DESPERATE MARTI SLOEG
ZIJN „EER" AAN STUKKEN
Eis van
twintig
jaar
DE NATUUR
KAPPIE EN DE
TI-PISCHE BOOT
In Sprang-Capelle werden twee oude
boeren op gruwelijke wijze vermoord
PUROL In huis!
Kroesjtsjef wijst
voorstel van
de Gaulle af
Uit de kerken
...want AKKERTJES
zijn instant cachets*
met 4-voudig wer
kend micropoeder
in en om uw huis
Johnny
Hart
Vrijdag 2 maart 1962
ZEEUWSCH DAGBLAD
Pag. 2
Van onze rechtbankverslaggever
T~)EN BOSCH. Op 1 september
van het vorige jaar sloeg een
desperate jongeman in Sprang
Capelle twee oude boeren, die bei
den de leeftijd van de sterken reeds
waren gepasseerd, dood met een
kruideniersgewicht van twee kilo.
Het was een daad, zo bruut als zel
den was gezien. De boeren, Hein
en Toon, werden met verbrijzelde
schedels gevonden. In hun alkoof
trof men kranten aan, die de moor
denaar had willen gebruiken om de
boerderij in vlammen te laten op
gaan, en dus ook de sporen van zijn
misdrijf. Het motief: geleend geld,
tot een bedrag van vijfhonderd gul
den angst voor ontdekking van
die schuld woede over de wei
gering van de gebroeders om uitstel
te verlenen.
Zou er iemand kunnen worden ge
vonden, die nog een goed woord over
heeft voor de bedrijver van zo'n daad?
Misschien was het gisteren in Den
Bosch de psychiater, dr. Scheidemacher
uit Eindhoven, die sprak over een licht
verminderde toerekeningsvatbaarheid
Maar hij had het ook over een gebrek
aan spijtgevoelens, over kilte bij de
jongeman, die Marti heette.
Was het de officier van justitie, die
uitdrukkelijk stipuleerde dat hij levens
lange gevangenisstraf kon vragen, maar
het niet deed? Hij concludeerde tot
een straf van twintig jaar met onvoor
waardelijke terbeschikkingstelling van
de regering. Echter, de officier sprak
over moord, voorbedachte raad, koelen
bloede, tegen de pertinente ontkenning
van Marti in.
Had soms de president, mr. Huizinga,
compassie? Maar waarom werd hij dan
zo kwaad, toen de jongeman bleef vol
houden dat hij min of meer gedwongen
was te bekennen dat hij uren voor hij
de broers Toon en Hein neersloeg, al
het voornemen had om dat te doen?
Het was volgens hem aldus gegaan:
eerst had hij tegen de rechtercommis
saris de waarheid verteld, namelijk dat
hij op 1 september naar het huis van
de twee boeren was gegaan met een
gewicht van twee kilo in zijn zak, dat
hij wilde gebruiken om ze met dreige
menten van hun weigering uitstel te
verlenen, af te brengen.
Toen hij van de boerderij nul op het
rekest kreeg, werd hij bevangen door
een afschuwelijke drift en hij had er
op los geslagen.
NIET ANDERS
Eerst had hij Hein van zijn stoel ge
stompt en op de grond met het ge
wicht gedood. Later had hij in een
gangetje de oude Toon gegrepen, hem
de keel dichtgeknepen en hem vervol
gens eveneens van het leven beroofd.
Het was allemaal in een flits gegaan.
En hij herinnerde het zich: zo, en niet
anders was het gegaan. Maar de heren
van het onderzoek waren er niet te
vreden mee geweest.
Een van hen, de adjudant Wetering,
had hem gezegd dat de zaak niet rond
was zonder dat hij toegaf een voorne
men te hebben gekoesterd. En zonder
die bekentenis kon de heer Wetering
er niet voor zorgen dat Marti's familie
over de juiste gang van zaken werd in
gelicht. Hij kon zeker niet naar Marti's
meisje gaan om haar de zaak goed uit
te leggen. Daarom had Marti maar be
kend.
De jongeman droeg zijn verhaal gis
teren niet handig voor. Hij ging in op
details die er niet toe deden en hij
verloor zich in alle mogelijke uitstapjes,
waarvan iedereen zich afvroeg waar
die nu op sloegen. Maar had de psy
chiater niet gezegd dat hij leed aan
(Ingezonden mededeling)
Akkertjes bevatten de
ideale combinatie van 2
pijnstillers zenuwkal-
merend bromisovalum
opwekkend coffeï-
num. Microscopisch fijn
poeder, dus directe op
name in het organisme,
dus directe werking zon
der kans op maagklach
ten. Ontdek óók de wel
daad van Akkertjes!
dr instant direct werkend
6 stuks f 0.50 12 stuks f1.-
131
,,Het staat niet aan de politie dat
te beoordelen. Dat is een zaak voor
de gerechtshoven. Indien gij f een
klacht indient tegen Heer Theodorus,
of tegen de graaf, zijn vader, veron
derstel ik niet dat iemand anders het
zal doen, ofschoon het geval natuur
lijk wel aan de groothertog gerap
porteerd zal moeten worden. Heer
Theodorus, gij zijt vrij om te vertrek
ken, indien ge dat wenst en ge kunt
uw arme zuster mee naar huis ne
men."
Theodorus wendde zich tot Pierre:
,,De maliënmantel die onze arme
Stephanie niet heeft kunnen bescher
men, is de jouwe. Ik heb hem je ge
geven. Zal ik hem achterlaten aan
boord van het schip?"
Pierre schudde triest het hoofd.
,,ïk zou het gezicht ervan niet kun
nen verdragen, Heer Theodorus. De
mantel zou me tot het eind van mijn
leven blijven verwijten, dat ik haar
niet naar huis heb gestuurd, inplaats
van me door haar de weg te laten
wijzen naar de stad."
„Ze wilde je leven redden, Peter. En
dat heeft ze ook gedaan, al was het
op een andere wijze dan ze van plan
was. Maar goed, Stephanie zal de
maliënmantel dragen naar haar
graf."
Niemand belette hem het paleis
of de stad te verlaten. Hij keerde
terug naar zijn vader, met de ande
re Griek en met het lijk van Ste
phanie op een tussen twee muildie
ren gehangen draagbaar.
Maar zijn vader had het nieuws
reeds gehoord van de kapitein van
politie, die tijdens het onderhoud zo
haastig vertrokken was. Lang voor
Heer Theodorus met zijn droeve last
op het kasteel arriveerde, had men
de khan omsingeld, de gidsen en
krijgsknechten gevangen genomen
en onder bewaking naar de stad ge
zonden en een ervaren klerk achter
gelaten om een inventaris op te ma
ken van de koopwaar, die in de
khan lag opgeslagen.
Zodra Theodorus het vertrek ver
laten had, zei de eparch tegen Pier
re: „Wij zoeken al de hele week
naar een Frank die beantwoordt aan
uw signalement en die Turks spreekt.
Op de een of andere manier, ik weet
werkelijk niet door wiens toedoen, is
het gerucht ontstaan dat groot
eerbetoon de gezochte wacht. Dien
tengevolge heb ik een stortvloed te
verwerken gehad van jonge blonde
Franken, die allemaal Turks spre
ken. Slechts een hunner beschikte
over meer dan een tiental zinnetjes,
zoals iedere zeeman in deze wateren
wel oppikt, en zijn haar was ge
verfd. Gij nu spreekt beter Turks dan
de meesten van ons, Grieken en men
heeft mij gemeld dat uw haar echt
is. Naar aangenomen wordt, heeft
de man die wij zoeken een wond in
de borst. Hébt gij zulk een wond?"
„Inderdaad, heer. Hij is bijna ge
nezen."
„Daar ben ik blij om. Maar ik
heb de groothertog met zoveel Fran
ken verveeld, dat hij mij bevolen
heeft de volgende neen, ik ga u
niet arresteren, jongeman! in ver
zekerde bewaring te stellen voor
een week of twee. Wij moeten er
zeker van zijn dat zijn haar niet ge
verfd Is. In die tijd kan het een tik
je groeien en als het aan de wor
tels dan zwart blijkt te zijn, is de
man natuurlijk eveneens een bedrie
ger, net als de rest. Ik vertrouw dat
ge onze gastvrijheid zult willen
aanvaarden in dezelfde geest waar-
In hij u geboden wordt."
Pierre kon zijn oren nauwelijks
geloven. Hij was doodmoe en vergat
een ogenblik zijn goede manieren.
„Ik ben de opgedrongen gastvrij
heid van Trebizonde meer dan
moe," zei hij. „Heb ik goed begre
pen dat ik hier vastgehouden zal
worden tot gij en de groothertog er
van overtuigd kunnen zijn dat mijn
haar niet geverfd is? Terwijl Ogli
Baltha intussen mijn vrienden ver
moordt? En de Genuezen wegzeilen
met ons schip?"
„Wegzeilen met uw schip? Daar
weet ik niets van. En wat Baltha
Ogli betreft, kan ik niets doen. Gij
begrijpt de politie niet, heer. Wij
luisteren; wij rapporteren; maar wij
handelen niet zonder daartoe orders
te hebben gekregen. Op dit ogenblik
bevindt uw brief zich in handen van
Zijne Hoogheid, de groothertog. Hij
leest en spreekt uitstekend Frans.
Misschien acht hij uw beschuldiging
ernstig genoeg om er onmiddellijk op
te reageren. Als hij u wenst te spre
ken ontvangen wij daarvan bericht.
Hij stelt ongetwijfeld belang in onze
conversatie tot dusverre."
„Hoe kan hij op de hoogte zijn
van onze conversatie tot dusverre?
„Een klerk heeft ieder woord ge
noteerd dat hier gesproken is. Hij
leest de groothertog een samenvat
ting van uw beschuldigingen voor.
Als Zijne Hoogheid belangstelling
beeft, zal de klerk het verslag woor
delijk voorlezen. De klerk is zeer
vaardig in kortschrift een van de
weinige belangrijke dingen die wij
Grieken van de Romeinen hebben
geleerd."
Pierre had nog nooit van kort
schrift gehoord.
Vervolgens wendde de eparch zich
tot heer Jan en zei door middel
van een tolk: „Men heeft mij ge
rapporteerd dat gij. in strijd met uw
gewoonte, druk contact hebt gehad
met uw Genuese concurrenten. Heeft
dat iets te maken met de vrees van
onze impulsieve vriend hier, dat^zij
weg zullen zeilen met uw schip?"
Heer Jan gaf opgewekt toe dat hij
het schip verkocht had om losgeld
voor Pierre te kunnen betalen.
De eparch glimlachte. „Het is on
gebruikelijk dat de mensen zo vlak
na het ontbijt zoveel misdrijven be
kennen" zei hij. s
„Gewoonlijk moeten wij hen tot
soreken bewegen. Maar vandaag
Heer Jan, als ge in staat waart uw
landslieden, die beter moesten we
ten, ervan te overtuigen dat de Sain-
te-Eulalie uw eigendom was, moet
ge thans toch in staat zijn hen te
overtuigen van het tegendeel om uw
schip terug te krijgen. Mijn dienst
heeft geen belangstelling voor der
gelijke zaken tussen vreemdelingen
althans niet, zolang ze er niet
over beginnen te vechten. Wend u
tot een rechtskundige, heer Jan".
„De scheepvaartinspecteurs heb
ben het schip onzeewaardig ver
klaard", merkte heer Jan op. „Het
is al verscheidene malen onder han
den genomen. Ik hoop maar dat ze
het onveilig blijven vinden".
t Wordt vervolgd.)
PB CFFICI&Z MK.3.EO05IEK
ziekelijke stoornissen van zijn geest
vermogens en werd er ook niet gezin
speeld op een veel ernstiger geestes
ziekte, die wellicht voor de deur stond?
KLASSIEK
De officier van justitie, mr. Booster,
wilde er maar gedeeltelijk aan. Gedeel
telijk, omdat hij in plaats van levens
lang, twintig jaar met ter beschikking
stelling vroeg, maar tevens Marti
wilde blijven zien als een moordenaar
van het klassieke type- Volgens hem
lag de zaak aldus: De jongeman had
zijn eer tegenover zijn familie en zijn
meisje willen ophouden. In die kring
stond hij bekend als een vlijtig spaar
der (dat was hij niet, want hij had
duizenden guldens schuld) en de ge
broeders Hein en Teun waren voor
nemens die idylle te verstoren.
Zij hadden hem geld geleend om ver
duisteringen te verdoezelen, maar zij
wilden dat geld terug hebben en zij
dreigden met openbaarmaking van de
hele zaak.
Op 1 september, in de middag voor
het misdrijf, had Hein hem daaraan
herinnerd en hem gesommeerd 's avonds
om negen uur zijn schuld in contanten
te delgen. Volgens de officier had Marti
toen rond de klok van het avondeten
het .plan gemaakt voor de moord.
Daaruit was te verklaren waarom hij
op zijn weg naar de broers een slecht
verlichte omweg had genomen (die was
helemaal niet zo slecht verlicht, zei
later de verdediger), zijn fiets achter
de stal had neergezet, het huis was
binnengegaan en de deur had afgegren
deld (dat laatste is in die streken ge
woonte als men privé-zaken wil be
spreken, zei later de verdediger) en de
broers onverhoeds in hun voorkamer
had overvallen. („Ik heb eerst met ze
gepraat, maar ze weigerden me uitstel
te verlenen", verweerde zich Marti).
DE LEUGEN
De officier hechtte veel waarde aan
de koelbloedigheid, waarmee de jonge
man later zijn schuld had verhuld. Da
gen na het misdrijf was hij gearres
teerd. omdat hij een met bloed bevlekt
briefje van 25 gulden aan een schuld
eiseres had gegeven. Maar hij gaf toen
geen krimp. Hij werd geconfronteerd
met zijn slachtoffers, en hij hield daar
bij een volledige oratio:
.Ik ben onschuldig aan de dood van
deze mensen. Het spijt me voor u," zei
hij tegen de officier, „maar u heeft de
verkeerde. Ik wilde dat Toon en Hein
konden spreken, want dan zouden ze u
kunnen zeggen dat ze mij altijd graag
hebben gemogen, en ik hen."
Dezelfde gevoeligheid, die ook de
psychiater had geconstateerd? De ver
dediger, mr. Scheefhals, twijfelde eraan,
en hij wees andermaal op de ziekelijke
stoornssien. Die ontleende hij aan de
verklaringen van de zenuwarts, maar
hij had er grondig bezwaar tegen dat
die zich had laten gebruiken als een
verlengstuk van het openbaar ministe
rie, Werd in diens rapport niet gespro
ken over benkentenissen, en dat soort
zaken? Dat was trouwens ook het geval
met het rapport van de ambtenaar van
de Protestants-christelijke reclasse-
ringsvereniging. de heer Jol.
Mr. Scheefhals wees er op dat niet
alleen hij, maar ook veel van zijn con
fraters zich zorgen maken over de
steeds toenemende neiging van genees
kundige en sociale rapporteurs om zich
in de gelederen van de vervolgende in
stanties te scharen. Hij wilde er de
rechtbank voor waarschuwen en stond
er daarom geruime tijd bij stil.
WANKEL
Mr. Scheefhals vocht de theorie, die
de officier voor de „voorbedachte rade"
had geconstrueerd, met veel argumen
ten aan. Die was, vond hij, gebaseerd
op drie wankele steunpunten: de twee
rapporten, waarop hij reeds was inge
gaan, en de bekentenis van Marti te
genover de adjudant Wetering.
Die bekentenis werd door Marti be
twist, en volgens mr. Scheefhals op
goede gronden. Hij had de hele gang
van zaken meegemaakt, en hij had er
voor gewaakt dat Marti met zijn her
roeping, waartoe hij de dag na zijn
toegeven al bereid was geweest, over
haast zou zijn. Veertien dagen had hij
hem met zijn tweestrijd alleen gelaten,
en toen had hij bewerkstelligd dat Mar
ti weer door de rechter-commissaris
werd gehoord.
Nu kon de adjudant Wetering wel
zeggen dat Marti bang voor zijn eigen
verdediger was geweest omdat die
kwaad was geworden over zijn plotse
linge verklaring. Maar mag alsjeblieft
een verdediger opvliegen als blijkt dat
zijn cliënt verklaringen aflegt, waarvan
hij zelf later zegt dat die onder zekere
druk tot stand zijn gekomen?
Zo stond gisteren in Den Bosch argu
ment tegenover argument. De verdedi
ging uitte geen medeleven aan het
adres van de nabestaanden van de ge
broeders Toon en Hein. Dat had, vond
mr. Scheefhals, weinig zin, zoals de
rechtbank uit de stukken kon lezen:
Toon en Hein leefden in onmin met
hun familie, en bij de anderen in
Sprang-Capelle stonden ze ook maar
zo zo bekend.
(Ingezonden mededeling)
Bij brand- en snijwonden, Pijnlijke
kloven, Ruwe handen, Schrale huid.
Van onze correspondent
PARIJS In antwoord op diens voor
stel een viermogendhedenconferentie
over de ontwapening te houden, heeft
Kroesjtsjef president de Gaulle een
even beslist als beleefd „neen" laten
horen.
De problemen van de ontwapening en
van d'e versterking van de vrede gaan
niet alleen de mogendheden aan die over
kernwapens beschikken, aldus Kroesjtsjef,
niettegenstaande deze vier bij de be
sprekingen over de ontwapening een be
slissende rol moeten spelen-
Volgens Kroesjtsjef moeten andere
land'en, waaronder de neutrale landen,
aan een oplossing van het ontwapenings
probleem kunnen bijdragen. Dit sluit
evenwel de mogelijkheid niet uit, zo
meent de Russische leider, dat de vier
kernwapen-landen tijdens de onderhan
delingen onderling van gedachten kun
nen wisselen over de genoemde proble
men.
Hiermee handhaaft Kroesjtsjef zijn
standpunt dat een ontwapeningsconfe
rentie slechts mogelijk is met deelne
ming van ten minste achttien geselec
teerde landen, maar dat in deze confe
rentie d*e Grote Vier het mogelijk moe
ten maken om tot een overeenstemming
te komen.
De Rotterdamsche Scheepshypotheek-
bank heeft de afgifte van 4^2 procent
pandbrieven gestaakt.
De vingerplant die regelmatig geel
blad vormt en dat laat vallen, zal ge
brek aan voedsel hebben; die staat in
een te kleine pot en dus zal men nu
moeten verpotten. Gebruik er in ieder
geval goede bloemistengrond voor en
vergeet niet dat onder in de pot ook
wat scherven moeten komen; het afvoer-
gaatje mag in geen geval verstopt ra
ken. Droge en vooral nieuwe potten zal
men eerst een kwartier in het water
moeten leggen.
fzullgm we naar de bios gaan,raul-
ze draaien die film "liefde achter
gesloten deuren "-weet je wel
waar ik dat mieterse boek van
DIE. GROTE. STOMME VOGEL. IS
V5NDOOR'.JN UEt=STC BEZIT
5» y
^jif
toe
f WAT IS DAT
DAN O
V
M.. N..W T.«M* IM
f -W. IM 1, D
De
opzienbarende
experimenten
hauo,/mi<cnon
woelrat het met_
onze krachtpatser
)k was aelukkic net klaar
met Her hoofdstuk -judo
van aj'n economische
studie, toen ik.
bezoek van hem
m van
§§j student
Tijloos
s"
23—91. Nadat hij enige tijd had zitten
peinzen over het akelige van zijn toe
stand, werd de maat actief. ,Er moet
toch een uitweg zijn uit deze narig
heid," besloot hij, „Kijk.... daar is een
porceleinen deurtje, wie weet wat daar
achter zit...."
Nu zat er weliswaar geen uitweg ach
ter het deurtje, maar de maat was
toch niet ontevreden over de vondst die
hij deed. „Een zeil.... een heus zeil!"
zei hij, ,,Niet eens van percelein! Waar
om zou ik het niet hijsen? O-Dan heb
ik tenminste m-mijn lot een beetje i-in
handen. Het is te erg om in een breek
bare legende over een wilde r-rivier te
moeten varen, wie weet welk onheil te
gemoet!"
Zo prevelend richtte hij de porcelei
nen mast op en hees het zeil, hopend
op een zuchtje wind, dat hem minder
afhankelijk zou maken van Kappies
koers.
Zijn wens zou spoedig worden ver
vuld. De nauwkeurige lezer zal zich de
struik herinneren, die aan de oever van
de stroom zich zo vreemd gedroeg.
Thans scheen het gewas klaar te zijn
met zijn verrichtingen en stond roer
loos over een ontstekingsapparaat ge
bogen. En toen de Kraak met zijn Le
gendarische sleep passeerde, was een
eenvoudige beweging voldoende om een
dreunende explosie te veroorzaken.
Hierdoor werden niet slechts grote rots
blokken weggeslingerd, maar ook ont
stond een flinke luchtdruk....
NED. HERV. KERK
Bedankt voor Wemeldinge (toez.): N.
Kooreman te Rhenen; voor 's-Grevel*
duin-Capelle: C. Vos te Bennekom.
GEREFORMEERDE KERKEN
Beroepen te Enschede (vac. B. J. Aal-
bers)A. Kruyswerk t« Franeker er
(vac. 5e pred. plaats voor evangelisa
tiewerk): A. Broek te Groningen-N.
GEREFORMEERDE GEMEENTEN
Beroepen te Klaaswaal: W. Hage te
Middelburg.
Nederlandse Vredesraad
VLISSINGEN Het voorlopig Zeeuws
comité van de Nederlandse Vredesraad
houdt vanavond in het Maarten-Luther-
huis in het Groenewoud in Vlissingen
een openbare vergadering. Sprekers zijn
mevrouw dr. M. B. Minnaert-Coeling uit
Utrecht over „Algehele ontwapeningen
vreedzame coëxistentie" en ds. W. S.
Hugo van Dalen uit Oostburg over „De
kwestie-Nieuw-Guinea".