KENT
[CENT
KENT
FIENT
Judo kostte hem
twee verlovingen
en veel reizen
DE NATUUR
1
MEJ. SAUTO
ZOEKT EEN
VRIENDIN
KAPPIE EN DE ZEEMEERMIN
Woensdag 20 december 1961
ZEEUWSCH DAGBLAD
Pag. 2
FLITS
GORDON
in het
heelal
hêlm
bmn/a
te pakken
te laat.
net
een paar
minuten'
te laat
hij kongeei
daclicht,
verdragen.
hij is --
dood y
■r nee, jij niet-
gelukkig 4
maar mijn dr0e5el
k. wel
Dit jaar grotere
spaarzin
in en om uw huis
De v
opzienbarende
experimenten
H
van
student
H
Tijloos
a msterdam Johannes Cornelis Bluming (28) is bijna twee
T*- meter lang en na drie jaar verblijf in Japan is hij weer in
Nederland. Samen met zijn verloofde Masuko Saito (24), die hij
in een restaurant in Tokio leerde kennen. Gisteren hebben we
hem in Amsterdam gesproken en hij heeft ons iets verteld over
zijn ervaringen in Korea en over karaté in Japan.
Magere spriet
Medailles
Traditie
Oliebollenactne in
St. Annaland
Niet meer
DE
TINTELS
InON.NETEEN SATEU.I ETGfr
SARDINE- A/LUGTiFUTS,.^
Rl IK". A -Ui
FTWB6VANHENKEN
/Ki R.IC. KWARTJES
VINDERS VAH DE
PLANEET MONGO-
I. ROBBEN BEU.''.
VERSTE
KELINGEN
MM?
DIEVEN
HET HAD ME
NEE,tul,
ik. mankeer
GELUKKIG
niets
Ingezonden mededeling)
P. Lorillard New York
filters best
blue micronite filter
in Nederland
door N.V. Cigarettes Import Cy.,
v/h A. J. Blok
AMERSFOORT. Het inlegoversehot
bij de spaarbanken, die zijn aangeslo
ten bij de Nederlandsche Spaarbank-
bond, bedroeg in november 20,7 miljoen
gulden tegen 21 miljoen in dezelfde
maand van 1960. In oktober bedroeg
het spaaroverschot 9,6 miljoen.
In de eerste elf maanden van dit jaar
bedroeg het overschot 284,5 (v.j. 250,2)
miljoen gulden. De inleggers bij ge
noemde spaarbanken hadden eind no
vember 3.125,9 miljoen tegoed.
Strenge vorst kan men nu spoedig
verwachten en als men wintergroenten
opgeborgen zal alleen de laag grond die
men er omheen en overheen gelegd
heeft niet voldoende bescherming bieden
er zal bij strenge vorst een flinke laag
ruigte aangebracht moeten worden en
het is nuttig die ruigte nu vast klaar te
leggen, zodat men het gebruiken kan
zodra het nodig is.
72
Het duurde lang eer de minister
terugkeerde van het voorschip. Ein
delijk zag Pierre hem aankomen,
met een lantaarn die een van de
wachten hem gegeven had. Hij droeg
eën tamelijk gro.e kist onder de
arm, die hij, toen hij weer in de
hut was, neerztue naast het li
chaam van de loods.
„Heeft hij nog iets gezegd?" vroeg
Coeur.
„Hij heeft al een hele tijd niet meer
gesproken, heer."
De kist was van stevig maaksel
en er zat een leren riem omheen.
Hij had geen slot of sleute.gat.
Jacques Coeur maakte de riem
los, maar het deksêi was stevig
vastgespijkerd. Pierre wist het er
eindelijk af te krijgen met behulp
van een marlpriem, die de matrozen
gebruikten bij het splitsen van touw
werk.
„Als je niet eens een paar plan
ken met je blote handen los kan
trekken, betwijfel ik of je er een
man zijn schedel mee kunt verplet
teren," merkte de minister op. „Zie
zo, laten we nu eens kijken wat de
loods verborgen had op de bodem
van het zandvat van de kok. Het
is een mooi plekje om iets te ver
bergen."
Hij hield de lantaarn omhoog. Ze
zagen verscheidene verzegelde pak
jes, die klaarblijkelijk opium bevat
ten.
„Die zijn omstreeks duizend pond
waard, Pierre, zoals je weet. Je zult
ze niet vermeld v.nden op je mani
festen. Ik durf beweren dat dit in
de Noordelijke landen, waar dit ge
neesmiddel nog veel schaarser is,
ettelijke duizenden op zou brengen.
En wat mag dit wel zijn?"
Het was een leren zakje, waarin
iets rammelde. Coeur maakte het
riempje los en goot een deel van de
ir op zijn handpalm. In het ro-
Y "cht van de lantaarn fonkel-
sterren des hemels hem te-
l l en rood en blauw en groen
c stralend en schitterend met
de olindende glans die de juwe
len uit de Oriënt zo fraai en kost
baar maakte.
„Ilderim schijnt zich zowel vrien
den onder de juweliers als onder de
opiumhandp'aren te hcbb-n verwor
ven," zei de minister bitter.
„Nee, dit is te erg! Op mijn eigen
schip nog ook! Als ik je laat uitre
kenen voor hervee! Konirg Kerel
wordt opgelicht aan ontdoken belas
tingen door dit schaide'!ike bedr 'f,
zul je verbaasd staan over het be
drag. Een enorm bedrag, geloof me.
Zei je niet dat de loods sprak over
het afleveren van de kist, zoals „vo
rige keren"?"
„Ja, heer.' Zijn woorden wezen er
op, dat dit niet de eerste keer was."
„En hij spuwde je n het geacht
toen hij zag dat je niet de een of
andere verv.oekte „herbergier" was,
nietwaar?"
„Peste!" grauwde Jacques Coeur.
„De stad wemeit van herbergiers.
Ik vermoed dat ik ze stuk voor stuk
zal moeten ondervragen. De pijnban
ken zullen het druk krijgen, Pierre."
„Dan weet meteen iedereen dat
er gesmokkeld is, heer," wierp zijn
kier* tegen.
„Je hoeft me geen raad te geven,
jongeman," snauwde de minister.
„Maar je hebt natuurlijk gelijk.
Ik had daar zelf aan moeten den
ken, Dat zou ik op een rustiger
ogenb ik ook onge'.wiifeld gedaan
hebben. Jij hebt een koel hoofd op
je schouders, Pierre, Ik sta volsla
gen verbijsterd over deze ontdek
king. Ais die he'dense schurk de
naam van die herbergier nu maar
had genoemd! Probeer hem eens
bij te brengen."
Pierre schudde de loods door el
kaar tot zijn tanden klapperden,
maar hij bleef bulten bewustzijn.
„Sla hem in zijn gezicht," beval
Coeur. „Neen, wacht, dat zal ik zelf
wel doen. En met plezier." En hij
sloeg Ilderim ettelijke keren hard
in het gezicht met zijn vlakke hand.
Ilderim opende dromerig zijn ogen
en glimlachte afwezig tegen de lan
taren.
„Ik heb dorst," zei hij in het Frans.
„Kom b.nnen in mijn taveerne,"
zei Pierre haastig, „en neem enige
verversingen tot u. Wees miin ver
eerde gast. Uw reis is lang geweest.
Hebt ge geen woord van begroe
ting voor uw oude vriend?"
„Wijn en beelden zijn verboden,"
antwoordde Ilderim in het Turks.
Pierre zuchtte.
„Nu is hij weer Mohammedaan,
heer."
„Zeg hetzelfde eens in het Turks,"
raadde de minister en Pierre deed
het. Maar Ilderim doezelde weer.
„Het klinkt niet waarachtig in het
Turks, heer. Ik ken verscheidene
woorden voor gasthuis, maar geen
daarvan roept het beeld voor me op
van een herbergier met een fles
wijn. Mijn vaders dienaar heeft me
dat nooit geleerd."
„Ik herinner me die oude Turk
in je vaders werkplaats. Hij moet je
goed onderricht hebben, want ik be
denk me nu, dat een vrome heiden
nooit wijn zou drinken in een open
bare gelegenheid. Waar blijft die
dikke secretaris van mij nu toch?"
„Zal ik de kist uit het gezicht zet
ten, heer?"
„Hè? Ja, goed. doe dat maar",
zuchtte de minister. Pierre deed de
kist in een van de grote zeekisten
van de kapitein. Eindelijk hoorden
ze het hoef geluid van jakkerende
paarden op de glad geplaveide weg
die naar Coeurs dokken leidde en
het vervoer van vrachten vergemak
kelijkte.
De Sieur de Villeneuve was een
al oudere man met een voorname,
ernstige houding. Hij wa.- rijk ge
kleed. Hij had drie assistenten bij
zich. Hij groette Jacques Coeur met
een diepe buiging die een toonbeeld
was van een pralerige zelfvernede
ring. Ziin assistenten volvoerden
hun buiging in volstrekte eendracht
ipet hem en met elkander.
„God geve u een goede gezond
heid, mijn heer minister," zei hij.
„Ik hoor dat ik u niet in ongelegen
heid heb gebracht door de geringe
en onvermijdelijke vertraging in hët
beantwoorden van uw oproep."
(Wordt vervolgd.)
Minuiiiuummmimmm...
John Bhiming
weegt 103 kilo en
hij heeft armen
als fabrieksschoor
stenen. Onze aan
vankelijke vrees
bij het benden ge
ven bleek onge
grond: Onbescha
digd kregen we
onze hand terug.
Hij was wat griepe
rig, kwam juist uit bed en ontving ons
in yukata, een nacht jas, die zijn Japanse
schoonmoeder voor hem maakte. Mejuf
frouw Saito had ook een kimono aan,
een met veel stiksels en wanneer we
haar aankeken glimlachte ze lief. Voor
de rest zat ze stil in een hoekje van de
Amsterdamse bovenkamer naar de blau
we vrieslucht te staren.
John Bluming is een van die mensen,
die zonder overdrijving kunnen zeggen
iets van de wereld gezien te hebben:
Ben kleine tien jaar heeft hij rondge
zworven en dat kon allemaal omdat hij
het nodige van judo afweet
0 Waarmee moet een bijna twee meter
lang lichaam gevold worden om op peil
te blijven? Dit was het antwoord: „Een
half pond vlees, uitsluitend roggebrood
en veel rauwe groente. Een paar krop
pen sla bijvoorbeeld, die ik eigenhandig
samen met wortelen en een pond ba
nanen ln de mixer stop. Verder een
flesje room, twee eieren, twee liter
melk, een paar baringen, vitaminepillen
en wat heidehoning. Ja en ter afwisse
ling soms een hele kip of kabeljauw.
Daarmee houd lk mijn gewicht".
„Had u hem als baby moeten zien",
merkte zijn moeder bij wie de heer
Bluming inwoont op. „Een spriet
met twee armen was het en aan de
buren liet ik hem liever niet zien."
„Ja, en toen ik een jaar of twaalf
was", ging de zoon verder, „was ik
lang, dun en broodmager en ik durfde
niet eens te «aan zwemmen vanwege
mijn figuur. Kijk, deze foto, die vent
me* ■'at miezerige hoofdje, dat ben ik
in ro jn marinierstijd."
Zestien Jaar was judoman Bluming
toen en bi) de
mariniers tekende
hij als „beroeps".
Dankzij een ruzie
tussen de arts en
de kapitein heeft
hij het met zijn
leeftijd voor el
kaar gekregen.
Maar hQ wilde
meer: Hij wilde
wat van de wereld
zien. „Ik had be
slist geen zin om
te gein varen en
de ent ze mogelijk
heid om mijn plan
te verwezenHikcn
was voor mij op
dat moment „Ko
rea". Ik ben er
naar toe gegaan en
met miin zeven
tien jaar was lk
de jongste van het
Nederlandse deta
chement daar.
Wacht, Ik zal even
mijn doos met me
dailles halen. U
moet me niet vra
gen waarvoor lk
se allemaal gekre
gen heb, want Ik
weet het echt niet
meer. Twee lieb lk
er aan vrienden
cadeau gedaan en
de rest la nu waar
deloos voor mij.
Toen ik ze kreeg
was ik er nog
trots op."
Na een jaar
kwam de heer
Biumlr.g terug in Nederland, maar hier
had hij het snel bekeken: Voor nog
geen twee tientjes per week bij een
baas werken, daar zag hij geen brood
in. Opnieuw vertrok hij naar Korea
voor een jaar. Driemaal raakte hij ge
wond, wat hem evenveel medailles op
leverde. „Toch ben ik beslist niet vecht
lustig aangelegd", aldus de ex-Korea-
soldaat.
Via een reklameplaat, die hij ergens
in Amsterdam zag hangen kwam hij,
weer terug in ons land, terecht bij een
judoklub: „Ik was onmiddellijk enthou
siast. Het heeft mij twee verlovingen
gekost, maar judo ging mij toen boven
alles. Later hebben mijn twee verloof
den ook judolessen
genomen. Toen ik
thuisraakte in deze
g>ort ben ik naar
anada gegaan.
De helft van
het geld voor de
overtocht, heb ik
verdiend door les
te geven aan de
Berlijnse politie."
Eenmaal in Ca
nada was het di
rect van aanpak
ken geblazen voor John Bluming, want
zijn kapitaal bestond uit één koffertje
met kleren. Binnen een paar maanden
had hij het volgens zijn zeggen voor
elkaar: Een eigen judoschooltje en nog
geen jaar later in de buurt van Halifax
een bond met vijftienhonderd judo
enthousiastelingen.
Daarmee had hij naar zijn smaak
zijn werk gedaan en hij „moest" weer
verderop. Naar Amerika, waar hij ge
durende zeven weken het leven leidde
van de beatnikfiguren uit Jack Ke-
rouae's boek „Op weg". „Een aantal
van mijn Canadese judoleerlingen wa
ren vrachtwagenchauffeur en met
een van hen kon ik meerijden", ver
telde hij verder, af en toe wat grie.
perig kuchend. „Dwars door Amerika
ben ik gereden en van Chicago naar
San Fransisco per greyhound bus."
9 Deze bustocht werd een soort ze
getocht voor de Amsterdammer: Bij
iedere grote plaats stapte hij uit, ging
op zoek naar een plaatselijke judo
school, velde daar een aantal tegen
standers, werd 's avonds overal om
strijd als triomfator uitgenodigd en
stapte de volgende dag weer op de
bus richting San Fransisco.
Judo-land Japan was zijn volgende
doel: Per boot ging hij er naar toe
om er vervolgens drie jaar te blijven.
In Tokio woonde h:j en hii haa'de er
elf diploma's, die we gisteren ook
hebben gezien.
„Op Hawaii gebeurde iets bijzon
ders: Ik ben er twee dagen geweest
en heo niets aan judo gedaan. Het
was er te mooi voor en twee dagen
heb ik heerlijk in het zand ge'egen.
Als u een paar centjes heeft moet u
aardig thuisraakte in deze sport ben ik
naar Canada vertrokken. De helft van
er beslist naar toe gaan, alleen moet
De klok sloeg één uur en de
Amsterdammer John Bluming snelde
naar de keuken. „Een dof gerommel"
steeg op vanuit zijn maag, die hoog
nodig gevuld diende te worden. Als
iedere dag stelde hij zijn meng-
apparaatje op om er zijn rauwkost in
te brouwen. Vanwege de foto werd
hij ditmaal geholpen door zijn ver
loofde Masuko Saito. Voor de
nieuwsgierigen: Onder haar kimono
droeg zij een rode trui en lichtgrijze
lange broek.
Ingezonden mededeling)
Htm Y«4 HmW TrtoM be
^lllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllilllllllllllllllllllllllllUllilllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllillllllllllllllllllllllitllllllllllllllllllillllllllllllllllllllillllllllllllll^
Mej. Slager overleden
ANNALAND. In het ziekenhuis
te Middelburg overleed mejuffrouw M.
J. Slager. Wijlen mejuffrouw Slager be
reikte de leeftijd van 82 jaar en was
de enig nog in leven zijnde dochter van
de heer Slager, die vroeger hoofd van
?t ,°Pen'3are lagere school is geweest.
Mejuffrouw Slager was correspondente
van de Suriname-zending ter plaatse,
die een flink aantal leden telt. Maandag
werd het stoffelijk overschot op de al
gemene begraafplaats te Sint-Annaland
ter aarde besteld.
11-90. Nadat Kappie het dek een paan
maal op en neer had gehold om te
midden van het kolkende water en de
dolle wind iets vast te sjorren of bij te
stellen, merkte hij pas de maat op, die
met een vage blik voor zich uitstaarde.
„Ahoy, klont! Wat sta jij daar als
een anemoon te wiegen in de wind?!"
riep hij geprikkeld uit. „Valt er niks
anders te doen? Van dat staren wordt
i de zee ja niet kalmer!"
„Ons lot is toch al in handen van de
zeemeermin.." antwoordde de maat op
vlakke toon. „Nog een korte wijle spe
len de elementen een spel met ons,
maar dan opeens... Tjoeps! Dan is het
gebeurd met ons!"
„Sakkers, wat een optimist ben jij!"
riep Kappie druk gebarend. „Vooruit,
hijs je zeilen en ga kijken hoe die zee
hond beneden het maakt! Neem een
visje mee en kalmeer haar! Minnie
heet ze..!"
Hoofdschuddend keek hij de maat
na, die wazig en met de bewegingen
van een slaapwandelaar naar beneden
afdaalde.
„Minnie., zo heet zij..." prevelde de
maat „Vreemd., het is net of die mu
ziek in mijn hoofd sterker wordt..."
ST-ANNALAND. De speeltuinvere
niging „Vrij en Blij" hield een oliebol
lenactie. Nagenoeg alle Sint-Annalan-
ders hebben zaterdag de oliebollen zich
heerlijk laten smaken. Ook werden me>
twee luxe auto's nog enkele eilandge
meenten bezocht, teneinde het heerlijke
gerecht aan de man te brengen. De ba
ten komen te goede aan de kas van
voornoemde vereniging, daar er het
volgend jaar een belangrijke uitbreiding
van de apparaturen op het programma
staat.
Dit bracht de heer Bluming
allemaal mee uit Japan en Korea:
Zwaarden, medailles en diploma's.
Alleen al aan zwaarden ligt er
volgens ruwe schatting van de ver
zamelaar een waarde van rond de
tienduizend gulden op tafel. Som
migen van de wapens zijn over de
vierhonderd jaar oud. Dat panier
rechts op de foto met de Japanse
tekens is zijn diploma judo-leraar.
De rest van de verzameling, een
boeda en een enorm getekend schil
derij, staat nog inecakt on zo'der.
Het geheel kreeg hij in Neder'and
langs de douane met vermelding
„verhuisgoed".
je er iemand kennen, want de prij
zen zijn waanzinnig hoog."
In Tokio kon de als spriet geboren
Bluming zijn hart ophalen. N et a'-
leen aan judo, maar hij oefende zich
ook nijver in het zwaardvech'en er
karaté. Hij heeft het
ons uitgelegd met
begeleidende geba
ren, die ons onbe
wust toch steeds het
hoofd deden terug
trekken. „U zoudt
het kunnen verge
lijken met Chinees
boksen. Het is vech
ten met vuisten en
voeten en de be
doeling van het ge
heel is dat je het
zelfde effect krijgt
als bij het slaan
met een natte hand
doek. Het lijkt wel
licht wat ruw. maar
in clubverband be
oefend valt het wel
mee."
Van 's morgens
vroeg tot 's avonds
laat was John Bin-
mlng ln de weer
met zwaarden. Hij
heeft ruimschoots
gelegenheid gehad
zich te bekwamen
in de Japanse taal.'
want om aan de j
kost te komen ln
de weinige t|jd, die
hem bulten het
sporten nog restte
verkocht hij samen
met een vriend en-
cyclopes. Toen daar
weinig animo voor
bleek te zijn, stapte
hij over op verzeke
ringen en ging als
agent de huizen van
de Amerikanen af.
„Tokio? Ach, voor wie het kent is
het even klein als bijvoorbeeld Am
sterdam. Ik heb er veel vrienden ge
maakt en vele dans behaald. Japan
ners? Fijne mensen, alleen wanneer
je iets doet wat zij niet gewend zijn.
dan zijn ze uit het lood geslagen en
gaan ze een beetje vreemd doen. Al
die voor onze begrippen ruwe sporten
zijn daar gebaseerd op traditie, zoals
bijvoorbeeld het zwaardvechten, waar
ik een derde dan mee heb gehaald".
De enige woorden, die mejuffrouw
Saito gisterenmorgen wisselde waren
die met haar verloofde, die tenslotte
beter Japans spreekt dan wij. We voel
den het als een gemis, want gaarne
hadden we ook met haar een praatje
gemaakt. Of ze het hier naar haar
zin heeft? „Gaat wel", was haar neu
trale (vertaalde) antwoord, verpakt in
een van haar bedeesde glimlachjes.
„Alleen zou ik zo dolgraag een Ja
panse vriendin willen hebben, maar
hoe kom ik er aan?"
„Als lk al mijn tochten weer over
mocht doen, zou ik er niet meer aan
beginnen: De moed ertoe zon me nu
ontbreken. Het is een onmenselijk zwa
re tijd geweest", besloot judo-er Blu
ming en onbevreesd gaven we hem
dit keer onze hand.
(TUURLIÜKWEBIK
VALS GESPeELD-
JIOTOCHO9K
ÊH...UA