Omdat u het
zo wilde
s m
DE STAPEL
GROEIT
Donderdag 1 februari 1962
ZEEUWSCH DAGBLAD
Pag. 2
russel
gehoord
en
ge z ien
V.V.V. Wolfaartsdijk
over recreatieplannen
Zo snel mogelijk
Tram in, tram uit
Trekje bij de neus
In één klap
De benjamin
HET GELUK VAN ZOEKENDE HANDEN
IK weet eigenlijk niet hoé ik met mijn verhaal
moet beginnen. Dat is altijd gemakkelijker
wanneer er één hoogtepunt is, maar bij acht
hoogtepunten wordt het moeilijk. Ik kan u
natuurlijk gewoon zeggen, dat gisteren acht
nietziende landgenoten van u een bandrecorder
hebben gehad en dan heb ik meteen het nieuws
verklapt. Ach ja, u leest het goed, acht mannen
en vrouwen hebben zich in alle mogelijke toon
aarden geuit toen ze zeiden: Dank u wel.
Dat vind ifc altijd een beetje eng, wanneer die mensen
me zo staan te bedanken. Ik weet dan niet goed wat
ik terug moet zeggen. Er zijn natuurlijk wel zinnetjes
die ik in voorraad heb. Ik vertel dan, dat niemand mij
hoeft te bedankenwant dat ik niets van die recorders
heb betaald. Ik zeg dan, dat het lezers zijn uit Delfzijl
en Zierikzee en alle plaatsen die daar tussen liggen die
het geld stuurden, maar desondanks komen al die zoe
kende handen die de mijne willen vasthouden en als ze
me een keer ge
vonden hebben,
dan ligt er dik
wijls zo'n enorm
geluk in zo'n
handdruk, dat
ik er heel stil
letjes van word
en maar snel
een grapje
maak.
PW
WOLPHAARTSDIJK. De afd. Wol-
phaartsdijk van de Vereniging voor
Vreemdelingenverkeer hield de jaarver
gadering in café Ossewaarde onder
voorzitterschap van burgemeester B. H.
G. ter Haar Romeny.
Nadat de rekening over 1961 en de be
groting voor 1962 waren vastgesteld,
werden herbenoemd tot voorzitter dhr.
B. H. G. ter Haar Romeny en tot be
stuurslid dhr. S. N. van Bakergem.
Hierna werd een aantal prachtige kleu
rendia's van dhr J. v. d. Voorde ver
toond over het koninklijk bezoek, het
fruitcorso en de watersport op het Veer-
se Meer.
Na de pauze gaf de voorzitter aan dé
hand van kaarten een toelichting op het
gemeentelijk recreatieplan op en om
het Veerse Meer. Naar aanleiding hier
van gaven de heren Oskamp, directeur
van de prov. Zeeuwse V.V.V. en Haas
donk, secretaris van de Streek V.V.V.
de Bevelanden, hun zienswijze over de
ontwikkeling van het toerisme op het
Veerse Meer, die zeer optimistisch was.
Om tien over tien was ik gisteroch
tend met de fotograaf in de Blinden
bibliotheek in Den Haag en daar zaten
ze al, de vier die een praatmachien
in ontvangst kwamen nemen. Het plan
om de recorders thuis te brengen was
gewijzigd, want u bent met zowelen
naar de giroboeken gerend, dat het nu
geen kwestie meer is van stuk voor
stuk uitdelen.
En bovendien, zo Is voldaan aan een
wens die Ik meermalen op girostrook
jes las en die gisteren nog door ie
mand uit Den Bosch onder woorden
werd gebracht op deze manier: „Wat
ik zo prettig vind is, dat er bjj u
geen administratie van weken nodig is,
maar dat het geld zo snel mogelijk
wordt omgezet in recorders; houden
zo ais het even kan."
Meneer W. Ritmeester is 53 jaar en
hij is altijd vertegenwoordiger geweest.
In Den Haag, jawel, daar woont hij.
Het is alweer een handvol jaren terug
dat hij het gezicht kwijt raakte. Iets
vreselijks met ammoniak, meer wil ik
er niet eens over zeggen. „Vier keer
werd ilr geopereerd, maar het hielp
jammer genoeg niet," zei hij. Maar nu
heeft hij weer werk, in een biblio.
theek. sinds een jaar; plus een band
recorder, sinds gisteren; met nog een
dikke keel, van geluk.
Naast hem zat de heer C. de Man,
ook een Hagenaar. „Zes en zestig ben
ik." zei meneer De Man. „Altijd dhauf-
teur geweest meneer, 37 jaar lang, ik
mag zeggen dat ik het land op m'n
duimpje ken. Ja, ik hoorde juist wat
meneer Ritmeester zei; ik ook, ik werd
ook vier keer geopereerd. Kijk, dat
kwam in 1952 eigenlijk door een mo
torkap van een auto die ik op me
kreeg; zo raakte ik een oog kwjjt en
het andere is langzaam achteruit ge
gaan. Nu zie ik niks meer."
Wat meneer De Man dacht van een
praatmachine? „Ik ben er vreselijk blij
mee meneer, blijer dan ik u nu kan
zeggen."
En de dames? Ook twee, ook uit
Den Haag. Mevrouw J. A. Zwalve-Cla-
rijs (62 jaar) heeft ook al een serie
operaties achter de rug, „Met één oog
zie ik »og epn beetje," zei ze. Iemand
bij zich? Neen, neen, mevrouw Zwalve
stapt rustig alleen dwars door Den
Haag, tram in, tram uit, of er niets
aan de hand is.
Wie dat allemaal uitlegde, dat om
gaan met zo'n bandrecorder, dat be
greep u natuurlijk al. Weer mevrouw
J. Korving-van Gulik en weer vlogen
haar voelende handen snel langs de
spoelen en de haspels, zette ze bandjes
op hun juiste plekken, legde ze glas
helder uit, stelde al dii nietzienden
op hun gemak en deed alles zo prettig,
dat ik haar op deze plaats graag een
grote ruiker wil toewerpen.
O ja, en daar was de vierde in Den
Haag: mevrouw L. C. M. van Nierop-
v. d. Velde, die nu 38 jaar is en sinds
de geboorte van haar nu acht jaar
oude dochtertje niet meer ziet. Een
lieve, zachte vrouw, die haar vreugde
liiuiiKiiiiiuitiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiuiititii
Het feuilleton staat vandaag
op pag. 9
iiiiuniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
liet merken door een glimlach om
haar mond en een klein zenuwachtig
trekje met de neus. Haar zuster was
als gidse meegekomen: „Ze is er enorm
blij mee gemaakt," vertelde die en dat
was overduidelijk te merken.
Maar het bleef dus niet bij vier en
we reden terug naar Rotterdam, waar
ik eerst mUn werktafel opzocht. Bo-
ONZE tekenaar kan het nauwe
lijks bijhouden, als u me be
grijpt. Nauwelijks had hij de sta
pel bandrecorders opgetrokken tot
negentien en een half of opnieuw
moest hij aan het werk. In twee
dagen gireerde u me 1159 gulden
en 25 cent en daar kwam nog eens
bij wat hiernaast vermeld werd.
Met andere woorden: het geld
voor 23 praatmachines is verze
kerd en dat is gebeurd in precies
twee weken. ,,Dat kim je niet
doen", zeiden ze veertien dagen
geleden, weet u nog?
En dan nog dit: mocht ik een
N.N. vergeten hebben ergens te
vermelden ik tracht het zo zorg
vuldig mogelijk te doen maak
u dan geen zorgen. Twee mensen
van onze afdeling Boekhouding
houden elke cent voor mij in
het speurende oog en men is
bij die afdeling zo precies als
bij de Bank van Engeland.
„We houden niet van bedanken,
het is wel goed zo", schreef een
mevrouw uit Rotterdam. Mag het
desondanks? „Dank u wel."
venop een brief van een oogarts uit
Leiden en ik lees u de eerste zin voor:
„Een dezer dagen zal het tijdschrift
„Huisarts en Wetenschap" het honora
rium, dat ik voor een artikel zou ont
vangen (ik weet zelf niet hoe groot
dit bedrag is) overmaken voor uw ac
tie Bandrecorders voor blinden. Dage
lijks heb ik uit hoofde van mijn be
roep met blinden te maken en ik hen
u zeer dankbaar voor uw actie."
En ik voor deze hartelijke brief.
U gaat maar door, met rijksdaalders
en honderdjes en ik tel wel. Even de
onbekenden die iets met de giro de
den: A. S. in Tilburg stuurde drie gul
den, J. v. K. in Rotterdam zond een
tientje, een gepensioneerde uit Rotter
dam zond een gulden, G. J. O. in Go-
rinohem gaf 2,50 gulden en dan
houdt u even vast: van een onbekende
via de Rotterdamsche Bank aan de
Coolsingel in Rotterdam één hele band
recorder, oftewel zomaar vierhonderd
gulden!
Via het Haagse bijkantoor kreeg ik
tien gulden van J. C. B. Een onbeken
de bracht aan de Kas een rijksdaalder
en een ander vijf gulden, tien gulden
van R. in Den Haag, een mevrouw
uit Rotterdam kwam voor de tweede
keer tien gulden brengen en een rijks
daalder uit Vlaardingen. Uit Vlissingen
een brief met tien gulden en ook de
woorden „ga door", een witte envelop
pe van een onbekende met honderd
gulden en een briefje uit Voorburg:
„Heden schreven wij veertig gulden
over op uw giro voor de bandrecorders;
wij verzoeken u dit te boeken onder:
een gezellig samenzijn in een Brabants
restaurant."
Toen was het twee uur gistermiddag
en ik drukte de hand van mevrouw M.
Uljée-Bauerfend uit Rotterdam, die nu
68 jaar is en sinds een kleine zeven
jaar niet meer ziet. Ze was niet al
leen gekomen. Meineer C. van Hooijen-
donk (65) uiit Vlaardingen was er ook:
dertig jaar als wegwerker en onder-
ladingmeester bij de Spoorwegen ge
werkt, sinds november 1949 geen mees
ter meer over zijn gezichtsvermogen.
En daar was Adri. Ja, ja, Adri
Noordijk van achttien jaren, de ben
jamin onder de nieuwe bezitters van
praatmachines. In Rhoon woont ze en
ze was gekomen met haar moeder.
Veertien jaar is ze op instituten ge
weest en ze leest nu met gemak brail
le. „Zes maanden werkte ik in een
ziekenhuis, maar het was te zwaar;
nu word ik opgeleid als telefoniste",
vertelde me de vrolijke Adri.
Nummer acht gisteren? Dat was
mevrouw W. v. d. Sluis-Smits (66) uit
Spijkenisse. „Het begon toen Ik even
dertig jaar was, dus dat is al een hele
tjjd geleden." „Maar ze kookt zo lek
ker", viel haar man, die er ook bij
was, in; „vanmiddag nog bruinebonen-
soep, heerlijk meneer."
Den Haag, Rotterdam, Vlaar
dingen, Rhoon en Spijkenisse
daar kwamen uw acht praat
machines gisteren terecht. Bij
acht vrouwen en mannen, die
hun hele leven die dag van gis
teren niet zullen vergeten.
Meer had ik er eigenlijk niet
over te zeggen.
45. „Wat heb jij intussen uitge
voerd?!" wilde Kappie van de meester
weten, „Waarom ben je hier ja aan
dek blijven liggen als een kwal op het
droge, in plaats van dat lek te dich
ten?!"
„Daar heb ik over gedacht," ant
woordde de meester ernstig, „Maar dat
lek is feitelijk ontstaan door de lading,
zie je. En al heb ik Tjeerd bij het la
den vervangen, uiteindelijk was het toch
zijn werk. Dat is het punt. Ik vraag
me af, wat de Bond zou adviseren.."
Kappie begon te roepen, met wilde
bewegingen en hij liep zo warm, dat
zijn doordrenkte plunje in minder dan
geen tijd werd drooggestoomd. Intussen
bemerkte hij niet, dat de maat, nadat
hij door Okki aan dek was geholpen,
zonder groeten rechtsstreeks afdaalde
in het ruim. Maar Okki, die de wazige
blik van de stuurman zag, vertrouwde
het niet. „Ome Tjeerd heeft nog net
zo'n visseblik als voor z'n duik," mom
pelde hij, „Als hij weer brokken maakt,
moet ik hem in z'n eigen belang een
opdoffer op zijn boegspriet geven!"
Maar de maat handelde ongewoon
vlug voor zijn doen.
„De Gorre is verdreven, nu ga ik jou
bevrijden, zeemeerminnetje!" meldde
hij de kwispelstaartende zeehond. Tege
lijk duwde hij het bassin van het dier in
het lek, daarbij geholpen door de Kraak
zelf, die plotseling overhelde.
Boven aan het dek keek Kappie fron
send omlaag langs de scheepsromp,
waaruit de zeehond Lizzy blaffend naar
buiten sprong..