Kerken zullen over oorlogen
een oordeel moeten geven
SCHRIFTGEZAG EN EXEGESE
PROF. DIEPENHORST OP STUDENTENCONFERENTIE:
DE LAATSTE PASSAGIER
„Gebed kan bres schieten
in muur der scheidingen"
wanbelinqen öoor be zeeuwse histORie
Praten als Brugman
Qvwlmkihi
HULP VAN CALVIJN
Verplaatsing zwaartekracht
naar organisatievermogen
o
Diakencursussen
in Zeeland
Weekend Levensstijl
Zendelingen uitgewezen
Overgang
Gebedsweek om eenheid der christenen
Afkeer, maar toch.
Dominee/bloemist
Opmars der gezangen?
I Zo'n opschepper
Aanleiding
Het besluit
Zaterdag 20 januari 1962
ZLLUWSUi DAGBLAD
Bag. 7
De gereformeerde diakenen in Zee
land zullen dit jaar in staat gesteld
worden deel te nemen aan de diaken
cursussen, die uitgaan van het Algemeen
Diakonaal Bureau en de Stichting voor
Gereformeerde Sociale Arbeid. Deze cur
sussen. die de diakenen zo goed moge
lijk willen oriënteren over allerlei vra
gen waarvoor zij in hun ambtswerk ge
steld worden, zullen in de maanden
januari, februari en maart worden ge
houden in zes verschillende plaatsen. De
onderwerpen, die besproken zullen wor
den zijn: ,,Het diakenambt en de Hei
lige Schrift", ,,De diaken en het maat
schappelijk werk", ,,de diakonale prak
tijk en de sociale verzekering".
CADZAND In het vormingscentrum
„Hedenesse" worden in totaal vijf week-
TN de toekomst zal het aart God meer gehoorzaam zijn.dan aan de
A mensen in verband met de moderne oorlog waarin atoom
wapens worden gebruikt aan de belijders van de Christelijke
godsdienst weer groter moeilijkheid brengen dan lange tijd het
ends gehouden die als thema "hebben geval was, heeft prof. mr. dr. I. A. Diepenhorst gisteren verklaard
o'pgezet^ dóorde ^ermmde Jeugdraad °P de dertiende studentenconferentie van de Nationale Organisatie
van Middelburg en „Hedenesse", voor van Anti-Revolutionaire Jongeren-Studieclubs, die in Huis ter Heide
16 -aar e^ouder.016" bedrljven van wordt gehouden. Deze conferentie wordt vandaag voortgezet met
Tijdens het weekend, dat vandaag be- een discussie over de actuele binnenlandse politiek. De studenten i
fnntjonge emenesenTrXn Tettvef- zulIen hierover in discussie treden met dr. W. P. Berghuis, voor.
tellen over de normen, zeden en gewoon- zitter van het Centraal Comité van A.R.-kiesverenigingen,
ten uit hun eigen land en die vergelij-
ken met die van de Nederlandse jeugd,
se jbngeren weinig van de Surinaamse
Over het algemeen weten de Nederland
en Ambonese jeugd en ook niet veel
van de moeilijkheden bij repatriëring
en de andere levenswijze hier.
De bedoeling is dus om door het ge
sprek met jongeren met een andere le
vensstijl zich bezig te houden met eigen
levenshouding en in het kontakt weder
zijds begrip te kweken.
Nadat de goeverneur van Nigeria in
de assemblee van de Wereldraad van
Kerken een scherpe aanval gedaan had
op de Nederduits Gereformeerde Ker
ken in Zuid-Afrika en op de zendelingen,
die in Afrika werkzaam zijn, in het al
gemeen, heeft de regering van Noord-
Nigeria besloten om de nog in dit ge
bied aanwezige zendelingen van die Ned.
Geref. Kerk uit te wijzen. De aanwezi
ge zendelingen waren nog in Nigeria
aanwezig ter afwikkeling en overdracht,
daar die N.G. Kerk haar zendingsge-
bied in het Tivland reedis in november
jl. overdroeg aan de zending van de
Christian Reformed Churches in Ameri
ka. Meer dan vijftig jaar hebben zen
delingen van de N.G. Kerk met liefde
en offervaardigheid en onder grote ze
gen in het Tivland mogen arbeiden. Zii
stichtten vele scholen, ziekenhuizen, le
prakolonies enz., zij zorgden voor een
bijbelvertaling in de Tivtaal en voor de
instituering van een autonome Tivkenk
onder plaatselijke leiding van niet-blai»
ke predikanten. Nog bij de zelfstandig'
wording van Nigeria had de regering
uitgesproken grote waardering te heb
ben voor de arbeid van de zending der
N.G. Kerk en werd de verzekering ge
geven, dat het werk op dezelfde voet
zou kunnen doorgaan.
Op de conferentie is gisteren uitvoe
rig gesproken over de atoombewape
ning en allerlei vraagstukken, die daar
mede verband houden. Referenten wa
ren de hoogleraren I. A. Diepenhorst
en C. A. van Peursen.
Prof. Van Peursen merkte o.a. op dat
het ontdekken van de atoomkracht in
de lijn der wetenschappelijke ontwikke
ling ligt en hij zei van mening te zijn
dat de kleinere landen na verloop van
tijd ook tot atoombewapening zullen
overgaan. Dit zal, meende dr. Van
Peursen, moeten leiden tot nieuwe
vormgeving aan het internationaal sa
menleven der volkeren.
Nieuwe vormén van communicatie
tussen dt cultuurkringen zijn nodig,
waarbij het zich inleven in een an
dere mentaliteit, in een andersoortig
„wereldontwerp" centraal moet
staan. Een fundering van eigen taal,
denken en houding in de antithese is
hierbij, volgens prof. Van Peursen po
litiek onbruikbaar en theologisch on
juist.
De ontdekking der atoomkracht bete
kent tevens, in vreedzaam verband, de
definitieve overgang van een agrarisch
naar een industrieel levenspatroon, ook
voor de afro-aziatische landen. Tegen
over een meer traditioneel denken
dient het inventieve denken te worden
bevorderd. Daarbij verplaatst zich het
zwaartepunt van materiaal, personeels
sterkte e.d. naar het organisatievermo
gen. In de totale richting, die het inter-
0
VOWEL DE Wereldraad van Ker-
ken als de Rooms-Katholieke
Kerk hebben in internationaal ver
band een oproep doen uitgaan tot
deelname aan de gebedsweek om de
eenheid der christenen. Dit samen
gaan is een opmerkelijk feit. Welis
waar gebruikt men in r.k. kring an
dere gebedsteksten dan in prot. kring,
maar de intentie is duidelijk gericht
op dezelfde eenheid. In meerdere
plaatsen zullen protestanten en rooms-
katholieken trouwens gezamenlijke
gebedssamenkomsten houden.
De gebedsweek om de eenheid der
christenen wordt dit jaar voor de 52ste
maal gehouden. Het begon in 1908: een
jaar waarin op kerkelijk terrein geen
enkel perspectief van toenadering te
bespeuren viel. In ons land hadden
protestantse kerken als Herv. Kerk
en Geref. Kerken practisch geen aan
dacht voor elkaar, laat staan voor de
R.K. Kerk. In het buitenland was het
al niet anders.
Pas na 1918 begon men in brede
kring de roeping tot eenheid te ver
staan. In wereldoorlog-I hadden de ker
ken bijna uitsluitend nationaal gedacht
en gehandeld. Ze waren daarbij zelfs
nog niet toegekomen aan de éérste no
tie van internationale verbondenheid.
Na de verschrikkingen van de oorlog
leerde men dit zien als een gemis. Zo
werd uit een echt schuldbesef de be
weging geboren, die zich richt op de
oecumene waarvan Lucas 4 5 spreekt:
de gehele bewoonde wereld.
Overgang werd overdracht
INITIATIEFNEMERS tot de sebeds-
-t week om de eenheid der christenen
waren twee anglicaanse geestelijken uit
Engeland. Eén daarvan ging later over
naar de Rooms-Katholieke kerk en me
nige protestant zal bij het vernemen
van dit gegeven uitroepen, dat al dat
eenheidsstreven daar altijd o-p uit
loopt
Er zou echter óók gesteld kunnen
worden, dat deze overgang de basis
van de gebedsweek verbreedde, want
de vroegere dominee Watson nam zijn
idee mee. Zijn overgang werd overge
bracht en zo kreeg het initiatief ook
aandacht binnen de R.K. kerk.
Aan de rooms-katholieke deelname
aan de gebedsweek is echter vooral de
naam verbonden van pa 'er Couturier
uit Lyon, door Gunnar Rozendaal wel
aangeduid als: „de grootste apostel der
christelijke eenheid". Zijn gebed" voor
de eenheid der christenen betekende
niet, wat het voor vele rooms-katholie-
ken was en soms nog altijd is: het ge
bed voor de terugkeer van de dwalen-
den in de schoot der (r.k.') Moeder
kerk. In die opvatting verzamelde pa
ter Couturier een kring van gelijkffe-
zinden om zich heen, waarvan de lei
ding na zijn overlijden overging op pa
ter Michalon, eveneens uit Lyon.
Vanaf 1935 heeft pater Couturier zich
ingezet voor een betere verstandhou
ding onder de christenen. Hij werd
daarbij gedreven door zijn grote idee:
in de muur der scheidingen een bres
te schieten door het gebed om eenheid.
Géén eenheid in de richting van een
bestaande kerk! Centraal staat bij de
gebedsweek nog altijd liet gebed, dat
pater Couturier formuleerde:
„Moge de zichtbare eenheid van het
Rijk Gods tot stand komen op een wij
ze. die Christus wil en door middelen
die Hij zal kiezen".
Ontmoeting is er
DIT BETEKENT dat de vorm van de
eenheid duidelijk ondergeschikt is
aan het verlangen ernaar. Het gaat
niet om de vraag wie er aan zijn
menselijke trekken komt, maar om een
menselijk bewijs van vertrouwen dat
de eenheid er komen :al ondanks
ons en onze principes.
Merkwaardig is dat in dat verhand
dingen mogelijk zijn, waaraan men en
kele tientallen jaren terug niet eens
durfde dénken. Vorig jaar hield de (in
terkerkelijke) Couturier-kring in Haar
lem in de gebedsweek een bijeenkomst
over het thema: „Wat verwachten pro.
testanten en rooms-katholieken van de
ontmoeting?"
De ontmoeting is er namelijk. In die
zelfde gebedsweek was er in de Grote
Kerk van Zwolle een gemeenschappe
lijke bijeenkomst onder het thema:
.Verdraagt elkander in liefde". Steeds
meer dringt de opvatting door, dat
men niet over elkaar kan spreken zón
der elkaar te kennen Protestantse
en r.k. theologen treffen elkaar in ons
land dan ook vrij regelmatig. Ook de
theologische studenten onderhouden
over en weer goede contacten.
Nieuw denken
BINNEN DE PK. kerk valt voor pro
testanten een nieuwe wijze van
theologiseren te onderkennen, die zich
weer direct op de Bijbel oriënteert en
zich afwendt van scholastiek en Aristo-
teles. Ook de leek in de R.K. kerk
krijgt meer en meer de Bijbel in han
den.
Zo hebben protestanten en rooms-ka
tholieken in Den Haag een gezamenlij
ke Bijbelactie gevoerd, waarin Rotter
dam volgende maand zal volgen. In
andere steden (Eindhoven, Assen,
Amersfoort, Zaandam o.a.) werden door
beide groepen gemeenschappelijke ac
ties georganiseerd onder de duidende
titel: „Hoe lezen we de Bijbel?".
Er is in onze tijd veel beweging...
als werk van de Heilige Geest, die le
ven wekt waar wij geen groei voor
mogelijk hielden.
nationale leven in politiek-economisch
en cultureel opzicht inslaat zullen ideo
logische factoren een -steeds grotere rol
gaan spelen. Er zal een ingrijpender
ontmoeting der wereldreligies moeten
plaatsvinden, inclusief het communis
me.
Prof. Van Peursen zei ten slotte dat
op het gebied van politiek, recreatie en
arbeid massificatie zal optreden, maar
dat niettemin de persoonlijke houding
van de leidende figuren een grotere rol
zal gaan spelen.
Prof. Diepenhorst meende dat het
vraagstuk van de oorlog op het ogen
blik in Nederland niet de belangstelling
krij-gt, waarop het recht heeft. Te ve
len zijn niet voldoende op de hoogte van
d-e betekenis van NATO en West-Euro-
pese Unie.
Nadat prof. Diepenhorst had verklaard
dat er een ingrijpend verschil is tussen
een oorlog, gevoerd met nucleaire en
en met conventionele wapenen, merk
te hij op dat in het westen vrij alge
meen een afkeer bestaat voor het ge
bruik van nucleaire wapenen.
De historie heeft echter tot op -heden
uitgewezen dat nimmer een wapen, om
dat het te afgrijselijk was, ongebruikt
bleef.
Prof. Diepenhorst merkte op dat vast
gehouden dient te worden aan een nor
matieve beoordeling van de oorlog als
zodanig en van iedere oorlog afzonder
lijk en de kerken zullen zich aan die
beoordeling z.i. niet kunnen onttrekken.
De hoogleraar zei tenslotte dat
wie atoombewapening afwijst,
het de onrechtvaardige staat
mogelijk maakt te doen wat hij
wenst. Wie echter atoombewape
ning aanvaardt, heeft niet de
zekerheid dat zij een oorlog ver
hoedt, zomin als de zekerheid dat
zij het recht zal dienen.
Een beroemde Amerikaanse predi
kant, professor in de theologie, radio
spreker, schrijver enz. vertelde dat hij
één keer in zijn leven „met zijn mond
vol tanden" stond, weet De Strijd
kreet, het orgaan van het Leger des
Heils:
Hij had gepreekt voor een stamp
volle kerk over een onderwerp dat
hem recht uit het hart kwam: de te
dere zorg van God voor ieder onzer,
Die elk geeft wat hij nodig heeft, nu
eens zonneschijn, dan weer schaduw.
„V weet dat rozen zonneschijn no
dig hebben", illustreerde hij „en he-
liantroop en geraniums ook; maar
een fuchsia groeit weer het best in de
schaduw...." Enzovoorts.
Na afloop van die dienst, net toen
hij op het punt stond in de auto te
stappen, kwam er een oud dametje op
hem toe. „O, dominee", zei ze, en
drukte hem toorm de hand, „ik ben u
toch zo dankbaar voor uw preek van
vanmorgen."
„Zo, mevrouw", zei de dominee,
„heb ik u tot steun mogen zijn in de
zorgen van het leven?"
Zei het dametje: „Nee, dat niet,
maar ik toeet nu waarom mijn fuchsia
het zo slecht deed..."
In het blad „Organist en
Eredienst", orgaan van de Ge
reformeerde Organisten Vereni
ging komt een artikel voor onder
het opschrift: „Zijn de gezangen
in opmars?" Schrijver van dit
artikel heeft gedurende twee-en
een-half jaar de zg. psalmbrief-
fes verzameld om te komen tot
een overzicht van het gebruik
der psalmen en gezangen in de
eredienst. De briefjes waren af
komstig van ongeveer 20 predi
kanten. Op dé 126 briefjes wa
ren er zes waarop geen enkel
gezang voorkwam. Verder be
vatten zij in totaal 947 opgaven,
waarvan 673 psalmen en 274 ge
zangen. Gerekend naar de ver
houding 150 psalmen en 59 (ge
ref.) gezangen hebben de ge
zangen verhoudingsgewijs reeds
een voorsprong. Bij het letten op
de psalmen en gezangen die niet
op de briefjes voorkwamen werd
deze voorsprong nog vergroot
want bij de psalmen was dit 30
procent en bij de gezangen 10
procent. De schrijver conclu
deert daaruit dat de gezangen
inderdaad in opmars zijn in de
Gereformeerde Kerken, temeer
daar vaak een gezang gekozen
wordt, waar een psalmvers, dat
hetzelfde thema bezingt soms
meer op zijn plaats geweest was.
MIDDELBURG. Blijkens een be
richt in de Staatscourant maakt de
voorzitter van het centraal stembureau
ter verkiezing van de leden van de
Provinciale Staten van Zeeland, te Mid
delburg, bekend dat bij besluit van het
centraal stembureau van 15 januari
1962 de volgende politieke groeperingen
voor de verkiezing van de leden der
Staten zijn geregistreerd: no. 9 Positief
Christelijk Nationale Unie, no. 10 Paci
fistisch Socialistische Partij (PSP), no
11 Partij van Vrije Burgers.
Volgende week donderdag wordt in
Goes (bioscoop Grand) de gezins
film ,fle laatste passagier" vertoond.
Dit is de eerste door de Christelijke
Filmactie gemaakte film, die is op
genomen in Beesterzwaag en Rot
terdam. Een hond speelt in deze film
een belangrijke rol. Foto: twee
hoofdrolspelers.
door L van Wallenburg
Hoe dikwijls wordt deze uitdrukking ben. Ze moesten leven van giften en
niet gebruikt. Als iemand goed zijn
mond kan roeren, niet om woorden ver
legen is, zijn belangen flink weet te
verdedigen, wordt hem (haar) wel toe
gevoegd: „Je kunt praten als Brug
man!"
Wie die beroemde Brugman
is geweest, weet zo goed als niemand.
In 1454 treffen we hem aan te Sluis.
Hij is dus ook nog een poosje Zeeuw
geweest. Nu ja, Zeeuw gold voor die
tijd eigenlijk niet. Toen behoorden Sluis
en het tegenwoordige Zeeuwsch-Vlaan-
deren. bij het graafschap Vlaanderen.
Naar het klooster
Johannes Brugman werd geboren te
Kempen, dat tot het aartsbisdom Keu
len behoorde. We moeten deze plaats
dus niet verwarren met de Belgische
landstreek Kempen ten zuiden van het
tegenwoordige Noord-Brabant.
Wanneer hij precies geboren werd is
niet bekend, maar het moet omstreeks
het jaar 1400 geweest zijn. In zijn
jeugd zal hij wel kennis opgedaan heb
ben in eén kloosterschool. Hij kiest de
orde der Francisoanen, genoemd naar
de vrome kerkvader Franciscus van
Assisi, die deze monnikenorde heeft ge
sticht. Ze werden ook wel Minderbroe
ders genoemd. Bij de Observanten voegt
hij zich, dat is een afdeling van deze
orde, die zich streng aan de regels en
verordeningen houdt. Maar in die da
gen is er in veel kloosters weinig
vroomheid en ware godsvrucht te vin
den. Integendeel, onder de monniken
heerst grote losbandigheid, het jagen
naar wereldse dingen en het verlangen
naar eer en rijkdom. Pater Brugman
doet met zijn broederskornuiten mee,
zoals hij zelf zegt: „Rijcheit ende lol
heb ic ghemint Ende idelheit uutver-
coren.
Int jaghen bin ik dus verblint, Den
wech heb ic verloren."
In Zierikzee leefden deze Minderbroe
ders zo -losbandig en gaven zoveel aan
stoot, dat het stadsbestuur hun de
huur moest opzeggen om op die manier
van de goddeloze bende verlost te wor
den. Een zekere Dirk Oudergeeste werd
zelfs door een andere monnik doodge
slagen.
Van zichzelf zegt Brugman dat hij
de weg heeft verloren. Maar hij is tot
verandering gekomen en heeft de goe
de weg weer teruggevonden.
„I-c wil gaen avonturen
Te gaen een anderen ganc,
Al solt mi werden sure
Och, ewich is so lane!"
Reizend prediker
De goede weg die hij zelf gevonden
heeft wil hij ook aan anderen wijzen:
hij wordt een reizende volksprediker.
Daartoe verlaat hij het klooster St.
Omèr in Noord-Frankrijk, waar hij ver-'
scheidene jaren heeft doorgebracht.
Hier was hij lector, gaf onderwijs
aan leerlingen van de kloosterschool,
studeerde hard en vertoefde afwisse
lend in de school en de kloostercel.
Nu vertrekt hij noordwaarts naar ons
land. Daar vinden we hem in 1454 als
gardiaan (overste) van het Observanten- i
klooster te Sluis. Lang is hij hier niet
geweest. Hij trekt de Schelde over en
we vinden hem in Groningen en Fries
land, in Deventer en Amsterdam.
De orde van de Franciscanen was
een orde van bedelmonniken. De mon
niken moesten niet alleen de persoon
lijke belofte van armoede afleggen, ook
het klooster mocht geen bezittingen heb-
schenkingen.
Zo trekt pater Brugman onze landen
door. Langs -slechte wegen en meestal
te voet. Zwak van lichaam is hij in
wendig vol vuur. „Een medearbeider
des Allerhoogsten in het terugbrengen
der zielen tot hun Schepper."
Overal trekt hij volle kerken en als
hij tot het volk op de markten en plei
nen spreekt, is er een talrijk gehoor
dat met grote aandacht luistert. Hij
heeft een stem als een klok en bijzon
dere redenaarstalenten, vandaar de uit
drukking: praten als Brugman. Hij
roept het volk op tot bekering en hei
liging van het leven. Vooral tegen de
speelzucht uit die dagen verheft hij
zijn stem. Iedereen gokte en dobbelde,
in alle grotere plaatsen waren dobbel
scholen, een soort speelbanken. Met als
gevolg bij velen armoede, twist, haat,
dronkenschap, echtbreuk. Ziel en li
chaam werden er door verdorven.
Ook predikt hij tegen de ontheiliging
van de zondag, als de mensen liever
in de herberg dan in de kerk zitten. Ook
zijn er te veel heiligendagen, aanleidin
gen tot feesten en uitspattingen, zon
der dat men zijn leven aan dat van
die zogenaamde heilige toetst.
Iemand heeft een woordspeling op
zijn naam Brugman gemaakt. „De man
die de brug slaat van de onrust der
stormachtige levenszee tot de kalme
haven des eeuwigen behouds."
We treffen pater Brugman meerma
len aan te Deventer. Daar was ruim
een halve eeuw terug door Geert Groo-
te een orde gesticht die bekend is on
der de naam Broeders des Gemenen
Levens. Wel leefden ze gemeen, d.w.z.
gemeenschappelijk, maar het was geen
monnikenorde, ze hadden niet de kloos
tergelofte afgelegd. Tot hen behoorde
ook Thomas a Kempis, de schrijver van
het veel gedrukte boekje „De navol
ging van Christus." Vrome mannen
waren het, met dezelfde geest bezield
als Johannes Brugman. Voorlopers der
Hervorming worden ze genoemd. Dit
zouden we ook wel van pater Brugman
kunnen zeggen. Hij sluit nauwe vriend
schap met deze Broeders des Gemenen
Levens en vertoeft dikwijls in hun mid
den. Door zijn kloostergelofte was hij
nu eenmaal verbonden aan de orde der
Franciscanen, anders zou hij zich on
getwijfeld bij deze gelijkgerichte groep
hebben aangesloten.
In 1473 is Johannes Brugman na
een zwervend leven van 20 jaar boe-
te-prediking gestorven. Behalve rede
naarstalenten had hij ook dichtersgaven.
Een paar van zijn geestelijke liederen
worden nog wel gezongen, b.v.
„Ik heb gejaagd wel- jaren lang
om goed en vroom te leven
evenals
„Ik wil mij gaan vertroosten
In Jesu lijden groot."
Ook heeft hij een uitvoerig boek ge
schreven over het leven van Jezus.
Bij de genadeverkondiging gebruikt
ds. P. van den Beukei te Dinteloord
's zondags een formulering, die blijk
baar vragen opriep. In het Kerkblad van
de gereformeerde kerken in Noord-Bra
bant stelt hij zijn gemeentenaren ge
rust.
Zoals u weet, zeg ik na de schuld
belijdenis altijd: Aan allen, die aldus
berouw hebben en Jezus Christus zoe
ken tot hun heil, verkondig ik dat de
vergeving der zonden geschied is, in
de naam des Vaders en des Zoons en
des Heiligen Geestes.
Het leek sommigen wat al te een
voudig om zomaar even een versje te
zingen en dan meteen te kunnen ho
ren, dat je zonden weer vergeven zijn,
en zo rees de vraag: is het tegen
woordig al zo, dat de dominee de
zonden kan vergeven? Men ziet hier
blijkbaar een nieuwigheidje in van
een jonge dominee. Zulke nieuwigheid-
jes, dat spreekt bij voorbaat al van
zelf, kunnen niet op tegen de degelijk
heid van wat men vroeger deed.
Vandaar dat ijt, toen deze geruchten
mij bereikten, mij haastte' om te speu
ren naar de bron van deze formule,
want ik realiseerde mij dat ik zeer
zwak stond wanneer mocht blijken dat
de bron een troebele zou zijn. Wie
schetst mijn opluchting en voldoening,
toen ik bemerkte dat reeds Calvijn
deze formule gebruikte. Nietwaar, wie
zich in zulk gezelschap bevindt, hoeft
niet te vrezen. Dat doe ik dan ook
niet meer! Een gelukkige bijkomstig
heid van dit alles is dat, nu de naam
van Calvijn aan deze formule verbon
den blijkt te zijn, ik mag verwachten
dat men ook pogingen zal doen om
die formule te begrijpen.
Dat kun je natuurlijk niet verwach
ten, wanneer het er ook maar even
de schijn van heeft dat een dergelijke
formulering een vrucht is van jeugdi
ge vervlakking.
De kerkeraad van de Gereformeer
de Kerk te Boechout in België verga
derde op maandag 8 januari voor de
honderdste maal. In sobere woorden
herdacht de praeses de instituering en
de groei van deze kerk en bracht hij
dank aan God voor de zegen, die ver
spreid mocht worden. Om het feit luis
ter bij te zetten, was voor -soep met
worst gezorgd, waaraan de kerkeraads-
leden zich tegoed deden.
In de loop van deze maand hoopt
men over te gaan tot plaatsing van het
nieuwe orgel in de Gereformeerde Kerk
van Aardenburg (Z. VI.). Oorspronke
lijk zou dit vóór de kerstdagen geschied
zijn, doch doordat de pijpen niet klaar
waren kon de bouwer niet tot plaatsing
overgaan.
Illllllllllllllllllllllll
iiiiitiiiiiiiiiiiiiiiniiii
ITÉN der eerste zaken, waar-
mee de op 8 januari in Apel
doorn heropende generale sy
node van de Gereformeerde
Kerken zich bezig hield, was
een schrijven van ds. Th. Delle-
man te Groningen, waarin hij
de synode verzocht enkele depu-
taten te benoemen met de op
dracht na te gaan in hoeverre
of in welk opzicht de uitspraken
van de synode van Assen 1926
nog bindend zijn. Tijdens de dis
cussie hierover kwam overdui
delijk uit, dat er binnen de Ge
reformeerde Kerken ten aan
zien van de besluiten van Assen
bij verschillende personen een
gewetensnood ontstaan is, om
dat zij zich niet meer aan As
sen gebonden achten. Dit is
trouwens niet alleen in de Gere
formeerde Kerken het geval,
want ook in de vrijgemaakt Ge
reformeerde Kerken zijn de
laatste tijd stemmen opgegaan,
die het met de besluiten van As
sen allerminst eens blijken te
zijn. Zo betreft het hier dus een
kwestie die zowel in de vrijge
maakt als de niet-vrijgemaakt
Gereformeerde Kerken speelt.
Om een goed inzicht te krijgen in de
materie is het nuttig ons even in de ge
schiedenis te verdiepen, want meestal is
het zo, dat „Assen" voor velen niet meer
is dan een begrip dat ergens samenhangt
met het spreken van de slang in het
paradijs en zou er dus op deze synode
gehandeld zijn over de slang en het spre
ken daarvan. De zaak zo te stellen is wel
een zeer drastische vereenvoudiging, waar
hij de lijnen scheef getrokken worden
en de zaak zelf belachelijk gemaakt.
Het ging op deze synode om de behan
deling van enkele bezwaren van confes
sionele aard, die waren ingebracht tegen
dr. J. G. Geelkerken te Amsterdam-Zuid.
Deze had namelijk in een preek over de
zondeval het volgende gezegd:
„Het ontstaan van de zonde in ons ge
slacht niet du6 de allereerste oorsprong
van de zonde in het heelal, waarover wij
zoeven spraken wordt ons medegedeeld
in het derde hoofdstuk van Genesis. Ik
weet wel, dat dit gedeelte der Heilige
Schrift ons voor eigenaardige moeilijk
heden plaatst. Zo spreekt het van de staat
der rechtheid, en dus van een tijdperk
in de geschiedenis der mensheid, dat aan
haar geschiedenis, zoals wij die alleen
kennen, namelijk in zonde, voorafgaat.
En gelijk van de staat der heerlijkheid
hiernamaals, van de hemel, zo kunnen wij
ook van die staat der rechtheid ons alleen
een voorstelling maken met behulp van
wat wij kennen in deze bedeling. Als
God ons dan ook daaromtrent Zijn Open
baring geeft, dan spreekt Hij daarover,
cn van die' staat der hemëlse heerlijkheid
èn van die staat der rechtheid, in bewoor
dingen aan onze tegenwoordige aardse
bedeling ontleend. Anders zouden wij er
niets van kunnen vatten, en zou Hij tot
DOOR
ds. IV. C. van Hattem
te Terneuzen
ons spreken zoals iemand tot een blinde,
een blindgeborene spreekt over de kleu
ren. Ook is bet vaak moeilijk uit te
maken, lioe allerlei bijzonderheden, die
Genesis 3 ons bericht, moeten worden
uitgelegd, en er zijn schier evenveel
„verklaringen" als geleerde uitleggers.
Denk maar aan de „boom der kennis des
goeds en des kwaads", „de slang en haar
spreken", „de boom des levens" enz.
Doch de gemeente late zich door dit alles
niet van de wijs brengen. Vast staat, dat
wij in Genesis 3 de goddelijke bekend
making hebben van èen historisch feit,
het feit van de zondeval, die heeft plaats
gehad aan het begin, der geschiedenis van
het menselijk geslacht
Dr. Geelkerken hoewel geen eigen
uitleg van de eerste hoofdstukken van de
Bijbel hebbend bleek van mening te
zijn, dat wat betreft deze materie er vrij
heid moest zijn voor hen die van de
traditionele uitleg wensten af te wijken.
Niet wat betreft het feit van de zondeval,
maar wel ten aanzien van de vorm waarin
deze is overgeleverd. Dit omdat wij im
mers geen kennis van de staat der recht
heid hebben en alles wiat God ons
daarover openbaart tot ons komt in
bewoordingen die ontleend zijn aan onze
tegenwoordige staat. De synode van me
ning zijnde dat hierdoor het Schriftgezag
werd ondermijnd kon deze visie van dr.
Geelkerken niet delen en legde aan hem
een verklaring ter ondertekening voor,
die dr. Geelkerken op zijn beurt slechts
met bepaalde restricties kon onderteke
nen. Toen de synode hiermede geen ge
noegen wilde nemen antwoordde dr.
Geelkerken, dat het hem des te meer
onmogelijk was om te tekenen, waarop
de schorsing van hem volgde en toen
de kerkeraad van Amsterdam-Zuid dit
schorsingsbesluit niet erkende het con
flict was geboren.
De verklaring waarvan de ondertekening
van dr. Geelkerken gevorderd werd, be
vatte de uitspraak van de synode, die als
volgt luidde:
„dat de boom der kennis des goeds en
des kwaads, de slang en haar spreken en
de boom des levens naar de klaarblijke
lijke bedoeling van bet Schriftverhaal in
eigenlijke of letterlijke zin zijn op te
vatten en dus zintuigelijk waarneembare
werkelijkheden waren;
en dat derhalve de mening van dr.
Geelkerken als zou men disputabel kun
nen stellen of deze zaken en feiten zin
tuigelijk waarneembare werkelijkheden
waren zonder met het in art. 4 en 5 der
Nederlandse Geloofsbelijdenis beleden
gezag der Heilige Schrift in strijd te ko
men, moet worden afgewezen."
In bet licht van deze synode-uitspraak
zien wij, dat het een onjuiste vereenvou
diging is om te doen alsof het in Assen
om de al dan niet sprekende slang ging.
Het ging in Assen om bet gezag van de
Heilige Schrift. Daarom is ook nu weer,
toen het schrijven van ds. Delleman ter
tafel kwam, vanuit de vergadering het
woord Schriftgezag gevallen. Vandaar ook
dat de synode tot de conclusie kwam. dat
de draagwijdte van de in dit schrijven
aangeroerde zaken niet op korte termijn
is te overzien en deswege overging tot de
benoeming van een aantal deputaten, die
zo mogelijk op de volgende synode van
advies zullen dienen.
De grote moeilijkheid schuilt 0.1. hierin,
dat in Assen een uitspraak gedaan is ten
aanzien van het gezag van de Heilige
Schrift, welke volgens sommigen nu in
conflict komt met de exegese. Met andere
woorden: door de uitspraak van Assen,
waarin het om het Schriftgezag ging,
wordt de exegese belemmerd. Men, hoort
wel eens de vraag opwerpen of de "Gere
formeerde Kerken onder de huidige om
standigheden zich nog wel aan een uit
spraak als die van Assen zouden wagen.
Toch zijn we van mening, dat deze vraag
stelling even foutief is als de simplifice
ring van het besluit van Assen, zoals we
boven geschetst hebben. Het ging in As
sen om het Schriftgezag, nu gaat het om
de vrijheid van exegese. Hier ligt een
principieel verschil. Dat door de uit
spraak van Assen deze vrijheid door
sommigen als beknot gezien wordt, ligt
dan ook niet in de uitspraak, die in As
sen gedaan werd, doclr eerder in de vorm
waarin deze uitspraak gegoten werd. Zo
als uit de publicaties van hen, die bezwa
ren tegen de binding van Assen hehben,
blijkt, willen zij allerminst het Schrift
gezag in twijfel trekken. Zowel prof. dr.
K. J. Popma, prof. dr. J. F. v. d. Flicrt,
ds. Delleman en de andere in de discussie
betrokken gereformeerde en vrijgemaakt-
gereformeerde predikanten denken er ook
maar in het minst aan om ten aanzien
van het Schriftgezag iets te laten vallen.
Dat maakt de zaak er niet makkelijker
op, daar nu niet met een eenvoudige wit-
zwart redenering kan worden volstaan,
maar gedegen studie en bespreking nodig
zal zijn. Wij achten daarom de beslissing
van de generale synode der Gereformeer
de Kerken een wij» besluit.
En Haman somde hun op
zijn grote rijkdom en zijn zo
nen en de eer, waarmee de
koning hem overladen had, en
zijn verheffing boven de vor
sten en dienaren van de ko
ning. Bovendien
Esther 5 11
Opscheppers zijn de verve
lendste van alle mensen. Ze
hebben het altijd over zichzelf
en hun voortreffelijkheden. Al
tijd hetzelfde onderwerp. Toch
hebben ze gezelschap: de men
sen met de stroopkan, die hun
kans waarnemen.
Zo'n opschepper was Haman.
Hij was wat „gefrustreerd"
(om het modewoord te gebrui
ken) door het optreden van
Mordechaï of, om het maar
gewoon te zeggen: in zijn ijdel-
heid gekrenkt.
Haman wilde genoegdoening:
niet alleen het leven van Mor
dechaï maar van heel het Jood
se volk moest tot eerherstel
van de „grote" Haman geof
ferd worden. Want opscheppers
zijn niet alleen vervelend, ze
zijn ook wreed en gevaarlijk.
Ze kennen geen grenzen.
De gekrenkte Haman roept
zijn vrienden bijeen en zijn
vrouw Zeres binnen. „En Ha
man somde hun op zijn grote
rijkdom en zijn zonen en de
eer, waarmee de koning hem
overladen had en zijn verhef
fing boven de vorsten en diena
ren van de Koning. Boven
dien
Zo'n opschepper!
En dan krijgt Haman advies
van zijn vrouw en vrienden in
de zaak Mordechaï. Een hoge
paal moet worden opgericht....;
daar zal het mannetje Morde
chaï aan gespietst worden
tot meerdere glorie van Ha
man. Haman slikt de stroop!
We kennen het einde van de
opgeblazen wreedaard. Hij
wordt de heraut van de erestoet,
die hij zichzelf toebedacht had.
En hij wordt aan zijn eigen paal
gespietst. Hoogmoed komt voor
de val.
Het is niet zo erg, als de
ménsen ons uitlachen. Maar
het is vreeslijk, als Die in de
hemel zetelt, ons belacht.
Hamans hoovaardij was he
meltergend. Maar de hemel
gebruikt Haman tot verstevi
ging van de positie van Gods
volk in ballingschap.
Een vreselijke ziekte is dat:
die opgeblazenheid!
Zijn wij er vrij van? Vechten
we niet vaak voor ons konink
rijkje? Zijn we niet vaak ver
vuld van onze grootsheid?
Dan lachen de mensen ons
uit (achter onze rug)! En ze
smeren ons stroop in het ge
zicht! Maar het ergste is: de
hemel belacht ons!
Laten we wijs zijn en niet
eigenwijs. En God, Die te vre
zen is, in ootmoed dienen, en
onder de mensen zijn als die
nenden. De minste zal de mees
te zijn.
„Want de Heer is verheven,
en Hij aanschouwt de nederi
ge, maar de hovaardige kent
Hij van verre."
J. KOOLSTRA
Kruiningen