze dit woord in de Schrift
moeten vinden. Het staat in het
verhaal van de bruiloft te Ka-
na.
Plotseling dreigt daar een
huwelijksfeest te mislukken.
Stelt u zich eens voor wat dat
voor een oosterling betekende.
Een geweldige schande voor de
bruidegom, een diepe beledi
ging voor zijn gasten. Het feest
dat begonnen is moet ontijdig
worden afgebroken. De wijn is
op!
Ik heb zo het idee dat dit
van meer levens gezegd kan
worden. Huwelijken waaruit de
gloed allang verdwenen is, men
sen die verbijsterd zijn door de
tegenslagen, die de gedachte
hebben zonder toekomst verder
te moeten leven. Het is hun al
lemaal zo tegengevallen. Er
kwam niets terecht van hun
idealen. Ze voelen zich teleur
gesteld. De wijn is op. De
vreugde is geweken. Mogelijk
behoort u ook tot die mensen
voor wie het leven allesbehalve
een feest is. Misschien leest u
deze regels gedachtenloos.
Zoudt u graag weer de blijd
schap in uw leven kennen?
Het kan. Er is nog wijn ge
noeg. Maar dan moet u gaan
naar het enig juiste adres:
Jezus. Hij veranderde in Kana
water zo maar in zeshonderd
liter kostelijke wijn. Want waar
Jezus komt, daar komt de
vreugde met Hem mee.
Jezus heeft het gewone leven
niet gemeden. Hij heeft hef
lil Zeer m°gelijk gemaakt.
Waar Hij wordt genood, daar
wordt ook het gewone leven
weer een feest. Hij schenkt ons
de vreugde van de herstelde
verhouding met God, de ver
zoende schuld.
Mét Jezus raakt de wijn nooit
op. Hij is gekomen opdat we
leven hebben en overvloed, ook
al zqn de omstandigheden noe
zo moeilijk. Deze wijn kan ik u
aanbevelen.
Hebt u ze al geprobeerd?
Geen a^"' vreu^ijn.
Anna Jacobapolder,
Ds. W. Haverkamp.