DOM HUGO VAN DALEN INI vertrouwt het niet Zeeuwse bevolking nam met negen pet in toe 13 jaar Qverkhkni o Goesenaar griste geld weg bij Kinderzorg E' ATT Aantal bejaarden steeg Zeeuwse predikanten protesteren tegen Rotterdamsevijfstedentocht' Gekleurde bril Rechtbank Middelburg Zaterdag 3 maart 1962 ZEEUWSCH DAGBLAD Pag. 7 Mehnert Twee zaken Ineenstorten Op z'n kop Taxatie? Faalden wij? m ers Centraal Bureau voor Statistiek Actie Hongarij e op eiland Tholen Koninklijk zilver voor Poortvliets arbeider GROOT RISICO Dr. K. J. Kraan, predi kant voor bijzonder contact- werk van de Gereformeerde Kerken te Rotterdam, von den wij bereid voor ons blad een artikel te schrijven over het Communisme, als ant woord op een door ons ge publiceerd interview met Ds. Hugo van Dalen te Oostburg. Dr. Kraan begon zijn pre dikantsloopbaan in Zeeland, in Grijpskerke. Daarna stond hij achtereenvolgens in Almelo, Londen en Rot terdam. In 1953 promoveerde bij aan de Vrije Universiteit te Amsterdam bij prof. dr. G. C. Berfkouwer op een proef schrift, getiteld „Marx, Lenin, Stalin, een Christe lijke confrontatie". Ds. Hugo van Dalen is in Rus- Eind geweest, en heeft dus als „ooggetuige" een zekere autoriteit. Toch moet men deze autoriteit niet overschatten. Zelf ben ik in 1948 voor een paar maanden in- Engeland en Schotland geweest en ik heb toen ettelijke artikelen over Brittannië geschreven. Daar na heb ik ruim zes jaar in Enge land gewoond, en weer het hele land doorkruist, maar toen durfde ik de eerste jaren helemaal niets meer over land en volk te schrij ven. Hoewel die artikelen het fris se en boeiende hadden van een eerste indruk, leken ze me achter af veel te oppervlakkig, veel te weinig gefundeerd. Ik denk, dat collega Van Dalen, als hg eens een aantal jaren in Rusland zou gewoond hebben en het land hele maal zou hebben doorgereisd, zijn eigen artikel ook oppervlakkig en weinig gefundeerd zou vinden. Bovendien is bij zo'n ooggetuige-ver- slag heel belangrijk de vraag: Van welk standpunt is de verslaggever uit gegaan? Als je in Schaffhausen bij de beroemde waterval komt, kan je dit machtige schouwspel ook door gekleur de iglazen bekijken. De één kijkt door het blauwe glas en ziet alles donker, ook al staat de zon te stralen aan de hemel. De ander kijkt door het gele glas en ziet alles zonnig, ook al is het de somberste dag van het jaar. Je leest geschriften over het communisme, waarin alles in de zwartste kleuren is afgeschilderd. Ik denk b.v. aan Kravchenko. Men heeft dan klaarblij kelijk gekeken door de donkere bril van de verbittering. Maa-T je leest ook stuk ken over Rusland als dat van Ds. Hugo van Dalen, en je zegt tegen jezelf: die heeft vast door het gele glas gekeken, toen hij achter het IJzeren Gordijn kwam. "Wie goed geïnformeerd wil wezen over de Sovjet-Unie, verwijs ik graag naar het uitstekende, zeer lezenswaardi ge boek van Klaus Mehnert'. „De Rus sen". (Hoe men leeft en denkt in een rode wereld. Verslag van dertien reizen door de Sowj et-Unie 1929-1959). Mehnert is in Moskou geboren en getogen. Hij gaf zijn boek de volgende opdracht. Aan mijn moeder...die mij -een Duitser- leerde het Russisch te spreken en het Russische volk lief te hebben Mehnert schrijft: „Godsdienstige on verschilligheid en onwetendheid (ge volg van een atheïstische opvoeding) en diep, zichzelf wegcijferend geloof bestaan he-dentendage in de Sowjet- unie naast elkaar. Het is voor buiten landers en ook voor Sowjet-burgers niet goed mogelijk, om te zeggen, ol de ene dan wel de andere levens houding domineert. Wie zou over deze intiemste van alle vragen, de verhou ding van de mens jegens God, een uit spraak kunnen doen? Dat na veertig jaar bolsjewisme dit nunt nog steeds aan de orde is, heeft wel eens tot het misverstand geleid, dat de bolsjewieken hun oorspronkelijk fanatisme hebben afgezworen en tole rante lieden zijn geworden. Wanneer ma terialisten, die de macht in handen hebben, de kerk laten voortbestaan, kan men hun materialisme dan nog se rieus nemen? Wie dit denkt, sticht verwarring, of is er het slachtoffer van. De houding van de bolsjewieken ten opzichte van de godsdienst is één zaak, hun behande ling van de bestaande kerk is een an dere De houding van de Sowjets ten op zichte van de godsdienst is in de loop van hun meer dan veertigjarig bewind nimmer wezenlijk gewijzigd. Gods dienst is opium voor het volk en een rem op de vooruitgang. Als discipelen van Engels en Marx, die zich weer be riepen op de materialist Ludwig Feuer- bach. geloven de bolsjewieken, dat de stof het primaire, de geest het secun daire is. Deze stelling is voor hen niet een versiersel van hun leer, doch het hart ervan. Daaruit volgt al het andere: de me chanische ontwikkeling van de geschie denis der mensen,... het vaste geloof in de eindoverwinning van het commu nisme en in de ondergang van alle machten ook die van de godsdienst die zich daartegenover stellen. Wie hetzij aan een autonome geest ïetzij aan een transcendente macht ge looft, weerspreekt daarmee de basis, waarop de bolsiewieken staan Hun komt het voor, dat wie naar God? ge boden hoort, gelijk is aan iemand, die een vreemde koning dient. Dit betekent tingen der bolsjewieken de kerk vernie tigd moet worden in een grootscheepse frontale aanval. Er zijn nog andere strijdmethoden. Wanneer een tegenstan der niet gewelddadig kan worden ver nietigd of wanneer dat slechts mogelijk is met grote risikols voor henzelf, dan proklameren de bolsjewieken altijd co- existentie (naast elkaar leven), zij ia- ten hem naast zich voortbestaan en wachten af, of hij niet vanzelf degene reert en ineenstort en of de omstandig heden zich niet tegen hem keren. Deze taktlek bepaalt naar bulten hun verhouding tot het Westen en naar bin nen hun verhouding tot de kerk. Het Westen behoeft voor deze coëxis tentie geen zichtbare prijs te betalen, daar het zich niet in de macht van de Sovjets bevindt. (Alleen de prijs van een enorm bewapeningsbudget). Wie echter aan hun genade is over geleverd, zoals de Russische kerken dat zijn, die moet, om te kunnen blijven le ven, een zwaar offer brengen. Dit offer bestaat niet alleen in een loyale houding, welke kritiek, ja zelfs elk geestelijk konflikt met het regime bij voorbaat uit sluit, maar ook in een aktief en onvoor waardelijk steunen van dat regime, naar binnen zowel als naar buiten. Uit het artikel van ds. Hugo van Da len blijkt overduidelijk, dat de Russi sche kerken en ook bepaalde kerkelijke leiders in de satelliet-landen die offers inderdaad hebben gebracht. Wie zou hun daarover hard willen vallen. „Gij echter, wat oordeelt gij uw broeder? Of ook gij, wat minacht gij uw broeder? Want wij zullen allen gesteld worden voor de rechterstoel Gods.... Zo zal dan een ieder onzer voor zichzelf reken schap geven aan God." (Romeinen 14). Ik geloof echter, dat mijn collega de zaak op zijn kop zet, als hij nu gaat concluderen: zie je, dat het met dat communisme wel meevalt. Dat in Rus land de Christelijke Kerk nog bestaat, is niet aan het communisme te danken, maar aan Christus. Het communisme heeft alleen maar alles gedaan, wat het kon, om kerk en geloof uit te roeien. En het is daar nog elke dag mee bezig. De hele communistische staatsopvoeding is doordrenkt van het atheïsme, de kerk mag de jeugd geen godsdienstige opvoeding geven, en ook is alle evange lisatie en zending ten strengste verbo den. Dit heeft mij toch wel pijnlijk getrof fen in het artikel van collega Van Da len: Hij blijft helemaal in het horizon tale vlak, en daarom ontbreekt het blij de eer geven aan Christus. achtige broederschap binnenleiden of kan dat alleen maar de gemeente van de Heer? Wat speciaal Nederland betreft, wie zal ontkennen, dat nog al te vaak de leus opgeld doet: „Ieder voor zichzelf, God voor ons allen, maar de duivel hale de achtersten". Toch is het ondankbaar, te sugge reren, dat we in de Nederlandse samenleving alleen maar staan in het teken van het Ik. Ds. Van Dalen moet maar eens aan de Wal- cherse boeren vragen naar de ruilverkaveling dan kan hij zien, dat er hier in Neder land prachtig gemeenschaps-werk wordt verricht. Ik ben het helemaal met Ds. van Da len eens. als hij schrijft: „Het is voor een groot gedeelte te wijten aan een in gebreke blijven van de kerk, dat het so cialisme en het communisme zijn opge komen en een dergelijke grote invloed hebben gekregen. „Het communisme is een mestplant, het groeit het snelst overal waar de toe standen rot zijn, waar de mensen verbitterd en verpauperd zijn. Daarom overwinnen wij het communisme niet door propaganda en betogingen, maar door het wegruimen van alle vuiligheid, van alles wat rot is in de samenleving. Het communisme is het rode signaal dat waarschuwt dat er onraad is. Dwaas, als we dan alleen maar proberen, dat rode signaal weer groen te krijgen. We moeten er opuittrekken, om de verkeer de wisselstand aan te pakken en veilig maatschappelijk verkeer voor allen te bevorderen. Ook wij willen de klassen-loze maat schappij. Het klasse-begrip is een strijd- begrip en wij willen een samenwerking van alle standen. Niet door Vadertje Staat de dictatoriale werkgever te ma ken, zoals in Rusland. Maar door onder linge coöperatie in vrijheid en verant woordelijkheid. We mogen niet verhelen dat er in ons land nog enorm veel op sociaal gebied te doen is. Naar verhouding studeren er bijv. maar heel weinig begaafde jongens en meisjes uit de arbeiderskringen aan de universiteit. Er moet nog veel gebeuren, om hun dezelfde ontwikkelingskansen te geven als aan de kinderen van de meer gegoeden. Pas dan is het gezegde ontzenuwd: „Je bent nn eenmaal of voor een stuivertje of voor een kwartje geboren". Ook zijn er nog altijd vergeten groe pen en velen, die een minimumbestaan leiden. In de volkswijken in onze grote teden en ook wel op het platteland zijn 11|[|UL mem. ui. uu.un-w. v-"C "'en, die ten hemel evanwèT'nog ^etT ^rt^naa^'de^^opvTt-i <3e wij-sfeer scheppen en hem de waar- schreiend zijn. En dan is er de geeste- Boven het artikel staat: „Dominee Hugo van Dalen vreest het Communis me niet". Ik hoop, dat dat alleen maar is. omdat ds. Van Dalen verzekerd is „dat noch dood noch leven, noch enge len noch machten, noch heden noch toekomst, noch krachten, noch hoogte noch diepte noch enig ander schepsel hem kan scheiden van de liefde Gods, welke is in Christus Jezus, onzen Here." Of fundeert hij zijn vreesloosheid op een bepaalde taxatie van het communis me? Dan stelt hij even goed „vlees tot zijn arm" als de man, die zijn angst voor oorlog opzij zet op grond van de atoombewapening van de Nato, en niet op grond van de triumf van de Heer. Iï„Jieb resPect voor een pacifist, die eerlijk zegt: „God wil dat we slacht schapen van Jezus zijn, en dat we de Communisten laten komen, zelfs al zou den ze ons vervolgen zoals ze in de twintiger jaren de Russische kerk heb ben vervolgd." Maar wie zijn pacifisme staaft met beschouwingen, dat het met die Communisten allemaal nog wel mee zal vallen, speelt m.i. met vuur. Ds. Hugo van Dalen schijnt te sugge reren, dat men in onze maatschappij leeft in de sfeer van het Ik en in de communistische maatschappij in de sfeer van het Wij. Dit is m.i. een valse tegenstelling. Wat de Russen betreft, zegt Mehnert: „Wel hebben zij de almacht van de staat met zijn exclusieve zeggenschap over de productiemiddelen aanvaard. Wel beamen zij de pretentie van die staat, de voltrekker te zijn van de „wet" volgens welke er een onvermijdelijke ontwikkeling is van kapitalisme via so cialisme naar Communisme, Maar dat alles maakt hen innerlijk nog niet tot Bolsjewieken. Na alles wat ik gedurende de dertig jaar gezien, beleefd en erva ren heb, ben ik de vaste overtuiging toe gedaan, dat zij het hedentendage zelfs minder zijn dan hun vaderen het waren. Als men mij vraagt, wat de Sowjet- mens het meest is: Sowjet of mens, dan antwoord ik zonder aarzelen: mens. Wat hem typeert, is zijn groeiend ver langen naar welstand en persoonlijke veiligheid, naar een privé-sfeer die niet bloot staat aan inmengingen van de zij de van de staat (waarbij in de eerste plaats gedacht wordt aan het gezinsle ven) naar zelfstandige werkzaamheid en ontplooiing. Dit zijn duurzame kenmer ken gebleken die een waarborg vormen, dat hij ook geen bolsjewiek zal worden in de tien of vijftien jaar die komen". Ik geloof dat dit duidelijk genoeg ls. In Rusland staan steeds meerderen zeer kritisch tegenover de „wij-sfeer" van de staat, ze verlangen naar vrijheid en naar mondigheid. Trouwens, kan een bepaalde vorm van staat en maatschap- ?tc pij de men? van zijn ik zucht bevrijden, t GOES. De bevolking in de provincie Zeeland is in dertien jaar tijd toegenomen met bijna 23.000 personen, dat is met bijna 9 pet. en met gemiddeld 1750 personen per jaar. De volkstelling in 1947 heeft uitgewezen, dat Zeeland 260 800 inwoners telde en de volkstelling van 1960 leverde het aantal van 283.465 inwoners op. Deze cijfers worden verstrekt door het Centraal Bureau voor de Statistiek, dat de voorlopige uitkomsten heeft uitgegeven van de laatste volkstelling. Wat de leeftijd van de bevolking be treft valt op te merken, dat het aantal personen van 65 jaar en ouder toenam van ruim 24.000 in 1947 tot bijna 32.000 in 1960, zijnde een toename van ruim 30 pet. Van de in 1960 in de provincie Zee land wonende bevolking blijkt ruim 86 pet. ook in Zeeland te zijn geboren, te gen 90 pet. in 1947. Uit de cijfers van de burgerlijke staat blijkt verder, dat het aantal ge huwde personen in 1960 belangrijk hoger ligt dan in 1947. De stijging bedraagt 16 pet. (van 116.036 tot 135.184), of bijna dubbel zoveel als de toeneming van de totale bevolking (slechts 9 pet). Kerkelijke gezindte De indeling naar kerkelijke gezindte laat zien, dat voor alle groeperingen het absolute aantal is toegenomen. In rela tieve zin is slechts sprake van een toe neming voor rooms-katholieken van 26 tot 27 pet. en voor personen zonder ker kelijke gezindte van 7 tot 8 pet. Daar staat tegenover, dat het percentage ned. hervormden is teruggelopen van 45 tot 43 pet. Voor de gereformeerden en voor de groep overige kerkelijke gezindten bleven de percentages van resp. 20 en pet. ongewijzigd. Dr. K. J. KRAAN lijke armoede, dat de mensen niets heb ben, waarin ze geloven kunnen, waar voor ze kunnen strijden en zich offeren. Velen der besten zijn bij het communis me terechtgekomen, omdat ze een ideaal zochten, waarover ze zich volkomen kon den geven. Waarom zijn deze mensen niet door de kerk opgevangen? Omdat de kerk vaak wél spreekt over de ziel, maar niet over het lichaam, de stof, het geld en het werk. Omdat wij als kerk en als christenen veel te weinig het geweten der samenleving zijn. Omdat wij vaak niet speuren, waar vergetenen en ver drukten zijn, die moeten worden gehol pen. Prof. Bouman zegt het heel scherp: „Het communisme is nooit sterker dan het falen van andere geloven toelaat:" En Luther ge tuigt: „Zo is dan nu het teken, waardoor wij kunnen vaststellen of de geboorte van Christus krach tig in ons werkt: wanneer wij ons bekommeren om de nood van onze naaste." Nationaliteit Wat de nationaliteit aangaat, valt het op, dat het aantal Belgen, dat in zee land woont, is teruggelopen van 5956 tot 4.745. Hierbij moet opgemerkt worden, dat in 1960, in tegenstelling tot 1947 ook naar de dubbele nationaliteit is gevraagd en personen met Neder landse en tevens een andere nationali teit bij de Nederlanders zijn gevoegd. Dit is o.m. het geval geweest met 511 personen. De sterke toeneming sedert 1947 van het aantal personen met „ove rige nationaliteit" kan worden ver- tlaard, door de ruim 1290 Ambonezen, Bij vergelijking vai: de cijfers uit 1947 blijkt, dat het aantal gezinnen sinds dat jaar is toegenomen van ruim 63.000 de Nederlandse nationaliteit bezitten die in Zeeland wonen, maar die niet tot ruim 72.000. Voorts is de grootte der gezinnen verminderd. De kleine gezin nen vormen thans 57 pet. van alle ge zinnen tegen 55 pet. in 1947, die van 5 en meer personen nog maar 23 pet. te gen 25 pet. bij de vorige telling. Het aantal alleenstaanden bedraagt 9.187 en volgens de cijfers van 1947 9.731. Beroepsbevolking Uit de staat van werkzaamheden kan opgemaakt worden, dat de Zeeuwse be roepsbevolking (op de teldatum 101.557) bijna 6500 personen minder bedraagt dan in 1947, Tegenover dit cijfer staat het aantal beroepslozen (181.908) ruim 29.000 hoger dan in 1949, hetgeen o.m. veroorzaakt wordt door ruim 14.000 kin deren beneden de 14 jaar, bijna 6500 meer kinderen, die dagonderwijs volgen en bijna 10.000 meer bejaarden. De landbouw (inclusief de visserij) heeft absoluut en ook relatief sterk aan betekenis verloren. Het totaal voor deze bedrijfstak verminderde tussen 1947 en 1960 van 38.205 tot 23.461 d.w.z. van 35 tot 23 pet. van de totale beroepsbevolking. De samenstelling van de vrouwelijke beroepsbevolking (die bijna 4500 of bij na 20 pet. lager is dan in 1947) heeft zeer belangrijke wijzigingen ondergaan. Daartoe heeft vooral bijgedragen het veel geringer aantal vrouwen met een agrarisch beroep (1.337 tegen 7.019 in 1947, dus bijna 6000). Tegen nog maar 7 pc,t. van de vrouwelijke beroepsbevol king in de landbouw (in 1947 30 pet.) is thans 12 pet. (tegen 8 pet.) werkzaam in industrie en ambacht, 26 pet. (tegen 19 pet.) in handel en 50 pet, (40 pet.) bij overheid, onderwijs e.a. Bovendien is het opmerkelijk, dat het aantal bedrijfshoofden in alle takken afneemt. Het aantal ondergeschikten is echter sterk gestegen: 41.000 tegen ruim 33.000 in 1947. Ook binnen de groep on dergeschikten liggen de verhoudingen anders. Op 100 huishoudens van arbei ders zijn er thans 42 van employes te gen 33 in 194^ Een verschuiving dus ten gunste van de groep employes. Het aantal buiten hun woongemeente werkende personen is tussen 1947 en 1960 verdubbeld en bedroeg op 31 mei 1960 ruim 30.000 d.w.z. 30 pet. van de totale beroepsbevolking. Het aantal fo rensen is wat minder gestegen nl. van 10.400 tot 17.300, dat is met rond 7000 of "1 pet. Voor het eerst zijn in de volkstelling van 1960 gegevens verzameld over het onderwij sniveau. Wat de Zeeuwse beroepsbevolking be treft heeft 61 pet. na het lager on derwijs geen ander diploma meer be haald (62 pet. van de mannen en 59 pet. van de vrouwen). Een-en-dertig pet. heeft na de lagere school nog het u.l.o.- diploma dan wel een lager vakdiploma behaald. Voorts heeft 7 pet. van de Zeeuwse beroepsbevolking het einddiplo ma van de middelbare school behaald. Een hogere opleiding heeft slechts 1 pet. van de Zeeuwse beroepsbevolking geno ten. Woningvoorraad Tot slot wordt in het overzicht een aantal cijfers genoemd over de woning voorraad. Deze voorraad is tussen 31 mei van de jaren 1947 en 1960 gestegen van 65.000 tot 81.000, een stijging van 25 pet. Het aantal beschikbare vertrek ken is nog meer toegenomen dan het aantal woningen nl. met 52 pet. en voor de in woningen gehuisveste bevolking is het gemiddeld aantal personen per ver trek teruggelopen van 0,95 pet. tot 0.69 pet. MIDDELBURG. Voor de Middel burgse rechtbank stond gisteren terecht de varensgezel W. v. d. W. uit Goes. Hij werd ervan verdacht In augustus van het vorig jaar in het gebouw van Kinderzorg te Middelburg een bedrag van 500 gulden te hebben weggenomen. Van de W. arriveerde in Middelburg zonder geld op zak. Hij begaf zich daar om naar Kinderzorg, waar hij een tien tje kreeg. Later keerde hij terug op de Veersesingel en bemerkte dat men daar bezig was met geld te tellen. In een on bewaakt ogenblik gleden zijn vingers over de bankbiljetten en stal hij 500 gul den. Het kostte weinig moeite te weten te komen wie de dader van de diefstal was. Tegen Van de W., die reeds eerder met de kinderrechter in aanraking is ge weest, eiste de officier van justitie, mr. A. W. Rosingh, twaalf maanden gevan genisstraf, waarvan vier voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaar en af trek van voorarrest. Uitspraak 14 maart. Drie gevallen waren de Goese gros sier J. L. ten laste gelegd: het rijden onder invloed, het besturen van een auto terwijl hem de rijbevoegdheid was ontzegd en het doorrijden na een aanrijding. Dit alles zou gebeurd zijn op 4 januari in Sas van Gent. Uit Gent was een getuige, C. J. P., over gekomen om een toelichting te geven. Hetgeen P. verklaarde was echter veel meer in het vage gehouden dan wat hij op de bewuste dag tegenover de politie had gezegd. De officier van justitie nam het ver dachte ernstig kwalijk dat hij terwijl hem zijn rijbewijs was ontnomen toch weer achter het stuur was gekropen. Nota bene onder Invloed van drank. Ook vond de officier het bedenkelijk dat L. andere mensen in moeilijkheden had ge bracht en verklaard had dat een ander de auto bestuurd had. Mr. Rosingh efste tegen L. vier maan den gevangenisstraf en vijf jaar ontzeg ging van de rijbevoegdheid, alsmede een voorwaardelijke verbeurdverklaring van de auto met een proeftijd van drie jaar. De raadsman, mr. W. K. H. Dieleman, meende dat het rijden onder invloed aan twijfel onderhevig was, omdat L. heus niet zoveel gedronken had en per De Gereformeerde mannenvereni- ging „Bouwen en Bewaren" te Zierik- zee hield in het Gereformeerd vereni gingsgebouw haar jaarvergadering o.l.v. haar voorzitter ds. Y. J. Tiemersma. Op deze vergadering sprak de heer M. J. Bij de Vaate, hoofdredacteur van de „Zierikzeesche Nieuwsbode" over het onderwerp „De krant in het gezin", terwijl de heer T. M. van de Berge uit Haamstede vertelde over een reis, die hij naar Israël had gemaakt, verluch tigd met kleurendia's. Tegen de op 25 januari in Rotterdam gehouden zg. „Vijfkerkentocht" is door een twaalftal Zeeuwse gereformeerde predikanten protest aangetekend bij de kerkeraad van de Gereformeerde Kerk van Rotterdam i.v.m. deelname van ge reformeerde predikanten aan- en be schikbaarstelling van een kerkgebouw voor deze manifestatie. Dit blijkt uit een artikel in de Zeeuw se Kerkbode, waarin de ondertekenaars van dit protestschrijven hun namen en hun schrijven openbaar maken. Aanvan kelijk hadden zij niet tot publicatie van hun schrijven willen overgaan, daar zij met hun bezwaren tegen gereformeerde deelname in de kerkelijke weg wensten te blijven. Daar echter de gereformeer de initiatiefnemer van deze vijfkerken tocht, dr. K. J. Kraan, in een artikel in het Centraal Weekblad uit dit schrij ven citeerde en opmerkte, dat „van be paalde gereformeerde zijde" protest was aangetekend, meenden zij dat nu tot openbaarmaking van hun schrijven en namen moest worden overgegaan, op dat men weet, wie onder „die bepaalde gereformeerde zijde" moet worden ver staan. Ook wensen zij niet tot een be paalde zijde gerekend te worden, doch voluit gereformeerd te zijn, reden waar om zo schrijven zij zij ook dit schrijven aan de kerkeraad van Rotter dam verzonden. Zij achten het niet juist dat dr. Kraan een schrijven, dat nog op de kerkeraad dient, en waarop zij zelf nog geen antwoord hebben ontvan gen, in zijn artikelen citeert en beant woordt. Nu echter dit schrijven ten de le publiek is gemaakt, achten zij het gewenst het geheel te publiceren. De twaalf predikanten schreven o.a. Wij zijn van mening, dat door Gerefor meerde deelneming de belijdenis, waaraan onze kerken gebonden zijn, getrotseerd of ten minste gerelativeerd wordt. Wij achten een dergeïijke manifestatie, waarbij door Gere formeerden en juist de vertegenwoordigers van de in de oproep tot deze tocht genoem de kerkgenootschappen gebeden wordt voor de eenheid der Kerk, in flagrante strijd met wat de belijdenis daaromtrent leert en zijn dan ook van mening, dat een gebedsactie als deze niet kan leiden tot de eenheid, waarvoor onze Heiland gebeden heeft. Hij toch heeft uitdrukkelijk gebeden voor de eenheid van hen, die door hun woord (is apostolisch ge tuigenis) in Hem zouden geloven. Waar ech ter samen gebeden wordt om eenheid met kerken, die dit getuigenis verduisteren of ont kennen, daar is slechts sprake van ongehoor zaamheid aan Schrift en Belijdenis. Wij vrezen dan ook dat de ware eenheid van Christus' Kerk op de wijze als thans staat te geschieden meer geschaad wordt dan gebaat en dit mee door toedoen van hen, die met de belijdenis onzer kerken instemmen. Bovendien vervullen deze en soortgelijke manifestaties, waarbij in strijd met de belij denis onzer kerken gehandeld wordt, hen met diepe bezorgdheid over de toekomst onzer kerken. Wij menen recht te hebben op een tegen- SINT-ANNALAND. De diaconie- en de Gereformeerde gemeenten op het eiland Tholen, omvattende de ge meenten Tholen, Poortvliet, Scherpenis- se en Sint-Annaland, alsmede de heer D. M. Treurniet te Sint-Maartensdijk, en de Zendingskrans te Stavenisse zijn dankbaar voor de opbrengst der gehou den actie ten behoeve van de verdruk te geloofsgenoten in Hongarije. Naar schatting zijn, uit nagenoeg alle ge zindten op het eiland Tholen tussen de 3 5 4000 kg kleding, schoeisel enz. bij eengebracht, benevens ruim 600 gulden aan contanten, ter bestrijding van de kosten van vervoer en verzending naar Hongarije. De firma M. D. A. Geuze te Scherpenisse was zo bereidwillig om tegen zeer billijke prijs een grote vrachtwagen beschikbaar te stellen voor vervoer naar het centrale punt: Nunspeet. Reeds zaterdag jl. had dit vervoer plaats, terwijl bij aankomst in Nunspeet dadelijk werd overgeladen op een speciale treiler, die maandag alle goederen rechtstreeks zou vervoeren naar Hongarije. In Nunspeet was men zeer verrast. Nog nimmer had men een dergelijke grote zending in een keer ontvangen. Rest ons ten slotte nog te vermelden dat bij aankomst in Nunspeet, de zending o.a. werd ontvan gen door een paar oud-Sint-Annalan- ders, nl. de gebroeders C. en J. Knuist. Uit het gevoerde gesprek bleek, dat de ze oud-inwoners zeer veel doen voor Hongarije. Reeds verscheidene malen reden ze persoonlijk naar Hongarije om per eigen volkswagenbestelauto de goe deren op de plaats van bestemming te brengen. POORTVLIET, Uiit de handen van burgemeester W. J. van Doorn heeft de heer P. Klippel de ere-medaille in zil ver verbonden aan de Orde van Oranje- Nassau in ontvangst mogen nemen. De ze koninklijke onderscheiding viel de heer Klippel ten deel, omdat hij 41 jaar onafgebroken werkzaam is geweest op het landbouwbedrijf van de familie C. Bierens in de Schakerloopolder te Tho len. Hij was daar landarbeider en te vens voorman. Ten huize van zijn pa troon en te midden van zijn familie en het personeel heeft burgemeester Van Doorn de onderscheiding uitgereikt. slot van rekening de politie is afgegaan op een verklaring van de vrouw van een garagehouder in Sas van Gent. Het tweede punt stond voor pleiter uiteraard vast. Ten aanzien van het derde punt merkte mr. Dieleman op dat zijn cliënt zich tijdig bij de politie gemeld had. Hij vroeg de rechtbank een gedeelte van de straf voorwaardelijk op te leggen. Ver beurdverklaring van de auto had vol gens hem weinig zin. Uitspraak 14 maart. Tegen de Terneuzense belastingconsu lent G. A. B. L. eiste de officier drfe maanden gevangenisstraf. L. was teil laste gelegd dat hij over de jaren 1955, 1956 en 1959 onjuiste aangifte gedaan had voor 'de inkomstenbelasting en ge knoeid had in de boeken van anderen, die hem hun (financiële) vertrouwen hadden gegeven. De president, mr. P. v. Empel, noem de de affaire „een droevig einde van een niet-onverdienstelijke loopbaan". Waar het hemzelf betrof bracht L. klei ne correcties aan die echter onjuisthe den waren. De officier zei verbaasd te zijn dat verdachte voor betrekkelijk ge ringe bedragen zulk een groot risico had gelopen. Mr. H. Bruin, die als pleiter optrad, repte van de ijver waarmee verdachte de zaken van zijn clientèle steeds rond wilde krijgen. Zelf is hij er echter niet veel beter van geworden. Mr. Bruin vroeg clementie en verzocht de straf om te buigen in een geldboete. •Uitspraak 14 maart. Voor een soortgelijk geval stond te recht de zakenman W. N. uit Terneuzen. Hij werd ervan verdacht veranderingen in een kasboek aangebracht te hebben. N. zou dit op aanraden van belasting consulent L. hebben gedaan. Daarna legde hij de boeken over aan de rijks accountantsdienst. De officier van justitie sprak van „het opzettelijk gebruik maken van ver valste geschriften". Zijn eis luidde twee maanden. Uitspraak 14 maart. resultaat leiden, dan lijkt ons de zaak van een dergelijke importantie om hierover het oordeel der meerdere vergaderingen in te winnen. Temeer, omdat dergelijke verontrus tende verschijnselen het kerkelijk leven de laatste tijd herhaaldelijk beroeren. De ondertekenaars zijn: M. den Boer, Zaamslag; M. V. J. de Craene, Baarland; W. C. van Hattem, Terneuzen; A. van Leeu wen, Axel; J. B. van Mechelen, Oostburg; G. J. Pontier, Vlissingen; A. G. v. d. Stoel, Bergen op Zoom; A. J. Verbeek, Hoek; A. Verschoor, Vlissingen; J. Vlaardingerbroek, Grijpskerke; B. Wentsel, Brouwershaven; S van Wouwe, Serooskerke; correspondentie adres: ds, A. J. Verbeek, Dr. Leenhoutstraat argumentatie. Mocht dit onverhoopt niet tot 46, Hoek (Z. VI,). Ze hebben geen wijn. Joh. 2 vers 3 "DIJBELVASTE lezers z uilen al wel begrepen hebben waar ze dit woord in de Schrift moeten vinden. Het staat in het verhaal van de bruiloft te Ka- na. Plotseling dreigt daar een huwelijksfeest te mislukken. Stelt u zich eens voor wat dat voor een oosterling betekende. Een geweldige schande voor de bruidegom, een diepe beledi ging voor zijn gasten. Het feest dat begonnen is moet ontijdig worden afgebroken. De wijn is op! Ik heb zo het idee dat dit van meer levens gezegd kan worden. Huwelijken waaruit de gloed allang verdwenen is, men sen die verbijsterd zijn door de tegenslagen, die de gedachte hebben zonder toekomst verder te moeten leven. Het is hun al lemaal zo tegengevallen. Er kwam niets terecht van hun idealen. Ze voelen zich teleur gesteld. De wijn is op. De vreugde is geweken. Mogelijk behoort u ook tot die mensen voor wie het leven allesbehalve een feest is. Misschien leest u deze regels gedachtenloos. Zoudt u graag weer de blijd schap in uw leven kennen? Het kan. Er is nog wijn ge noeg. Maar dan moet u gaan naar het enig juiste adres: Jezus. Hij veranderde in Kana water zo maar in zeshonderd liter kostelijke wijn. Want waar Jezus komt, daar komt de vreugde met Hem mee. Jezus heeft het gewone leven niet gemeden. Hij heeft hef lil Zeer m°gelijk gemaakt. Waar Hij wordt genood, daar wordt ook het gewone leven weer een feest. Hij schenkt ons de vreugde van de herstelde verhouding met God, de ver zoende schuld. Mét Jezus raakt de wijn nooit op. Hij is gekomen opdat we leven hebben en overvloed, ook al zqn de omstandigheden noe zo moeilijk. Deze wijn kan ik u aanbevelen. Hebt u ze al geprobeerd? Geen a^"' vreu^ijn. Anna Jacobapolder, Ds. W. Haverkamp.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1962 | | pagina 7