HET KAN VERKEREN VOOR DE GRAAFF Afgedankte schaatsenrijder komt opnieuw naar voren Nieuwe visie botst op oude E' „Pechvogel Spassky" is geen pechvogel meer... H ^AKENCYCLOPEDIE VOOR DAMMERS LEZEN WAARD Geen reactie op brochure JONGE RUS KAN REEDS TERUGKIJKE N OP EEN BEWOGEN SCHAAKLEVEN De arts JH. M. Rolink: medische begeleiding Medische commissie NSF: gevaar van doping Tóch nog naar Scandinavië Wilskracht Te kwaad Moeilijk zonder De kansen? Laatste vraag Wat is doping Leerstoel Afgelaste sport BOTWINNIK WON HASTINGS Internationaal schaken bij Zwols genootschap 1^' Zaterdag 6 januari 1962 ZEEUWSCH DAGBLAD r Pag. 11 De Graaff (links) „geeft les" aan Arie Zee en Henk van der Grift (rechts) Van een onzer verslaggevers ET KAN verkeren. Nog geen jaar gele den werd ïh Amsterdam, tijdens de huldiging van de nieuwe wereldkam pioen op de schaats, Henk van der Grift, afscheid genomen van de Rotterdammer Wim de Graaff. Hij kreeg een onderschei' ding, het gebeurde allemaal erg plezierig, maar uit de woorden van de voorzitter van de Koninklijke Neder landse Schaatsenrijders- bond (KNSB), de heer Vlie gen, kon men toch duidelijk opmaken: Wim de Graaff heeft afgedaan, zijn beste tijd is nu definitief voorbij, voor de kernploeg komt hij niet meer in aanmerking. Nu ongeveer tien maan den later, bestaat de kans dat deze zelfde Wim de Graaff toch, alsnog, mee zal doen aan het Europese en wereldkampioenschap. Alhoewel het bestuur van de KNSB besloot om Zee en Meeuwisse, die in december uit de kernploeg „deserteerden" terug te laten gaan naar Noorwegen, is er de mogelijkheid dat deze kernploeg met een rijder zal worden uitgebreid. Zal er aldus een nieuwe kans komen voor De Graaff? Dat is wel mogelijk. Liet de heer Roos, voorzit ter van de technische commissie van de KNSB zich niet in deze geest uit? Hij zei kort geleden terloops tegen De Graaff: „Er is een kansje dat jij tóch naar Scandinavië zult gaan." Even terloops heeft De Graaff toen geantwoord dat hij daar wel voor voelde, mits de KNSB hem in één wens tegemoet zal willen komen. De nu dertigjarige schaatsenrijder s werkt sinds drie maanden bij een .an dere firma en men heeft hem daar oeloof-d, dat bij eventueel na de twin. tigste van deze maand-verlof, kan krij|- gen .-om zich .pij de kernploeg ie voe gen, De wens van. De. Graaff is nu r om tot die tijd als Hij Wordt uit-* verkozen elke dag te mogen trainen - op de kunstijsbaan in Amsterdam, waarbij dan de reiskosten door de bond zouden worden vergoed. HET KAN verkeren, inderdaad. Wie echter de Rotterdammer beter kent wéét welk een wilskracht er in hem verscholen ligt. Zijn prestaties dit jaar, in de paar dagen van vorst in Nederland, zullen de ingewijden niet zo bijster hebben verwonderd. De Rot terdammer verbeterde het Nederland se record op de 500 meter (45,8 sec.) en zijn vorm is zodanig dat woorden of gedachten van „hij heeft afgedaan" wel erg vreemd gaan klinken. De Graaff heeft niet zo gauw afge daan zullen u zijn vrienden zeggen. Hij bezit de kracht om terug te ko men Dat bewees hij reeds jaren eer der, in 1953, toen hij voor de tweede keer met de Nederlandse kernploeg werd uitgezonden. Het ging dat jaar bitter slecht. De toen 21-jarige Rot terdammer maakte er weinig van en vóór het Europese kampioenschap kreeg hij nog een laatste kans in Oslo. Het bleef slecht. Hij kreeg geen plaats in de definitieve ploeg en het leek er op dat Wim de Graaff had afgedaan IK HAD het toen echt wel te kwaad", vertelt hij nu. '„Ik wilde bewijzen dat ik het wèl kon, ik wist dat ik het kon Op eigen kosten ben ik toen te rug gegaan naar Hamar. Twee weken heb ik daar intensief alleen getraind. Toen de jongens na de kampioen schappen terug kwamen, was ik in blakende vorm. Er werd nog een wed strijdje gereden, ergens in de buurt van Hamar en daar, welnu, daar sprong ik er zö uit dat men mij het volgende jaar toch weer voor de kern ploeg durfde verkiezen. En zo ziet u maar!" TNE GRAAFF is een mens, die zich 1' het leven zonder schaatsen moei lijk kan voorstellen. Zijn oom Piet Zwanenburg, de trainer van de Neder landse kernploeg, maakte hem als schooljongen al vertrouwd met deze sport en toen hij negentien jaar oud was werd hij zesde in het Nederlandse kampioenschap. In 1954 zat hij voor het eerst in de landenploeg. In 1958, tijdens de Olympische Spelen, verbe terde hij samen met Broekman het (buitenlandse) Nederlandse record op de 5000 meter <8.00,2) en een dag later stelde hij samen met Maarse en Broekman de tijd op de 1500 meter scherper (2.13.1). In hetzelfde jaar werd hij kampioen van Nederland en de drie daarna komende jaren behaal de hij het officieuze Nederlandse kam pioenschap, dat tussen de Nederland se rijders in Scandinavië werd verre den TN SQUAW VALLEY, tijdens de laat- 1 ste Olympische Spelen, had De Graaff het geluk niet aan zijn zijde. Hij had zich geconcentreerd op de 50Ö0 meter maar raakte door een ver koudheid uit vorm. Hij werd daarom voor dit nummer gepasseerd en moest op de 1500 meter uitkomen, een af stand die meestal zijn voorkeur heeft, maar die zoals hij vertelde door de grote concurrentie minder aantrek kelijk was. Hoe ziet u uw kansen bij het Nederlandse kampioenschap? De sprong van Squaw Valley naar nu wordt door De Graaff zonder een knippèring met de ogen opgevangen. Hij is niet zo gauw van zijn stuk. ÊÊÈÈÊÊÊÈM ÜÏlllill: .Een kampioenschap zonder de bes te rijders, die in Scandinavië zitten is maar niks", geeft hij te kennen. „Van 't Oever en ik hadden dit jaar beslo ten om dus maar niet mee te doen, doch de KNSB zag liever van wel. Daarom zullen we inschrijven maar ik hoop dat het kampioenschap zal wor den verreden op de kunstijsbaan in Amsterdam, als Van der Grift en zijn kornuiten terug zijn." Wat vindt u van het gedrag van Zee en Meeuwisse? Opnieuw een gedachtenspromg, die De Graaff zonder aarzelen, met een antwoord klaar, volgt. „Het is natuur lijk dom geweest", geeft hij toe, „maar u moet zich de toestand kun- n'ëri liidfenken. Toen-ik indertijd;met'ije ploeg'jn Bavos zat en in Nederland wsjrd het kampioenschap verreden was- de "stemming bij ons óók nïei best, Alg er- ijs is in Nederland wil jé erbij zijn. Bij ons is ijssport ook tegelijk ver maak, in Scandinavië of Davós is'het alleen maar sport.; de gezelligheid ont breekt. Je traint mét eeri paar man op een levensgrote -baan en neen, dat is veel minder' aantrekkelijk. Ik hoop daarom ook maar dat de KNSB niet te straf zal optreden. Meeuwisse en Zee moeten opnieuw een kans krijgen." (Inmiddels werd zoals bekend door het bestuur van de KNSB beslo ten om Zee en Meeuwisse naar Scan dinavië terug te laten gaan red.) TpN dan de laatste vraagWat gaat u doen, als^u werkelijk te oud bent om nog tot de kern ploeg te kunnen behoren ,,Dan "blijf ik schaatsen. Deze sport heeft nu eenmaal mijn hart gestolen. Ik ga dan toertochten maken en jon geren een handje helpen bij de trai ning. Dat kan nu ook steeds beter door de kunstijsbanen die er komen. Schaatsenrijden is een heerlijke sport én in Nederland zijn vele jongeren er van bezéten. Met de betere outillage dié we krijgen ben ik ervan overtuigd dat wij als alles in de schaatssport blijft zoals het nu is binnen tien jaren de beste schaatsnatie van de wereld zullen zijn!" jR stonden zes fietsen en een brommer onder het bordje ,,J. H. M. Rolink, arts". Een Volkswagen van het nieuwe type stond voor het nummer 4, in de Duin- vlietstraat te Velsen-Noord. Twaalf mensen zaten er in de wachtkamer toen we er binnenstapten. We speelden het spel mee; over moeders die ziek zijn, over de zoon van wie de vader dacht dat hij wel blindedarmontsteking kon hebben; we luisterden aandachtig naar de moeder-met zoon, die alleen maar over haar eigen bloeddruk sprak, maar die kwam omdat haar zoontje een lichte bronchitis had opge lopen. Wim de Graaff in actie rfELF hadden we ons voor die patiënten een lichte griep aan gemeten en tussen hoestbuien door polsten we die patiënten over de arts die het laatste half jaar in opspraak is geweest over zijn eigen moderne zienswijze over de medi sche begeleiding in de Nederlandse sportwereld. Het oordeel was unaniem gunstig; geen patiënt die erover dacht het vertrouwen in dokter Rolink op te zeggen; geen patiënt, die een kwaad woord van hem wilde horen. „Och meneer", zei de vader van de zoon-met-de-veronderstelde-blin- dedarmontsteking, „is het niet mooi dat er zo'n dokter is die iets voor die atleten doet? En wie zegt dat het doping is? Wie zegt trouwens wat doping is?" TYAT vraagt dokter Rolink zichzelf trouwens ook nog af. Hij zat in een moderne kantoorstoel op wieltjes; zijn spreekkamer getuigde van een grote zindelijkheid, zoals die spreekkamers overal in Nederland doen. Op zijn bu reau lag een grote stapel paperassen met bovenop een brief van de Ko ninklijke Nederlandse Wielren Unie (KNWU). Medische encyclopedieën vormden voor hem de achtergrond. „Het rapport van de medische com missie van de Nederlandse Sport Fede ratie (NSF) spreekt over: „het niet vast staan dat een ernstige vorm van doping bij de zwemsters is toegepast. Het zou dus wel een minder ernstige vorm van doping kunnen zijn; het ver onderstelt tevens een kennis van het begrip doping, dat gradaties toestaat." Dokter Rolink ging in een wandeling rond zijn bureau het plafond bekijken, filosoferend over de oude en nieuwe zienswijze van de medische sportbe- geleiding. We kregen de indruk dat er een botsing tussen die zienswijzen ont staan is; dat de oude alles, maar dan ook alles afkeurt wat gedaan wordt om de conditie van een atleet op peil te brengen, terwijl de nieuwe juist die vorm tracht te vinden om een sociaal- medisohej medisoh-hygiënische en psy- cho-hygiënische begeleiding van de sport mogelijk te maken. IN februari 1961 bijna een jaar ge leden dus heeft dokter Rolink zijn zienswijze over deze begeleiding in de moderne sportbeoefening in een bro chure vastgelegd. Samen met enkele andere medici, een psycholoog, een paedagoog en een fisioloog, vormt de arts uit Velsen de medische commis sie van de Nederlandse Katholieke Sportbond. In de afgelopen jaren zelf is dokter Rolink al elf jaar op dit terrein werk zaam hebben zij al hun ervaringen In een brochure vastgelegd; een bro chure, die ook naar de medische com missie van de NSF gestuurd is maar waarop nooit een enkele reactie is ge komen. In die brochure wordt gewezen op de ernstige misstanden die, bij de be geleiding van de sport door niet-des- kundigen ontstaan zijn en die om een grondige sanering vragen. Deze com missie heeft in dat rapport een eerste poging gedaan om een organisatiesche ma uit te werken voor een op te rich ten nationaal instituut voor sociaal- medische, medisoh-hygiënische en psy- cho-hygiënische begeleiding van de sportbeoefening in Nederland. Er wordt in gepleit voor het vesti gen van een leerstoel voor sportge neeskunde aan enkele universiteiten, voor regionale bureaus met aan het hoofd een sportarts, die voor de docu mentatie, de registratie zorg draagt. DOKTER ROLINK medische begeleiding DIE nieuwe visie is nu na een jaar bijna onbeantwoord gebleven door de medische commissie van de NSF. Het is die botsing tussen de oude werkwijze van: „strijd tegen doping" contra de nieuwe visie van: „me dische begeleiding van de sportwereld". „Het typische is" het kwam eruit toen hij weer was gaan zitten en een stapel brieven uit zijn la had gehaald „dat het rapport van de medische commissie gewerkt heeft als een boe merang De sportmensen die altijd mij opgezocht hebben blijven komen, maar daarnaast heb ik een stroom verzoeken gehad van andere actieve sportmensen of ze eens langs mochten komen voor adviezen. Zoveel zelfs dat ik bij lange na geen tijd heb om al die brieven te beantwoorden". En alsof het afgesproken werk was ging de telefoon. Het was een wielren ner. „Goed, kom dan maar dinsdagavond om half acht". En toen de haak was Van de zijde van de arts J. H. M. Rolink is gereageerd op het rapport van de medische com missie van de Nëderlandse Sport Federatie (NSF) over de do- pingkwestie, aanhangig gemaatct door de zwemster Sita Posthu mus. Zijn verdediging is voor namelijk gebaseerd op het feit, dat ook de medische commissie van de NSF geen uitspraak doet in de dopingaffaire. Dokter Rolink noemt zijn wijze van werken medische be geleiding. Als niet-medicus kunnen wij daarover niet oordelen. Daarom laten wij dokter Rolink zelf aan het woord. neergelegd: „Zo gaat dat steeds door. Het kost me veel tijd en geld, maar de sportlieden zijn er hopelijk mee ge diend. Naast m'n gewone praktijk gaat al mijn vrije tijd in die sportlieden zitten". TOESTAAT de mogelijkheid niet om „L> een proefschrift te schrijven over de ervaringen uit uw sportbegeleidende praktijk?" Hij glimlacht: „Dat is me al van vele kanten geadviseerd. Vergeet ech ter niet dat daar ongeveer twee jaar in gaat zitten; ik gebruik die tijd liever om actief werkzaam te blijven, zolang tot er mensen komen die, al of niet in een nationaal instituut, de sport ook medisch willen begeleiden". Hij haalt die brief van de KNWU te voorschijn. Er staan de namen in van vier artsen in Nederland, die belang stelling hebben voor de werkwijze van dokter Rolink. Zij willen met hem gaan praten om ook zelf medisch de sport in dit geval de wielersport te kun nen begeleiden. Weer gaat de telefoon, een spoed geval. Hij slaat een dikke shawl om, doet een flinke winterjas aan en opent de deur, „Het spijt me". De splinternieuwe Volkswagen is snel weg. door J. M. Bom - "p (J de aarivaug van dit nieuwe jaar wens ik u, lezers, een in IA aïle opzichten voorspoedig 1962, met daarin vele successen, kleine of grote in de damsport. Voor hen die nog niet zo ver zijn gevorderd in dit onvolprezen geheimzinnige spel, kan het boekje „Zak-encyclopedie voor dam mers" een steun zijn. (Kort voor het einde van 1960 verschenen bij uitgeverij In den Toren te Baarn van J. F. Moser.) Niet volledig y OALS de naam al aanduidt heeft de schrijver getracht in zak formaat het gehele damspel te be handelen, zowel in technisch als organisatorisch en historisch opzicht. Dat de uitwerking in „pocket-for maat" niet geheel uit de verf kon komen heeft ook de schrijver ge voeld. Hij merkt op zeker geen aan spraak te willen maken op volledig heid. Hoewel het boekje een verzorgde indruk maakt en er verschillende onderwerpen op prettige wijze wor den behandeld komt m.i. de echte partijtechniek wel wat te kort. In slechts vijftig bladzijden wordt deze „brok" afgedaan. Als men dan weet dat er op deze vijftig bladzijden 258 diagrammen voorkomen, dan is „stu deren" in dit werkje niet zo best mogelijk. Geeft het boekje voor de „doorge- ROTTERDAM. De Koninklijke Nederlandse Voetbalbond heeft in ver band met de gesteldheid van de terrei nen besloten alle voor vandaag en mor gen vastgestelde amateurwedstrijden af te gelasten. Ook in de afdelingen zal niet worden gespeeld. Inzake het al of niet doorgaan van het programma in het betaalde voethal wordt vandaag een beslissing genomen. Evenmin zal er dit weekeinde aan hockey en korfbal worden gedaan. Ook in de afdelingen van de Koninklijke Nederlandse Korfbalbond zijn de wed strijden afgelast. HASTINGS. Ofschoon het schaak toernooi in Hastings nog niet is afge lopen, is de Rus Botwinnik reeds ze ker van de eindoverwinning. De wereld kampioen won zowel zijn afgebroken partij uit de zevende ronde Cvan de Oostenrijker Robatsch) als zijn partij uit de achtste ronde (van de Amerikaan Bisguier). De resultaten uit de achtste ronde waren: Gligoric (Zsl)—Wade (N-zeel) 1—6, Botwin nik (Rusl) Bisguier (VS) 1-0, Robatsch (Oost) Aaron (Indië) 10, Littlewood (GB) Flohr (Rusl) Y2—Y2, Barden (GB)—Penrose (GB) 1—0. De stand luidt thans: 1. Botwinnik 7% pnt; 2. Gligoric 5V2 pnt; 3. Flohr 5 pnt; 4, Pen rose 4>/2 pnt; 5-6. Bisguier en Littlewood bei den 4 pnt; 7-8. Robatsch en Barden beiden 3 pnt; 9. Wade 2Y2 pnt; 10. Aaron 1 pnt. ZWOLLE (A.N.P.) Van maandag 22 tot zaterdag 27 januari wordt in Zwolle het jaarlijkse internationale schaaktoer nooi van het Zwols Schaakgenootschap gehouden. In de hoofdgroep zullen uit komen Wade (Nw.-Zeel), Eising (Did.), Smederevac (Zsl.) en de Nederlanders Kuijper, Speyer, Visser en Smit. De Pooi Litmanowicz heeft nog niet op de uitno diging geantwoord. In de tweede groep spelen de dames Katja Jovanovic (Zsl.), Fenny Heems kerk (Ned.), Bjelica (Zsl.), Scheid (Did.), Matler (Did.) en Schijf (Ned.) Van de Hongaarse Sinka en Ribas (Spanje) heeft het organisatiecomité nog geen officiële bevestiging ontvangen over deelneming. door H. Kramer HOEWEL Boris Spassky nog geen 25 jaar oud is, heeft hij al een veelbewogen leven achter zich. Hij werd in 1937 te Leningrad geboren. Toen in de wereldoorlog de Duitse troepen oprukten naar zijn geboorteplaats werd de kleine Boris, tezamen met dui zenden andere kinderen, geë vacueerd naar veiliger oorden. Daar leerde hij het schaak spel kennen. Toen Boris na de nederlaag van de Duitsers naar Leningrad terugkeerde, trok hij weldra de aandacht. Op tien jarige leeftijd speelde hij al een heel behoorlijk partijtje mee. In de jaren die volgden maakte hij snel vorderingen. In 1953 trad hij voor het eerst buiten de grenzen van zijn vader land op. Te Boekarest veroverde hij in dat jaar de titel van internatio naal meester. De zestienjarige jonge ling speelde het klaar om, samen met de grootmeesters Szabo en Bole- slavsky, beslag te leggen op de ge deelde vierde plaats, een resultaat dat destijds sterk de aandacht heeft retrokken. In 1955 werd Spassky jeugdwereld kampioen en nog een jaar later vinden we hem onder de deel nemers van het Kandidatentoernooi te Amsterdam. In laatste ronde IN 1957 ondervond de Rus de teleur stelling van zijn leven: in de laatste ronde van de wedstrijd om het kam pioenschap van zijn vaderland, verloor hij volkomen onverdiend van Tal. Spassky verspeelde daardoor niet al leen alle kansen op de kampioenstitel, maar bovendien een plaats in het in terzonale toernooi. Sinds deze wedstrijd scheen het on geluk de geniale jonge Rus te achter volgen. „Pechvogel Spassky" noemde iedereen hem. Het scheen dat hij defi nitief verdrongen was uit het kleine selecte gezelschap, dat een gooi mocht doen naar de hoogste titels. In het zojuist tot een einde gekomen kampioenstoernooi van de' Sowjet-Unie heeft Spassky echter met alle vormen van oeeh grondig afgerekend. Hij won m grootse stijl het kampioenschap van zijn vaderland waarmee hij onder streepte, dat hij van plan is een hartig woordje mee te spreken in het ko mende interzonale toernooi. De Russische titelstrijd is namelijk tegelijk een zonetoernooi. De hoogst uitkomenden veroveren een plaats m het interzonale toernooi, dat de spe lers moet opleveren voor het Kandi datentoernooi. De winnaar van dit laat ste toernooi heeft, zoals bekend, het recht om de wereldkampioen uit te dagen. winterde" dammers weinig nieuws, als gezegd' voor beginners kunnen wij het van harte aanbevelen. Er zijn een schat van handigheidjes in te vin den, die hen op weg zullen heipen om de „zwaardere kost" te leren door gronden. Ook voor sterkeren /~VOK voor wat sterkeren is het werk- "je wel van waarde, omdat het, juist door de vele diagrammen, gelegen heid geeft, snel het geheugen weer op te frissen. Dat eindspel en problematiek een naar verhouding grotere plaats kregen, dan normaal gebruikelijk is, wordt ver oorzaakt door de persoonlijke voorkeur van de auteur! Een gelukkige gedachte van de schrijver vonden wij, dat zeer veel nut tige opmerkingen geplaatst werden in de oplossingenlij st, waardoor dte tekst in het boekje zelf overzichtelijk bleef. Hierbij een der fraaiste standen die wij tegenkwamen. BORIS SPASSKY In paar jaren veelbewogen leven HP HIP H ■XT//// In deze stelling, die voorkwam in een partij gespeeld in de wedstrijd om het persoonlijk kampioenschap van Ne derland 1960, vond ex-wereldkampioen B. Springer, die in hetzelfde jaar over leed. de volgende prachtige „gambiet winst": 111-16! 2. 21-17 gedw. 23-29!!; 3. 34-23 24-30!4. 25x34 7—11!! en zwart wint, want wit kan op geen en kele manier ontkomen aan een vernie tigende slag! Uw redacteur had zwart en kan nu alleen maar verzuchten: kijk, zo had ik kunnen winnen! Fraaie partij HIERONDER een fraaie partij van de nieuwe Russische kampioen. Wit: SMYSLOV Zwart: SPASSKY Rèti-opening. (Bakoe 1961.) 1. Pgl—f3, d7d5 2. g2g3, Pg8—f6 3. Lflg2, g7—g6 4. b2b4, Lf8— g7 5. Lel—b2, 0—0 6. 0—0, Lc8—g4 7. c2—c4, c7—c6 8. Pbl—a3, Pb8—d7 9. Talcl, a7a5! (Spassky is niet van plan zich in het defensief te laten dringen. Deze en de volgende zet zijn bijzonder sterk.) 10. b4—b5, a5—a4! 11. d2—d3, e7—e5! (Ondernemend gespeeld: op 12. Pxe5, volgt 12. Pxe5 13. Lxe5, Te8 enz.) 12. b5xc6, b7xc6 13. c4xd5, c6xd5 14. Pa3c2, e5e4 15. d3xe4, d5xe4 16. Pf3—d2, Ta8—b8 17. Lb2—a3, Tf8—e8 18. Pc2—e3, Pd7e5 19. Pe3xg4 20. Pd2c4, e4—e3 21. f2—f3, Pg4—f2! (Scherp berekend.) 22. Ddlxa4 (Of 22. Dxd8, TbxdS 23. Pxe3 24. Lc5, P2g4 25. fxg4, Txe2.) 22P£6—d5 23. f3—f4, Pd5—c3 24. Da4c2, Dd8—d4 25. Pc4—e5, Lg7x e5 26. f4xe5, Te8c8! (Met de vervelende dreiging 27. Dd2, b.v. 27. Lb2, Txb2! 28. Dxb2, Dd2!) 27. Lg2—f3, Dd4—d2 28. Kgl—g2, Dd2—d7! 29. La3—d6, Pc3—e4 30. e5— e6? (Hier verzuimt Smyslov de sterkste voortzetting, die bestond in 30. Lxb8!, Txc2 31. Txc2.) 30. Dd7xe6! (En niet 30Dxd6? 31. Dxc8+, Txc8 32. Txc8+, Kg7 33. exf7, Kxf7 34. Lxe4 ten gunste van wit.) 31. Ld6xb8, Tc8xc2 32. Tclxc2, g6— g5! 33. Kg2gl, Pe4d2 34. Tfl—cl, Pd2xf3+ 35. e2xf3, Pf2—d3 36. Tc2—c6, De6xa2 37. Tc6—c2, Da2—a4 38. Tc2— c8+, Kg8g7 Wit geeft op. SPASSKY an cc SMYSLOV

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1962 | | pagina 11