Ruth Sandberg kreeg er een hele familie bij HONDERDDUIZEND WONINGZOEKENDEN IN GROOT LONDEN Gideon Spitz brengt ons land aan de man KAPPIE EN DE ZEEMEERMIN MET TEGENZIN TERUG NAAR AMERIKA Maandag 8 januari 1962 ZEEUWSOi DAGBLAD Pag. 2 -Bi GEEF fAZ. /A'N BifOBBi aantel J j M' Grote auto Afwachten maar Goed weer Forser VIRGINIA PLEASANTS GAF RIJKE AVOND ELISE CSËRFALVI DE TINTELS Jack Dunkley FLITS GORDON in het heelal Dan Barry je "studie biologie. vlug afg e maakt, jonge n - Je zult eR bij je volgende De opzienbarende experimenten van student Tijloos Mr.Hoekzema verliet de ambtswoning r .WAT TACT WORDT HETDAKlf 2AL hJU, MOEPER/ jE laten j|k JT ZIEN- l(OM MEE- Jaar buiten JONGEN U spreekt met Niehorster. Wie moet u hebben? Ruth Sandberg? Nou, dat ben ik", sprak een stem in bet Nederlands met een Amerikaans accent. De stem van Ruth Sandberg uit het Amerikaanse Guilford, die in juni vorig jaar in Rotterdam van de boot stapte om Nederland te leren kennen en onze taal te leren spreken. „Met tegenzin ga ik weer terug naar Amerika," vertelde de zeventien jarige Ruth Sandberg, die 18 januari weer Amerika-waarts reist, ons in het huis van de Rotterdamse familie Niehorster. In de achterkamer voerden twee vriendinnen van mejuffrouw Sandberg een druk gesprek, terwijl zij ons uitlegde hoe ze over de Nederlandse meisjes dacht: „In Nederland ge bruiken ze meer make-up en ze zijn serieuzer. Ja, en dat valt ook zo op: Ontiegelijk afhankelijker dan de Amerikaanse meisjes." Wanneer Ruth Sandberg over een jaar veel van haar Nederlands misschien vergeten zal zijn is één woordje haar in ieder geval bijgebleven: „ontiegelijk". Het is haar stopwoordje en het wordt voor vele bijvoegelijke naamwoorden ge plaatst. Hebt u haar nooit gezienNu, ze is al bijna acht maanden in Neder land: Ruth Sandberg, die bij een Rotterdamse familie logeert en woont in Guilford in Amerika. Leest u maar wat ze van de Nederlandse meisjes vindt. -if-*#*#*#*#*#*#*-»-*#*-»-*#*# [AARN Sinds een jaar is de heer Gideon Spitz (36) verko per: Hij verkoopt West-Nederland aan buitenlanders. Hij zoekt zijn klantjes daar, waar een heleboel mensen bij elkaar zijn en de waar, die hij aanprijst is niet te duur. 9 „In Amerika ben je vrijer, want hier kijken ze je nogal snel na. Ik draag bijvoorbeeld kniekousen en op straat wezen ze hier naar mijn benen. Bij ons draag je wat je gemakkelijk zit. Geen hoge hakken, maar gym nastiekschoenen en witte wollen sok ken." Ruth Sandberg uit Guilford in de Amerikaanse staat Connecticut kreeg een kans om naar Nederland te ko men (voor 600 dollar) via de Ameri can Field Service. Een organisatie, die Europeanen kennis laat maken met Amerika en omgekeerd. Op die manier konden afgelopen jaar 72 Ne derlandse jongens en meisjes tussen 16 en 18 jaar naar Amerika. „Ik woon in een klein dorpje", hoorden we verder van mejuffrouw Sandberg, die thuis zelf in een grote oude auto rijdt omdat er in haar dorpje geen bussen of trams zijn. „En toen ik van die Field Service hoorde heb ik me onmiddellijk opgegeven sa men met veertien anderen van mijn school. Na de selectie bleven er vier over en ik was er een van. In New York moesten we daarna nog eens een examentje doen en zo werd ik dus uitverkoren met een ander meis je van mijn school, dat naar Duits land is gegaan. Je kan namelijk niet kiezen naar welk land je wilt gaan." lijk en fantastisch tegen mij en on tiegelijk behulpzaam, zowel op school als in de winkels, maar ik heb nog niet genoeg gezien. Zes maanden hier zijn is tekort naar mijn gevoel." t In die zes maanden is het mejuf frouw Sandberg bijvoorbeeld ook op gevallen, dat de jongens hier veel se rieuzer zijn, maar minder zelfstandig. En de vrouwen vindt zij vrouwelij ker. „Niet omdat ze bij ons zelfstan diger zijn," verduidelijkt zij, „maar Amerikaanse vrouwen zijn slanker en kleiner. Hier zijn de vrouwen bijna even lang als de mannen en veel for ser. Iedereen vindt me klein, maar voor een Amerikaanse ben ik nor maal." 85 De Sainte-Eulalie was latijns ge tuigd. Het vierkante zeil was uiter aard sinds de verste oudheid be kend. De Noormannen hadden op hun drakenschepen vierkante zeilen gehad toen ze eeuwen geleden de gebieden rond Rouaan kwamen ver overen, die ze de naam Normandië gaven. Mannen met amandelvormige ogen zeilden vanuit Cathay schepen met vierkante zeilen over de Chine se Zee. De Romeinen hadden vierkante zeilen gebruikt en de Portugezen ge bruikten ze thans weer op hun rei zen langs de Afrikaanse kust en naar de Azoren, die op de meest westelijke rand van de bekende we reld lagen. Maar voor de smalle wateren van de oostelijke zeeën, bezaaid met on verwachte eilandjes en onbereken bare stromingen, was nooit een tui gage uitgevonden die wedijveren kon met de simpele, driehoekige latijn- zeilen. De Eulalie kon hoog aan de wind varen en met een beetje han digheid, volledig profijt trekken van een pal achterlijke wind, wat voor schepen van haar klasse een hele prestatie was. Jan Justin, de kapitein van de Sainte-Eulalie was een ridder en een edelman. Hij droeg een naam die in Venetië oud en beroemd was, maar twee generaties lang had zijn fami lie de tegenslag gehad in alle plaat selijke politieke twisten van de gro te Italiaanse republiek de kant van de verliezer te kiezen. Praktisch straatarm had hij zich enige jaren tevoren aangemeld voor dienstne ming op de zich uitbreidende Fran se vloot, waar mannen van stand, die gewoon waren bevel te voeren, -zeer gezocht waren. Coeur had hem aangesteld en daar nooit spijt van gehad. Heer Jan hield zijn beman ningen gezond en tevreden. Hij handhaafde een strikt en onpartijdig gezag. Hij was redelijk vroom, ge letterd voor een edelman en las des zondags voor de scheepsbemanning de gebeden. Een deel van de bemanning be stond uit Italianen, Genuezen, of, zo als Pedro Dineo, Venetianen, lands lieden van de kapitein. Tussen Ge nua en Venetië bestond een zeer ou de vijandschap en hun geschiedenis was een lange reeks van oorlogen. Maar op het neutrale dek van een Frans sehip, waar zij allemaal hoop ten tot aanzien te komen, misschien zelfs fortuin te maken en een com mando te verwerven, vergaten de Italianen hun onderlinge jaloezie en dienden Koning Karei even trouw als zijn eigen Fransen en vaak veel aar diger. De kapitein sprak altijd over hen als Fransen. Justin was feitelijk geen zeeman en zeemanschap werd ook niet van hem verwacht. De verantwoordelijk heid voor de navigatie van het schip en voor de berekening van koers, vorderingen en positie berustte bij Tristan Dumont, de schipper en zijn onderofficieren. Overigens was heer Jan beter op de hoogte van de na vigatie dan hij behoefde te zijn, voor al op die aan alle zijden door land omsloten binnenzeeën, waar een schip zelden langer dan een week uit het gezicht van bekende kusten en eilanden was. Maar hij deed altijd of hij er niets van wist. Zijn hut op het achterschip was drie keer zo groot als die van Pier re en daarmee ongeveer van het for maat van een behoorlijke kamer in een bescheiden herberg. Voor een schip was dat enorm. Met een on begrensd gezag over vijftig man, met een page om zijn bevelen over te brengen en een kamerdienaar voor de verzorging van zijn persoon, had heer Jan op zee een beter leven dan aan wal. Hij at alleen in zijn hut, ofschoon hij met grote tussenpozen de officieren uitnodigde om met hem te maaltijden, een tegelijk en precies in volgorde van hun rang. Tristan Dumont was de eerste. Mees ter Crispijn zou de allerlaatste zijn, als hij al ooit uitgenodigd werd. Pierres uitnodiging volgde op die van de schipper, zij het met vele da gen tussenruimte, maar de vermoe dens van de bemanning inzake zijn hoge rang werden er door bevestigd. De wind blies bestendig uit het noordwesten, zoals in die tijd van het jaar te verwachten was en de Eulalie legde iedere dag een flinke afstand af, tot op het ogenblik dat Tristan Dumont haar steven naar het noord-noordoosten wendde en haar door het D'Oro Kanaal tussen Andros en de Caphareus naar de Aegeïsche zee zeilde. Daar, tussen de Cycladen liet de gunstige wind haar in de steek, zodat ze tussen de onvruchtbare, vulkanische eilanden dagenlang heen en weer kruiste zon der enige voortgang te maken. Het was op een van die dagen, dat de kapitein zijn page zond om Pierre vriendelijk uit te nodigen het mid dagmaal in de grote kajuit te ko men gebruiken. Pierre was zich bewust van de on derscheiding. Hij schoor zich zorgvul dig voor Abdoellahs spiegel, trok zijn nieuwe, blauwe hozen aan met een blauw fluwelen wambuis en met bont afgezette schoenen en meldde zich aan de deur van de kapitein, een meter van de zijne, waar de pa ge hem aandiende en binnenliet. De ramen in de grote kajuit zagen uit op een woelige zee. Er stond een stijve noordelijke bries en de Eula lie bevond zich in een der talloze Aegeïsche stromingen die in oostelij ke richting voerde. Het schip danste als een beer op een gloeiende plaat. Pierre hield zich in evenwicht op zijn nieuwe zeebenen en boog voor de kapitein. De kapitein boog terug op de zeebenen waarvan hij zich niet herinneren kon dat hij ze ooit niét had bezeten en liet hem plaatsne men in een armstoel, die volkomen gelijk was aan zijn eigene. In een maatschappij waarin nauwkeurig vaststond, wie een rugleuning en wie armleuningen aan zijn stoel behoor de te hebben, was Justins meubilair bijzonder praktisch, want hij wist nooit of hij in de noodzakelijkheid zou komen een eenvoudige loods of de grote logotheet van Constantino- pel te onthalen. De page bracht hun een rechtschapen maal van brood en gezoute vlees, noten, gemengd zuur, een schaal fruit dat in Cythera aan boord was genomen en een fles heer lijke Franse wijn, zonder mystieke kruidentoevoegsels, want noch Jus tin noch Pierre leden aan jicht, kies pijn of bloedspuwingen. (Wordt vervolgd.) Als vertegenwoordiger van de V.V.V. Combinatie Holland probeert de heer Spitz buitenlanders naar ons land te krijgen. En dat betekent, dat hij vier maanden van het jaar op reis is. Met een groen mapje in de ene hand en wat foto's en folders van Ne derland in de andere stapt hij Euro pese reisbureaus binnen. „Duitsland is nu goed bewerkt," hoorden we gisteren van verkoper Spitz, die in Maarn woont, „en daar om zijn we dit jaar naar Engeland gegaan, 1961 dus. Naar het industrie gebied rond Manchester, want daar wonen een hoop mensen en voor Ne derland is er dus iets te verdienen". Vier keer heeft Gideon Spitz afge lopen jaar een tocht naar Engeland ge maakt, hij heeft buitenlandse agenten hier naar toe gehaald en nu dus maar afwachten of de Engelsen in dichte drommen naar Nederland zul len komen deze zomer, „Een machtige baan heeft die me neer Spitz" wordt er zo links en rechts gezegd. Je komt nog eens ergens. „Een baan net als andere banen", zegt de reiziger, die vroeger iets deed bij een luchtvaartmaatschappij om daarna voor een auto-zaak een jaar tje in New York te gaan werken. „Ik heb iedere keer plezier als ik op reis ga en met nog meer plezier kom ik weer thuis." We hoorden nog een paar dingen van de heer Spitz: In Scheveningen hebben de Engelsen de Duitse toeris ten verdrongen. Ja, en wanneer u dit nog niet wist: West-Nederland biedt unieke excursiemogelijkheden. Dat het er zomers eivol is zal de heer Spitz vermoedelijk niet vertellen aan zi.in klantjes. Te oordelen naar de plaats waar hij zijn vakantie doorbrengt gelooft hij in zijn koopwaar": Gideon Snitz blijft in Nederland en hij heeft altijd goed weer, zegt hij. Nu zit ze in de vierde klas van de meisjes-HBS en tegen de familie, waar zij in huis woont zegt ze: Pa, ma, zuster en broer. Ze is echt in de fa milie opgenomen, zoals dat dan heet. „Dat is een van de redenen, dat ik met tegenzin weer terug ga," aldus Ruth Sandberg, „want die familie hier zal ik echt missen en dan is er nog iets. Ik ben niet voldaan. Ja. ja, ik heb het hier geweldig naar mijn zin gehad en iedereen was even vriende- -#■ Gideon Spitz: Een man, die het dagelijks brood verdient met het verkopen van Amsterdam, Den Haag, Haarlem, Hilversum en Rotterdam en alles wat daar tus sen ligt. Zijn klanten wonen in het buitenland. LONDEN. In het gebied van groot Londen zijn op he1 ogenblik bijna drieduizend daklozen. Dit tries te feit werd gisteren onthuld door Sir Isaac Hayward, leider van de labourfractie in de Londense graaf schapsraad. Per week, aldus Sir Isaac, zoeken gemiddeld 45 gezinnen een onderdak in de tehuizen die men voor de daklozen beschikbaar heeft gesteld. De socialistische meerderheid in de graafschapsraad heeft" de minister van huisvesting dringend gevraagd de L C C (Londen county council) de be voegdheid te geven leegstaande wo ningen te vorderen voor de nog steeds dakloze inwoners van de stad. Er staan op het ogenblik honderd duizend mensen op de lijsten van wo ningzoekenden in Londen. Op de hoofd lijst komen de namen voor van 72 000 personen, op een andere lijst nog eens 28.000. Deze laatste groep komt voor lopig helemaal niet voor nieuwe woon ruimte in aanmerking. Begin volgend jaar worden beide lijs ten samengevoegd en dan pas wordt een lijst opgesteld van mensen die be slist voorrang moeten hebben bij de toewijzing van nieuwe woningen. Bij deze groep zullen gevallen voor komen die pas tegen 1965 een huis of flat kunnen krijgen. Elke week groeit het aantal woning zoekende gezinnen met gemiddeld 225. Het merendeel der woningzoekenden beschikt thans wel over onderdak, maar dat is om de een <f andere reden niet meer voldoende. Als oorzaak van het verschijnsel der daklozen worden verschillende rede' nen opgegeven. Dikwijls moeten men sen hun woningen verlaten, omd'at die door de eigenaar verkocht worden. In andere gevallen betreft het mensen die huurschuld hebben en hun huis zijn uitgezet. Weer anderen zijn dakloos geworden door het aflopen van him huurcontract (men huurt in Engeland voor een bepaald aantal jaren). Er zijn mensen die gedupeerd werden als ge volg van onenigheid' met hun huisbaas, er zijn gezinnen die door de geboorte van kinderen de huur wordt opgezegd. De Londense graafschapsraad heeft onlangs twee blokken woningen aan gekocht met zeventig flats voor onge veer 370 mensen. Daarnaast zijn er natuurlijk vele wo ningen in aanbouw en worden bestaan de gebouwen geschikt gemaakt voor bewoning door de daklozen en andere woningzoekenden. TEN EINDE RAAD Dat sommigen ten eind'e raad zijn door het lange wachten, bleek gisteren nog eens op de afdeling woningen van het gebouw waarin de Londense graaf schapsraad zetelt. Een man kwam bin nen lopen met zijn drie kinderen. Hij deelde kortweg mee dat de kamers waar hij woont door brand onbewoon baar waren geworden. Zorgen jullie maar veró'er voor mijn kinderen, zei hij en verliet het gebouw. De twee jongentjes (vier en drie) en de baby van een jaar, die hij achterliet werden later op de dag naar een kin dertehuis gebracht. DEN HAAG. Vorstelijke muziek op een vorstelijk instrument klonk er zaterdag in Diligentia. De sinds vele jaren in Europa wonende Amerikaanse claveciniste Virginia Pleasants speelde van Bach de Franse Ouverture (van wege haar karakter ook wel aangeduid als de zevende Partita) en de Suite in a mineur van Rameau, met de be roemde Gavotte. Deze twee omvangrij ke suites, die elk ruim een half uur in beslag nemen, bevatten een schat van voorname, merendeels ernstige doch nimmer zwaar vallende muziek, zodat het betrekkelijk korte programma alle voldoening kon geven. Zoals men mocht verwachten maakte Virginia Pleasants alle voorgeschreven herhalingen. Zij romantiseerde niet en ook de op het clavecimbel zo zinvol klinkende versieringen speelde zij in stijl. Een enkele maal wankelde haar tempo-gevoel in de overigens onaan vechtbare tempi. Dat was in de Sara- oande van Bach. Of veroorloofde zij tich hier bewust een uitgesproken ru- oato? Niet naar het ons leek, want de koninklijke Sarabande van Rameau oleef er vrij van en won het nu in sta- ilgheid. De registratie bleef sober, bij Bach oeperlct tot periodieke wisselingen (met litzondering, terecht, van de besluiten de Echo), bij Rameau wat meer ge varieerd. Mede hierdoor traden de ver schillen in karakter en stijl tussen de muziek van de tijdgenoten Bach en Ra meau duidelijk aan het licht, al zou dit bij een minder objectieve uitvoering ian waartoe de bekwame concertgeef ster zich bepaalde, nog hebben kunnen winnen. Haar kennelijke bedoeling de muziek voor zichzelf te laten spreken verdien de en verkreeg alle waardering van de niet zo talrijke liefhebbers, die een rij ke avond beleefden en voor hun bijval met het Adagio in d mol van Marcel- lo-Bach werden beloond. De Witte DEN HAAG. Weinig instrumenta listen zijn in staat in de muziek van Bach, zonder behoefte te hebben aan groter vrijheid dan hier geboden, hun hart zo uit te zingen als de Hongaars- Zwitserse violiste Elise Cserfalvi. Zon dagmiddag wilde het er in Diligentia niet helemaal van komen. Gelijk in de duo-sonate op. 100 van Brahms, waarmede zij en haar ver trouwde partner, de pianist Geza Frid begonnen, mankeerde het een en an der aan de toonzuiverheid en haar wat matte Brahms-spel bleef op de achter grond tegenover het als immer brui sende. misschien hier zelfs iets te op standige pianospel. In de pau2e vernamen wij, dat de violiste zich ziek voelde en liever niet was opgetreden. Dat maakt een oor deel moeilijk zo niet onverantwoord. De duo-sonate van Debussy slaagde in uit voering iets beter, vooral dank zij Frid. Saint-Saens sloot de rij met zijn Introduction et Rondo Capriccioso. Wij hebben de grote muzikale kwa- iteiten van Elise Cserfalvi reeds meer malen kunnen waarderen en vermelden, laarbij niet verhelende, dat zij ons de indruk gaf van te weinig te studeren. Ditmaal blijve deze opmerking dus in de pen. De Witte De Nederlandse schilderes Ria Exel exposeert tekeningen en schilderijen in de Galerie Beno te Zürich. Een over zichtstentoonstelling van haar werk wordt later in het jaar eveneens in Zwit serland georganiseerd. door Bid NADER IN ZIEN MEVROUW EHz IKGAMAAR WEER.' fr- o£HEBT WÊ STUDIE VEEL AAN lA-HEBBEN PM"! 24. „Die twee wrakken zinken weg..!" fluisterde Okki. „Zien jullie dat?!" „En daar verderop zinkt er nog één," voegde de meester hier aan toe. „Mmmm.. Misschien een verandering in het getij, waardoor het wier dat hen vasthoudt uiteen spoelt.." bedacht Kap- pie, maar zijn stem klonk niet erg overtuigd. „Het zijn de zeemeerminnen!" zei de maat op holle toon. „Zij trekken die schepen onder water. Dadelijk zijn wij aan de beurt..." Kappie stootte hem onbeheerst van zich af. „Nu is het genoeg!" schreeuwde hij. „Dros 'm! Je maakt ons ja allemaal zeeziek met je gezever over zeemeer minnen! Vooruit. Ga die zeehond maar gezelschap houden, aardappel die je bent! En probeer tegelijk dat gat te maken! De maat schuifelde langzaam in de richting van het ruim en om zijn mond lag een medelijdende trek. „Arme Kappie.." prevelde hij. „Hij ziet de meermin nog steeds voor een zeehond aan. En daarom kan hij maar niet geloven dat de Kraak en zijn be manning reddeloos verloren zijn! Maar ik weet wel beter.." „Daar zinkt weer een wrak," meldde op dat ogenblik de meester somber. OOSTBURG. De oud-burgemees ter van Oostburg mr. K. Hoekzema, heeft vrijwillig een einde gemaakt aan wat in dit Zeeuws-Vlaamse stadje het ambtswoningconflikt werd genoemd. Hij heeft zijn Oostburgse huls. waar om de huidige burgemeester, de heer J. L. van Leeuwen, zit te springen, verlaten en is met zijn gezin naar Hil versum vertrokken, waar hij nu werk zaam is in het bedrijfsleven. De heer Van Leeuwen kan nu eindelijk om de sleutel. Een groot aantal maanden heeft hij elk weekeinde gependeld naar Brouwershaven, van welke gemeente hij vroeger burgemeester was. De kantonrechter te Oostburg besliste destijds dat mr. Hoekzema de ambts woning moest ontruimen, maar de oud burgemeester weigerde. Het gemeente bestuur kreeg machtiging om een datum te bepalen waarop het huis ontruimd moest zijn. Deze datum was 18 novem ber 1961. Mr Hoekzema heeft daarop hoger beroep tegen de beslissing van het kantongerecht aangetekend. Intus sen heeft hij dus niet op de behande ling in hoger beroep gewacht, maar de ambtswoning vrijwillig aan de heer Van Leeuwen „aangeboden".

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1962 | | pagina 2