Drieduizend man werken voor een verwend kind RESTAURATIE ZONDER PARDON PROBEER ER UIT TE HALEN WAT ER IN ZIT" ZIJN DE NIJENRODIANEN STUDENTEN OF CURSISTEN? TWEE DAGEN ZONDER TELEVISIE VERANDERT] ,UNITAS' IN PUINHOOP DE MEI W AMSTERDAM IS EEN RAVAGE KRUPPVRAAGT WEER UITSTEL heeft een onderzoek ingesteld naar een probleem dat opkwam na de overval op „Unitas" in Utrecht Vrijdag 1 december 1961 ZEEUWSUH DAGBLAD Pag. 11 Bouw tunnelstukken Willy van Hemerts debuut voor Vlaamse tv Rotterdam. Het n.o.- Scholieren „Niet xo ongeduldigJan I Nog negen uurdrie en veertig minuten en zeven en dertig seconden, dan is het ivachten voorhij Nuchter Van Dale Bloemlezing Repliek „Vlucht" Moedwil Mores VEERTIEN AUTO'S VERBRAND U kunt het Keioven. of niet maar zo ziet op het ogenblik de hut van de gezagvoerder van de Nieuw-Amsterdam eruit. Van onze scheepvaartredacteur ROTTERDAM De Nieuw-Amsterdam is een ravage. Wie het fraai gelijnde en rijk gemeubelde passagiersschip van de Holland-Amerika Lijn kent, schieten bijna de tranen in de ogen als hij ziet wat een „restauratie" van een oceaanreus betekent. Alle meubels, serviezen en zilverwerk zijn van boord verdwenen. Bijna overal zijn de plafonds eruit. Over de dure tapijten en kostbare houten vloeren ligt karton. Door het hele schip heen wordt er gebroken en gebrand, getimmerd en geschilderd. Of een zwerm insecten een groot kadaver heeft verwoest, zo ligt de Nieuw-Amster dam er bij. ROTTERDAM In het bouwdok op het eiland Brienenoord is gisteren een begin gemaakt met het beton storten voor het eerste tunnelstuk van de metro. De twaalf stukken die hier worden gebouwd krijgen elk een lengte van negentig meter. In het dok worden „moten" van vijftien meter lengte ge stort, die door rubberstrips aan elkaar worden gekoppeld. Door de krachtige regenval van de laatste weken is ook hier enige achter stand ontstaan. Zoals bekend is ook aan het Weena een achterstand op het schema ontstaan. ESSEN (D.P.A.) Alfried Krupp, de eigenaar van het Kruppconcern te Es sen, heeft opnieuw om uitstel verzocht van de plicht om een aantal van zijn bedrijven te verkopen. Gisteren vroeg hij de internationale commissie, die deze kwestie behandelt, om verlenging van de termijn, binnen welke uitvoering moet zijn gegeven aan de hem gegeven verkoopopdracht, met één jaar tot 31 ja nuari 1963. Volgens Krupp kon de opdracht tot verkoop op de Duitse kapitaalmarkt tot nu toe tegen „gepaste prijzen" niet wor den uitgevoerd. Het gaat hier om be drijven die vallen onder de Hütten und Rheinhausen A.G. waarin ruim 52.000 van de 112.000 arbeiders en beambten van Krupp werken. Alfred Krupp heeft zich in 1953, ten einde zijn vermogen te redden, bij de overeenkomst van Mehlem met de Ver enigde Staten. Engeland en Frankrijk moeten verplichten binnen vijf jaar de kolenmijnen en staalproducerende bedrij ven van zijn concern te verkopen. Deze termijn was op 31 januari 1959 verstre ken; zij werd op verzoek van Krupp drie maal, telkens voor een jaar, verlengd. Van een onzer verslaggevers BRUSSEL. Willy van Hemert debuteert vanavond als televisieregisseur in België. De keus niet zijn keus is gevallen op het leerspei zonder leer van Max Frisch „Biederman en de brandstichters", dat in ons land bekend werd door de opvoeringen van de Haagse Comedie. Niet Van Hemerts keus dus en hij voert daar voor drie argumenten aan. ,Dit spel van de angst bereikt slechts de kleine bovenlaag van intellectuelen in Vlaanderen. Het algehele artistieke peil van de Vlaamse acteurs is niet voldoende om een dergelijk werk volledig tot zijn recht te laten komen en tenslotte leent het zangerige Vlaamse accent zich me* voor de harde staccato dialogen die Frisch geschreven heeft." Waarom Van Hemert de uitnodiging dan toch heeft aanvaard? OPENBARING „Om te proberen eruit te halen wat erin zit. Daar ben ik tenslotte regis seur voor", vertelde hij ons gisteren voor het begin van de camerarepeti ties in de Sonart studio in Brussel. Ik ben blij dat ik over mijn be zwaren ben heengestapt, want de sfeer in de Vlaame televisiewereld en de toewijding van de acteurs en actrices zijn een openbaring voor me geweest, ondanks de grijze haren die de eerste repetities me bezorgden. Discipline zoals wij die kennen, be staat er bij de Vlaamse dramatische produkties hoegenaamd niet. De con tracten krijgen de acteurs vaak pas in handen als de repetities al lang en breed aan de gang zijn en u kunt zich mijn verbijstering voorstellen, toen een van de acteurs na vier repetities plotseling niet meer verscheen, omdat hij het niet eens was met zijn hono rarium, waarvan hij toen pas in kennis was gesteld Ook de regie-opvatting verschilt hemelsbreed van de onze. Wij beschou wen het in de eerste plaats als onze taak om de artiesten bij de eerste lezing haarfijn uit te leggen wat pre cies onze bedoeling is, onze eigen visie dus op het werk, en beginnen dan met het tot in de finesses uiteen rafelen van dialogen en scènes. Dat zijn de Vlamingen niet gewend. Het komt zelfs voor dat een regisseur op de eerste repetitie het draaiboek voor het eerst in handen krijgt." VOORBEELDEN „Kijk", vervolgt Van Hemert, als wij nog even langs de prachtige decors van Julien van Capelle lopen, „daar zijn nu twee voorbeelden van die toe wijding. De ontwerper is hier tevens uitvoerder. Hij weet dat het volle ge wicht van de verantwoordelijkheid op zijn eigen schouders rust en werkt tot het laatste toe aan de bouw mee. Hij maakt soms dagen van zestien uur. Jef van der Sande is een tweede feno meen: als hoofd van de technische dienst hoeft hij zich natuurlijk niet met het praktische werk in de studio in te laten, maar de hele dag is hij hier en helpt mee bij allerhande kar weitjes, die vuile handen opleveren. Het uitlichten is zijn werk, daar komt niemand aan." TEVREDEN Over het spel van Paula Geerts, die de rol van Anna vervult, is Van Hemert erg tevreden. Zij is in de Vlaamse toneelwereld een buiten beentje. „Op de toneelschool in Brussel leerde je niet al te veel en daarbuiten zijn er ook weinig mogelijkheden om het vak onder de knie te krijgen." „Daar om ben ik vier jaar geleden op goed geluk naar Duitsland gegaan. Een jaar werkte ik bij de televisie in Keulen als assistente in een quiz. Mijn opzet gelukte, ik kreeg bekendheid en ont ving een aanbod van het Düsseldorfer Schauspielhaus. Het Renaissance the ater in Berlijn volgde en daarna speelde ik nog in twee films mee. Artistiek gezien had het niet zoveel om het lijf, maar ik heb er enorm veel geleerd en daar was het om begonnen." Paula heeft raak geschoten, want sinds haar terugkeer in België, een jaar geleden, waren de aanbiedingen niet van de lucht: zevenmaal werkte zij mee in televisiespelen. De heer C. D. Kappetijn van de technische dienst, die onze leidsman is op een urenlange dwaaltocht, lacht ons vierkant uit. „Je kijkt te veel naar de rommel", zegt hij. „Als alles, wat er niet in hoort, eruit is en de bezem er door is gehaald, krijg je een heel ander idee. Dan is het niet af, maar dan valt het mee." Hij haalt een herinnering van 25 jaar geleden op: „Ik zie nog de oude heer Wierdsma bij de kielplaat staan. Dat was op 3 januari 1936. Hij klopte er met een houten hamertje op en zei: De kiel is gelegd, de bouw kan beginnen." Eindeloos an boeiend kan de heer Kappetijn vertellen over de lotgeval len van dit schip, dat zoveel jaren het vlaggeschip van de Nederlandse koop vaardij is geweest. Hoe de Nieuw- Amsterdam op 10 mei 1938 in de vaart kwam, hoe twee jaar later werd begonnen aan haar ontluistering ten behoeve van haar nieuwe taak ais troepenschip. Rond een half miljoen soldaten vervoerde zij in de jongste wereldoorlog, op het laatst meer dan negenduizend tegelijk. In maart 1946 juichte heel het land, toen de Nieuw-Amsterdam, nog in haar oorlogskleuren, de Nieuwe Wa terweg weer op voer. In volle glorie zag zij eindelijk in november 1947 de oceaan terug. Vier jaar later onder gingen de Grand Hall en de beroem de Ritz Carlton ingrijpende verande ringen, terwijl tevens de bemannings hutten werden verbeterd. In 1956 werd het hele schip voorzien van air-condi tioning, waarmee het tot dan ten dele was toegerust. Nu is de Nieuw-Amsterdam weer toe aan een grote beurt. Deze gele genheid wordt tegelijk aangegrepen om haar in grotere gelijkwaardigheid te brengen met de Rotterdam. Dit be tekent, dat zij zal worden ingericht met twee in plaats van drie klassen. Aan de uitwerking van dit besluit werd een jaar geleden al begonnen. Langdurige besprekingen werden ge voerd met de Rotterdamsche Droog dok Maatschappij, de ervaren huis dokter van het machtige schip. De op zet was, dat de voormalige kajuitklas se bij de toeristenklasse zou worden getrokken. De passagierscapaciteit verandert daarmee nagenoeg niet. Als het schip is volgeboekt, kan aan 1274 passagiers een bed worden geboden. WINKELGALERIJ Normaal is het schip verdeeld in on geveer 690 bedden eerste klasse en 580 bedden toeristenklasse. Nieuw is het creëren van een groep hutten, die in beide klassen kan worden gebruikt. Hutten, die eigenlijk zijn bestemd voor 390 passagiers eerste klasse, maar die afhankelijk van de vraag kunnen worden „verkocht" aan passa giers toeristenklasse. Deze klasse kan worden uitgebreid tot 970 bedden. In de toeristenklasse wordt een gro te lounge gebouwd. Enkele kleine zaaltjes in deze klasse hebben hier voor het veld moeten ruimen. De fees telijke zaal, die de historische naam van Henry Hudson zal dragen, beslaat de hele breedte van het schip. De oppervlakte en de hoogte van het theater in deze klasse worden ver groot. Daar zal in het vervolg een gro ter filmprojectiedoek kunnen worden gebruikt dan tot dusverre. De toeristenklasse krijgt grote da mes- en herenkapsalons en er komt een winkelgalerij. Nieuwe kantoren voor de chef-hofmeester en de admini strateur worden ingericht, de inde ling van de eetzaal wordt veranderd en de oorspronkelijke leeskamer van de kajuitklasse wordt een ruime kin derkamer. In beide klassen worden een aantal hutten uitgebreid met douche- en bad kamers. Steeds sterker blijkt dat Ame rikaanse passagiers er een flinke handvol dollars voor over hebben als zij kunnen beschikken over een pri vé badgelegenheid. Als goede gast vrouw wil de Holland-Amerika Lijn aan die wens graag tegemoet komen. Voor de boordfotograaf worden hy permoderne ateliers ingericht. Hij zal er ook kleurenfilms kunnen ontwikke len en afdrukken en kleurendia's kun nen vervaardigen. De wandeldekken worden aanmerke lijk vergroot. Toch worden niet alleen ten gerieve van de passagiers vele stalen schotten los gebrand en ergens anders weer geplaatst. Ook aan de be manning is gedacht. Alle elf hutten, die nog voor tien mensen waren inge richt, zullen verdwijnen. Er zullen in hoofdzaak hutten komen voor twee en vier opvarenden. Voor een aantal jongeren zullen er hutten met zes en acht bedden zijn. Voor de bemanning komen er twee eetsalons bij plus een cafetaria met 132 zitplaatsen. Zij. die van dit sy steem gebruik maken, ontvangen het eten aan een buffet in de nieuw inge richte zaal met vaststaande tafels en stoelen. In de salons en hutten van de eer ste klasse wordt principieel niets ver anderd, maar alles krijgt wel een grondige schoonmaakbeurt. Er wordt geverfd en geboend, waarbij vooral alles wat technisch is zeer grote aan dacht krijgt. De Nieuw-Amsterdam krijgt natuurlijk ook een frisse make-up, maar daar komen luchtbikhamers aan te pas. Intussen gaat schier ononderbroken voort het binnenbrengen van nieuwe materialen en het uitdragen van wat niet meer nodig is. En dat is nogal wat Door het hele schip heen wordt twee honderd kilometer draad en lichte kabel vernieuwd. Nu wordt het duide lijk waarom nagenoeg overal de pla fonds eruit liggen. In de machinekamer komen twee nieuwe verdamperinstallaties voor het maken van zoet water uit zeewater. Zij krijgen elk een capaciteit van 150 ton per etmaal. In de zes ketels wor den zestienduizend nieuwe pijpen ge plaatst. Zij krijgen ook een nieuwe vuurvaste bemetseling een flink karwei, want het gaat om een paar honderd vierkante meter. De kombuis wordt helemaal ver bouwd en efficiënter ingedeeld met zeer moderne machines. Eindigen wij achteraan: een nieuwe schroefas van twaalf meter lang. Het is moeilijk te zeggen, waarop de Nieuw-Amsterdam nu lijkt. Een bijenkorf met 1500 vaklieden op diver se terreinen, een heksenketel met oor verdovend lawaai van zagen, elektrisch boren en luchtbikhamers, een octopus met kilometers lange slangenarmen over alle dekken en trappen voor elek triciteit, verwarmde lucht en lucht onder hoge druk, een mysterieus hol met stellingen en stapels materiaal, waarover het breken van ledematen eenvoudig schijnt In elk geval een verwend kind, met honderd opzichters van de rederij: of het wel keurig wordt aangekleed en aan de buitenkant van de juiste ma ke-up wordt voorzien. Bovendien zijn er nog eens 1500 mensen bezig op ve le werkplaatsen aan de wal om alle losse spullen eens goed onder handen te nemen. Op 18 januari 1962 moet de Nieuw- Amsterdam weer op reis. Ongeveer een week tevoren moet zij twee da gen op proefvaart. Wij zijn benieuwd. De heer Kappetijn lacht: „Maak je geen zórgen, dat komt heus wel in orde." Van onze correspondenten I.B. in Nijenrode heeft zich door de „overval" op de Utrechtse studenten sociëteit „Symposion" in het brandpunt van de belangstel ling geplaatst. Wellicht was dit de bedoeling van een groep „institutionisten", maar de uit werking van de actie is mis schien anders geweest dan men had verwacht. „De jongens van Nijenrode", zo zeggen studenten in Utrecht, „wilden met de „overval" bewijzen, dat zij heus „echte studenten" waren. Zij wilden een „volwaardige bijdrage" leveren aan het Nederlandse studentenleven." Om te ontdekken of zij hierin zijn geslaagd, hebben wij een bliksem- onderzoekje ingesteld in alle Neder landse universiteits- en hogeschool steden, waar lieden studeren, die zich langer dan enkele maanden met het predicaat „student" sieren. Aan de Groningse universiteit deed men op het inschrijvingsbureau een willekeurige greep in de kaar tenbak. De vijfdejaarsstudent in de economie, de 22-jarige W. K. Hoek- zema, vertelde ons op zijn kamer aan het Borneopiein: „De leerlingen van Nijenrode zijn geen studenten, maar volgroeide middelbare scholieren. Op het in stituut bij Breukelen krijgt hun De aanleiding: een bericht in ons blad van 23 november j.I. middelbare scholing enkele jaren een min of meer gerichte lijn. Het ont breekt hun aan intellectuele vor ming en dit is bepalend voor het al dan niet student zijn. De student krijgt gaandeweg vooral na de eerste jaren verantwoordelijkheidsbesef. De vorming op Nijenrode is hierop niet ingesteld". „Geen studenten, wel leerlingen, waarschijnlijk melkmuilen", was de mening van de 27-jarige J. B. van Tricht, zevendejaars student in de natuurkunde aan de T.H. in Delft. „Het N.O.I.B. leidt op tot het vervullen van een maatschappelijke functie als uitvloeisel van een beroepsopleiding. Aan universiteiten en hogescholen staat naast de beroepsopleiding in de eerste plaats tot vorming tot mens, „academi sche vorming" genoemd, en een zij het dikwijls oppervlakkig contact met de wetenschap. Deze vorming neemt aan universiteiten en hogescholen zeven tot acht jaar in beslag en geschiedt ook buiten de strakke beroepsopleiding. Zij is het produkt van van een wissel werking met anderen, een kritisch staan tegenover anderen. De student, die in de bevoorrechte positie van een onmaatschappelijk vrij zorgeloos be staan verkeert, kan profiteren van de veelvuldige contacten en de alom erkende kritische houding wederzijds." C. R. Krienen meende: „De jongelui, die op kasteel Nijenrode de opleidings cursus volgen dienen niet als studenten te worden beschouwd. Slechts zij, die aan een universiteit of hogeschool staan ingeschreven, verdienen deze kwalificatie. Zij hebben zich ook bij hun actie in Utrecht niet als student gedemonstreerd. Geen enkele student zou hgt in zijn hoofd halen om moed willig vernielingen aan te brengen, zoals door de jongelui van Nijenrode hier is geschied, waar met voeten op het toetsenbord van schrijfmachines is getrapt. De gewone student kan grap pen uithalen en in een baldadige stemming af en toe wat over de schreef gaan, feiten zoals zo juist zijn gerela teerd moeten bij hem uitgesloten worden geacht." gesteld voldoende mensen voor de verdediging op te trommelen. Daarbij is het dan wel gewoonte, dat het een en ander sneuvelt, hetgeen door de aanvallers zonder morren spontaan wordt betaald. Volkomen stijlloos is het te noemen een studentenvereniging, die een lustrum viert, aan te vallen op het moment, dat de sociëteit „onbe waakt" is. Dus niet alleen uit hoofde van hun opleiding, maar ook door hun optreden in Utrecht, staan de N.Ö.IjB-.- ers buiten het echte studentenleven". In Leiden was de 22-jarige student Nederlands S. G. Nooteboom kort maar krachtig: Hij vertelde ons op zijn kamer aan de Maredijk: „Alleen al op feitelijke gronden kunnen de leerlingen van Nijenrode geen studenten worden ge noemd. Van Dale zegt letterlijk: „Stu dent: Iemand die de colleges op een universiteit of hogeschool volgt". Het is wel te begrijpen, dat de leerlingen van het instituut zich af en toe een studentikoze houding willen aanmeten, al was het alleen al uit oogpunt van status-zoeken. Het is jammer dat hun optreden daarbij dikwijls wat onmach tig is en de indruk wekt wel te willen maar niet te kunnen." In Nijmegen kregen wij zoveel en zo uitgebreide commentaren, dat wü met een bloemlezing zullen moeten volstaan. Harry Hogenboom, dertig jaar, acht- stejaars medicijnen: „Ze willen student spelen, maar weten kennelijk niet hoe dat moet. Voor mij is het een vreemde figuur, dat Nijenrode min of meer als hogeschool geldt." In Rotterdam vonden we de daar zo bekende nuchter- en zakelijkheid. De 22-jarige L. Hulsman, derdejaars economie, meende: „De jongelui van Nijenrode imiteren het studentenleven, doch bij hun optreden in Utrecht heb ben zij blijk gegeven van een typische novieten-mentaliteit. Zij zijn voor mij geen studenten". In Amsterdam kwam evenals in Nij megen een stroom van reacties, zowel van „V.U.-ers", als van „G.U.-ers". Een groep, geschaard rond een tafel met inspirerend vocht, kwam ten slotte tót de volgende definitie: „Onder stu dent verstaan wij iemand, die is inge schreven bij een instelling van hoger onderwijs. Daarmee kan alleen een universiteit of een met het ius promo vendi begiftigde hogeschool worden bedoeld. Wij beseffen, dat het begrip student vooral in Nederland sterk is begrensd. In het buitenland, met name België, Engeland en Amerika, heeft het woord een veel ruimere betekenis. Wij kunnen ons echter volkomen verenigen met de Nederlandse definitie. Het spreekt daarom van zelf, dat de Nijen- rodianen niet als student kunnen wor den bezien, hoogstens als cursisten". In Eindhoven vond Nijenrode een zij het zwakke verdediging voor de „overval". Voor het overige sloot de 23-jarige Maarten Poelhekke, vierde jaars scheikunde, zich bij het oordeel van andere studenten aan. „Neen, het zijn zeker geen studenten op Nijenrode, evenmin als H.T.S.-ers studenten zijn. Na de middelbare school hebben zij bewust een andere richting gekozen, ik zou dit voor sommigen althans „een vlucht in het gemak kelijke" willen noemen, een opleiding voor goed gevormde secretarissen, maar meer niet. Maar ik meen dat de leerlingen van Nijenrode ook niet willen pretenderen studenten te zijn. Hun actie in Utrecht is louter een represaille geweest voor de plaatjes- plakkerij van Unitas en het verlies van hun schilden. Unitas heeft hen uitge daagd. Deze rel maakt de leerlingen van Nijenrode niet tot studenten. Het opleidingsinstituut leidt nu eenmaal niet op tot academisch gevormden." De stem, die wij in Utrecht beluis terden, stelde de kwestie natuurlijk uiterst scherp. De 22-jarige student in de medicijnen De 29-jarige negendejaars J. C. M. Coerwinikel: „Op een universiteit kun je iets anders gaan studeren en dat kan daar beslist niet. Ik ben als clas sicus begonnen, heb nu mijn doctoraal geschiedenis en studeer verder econo mie. Op Nijenrode ligt de beroepskeuze vast en dat haalt het universitaire karakter uit de opleiding". En de 25-jarige J. M. Zegers (zesde- jaars rechten): „De opleiding in Nijen rode bestaat in feite uit het verzamelen van een kleine hoeveelheid wetens waardigheden. Ze worden nooit tot denken gezet. Hun manier van optre den in Utrecht was alsof ze wilden zeggen: „Wij willen meedoen". Alsof het daar om gaat". Maar dan komt Tilburg en wellicht met de herinnering, dat het even heeft geduurd, voordat de mensen, die een hogeschool bezochten, studenten wer den genoemd, verklaarde de 22-jarige F. R. Sips, derdejaars sociologie (een vakman dus): „Ik beschouw de Nijen- rodianen wel als studenten, omdat ze studeren aan een instituut, dat middel bare schoolopleiding als noodzakelijke ondergrond eist". WADDINXVEEN Veertien auto's zyn gisteravond vernield bij een brand die in Waddinxveen een autoplaat werkerij en een garage in de as legde. Er werd een schade van ruim ander halve ton aangericht. De brand brak uit in de plaatwer kerij Glasbeek. Door de harde wind aangewakkerd sloeg het vuur zo ver om zich heen dat de garage De Hef- brug vlam vatte. Slechts een paar auto's konden uit de gebouwen wor den gehaald. De 25-jarige S. F. Postma studeert in Wageningen al zeven jaar niet- westerse sociologie. Hjj was het niet eens met zijn Tilburgse collega en verklaarde: „De N.O.I.B.-ers volgen geen acade misch onderwijs, maar een twee-jarige cursus, zonder studie- of bewegings vrijheid. Het instituut is daarom te vergelijken met een kostschool. Zij willen zich echter student voelen en gaan daarom evenals de corpora onderling op rooftocht, echter zon der de mores te kennen. Men dient namelijk zijn komst aan te kondigen, zodat de tegenpartij kan „mobiliseren". Als het om een symbool gaat, haalt men dit weg zonder iets te beschadigen. Gaat men uit op een „wraaktocht", dan dient de tegenpartij in staat te worden De Njjenrodianen kregen in de 23- jarlge C. W. H. Lensing (tweedejaars), aan wie we de resultaten van ons bliksem-onderzoekje hebben laten le zen, een gedegen verdediger. De Nijenrodiaan analyseerde eerst het verschil tussen de studie aan een universiteit of hogeschool en Nijenrode. „Omdat het maatschappelijk leven steeds meer behoefte heeft aan leiding gevende figuren, die niet gespeciali seerd zijn in een bepaald vak, krijgen wij een opleiding, die niet pretendeert wetenschappelijk te zijn. Wij bestu deren wetenschappelijke onderwerpen, anders gezegd: wij snuffelen aan be paalde wetenschappelijke onderwer pen; hierdoor wordt de nieuwsgierig heid geprikkeld en op eigen kracht graaf je dan verder. De korte duur van onze opleiding is een nadeel, maar zij heeft het voordeel, dat wij vrij jong in de maatschappij komen en meer plooi baar zijn voor systemen dan afgestu deerde academici, die meestal ouder zijn bij de start en zich autoriteit voe len op een bepaald gebied, zonder de maatschappelijke aanpassing te ken nen." Nijenrodiaan Lensing ontkende, dat er op het kasteel geen verantwoor delijkheidsgevoel wordt bijgebracht, al gaf hij toe, dat het tijdsbestek te kort is om „mens te worden". De kwestie of de Nijenrodianen stu denten zijn of niet, vond Lensing niet zo erg belangrijk. „Met als basis het begrip, dat bezoekers van universitei ten en hogescholen aan het woord stu dent hebben gegeven, noem ik mij geen student. Ik acht echter onze opleiding niet inferieur aan opleidingen aan hogescholen. Ik zou een vergelijking willen trekken tussen ons en studenten in de economie, sociologie en rechten, die zich voorbereiden op een zuiver commerciële en niet specialistische taak in het bedrijfsleven. Overigens heb ik de indruk, dat vooral zij, die in de studie niet zo heel veel betekenen, enorm gebrand zijn op de titel „stu dent", omdat zij dat als een heilig symbooltje zien, dat hun status-arme leven glans moet verlenen". Bij het onderhoud, dat wij in Breu kelen hadden, is de „overval" op Utrecht op ons verzoek buiten bespre king gebleven. Het niet bespreken van de actie wil echter niet zeggen, dat deze volgens Nijenrode onverdedig baar is.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1961 | | pagina 11