KRACHTPROEF VOOR ALLE SPELERS IN HET DRAMA over Speculaties verkiezingen HET ZWAARD DE VLAG KAN VOOR U UIT Algerijnse kwestie in beslissend stadium Duur overgangsperiode belangrijk knelpunt KAPPIE EN DE ZEEMEERMIN I Zaterdag 3 februari 1962 ZEEUWSCH DAGBLAD Pag. 2 Voor niets 2 3 5 Sfafus Nief te ver De moeilijkste Politie FRANSE PERS BEZINT ZICH C.B.T.B. Noord- Beveland bijeen J. I. van Gilst 25 jaar bij de PTT Van onze correspondent autoriteit van de toekomstige Alge rijnse regering over de Sahara erken de hebben de onderhandelingen hier over zich slechts bewogen op het eco nomische vlak. Hoewel de Algerijnen aanvankelijk de Franse bezittingen beschouwden als illegaal verkregen, zijn zij thans bereid om Algerije over te nemen zoals het op het ogenblik is. Op grond daarvan is een akkoord bereikt dat bepaalt, dat de rijkdom men van de Sahara op een basis van fifty fifty" zullen worden geëxploi- Republiek is de maand februari ingegaan in ae wetenscnap, dat die beslissend zal zijn voor haar voort- haar zetel in het buitenland, mogelijk bestaan. Deze maand zal moeten blijken of de Algerijnse hniGtenève die zich hiermee za' politiek van president de Gaulle de juiste is geweest en of zij strook- 6 aS e" te met de wensen van de Fransen. Hef leger Deze maand zal moeten tonen hoe groot de kracht is van de O.A.S. en hoe ver die reikt. Deze maand zal het parlement zich moeten uitspreken over de vraag of het, tegen de achtergrond van deze Algerijnse politiek, met De Gaulle en diens regering wil meegaan of niet. In deze maand kortom zal het Algerijnse drama zijn ontknoping vinden. Anders zal het eindeloos worden voortgezet. Op het ogenblik, dat wij dit schrij ven, bereidt de Gaulle de redevoe ring voor. die hij maandag voor het Franse volk zal houden en is de voor lopige Algerijnse nationalistische re gering (G.P.R.A.) bijeen om de laat ste hand te leggen aan het ontwerp verdrag dat zij tijdens de geheime onderhandelingen met Frankrijk reeds in grote lijnen heeft geaccep teerd. Noch van de Gaulle, noch van de _Algerijnse bijeenkomst mag men opzienbarende onthullingen verwach ten. Niet van de Gaulle omdat de pro clamatie van een akkoord tegelijk in Tunis en Parijs zal geschieden. Even min van Algerijnse zijde, omdat de G.P.R.A. dit akkoord eerst ter ratifi catie zal moeten voorleggen aan de Opperste raad van de Algerijnse be vrijdingsrevolutie, die pas over enke le weken bijeenkomt. De duur van de aanwezigheid van het Franse leger in Algerije is bijna onverbrekelijk verbonden met de overgangsperiode. Daar Frankrijk die zo lang mogelijk wil maken, heeft het een tijdsbestek van vijf jaar voorge steld, waarin de evacuatie van het Franse leger zich zal moeten voltrek ken. De Algerijnen van hun kant heb ben achttien maanden gevraagd. Hoewel Frankrijk had gevraagd om Mers el Khebir, een van de modern ste oorlogshavens van de wereld, te mogen behouden, menen de Algerij nen dat hun soevereiniteit onverenig baar was met de aanwezigheid van een geduchte vreemde oorlogshaven op hun grondgebied. De Fransen hebben dit erkend en de onderhande lingen sloegen daarna de weg in van een „huurcontract". Het schijnt dat men het eens is geworden over een tijd van dertig jaar. Tevens heeft Frankrijk gevraagd een aantal militaire vliegvelden en vooral de lanceerplaatsen voor raket ten in Regghane te mogen blijven gebruiken. De Algerijnen hebben daar in toegestemd, maar een duidelijk on derscheid gemaakt tussen burgerlijk en militair gebruik ervan. De Alge rijnen zouden erin hebben toegestemd dat Frankrijk een lanceerbaan voor raketten tot eind 1964 mag behouden van het voortzetten der kernproeven in de Sahara Zelfs is de mogelijkheid niet uitge sloten dat alle onderhandelingen voor niets blijken te zijn geweest, omdat er in de Opperste raad een meerderheid van zestig procent ten gunste van het ontwerpverdrag wordt vereist, voordat het kan worden geratificeerd. Dit ontwerpverdrag (dat de basis zal worden voor de komende openba re onderhandelingen, die daarna slechts een futiliteit zullen zijn) zal gaan over vijf punten die, nu de kwes tie van een associatie met Frankrijk in het referendum over de zelfbe schikking is opgenomen, de vijf hoofdstukken vormden van de onder handelingen. Deze zijn: 1 de status van en de garanties aan de Europeanen; de overgangsperiode; de Sahara; het Franse leger; militaire bases. 4 Wat zijn of waren de posities van beide partijen op deze vijf punten, en, voor zover zij tot een overeenkomst hebben geleid, wat zijn de oplossin gen die in het verdrag worden voor gesteld? Voorop zij gesteld dat de Fransen en Algerijnen over alle punten een principieel akkoord hebben bereikt, maar dat er volgens de laatste be richten nog onenigheid bestaat over enkele praktische toepassingen. Beide partijen waren het erover eens. dat geen enkele inwoner van het onafhankelijke Algerije verplicht kon worden de nationaliteit te accep teren, die hem van boven af zou wor den opgelegd. De Fransen menen echter dat alle inwoners de Franse nationaliteit zouden behouden tot aan de dag waarop de onafhankelijkheid zou worden uitgeroepen, waarna zij allen automatisch de Algerijnse natio naliteit zouden krijgen. Tijdens een „proeftijd" over de duur waarvan nog moet worden onderhandeld zouden zij kunnen nagaan of zij de Algerijnse dan wel de Franse natio naliteit zouden wensen. De Algerijnen willen van hun kant alleen aan de arabieren de Algerijn se nationaliteit verlenen en de met- arabieren verplichten deze nationali teit aan te vragen. Dat geeft hun de mogelijkheid om diegenen te weige ren die hun ongewenst voorkomen. De joden zouden ondanks felle tegenstand van de Algerijnen, die hun de status van „Algerijnen van afkomst" wilden geven, worden beschouwd als Euro peanen. De twee partijen waren het erover eens. dat de leden van de Europese minderheid garanties zouden moeten ontvangen die hen in staat stellen als volwaardige burgers hun taak en werk voort te zetten om verder te kunnen leven. De Algerijnen wilden hiermee ech ter niet te ver gaan, omdat zij vrees den dat de Europese minderheid „neo-kolonialistische cellen" zou kun nen vormen, die vóór alles hun be voorrechte positie zouden willen ver dedigen. Daarom wensten de Algerij nen wel garanties te geven aan per sonen, maar niet aan een gemeen schap. Natuurlijk zouden de garanties van het klassieke type de Europeanen kunnen beveiligen tegen alle discri minerende maatregelen van de toe komstige Algerijnse regering, maar gezien de huidige economische en so ciale structuur van de beide bevol kingsgroepen en de toekomstige ver anderingen in deze structuur zouden zij zeer moeilijk in toepassing te brengen zijn. Daarom heeft Frankrijk tijdens de onderhandelingen gevraagd om een evenwichtige vertegenwoordiging van Algerijnen en Europeanen in de ver schillende vertegenwoordigende li chamen. hetgeen nog altijd de beste garantie vormt tegen discriminatie van welke ziide ook. Zo zou ook zijn besloten dat de Europeanen de plaats en de functie, die zij op het ogenblik in het openbare leven innemen blij ven behouden zo lang de Algerijnse staat nog niet beschikt over voldoen de «aaer. kelijke Algerijnse regering door middel van verkiezingen; o de periode waarin de Franse zaken iin Algerije moeten worden afgewik keld. Daarom verlangden de Fransen een relatief lange overgangsperiode en de Algerijnen een zo kort mogelij ke. Voor het openbaar gezag tijdens deze overgangsperioden schijnt men thans een compromis te hebben ge vonden. Er zal een voorlopige uit voerende macht komen, bestaande uit twaalf man; vier Fransen, vier ver tegenwoordigers van de G.P.R.A. en vier vertegenwoordigers van „ande re stromingen", wier belangrijkste taak zal zijn het referendum voor la bereiden en te doen uitvoeren. Aan het hoofd zou een arabische president komen te staan, die niet het stempel draagt van de G.P.R.A., maar die bekend moet staan als voor stander van de Algerijnse onafhanke lijkheid; hij zou worden bijgestaan door een Franse Hoge commissaris. Veel moeilijker dan dit alles bleek het bepalen van de macht te zijn die aan de uitvoerende raad moet worden toegekend, de verdeling der verantwoordelijkheid ten aanzien van de minder belangrijke lichamen, zo als de hergroepering van de Franse troepen en van het Franse bevrij dingsleger, de politionele taak en zo verder. De politiemacht zou Frankrijk graag in handen leggen van de ara bische leider van de Franse territo riale politietroepen. De G.P.R.A. van haar kant wenst dat het leger deze taak zal uitoefenen omdat zij bang is dat de arabische politie; die zeven jaar lang haar landgenoten heeft bestreden en die met zoveel banden aan Frankrijk is gebonden, het referendum zouden" kunnen' verval sen. Om de Algerijnen deze angst te ontnemen zou Frankrijk bereid zijn om allengs leden van het Algerijnse bevrijdingsleger in de politiemacht op te nemen. Sedert de Gaulle in zijn persconfe rentie van 5 september in feite de PARIJS. De vooruitzichten op spoedige vrede in Algerije hebben de Franse kranten aanleiding gege ven zich te gaan bezinnen op de binnenlandse problemen in Frank rijk, vooral op de plannen van de Gaulle. De Parijse avondpers van gisteren wijdt in zijn geheel toevallig of op zettelijk? grote aandacht aan de te verwachten ontbinding van de Franse volksvertegenwoordiging, aan nieuwe verkiezingen en aan een mogelijke wijziging van de Grondwet. France Soir meent zelfs te weten, dat indien in de loop van februari een wapenstilstand tol stand komt, de verkiezingen reeds in het voorjaar ge houden zullen worden. Bij deze ver kiezingen zullen de mandaten van de Algerijnse afgevaardigden niet in het geding komen, daar zij na de onaf hankelijkheid van Algerije automa tisch komen te vervallen. Wat de wijziging van de Grondwet betreft, deze heeft betrekking op een' hervorming van de samenstelling en op de bevoegdheden van de senaat De. Gaaille schijnt te denken aan een „zaken-kamer", in analogie met een zakenkabinet. Voorts zou de verkie zing van de president van de repu bliek voortaan geschieden op dezelfde manier als in Amerika. Daar vele politieke partijen zich te gen deze wijziging van de Grondwet hebben uitgesproken, vraagt men zich af of de Gaulle zijn zin zal doorzet ten aan de hand van artikel 11 (re ferendum) of artikel 16 (buitengewo ne volmachten) van de huidige Grond wet. 10S „Dat hoop ik ook", zei Pierre, zo ernstig dat Aboe Ayoeb hem volko men verkeerd begreep en glimlach te. Pierre had bedacht hoe gemakke lijk het zou zijn de Ster van het Oos ten te verlaten, terwijl iedereen naar het dansen keek. Bovendien bedacht hij dat een moordenaar die op zijn leven uit was, niet zo onnozel zou zijn om te veronderstellen dat hij werkelijk belang in de dans zou stel len, zodat er iets van zijn argwaan ten opzichte van de pseudo-Turk ver dween. Toen het lawaai bleef aanhouden, maakten de dansers zich inderdaad gereed de voorstelling te herhalen, Op dat ogenblik baanden zich drie zeer in het oog lopende Grieken, uit gedost als Fransen met wambuizen, hozen en puntige schoenen, een weg naar Pierres taieltje en venangden in zeer slecht Frans het onmogelijke voorrecht plaats te mogen nemen, iets waar het tafeltje veel te klein voor was. Als Aboe Ayo'eb al geen echte Turk was, deze Fransen waren nog veei minder echt. Pierre was blij dat zijn metgezel gewapend was. „Neem u in acht voor deze man nen, waarde Aboe Ayoeb, of hoe ge heten moogt. Het zijn geen landslie den van mij en ik geloof dat ze wei nig goeds voor mij in petto heb ben." Aboe Ayoeb vond plotseling zijn Grieks terug en beval de mannen de taveerne te verlaten met een verba zingwekkend heerszuchtig gebaar, dat Pierre volkomen begreep, ook al verstond hij de woorden niet. Maar het betaamde een Turk niet, al sprak hij ook nog zo vloeiend Grieks, om de volledige clientèle van de Ster van het Oosten te storen in haar ver maak. Uit alle hoeken van de zaal begon men hem boze woorden toe te roepen. Aboe Ayoeb was dwaas genoeg zijn zwaard te trekken. Dit nu kwam de mannen van Ogli net in hun kraam te pas. Een gevecht met alle getuigen aan hun kant! Niets had welkomer kunnen zijn. Al hun zwaarden vlogen tegelijk uit de sche de en Aboe Ayoeb viel onder een houw die zijn tulband glad in twee- en sneed. Pierre trok het zwaard van De Coucy en de dolk van Abdoellah te gelijk en schopte de tafel over het uitgestrekte lichaam van Aboe Ayoeb. Hij stelde zich schrijlings over de Turk in postuur, ofschoon hij niet veronderstelde dat hij hem, of zelfs maar zichzelf, lang tegen drie mannen tegelijk zou kunnen verdedi gen en pareerde de zwaarden die js UMfrt&t'CC. I ^CMVKCvei.% hem van alle kanten belaagden. De dans werd afgebroken. De kij kers de'nsden achteruit, weg van de vechtende mannen. De trage machi nerie van de taveerne, die tot taak had aan dergelijke dingen een einde te maken, kwam omslachtig in bewe ging. Een paar van de Europeanen vergaten de dans en begonnen te be seffen dat de drie vermomde Grie ken de Turk vermoord hadden en op het punt stonden een westerling voor hun ogen om het leven te brengen. Pierre deed een snelle uitval naar een van zijn aanvallers, doorboorde de zwaardarm van de man en trok de bloedige kling terug om een houw van een tweede te pareren. Hij ving de slag keurig op, vlakbij het gevest van het zwaard, maar de miserabele kling van De Coucy's sierwapen brak af bij de stootknop en liet hem staan met niets dan het met juwelen bezette gevest in zijn hand. Hij keek naar beneden, in de hoop dat hij de kling zou kunnen op rapen en als piek gebruiken. En zag een verbazingwekkend iets De jonge Turk 'leefde nog en. be woog zich. Onder zijn gespleten en weggegleden tulband bevond zich een glimmend stalen kapje, dat de houw had afgewend en om de rand daar van was een kransje harten gegra veerd! En hij dacht ónder de zeildoe ken woestijnschoenen de glans van een parel te zien en een glimp van een rode laars, maar daar was hij niet zeker van en hij had ook geen tijd om nogmaals te kijken. De kling lag te ver Weg om hem te kunnen bereiken. Hij smeet het gevest van het zwaard met alle kracht recht in het gezicht van een der mannen, die net uithaalde voor een gewéldige houw naar zijn hoofd. Het zwaard van de andere hieuw naar zijn nek en hij zag geen kan® de slag met zijn dolk volledig te pareren. Hij voelde een pijnlijke steek in zijn borst. Hij zag het met juwelen be zette gevest vierkant belanden in het gezicht van de man wiens zwaard op dat ogenblik neerdaalde. Hij was er van overtuigd dat dit het laatste was, wat hij in deze we reld zien zou. Het was het laatste wat hij zien zou in de Ster van het Oosten. Het gevest zat vol punten, waar de slor dig gezette juwelen uit hun zettin gen waren gevallen op hetzelfde ogenblik dat het wapen in actie kwam. Het krabde als een katte- klauw toen het neerkwam en de man kromp ineen. Zijn zwaard draaide iets in zijn hand en Pierre viel be wusteloos neer onder een slag met het plat en kwam terecht op het li chaam van Aboe Ayoeb. Een van Ogli's mannen had een doorboorde zwaardarm. De tweede een beb'oed. gehavend gezicht. De derde, die ongedeerd was, was een sergeant en had het bevel over de patrouille, die als opdracht had Pier re zo mogelijk levend te vangen. De Turk kwam er natuurlijk niet op aan. Hii had hen het eerst aange vallen. De sergeant beval zijn man schappen Pierre uit de Taveerne naar buiten te brengen, maar ze moesten zich plotseling verdedigen tegen een vastberaden groepje bo ze, gewapende Europeanen, die. naar zij dachten, te laat kwamen om de dood van de westerling te voorkomen, maar niet te laat om hem te wreken. Doch deze mannen werden ruw op zij gestoten door een groot aantal van de burgers die overal in het rond hadden gestaan. Op het ogenblik dat Aboe Ayoeb zijn zwaard had getrok ken, waren ze hem te hulp gesneld. Wordt vervolgd.) De overgangsperiode is of was een van de moeiliikste punten van de on derhandelingen. Het zou misschien beter zijn om te spreken van drie overgangsperioden, waarvan de eer ste (na zeven jaren oorlog en na het terrorisme van de laatste maanden) veruit de moeilijkste is. Deze drie zijn: 1 de periode van de wapenstilstand tot aan het referendum; O de periode van het referendum tot aan de instelling van een onafhan- HOERA, ik hang de vlag uit, want het is gelukt. De 25 bandrecorders zijn bij elkaar en u heeft er zeventien dagen over gedaan, waar nog twee zondagen in zaten ook. Vijf en twintig bandrecorders, in een tempo dat nauwelijks iemand gelooft. Elf niet-ziende landgenoten hebben hun praat- machien al thuis, de anderen volgen komende week. 9 De giro's hebben weer kapitalen naar me to§ gebracht. Luistert u maar: eergisteren een bedrag van 352 gulden en vijftig cent en gisteren nog eens 783,50 gulden. Als ik het nog eens mag herhalen: de storters van wie ik naam en adres ken bevestig ik de ontvangst, de onbe- kena'e wilde ik hier weer even opsom men: tien gulden van R. H. in Eind hoven, tien gulden van N. N. uit Em- m>ahuis en vijf gulden van J. H. in Ter- neuzen. Nu net belt me onze por tier: ..Ik heb hier een enveloppe met geld". Ik ga dadelijk kijken wat er in zit. Maar even nog een paar N.N.-ers van de giro: uit Brielle een rijksdaal der, van A. K. in Goes vijf gulden en ja, zo gaat het hard'. Want van een onbekende in Rotter dam kwam er gisteren vierhonderd gulden, een complete recorder! Het Is moeilijk alle gevers in de goede woorden te bedanken. U weet wel, wat ik zeggen wil. EN DE BRIEVEN Ja, en in brieven, aangetekende per post en andere bij de portier. Nog an dere wandelden naar onze kas en alle maal bij elkaar brachten ze: 12,50 van een mevrouw in Opijnen, uit Rotter dam ,,een knaak voor de goede zaak'* van de heer R., vijf gulden van een on bekende, tien gulden ,,van twee vrien dinnen". 2,70 gulden van meneer Joh. V. uit Nieuwerkerk aan de IJssel, en vijftien gulden van J. S. in Rotterdam met a'e opmerking: „Er waren 150 bandrecorders nodi/g, hierbij 150 keer een dubbeltje". Van twee mensen, K. K. uit Arnhem en J. T. uit Rotterdam, samen tien gul den bij de Kas, van mevrouw N. N. een rijksdaalder, van een niet-bekende tien gulden, van een ander vijf gulden aan de Kas, twee keer twintig gulden in brieven, een rijksdaalder van een me vrouw uit Zevenbergen, tien gulden van mevrouw A. K.-R. uit Rozenburg, die erbij schrijft: „We bezorgen u miaar veel werk". „GA ZO DOOR" Valt mee, mevrouw, valt mee en ik word er voor betaald. Dat heeft „Abonné Hillegersberg" ook gedacht en hij (of zij) deed tien gulden bij het briefje met de kreet: „Ga zo door". Wel, dat gebeurt, want N.N. uit Breda stuurde een postwissel van tien gulden en „Een oude dame uit Overschie" bracht vijf gulden aan de Kas. O ja. ik heb nu die enveloppe van de portier. Voorop staat dit: „Voor aktie „Op de band" tasten wij in onze zak Aan die vijf en twintig hebben wij allen lak Wij willen als „Rus- seltaat" nu ziét-, Voor iedere blinde een praatmachien. Directie en ver koopstaf van een wijnhandel". En in die enveloppe? Precies 28 gulden. NAMEN GRAAG „Ik hoop dat u nog wat doorgaat blinde mensen te helpen, dan vergeet een mens de narigheid een beetje", schrijf iemand uit Middelburg en doet er vijf gulden bij. Uit Tholen een briefje met „Veel succes en doorgaan", plus vijf gulden. Dat was het dan. O neen. nog één ding: uit Enschede schrijft mij iemand over een blinde die dertig jaar ge leden door een granaat werd getrof fen. Mag ik daar meer over horen? Namen en adressen, ook van de kaart- schrijver? SAMENWERKING Ik ben er werkelijk een beetie stil van. Want het is niet zo moeilijk om met een hoopje lef te schrijven over niet-ziende mannen en vrouwen en zo losjesweg te zeggen: ,.Ik stel voor dat we daar 25 bandrecorders neerzetten" Dat kunt u ook wel. Maar dan moet het geld komen. En dat kon u ook! Dat is de grootste pret bij samenwerking. glIlllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll 47. Terwijl de Kraak langzaam weg- koerste van de onheilsplek en ieder een aan boord (behalve de maat) het avontuur met de rog begon te verge ten, gebeurde er iets vreemds. Plotseling weerklonk een doffe bonk tegen het roer en tegelijk draaide het stuurwiel razendsnel terug, waarbij het de maat uit de banden vloog. „Wat gebeurt er?!" riep Kappie, maar niemand wist daarop het ant woord. Alleen de maat had zekerheid „Het is de wraak van de Gorre x p hij uit. „Die kon niet zetten dat ik hem heb verslagen en Hij brak af, toen een van de spaken in het rad hem krachtig tegen de neus trof. Een tijdlang lag hij zwijgend op de grond. „Alweer een opdoffer tegen zijn ge- da chtenkistje mompelde Kappie be zorgd. „En dat is ja toch al zo'n zwak ke plek bij Tjeerd!" „Het v s de rog!" riep de meester, naderbijkomend. „Ik zag hem daarnet verdwijnen. Hij „Stil!" waarschuwde Okki. „Ome Tjeerd komt weer bij." Inderdaad veriref de stuurman zich in een zittende houding en keek lodde rig om zich heen. „Dagzei hij. „Moet je luisteren, ik heb toch zo akelig iroomd! Het begon allemaal toen ik een boek kocht over zeemeerminnen. Er was er hier een aan boord en die moest ik bevrij den Huu! Gelukkig maar dat dro men bedrog zijn! In werkelijkheid zou ik zulke ellende en narigheid niet heb- b-i overleefd „Hm zo is het maar net, jong!" meende Kappie. „En als zulke dromen ja erg lang duren, kunnen ze een bult zorgen veroorzaken. Daar kan ik over praten!" Einde van dit verhaal KAMPERLAND Op de vergadering van de afdeling Noord-Beveland van de C.B.T.B. heeft de heer M. Karelse uit Koudekerke gesproken over chemische onkruid- en ziektenbestrijding. Spreker liet de belangrijkste gewassen en de akkerbouw de revue passeren, er op wijzende dat de vele miljoenen die jaar lijks aan de bespuitingen worden be steed, zo verantwoord mogelijk moeten worden aangewend. De vergadering stond onder leiding van de heer M. v. d. Maas die in zijn openingswoord aandacht besteedde aan de ernstige ziekte van het bestuurslid Joh. Breure te Kortgene. COLIJNSPLAAT De beer J. I. van Gilst te ColijnsDlaat heeft dopderdag zijn 25-jarig jubileum gevierd als bestel ler bij de P.T.T. 's Middags waren eni ge hogere functionarissen van de P.T.T. aanwezig om de jubilaris geluk te wen sen, waarbij hem het zilveren insigne van de P.T.T. werd overhandigd. In de avonduren werd de heer van Gilst een serenade gebracht door de christelijke

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1962 | | pagina 2