Kerken zullen over oorlogen een oordeel moeten geven SCHRIFTGEZAG EN EXEGESE PROF. DIEPENHORST OP STUDENTENCONFERENTIE: DE LAATSTE PASSAGIER „Gebed kan bres schieten in muur der scheidingen" wanbelinqen öoor be zeeuwse histORie Praten als Brugman Qvwlmkihi HULP VAN CALVIJN Verplaatsing zwaartekracht naar organisatievermogen o Diakencursussen in Zeeland Weekend Levensstijl Zendelingen uitgewezen Overgang Gebedsweek om eenheid der christenen Afkeer, maar toch. Dominee/bloemist Opmars der gezangen? I Zo'n opschepper Aanleiding Het besluit Zaterdag 20 januari 1962 ZLLUWSUi DAGBLAD Bag. 7 De gereformeerde diakenen in Zee land zullen dit jaar in staat gesteld worden deel te nemen aan de diaken cursussen, die uitgaan van het Algemeen Diakonaal Bureau en de Stichting voor Gereformeerde Sociale Arbeid. Deze cur sussen. die de diakenen zo goed moge lijk willen oriënteren over allerlei vra gen waarvoor zij in hun ambtswerk ge steld worden, zullen in de maanden januari, februari en maart worden ge houden in zes verschillende plaatsen. De onderwerpen, die besproken zullen wor den zijn: ,,Het diakenambt en de Hei lige Schrift", ,,De diaken en het maat schappelijk werk", ,,de diakonale prak tijk en de sociale verzekering". CADZAND In het vormingscentrum „Hedenesse" worden in totaal vijf week- TN de toekomst zal het aart God meer gehoorzaam zijn.dan aan de A mensen in verband met de moderne oorlog waarin atoom wapens worden gebruikt aan de belijders van de Christelijke godsdienst weer groter moeilijkheid brengen dan lange tijd het ends gehouden die als thema "hebben geval was, heeft prof. mr. dr. I. A. Diepenhorst gisteren verklaard o'pgezet^ dóorde ^ermmde Jeugdraad °P de dertiende studentenconferentie van de Nationale Organisatie van Middelburg en „Hedenesse", voor van Anti-Revolutionaire Jongeren-Studieclubs, die in Huis ter Heide 16 -aar e^ouder.016" bedrljven van wordt gehouden. Deze conferentie wordt vandaag voortgezet met Tijdens het weekend, dat vandaag be- een discussie over de actuele binnenlandse politiek. De studenten i fnntjonge emenesenTrXn Tettvef- zulIen hierover in discussie treden met dr. W. P. Berghuis, voor. tellen over de normen, zeden en gewoon- zitter van het Centraal Comité van A.R.-kiesverenigingen, ten uit hun eigen land en die vergelij- ken met die van de Nederlandse jeugd, se jbngeren weinig van de Surinaamse Over het algemeen weten de Nederland en Ambonese jeugd en ook niet veel van de moeilijkheden bij repatriëring en de andere levenswijze hier. De bedoeling is dus om door het ge sprek met jongeren met een andere le vensstijl zich bezig te houden met eigen levenshouding en in het kontakt weder zijds begrip te kweken. Nadat de goeverneur van Nigeria in de assemblee van de Wereldraad van Kerken een scherpe aanval gedaan had op de Nederduits Gereformeerde Ker ken in Zuid-Afrika en op de zendelingen, die in Afrika werkzaam zijn, in het al gemeen, heeft de regering van Noord- Nigeria besloten om de nog in dit ge bied aanwezige zendelingen van die Ned. Geref. Kerk uit te wijzen. De aanwezi ge zendelingen waren nog in Nigeria aanwezig ter afwikkeling en overdracht, daar die N.G. Kerk haar zendingsge- bied in het Tivland reedis in november jl. overdroeg aan de zending van de Christian Reformed Churches in Ameri ka. Meer dan vijftig jaar hebben zen delingen van de N.G. Kerk met liefde en offervaardigheid en onder grote ze gen in het Tivland mogen arbeiden. Zii stichtten vele scholen, ziekenhuizen, le prakolonies enz., zij zorgden voor een bijbelvertaling in de Tivtaal en voor de instituering van een autonome Tivkenk onder plaatselijke leiding van niet-blai» ke predikanten. Nog bij de zelfstandig' wording van Nigeria had de regering uitgesproken grote waardering te heb ben voor de arbeid van de zending der N.G. Kerk en werd de verzekering ge geven, dat het werk op dezelfde voet zou kunnen doorgaan. Op de conferentie is gisteren uitvoe rig gesproken over de atoombewape ning en allerlei vraagstukken, die daar mede verband houden. Referenten wa ren de hoogleraren I. A. Diepenhorst en C. A. van Peursen. Prof. Van Peursen merkte o.a. op dat het ontdekken van de atoomkracht in de lijn der wetenschappelijke ontwikke ling ligt en hij zei van mening te zijn dat de kleinere landen na verloop van tijd ook tot atoombewapening zullen overgaan. Dit zal, meende dr. Van Peursen, moeten leiden tot nieuwe vormgeving aan het internationaal sa menleven der volkeren. Nieuwe vormén van communicatie tussen dt cultuurkringen zijn nodig, waarbij het zich inleven in een an dere mentaliteit, in een andersoortig „wereldontwerp" centraal moet staan. Een fundering van eigen taal, denken en houding in de antithese is hierbij, volgens prof. Van Peursen po litiek onbruikbaar en theologisch on juist. De ontdekking der atoomkracht bete kent tevens, in vreedzaam verband, de definitieve overgang van een agrarisch naar een industrieel levenspatroon, ook voor de afro-aziatische landen. Tegen over een meer traditioneel denken dient het inventieve denken te worden bevorderd. Daarbij verplaatst zich het zwaartepunt van materiaal, personeels sterkte e.d. naar het organisatievermo gen. In de totale richting, die het inter- 0 VOWEL DE Wereldraad van Ker- ken als de Rooms-Katholieke Kerk hebben in internationaal ver band een oproep doen uitgaan tot deelname aan de gebedsweek om de eenheid der christenen. Dit samen gaan is een opmerkelijk feit. Welis waar gebruikt men in r.k. kring an dere gebedsteksten dan in prot. kring, maar de intentie is duidelijk gericht op dezelfde eenheid. In meerdere plaatsen zullen protestanten en rooms- katholieken trouwens gezamenlijke gebedssamenkomsten houden. De gebedsweek om de eenheid der christenen wordt dit jaar voor de 52ste maal gehouden. Het begon in 1908: een jaar waarin op kerkelijk terrein geen enkel perspectief van toenadering te bespeuren viel. In ons land hadden protestantse kerken als Herv. Kerk en Geref. Kerken practisch geen aan dacht voor elkaar, laat staan voor de R.K. Kerk. In het buitenland was het al niet anders. Pas na 1918 begon men in brede kring de roeping tot eenheid te ver staan. In wereldoorlog-I hadden de ker ken bijna uitsluitend nationaal gedacht en gehandeld. Ze waren daarbij zelfs nog niet toegekomen aan de éérste no tie van internationale verbondenheid. Na de verschrikkingen van de oorlog leerde men dit zien als een gemis. Zo werd uit een echt schuldbesef de be weging geboren, die zich richt op de oecumene waarvan Lucas 4 5 spreekt: de gehele bewoonde wereld. Overgang werd overdracht INITIATIEFNEMERS tot de sebeds- -t week om de eenheid der christenen waren twee anglicaanse geestelijken uit Engeland. Eén daarvan ging later over naar de Rooms-Katholieke kerk en me nige protestant zal bij het vernemen van dit gegeven uitroepen, dat al dat eenheidsstreven daar altijd o-p uit loopt Er zou echter óók gesteld kunnen worden, dat deze overgang de basis van de gebedsweek verbreedde, want de vroegere dominee Watson nam zijn idee mee. Zijn overgang werd overge bracht en zo kreeg het initiatief ook aandacht binnen de R.K. kerk. Aan de rooms-katholieke deelname aan de gebedsweek is echter vooral de naam verbonden van pa 'er Couturier uit Lyon, door Gunnar Rozendaal wel aangeduid als: „de grootste apostel der christelijke eenheid". Zijn gebed" voor de eenheid der christenen betekende niet, wat het voor vele rooms-katholie- ken was en soms nog altijd is: het ge bed voor de terugkeer van de dwalen- den in de schoot der (r.k.') Moeder kerk. In die opvatting verzamelde pa ter Couturier een kring van gelijkffe- zinden om zich heen, waarvan de lei ding na zijn overlijden overging op pa ter Michalon, eveneens uit Lyon. Vanaf 1935 heeft pater Couturier zich ingezet voor een betere verstandhou ding onder de christenen. Hij werd daarbij gedreven door zijn grote idee: in de muur der scheidingen een bres te schieten door het gebed om eenheid. Géén eenheid in de richting van een bestaande kerk! Centraal staat bij de gebedsweek nog altijd liet gebed, dat pater Couturier formuleerde: „Moge de zichtbare eenheid van het Rijk Gods tot stand komen op een wij ze. die Christus wil en door middelen die Hij zal kiezen". Ontmoeting is er DIT BETEKENT dat de vorm van de eenheid duidelijk ondergeschikt is aan het verlangen ernaar. Het gaat niet om de vraag wie er aan zijn menselijke trekken komt, maar om een menselijk bewijs van vertrouwen dat de eenheid er komen :al ondanks ons en onze principes. Merkwaardig is dat in dat verhand dingen mogelijk zijn, waaraan men en kele tientallen jaren terug niet eens durfde dénken. Vorig jaar hield de (in terkerkelijke) Couturier-kring in Haar lem in de gebedsweek een bijeenkomst over het thema: „Wat verwachten pro. testanten en rooms-katholieken van de ontmoeting?" De ontmoeting is er namelijk. In die zelfde gebedsweek was er in de Grote Kerk van Zwolle een gemeenschappe lijke bijeenkomst onder het thema: .Verdraagt elkander in liefde". Steeds meer dringt de opvatting door, dat men niet over elkaar kan spreken zón der elkaar te kennen Protestantse en r.k. theologen treffen elkaar in ons land dan ook vrij regelmatig. Ook de theologische studenten onderhouden over en weer goede contacten. Nieuw denken BINNEN DE PK. kerk valt voor pro testanten een nieuwe wijze van theologiseren te onderkennen, die zich weer direct op de Bijbel oriënteert en zich afwendt van scholastiek en Aristo- teles. Ook de leek in de R.K. kerk krijgt meer en meer de Bijbel in han den. Zo hebben protestanten en rooms-ka tholieken in Den Haag een gezamenlij ke Bijbelactie gevoerd, waarin Rotter dam volgende maand zal volgen. In andere steden (Eindhoven, Assen, Amersfoort, Zaandam o.a.) werden door beide groepen gemeenschappelijke ac ties georganiseerd onder de duidende titel: „Hoe lezen we de Bijbel?". Er is in onze tijd veel beweging... als werk van de Heilige Geest, die le ven wekt waar wij geen groei voor mogelijk hielden. nationale leven in politiek-economisch en cultureel opzicht inslaat zullen ideo logische factoren een -steeds grotere rol gaan spelen. Er zal een ingrijpender ontmoeting der wereldreligies moeten plaatsvinden, inclusief het communis me. Prof. Van Peursen zei ten slotte dat op het gebied van politiek, recreatie en arbeid massificatie zal optreden, maar dat niettemin de persoonlijke houding van de leidende figuren een grotere rol zal gaan spelen. Prof. Diepenhorst meende dat het vraagstuk van de oorlog op het ogen blik in Nederland niet de belangstelling krij-gt, waarop het recht heeft. Te ve len zijn niet voldoende op de hoogte van d-e betekenis van NATO en West-Euro- pese Unie. Nadat prof. Diepenhorst had verklaard dat er een ingrijpend verschil is tussen een oorlog, gevoerd met nucleaire en en met conventionele wapenen, merk te hij op dat in het westen vrij alge meen een afkeer bestaat voor het ge bruik van nucleaire wapenen. De historie heeft echter tot op -heden uitgewezen dat nimmer een wapen, om dat het te afgrijselijk was, ongebruikt bleef. Prof. Diepenhorst merkte op dat vast gehouden dient te worden aan een nor matieve beoordeling van de oorlog als zodanig en van iedere oorlog afzonder lijk en de kerken zullen zich aan die beoordeling z.i. niet kunnen onttrekken. De hoogleraar zei tenslotte dat wie atoombewapening afwijst, het de onrechtvaardige staat mogelijk maakt te doen wat hij wenst. Wie echter atoombewape ning aanvaardt, heeft niet de zekerheid dat zij een oorlog ver hoedt, zomin als de zekerheid dat zij het recht zal dienen. Een beroemde Amerikaanse predi kant, professor in de theologie, radio spreker, schrijver enz. vertelde dat hij één keer in zijn leven „met zijn mond vol tanden" stond, weet De Strijd kreet, het orgaan van het Leger des Heils: Hij had gepreekt voor een stamp volle kerk over een onderwerp dat hem recht uit het hart kwam: de te dere zorg van God voor ieder onzer, Die elk geeft wat hij nodig heeft, nu eens zonneschijn, dan weer schaduw. „V weet dat rozen zonneschijn no dig hebben", illustreerde hij „en he- liantroop en geraniums ook; maar een fuchsia groeit weer het best in de schaduw...." Enzovoorts. Na afloop van die dienst, net toen hij op het punt stond in de auto te stappen, kwam er een oud dametje op hem toe. „O, dominee", zei ze, en drukte hem toorm de hand, „ik ben u toch zo dankbaar voor uw preek van vanmorgen." „Zo, mevrouw", zei de dominee, „heb ik u tot steun mogen zijn in de zorgen van het leven?" Zei het dametje: „Nee, dat niet, maar ik toeet nu waarom mijn fuchsia het zo slecht deed..." In het blad „Organist en Eredienst", orgaan van de Ge reformeerde Organisten Vereni ging komt een artikel voor onder het opschrift: „Zijn de gezangen in opmars?" Schrijver van dit artikel heeft gedurende twee-en een-half jaar de zg. psalmbrief- fes verzameld om te komen tot een overzicht van het gebruik der psalmen en gezangen in de eredienst. De briefjes waren af komstig van ongeveer 20 predi kanten. Op dé 126 briefjes wa ren er zes waarop geen enkel gezang voorkwam. Verder be vatten zij in totaal 947 opgaven, waarvan 673 psalmen en 274 ge zangen. Gerekend naar de ver houding 150 psalmen en 59 (ge ref.) gezangen hebben de ge zangen verhoudingsgewijs reeds een voorsprong. Bij het letten op de psalmen en gezangen die niet op de briefjes voorkwamen werd deze voorsprong nog vergroot want bij de psalmen was dit 30 procent en bij de gezangen 10 procent. De schrijver conclu deert daaruit dat de gezangen inderdaad in opmars zijn in de Gereformeerde Kerken, temeer daar vaak een gezang gekozen wordt, waar een psalmvers, dat hetzelfde thema bezingt soms meer op zijn plaats geweest was. MIDDELBURG. Blijkens een be richt in de Staatscourant maakt de voorzitter van het centraal stembureau ter verkiezing van de leden van de Provinciale Staten van Zeeland, te Mid delburg, bekend dat bij besluit van het centraal stembureau van 15 januari 1962 de volgende politieke groeperingen voor de verkiezing van de leden der Staten zijn geregistreerd: no. 9 Positief Christelijk Nationale Unie, no. 10 Paci fistisch Socialistische Partij (PSP), no 11 Partij van Vrije Burgers. Volgende week donderdag wordt in Goes (bioscoop Grand) de gezins film ,fle laatste passagier" vertoond. Dit is de eerste door de Christelijke Filmactie gemaakte film, die is op genomen in Beesterzwaag en Rot terdam. Een hond speelt in deze film een belangrijke rol. Foto: twee hoofdrolspelers. door L van Wallenburg Hoe dikwijls wordt deze uitdrukking ben. Ze moesten leven van giften en niet gebruikt. Als iemand goed zijn mond kan roeren, niet om woorden ver legen is, zijn belangen flink weet te verdedigen, wordt hem (haar) wel toe gevoegd: „Je kunt praten als Brug man!" Wie die beroemde Brugman is geweest, weet zo goed als niemand. In 1454 treffen we hem aan te Sluis. Hij is dus ook nog een poosje Zeeuw geweest. Nu ja, Zeeuw gold voor die tijd eigenlijk niet. Toen behoorden Sluis en het tegenwoordige Zeeuwsch-Vlaan- deren. bij het graafschap Vlaanderen. Naar het klooster Johannes Brugman werd geboren te Kempen, dat tot het aartsbisdom Keu len behoorde. We moeten deze plaats dus niet verwarren met de Belgische landstreek Kempen ten zuiden van het tegenwoordige Noord-Brabant. Wanneer hij precies geboren werd is niet bekend, maar het moet omstreeks het jaar 1400 geweest zijn. In zijn jeugd zal hij wel kennis opgedaan heb ben in eén kloosterschool. Hij kiest de orde der Francisoanen, genoemd naar de vrome kerkvader Franciscus van Assisi, die deze monnikenorde heeft ge sticht. Ze werden ook wel Minderbroe ders genoemd. Bij de Observanten voegt hij zich, dat is een afdeling van deze orde, die zich streng aan de regels en verordeningen houdt. Maar in die da gen is er in veel kloosters weinig vroomheid en ware godsvrucht te vin den. Integendeel, onder de monniken heerst grote losbandigheid, het jagen naar wereldse dingen en het verlangen naar eer en rijkdom. Pater Brugman doet met zijn broederskornuiten mee, zoals hij zelf zegt: „Rijcheit ende lol heb ic ghemint Ende idelheit uutver- coren. Int jaghen bin ik dus verblint, Den wech heb ic verloren." In Zierikzee leefden deze Minderbroe ders zo -losbandig en gaven zoveel aan stoot, dat het stadsbestuur hun de huur moest opzeggen om op die manier van de goddeloze bende verlost te wor den. Een zekere Dirk Oudergeeste werd zelfs door een andere monnik doodge slagen. Van zichzelf zegt Brugman dat hij de weg heeft verloren. Maar hij is tot verandering gekomen en heeft de goe de weg weer teruggevonden. „I-c wil gaen avonturen Te gaen een anderen ganc, Al solt mi werden sure Och, ewich is so lane!" Reizend prediker De goede weg die hij zelf gevonden heeft wil hij ook aan anderen wijzen: hij wordt een reizende volksprediker. Daartoe verlaat hij het klooster St. Omèr in Noord-Frankrijk, waar hij ver-' scheidene jaren heeft doorgebracht. Hier was hij lector, gaf onderwijs aan leerlingen van de kloosterschool, studeerde hard en vertoefde afwisse lend in de school en de kloostercel. Nu vertrekt hij noordwaarts naar ons land. Daar vinden we hem in 1454 als gardiaan (overste) van het Observanten- i klooster te Sluis. Lang is hij hier niet geweest. Hij trekt de Schelde over en we vinden hem in Groningen en Fries land, in Deventer en Amsterdam. De orde van de Franciscanen was een orde van bedelmonniken. De mon niken moesten niet alleen de persoon lijke belofte van armoede afleggen, ook het klooster mocht geen bezittingen heb- schenkingen. Zo trekt pater Brugman onze landen door. Langs -slechte wegen en meestal te voet. Zwak van lichaam is hij in wendig vol vuur. „Een medearbeider des Allerhoogsten in het terugbrengen der zielen tot hun Schepper." Overal trekt hij volle kerken en als hij tot het volk op de markten en plei nen spreekt, is er een talrijk gehoor dat met grote aandacht luistert. Hij heeft een stem als een klok en bijzon dere redenaarstalenten, vandaar de uit drukking: praten als Brugman. Hij roept het volk op tot bekering en hei liging van het leven. Vooral tegen de speelzucht uit die dagen verheft hij zijn stem. Iedereen gokte en dobbelde, in alle grotere plaatsen waren dobbel scholen, een soort speelbanken. Met als gevolg bij velen armoede, twist, haat, dronkenschap, echtbreuk. Ziel en li chaam werden er door verdorven. Ook predikt hij tegen de ontheiliging van de zondag, als de mensen liever in de herberg dan in de kerk zitten. Ook zijn er te veel heiligendagen, aanleidin gen tot feesten en uitspattingen, zon der dat men zijn leven aan dat van die zogenaamde heilige toetst. Iemand heeft een woordspeling op zijn naam Brugman gemaakt. „De man die de brug slaat van de onrust der stormachtige levenszee tot de kalme haven des eeuwigen behouds." We treffen pater Brugman meerma len aan te Deventer. Daar was ruim een halve eeuw terug door Geert Groo- te een orde gesticht die bekend is on der de naam Broeders des Gemenen Levens. Wel leefden ze gemeen, d.w.z. gemeenschappelijk, maar het was geen monnikenorde, ze hadden niet de kloos tergelofte afgelegd. Tot hen behoorde ook Thomas a Kempis, de schrijver van het veel gedrukte boekje „De navol ging van Christus." Vrome mannen waren het, met dezelfde geest bezield als Johannes Brugman. Voorlopers der Hervorming worden ze genoemd. Dit zouden we ook wel van pater Brugman kunnen zeggen. Hij sluit nauwe vriend schap met deze Broeders des Gemenen Levens en vertoeft dikwijls in hun mid den. Door zijn kloostergelofte was hij nu eenmaal verbonden aan de orde der Franciscanen, anders zou hij zich on getwijfeld bij deze gelijkgerichte groep hebben aangesloten. In 1473 is Johannes Brugman na een zwervend leven van 20 jaar boe- te-prediking gestorven. Behalve rede naarstalenten had hij ook dichtersgaven. Een paar van zijn geestelijke liederen worden nog wel gezongen, b.v. „Ik heb gejaagd wel- jaren lang om goed en vroom te leven evenals „Ik wil mij gaan vertroosten In Jesu lijden groot." Ook heeft hij een uitvoerig boek ge schreven over het leven van Jezus. Bij de genadeverkondiging gebruikt ds. P. van den Beukei te Dinteloord 's zondags een formulering, die blijk baar vragen opriep. In het Kerkblad van de gereformeerde kerken in Noord-Bra bant stelt hij zijn gemeentenaren ge rust. Zoals u weet, zeg ik na de schuld belijdenis altijd: Aan allen, die aldus berouw hebben en Jezus Christus zoe ken tot hun heil, verkondig ik dat de vergeving der zonden geschied is, in de naam des Vaders en des Zoons en des Heiligen Geestes. Het leek sommigen wat al te een voudig om zomaar even een versje te zingen en dan meteen te kunnen ho ren, dat je zonden weer vergeven zijn, en zo rees de vraag: is het tegen woordig al zo, dat de dominee de zonden kan vergeven? Men ziet hier blijkbaar een nieuwigheidje in van een jonge dominee. Zulke nieuwigheid- jes, dat spreekt bij voorbaat al van zelf, kunnen niet op tegen de degelijk heid van wat men vroeger deed. Vandaar dat ijt, toen deze geruchten mij bereikten, mij haastte' om te speu ren naar de bron van deze formule, want ik realiseerde mij dat ik zeer zwak stond wanneer mocht blijken dat de bron een troebele zou zijn. Wie schetst mijn opluchting en voldoening, toen ik bemerkte dat reeds Calvijn deze formule gebruikte. Nietwaar, wie zich in zulk gezelschap bevindt, hoeft niet te vrezen. Dat doe ik dan ook niet meer! Een gelukkige bijkomstig heid van dit alles is dat, nu de naam van Calvijn aan deze formule verbon den blijkt te zijn, ik mag verwachten dat men ook pogingen zal doen om die formule te begrijpen. Dat kun je natuurlijk niet verwach ten, wanneer het er ook maar even de schijn van heeft dat een dergelijke formulering een vrucht is van jeugdi ge vervlakking. De kerkeraad van de Gereformeer de Kerk te Boechout in België verga derde op maandag 8 januari voor de honderdste maal. In sobere woorden herdacht de praeses de instituering en de groei van deze kerk en bracht hij dank aan God voor de zegen, die ver spreid mocht worden. Om het feit luis ter bij te zetten, was voor -soep met worst gezorgd, waaraan de kerkeraads- leden zich tegoed deden. In de loop van deze maand hoopt men over te gaan tot plaatsing van het nieuwe orgel in de Gereformeerde Kerk van Aardenburg (Z. VI.). Oorspronke lijk zou dit vóór de kerstdagen geschied zijn, doch doordat de pijpen niet klaar waren kon de bouwer niet tot plaatsing overgaan. Illllllllllllllllllllllll iiiiitiiiiiiiiiiiiiiiniiii ITÉN der eerste zaken, waar- mee de op 8 januari in Apel doorn heropende generale sy node van de Gereformeerde Kerken zich bezig hield, was een schrijven van ds. Th. Delle- man te Groningen, waarin hij de synode verzocht enkele depu- taten te benoemen met de op dracht na te gaan in hoeverre of in welk opzicht de uitspraken van de synode van Assen 1926 nog bindend zijn. Tijdens de dis cussie hierover kwam overdui delijk uit, dat er binnen de Ge reformeerde Kerken ten aan zien van de besluiten van Assen bij verschillende personen een gewetensnood ontstaan is, om dat zij zich niet meer aan As sen gebonden achten. Dit is trouwens niet alleen in de Gere formeerde Kerken het geval, want ook in de vrijgemaakt Ge reformeerde Kerken zijn de laatste tijd stemmen opgegaan, die het met de besluiten van As sen allerminst eens blijken te zijn. Zo betreft het hier dus een kwestie die zowel in de vrijge maakt als de niet-vrijgemaakt Gereformeerde Kerken speelt. Om een goed inzicht te krijgen in de materie is het nuttig ons even in de ge schiedenis te verdiepen, want meestal is het zo, dat „Assen" voor velen niet meer is dan een begrip dat ergens samenhangt met het spreken van de slang in het paradijs en zou er dus op deze synode gehandeld zijn over de slang en het spre ken daarvan. De zaak zo te stellen is wel een zeer drastische vereenvoudiging, waar hij de lijnen scheef getrokken worden en de zaak zelf belachelijk gemaakt. Het ging op deze synode om de behan deling van enkele bezwaren van confes sionele aard, die waren ingebracht tegen dr. J. G. Geelkerken te Amsterdam-Zuid. Deze had namelijk in een preek over de zondeval het volgende gezegd: „Het ontstaan van de zonde in ons ge slacht niet du6 de allereerste oorsprong van de zonde in het heelal, waarover wij zoeven spraken wordt ons medegedeeld in het derde hoofdstuk van Genesis. Ik weet wel, dat dit gedeelte der Heilige Schrift ons voor eigenaardige moeilijk heden plaatst. Zo spreekt het van de staat der rechtheid, en dus van een tijdperk in de geschiedenis der mensheid, dat aan haar geschiedenis, zoals wij die alleen kennen, namelijk in zonde, voorafgaat. En gelijk van de staat der heerlijkheid hiernamaals, van de hemel, zo kunnen wij ook van die staat der rechtheid ons alleen een voorstelling maken met behulp van wat wij kennen in deze bedeling. Als God ons dan ook daaromtrent Zijn Open baring geeft, dan spreekt Hij daarover, cn van die' staat der hemëlse heerlijkheid èn van die staat der rechtheid, in bewoor dingen aan onze tegenwoordige aardse bedeling ontleend. Anders zouden wij er niets van kunnen vatten, en zou Hij tot DOOR ds. IV. C. van Hattem te Terneuzen ons spreken zoals iemand tot een blinde, een blindgeborene spreekt over de kleu ren. Ook is bet vaak moeilijk uit te maken, lioe allerlei bijzonderheden, die Genesis 3 ons bericht, moeten worden uitgelegd, en er zijn schier evenveel „verklaringen" als geleerde uitleggers. Denk maar aan de „boom der kennis des goeds en des kwaads", „de slang en haar spreken", „de boom des levens" enz. Doch de gemeente late zich door dit alles niet van de wijs brengen. Vast staat, dat wij in Genesis 3 de goddelijke bekend making hebben van èen historisch feit, het feit van de zondeval, die heeft plaats gehad aan het begin, der geschiedenis van het menselijk geslacht Dr. Geelkerken hoewel geen eigen uitleg van de eerste hoofdstukken van de Bijbel hebbend bleek van mening te zijn, dat wat betreft deze materie er vrij heid moest zijn voor hen die van de traditionele uitleg wensten af te wijken. Niet wat betreft het feit van de zondeval, maar wel ten aanzien van de vorm waarin deze is overgeleverd. Dit omdat wij im mers geen kennis van de staat der recht heid hebben en alles wiat God ons daarover openbaart tot ons komt in bewoordingen die ontleend zijn aan onze tegenwoordige staat. De synode van me ning zijnde dat hierdoor het Schriftgezag werd ondermijnd kon deze visie van dr. Geelkerken niet delen en legde aan hem een verklaring ter ondertekening voor, die dr. Geelkerken op zijn beurt slechts met bepaalde restricties kon onderteke nen. Toen de synode hiermede geen ge noegen wilde nemen antwoordde dr. Geelkerken, dat het hem des te meer onmogelijk was om te tekenen, waarop de schorsing van hem volgde en toen de kerkeraad van Amsterdam-Zuid dit schorsingsbesluit niet erkende het con flict was geboren. De verklaring waarvan de ondertekening van dr. Geelkerken gevorderd werd, be vatte de uitspraak van de synode, die als volgt luidde: „dat de boom der kennis des goeds en des kwaads, de slang en haar spreken en de boom des levens naar de klaarblijke lijke bedoeling van bet Schriftverhaal in eigenlijke of letterlijke zin zijn op te vatten en dus zintuigelijk waarneembare werkelijkheden waren; en dat derhalve de mening van dr. Geelkerken als zou men disputabel kun nen stellen of deze zaken en feiten zin tuigelijk waarneembare werkelijkheden waren zonder met het in art. 4 en 5 der Nederlandse Geloofsbelijdenis beleden gezag der Heilige Schrift in strijd te ko men, moet worden afgewezen." In bet licht van deze synode-uitspraak zien wij, dat het een onjuiste vereenvou diging is om te doen alsof het in Assen om de al dan niet sprekende slang ging. Het ging in Assen om bet gezag van de Heilige Schrift. Daarom is ook nu weer, toen het schrijven van ds. Delleman ter tafel kwam, vanuit de vergadering het woord Schriftgezag gevallen. Vandaar ook dat de synode tot de conclusie kwam. dat de draagwijdte van de in dit schrijven aangeroerde zaken niet op korte termijn is te overzien en deswege overging tot de benoeming van een aantal deputaten, die zo mogelijk op de volgende synode van advies zullen dienen. De grote moeilijkheid schuilt 0.1. hierin, dat in Assen een uitspraak gedaan is ten aanzien van het gezag van de Heilige Schrift, welke volgens sommigen nu in conflict komt met de exegese. Met andere woorden: door de uitspraak van Assen, waarin het om het Schriftgezag ging, wordt de exegese belemmerd. Men, hoort wel eens de vraag opwerpen of de "Gere formeerde Kerken onder de huidige om standigheden zich nog wel aan een uit spraak als die van Assen zouden wagen. Toch zijn we van mening, dat deze vraag stelling even foutief is als de simplifice ring van het besluit van Assen, zoals we boven geschetst hebben. Het ging in As sen om het Schriftgezag, nu gaat het om de vrijheid van exegese. Hier ligt een principieel verschil. Dat door de uit spraak van Assen deze vrijheid door sommigen als beknot gezien wordt, ligt dan ook niet in de uitspraak, die in As sen gedaan werd, doclr eerder in de vorm waarin deze uitspraak gegoten werd. Zo als uit de publicaties van hen, die bezwa ren tegen de binding van Assen hehben, blijkt, willen zij allerminst het Schrift gezag in twijfel trekken. Zowel prof. dr. K. J. Popma, prof. dr. J. F. v. d. Flicrt, ds. Delleman en de andere in de discussie betrokken gereformeerde en vrijgemaakt- gereformeerde predikanten denken er ook maar in het minst aan om ten aanzien van het Schriftgezag iets te laten vallen. Dat maakt de zaak er niet makkelijker op, daar nu niet met een eenvoudige wit- zwart redenering kan worden volstaan, maar gedegen studie en bespreking nodig zal zijn. Wij achten daarom de beslissing van de generale synode der Gereformeer de Kerken een wij» besluit. En Haman somde hun op zijn grote rijkdom en zijn zo nen en de eer, waarmee de koning hem overladen had, en zijn verheffing boven de vor sten en dienaren van de ko ning. Bovendien Esther 5 11 Opscheppers zijn de verve lendste van alle mensen. Ze hebben het altijd over zichzelf en hun voortreffelijkheden. Al tijd hetzelfde onderwerp. Toch hebben ze gezelschap: de men sen met de stroopkan, die hun kans waarnemen. Zo'n opschepper was Haman. Hij was wat „gefrustreerd" (om het modewoord te gebrui ken) door het optreden van Mordechaï of, om het maar gewoon te zeggen: in zijn ijdel- heid gekrenkt. Haman wilde genoegdoening: niet alleen het leven van Mor dechaï maar van heel het Jood se volk moest tot eerherstel van de „grote" Haman geof ferd worden. Want opscheppers zijn niet alleen vervelend, ze zijn ook wreed en gevaarlijk. Ze kennen geen grenzen. De gekrenkte Haman roept zijn vrienden bijeen en zijn vrouw Zeres binnen. „En Ha man somde hun op zijn grote rijkdom en zijn zonen en de eer, waarmee de koning hem overladen had en zijn verhef fing boven de vorsten en diena ren van de Koning. Boven dien Zo'n opschepper! En dan krijgt Haman advies van zijn vrouw en vrienden in de zaak Mordechaï. Een hoge paal moet worden opgericht....; daar zal het mannetje Morde chaï aan gespietst worden tot meerdere glorie van Ha man. Haman slikt de stroop! We kennen het einde van de opgeblazen wreedaard. Hij wordt de heraut van de erestoet, die hij zichzelf toebedacht had. En hij wordt aan zijn eigen paal gespietst. Hoogmoed komt voor de val. Het is niet zo erg, als de ménsen ons uitlachen. Maar het is vreeslijk, als Die in de hemel zetelt, ons belacht. Hamans hoovaardij was he meltergend. Maar de hemel gebruikt Haman tot verstevi ging van de positie van Gods volk in ballingschap. Een vreselijke ziekte is dat: die opgeblazenheid! Zijn wij er vrij van? Vechten we niet vaak voor ons konink rijkje? Zijn we niet vaak ver vuld van onze grootsheid? Dan lachen de mensen ons uit (achter onze rug)! En ze smeren ons stroop in het ge zicht! Maar het ergste is: de hemel belacht ons! Laten we wijs zijn en niet eigenwijs. En God, Die te vre zen is, in ootmoed dienen, en onder de mensen zijn als die nenden. De minste zal de mees te zijn. „Want de Heer is verheven, en Hij aanschouwt de nederi ge, maar de hovaardige kent Hij van verre." J. KOOLSTRA Kruiningen

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1962 | | pagina 7