HET ZWAARD Zeven minuten klamme spanning Storm kraakt rijnaak op Nieuwe Merwede Offlïï wmmtm ®jpr KIs (P x I KAPPIE EN DE TI-PISCHE BOOT 1 DE NATUUR SCHIP ZONK SECONDEN NA REDDING VAN OPVARENDEN Geen reden voor ongerustheid tijdens Ilsy Dinsdag 13 februari 1962 ZEEUWSCH DAGBLAD Pag. 2 „WE GAAN ER AAN" ROEIBOOT LOS WARMTE EN HULP m lIllllflllllllllilllRIIIIlfllI wmÊÊÊM BESTUUR K.N.V.v.L. OPLOSSING VAN HET SPEL DER ZEVEN VERGISSINGEN Haagse raad vraagt gegevens over Ilsy ai i OERM /tsoongej Johnny Hart IIIIIIIIIIIIIDIIIIIIIIIIIIIlllllllll' V MEJUFFROUW SaOMDER-VAN/ik DIT IR. "Dt MEER TiOtOOS- wat een aangename. - u weer. eens hier te ZIEN h in en om uw huis Overlast van water in Staatsmijn Beatrix Driemaal O.K.K. in Wemeldinge 116 Als haar broeder en zijn mannen af wezig wéren, wat herhaaldelijk het geval was, hielden, in afwachting van hun terugkomst, haar scherpe, jonge ogen van de muren uitkijk over het omringende land, waar zij ieder paadje sinds haar vroegste kindsheid kende. Ze kon rijden als een man. Theodorus vermoedde, dat ze ook als een man zou kunnen vechten als het noodzakelijk was, want ze bezat het felle, koppige ka rakter dat als een familietrek kon gelden. Ze was slank, zoals haar broeder en zoals hun vader was geweest voor zijn blindheid. Heur haar was iep- zwart en het bezat, als ze het liet groeien, een weelderige lengte. Ge woonlijk knipte ze het af ter hoogte van haar schouders, omdat haar dit een vrij gevoel gaf. Vaak droeg ze in het geheel geen hoofddeksel, voor al tijdens de lange perioden dat nie mand het kasteel bezocht, ofschoon alle beschaafde christen vrouwen iets over het hoofd plachten te dragen. Stephanies gewoonte blootshoofds te lopen, was een ergernis voor haar broeder, die haar voortdurend ver maande heur haren te bedekken. Maar iedere keer dat hij dit deed, schoten haar ogen vonken en begon ze te razen als een man, zeggende: „Wie maalt daar om, jou nachtelijke ruiter, jou snoodaard, jou halfadellij- ke roofridder van een broeder? Wie ziet mij hier ooit?" Dan klopte hij haar op de schou der en zei: „Stil maar, lieve Stepha nie. Wacht maar tot ik rijk ben en jij getrouwd met een grote heer in Trebizonde. Dan zul je het een eer achten mij uit te nodigen voor het avondmaal." Hoe een dergelijk huwelijk voor Stephan tot stand moest worden ge bracht, vormde vaak het onderwerp van de overpeinzingen van haar gra felijke vader. Want de Partische aristocraten, afstammelingen van de oude Hellenen die het keizerrijk al bewoonden eer de eerste Comnenus er zijn tienduizend Byzantijnen daar de macht aan zich trokken, trouw den slechts zelden met de rijke adel van de stad. Zij namen op de maat schappelijke ladder een positie in, die het midden hield tussen die der kooplieden en die var. de hoge stads adel. Slechts zelden had het ver schil tussen de oude en de nieuwe heersers van een land zich zo scherp afgetekend, of was het zo lang blij ven bestaan. Haar Turks was haast onverstaan baar, maar Pierre dacht dat ze zei: „Drink dit, Peter Effendi. Het zal de pijn in uw gewonde hand verzach- I fesfc A ten en u doen slapen." Pierre knikte, bedankte haar, nam een teugje en brandde zijn tong. „Het is te heet," zei hij. Ze proefde zelf, hetgeen Pierre vol ledig geruststelde, hoewel hij niet bepaald wantrouwen koesterde tegen de drank. „Het spijt me, heer. Het moet warm zijn, maar het was niet mijn bedoeling dat ge u zoudt branden." Ze zette de kom neer. „Het zal wel gauw afkoelen," zei ze. Ze had on middellijk geconstateerd dat de Frank in wakende toestand nog knapper was dan in zijn slaap, met zijn ogen die op donkerblauwe saf fieren leken. Pierre vroeg zich van zijn kant verwonderd af hoe een broeder met een zo hard gezicht bij mogelijkheid een zuster kon bezitten met een zo liefelijk uiterlijk. „Toen heer Theodorus mij mee deelde dat zijn zuster een aftreksel van krulden voor mij brouwde," be gon hij opgeruimd, „zag ik voor mijn geestesoog een oude bergheks met een ketel te vuur, waarin ze met een bezem roerde. Ik draag u blijmoedig de geringe pijnen in mijn hand op als een vrijwillige boetedoening voor een zo verkeerde gedachte." Stephanie bloosde, ofschoon Pierre alleen maar beleefd trachtte te zijn en onderdrukte de opmerking die haar uit haar eenzaamheid naar de lippen steeg: „O, hoe wenste ik dat andere mannen af en toe op die toon tegen mij spraken!" Hardop zei ze: „Doet uw hand erg pijn?" „Gfeen enkele wond is aange naam," zei Pierre nuchter, „en een kneuzing doet meer pijn dan een snede. Ik probeer me echter niet moediger voor te doen dan ik ben, als ik zeg dat het veel minder pijn doet dan ik vreesde. Ik heb een he kel aan pijn en dat geef ik eerlijk toe." „Alleen een trots man uit Europa zou zich schamen om te bekennen, dat hjj pijn lijdt, Peter Effendi. Wij Grieken en alle oosterse naties om ons heen, weten dat pijn iets af schuwelijks is. Daarom hebben we zoveel geneesmiddelen die pijnstil lend werken en kennen wij zoveel manieren om pijn te veroorzaken, als slechte mensen gestraft moeten worden." Ze nam opnieuw een teug je van de drank. „Ik vrees dat ik de gene zal zijn die vannacht goed slaap, als ik van uw drank blijf proeven," zei ze glimlachend. „Hij is nog steeds te warm." Pierre zag geen damp. „Vindt u het prettig hier in Trebizonde?" „Het is een zeer bijzonder land," antwoordde Pierre naar waarheid. „Ik heb er echter maar zeer weinig van gezien. Het grootste deel van de tijd." zei hij lachend, „ben ik buiten kennis of verschrikkelijk hongerig geweest." „Hebt ge nu honger?" „Zeer zeker." „Ik zal iets te eten voor u ha len." „Dat kunt ge misschien beter niet doen. Uw broeder, of iemand anders, heeft een theorie dat een honger- kuur een schitterend geneesmiddel tegen koorts vormt. Maar," zei hij hoopvol, „ik geloof niet dat ik koorts heb." Ze betastte zijn hoofd. Pierres voorhoofd was koel. Het kwam Pier re voor, dat haar hand warm was. Hij was er van overtuigd, dat hij geen koorts had. „Ik geloof het ook niet." zei ze. „Drink de drank niet, eer ik terug ben. Hij werkt zeer snel." Even later kwam ze terug met een grote kom soep, die het Kleine vertrek vulde met de geur van mus kus en schapevlees. Pierre begon onhandig te eten met zijn linkerhand. (Wordt vervolgd.) Rauwelijks bekomen van de doodsangst, kunnen ze voorzichtig weer glimlachen, v.l.n.r. kapitein Willemstein, plaatsvervanger C. van Eijmeren, mevrouw De Kam, stuurman De Kam, José De Kam, Margaretha Willemstein en mevrouw Willemstein. TJFTERKENDAM Zeven lange minuten stonden de kapi teins Th. A. Admiraal en B. W. Heystek bij hun veerboot in Werkendam te kijken naar de strijd van de rijnaak Vulcaan 6 tegen de metershoge golven en de dolgeworden storm op de Nieuwe Merwede. „Hij haalt het niet", brulde kapitein Admiraal tegen de storm in. Enkele second enlater was de veerboot los van de stei ger en zwoegde hij door de gol ven naar het schip in nood. Nog voor de veerboot de vierhonderd meter tussen wal en rijnaak had afge legd, zagen de mannen hoe een mach tige golf de boot kraakte en midden door brak. Binnen de minuut stak nog slechts de boeg van de aak boven het tot dofgrijs schuim geslagen water. Een kleine dansende roeiboot werd toen het doel van de veerboot en zijn beman ning. Kapitein L. Willemstein was gister morgen met de Vulcaan 6 uit Rotter dam vertrokken om een lading erts naar Duitsland te brengen. Aan boord bevonden zich zeven personen, onder wie twee vrouwen en twee kinderen. Enkele minuten voor half twee, tus sen Werkendam en Hardinxveld, zag de kapitein, dat het mis ging. Een woedende golf had de luiken van zijn aak weggeslagen en tonnen water drongen de ruimen binnen. „We gaan er aan. Gauw de roeiboot", schreeuwde hij. Het alarm had geen moment later moeten komen. „Mijn plaatsvervanger, hulpsman C. van Eijmeren was de kalmste van ons allen", vertelde de kapitcn. toen hij in Werkendam wat op verhaal was ge komen. ,,Ik zelf was erg bang voor mijn vrouw en mijn kind; zo ging het ook met stuurman De Kam". De veertienjarige Margaretha Wil lemstein spong als eerste in de roei boot en ving de veertien maanden oude José. dochtertje van de stuurman op. Het roeibootje leek geen partij voor de woedende watermassa's, die door de storm over de Biesbosch werden aan gevoerd Er was echter geen keuze. De vrouwen sprongen in het bootje en trokken hun mannen bijna mee. De roeiboot moest los van de aak, want die kon ieder ogenblik naar de diepte gaan. „Spring nou", schreeuwde de hulps man tegen de kapitein, „Jij moet bij je vrouw zijn" De kapitein kwam on gelukkig terecht en verwondde zijn enkel. Als laatste waagde hulpsman Van Eijmeren de sprong. De roeiboot was nog niet los of de aak gaf de strijd tegen water en wind op. Hij brak door en verdween. „De roeiboot houdt het ook niet", kreunden de vrouwen. Niemand durfde zich te bewegen, maar dit scheen in het woeste water nauwelijks een bij drage tot meer veiligheid. Dé spanning duurde niet lang. De veerboot had snel de roeiboot bereikt. Na enkele minuten van klamme span ning waren de schipbreukelingen aan boord van de veerboot. In Werkendam wachtten warmte en hulp. De sociale dienst was onmiddel lijk paraat. Een uurtje later hadden alle schipbreukelingen nieuwe kleren ■k De redders, kapitein Admiraal (links) en kapitein Heystek. DE TINTELS door Jack Dunkley Hl t=T— FLITS GORDON IH !n het heelal door Dan Barry en schoenen aan. De kleine José zat in een nieuw blauw jurkje op de schoot van haar nog bevende moeder. Ze kreeg een reep chocolade. Stralend gaf ze hem aan haar vader, die het papiertje er af haalde. Voor het kleine meisje werd het een feestdag. DEN HAAG. Het hoofdbestuur van de Koninklijke Nederlandse Ver eniging voor Luchtvaart heeft aan de gemeenteraden van 's-Gravenhage, Delft, Rijswijk, Voorburg, Leidschen- dam en Pijnacker een adres gestuurd over doel en aard van de Ilsy. Het hoofdbestuur reageert daarmee op een adres van de Nootdorpse raad aan deze gemeenteraden, waarin de nodige bezwaren tegen het houden van een luchtvaartshow op Ypenburg, vastgesteld op Tweede Pinksterdag, naar voren wa ren gebracht. Geen sensatie De K.N.V.v.L. vindt het van weinig achting voor de smaak van een groot deel der bevolking getuigen, wanneer men suggereert zoals in Nootdorp is gebeurd dat deze belangstelling bij de meesten een ongezonde inslag zou heb ben en zou voortspruiten uit zucht naar sensatie. De talloze reacties geven volgens haar juist blijk van het tegendeel: „De overgrote meerderheid van het publiek heeft grote belangstelling voor de ont wikkeling van het vliegwezen en weet een goed vliegprogramma naar waarde te schatten." Met nadruk wordt gesteld, dat de K.N.V.v.L. wars is van sensatie in het programma van het vliegfeest, „dat vol komen normale en alleszins verantwoorde demonstraties te zien zal geven." Ypen burg is daarvoor als het ware aangewezen door zijn centrale ligging en zijn gemak kelijke bereikbaarheid. Voor ongerust heid over de veiligheid van de toeschou wers en de bewoners der omliggende gemeenten is volgens de vereniging geen grond. 1. Moeder van het meisje heeft meer haar; 2. Linkerachterpoot van hond on zichtbaar; 3. Kraag van de vrouw links is geheel zichtbaar; 4. Paraplu van de lange dunne man is anders; 5. Dezelfde man; haak van de pa raplu onder de hand zicht baar; 6. Het stuk paraplu van de ver dwijnende man links is groter; 7. De vlecht van het meisje is verdwenen. Van onze Haagse redactie DEN HAAG Ook Den Haag is be trokken bij het vliegfeest Ilsy op het vliegveld Ypenburg. Door de geluidshin der die de Hagenaars ervan zullen heb ben, door de verkeersstroom voor en na het festijn en door het gevaar van de overvliegende toestellen. Alle fracties in de Haagse gemeente raad brachten deze bezwaren naar voren toen de brieven ter sprake kwamen die de gemeentebesturen van Nootdorp en Delft aan de raad hadden gericht. In deze brieven werd gevraagd zich achter het verzoek van die gemeenten aan de minister van defensie te stellen om het vliegfeest op Ypenburg te verbieden. Uit de raad kwam het verzoek om meer gegevens over de nadelen van de Ilsy voor Den Haag. Op grond van dié gegevens zou men zich nader kunnen beraden. De burgemeester zegde toe de ze gegevens op zo kort mogelijke ter mijn te zullen verstrekken. Hij betwijfelde echter, of er nog tijd genoeg zou zijn. Het vliegfeest wordt Tweede pinksterdag gehouden. 8ASJEl GA Old EVEN NAAR DE KRUIDENIER VOOR MAMMAidg MOET EEN HALF PONP BOTER HALEN, EN EEN PAK RldST EN een ons ham en als je centjes overhoudt ma& je een 1 t kopen? CWAAR BLIJFT DIE AAP NOU? r ALS IK STRAKS ONGERUST O DAAR is ZIJNE MAdE-f STElT EINDEUdK-EN atag |kmisschien we- Itd. WIST NIET MEER -BÊHALVe. DE LOLLIE' misschTÉNHEB-^ BEN WIJ HEM N1ET< GOED OPGEVOED, 1 IK WEET JT NIET J -MAAR ER MOET WEL) IETS GEBEURD ZIJN TOEN.HId NOG KLEIN I/Tl 5 HET IS 1 KOUD. j door =TT~ -IJ Ne* Y*tk Herald tribune Inc. Yreit Meik trf. d>/S. fat. Of». J Ilil -f -T KOM TCRUG MET die beexu! •rb\'AX- ■iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiniii H De m opzienbarende Ui experimenten iüi van m student Tijloos in III» V/ERRASSIMC U W/EER WELKOfA-,JONGEMANALS "RECTOR' HU ZOU ZICH ORAAO LATENjLJL INSCHRIJVEN OP ONZE NAAR UW |iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii!iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiNiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiifiiiiiiiitiiniiniig Valentijndag; de dag dat iedereen bloemen kan schenken en denk er om eens bloemen of een mooie plant voor uw vrouw mee te nemen, Dat kan ook de directeur doen voor zijn typiste; het is de dag van de vriendschap en er be hoeft dus niets achter gezocht te wor den. Nu kan men dat gemakkelijk doen; er zijn nu vele soorten bloemen en bloei ende planten. Van onze Haagse redactie DEN HAAG Bij het afdiepen van de beide schachten van de staatsmijn Beatrix hebben de daarmee bezig zijnde arbeiders veel overlast van waitier gehad. Met ce- ment-injecties is het euvel bestreden, zo deelt minister De Pous mee in zijn memo rie van antwoord aan de Eerste Kamer o;p de begrotingen van het Staatsgasbedrijf en de Staatsmijnen. Deze moeilijkheden hebben ertoe geleid, dat met de horizontale exploratie nog niet kon worden begonnen. Nadere gegevens over de hoeveelheid kolen in dit gebied zijn daardoor nog maar in geringe mate verkregen. 8. Het is begrijpelijk, dat Kappie en de maat verbaasd waren door het uit strooien van de kippeveren. „Dat is ja raar spul..!" zei Kappie. „Wat heeft dit gedoe te maken mei het binnenbrengen van die boot?!" „Alles," antwoordde Ti-Pisch de Slim me. „De legendarische boot mag geen schokken krijgen, want de spreuk luidt immers: „Ho'pi Boti Valni Stani Lani Dragk Ti-Pisch in de troon!" „Dat ik hier te maken heb met een typische troon, heb ik ja gemerkt," vond Kappie. „Maar wat is dat voor een schuit die geen schokje mag krijgen! En vaart hij soms op kippeveren?!" De vorst plooide zijn lippen tot een minachtende uitdrukking. „Men kan wel merken, dat gij echte barbaren zijt meende hij. „Als de boot wankelt, dan wankelt de troon. En als hij breekt, dan. „Dan zakt u zeker door die troon!" veronderstelde Kappie. „Maar ik snap de rederij niet, die zo'n rare, breek bare boot aflevert! Dat had u niet moe ten accepteren! Zo'n boot kan een bult zorgen geven en Een kreet van de maat onderbrak hem. „Dèér Daar is hij M-maar wat een enge b-boot is dat!" Dit was niet erg helder uitgedrukt; de afmetingen van de boot vielen wel mee. Maar raar was hij zeker.. WEMELDINGE Drie avonden, steeds voor een volle zaal, werd door de Wemeldingse fanfarevereniging O.K.K., onder leiding van haar dirigent de heer D. Manneke, in het Ned. Herv. Jeugdgebouw een uitvoering gegeven. De voorzitter der vereniging de heer J. Burger sprak woorden van welkom. De drumband van O.K.K. begon met enige fikse nummers, onder de bekwa me leiding van hun tamboer-maitre de heer M. J. Hoogesteger. Hierna bracht O.K.K. een 6-tal mu zieknummers ten gehore. De dirigent gaf voor elk te spelen nummer een korte uiteenzetting betref fende de inhoud van het stuk. Na de pauze, waarin de gebruikelijke verloting werd gehouden, trad voor het voetlicht de toneelvereniging „Heer Hen- dHk" up 's-Heer ^"ndrik°kinderen die met de klucht „Vader Diekema" de aanwezigen van het begin tot het einde wist te boeien. Door de voorzitter van „Heer Hen drik" werd aan O.K.K. nog een muziek stuk aangeboden voor het reeds door O.K.K. gevierde 75-jarig bestaan.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1962 | | pagina 2