HET KAN VERKEREN
VOOR DE GRAAFF
Afgedankte schaatsenrijder
komt opnieuw naar voren
Nieuwe visie botst op oude
E'
„Pechvogel Spassky" is
geen pechvogel meer...
H
^AKENCYCLOPEDIE VOOR
DAMMERS LEZEN WAARD
Geen reactie
op brochure
JONGE RUS KAN REEDS TERUGKIJKE N OP EEN BEWOGEN SCHAAKLEVEN
De arts JH. M. Rolink:
medische begeleiding
Medische commissie NSF:
gevaar van doping
Tóch nog naar Scandinavië
Wilskracht
Te kwaad
Moeilijk zonder
De kansen?
Laatste vraag
Wat is doping
Leerstoel
Afgelaste sport
BOTWINNIK WON
HASTINGS
Internationaal schaken
bij Zwols genootschap
1^'
Zaterdag 6 januari 1962
ZEEUWSCH DAGBLAD r
Pag. 11
De Graaff
(links) „geeft
les" aan
Arie Zee
en Henk van
der Grift
(rechts)
Van een onzer verslaggevers
ET KAN verkeren. Nog geen jaar gele
den werd ïh Amsterdam, tijdens de
huldiging van de nieuwe wereldkam
pioen op de schaats, Henk van der Grift,
afscheid genomen van de Rotterdammer
Wim de Graaff.
Hij kreeg een onderschei'
ding, het gebeurde allemaal
erg plezierig, maar uit de
woorden van de voorzitter
van de Koninklijke Neder
landse Schaatsenrijders-
bond (KNSB), de heer Vlie
gen, kon men toch duidelijk
opmaken: Wim de Graaff
heeft afgedaan, zijn beste
tijd is nu definitief voorbij,
voor de kernploeg komt hij
niet meer in aanmerking.
Nu ongeveer tien maan
den later, bestaat de kans
dat deze zelfde Wim de
Graaff toch, alsnog, mee zal doen aan het Europese en
wereldkampioenschap. Alhoewel het bestuur van de
KNSB besloot om Zee en Meeuwisse, die in december uit
de kernploeg „deserteerden" terug te laten gaan naar
Noorwegen, is er de mogelijkheid dat deze kernploeg met
een rijder zal worden uitgebreid.
Zal er aldus een nieuwe kans
komen voor De Graaff? Dat is wel
mogelijk. Liet de heer Roos, voorzit
ter van de technische commissie
van de KNSB zich niet in deze geest
uit? Hij zei kort geleden terloops
tegen De Graaff: „Er is een kansje
dat jij tóch naar Scandinavië zult
gaan." Even terloops heeft De
Graaff toen geantwoord dat hij daar
wel voor voelde, mits de KNSB hem
in één wens tegemoet zal willen
komen.
De nu dertigjarige schaatsenrijder
s werkt sinds drie maanden bij een .an
dere firma en men heeft hem daar
oeloof-d, dat bij eventueel na de twin.
tigste van deze maand-verlof, kan krij|-
gen .-om zich .pij de kernploeg ie voe
gen, De wens van. De. Graaff is nu
r om tot die tijd als Hij Wordt uit-*
verkozen elke dag te mogen trainen
- op de kunstijsbaan in Amsterdam,
waarbij dan de reiskosten door de
bond zouden worden vergoed.
HET KAN verkeren, inderdaad. Wie
echter de Rotterdammer beter
kent wéét welk een wilskracht er in
hem verscholen ligt. Zijn prestaties
dit jaar, in de paar dagen van vorst in
Nederland, zullen de ingewijden niet
zo bijster hebben verwonderd. De Rot
terdammer verbeterde het Nederland
se record op de 500 meter (45,8 sec.)
en zijn vorm is zodanig dat woorden
of gedachten van „hij heeft afgedaan"
wel erg vreemd gaan klinken.
De Graaff heeft niet zo gauw afge
daan zullen u zijn vrienden zeggen.
Hij bezit de kracht om terug te ko
men Dat bewees hij reeds jaren eer
der, in 1953, toen hij voor de tweede
keer met de Nederlandse kernploeg
werd uitgezonden. Het ging dat jaar
bitter slecht. De toen 21-jarige Rot
terdammer maakte er weinig van en
vóór het Europese kampioenschap
kreeg hij nog een laatste kans in Oslo.
Het bleef slecht. Hij kreeg geen plaats
in de definitieve ploeg en het leek er
op dat Wim de Graaff had afgedaan
IK HAD het toen echt wel te kwaad",
vertelt hij nu. '„Ik wilde bewijzen
dat ik het wèl kon, ik wist dat ik het
kon Op eigen kosten ben ik toen te
rug gegaan naar Hamar. Twee weken
heb ik daar intensief alleen getraind.
Toen de jongens na de kampioen
schappen terug kwamen, was ik in
blakende vorm. Er werd nog een wed
strijdje gereden, ergens in de buurt
van Hamar en daar, welnu, daar
sprong ik er zö uit dat men mij het
volgende jaar toch weer voor de kern
ploeg durfde verkiezen. En zo ziet u
maar!"
TNE GRAAFF is een mens, die zich
1' het leven zonder schaatsen moei
lijk kan voorstellen. Zijn oom Piet
Zwanenburg, de trainer van de Neder
landse kernploeg, maakte hem als
schooljongen al vertrouwd met deze
sport en toen hij negentien jaar oud
was werd hij zesde in het Nederlandse
kampioenschap. In 1954 zat hij voor
het eerst in de landenploeg. In 1958,
tijdens de Olympische Spelen, verbe
terde hij samen met Broekman het
(buitenlandse) Nederlandse record op
de 5000 meter <8.00,2) en een dag later
stelde hij samen met Maarse en
Broekman de tijd op de 1500 meter
scherper (2.13.1). In hetzelfde jaar
werd hij kampioen van Nederland en
de drie daarna komende jaren behaal
de hij het officieuze Nederlandse kam
pioenschap, dat tussen de Nederland
se rijders in Scandinavië werd verre
den
TN SQUAW VALLEY, tijdens de laat-
1 ste Olympische Spelen, had De
Graaff het geluk niet aan zijn zijde.
Hij had zich geconcentreerd op de
50Ö0 meter maar raakte door een ver
koudheid uit vorm. Hij werd daarom
voor dit nummer gepasseerd en moest
op de 1500 meter uitkomen, een af
stand die meestal zijn voorkeur heeft,
maar die zoals hij vertelde door
de grote concurrentie minder aantrek
kelijk was.
Hoe ziet u uw kansen bij het
Nederlandse kampioenschap?
De sprong van Squaw Valley naar
nu wordt door De Graaff zonder een
knippèring met de ogen opgevangen.
Hij is niet zo gauw van zijn stuk.
ÊÊÈÈÊÊÊÈM
ÜÏlllill:
.Een kampioenschap zonder de bes
te rijders, die in Scandinavië zitten is
maar niks", geeft hij te kennen. „Van
't Oever en ik hadden dit jaar beslo
ten om dus maar niet mee te doen,
doch de KNSB zag liever van wel.
Daarom zullen we inschrijven maar ik
hoop dat het kampioenschap zal wor
den verreden op de kunstijsbaan in
Amsterdam, als Van der Grift en zijn
kornuiten terug zijn."
Wat vindt u van het gedrag van
Zee en Meeuwisse?
Opnieuw een gedachtenspromg, die
De Graaff zonder aarzelen, met een
antwoord klaar, volgt. „Het is natuur
lijk dom geweest", geeft hij toe,
„maar u moet zich de toestand kun-
n'ëri liidfenken. Toen-ik indertijd;met'ije
ploeg'jn Bavos zat en in Nederland
wsjrd het kampioenschap verreden was-
de "stemming bij ons óók nïei best, Alg
er- ijs is in Nederland wil jé erbij zijn.
Bij ons is ijssport ook tegelijk ver
maak, in Scandinavië of Davós is'het
alleen maar sport.; de gezelligheid ont
breekt. Je traint mét eeri paar man
op een levensgrote -baan en neen, dat
is veel minder' aantrekkelijk. Ik hoop
daarom ook maar dat de KNSB niet
te straf zal optreden. Meeuwisse en
Zee moeten opnieuw een kans krijgen."
(Inmiddels werd zoals bekend
door het bestuur van de KNSB beslo
ten om Zee en Meeuwisse naar Scan
dinavië terug te laten gaan red.)
TpN dan de laatste vraagWat
gaat u doen, als^u werkelijk
te oud bent om nog tot de kern
ploeg te kunnen behoren
,,Dan "blijf ik schaatsen. Deze sport
heeft nu eenmaal mijn hart gestolen.
Ik ga dan toertochten maken en jon
geren een handje helpen bij de trai
ning. Dat kan nu ook steeds beter
door de kunstijsbanen die er komen.
Schaatsenrijden is een heerlijke sport
én in Nederland zijn vele jongeren er
van bezéten. Met de betere outillage
dié we krijgen ben ik ervan overtuigd
dat wij als alles in de schaatssport
blijft zoals het nu is binnen tien
jaren de beste schaatsnatie van de
wereld zullen zijn!"
jR stonden zes fietsen en een brommer onder het bordje ,,J. H. M. Rolink, arts".
Een Volkswagen van het nieuwe type stond voor het nummer 4, in de Duin-
vlietstraat te Velsen-Noord. Twaalf mensen zaten er in de wachtkamer toen
we er binnenstapten. We speelden het spel mee; over moeders die ziek zijn,
over de zoon van wie de vader dacht dat hij wel blindedarmontsteking kon hebben;
we luisterden aandachtig naar de moeder-met zoon, die alleen maar over haar eigen
bloeddruk sprak, maar die kwam omdat haar zoontje een lichte bronchitis had opge
lopen.
Wim de Graaff in actie
rfELF hadden we ons voor die
patiënten een lichte griep aan
gemeten en tussen hoestbuien door
polsten we die patiënten over de
arts die het laatste half jaar in
opspraak is geweest over zijn eigen
moderne zienswijze over de medi
sche begeleiding in de Nederlandse
sportwereld.
Het oordeel was unaniem gunstig;
geen patiënt die erover dacht het
vertrouwen in dokter Rolink op te
zeggen; geen patiënt, die een kwaad
woord van hem wilde horen.
„Och meneer", zei de vader van
de zoon-met-de-veronderstelde-blin-
dedarmontsteking, „is het niet mooi
dat er zo'n dokter is die iets voor
die atleten doet? En wie zegt dat
het doping is? Wie zegt trouwens
wat doping is?"
TYAT vraagt dokter Rolink zichzelf
trouwens ook nog af. Hij zat in een
moderne kantoorstoel op wieltjes; zijn
spreekkamer getuigde van een grote
zindelijkheid, zoals die spreekkamers
overal in Nederland doen. Op zijn bu
reau lag een grote stapel paperassen
met bovenop een brief van de Ko
ninklijke Nederlandse Wielren Unie
(KNWU). Medische encyclopedieën
vormden voor hem de achtergrond.
„Het rapport van de medische com
missie van de Nederlandse Sport Fede
ratie (NSF) spreekt over: „het niet
vast staan dat een ernstige vorm van
doping bij de zwemsters is toegepast.
Het zou dus wel een minder ernstige
vorm van doping kunnen zijn; het ver
onderstelt tevens een kennis van het
begrip doping, dat gradaties toestaat."
Dokter Rolink ging in een wandeling
rond zijn bureau het plafond bekijken,
filosoferend over de oude en nieuwe
zienswijze van de medische sportbe-
geleiding. We kregen de indruk dat er
een botsing tussen die zienswijzen ont
staan is; dat de oude alles, maar dan
ook alles afkeurt wat gedaan wordt
om de conditie van een atleet op peil
te brengen, terwijl de nieuwe juist die
vorm tracht te vinden om een sociaal-
medisohej medisoh-hygiënische en psy-
cho-hygiënische begeleiding van de
sport mogelijk te maken.
IN februari 1961 bijna een jaar ge
leden dus heeft dokter Rolink zijn
zienswijze over deze begeleiding in de
moderne sportbeoefening in een bro
chure vastgelegd. Samen met enkele
andere medici, een psycholoog, een
paedagoog en een fisioloog, vormt de
arts uit Velsen de medische commis
sie van de Nederlandse Katholieke
Sportbond.
In de afgelopen jaren zelf is dokter
Rolink al elf jaar op dit terrein werk
zaam hebben zij al hun ervaringen
In een brochure vastgelegd; een bro
chure, die ook naar de medische com
missie van de NSF gestuurd is maar
waarop nooit een enkele reactie is ge
komen.
In die brochure wordt gewezen op
de ernstige misstanden die, bij de be
geleiding van de sport door niet-des-
kundigen ontstaan zijn en die om een
grondige sanering vragen. Deze com
missie heeft in dat rapport een eerste
poging gedaan om een organisatiesche
ma uit te werken voor een op te rich
ten nationaal instituut voor sociaal-
medische, medisoh-hygiënische en psy-
cho-hygiënische begeleiding van de
sportbeoefening in Nederland.
Er wordt in gepleit voor het vesti
gen van een leerstoel voor sportge
neeskunde aan enkele universiteiten,
voor regionale bureaus met aan het
hoofd een sportarts, die voor de docu
mentatie, de registratie zorg draagt.
DOKTER ROLINK
medische begeleiding
DIE nieuwe visie is nu na een jaar
bijna onbeantwoord gebleven
door de medische commissie van de
NSF. Het is die botsing tussen de oude
werkwijze van: „strijd tegen doping"
contra de nieuwe visie van: „me
dische begeleiding van de sportwereld".
„Het typische is" het kwam eruit
toen hij weer was gaan zitten en een
stapel brieven uit zijn la had gehaald
„dat het rapport van de medische
commissie gewerkt heeft als een boe
merang De sportmensen die altijd mij
opgezocht hebben blijven komen, maar
daarnaast heb ik een stroom verzoeken
gehad van andere actieve sportmensen
of ze eens langs mochten komen voor
adviezen. Zoveel zelfs dat ik bij lange
na geen tijd heb om al die brieven te
beantwoorden".
En alsof het afgesproken werk was
ging de telefoon. Het was een wielren
ner.
„Goed, kom dan maar dinsdagavond
om half acht". En toen de haak was
Van de zijde van de arts J. H.
M. Rolink is gereageerd op het
rapport van de medische com
missie van de Nëderlandse Sport
Federatie (NSF) over de do-
pingkwestie, aanhangig gemaatct
door de zwemster Sita Posthu
mus. Zijn verdediging is voor
namelijk gebaseerd op het feit,
dat ook de medische commissie
van de NSF geen uitspraak doet
in de dopingaffaire.
Dokter Rolink noemt zijn
wijze van werken medische be
geleiding.
Als niet-medicus kunnen wij
daarover niet oordelen. Daarom
laten wij dokter Rolink zelf aan
het woord.
neergelegd: „Zo gaat dat steeds door.
Het kost me veel tijd en geld, maar
de sportlieden zijn er hopelijk mee ge
diend. Naast m'n gewone praktijk gaat
al mijn vrije tijd in die sportlieden
zitten".
TOESTAAT de mogelijkheid niet om
„L> een proefschrift te schrijven over
de ervaringen uit uw sportbegeleidende
praktijk?"
Hij glimlacht: „Dat is me al van
vele kanten geadviseerd. Vergeet ech
ter niet dat daar ongeveer twee jaar
in gaat zitten; ik gebruik die tijd liever
om actief werkzaam te blijven, zolang
tot er mensen komen die, al of niet in
een nationaal instituut, de sport ook
medisch willen begeleiden".
Hij haalt die brief van de KNWU te
voorschijn. Er staan de namen in van
vier artsen in Nederland, die belang
stelling hebben voor de werkwijze van
dokter Rolink. Zij willen met hem gaan
praten om ook zelf medisch de sport
in dit geval de wielersport te kun
nen begeleiden.
Weer gaat de telefoon, een spoed
geval. Hij slaat een dikke shawl om,
doet een flinke winterjas aan en opent
de deur, „Het spijt me".
De splinternieuwe Volkswagen is
snel weg.
door J. M. Bom
- "p (J de aarivaug van dit nieuwe jaar wens ik u, lezers, een in
IA aïle opzichten voorspoedig 1962, met daarin vele successen,
kleine of grote in de damsport.
Voor hen die nog niet zo ver zijn gevorderd in dit onvolprezen
geheimzinnige spel, kan het boekje „Zak-encyclopedie voor dam
mers" een steun zijn. (Kort voor het einde van 1960 verschenen
bij uitgeverij In den Toren te Baarn van J. F. Moser.)
Niet volledig
y OALS de naam al aanduidt heeft
de schrijver getracht in zak
formaat het gehele damspel te be
handelen, zowel in technisch als
organisatorisch en historisch opzicht.
Dat de uitwerking in „pocket-for
maat" niet geheel uit de verf kon
komen heeft ook de schrijver ge
voeld. Hij merkt op zeker geen aan
spraak te willen maken op volledig
heid.
Hoewel het boekje een verzorgde
indruk maakt en er verschillende
onderwerpen op prettige wijze wor
den behandeld komt m.i. de echte
partijtechniek wel wat te kort. In
slechts vijftig bladzijden wordt deze
„brok" afgedaan. Als men dan weet
dat er op deze vijftig bladzijden 258
diagrammen voorkomen, dan is „stu
deren" in dit werkje niet zo best
mogelijk.
Geeft het boekje voor de „doorge-
ROTTERDAM. De Koninklijke
Nederlandse Voetbalbond heeft in ver
band met de gesteldheid van de terrei
nen besloten alle voor vandaag en mor
gen vastgestelde amateurwedstrijden af
te gelasten. Ook in de afdelingen zal niet
worden gespeeld.
Inzake het al of niet doorgaan van het
programma in het betaalde voethal wordt
vandaag een beslissing genomen.
Evenmin zal er dit weekeinde aan
hockey en korfbal worden gedaan. Ook
in de afdelingen van de Koninklijke
Nederlandse Korfbalbond zijn de wed
strijden afgelast.
HASTINGS. Ofschoon het schaak
toernooi in Hastings nog niet is afge
lopen, is de Rus Botwinnik reeds ze
ker van de eindoverwinning. De wereld
kampioen won zowel zijn afgebroken
partij uit de zevende ronde Cvan de
Oostenrijker Robatsch) als zijn partij
uit de achtste ronde (van de Amerikaan
Bisguier).
De resultaten uit de achtste ronde waren:
Gligoric (Zsl)—Wade (N-zeel) 1—6, Botwin
nik (Rusl) Bisguier (VS) 1-0, Robatsch
(Oost) Aaron (Indië) 10, Littlewood (GB)
Flohr (Rusl) Y2—Y2, Barden (GB)—Penrose
(GB) 1—0.
De stand luidt thans: 1. Botwinnik 7% pnt;
2. Gligoric 5V2 pnt; 3. Flohr 5 pnt; 4, Pen
rose 4>/2 pnt; 5-6. Bisguier en Littlewood bei
den 4 pnt; 7-8. Robatsch en Barden beiden
3 pnt; 9. Wade 2Y2 pnt; 10. Aaron 1 pnt.
ZWOLLE (A.N.P.) Van maandag 22
tot zaterdag 27 januari wordt in Zwolle
het jaarlijkse internationale schaaktoer
nooi van het Zwols Schaakgenootschap
gehouden. In de hoofdgroep zullen uit
komen Wade (Nw.-Zeel), Eising (Did.),
Smederevac (Zsl.) en de Nederlanders
Kuijper, Speyer, Visser en Smit. De Pooi
Litmanowicz heeft nog niet op de uitno
diging geantwoord.
In de tweede groep spelen de dames
Katja Jovanovic (Zsl.), Fenny Heems
kerk (Ned.), Bjelica (Zsl.), Scheid (Did.),
Matler (Did.) en Schijf (Ned.) Van de
Hongaarse Sinka en Ribas (Spanje) heeft
het organisatiecomité nog geen officiële
bevestiging ontvangen over deelneming.
door H. Kramer
HOEWEL Boris Spassky nog
geen 25 jaar oud is, heeft
hij al een veelbewogen
leven achter zich. Hij werd in
1937 te Leningrad geboren.
Toen in de wereldoorlog de
Duitse troepen oprukten naar
zijn geboorteplaats werd de
kleine Boris, tezamen met dui
zenden andere kinderen, geë
vacueerd naar veiliger oorden.
Daar leerde hij het schaak
spel kennen. Toen Boris na de
nederlaag van de Duitsers naar
Leningrad terugkeerde, trok hij
weldra de aandacht. Op tien
jarige leeftijd speelde hij al een
heel behoorlijk partijtje mee. In
de jaren die volgden maakte hij
snel vorderingen.
In 1953 trad hij voor het eerst
buiten de grenzen van zijn vader
land op. Te Boekarest veroverde hij
in dat jaar de titel van internatio
naal meester. De zestienjarige jonge
ling speelde het klaar om, samen met
de grootmeesters Szabo en Bole-
slavsky, beslag te leggen op de ge
deelde vierde plaats, een resultaat
dat destijds sterk de aandacht heeft
retrokken.
In 1955 werd Spassky jeugdwereld
kampioen en nog een jaar later
vinden we hem onder de deel
nemers van het Kandidatentoernooi
te Amsterdam.
In laatste ronde
IN 1957 ondervond de Rus de teleur
stelling van zijn leven: in de laatste
ronde van de wedstrijd om het kam
pioenschap van zijn vaderland, verloor
hij volkomen onverdiend van Tal.
Spassky verspeelde daardoor niet al
leen alle kansen op de kampioenstitel,
maar bovendien een plaats in het in
terzonale toernooi.
Sinds deze wedstrijd scheen het on
geluk de geniale jonge Rus te achter
volgen. „Pechvogel Spassky" noemde
iedereen hem. Het scheen dat hij defi
nitief verdrongen was uit het kleine
selecte gezelschap, dat een gooi mocht
doen naar de hoogste titels.
In het zojuist tot een einde gekomen
kampioenstoernooi van de' Sowjet-Unie
heeft Spassky echter met alle vormen
van oeeh grondig afgerekend. Hij won
m grootse stijl het kampioenschap van
zijn vaderland waarmee hij onder
streepte, dat hij van plan is een hartig
woordje mee te spreken in het ko
mende interzonale toernooi.
De Russische titelstrijd is namelijk
tegelijk een zonetoernooi. De hoogst
uitkomenden veroveren een plaats m
het interzonale toernooi, dat de spe
lers moet opleveren voor het Kandi
datentoernooi. De winnaar van dit laat
ste toernooi heeft, zoals bekend, het
recht om de wereldkampioen uit te
dagen.
winterde" dammers weinig nieuws,
als gezegd' voor beginners kunnen
wij het van harte aanbevelen. Er zijn
een schat van handigheidjes in te vin
den, die hen op weg zullen heipen om
de „zwaardere kost" te leren door
gronden.
Ook voor sterkeren
/~VOK voor wat sterkeren is het werk-
"je wel van waarde, omdat het, juist
door de vele diagrammen, gelegen
heid geeft, snel het geheugen weer op
te frissen.
Dat eindspel en problematiek een
naar verhouding grotere plaats kregen,
dan normaal gebruikelijk is, wordt ver
oorzaakt door de persoonlijke voorkeur
van de auteur!
Een gelukkige gedachte van de
schrijver vonden wij, dat zeer veel nut
tige opmerkingen geplaatst werden in
de oplossingenlij st, waardoor dte tekst
in het boekje zelf overzichtelijk bleef.
Hierbij een der fraaiste standen
die wij tegenkwamen.
BORIS SPASSKY
In paar jaren veelbewogen leven
HP HIP H
■XT////
In deze stelling, die voorkwam in
een partij gespeeld in de wedstrijd om
het persoonlijk kampioenschap van Ne
derland 1960, vond ex-wereldkampioen
B. Springer, die in hetzelfde jaar over
leed. de volgende prachtige „gambiet
winst":
111-16! 2. 21-17 gedw. 23-29!!;
3. 34-23 24-30!4. 25x34 7—11!! en
zwart wint, want wit kan op geen en
kele manier ontkomen aan een vernie
tigende slag!
Uw redacteur had zwart en kan nu
alleen maar verzuchten: kijk, zo had ik
kunnen winnen!
Fraaie partij
HIERONDER een fraaie partij van de
nieuwe Russische kampioen.
Wit: SMYSLOV Zwart: SPASSKY
Rèti-opening. (Bakoe 1961.)
1. Pgl—f3, d7d5 2. g2g3, Pg8—f6
3. Lflg2, g7—g6 4. b2b4, Lf8—
g7 5. Lel—b2, 0—0 6. 0—0, Lc8—g4 7.
c2—c4, c7—c6 8. Pbl—a3, Pb8—d7 9.
Talcl, a7a5!
(Spassky is niet van plan zich in het
defensief te laten dringen. Deze en de
volgende zet zijn bijzonder sterk.)
10. b4—b5, a5—a4! 11. d2—d3, e7—e5!
(Ondernemend gespeeld: op 12. Pxe5,
volgt 12. Pxe5 13. Lxe5, Te8 enz.)
12. b5xc6, b7xc6 13. c4xd5, c6xd5 14.
Pa3c2, e5e4 15. d3xe4, d5xe4 16.
Pf3—d2, Ta8—b8 17. Lb2—a3, Tf8—e8
18. Pc2—e3, Pd7e5 19. Pe3xg4 20.
Pd2c4, e4—e3 21. f2—f3, Pg4—f2!
(Scherp berekend.)
22. Ddlxa4
(Of 22. Dxd8, TbxdS 23. Pxe3 24. Lc5,
P2g4 25. fxg4, Txe2.)
22P£6—d5 23. f3—f4, Pd5—c3
24. Da4c2, Dd8—d4 25. Pc4—e5, Lg7x
e5 26. f4xe5, Te8c8!
(Met de vervelende dreiging 27.
Dd2, b.v. 27. Lb2, Txb2! 28.
Dxb2, Dd2!)
27. Lg2—f3, Dd4—d2 28. Kgl—g2,
Dd2—d7! 29. La3—d6, Pc3—e4 30. e5—
e6?
(Hier verzuimt Smyslov de sterkste
voortzetting, die bestond in 30. Lxb8!,
Txc2 31. Txc2.)
30. Dd7xe6!
(En niet 30Dxd6? 31. Dxc8+,
Txc8 32. Txc8+, Kg7 33. exf7, Kxf7
34. Lxe4 ten gunste van wit.)
31. Ld6xb8, Tc8xc2 32. Tclxc2, g6—
g5! 33. Kg2gl, Pe4d2 34. Tfl—cl,
Pd2xf3+ 35. e2xf3, Pf2—d3 36. Tc2—c6,
De6xa2 37. Tc6—c2, Da2—a4 38. Tc2—
c8+, Kg8g7
Wit geeft op.
SPASSKY
an cc
SMYSLOV