en zet Ineke danst U HAD HET NIET MOGEN WETEN KAPPIE EN DE VERTRAAGDE MASSA I Donderdag 30 november 1961 ZEEUWSCH DAGBLAD Pag. 2 I IET TUL/WAr- - A/Raac; V zlien ywr* opzienbarende experimenten russel gehoord g e z iei DE TINTELS Jack Dunkley Het verdriet Niet inheems van dat vijvertje Weerzinwekkend VAN SCHAAP Doorgaans VLUG Swift kijkt naar de concurrenten FLITS GORDON in hef heelal Dan Barry T =^- |N EEN SIÏÜÊ KAMER KLINKT HOT5CEKLOP OP HET RAAM, EN EEN T5RINGENDE H.UI5TERSTEM II JjE'I^NE& JE NO r "DOE "DE ÜEUR DICHT EN HOUD JE STIL- VE HOSPITA -/L MAC ME NIET/jgEI MOM* COE.' MONICPUE POE OPEN. TT ET is zijn bedoeling niet geweest, het had rechtstreeks aan de vragenstelster die met een konijnen- plaag zat geantwoord moeten wor den, maar het is zomaar in „Flora- Ha Huis en Hof" terecht gekomen. Dat lees ik in het laatste nummer van genoemd blad voor bloemen en tuinen en de man die het schrijft is dr. J. W. A. van de Graaff, degene die in oktober die adviezen gaf om vijvertjes in uw tuin te maken of een besmet konijn ergens in uw hof te leggen wanneer u last van konij nen heeft. Ik heb toen gezegd, dat ik oprecht moest kokhalzen van dergelijke advie zen Dat hebben tientallen lezers ook gedaan en ze schreven me het in brie ven. „Floralia" heeft ook een paar van die brieven gehad en nu komt dr. J. W. A. van de Graaff dus met zijn excuus: Het had eigenlijk nooit ge publiceerd moeten worden. MAAR nu het toch een keer is ge beurd, wil dr. J. W. A. van de Graaff wel in twee en een halve pagina van zijn „Floralia" uitleggen hoe hij het eigenlijk bedoelt. Want er zijn een boel mensen die hun tuin als hob by hebben en dan komt er ineens een konijn, of meerdere konijnen, en knab belt de planten kaal. „Kan men de eigenaar (van de tuin) verwijten, dat het beest op alle mogelijke manieren verwenst wordt? De sohade is niet materieel, maar ideëel. Maar het ver driet is en blijft groot", schrijft nu dr. J W. A van de Graaff. En hij gaat verder. Hij stelt, dat konijnen alles op „een bedrijfje waar hard gewerkt wordt" kunnen opvreten en dan kan er een bittere nood ontstaan in het ge zin. „Verminderd inkomen, geen hypo theekrente kunnen betalen en wat al niet meer", zegt dr. J. W. A. van de Graaff. JUIST, we gaan al de goede kant op. Het gezin verpauperd, de man is werkeloos, de kinderen bijna naakt. Allemaal door de konijnen in de tuin. Dus ten vijvertje, vrienden en daarin verdrinken ze dan 's nachts allemaal. Zo. In Limburg kwam vroeger een orchi dee voor. En nu citeer ik verder dr. J. W. A. van de Graaff: „Iemand vindt op een zeer verborgen plaats nog drie exemplaren, gaat geregeld naar de planten kijken. Alle drie de planten radikaal doorgebeten door konijnen, en niet eens opgegeten. Zuivere ver nielzucht om het menselijk uit te drukken". Dat had u wellicht niet gedacht, neem ik aan. Maar er is meer. „Konijnen zijn van oorsprong geen inheemse dieren; ze komen uit het rotsachtige gedeelte van Spanje", onthult dr. J. W. A. van de Graaff voor ons. „Hier in onze bo dem vonden ze een ideaal gebied om holen te graven en zich te vermeer deren. Vijanden van de konijnen niet mee geïmporteerd". HET verhaal is nog langer, maar ik bespaar u de rest. De schrijver kronkelt alle kanten op om zijn ad viezen a ia dat cementen vijvertje in de tuin, het besmette konijn en een of twee gesneden katers loslaten („Mijn adviezen zijn misschien niet elegant, maar wel afdoende", zei dr. J. W. A. van de Graaff de eerste keer) goed te praten. Maar het lukt hem niet naar mijn mening. De adviezen voor mensen met een paar konijnen in hun tuin blijven zoals ze in „Floralia" hebben gestaan weerzinwekkend. Er zijn andere middelen, zoals op 1 november in deze rubriek drs. R. Zon. dervan uit Zeist aantoonde: „Er is een middel dat men op het gaas van het hek kan smeren of men hangt om de halve meter kleine lapjes aan het hek lapjes die besmeert zijn met dat middel. Wij ruiken er niets van, maar voor konijnen stinkt de zaak dermate, dat hun zin in een smakelijke maaltijd vergald is". T~kR. J. W. A. VAN DE GRAAFF woont in Voerendaal en dat is in Lim burg, Het is gek. In Limburg wonen doorgaans van die prettige mensen. Advertentie r IK BEN HET DOE OPEN/. |>lllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllillllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll||llll!lllilllllllllllllllllllllllll|||lllll||l|||||||||||||||lllllllll|lllllllllllllllllllllllllllllllllll||||l|llllllll||l|||l!£ 57. ,,Zou ik het halen of niet..?" vroeg Kappie zich af. „Het zou ja spijtig zijn om zo'n mooie vangst zee schuimers te laten glippen in het zicht van de haven. Maar als ze mijn mannen overboord gooien vergeef ik het mezelf nooit! Dat is die klomp Vertraagde Massa mij niet waard!" i „Komt er nog wat van?!" brulde Kruitmeister hem toe. „Je schijnt niets voor mijn voorslag te voelen, hè? Vooruit darf, mannen. Overboord met ze! Eerst maar der dikke met die baard!" „Hola! Nee! Stop! Wacht even!" schreeuwde Kappie, wiens hersens koortsachtig werkten en hij dacht: „De snelheid, gedeeld door de afstand, vermeerderd met de weerstand, dat is..." „Goed, ik zal omdraaien.." voegde hij er aan toe, maar hij maakte geen aanstalten, om het roer om te gooien „Tijd winnen," dacht hij. Kruitmeister hield de maat besluite loos bij de baard, gereed om hem in zee te stoten. De arme stuurman ver wachtte dan ook elk moment zijn on dergang en hield de handen tegen de ogen gedrukt... MIDDELBURG. Swift 1 mag za terdag toezien hoe de concurrenten het af brengen. De grootste mededinger voor de titel in de 2e klasse b Zuid Holland van de KNKB, het Rotterdam se Sperwers 2, gaat op bezoek bij stadgenoot Actief. Hoewel het voor de „vogels" een moeilijke uitwedstrijd wordt kunnen zij toch een kleine overwinning behalen en daardoor de leiding van Swift overne men. Zuiderkwartier nog lang niet veilig treedt in Leiden als gastheer op van Hou Stand. De club uit de Sleu telstad is op eigen veld moeilijk te kloppen en een gelijkspel lijkt dan ook het meest waarschijnlijk. Deetos 2 heeft kans op twee broodnodige punten tegen het geheel uit vorm zijnde Olympiaan. Ons Eibernest 3 zal het thuis heel moeilijk krijgen tegen het toch heus niet zwakke Ons Huis, maar vermoedelijk kunnen nog juist de pun ten in Den Haag gehouden worden. Swift is vrij. Programma 2b: ActiefSperwers 2; ZuiderkwartierHou Stand; Deetos 2— Olympiaan; Ons Eibernest 3—Ons Huis. 55 „De binnenplaats is vol mannen, meester en een draagbaar heeft het lichaam gebracht van een die zij stervende wanen." „Als hij stervende is, horen ze hem naar een priester te brengen", bromde de chirurgijn. „Zend hen naar het klooster." „Heer William of Strange and Blackmere dreigde me met een zwaard en zwoer dat hij me in stuk ken zou hakken als ik hem niet wil de aandienen. Ik geloof dat het om die jongeman gaat, waarvan de schenker uit de Herberg van de Halsafsnijder vertelde dat hij ge kwetst was geworden." Nicol zei gemelijk: „Ik vermoed dat ik rekening zal moeten houden met de bloedverwant van John Tal bot." Hij hief zich op zijn elleboog op. „Laat de patiënt hier brengen. Neen, wacht. Heb je de gewonde ge zien?" „Ja, meester. Het betreft een kwetsuur aan het hoofd." „Veel bloed?" „Vrijwel geen bloed, meester. Maar er steekt iets uit zijn hoofd." „Lelijk, heel lelijk", zei Nicol. „Geef me mijn tabberd. Leg hout op het vuur. Laat ze de gewonde niet storen. Ik wil dat ze de draag baar hier binnenrijden." „De draagbaar hier binnenrijden, meester?" „Dat zei ik, ja. Moet ik zoete olie in je oren spuiten? Vlug nu een beetje!" De knecht ging hoofdschuddend heen. Paarden in de slaapkamer! De meester begon vree™J te wor den! Nicol de Chirurgijn stak zijn kou de voeten in rode, met bont gevoer de pantoffels van juchtleer. Hij sloeg een zware wollen mantel om zich heen en zette zijn hoge fluwelen hoed op. Zo stond hij met zijn rug naar het vuur in afwachting zijn magere, oude handen te warmen, terwijl de mannen de paarden naar binnen leid den. „Zet de draagbaar neer en breng de paarden weg", beval hij, niet bijster vriendelijk. De angstige, lang zamerhand nuchter wordende jonge mannen spanden hun volbloeds uit en lieten de draagbaar zakken. „Voorzichtig", waarschuwde Nicol. En toen de draagbaar de vloer raak te, zei hij: „Nu gaat iedereen naar huis. Behalve Lord Strange. Ik heb een helper nodig." „Ik zou in ieder geval hebben ge vraagd of ik blijven mocht, waarde Meester Nicol. Dit is mijn schuld", zei William treurig. Charles van Limoges draalde. ..Mag ik ook blijven, Meester Ni col?" vroeg hij. „Wie zijt ge?" „Dat is Charles van Limoges, een medisch student", antwoordde Wil liam. Nicol zei: ..Dat is goed. Hij blijft. Ik zal onmiddellijk opereren." Charles slikte. Hij wist wat dat betekende. De meester zou de pa tiënt niet aanraken. De student moest alles doen. De knecht bracht een bekken met water, het ontleedmes, een paar ijzeren instrumenten en verscheide ne flessen van helder, doorschijnend glas, gevuld met vloeistoffen van verschillende kleur en een hoeveel heid ongebruikte verbanden. Hij be gon een der instrumenten te verhit ten in het vuur. Ook verscheidene, sterke leren riemen had hij meege bracht. „Hoe is dit gebeurd?" vroeg Ni col, terwijl hij het voorhoofd nauw keurig bekeek. „Ik heb met een fles gegooid", be kende William. „Ik was onder de in vloed van wijn." „Geef mij de opium, Fernand", zei Nicol tot de knecht „Maak de mond van de arme man open, Charles van Limoges", entoen Charles de mond open dwong, goot de chirurgijn een dun straaltje bruin vocht in Barrows keel. „Licht nu zijn oogleden op", zei Nicol. en toen hij dat deed, hield de chirurgijn een kaars dicht bij de ogen. „Er zit geen bloed op de oog appel en dat is gunstig", mompelde hij, „maar de pupillen zijn groot, als bij een man in het donker. En dat is een slecht teken, Charles van Li moges, ik hoop, dat je dit weet." „Ik wist het niet, meester." „Dat dacht ik wel", zei Nicol, terwijl hij hem de kaars overhandig de. „Kijk of er bloed in de oren zit." „Geen bloed." „Bevindt zich in de neus zowel wa ter als bloed?" .Alleen een beetje bloed, meester." „Misschien valt het allemaal nog wel mee," zei de chirurgijn. „Bind de benen van de man vast, Fernand. Raak zijn armen met aan." De knecht bond vaardig Barrows be nen ter hoogte van de knieën aan elkaar. „Nu moet dat stuk fles verwijderd worden," zei de chirurgijn. Charles zette zijn tanden op elkaar en maakte zich gereed om het stuk glas er uit te trekken, maar Nicol hief zijn hand op. „Nee jongen, ik ben te oud om mij nog te bekommeren om mijn waardigheid. Laat mij het doen." Charles ging opzij, onmetelijk op gelucht. Nicol knielde naast het hoofd van de bewusteloze man, leg de zijn vingers op de slapen en oefen de met zijn duimen een geleidelijke druk uit op de zijkanten van de glas scherf. Hij Wrikte haar niet heen en weer als een barbier die een kies trekt, maar duwde haar verticaal omhoog en van het gezicht af. Een ogenblik lang gebeurde er niets. Toen ging de scherf plotse ling met een knap en een afschuwe lijk zuigend geluidje omhoog. Bloed welde op in de wonde. De onver wachtheid waarmee het stuk glas plotseling had meegegeven ten spijt, hield Nicol het stevig in zijn sterke, ervaren vingers. Hij liet het niet val len. Charles van Limoges wist dat hij een meester aan het werk zag. „Pak de scherf aan," beval Nicol, terwijl hij Barrows hoofd stevig te gen de grond hield. De patiënt be gon te kreunen en te bewegen. cépyrlghl a&e p i door Erika Thompson danste gisterochtend op een eerste verdieping ergens TNEKE SLUITER danst en toen ik haar gisteren vroeg - ln Rotterdam op een droeïiK Ued van Mahalia Jackson en haar kewegen „Waarom?" schoot ze in een lach en zei: „Waarom wil ik werd sadegeslage» door drie andere leden van Het Danscentrum, dansen? Waarom wil ik leven? Ik dans al van mijn achtste jaar en dat is nu 21 jaar geleden. Ik weet niet beter". -X- Dansleldster Ineke Shiitert: instructie van nieuwe danspassen. Van Ineke Sluiter (mevrouw Sluiter, echtgenote van een leraar) wordt gezegd: „Zij heeft de leiding van een kleine groep beroepsdansers die hard werkt voor een ideaal: een moderne dansgroep in Rotterdam." Keihard Het begin van zoiets lijkt me altijd zo moeilijk, om niet te zeggen hope loos. Je kunt zelf dansen, je hebt je opleiding gehad, je wilt een dansgroep vormen, maar er is niemand die klaar staat en zegt: „Ja, op u heb ik ge wacht; hier is het geld dat u nodig heeft, begint u maar, we zijn benieuwd naar de resultaten." Zo gaat het nooit. Het begin is hard, keihard. De kennissen zeggen: „Leuk zeg, dat jullie dansen". De niet-vrien- den weten van je bestaan niet eens af. Publiciteit krijg je niet want er valt nog niets te melden. Geld is doorgaans evenmin voorhanden, maar iets is er toch nodig, want zonder zaal en muziek valt er niets te dansen. Band of piano De groep van Ineke Sluiter, die in januari van dit jaar onder de naam Het Rotterdams Danscentrum werd opgericht, heeft een beetje de wind meegehad. De zaal kregen ze van de Rotterdamse Dansacademie, de mu ziek draait van een band of de pianiste Trees Hoogerbrugge speelt voor de groep en dat doet ze dan voor niets, „want een pianist kunnen we nog niet betalen", zegt Ineke Sluiter. En dan stelt de groep zich voor: Ineke Sluiter, Els Gazan (20), Margriet Franken (26), Erika Thompson (20) en Amei Terlingen. Behalve Amei Ter- lingen, die uit Nijmegen komt, waren ze er gisteren allemaal, in hun dans zaal. De vier jonge vrouwen die gisterochtend voor G. en G. poseerden in hun danszaal en als u links begint staat daar Erika Thompson, meer naar achteren Margriet Franken, op de voorgrond Els Gazan en helemaal rechts leidster Ineke Sluiter. In Amerika Elke ochtend zijn ze bij elkaar, in een zaaltje op de eerste verdieping van een huis aan het Rotterdamse Haringvliet. Zo'n zaaltje met trap leuningen langs de kant, de „bar" als ik het wel heb. Dan wordt er getraind, van half tien tot twaalf uur. Dat kost vrije tijd, veel vrije tijd. Dat kost ook overleg als je getrouwd bent zoals Ineke Sluiter dat is en zoals Els Gazan dat binnenkort (met een ingenieur) ook is. De muziek. Dat waren gisterochtend gospel-songs van Mahalia Jackson. Ik zat er in een hoek op een stoel en keek. Moderne dansen. Natuurlijk, want drie van de vier jonge vrouwen in maillot hebben in Amerika hun opleiding vervolmaakt. Ineke Sluiter was er in 1958. Een jaar lang op een „college", alsmaar dansen. Els Gazan en Erika Thompson waren er ook: zes weken met een beurs. Valt niet mee Het is moeilijk om iets te zeggen over dat dansen, wanneer men zichzelf niet als dansexpert kan opwerpen. Het is ook moeilijk om te vertellen, wat ik gezien heb, gisterochtend. Ik zou het zo willen zeggen. Vier jonge vrouwen zag ik, vier jonge vrouwen die alle vier danslessen geven aan jongens en meisjes en vol wassenen in Breda, Delft, Nijmegen en Rotterdam: vier jonge vrouwen die al een hele tijd afgestudeerd zijn aan de Dansacademie en die nu, koste wat het kost iets willen bereiken in de wereld van de moderne dans. Dat valt helemaal niet mee. Dat vraagt teleurstellingen verwerken, dat vergt doorzetten ook al lijkt er soms geen schijn van kans en dat vraagt natuurlijk: het dansen in het bloed hebben. We zetten door Maar de eerste suecesjes zijn ge boekt. De groep is een keer of twaalf opgetreden voor middelbare scholieren en afgelopen zondag was er de eerste openbare uitvoering in een zaal, ge woon voor publiek. „Leuk publiek", zei Ineke Sluiter, „warm publiek, dat belangstelling had en voor ons bijzonder fijn reageerde." En blijft het daar nu bij? Blijft Het Rotterdams Danscentrum een klein groepje beroepsdansers, van wie ver der niemand hoort, afgezien van een kleine kring? Ik geloof het niet. Ik geloof het daarom niet, omdat van die vier jonge vrouwen gisterochtend tets inspirerends uitging. Iets van „We zetten door". Dat zag ik in de bruine ogen van de lange Ineke Sluiter en ook in het smalle gezicht van Margriet Franken, die in Breda haar eigen dansschool heeft. Ik wacht me wel met het doen van voorspellingen. Het koffiedik bij mij thuis wordt nooit bewaard en voor spellingen zijn er om niet uit te komen, sprak eens iemand in De Bilt Maar dat enthousiasme van dat jeug- dige Danscentrum heeft iets prikke lends, lets van op een heerlijke maniei een ideaal najagen. En dat wilde ik gewoon een keei vertellen. Zonder technisch te doen over de dans zelf en zonder een oor deel te geven over de dansen die mü gisteren werden gepresenteerd. Wanl dat kan ik niet; ik kan alleen maai zeggen dat ik met het grootste pleziei heb gekeken. Dat is ovérigens ook helemaal niei belangrijk. Belangrijk is wel meende ik dat u over het bestaan van Het Rotter dams Danscentrum vernam. Omdat die bekendheid wordt ver diend. RAAkXM'NZUL STOF OP? WORD DUIZEUG i BE) WEGWEZEN., izi.h/cdc. i r\È& POrrft kijkers.' op jullie gaan mëtvjaldó, HlEftOtGROND IN opera mundi KFS TflAiNOU IS ZE NOG GELUKKIG 1 WACHT MAAR,AL5 ZE WAT OUDER IS i frji 7 sft

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1961 | | pagina 2