HIER
ZIJN
ZE
Vrjv
-*i
KAPPIE EN DE ZEEMEERMIN
KIKKERLAND
MET GEBREK
aan KIKKERS
Het
Maandag 29 januari 1962
^EEUWSCH DAGBLAD
Pag. 2
De nul-fouters
Antwoorden
russel
gehoord
en
Positief
VAN SCHAAP
*t helpt en't is lekker
"/G£EWELP/&/j
/GËWet-DlG V I
OHGILDFEUOK/J I
,1,
Tas
WEER maandag, weer
inspecteur Basten zo
zou u kunnen zeggen.
Wel, u hebt er geen gras over
laten groeien met uw antwoor
den aan die Zwolse inspecteur
van politie, de heer J. F. Bas
ten. Er was niet één provincie
of er kwamen brieven vandaan
met „Dit zijn mijn antwoorden
op de tien vragen". Maar ge
noeg gezegd en nu ter zake.
Wat me dan eerst nog even van
het hart moet dat is, dat cr noj nim
mer bij een verkeerspuzzel in G. en G.
zoveel mensen met tien goede suit-
wwrden zijn geweest. Niet minder dan
33 nul-fouters kwamen er uit de stapels
brieven te voorschijn en ik heb dus
geloot om te weten, waar het foto
boek van Nederland (de prijs) heen
SS®*}; Het b de heer J. C. Bos, Gatse-
dijk 58 in Maasdam. Mét een handdruk.
Maar die 32 anderen hebben natuur
lijk dezelfde prestatie geleverd als de
heer Bos en daarom vermeld ik hier
gaarne hun namen: D. P. G. Bekink
Gorkum: mevr. N. Dekker—v. d. Stad]
Oud-Beijerland; A. de With, Woerden;
B. Kin, Rijen; mevr. J. Boschden
Hartog, Gorkum; W. J. Liplijn, Mid-
v' -rï' Werken, Nieuwpoort
(Z.H.); H. de Kruyf, Krimpen aan den
IJssel; G. van 't Wout, Gorkum; C. v.
d. Graaf, Maasdam; W. Ie Clercq, Den
Haag; J. A. de Leeuw, Hilversum; M.
Blok, Vlissingen;
C. W. Reinhard,
Den Haag; E.
Bloemendaal,
Terneuzen; S. G.
van Dam, Bos
koop; mevr. M.
v. d. Werken
v. Donk, Nieuw
poort (Z.H.); J.
Lankhaar, Spij-
kenisse; M. I. Stolk, Den Haag; W.
Dral, Havert (L.); J. H. Bosch, Rotter
dam; L. Bind, Bergen op Zoom; F. M.
Bruggeman, Leiden; mr. J. de Jong,
Den Haag; J. Lambrechts, Rotterdam;
J. Vermaat. Maasdam; A. Budding,
Kedichem; zuster A. van der Meide,
Nieuwenhoorn; W. Reedijk. Heerjans-
dam; J. van Vliet, Maasdam; A. A.
Knuyt, Vlissingen; J. v. d. Breevaart,
Maasdam.
PW
DAT WAS dat en nu nog eens de
vragen. Dat is niet alleen gebrui
kelijk in deze rubriek, het is ook
mag ik wol zeggen „op veler ver
zoek". Want altijd weer krijg ik brie
ven waarin staat: „Ik deed niet mee
met de puzzel, want ik had weinig tijd,
maar geeft u bij de antwoorden ook
nog eens de vragen, dan steek ik er
ook iets van op".
•""Hier zijn ze dan. opnieuw de tien
vragen van inspecteur Basten met
daarbij de antwoorden.
1 Welke van de volgende onder-
-*• delen zijn overdag niet ver
plicht voorgeschreven voor een
bromfiets: bel wit achter-
spatbord reflector stuur
spiegel
Antwoord: Reflector en spiegel.
OU rijdt met uw auto midden in
de nacht op een weg buiten de
bebouwde kom. Rechts naast
deze weg, bezijden de rij
baan liggen tramrails. U brengt
uw auto aan de linkerzijde van
de rijbaan tot stilstand binnen
een afstand van 20 meter van
een helder licht uitstralende
straatlantaarn. U ontsteekt het
parkeerlicht, dat naar voren
rood en naar achteren wit licht
uitstraalt en laat uw auto aldus
op de rijbaan achter. Was uw
handelwijze juist?
I'-.,';
Antwoord: U heeft twee overtredin
gen gepleegd:
a. links stoppen is slechts toegestaan
op rijbanen, waarin aan de rechter
zijde spoor- of tramrails liggen.
b. wanneer u bij nacht nw auto op
de linker weghelft achterlaat, moet
n de beide stadslichten en de achter
lichten laten branden of de belde
gedempte koplichten en de achter
lichten.
oInhalen op een kruising mag
r a. nooit
b. alleen op een voorrangsweg
c. als men daarbij niet op de
linker weghelft komt
d. als er geen agent te zien Is.
Er is slechts één antwoord mo
gelijk.
Antwoord: Punt c vermeldt het juiste
antwoord.
1 A.E°n vader moet na afloop van
het verjaarsfeestje van zijn
dochtertje de vriendinnetjes
naar huis brengen. Het zijn er
10 in totaal, maar hij heeft een
ruime wagen en installeert 4
meisjes op de achterbank, die
elk een vriendinnetje op schoot
nemen en de andere twee laat
hij naast zich op de voorbank
plaats nemen, 's Avonds hoort
een kennis van 8it verhaal en
deze vraagt hem, welk rijbewijs
hij bezit. Het blijkt het rij
bewijs B-E te zijn, waarop de
kennis hem zegt, dat hij een
volgende keer wel mag uit
kijken, daar hij in zon geval
het rijbewijs D-E nodig heeft,
omdat hij meer dan 8 personen
vervoert. Deelt u deze mening
ook?
Antwoord: De kennis heeft ongelijk.
Het rijbewijs D-E is eerst vereist, als
het motorrijtuig Is ingericht voor
het vervoer van meer dan 8 personen,
de bestuurder daaronder niet begrepen.
Met een normale personenauto is dit
niet het geval.
5U nadert als fietser een kruis-
punt, waar een verkeersagent
het verkeer regelt. Deze staat
met zijn rug naar u gekeerd en
heeft zijn rechterarm horizon
taal gestrekt. U wilt reehtsaf-
slaan. is dit geoorloofd?
Antwoord: Neen, dit teken wil zeg
gen. dat het verkeer, dat de agent van
achteren nadert, moet stoppen.
6 Een politieman zag een vracht-
5 auto, ingericht voor veevervoer
en voorzien van bet kenteken
RB 19-62 over een zandweg
rijden. Hij liet de bestuurder
stoppen en vroeg hem, of hij
ontheffing had om op die weg
BIJ de antwoorden op de tien
vragen van inspecteur Basten
schreef u ook de nodige
commentaren en hier volgen
er een aantal:
A. DE ROO, ROTTERDAM: Ziezo,
dat zijn de antwoorden. Het was
een gezellige en leerzame tijdpas
sering. Liefst een keer per maand
verkeersvragen.
D. DE JONG, HARDINXVELD-
GIESSENDAM: Graag veel meer
van deze vragen, P. W.
M. GOEDHART, GOES: Het was
mij een genoegen.
It. GRIFFIOEN,
HILLEGOM: Ik
vond de vragen
niet gemakkelijk.
G. VAN 'T WOUT,
GORKUM: De vra
gen waren pittig.
G. J. JONKER, AL
MELO: Ik had nog
niet eerder meege-
daan, maar ik vind
de vragen bijzon
der leerzaam. Men is nooit te oud
om te leren.
P. F. MERTENS, NOORDWIJK
AAN ZEE: Heer inspecteur en P.
W. Russel, ook al win ik geen prijs
misschien, ik heb al puzzelend ge
noten, geleerd, gehoord en gezien.
B. KIN, RIJEN: Zou het niet mo
gelijk zijn om iedere week ver
keersvragen af te drukken in G.
en G.? De week daarop zou u dan
zonder meer de antwoorden kun
nen geven.
J. DE WEIJER, ROTTERDAM: Ik
hoop, dat er nog vele vragen zuilen
komen.
H. SLABBEKOORN, YERSEKE: Ik
ben geen automobilist, maar doe
wel altijd mee aan de vragen.
t.
gezien
10 vi 11 's avonds laat nog een
-IV» vriend bezoeken, die aan een
buiten de bebouwde kom ge
legen weg woont. Voor dat
weggedeelte, waar geen straat
lantarens staan, geldt echter een
wachtverbod, maar u plaatst
uw auto' in de berm, geheel
buiten de rijbaan en laat hem
daar onverlicht achter. Was dit
toegestaan? Motiveer uw ant
woord.
Antwoord: Een wachtverbod geldt
voor de gehele weg, waartoe dus ook
de bermen behoren, zodat u aldaar niet
mocht parkeren. Verlichting was niet
nodig, daar de auto geheel buiten de
rijbaan stond-
46 V nadert als fietser een kruis
punt, waar een verkeersagent het
verkeer regelt. Deze staat met zijn
rug naar u gekeerd en heeft zijn
rechterarm horizontaal gestrekt. U
wilt rechtsafslaan. Is dit geoor
loofd? Zu luidde vraag nummer vijf,
die er in werkelijkheid zo uitzag.
afgelopen twaalf maanden te laten
horen.
U wenste duidelijk de kant van het
positieve geluid op. Dat doet deugd, ook
aan iemand, die op deze plaats reeds
jaren meende zijn zegje over „het ver
keer" te moeten laten horen.
103
„De dienaren zijn vandaag alle
maal even onhandig," zei Ogli zacht.
„Wat is er gebeurd met uw staf.
Basilius?"
„Heer. ik ben wanhopig! Mousa let
te niet op bij wat hij deed. Hij moet
gestraft worden, vindt ge niet, heer?"
„Natuurlijk," zei Ogli.
„Mag ik er persoonlijk voor zorg
dragen, meester?"
„Als je daar prijs op stelt. Maar
blijf niet te lang weg. We zijn ge
reed voor je voorstelling. En straf de
hand die trilde niet te streng. Ik
verlang dat hij weer zal kunnen
schenken. Je bent soms al te ijverig
met je geselingen en brandstraffen.
Bedenk. Basilius, dat mijn strafsys-
teem ten doel heeft een hoge stan
daard van dienstbetoon te handha
ven, niet jou genoegen te verschaf
fen."
,Neen heer. er zal zelfs geen lit
teken achterblijven!"
Pierre protesteerde: „Ik geloof dat
ik het glas een tikje verschoof, heer.
Het was niet de fout van de slaaf."
„Als dat waar was, Peter Effen-
di," antwoordde Ogli hooghartig, „zou
het Mousa's fout slechts vergroten,
omdat hij dan verzuimd had de gro
te vaardigheid te gebruiken, die hij
naar ik weet bezit. Maar het zal on
getwijfeld niet uw bedoeling zijn
mij voor te schrijven hoe ik in mijn
eigen kasteel de orde moet handha
ven."
Pierre werd gevoelig getroffen door
het verwijt. Ogli keek naar heer Jan,
die van het in het Turks gevoerde
gesprek geen woord verstaan had en
vervolgde:
„Heer Jan ziet uw boze gelaat,
heer Peter. Misschien wilt ge hem
zeggen, dat mijn woorden niets on
hoffelijks bevatten. Als zeekapitein
zal hij, beter nog dan u, begrijpen
hoe belangrijk het is dat iemands
dienaren hem onmiddellijk en vaar
dig gehoorzamen."
Pierre bracht Justin snel op de
hoogte "eer Jan knikte en zei met
een o ogen gezicht alleen maar:
„Maa factor niet boos, Pier
re."
Welke straf Basilius ook ten uit
voer legde, hij had er in ieder ge
val niet lang voor nodig. Een andere
slaaf kwam onmiddellijk Mousa ver
vangen achter de op een troon ge
lijkende stoel van de meester. Een
ogenblik later weken de gordijnen
om Basilius door te laten, gekleed
in een vreemdsoortig oranje cos-
tuum, dat een toneelversie was van
dat der heilige Moslemse dansende
derwisjen. Hij droeg een bamboestaak
die twee keer zo lang was als hij
zelf; op korte afstand onder de top
was een kort dwarsstuk bevestigd,
waaraan in zilverkleurige stof ge
wikkelde touwlussen hingen. Zijn gor
del had Basilius vol dolken gesto
ken en toen hij, om zijn eigen as
draaiend, steeds dichter bij de tafel
kwam, vertoonden zich onder zijn
wijde, zich uitspreidende rok drie
paar benen, die zelfs de sterkste ver
beeldingskracht niet allemaal aan
hém kon toeschrijven.
Toen hij in het midden van de ka
mer was aangeland, begon hij op
één plek steeds sneller in het rond
te draaien, tot zijn rok tenslotte
horizontaal van zijn lichaam afstond.
Twee van de kleinste menselijke we
zens die Pierre ooit gezien had, scho
ten er onderuit en begonnen in de
staak te klimmen.
Zij droegen niets dan een minus
cuul broekje van zilverkleurige stof
en waren verder, met inbegrip van
hun kaalgeschoren schedels, geheel
met goudverf bestreken.
„Ik heb ze gekocht in Brousa,"
merkte Ogli op. „Het zijn tweeling
broeders."
Basilius schoof de onderkant van
de staak in een koker die aan zijn
gordel bevestigd was, zodat hij zijn
handen vrij had. Terwijl de beide
dwergen boven in de paal allerlei
acrobatische toeren vertoonden, begon
de grote eunuch weer snel in het
rond te draaien. Vervolgens trok hij
de ene dolk na de andere uit zijn
gordel en begon er mee te jongleren,
waarbij hij ze steeds hoger wierp.
Zodra ze binnen bereik kwamen,
grepen de dwergen ze en wierpen ze
onafgebroken elkander toe. Basilius
speelde een uitstekende pantomime
van verbijstering, omdat zijn wapens
in de lucht verdwenen waren. Een
ogenblik later viel er een flitsend
langs zijn gezicht en toen hij deze
onhandig en verschrikt gegrepen had,
hagelden de andere vier onmiddellijk
neer om hem heen. Hij greep ze al
lemaal, keek omhoog, veinsde verba
zing bij het zien van de mannetjes
boven zich en wierp hun de dolken
toe alsof hij boos was en hen trachtte
te doorboren. Ze dansten en doken
en vingen ze vaardig op. Eindelijk
verdwenen ze weer, terwijl Basilius
als een bezetene in het rond wentel
de en de dolken zo snel heen en
weer werden geworpen, dat ze nau
welijks nog zichtbaar waren.
„Een man met zo scherpe ogen zou
een uitstekende loods zijn," merkte
heer Jan op. Pierre stemde met
hem in en vertaalde Justins woorden
voor de factor.
„Heb ik niet ergens gehoord, dat
de Sainte-Eulalie reeds een prima
Turkse loods bezit?" vroeg Ogli op
gewekt.
„üderim is, jammer genoeg, ge
storven, heer," antwoordde Pierre.
„O ja? Ik meende gehoord te heb
ben dat het een sterke man in de
kracht van zijn leven was. Aan wel
ke ziekte is hij gestorven, dat ge
weet?"
„De chirurgijn verklaarde dat hij
het niet met zekerheid kon zeggen,"
zei Pierre. „Onder de manschappen
ging het verhaal dat zijn milt ge
barsten was."
„Dat is heel jammer." zei Ogli.
„Zeg tegen heer Jan, indien ge ge
legenheid hebt, dat ik toevallig een
ander weet, die, naar men zegt, haast
even vaardig is als degene die gi]
Ilderim noemde." Ogli scheen na
denkend gestemd. „Indien de heren
mij naar het aangrenzende vertrek
willen vergezellen, zal ik thans de
manifesten eens bezien. De kapitein
zal ongetwijfeld blij zijn, als hij zijn
schurende leren handboei kan afleg
gen." Hij stond op.
(Wordt vervolgd.)
UWEET HET: het ging niet om de
knikkers (er is nooit meer te win
nen dan een fraai fotoboek) maar om
het spel en dat u zich daar in -groten
getale op hebt gestort, is steeds weer
plezierig te kunnen constateren. Niet
alleen om tegen inspecteur Basten te
kunnen zeggen: „Kijk eens inspecteur
wat er een belangstelling voor uw vra
gen was" maar vooral omdat u blijk
gaf het hele verkeersspel belangrijk te
vinden.
Want hoe minder mensen schouder
ophalend voorbij gaan aan de lijsten
met verkeersslachtoffers en de proble
men d-ie het verkeer meebrengt, des te
meer kans is er om aan het einde van
een jaar een positiever geluid over die
te mogen rijden. Nadat deze
vraag ontkennend was beant
woord, zei de politieman: „Dan
bent u in overtreding", of
schoon hij de papieren nog niet
had gecontroleerd, de bestuur
der niet kende en verder nog
geen woord met hem had ge
wisseld. Hoe kon de politieman
dit weten?
Antwoord: Kentekenbewijzen met de
lettergroepen NB, PB, RB etc. worden
slechts afgegeven voor vrachtauto's,
autobussen e.d. met een breedte van
meer dan 2.20 meter. De in de vraag
omschreven vrachtauto mag dus niet
op een B-weg komen. Dit verbod geldt
ook t.a.v. het berijden van zandwegen,
daar deze als B-wegcn worden aan
gemerkt.
7. We veronderstellen, dat de rem-
afstand van de voetrem van de
auto juist voldoet aan de wet.
niet meer en niet minder. Als
uw reactietijd in een bepaald
geval 1 seconde bedraagt, hoe
groot is dan de stopafstand, als
u met een snelheid van 90 km
per uur rijdt?
Antwoord: De stopafstand is in dit
geval 106 meter. De remweg is 81
meter.
8. Een 16-jarige jongen vervoert
op de bagagedrager van zijn
bromfiets zijn 70-jarige opa, die
schrijlings achterop zit en zijn
voeten op een voetsteun laat
rusten. Wordt hier een over
treding gepleegd?
Antwoord: Ja, zolang een wielrijder
of bromfietser de leeftijd van 18 jaren
nog niet heeft bereikt, is het verboden
een persoon mee te voeren, die ouder
is dan de bestuurder.
9. Terwijl u als automobilist op
een weg rijdt, wordt u op een
gegeven ogenblik door een
andere auto ingehaald. Deze
komt naast u rijden, maar als
de bestuurder op het punt staat
u te passeren, verhoogt u uw
snelheid. Het lijkt vreemd,
maar dit is in twee gevallen
mogelijk, zonder dat u tegen de
verkeersregels zondigt. Aan u
de oplossing.
Antwoord: Dit is mogelijk
a. op een tunnelweg
b. als u heeft voorgesorteerd en tegen
de wegas rijdt.
RED BAND - ROOSENDAAL
WAT VOEREN JUL
LIE DAAR UIT MET
7>N TWEÊéN, HET
AL5 EENMtERWEGISENiJE
GOOIT ZAHV OVER 21 ON
HOLLETOE.
7AUHIO H ET GA.T TOCH AL-
TIODTERUGViHDENALS
HIJ THUISKOMT
Van een onzer verslaggevers
ROTTERDAM Uit Tel Aviv
komt het bericht dat de Israë
lische Kamer van Koophandel
stad en land heeft afgezocht om
dokter M. W. Goldbach in Rotter
dam aan tweehonderd levende
groene kikkers te helpen.
De districtsgezondheidsdienst
verwees de secretaris van de Ka
mer naar een wetenschappelijk
proefstation, maar dat had alleen
marmotten en witte muizen in
voorraad. Na veel getelefoneer
kwam hij in contact met Hillel
Sjamir, die in Acre het beroep
van kikvorsenexporteur uitoefent.
Sjamir was onmiddellijk bereid
tweehonderd groene kikkers voor
verzending naar Nederland gereed
te maken, maar zover is het niet
gekomen. De soort die hij aanbood
bleek ongeschikt voor dokter
Goldbachs doeleinden. Mogelijk
vindt Sjamir voor zijn kikkers
een willige markt in Parijs, waar
de restaurateurs voornamelijk op
de vlezigheid van de billetjes
letten.
In dokters Goldbachs tekort aan
levende kikkers is dus nog niet
voorzien. Op aanvoer uit Neder
land behoeft hij voorlopig niet te
rekenen: verleden jaar is er een
grote sterfte geweest onder de
vaderlandse kikkers en de overle
venden hebben al maanden gele
den voor hun winterslaap de mod
der van sloot en plas opgezocht.
Geen enkel ander Europees land
kan de vereiste soort leveren.
Kikkers uit Tripolie zijn voor de
melanoformreactie ongeschikt en
de klauwkikkers uit Zuid-Afrika
bleken ook niet te voldoen.
Het laboratorium van dokter
Goldbach heeft die levende groene
kikkers nodig voor het stellen van
zwangerschapsdiagnosen. Als ge
volg van het gebrek aan kikkers
kan hij de ziekenhuizen voorlopig
niet bedienen. Pas wanneer het in
ons kikkerland weer lente is, zal
de noodtoestand kunnen worden
opgeheven.
HimmiimimmniimnmniiiimiiiifflniiiimnmmiiminiiiiniiniiiniiimnnnmimnnHnmiinHmNiniMimniiimiiiiiuniiitnimiiiiimniiinMinmiimmmiiniiiiniiiinnmiiiimiiiiiHfimiiiiniiiius
42. Het valt moeilijk te zeggen wat
de rog meer opwond: Kappie's drieste
aanval, of de ineengeschrompelde maat,
van wiens heldenmoed niets meer over
was, nu de Zwarte Zeeman zich had
opgelost. Na enig aarzelen besloot het
monster waarschijnlijk, dat er aan Kap-
pie meer eer te behalen viel. Het
dreef de dappere gezagvoerder met bre
de slagen van zijn vinnen voor zich uit,
tot tegen de boeg van bet wrak.
„Ach, lieve schepse nog aan toe.
wat een toestand!" prevelde Kappie,
met trillende snorpunten. „Nu ik op dit
wrak gelopen ben, is ja elke kans ver
keken... Ik ben bang dat dat sakkerse
beest mijzelf in niet meer z-zeewaardig
wrak zal veranderen!" Dit was een
moeilijk te verdragen gedachte voor een
zeekapitein en zuchtend sloot hij de
ogen voor de slag. Maar die kwam niet.
Inplaats daarvan kwam een kreet van
de maat: „Daar heb je de Zwarte Zee
man weer!"
De stuurman staarde verheugd naar
de zeebodem, waarop hij, naast de scha
duw van de rog, ook Kappie's schaduw
gewaar werd. Meteen stond hij op zijn
voeten, bezield met nieuwe moed.
„Ahoy! Kappie! Wij komen er aan,
de Zwarte en ik!" jubelde hij ,zijn ka-
pitein te hulp schietend. „Met ons drie-
en klaren we het vast wel..!"
Zijn plotselinge durf maakte de rog
onzeker en toen ook Kappie een uitval
waagde, koos het ondier eieren voor
zijn geld en zocht zijn heil in de
vlucht...
De NCVB afd. Gapinge kwam bij
een onder leiding van mevrouw Paau-
we-Langebeeke. Ds. Vlaardingerbroek
uit Grijpskerke sprak over Esther".
De volgende vergadering is vastgesteld
op 13 februari.
Bij de Rijkspostspaarbank in Ar-
nemuiden werd in november 1961 een
bedrag ingelegd van f 23.514,38. Een
maand later 25.001,83. Terugbetaald
werd in deze maanden respectievelijk
13.241,72 en 24.653,53. In november
werden vijf boekjes uitgegeven en in
december elf.
De afdeling Aagtekerke van de
N.C.V.B. hield haar maandelijkse ver
gadering onder leiding van haar Presi
dente, mevr. Vos-Schout. Spreker was
de heer R. Nonnekes, hoofd van de
B.L.O.-school te Middelburg, met als
onderwerp.' „Het ónderwijs op de
B.L.O.".
Zaterdag 27 januari houdt de In
stuif Hervormde Jeugdraad te Middel
burg een soosavond met quiz en dans.
De afdeling Wissenkerke van de
Ned. Chr. Vrouwenbond hield in het
verenigingsgebouw een vergadering on
der leiding van mevr. M. v. d. Berg-
Breure.
Aan de hand van dia's sprak dr. Roe-
bers uit Oostkapeile over de omgang
met het spastische kind.
Tot diaken bij de Geref. Kerk te
Borssele is benoemd de heer W. Geel
hoed.