Drieduizend man werken
voor een verwend kind
RESTAURATIE ZONDER PARDON
PROBEER ER UIT TE
HALEN WAT ER IN ZIT"
ZIJN DE NIJENRODIANEN
STUDENTEN OF CURSISTEN?
TWEE DAGEN ZONDER TELEVISIE
VERANDERT]
,UNITAS' IN
PUINHOOP
DE MEI W AMSTERDAM IS EEN RAVAGE
KRUPPVRAAGT
WEER UITSTEL
heeft een onderzoek ingesteld naar een probleem
dat opkwam na de overval op „Unitas" in Utrecht
Vrijdag 1 december 1961
ZEEUWSUH DAGBLAD
Pag. 11
Bouw tunnelstukken
Willy van Hemerts debuut voor Vlaamse tv
Rotterdam. Het n.o.-
Scholieren
„Niet xo ongeduldigJan I Nog negen uurdrie en veertig minuten
en zeven en dertig seconden, dan is het ivachten voorhij
Nuchter
Van Dale
Bloemlezing
Repliek
„Vlucht"
Moedwil
Mores
VEERTIEN AUTO'S
VERBRAND
U kunt het Keioven. of niet maar zo ziet op het ogenblik de hut van de gezagvoerder van de Nieuw-Amsterdam eruit.
Van onze scheepvaartredacteur
ROTTERDAM De Nieuw-Amsterdam is een ravage. Wie het fraai gelijnde en rijk gemeubelde
passagiersschip van de Holland-Amerika Lijn kent, schieten bijna de tranen in de ogen als hij
ziet wat een „restauratie" van een oceaanreus betekent. Alle meubels, serviezen en zilverwerk zijn
van boord verdwenen. Bijna overal zijn de plafonds eruit. Over de dure tapijten en kostbare
houten vloeren ligt karton. Door het hele schip heen wordt er gebroken en gebrand, getimmerd
en geschilderd. Of een zwerm insecten een groot kadaver heeft verwoest, zo ligt de Nieuw-Amster
dam er bij.
ROTTERDAM In het bouwdok op
het eiland Brienenoord is gisteren een
begin gemaakt met het beton storten
voor het eerste tunnelstuk van de
metro.
De twaalf stukken die hier worden
gebouwd krijgen elk een lengte van
negentig meter. In het dok worden
„moten" van vijftien meter lengte ge
stort, die door rubberstrips aan elkaar
worden gekoppeld.
Door de krachtige regenval van de
laatste weken is ook hier enige achter
stand ontstaan. Zoals bekend is ook
aan het Weena een achterstand op
het schema ontstaan.
ESSEN (D.P.A.) Alfried Krupp, de
eigenaar van het Kruppconcern te Es
sen, heeft opnieuw om uitstel verzocht
van de plicht om een aantal van zijn
bedrijven te verkopen. Gisteren vroeg
hij de internationale commissie, die deze
kwestie behandelt, om verlenging van
de termijn, binnen welke uitvoering
moet zijn gegeven aan de hem gegeven
verkoopopdracht, met één jaar tot 31 ja
nuari 1963.
Volgens Krupp kon de opdracht tot
verkoop op de Duitse kapitaalmarkt tot
nu toe tegen „gepaste prijzen" niet wor
den uitgevoerd. Het gaat hier om be
drijven die vallen onder de Hütten und
Rheinhausen A.G. waarin ruim 52.000
van de 112.000 arbeiders en beambten
van Krupp werken.
Alfred Krupp heeft zich in 1953, ten
einde zijn vermogen te redden, bij de
overeenkomst van Mehlem met de Ver
enigde Staten. Engeland en Frankrijk
moeten verplichten binnen vijf jaar de
kolenmijnen en staalproducerende bedrij
ven van zijn concern te verkopen. Deze
termijn was op 31 januari 1959 verstre
ken; zij werd op verzoek van Krupp drie
maal, telkens voor een jaar, verlengd.
Van een onzer verslaggevers
BRUSSEL. Willy van Hemert debuteert vanavond als televisieregisseur in België. De keus niet zijn keus
is gevallen op het leerspei zonder leer van Max Frisch „Biederman en de brandstichters", dat in ons land
bekend werd door de opvoeringen van de Haagse Comedie. Niet Van Hemerts keus dus en hij voert daar
voor drie argumenten aan.
,Dit spel van de angst bereikt slechts
de kleine bovenlaag van intellectuelen
in Vlaanderen. Het algehele artistieke
peil van de Vlaamse acteurs is niet
voldoende om een dergelijk werk
volledig tot zijn recht te laten komen
en tenslotte leent het zangerige Vlaamse
accent zich me* voor de harde staccato
dialogen die Frisch geschreven heeft."
Waarom Van Hemert de uitnodiging
dan toch heeft aanvaard?
OPENBARING
„Om te proberen eruit te halen wat
erin zit. Daar ben ik tenslotte regis
seur voor", vertelde hij ons gisteren
voor het begin van de camerarepeti
ties in de Sonart studio in Brussel.
Ik ben blij dat ik over mijn be
zwaren ben heengestapt, want de sfeer
in de Vlaame televisiewereld en de
toewijding van de acteurs en actrices
zijn een openbaring voor me geweest,
ondanks de grijze haren die de eerste
repetities me bezorgden.
Discipline zoals wij die kennen, be
staat er bij de Vlaamse dramatische
produkties hoegenaamd niet. De con
tracten krijgen de acteurs vaak pas
in handen als de repetities al lang en
breed aan de gang zijn en u kunt zich
mijn verbijstering voorstellen, toen
een van de acteurs na vier repetities
plotseling niet meer verscheen, omdat
hij het niet eens was met zijn hono
rarium, waarvan hij toen pas in kennis
was gesteld
Ook de regie-opvatting verschilt
hemelsbreed van de onze. Wij beschou
wen het in de eerste plaats als onze
taak om de artiesten bij de eerste
lezing haarfijn uit te leggen wat pre
cies onze bedoeling is, onze eigen
visie dus op het werk, en beginnen
dan met het tot in de finesses uiteen
rafelen van dialogen en scènes. Dat
zijn de Vlamingen niet gewend. Het
komt zelfs voor dat een regisseur op
de eerste repetitie het draaiboek voor
het eerst in handen krijgt."
VOORBEELDEN
„Kijk", vervolgt Van Hemert, als wij
nog even langs de prachtige decors
van Julien van Capelle lopen, „daar
zijn nu twee voorbeelden van die toe
wijding. De ontwerper is hier tevens
uitvoerder. Hij weet dat het volle ge
wicht van de verantwoordelijkheid op
zijn eigen schouders rust en werkt tot
het laatste toe aan de bouw mee. Hij
maakt soms dagen van zestien uur.
Jef van der Sande is een tweede feno
meen: als hoofd van de technische
dienst hoeft hij zich natuurlijk niet
met het praktische werk in de studio
in te laten, maar de hele dag is hij
hier en helpt mee bij allerhande kar
weitjes, die vuile handen opleveren.
Het uitlichten is zijn werk, daar komt
niemand aan."
TEVREDEN
Over het spel van Paula Geerts, die
de rol van Anna vervult, is Van
Hemert erg tevreden. Zij is in de
Vlaamse toneelwereld een buiten
beentje.
„Op de toneelschool in Brussel leerde
je niet al te veel en daarbuiten zijn
er ook weinig mogelijkheden om het
vak onder de knie te krijgen." „Daar
om ben ik vier jaar geleden op goed
geluk naar Duitsland gegaan. Een jaar
werkte ik bij de televisie in Keulen
als assistente in een quiz. Mijn opzet
gelukte, ik kreeg bekendheid en ont
ving een aanbod van het Düsseldorfer
Schauspielhaus. Het Renaissance the
ater in Berlijn volgde en daarna
speelde ik nog in twee films mee.
Artistiek gezien had het niet zoveel om
het lijf, maar ik heb er enorm veel
geleerd en daar was het om begonnen."
Paula heeft raak geschoten, want
sinds haar terugkeer in België, een
jaar geleden, waren de aanbiedingen
niet van de lucht: zevenmaal werkte
zij mee in televisiespelen.
De heer C. D. Kappetijn van de
technische dienst, die onze leidsman is
op een urenlange dwaaltocht, lacht
ons vierkant uit. „Je kijkt te veel
naar de rommel", zegt hij. „Als alles,
wat er niet in hoort, eruit is en de
bezem er door is gehaald, krijg je
een heel ander idee. Dan is het niet
af, maar dan valt het mee."
Hij haalt een herinnering van 25
jaar geleden op: „Ik zie nog de oude
heer Wierdsma bij de kielplaat staan.
Dat was op 3 januari 1936. Hij klopte
er met een houten hamertje op en
zei: De kiel is gelegd, de bouw kan
beginnen."
Eindeloos an boeiend kan de heer
Kappetijn vertellen over de lotgeval
len van dit schip, dat zoveel jaren het
vlaggeschip van de Nederlandse koop
vaardij is geweest. Hoe de Nieuw-
Amsterdam op 10 mei 1938 in de
vaart kwam, hoe twee jaar later werd
begonnen aan haar ontluistering ten
behoeve van haar nieuwe taak ais
troepenschip. Rond een half miljoen
soldaten vervoerde zij in de jongste
wereldoorlog, op het laatst meer dan
negenduizend tegelijk.
In maart 1946 juichte heel het land,
toen de Nieuw-Amsterdam, nog in
haar oorlogskleuren, de Nieuwe Wa
terweg weer op voer. In volle glorie
zag zij eindelijk in november 1947 de
oceaan terug. Vier jaar later onder
gingen de Grand Hall en de beroem
de Ritz Carlton ingrijpende verande
ringen, terwijl tevens de bemannings
hutten werden verbeterd. In 1956 werd
het hele schip voorzien van air-condi
tioning, waarmee het tot dan ten dele
was toegerust.
Nu is de Nieuw-Amsterdam weer
toe aan een grote beurt. Deze gele
genheid wordt tegelijk aangegrepen
om haar in grotere gelijkwaardigheid
te brengen met de Rotterdam. Dit be
tekent, dat zij zal worden ingericht
met twee in plaats van drie klassen.
Aan de uitwerking van dit besluit
werd een jaar geleden al begonnen.
Langdurige besprekingen werden ge
voerd met de Rotterdamsche Droog
dok Maatschappij, de ervaren huis
dokter van het machtige schip. De op
zet was, dat de voormalige kajuitklas
se bij de toeristenklasse zou worden
getrokken. De passagierscapaciteit
verandert daarmee nagenoeg niet. Als
het schip is volgeboekt, kan aan 1274
passagiers een bed worden geboden.
WINKELGALERIJ
Normaal is het schip verdeeld in on
geveer 690 bedden eerste klasse en 580
bedden toeristenklasse. Nieuw is het
creëren van een groep hutten, die in
beide klassen kan worden gebruikt.
Hutten, die eigenlijk zijn bestemd
voor 390 passagiers eerste klasse,
maar die afhankelijk van de vraag
kunnen worden „verkocht" aan passa
giers toeristenklasse. Deze klasse kan
worden uitgebreid tot 970 bedden.
In de toeristenklasse wordt een gro
te lounge gebouwd. Enkele kleine
zaaltjes in deze klasse hebben hier
voor het veld moeten ruimen. De fees
telijke zaal, die de historische naam
van Henry Hudson zal dragen, beslaat
de hele breedte van het schip.
De oppervlakte en de hoogte van
het theater in deze klasse worden ver
groot. Daar zal in het vervolg een gro
ter filmprojectiedoek kunnen worden
gebruikt dan tot dusverre.
De toeristenklasse krijgt grote da
mes- en herenkapsalons en er komt
een winkelgalerij. Nieuwe kantoren
voor de chef-hofmeester en de admini
strateur worden ingericht, de inde
ling van de eetzaal wordt veranderd
en de oorspronkelijke leeskamer van
de kajuitklasse wordt een ruime kin
derkamer.
In beide klassen worden een aantal
hutten uitgebreid met douche- en bad
kamers. Steeds sterker blijkt dat Ame
rikaanse passagiers er een flinke
handvol dollars voor over hebben als
zij kunnen beschikken over een pri
vé badgelegenheid. Als goede gast
vrouw wil de Holland-Amerika Lijn
aan die wens graag tegemoet komen.
Voor de boordfotograaf worden hy
permoderne ateliers ingericht. Hij zal
er ook kleurenfilms kunnen ontwikke
len en afdrukken en kleurendia's kun
nen vervaardigen.
De wandeldekken worden aanmerke
lijk vergroot. Toch worden niet alleen
ten gerieve van de passagiers vele
stalen schotten los gebrand en ergens
anders weer geplaatst. Ook aan de be
manning is gedacht. Alle elf hutten,
die nog voor tien mensen waren inge
richt, zullen verdwijnen. Er zullen in
hoofdzaak hutten komen voor twee
en vier opvarenden. Voor een aantal
jongeren zullen er hutten met zes en
acht bedden zijn.
Voor de bemanning komen er twee
eetsalons bij plus een cafetaria met
132 zitplaatsen. Zij. die van dit sy
steem gebruik maken, ontvangen het
eten aan een buffet in de nieuw inge
richte zaal met vaststaande tafels en
stoelen.
In de salons en hutten van de eer
ste klasse wordt principieel niets ver
anderd, maar alles krijgt wel een
grondige schoonmaakbeurt. Er wordt
geverfd en geboend, waarbij vooral
alles wat technisch is zeer grote aan
dacht krijgt.
De Nieuw-Amsterdam krijgt natuurlijk ook een frisse make-up, maar daar
komen luchtbikhamers aan te pas. Intussen gaat schier ononderbroken
voort het binnenbrengen van nieuwe materialen en het uitdragen van wat
niet meer nodig is. En dat is nogal wat
Door het hele schip heen wordt twee
honderd kilometer draad en lichte
kabel vernieuwd. Nu wordt het duide
lijk waarom nagenoeg overal de pla
fonds eruit liggen.
In de machinekamer komen twee
nieuwe verdamperinstallaties voor het
maken van zoet water uit zeewater.
Zij krijgen elk een capaciteit van 150
ton per etmaal. In de zes ketels wor
den zestienduizend nieuwe pijpen ge
plaatst. Zij krijgen ook een nieuwe
vuurvaste bemetseling een flink
karwei, want het gaat om een paar
honderd vierkante meter.
De kombuis wordt helemaal ver
bouwd en efficiënter ingedeeld met
zeer moderne machines. Eindigen wij
achteraan: een nieuwe schroefas van
twaalf meter lang.
Het is moeilijk te zeggen, waarop
de Nieuw-Amsterdam nu lijkt. Een
bijenkorf met 1500 vaklieden op diver
se terreinen, een heksenketel met oor
verdovend lawaai van zagen, elektrisch
boren en luchtbikhamers, een octopus
met kilometers lange slangenarmen
over alle dekken en trappen voor elek
triciteit, verwarmde lucht en lucht
onder hoge druk, een mysterieus hol
met stellingen en stapels materiaal,
waarover het breken van ledematen
eenvoudig schijnt
In elk geval een verwend kind, met
honderd opzichters van de rederij: of
het wel keurig wordt aangekleed en
aan de buitenkant van de juiste ma
ke-up wordt voorzien. Bovendien zijn
er nog eens 1500 mensen bezig op ve
le werkplaatsen aan de wal om alle
losse spullen eens goed onder handen
te nemen.
Op 18 januari 1962 moet de Nieuw-
Amsterdam weer op reis. Ongeveer
een week tevoren moet zij twee da
gen op proefvaart.
Wij zijn benieuwd.
De heer Kappetijn lacht: „Maak je
geen zórgen, dat komt heus wel in
orde."
Van onze correspondenten
I.B. in Nijenrode heeft
zich door de „overval"
op de Utrechtse studenten
sociëteit „Symposion" in het
brandpunt van de belangstel
ling geplaatst. Wellicht was dit
de bedoeling van een groep
„institutionisten", maar de uit
werking van de actie is mis
schien anders geweest dan men
had verwacht. „De jongens van
Nijenrode", zo zeggen studenten
in Utrecht, „wilden met de
„overval" bewijzen, dat zij
heus „echte studenten" waren.
Zij wilden een „volwaardige
bijdrage" leveren aan het
Nederlandse studentenleven."
Om te ontdekken of zij hierin zijn
geslaagd, hebben wij een bliksem-
onderzoekje ingesteld in alle Neder
landse universiteits- en hogeschool
steden, waar lieden studeren, die
zich langer dan enkele maanden met
het predicaat „student" sieren.
Aan de Groningse universiteit
deed men op het inschrijvingsbureau
een willekeurige greep in de kaar
tenbak. De vijfdejaarsstudent in de
economie, de 22-jarige W. K. Hoek-
zema, vertelde ons op zijn kamer
aan het Borneopiein:
„De leerlingen van Nijenrode zijn
geen studenten, maar volgroeide
middelbare scholieren. Op het in
stituut bij Breukelen krijgt hun
De aanleiding: een bericht in ons
blad van 23 november j.I.
middelbare scholing enkele jaren een
min of meer gerichte lijn. Het ont
breekt hun aan intellectuele vor
ming en dit is bepalend voor het al
dan niet student zijn. De student
krijgt gaandeweg vooral na de eerste
jaren verantwoordelijkheidsbesef. De
vorming op Nijenrode is hierop niet
ingesteld".
„Geen studenten, wel leerlingen,
waarschijnlijk melkmuilen", was de
mening van de 27-jarige J. B. van
Tricht, zevendejaars student in de
natuurkunde aan de T.H. in Delft.
„Het N.O.I.B. leidt op tot het vervullen
van een maatschappelijke functie als
uitvloeisel van een beroepsopleiding.
Aan universiteiten en hogescholen staat
naast de beroepsopleiding in de eerste
plaats tot vorming tot mens, „academi
sche vorming" genoemd, en een zij het
dikwijls oppervlakkig contact met de
wetenschap. Deze vorming neemt aan
universiteiten en hogescholen zeven
tot acht jaar in beslag en geschiedt
ook buiten de strakke beroepsopleiding.
Zij is het produkt van van een wissel
werking met anderen, een kritisch
staan tegenover anderen. De student,
die in de bevoorrechte positie van een
onmaatschappelijk vrij zorgeloos be
staan verkeert, kan profiteren van de
veelvuldige contacten en de alom
erkende kritische houding wederzijds."
C. R. Krienen meende: „De jongelui,
die op kasteel Nijenrode de opleidings
cursus volgen dienen niet als studenten
te worden beschouwd. Slechts zij, die
aan een universiteit of hogeschool
staan ingeschreven, verdienen deze
kwalificatie. Zij hebben zich ook bij
hun actie in Utrecht niet als student
gedemonstreerd. Geen enkele student
zou hgt in zijn hoofd halen om moed
willig vernielingen aan te brengen,
zoals door de jongelui van Nijenrode
hier is geschied, waar met voeten op
het toetsenbord van schrijfmachines is
getrapt. De gewone student kan grap
pen uithalen en in een baldadige
stemming af en toe wat over de schreef
gaan, feiten zoals zo juist zijn gerela
teerd moeten bij hem uitgesloten
worden geacht."
gesteld voldoende mensen voor de
verdediging op te trommelen. Daarbij
is het dan wel gewoonte, dat het een
en ander sneuvelt, hetgeen door de
aanvallers zonder morren spontaan
wordt betaald. Volkomen stijlloos is
het te noemen een studentenvereniging,
die een lustrum viert, aan te vallen op
het moment, dat de sociëteit „onbe
waakt" is. Dus niet alleen uit hoofde
van hun opleiding, maar ook door hun
optreden in Utrecht, staan de N.Ö.IjB-.-
ers buiten het echte studentenleven".
In Leiden was de 22-jarige student
Nederlands S. G. Nooteboom kort maar
krachtig:
Hij vertelde ons op zijn kamer aan
de Maredijk: „Alleen al op feitelijke
gronden kunnen de leerlingen van
Nijenrode geen studenten worden ge
noemd. Van Dale zegt letterlijk: „Stu
dent: Iemand die de colleges op een
universiteit of hogeschool volgt". Het
is wel te begrijpen, dat de leerlingen
van het instituut zich af en toe een
studentikoze houding willen aanmeten,
al was het alleen al uit oogpunt van
status-zoeken. Het is jammer dat hun
optreden daarbij dikwijls wat onmach
tig is en de indruk wekt wel te willen
maar niet te kunnen."
In Nijmegen kregen wij zoveel en
zo uitgebreide commentaren, dat wü
met een bloemlezing zullen moeten
volstaan.
Harry Hogenboom, dertig jaar, acht-
stejaars medicijnen: „Ze willen student
spelen, maar weten kennelijk niet hoe
dat moet. Voor mij is het een vreemde
figuur, dat Nijenrode min of meer als
hogeschool geldt."
In Rotterdam vonden we de daar zo
bekende nuchter- en zakelijkheid.
De 22-jarige L. Hulsman, derdejaars
economie, meende: „De jongelui van
Nijenrode imiteren het studentenleven,
doch bij hun optreden in Utrecht heb
ben zij blijk gegeven van een typische
novieten-mentaliteit. Zij zijn voor mij
geen studenten".
In Amsterdam kwam evenals in Nij
megen een stroom van reacties, zowel
van „V.U.-ers", als van „G.U.-ers".
Een groep, geschaard rond een tafel
met inspirerend vocht, kwam ten slotte
tót de volgende definitie: „Onder stu
dent verstaan wij iemand, die is inge
schreven bij een instelling van hoger
onderwijs. Daarmee kan alleen een
universiteit of een met het ius promo
vendi begiftigde hogeschool worden
bedoeld. Wij beseffen, dat het begrip
student vooral in Nederland sterk is
begrensd. In het buitenland, met name
België, Engeland en Amerika, heeft het
woord een veel ruimere betekenis. Wij
kunnen ons echter volkomen verenigen
met de Nederlandse definitie. Het
spreekt daarom van zelf, dat de Nijen-
rodianen niet als student kunnen wor
den bezien, hoogstens als cursisten".
In Eindhoven vond Nijenrode een
zij het zwakke verdediging voor
de „overval". Voor het overige sloot
de 23-jarige Maarten Poelhekke, vierde
jaars scheikunde, zich bij het oordeel
van andere studenten aan.
„Neen, het zijn zeker geen studenten
op Nijenrode, evenmin als H.T.S.-ers
studenten zijn. Na de middelbare school
hebben zij bewust een andere richting
gekozen, ik zou dit voor sommigen
althans „een vlucht in het gemak
kelijke" willen noemen, een opleiding
voor goed gevormde secretarissen,
maar meer niet. Maar ik meen dat de
leerlingen van Nijenrode ook niet
willen pretenderen studenten te zijn.
Hun actie in Utrecht is louter een
represaille geweest voor de plaatjes-
plakkerij van Unitas en het verlies van
hun schilden. Unitas heeft hen uitge
daagd. Deze rel maakt de leerlingen
van Nijenrode niet tot studenten. Het
opleidingsinstituut leidt nu eenmaal
niet op tot academisch gevormden."
De stem, die wij in Utrecht beluis
terden, stelde de kwestie natuurlijk
uiterst scherp.
De 22-jarige student in de medicijnen
De 29-jarige negendejaars J. C. M.
Coerwinikel: „Op een universiteit kun
je iets anders gaan studeren en dat
kan daar beslist niet. Ik ben als clas
sicus begonnen, heb nu mijn doctoraal
geschiedenis en studeer verder econo
mie. Op Nijenrode ligt de beroepskeuze
vast en dat haalt het universitaire
karakter uit de opleiding".
En de 25-jarige J. M. Zegers (zesde-
jaars rechten): „De opleiding in Nijen
rode bestaat in feite uit het verzamelen
van een kleine hoeveelheid wetens
waardigheden. Ze worden nooit tot
denken gezet. Hun manier van optre
den in Utrecht was alsof ze wilden
zeggen: „Wij willen meedoen". Alsof
het daar om gaat".
Maar dan komt Tilburg en wellicht
met de herinnering, dat het even heeft
geduurd, voordat de mensen, die een
hogeschool bezochten, studenten wer
den genoemd, verklaarde de 22-jarige
F. R. Sips, derdejaars sociologie (een
vakman dus): „Ik beschouw de Nijen-
rodianen wel als studenten, omdat ze
studeren aan een instituut, dat middel
bare schoolopleiding als noodzakelijke
ondergrond eist".
WADDINXVEEN Veertien auto's
zyn gisteravond vernield bij een brand
die in Waddinxveen een autoplaat
werkerij en een garage in de as legde.
Er werd een schade van ruim ander
halve ton aangericht.
De brand brak uit in de plaatwer
kerij Glasbeek. Door de harde wind
aangewakkerd sloeg het vuur zo ver
om zich heen dat de garage De Hef-
brug vlam vatte. Slechts een paar
auto's konden uit de gebouwen wor
den gehaald.
De 25-jarige S. F. Postma studeert
in Wageningen al zeven jaar niet-
westerse sociologie. Hjj was het niet
eens met zijn Tilburgse collega en
verklaarde:
„De N.O.I.B.-ers volgen geen acade
misch onderwijs, maar een twee-jarige
cursus, zonder studie- of bewegings
vrijheid. Het instituut is daarom te
vergelijken met een kostschool. Zij
willen zich echter student voelen en
gaan daarom evenals de corpora
onderling op rooftocht, echter zon
der de mores te kennen. Men dient
namelijk zijn komst aan te kondigen,
zodat de tegenpartij kan „mobiliseren".
Als het om een symbool gaat, haalt
men dit weg zonder iets te beschadigen.
Gaat men uit op een „wraaktocht", dan
dient de tegenpartij in staat te worden
De Njjenrodianen kregen in de 23-
jarlge C. W. H. Lensing (tweedejaars),
aan wie we de resultaten van ons
bliksem-onderzoekje hebben laten le
zen, een gedegen verdediger.
De Nijenrodiaan analyseerde eerst
het verschil tussen de studie aan een
universiteit of hogeschool en Nijenrode.
„Omdat het maatschappelijk leven
steeds meer behoefte heeft aan leiding
gevende figuren, die niet gespeciali
seerd zijn in een bepaald vak, krijgen
wij een opleiding, die niet pretendeert
wetenschappelijk te zijn. Wij bestu
deren wetenschappelijke onderwerpen,
anders gezegd: wij snuffelen aan be
paalde wetenschappelijke onderwer
pen; hierdoor wordt de nieuwsgierig
heid geprikkeld en op eigen kracht
graaf je dan verder. De korte duur van
onze opleiding is een nadeel, maar zij
heeft het voordeel, dat wij vrij jong in
de maatschappij komen en meer plooi
baar zijn voor systemen dan afgestu
deerde academici, die meestal ouder
zijn bij de start en zich autoriteit voe
len op een bepaald gebied, zonder de
maatschappelijke aanpassing te ken
nen." Nijenrodiaan Lensing ontkende,
dat er op het kasteel geen verantwoor
delijkheidsgevoel wordt bijgebracht, al
gaf hij toe, dat het tijdsbestek te kort
is om „mens te worden".
De kwestie of de Nijenrodianen stu
denten zijn of niet, vond Lensing niet
zo erg belangrijk. „Met als basis het
begrip, dat bezoekers van universitei
ten en hogescholen aan het woord stu
dent hebben gegeven, noem ik mij geen
student. Ik acht echter onze opleiding
niet inferieur aan opleidingen aan
hogescholen. Ik zou een vergelijking
willen trekken tussen ons en studenten
in de economie, sociologie en rechten,
die zich voorbereiden op een zuiver
commerciële en niet specialistische
taak in het bedrijfsleven. Overigens
heb ik de indruk, dat vooral zij, die in
de studie niet zo heel veel betekenen,
enorm gebrand zijn op de titel „stu
dent", omdat zij dat als een heilig
symbooltje zien, dat hun status-arme
leven glans moet verlenen".
Bij het onderhoud, dat wij in Breu
kelen hadden, is de „overval" op
Utrecht op ons verzoek buiten bespre
king gebleven. Het niet bespreken van
de actie wil echter niet zeggen, dat
deze volgens Nijenrode onverdedig
baar is.