En uw IJzeren Voorraad? ZIJ is scheepsjongen I KAPPIE EN DE TI-PISCHE BOOT I TOELICHTING OP DE TOELICHTING Na een wilde achtervolging in koud had gestopt Donderdag 22 februari 1962 ZEEUWSCH DAGBLAD P. W. RUSSEL'S AGNETA IS NU ACHTTIEN VEELZIJDIG ARTIEST IN STRIJD MET DE WET Kraaykamp in gips op het toneel Duitse pokkenpatiënte overleden Aanbestedingen bij Rij kswaterstaat Bag. 2 TJOE IS HET met de groene erwten in< uw sloopje? En met het blik koekjes, het noodprivaat Al en Mensch Erger Je Niet? En ververst u nog elke twee dagen het voorraadje drinkwater? Oh neen? Nou, da's dan fout. Het kwam allemaal door die reis rond de wereld, drie keer bedoel ik, van overste Glenn. Ik vind het prach tig hoor, ik vind het geweldig. Niet dat het voor my hoeft, maar iedereen zegt, dat ik er niets van begryp en dat ze dan zeker dik vüftig jaar gele den tegen de gebroeders Wright die toen ais eersten gingen vliegen ook hadden moeten zeggen: Niet doen. ZE ZIJN ER Dat acht ik niet hetzelfde, maar goed. Het piepje in mijn auto krijgt niemand eruit, maar men kan wel in een ruimte capsule de aarde rond. ledereen was er gisteren van onder steboven en dat vind ik fijn. Ik vond de zon gisteren ook fijn. Om te weten dat ie er was hoefde je niet eens naar boven te kijken. Gewoon recht vooruit was al voldoende, want de Nederlandse vrouwen zijn als de zon even schijnt net crocussen. Ze bloeien op, ze zijn er weer en ze laten dat merken. Ze lachen op straat en als ze met z'n tweeën zijn kun je op een afstand van zeven huizen al horen, dat de zon schijnt. WELNIEN Maar we verliezen iets uit het oog, mensen, iets uit oktober 1961. Want die avond toen Peter en Ann ineens bleven eten heeft u dat blik bruine- bonensoep opengemaakt en dat mocht eigenlijk niet. „Vul ik morgen wel aan", zei iemand met een blik naar de IJzeren Voorraad, die hoort by „Wen ken voor de bescherming van uw gezin en uzelf'. Deed u dat? Weineen. En die zondagmiddag toen er ineens een vrachtwagen vol visite kwam en de kinderen de koekjes op zaterdag hadden weggewerkt, is dat blik bis cuits eraan gegaan. Heeft u er een nieuw voor in de plaats gezet? Wei neen. Over de macaroni wil ik het niet eens hebben, want de laatste keer dat u macaroni at bleek u net één pak te weinig te hebben en de IJzeren Voorraad was er goed voor. Praat eens met kruideniers. „Extra verkoop vanwege die voorraad of aanvulling? Niets van te merken", zeggen ze dan. NAAR DE KUIPER Maar uw Toelichting op de Wenken, dames. Ik heb die Toelichting gisteren nog eens tevoorschijn gehaald. Als ik er ergens iets over zeg begint ieder een te lachen. „Die IJzeren Voorraad, ha, ha", zeggen ze dan. Twee mannen met wie ik gisteren sprak wisten zelfs niet eens wat met „IJzeren Voorraad" bedoeld werd. Het duurde even voor ik de Toe lichting had, maar zij was er. In de enveloppe met dat gaatje. Onder de „zaken die u bepaald nodig hebt" vond ik ook: „(bereid) voedsel voor twee dagen". Heeft er ooit iemand bereid voedsel voor twee dagen klaar gehad? Ik zou bijna een prijs uitloven als er iemand zijn vinger durft op te steken. Ja, en een noodprivaat, een van die dingen die men moest aanschaffen. Geen enkele kuiper heeft extra be stellingen gehad en de voorraad plas tic emmers is niet geslonken. Mensch Erger Je Niet? Want spel letjes moeten er ook zijn. Zwarte Piet ook geweldig. HELEBOEL ZAKKEN Is uw fles sla-olie verdwenen in de friturepan? De kaarsen, als de elektriciteit uitvalt, ja, ja, de kaarsen DE scheepsjongen van de „Thebe- land" is gisteren achttien jaar geworden. Zij droeg een vaal-blauwe spijkerbroek met daarboven een wat slobberige trui van dezelfde kleur en zjj heet Agneta Hansson. Het eer ste meisje, dat aan boord van een Zweeds schip werkt als „scheeps jongen" en zij is nu al bijna zes we ken van huis. Om twaalf uur gistermiddag was haar dienst afgelopen en we vonden mejuf frouw Hansson in een van de hutten van de „Thebeland", waar „Matros" boven staat. Zij had een paar geiten wollen sokken aan en zat op een bankje met een grote kartonnen doos met fles jes bier naast haar. Links van haar was een tafeltje aan de muur gemonteerd en daar stonden een stuk of vijf lege flesjes. Kantoormeisje Op het puntje van haar kooi was nog net een plaatsje voor ons. naast drie scheepsmannen in kleurige hem den. „Klopt ja. dat is mijn eerste reis", zei Agneta Hansson, die werd geboren in het Zuidzweedse Kristianstad. „Ik werk samen met veertig mannen en het bevalt me best. Wat voor werk? De hutten schoonmaken, schilderen en nog een heleboel klusjes. Ik loop ook ge woon de diensten mee; vannacht ben ik om vier uur begonnen tot zes uur, toen twee uur rust en weer verder tot twaalf uur." Wanneer Agneta Hansson een jurk in plaats van een spijkerbroek had gedragen, dan was ze een kantoormeisje geweest. We bedoelen, ondanks haar wat uitzonderlijke beroep is er niets bijzonders aan haar te zien. Net als duizenden andere meisjes besloot zij een klein jaar geleden om wat van de wereld te gaan zien. En een schip leek haar de aangewezen weg. Nog vier „Ik heb vjjf maanden op de zee vaartschool gezeten", vertelde Agneta Hansson in vlot Engel», Intussen flesjes bier uitdelend aan iedere binnenkomer. „Nou, toen ben ik gewoon gaan mon steren by de Zweedse Oriënt Lijn en -#■ Agneta Hansson, de nieuwe scheepsjongen van het Zweedse motorschip ThebelandEen leuk donkerblond meisje en gisteren vierde zij haar achttiende verjaardag. ik werd aangenomen, of de kapitein van de „Thebeland" bezwaar had weet ik eigenlijk niet, maar hy moest me wel nemen, want zo hadden zijn bazen het beslist." Een kleine zes weken is mejuffrouw Hansson nu dus aan het varen en zij heeft een reis langs de havens van de Middellandse Zee achter de rug. Gis teren nog even een dagje Rotterdam, dan Bremen en Hamburg om in Göte- borg weer aan wal te stappen. „Voorlopig ben ik nog het eerste Zweedse meisje, dat als matroos vaart", vervolgde mejuffrouw Hansson, een sigaret-met-filter tussen de vingers, „maar op het ogenblik zitten er nog vier meisjes op de zeevaartschool in Zweden. Ja. ik ben afgelopen weken een paar maal naar de kapper geweest, want ten slotte ga ik op mijn vrije avonden uit. Alleen? Neen, met de mannen van ons schip. Om precies te zijn: met één man." Onzin Ove Svensson <26) heet die uitver koren man aan boord van de witte, spiksplinternieuwe „Thebeland" en toen we zijn mening vroegen over de „scheepsjongen" draaide hij ons ijlings zijn geelgehemde rug toe. We hebben hem niet meer terug gezien. Een gebaarde jongeman, deze keer in een rood hemd, haalde op dezelfde vraag zyn schouders op en sprak: „Kan me niks schelen". De tweede stuurman (kakibroek en blauw wit gestreept truitje) had weer een ander commentaar: „Dat een vrouw aan boord van een schip ongeluk brengt is onzin". Inmiddels bleef de-hut een trefpunt van jonge mannen, die bier kwamen drinken om zich vervolgens weer snel uit de voeten te maken. En al die tijd zat mejuffrouw Hansson maar op dat bankje met de wollen sokken aan, „Van tijd tot tijd drink ik ook wel eens een glaasje bier, maar dat kost geld en zo gek veel verdien ik niet. Per maand 317 kronen (ongeveer 220 gulden), het gewone salaris van een scheepsjongen." die liggen er nog wel. Twee zijn er tijdens de kerstdagen opgegaan, maar de rest is er. En die schop en dat emmertje zand, dat wil ook wel blijven. Maar de rest? Ergens in een Fries dorp is een burgemeester die zegt, dat we zandzakken voor het huis moeten leggen; flink opstapelen. Het is geen gezicht, maar het geeft zo'n veilig gevoel, schijnt het. Slimme mensen hebben uitge rekend dat, wanneer de mensen naar het voorbeeld van die burgemeester zouden luisteren, er veel te weinig zand en zakken te krijgen zijn. Het kunnen ook papieren zakken zijn, binnen in huis, zei de burgemeester toen. Ja, in Amerika doen ze dat ook, schuilplaatsen maken en ze zijn er al druk over bezig geweest of je, als er gevaar dreigt, je buurman mag doodschieten, als hij ook in je kelder wil. Bijzonder fris allemaal, maar dat piepje zit nog in mijn auto en de bruinebonensoep is op. Gisteren kreeg ik van P. C. R. uit Rotterdam zomaar honderd gulden, in een brief, bij de portier afgegeven, en tien gulden van „de Barneveldse huisvrouw". Dat ge beurde toen overste Glenn door de ruimte ging. DIE BAS Het is soms wat moeilijk te vér- werken, nietwaar? Het is allemaal zo betrekkelijk, dat blik soep en de roem en de confetti die ze nu vast en zeker naar die Amerikaanse overste gaan gooien. „Glenn is binnen", hoor je nu Van onze Amsterdamse redactie AMSTERDAM. In de zaal van de Amsterdamse politierechter had de radio- en televisie-artiest en cabaretier R. de G. gistermorgen ongevraagd een „vol huis". De pu blieke tribune zat flink bezet en op de banken voor speciale belang stellenden zaten toevallig tientallen politiemannen in opleiding, die een dagje rechtspraak enkelvoudige ka mer op hun rooster hadden. Minder toevallig was het dat de po litie het onderwerp van de zitting uit maakte, want de verdachte moest te recht staan omdat hij twee agenten had beledigd en zich krachtdadig had verzet toen het tweetal hem in de kraag wilde nemen. Hoe was het allemaal gegaan? De politierechter liet het' heel nuchter de revue passeren. Vorig jaar december had de artiest aan de vooravond van een première zijn spanning in de glimlachende nevel van een stevig glas proberen te ontladen. Het zou nog goed zijn gegaan ware het niet, dat hij zich plotseling op zijn omzwervingen rond om het Leidseplein bijzonder had op gewonden toen twee politiemannen een bon op de ruit van een verkeerd geparkeerde auto bevestigden. Die au to behoorde aan een vriend van de ca baretier. De artiest maakte geen geheim van zijn gevoelens. Aanvankelijk trachtten de agenten zich nog aan zijn woor denstroom te onttrekken, maar zij wer den letterlijk achtervolgd door een se rie persoonsbepalingen, die beslist in strijd met de wet waren. Dus werd De G. aangehouden, maar pas na een wilde achtervolging, die een hoogtepunt kreeg op de trap van de artiesten sociëteit De Kring. De nian van de lichte kunst had zich toen reeds helemaal ingeleefd in een soort judokarol en de gevolgen daarvan waren niet mis. Van de ene agent werd het horloge verbrijzeld en de ander liep een gescheurd oor op. De artiest zelf werd met een gummi stok boven het oog geraakt en de wond was zo ernstig dat hij in het zie kenhuis moest worden verbonden. Daar speelde zich het tweede be drijf van het drama af. Tegelijk met de artiest werd er een geestesgestoor- de patiënt binnengebracht. In de ver warring van het nachtelijke uur wer den deze mannen verwisseld. Een dienstdoende arts merkte de vergis sing pas toen de cabaretier al in een koud bad was gestopt. Er werden ex cuses gemaakt, maar hij moest toch de rest van de nacht in de cel door brengen. De officier van justitie wilde het ge doe in het ziekenhuis wel degelijk in zijn eis verwerken .Hij vroeg 75 gul den boete. Daar kon de politierechter het mee eens zijn. LEIDEN. Als Johnny Kraaykamp hedenavond voor het eerst sinds zijn ziekte in Leiden weer op het to neel staat, dan zal hij zich nog niet zo vlot als vroeger kunnen bewegen. Zijn gebroken been zit nog in het gips. Kraaykamp heeft desondanks niet wil- len wachten met optreden. Sedert 1 ok-1 tober van het vorige jaar heeft hij geen publiek meer gezien en dat vond hij nu welletjes. AKEN (DPA). In het ziekenhuis van Simmerath in het district Mon- schau is gisteren een 31-jarige vrouw aan pokken overleden. Dit-is het eer ste sterfgeval door pokken in dit ge bied. Voor de acht andere patiënten die met pokken in hetzelfde ziekenhuis zijn opgenomen, bestaat geen onmid dellijk levensgevaar. al, want wij denken graag meteen aan de centjes en zien overste Glenn in de toekomst op een zacht bed liggen, baden in champagne nemen en maar salarissen opstrijken. Ik weet het niet, misschien is het zo. Ik heb gisteren een paar kilo terrier-cake voor Bas gekocht, maar onze IJzeren Voorraad is niet meer de moeite van het bekijken waard. Zo is de mens: wel voor de hond inslaan, voor de komende weken, maar die sla-olie en dat blik koekjes voor in de kelder Och, de kelder is ook zo vochtig, vindt u niet? Maar Bas groeit, glanst en is erg lief. En dat vind ik dan op dit moment heel belangrijk. (P.S. Neem me niet kwalijk als ik erg kortzichtig ben.) 124 Het kleine garnizoen was blijkbaar niet van plan enige risico te nemen aangaande degenen die zich op de weg bevonden. Toen hoorde hij de zilveren belle tjes aan het tuig van de leikameel van een karavaan. De stoet moest wel uit honderden dieren bestaan, want de schabrak van de leikameel stond altijd in rechtstreekse verhou ding tot de omvang en de rijkdom van de gehele karavaan. Aangezien hij zoveel belletjes had gehoord, was hij voorbereid op de lange trein statige, beladen dieren, die met hun uit haar gevlochten touwen kop aan staart gebonden waren en stil en majesteitelijk voorttrokken in de richting van Trebizonde. De onbeladen ezel, wiens taak het was, in een gai te vallen, als er een gat in de weg was, liep als gewoon lijk voor de karavaan uit. Krijgs knechten reden op muildieren naast de kamelen, of gingen te voet. Hier en daar was een lantaren zichtbaar, of werden toortsen voor belangrijke personen uitgedragen, maar gezien de maan bestond er weinig behoefte aan kunstmatige verlichting, Pierre dacht dat de hele karavaan voorbij was. Maar toen verscheen een afzonderlijke groep van wel licht twintig kamelen. Deze stille, zwijgende achterhoede van de trein voerde geen enkel licht mee. Hij ver liet de hoofdweg en sloeg het paad je in, dat, op enkele passen afstand vanwaar Pierre zat, naar de cara vanserai van Baltha Ogli leidde. Het was onwaarschijnlijk dat de oosterse kooplieden van Ogli iets zou den weten omtrent de generaal-comp- tabele uit Frankrijk. Maar Pierre achtte het desondanks verstandiger hen te vermijden. De aanwezigheid van een Frank, zo dicht bij de khan, zou de leden van de karavaan, die, naar uit het ontbreken van alle licht viel af te leiden, zo min mogelijk wensten op te vallen, ongetwijfeld verdacht voorkomen. Zogauw hij hen de hoofdweg zag verlaten, had hij zich aan de rand van het woud in de struiken verbor gen. Zij passeerden hem op geen drie meter afstand. Hij was blij dat ze geen lichten droegen. Twee man nen te paard leidden de kleine kara vaan, een tiental anderen, eveneens bereden en gewapend, volgden. De twee bereden leiders waren Turkse gidsen, zoals verwacht mocht worden. De krijgsknechten waren, verwonderlijk genoeg, Griekse solda ten en van hun gesprekken verstond Pierre natuurlijk geen woord. Maar zijn oren tuitten van de verbazing wekkende conversatie der Turkse gidsen. „Ogli Pasha behoorde ons te be vorderen", zei de een. „We hebben onderweg geen man verloren en geen asper aan belastingen betaald." „En we zullen ook verder geen as- per betalen. Wat zouden de belas tinggaarders van Trebizonde van avond graag hier willen zijn. Maar ik vind wel dat de prins ons hier in zijn smerige khan een paar behoor lijke bedden mocht kopen van al dat geld wat we voor hem verdienen." De corruptie is uitstekend georga niseerd, dacht Pierre. Het was hem volkomen duidelijk dat Ogli, die ju welen en opium in Frankrijk had binnengesmokkeld, tevens een khan had gebouwd op het land dat hij ge stolen had door een man te doen martelen, teneinde zijn belastingvrije koopwaar op te slaan, tot hij hem weer op de een of andere manier uit het keizerrijk kon smokkelen. Pierre was niet verbaasd dat Ogli iets dergelijks deed, maar het ver wonderde hem dat hij het durfde. Alleen een enorm machtig heer. met vrienden in de omringende heidense landen en een geweldige invloed in het keizerrijk, kon een dergelijk pro ject ontwerpen en uitvoeren. Pierre vroeg zich af wie het meest verloor door Oglis gewaagde verduisterin gen: Karei van Frankrijk of de machtige Comneni van Trebizonde. Gezien de grootte van de khan wa ren het ongetwijfeld de machtige Comneni. Hij liep langzaam terug naar het kasteel en keek omhoog naar de val brug. Van de karavaan vreesde hij thans geen gevaar meer. Maar hij kon nergens anders heen en was derhalve bereid om terug te keren naar het kasteel. Het feit dat zijn gevangenbewaarders hem buiten ge sloten hadden, deed hem glimlachen. Hij wist dat hij niet behoefde te roe pen, want hij was er zeker van dat ze hem in het licht van de volle maan aan de kant van de gracht zagen staan. Misschien zouden de be vreesde wachters hem binnenlaten, zodra ze er van overtuigd waren, dat de karavaan zich veilig in de khan bevond. Toen hoorde hij paar den op de weg. heel in de verte nog, maar in volle ren. De wachten hoor den ze klaarblijkelijk ook. De brug begon langzaam te zakken, maar bleef in een overmaat van voorzich tigheid te halverwege hangen. Enkele minuten later galoppeerde een groepje mannen, wier wapenrus ting schitterde in het maanlicht, op afgereden paarden voorbij de khan en tot voor de poort van het kasteel. Theodoras hield zijn met schuim be dekte ros in en sprong op de grond. Pierre stond op. Zonder enig geluid daalde de brug tot hij op zijn plaats lag. ..Wal doet gij hier?" vroeg Theodo ras argwanend. Pierre antwoordde onbeschaamd: ..Ik had zin om te gaan zwemmen." „Aan het snuffelen geweest bij de khan?" „Ik heb inderdaad opgemerkt dat ge bezoek hebt. De khan zit vol Grieken, heer Theodoras. Grieken en kamelen." „Hoe weet ge dat het Grieken zijn?" „Ik heb ze horen praten. Ik vroeg me af hoe ik het kasteel bin nen kon komen. Mijn bewakers zijn hun gevangene blijkbaar vergeten." „Uw bewakers vertrouwen op uw woord. Peter. Ik ben blij dat ge zo verstandig zijt geweest om de kara vaan te vermijden, zowel om uwent wille als die van de familie. We be moeien ons nooit met de handelsaan gelegenheden van onze landheer. Het is Oglis khan. Peter. Ik heb in de stad gehoord dat hij u zoekt." „Dat verbaast mij niets." „En de politie zoekt u ook. Ik ver onderstel althans dat gij degene zijt die ze zoeken. Er kunnen onmoge lijk veel grote, blonde, Turksspre- kende Franken zijn, die Peter heten. (Wordt vervolgd.) DE TINTELS DE. TUIN FLEURTAL EEN BEETJE OP, PAUL- WAT DENK GE VAM EEN LEUK TUINFEESTJE? ERGENS IN DE ZOMER BlJ- VOORBEELD, ALST LEKKER WARM IS.' DAN MAAK. IK. BROODJES KLAAR EN AL-, LEMAAL LEKKERE DINGEN!, IK HEB ER ECHT ZIN IN, SCHAT, WE ZOUDEN IN DE UIT VERKOOP WAT BLIKJES v vjwai Duiwo r unc. ZALM EN ZO KUNNEN KO- zoB PEN EN EEN KISTJE BIER - nou, het kan toch nietgeudk met het concours Hippique?! N—y ^iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiliiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiuiiiiHiiiiiiiuiiiniittiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiitiiKiKiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiKiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiii^ 16. Zuchtend en borrelend strekte de maat zijn handen uit naar de oever om zich op te trekken aan het dichte struik gewas dat daar groeide. Plotseling ech ter werd hem uit het struweel een ste vige tak toegestoken, maar toen de stuurman dankbaar wilde toegrijpen, werd hij ferm op de vingers getikt. Met een kreet liet hij los en gleed te rug, het water in. Op dat ogenblik we ken de bladeren uiteen en daar stond generaal Hak-Hau. „Terug, jij, barbaar!" baste de offi cier. „Wou jij deserteren, hè? De Legen darische Ti-Pische boot aan zijn lot over laten? Maar goed dat ik hier toevallig juist in de buurt was op inspectiereis! Denk er om, ik hou jullie in de gaten..!" „Ik-ik g-ga al..." kreunde de maat ont daan. „Z-zeg alstublieft n-niets tegen de r-rerp-schechter, eh, de s-scherprechter! Ik z-zal het nooit weer doen!" „Mooi zo!" grinnikte Hak-Hau, terwij] hij de maat moeilijk zag terugwaden. ..Dat was juist op tijd! Slechts met die dikkerd in de buurt loopt de Ti-Pische boot genoeg gevaar. Ik kan de hulp van die brokkenmaker niet missen!" MIDDELBURG. Bij Rijkswater staat werden gistermorgen enige aan- stedingen gehouden. De laagste in schrijver bij het verbreden van de mond van de tramweghaven te Zijpe, het maken van een houten loopsteiger en het uitvoeren van bijkomende wer ken in Bruinisse was de Combina tie Water werken", Sliedrecht met 263.800. De hoogste was de Fa. P. Bons, Sliedrecht met 409.820. Voorts werd aanbesteed het onderhouden van rijksweg 58, een gedeelte van Br#s- kens-Sluis met de op en nabij de Veer haven in Breskens aanwezige verhar dingen, de rijksweg door Breskens, rijksweg 58c Draaibrug-Aardenburg- grens en het Nederlandse gedeelte van het Kanaal Sluis-Brugge gedurende 1962. De laagste inschrijvers waren H. H. Verwey, A. A, en P. W. A. Harerens, Oostburg met 78.000 en de hoogste was J. de Oude's Aannemingsbedrijf N.V.. Biervliet met 112.500.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1962 | | pagina 2