VOOR 55 CENT PER LES ZIJN DE TAXICHAUFFEURS ALS LEEUWEN P. W. RUSSEL'S 25 november gaat de Sint naar Namen ^211^ tesJ KAPPIE EN DE VERTRAAGDE MASSA 1 Vï oeiisdag 15 november 1961 ZEEUWSCH DAGBLAD Pag. 2 IN ZUIVER AMSTERDAMS: DA'S NOU EEN OVERSTAPPIE axichauffeur in de nacht overvallen De tik Knappe jongen Onschadelijk „Wat jij?" Ontslagen Belgen koelden woede op hotelmeubilair 42 •¥r In een nagebootste auto zat gisteren in Amsterdam chauffeurR. Becht. Onverwacht sloeg de linkerarm van zijn passagier om zijn nek in een poging de chauffeur buiten gevecht te stellen een seconde leek het te lukken, maar Becht trok, voor iemand het in de gaten had, met een snelle zwaai zijn reiziger naar zich toe op de voorbank en gaf hem die ene korte klap die nodig teas om de aanvaller buiten gevecht te stellen. SINTERKLAAS heeft de datum be paald waarop hu het Belgische jongetje Jean-Marc Nicolas in Namen gaat bezoeken. Dat zal gebeuren op zaterdag 25 november en de Zwarte Pieten overal hebben dus nog ruim een week de tijd om de Cadeautjesgever wat ter zijde te staan. Dat gebeurt tot nog toe bijzonder uit gebreid, dat dient gezegd. Bij het „Co mité Jean-Marc", dat als adres heeft Postkantoor te Roermond, zijn giste ren weer de nodige zaken binnenge dwarreld. Een accountant uit Den Haag stuurde tien gulden en een Verken nersleider vijf gulden. Drs. R. in Gouda zond ook vijf gulden, NJN. uit Bergen op Zoom een rijksdaalder met de boodschap: „Hoop dat het comité veel werk zal hebben",ene A. Z. 3.50 gulden „voor het broekje" en A. L. de G. te Rotterdam vijf gulden met „Be terschap voor de moeder" Uit Hoogeveen was er een rijksdaal der van N.N.; uit Rotterdam een post wissel van één gulden: van N. N. in Eindhoven vijf gulden: ook van een on bekende uit Roermond tien gulden: van meneer S. uit Rijswijk een rijksdaalder en van B. f. uit Leiden eenzelfde be drag. De lijst wordt daar in Roermond steeds langer. Iemand uit Delft schreef: „Ben 75 jaar, maar stuur toch een knaak; leefde als kind in dezelfde omstandig heden". Iemand bracht bij onze krant vijf gulden en die zijn intussen al op weg naar Roermond. „Er kwam nog meer", meldde me gisteren het „Comité Jean-Marc". Er was een rijksdaalder uit Waddinxveen, ook een rijksdaalder uit Coevorden en een van meneer L. in Den Haag. Me neer A. H. in Rotterdam gaf vijf gulden en uit Bergambacht kwam tien gulden „voor een warme kamer". Voor een warme kamer, zei u? Ja, ja, want bij Jean-Marc dat zevenjarige jongetje in Namen dat een briefje „Aan Sint Nicolaas" stuurde per ballon (een briefje dat bij Roermond werd gevon den), bij die Jean-Marc brandt geen kachel thuis, omdat er geen franken zijn om de kolen te betalen. Kjjk, en daarin wil die Roermondse Sinterklaas verandering gaan brengen. Daarom wordt hij ook geholpen door mevrouw M. in Dordrecht, die aan het comité twintig gulden stuurde. En ook door de familie H. B. in Bergambacht: men stuurde een broek en een trui voor Jean-Marc „en nog centjes van papa en mama" en dat waren dan tien gulden. Uit Haarlem van de familie B. twee truien en twee broeken en van meneer H. in Den Haag 750 franse franken. O ja, ook een brief van mevrouw H. in Utrecht die schreef: „Blij dat de P.T.T.-ers meteen aan de slag zijn ge gaan. Van een vriendin kreeg ik tien gulden, ik hoop van andere vrienden nog iets te krijgen, dan leg ik er zelf wat bij en het geheel gaat dan naar het comité". Juist, en aan dat zelfde „Comité Jean-Marc" gaf het personeel van de Telefoondienst in Roermond vast een tafelpiano, omdat men zich herinnerde MSTERDAM. Om kwart voor twaalf gistermiddag vloog op de tweede verdieping van een huis in de smalle Amster damse Sint Jacobstraat een man door de lucht om met een flinke klap elders in hel vertrek op een opgevuld zeil neer te komen. ,,Hé Rinus, da's nou een overstappie", riep een raszuivere Am sterdamse taxichauffeur dcor de zaal. Taxichauffeurs, zij vormden giste ren het publiek in de sportzaal van de 29 Jaar oude Amsterdammer R. Becht. Dat was niet toevallig. „Te veel taxi chauffeurs zjjn al het slachtoffer ge worden van een onverhoedse aanval; te veel zijn er buiten gevecht gesteld met een hamer, de tik van een revol ver of zomaar een klap. Het ging meestal om het geld dat de chauffeur bfj zich had, soms ook om zfln wagen. Daar is iets tegen te doen, al beweren sommigen dat het niet zo is. Ik wil bewijzen, dat een chanffeur ook van zich af kan bijten wanneer hij op een niet verwachte manier wordt aange vallen", zei me de heer Becht, die nu 21 jaar in de judo en jitsu zit. „Want Rien is met zijn achtste jaar begon nen, ik nam hemzelf aan het handje mee", bevestigde zijn vader die erbij stond. Zo staat het zo dikwijls in de krant Het is eigenlijk de taxichauffeur C. Wilson in Amsterdam geweest die er genoeg van had. „Wij kunnen op elk moment van de een of ander bij een rit 's avonds of 's nachts een klap krijgen; je kunt aan het gezicht niet altijd zien wat voor vlees je in de wa gen hebt. Daar pas ik eigenlijk voor." Dat was de redenering van chauf feur Wilson en hij sprak erover met sportleraar Becht. „Doen we wat aan", was de conclusie van de beide heren en gisteren was de start van de eerste cursus voor automobilisten in het algemeen en taxichauffeurs in het bijzonder; een cursus in zelfverdedi ging. Sportleraar Becht was bijzonder dui delijk toen hij de bedoelingen uiteen zette. „Wij leren iemand niet om ac tief aan te vallen, wij leren iemand om zich passief te verdedigen. Het moet niet zo zijn dat een hier getrainde taxichauffeur, wanneer hij in de wa gen van een passagier achter zich een tik op de schouder krijgt gewoon, om hem mee te delen: „Hier linksaf chauffeur" de man achter zich grijpt en dwars door de wagen slin gert. Maar elke chauffeur, die een tijdje meeloopt in het vak, die weet wel, of die tik op zijn schouder goed of kwaadwillend is bedoeld." De heer Becht zou even duidelijk •maken wat hij bedoelde en daartoe had hij chauffeursjas en -pet geno men. Wel, laat ik beginnen met u te zeggen dat zelfs de meest geslepen fi guur bij „chauffeur" Becht geen kans zou krijgen. „Ik zit aan het stuur en rijd", al dus de heer Becht. De passagier ach ter hem bond intussen een touw aan een portier vast, sloeg toen onver wacht het andere eind rond de hals van „chauffeur" Becht en begon uit alle macht te trekken. „Knappe jon gen als hij daar uit komt", gniffelden de toekijkende beroepschauffeurs. Maar de heer Becht deed het. „Ik zet me af op mijn rempedaal, dan slaat de motor vanzelf af en staat de wagen vrij snel stil", piepte hij onder het touw door. „Dan grijp ik het hoofd van de man achter me, trek hem even naar me toe en wip dan zelf over de voorbank heen naar achteren. Met een welgerichte klap is bij dan buiten ge vecht gesteld." Intussen gebeurde alles, wat de sportleraar vertelde, op hetzelfde ogenblik en voor de onthutst toekij kende zaal zat „chauffeur" Becht voor iemand het in de gaten had op de achterbank en boven op zijn aan valler. Chinees gevecht, met als hoofdzaak het stoten en slaan, om de aanvaller mores te leren. Hoe dat gaat heb ik gisteren nog uitvoerig kunnen zien. Mannen met messen en revolvers bedreigden „chauffeur" Becht. Mannen met tou wen en wurghandjes grepen hem, maar Becht legde elke aanvaller op voor- of achterbank netjes neer. „Dat is het, Jan", zei een zogehe ten eigenrijder naast me. „Pak 'm bij z'n haar, klap op het bekkie en ze doen je niks meer. Ik ga me meteen opgeven, want gisteravond b&d ik bij Schiphol weer zo'n ongure gozer in me wagen, ik mot dat niet. Laat mij maar een beetje van die klanpen le ren, dan mogen ze voortaan allemaal bij me instappen, wat jij?". „Minder wijn drinken", zei de priester. „Dat zal je gelaatskleur ook ten goede komen. Het is geen symp toom van de pest. Laat me nu die brief zien." Pierre had hem al in zijn hand, met een beurs die de aalmoes van de weduwe bevatte. De priester verbrak het zegel en wierp een snelle, taxe rende blik op Pierre. „Enfin, jij ziet er gezond uit. Ik ben blij dat er ten minste nog iemand gezond uitziet. Wie ben je?" Hij begon de brief te lezen. „Ik ben Pierre, pater." Auguste de l'Isle-Adam keek op van het perkament. „Hm, ja, dat staat hier ook. Wat je verlangt, kan ik ge makkelijk geven. Het was dapper van je om naar Parijs te komen...." „Weest u er van verzekerd. Eer waarde Vader", viel Bernard hem in de rede, „dat Meester Pierre geen idee van het gevaar had." „Laat de jongen zelf vertellen, De Coucy. Natuurlijk had hij geen idee van het gevaar. Als men in Rouaan op de hoogte was geweest, had Isambart hem nooit hierheen ge stuurd. Maar je kunt niet op een af stand van tien mijltn van Parijs ko men zonder te horen van de pest en desondanks is Pierre verder ge galm. „Desondanks zal ik blij zijn als ik weer onderweg ben", zei Pierre. „Isambart geeft hoog over je op, mijn zoon", merkte de priester op. „Ik zal je kaarsen gaan halen. Je mag de brief lezen." Maar toen hij terugkeerde met een omvangrijk pak, lag het perkament onberoerd op tafel, ofschoon Bernard er zichtbaar nieuwsgierig naar was. „Ik kan niet lezen, pater", zei Pier re. „Ik wel", zei Bernard en hij kon het inderdaad, evenals schrijven en rekenen. Pater Auguste nam een pen en be gon vlug een antwoord aan Isambart te schrijven, gebruikmakend van het snelle, Italiaanse schrift dat de laat ste tijd het statige Gothisch was be gonnen te vervangen. Bernard dacht dat hij nog nooit zo vlug een brief had zien schrijven, maar hij zag natuurlijk geen kans de slanke letters te lezen, die er in zijn ogen uitzagen als elegante slan gen die over het perkament kronkel den. „Je behoorde te leren lezen en schrijven," zei de priester. „De Kerk heeft behoefte aan mannen die niet bang ziin voor de pest. Je hoort de hele tijd over hen, maar V i:l Uu/liKCt. Sc/tdmoyeL ■M. nooit kun je op een hunner de hand leggen. Deze ochtend nog hoorde ik verteilen van een man die een li chaam van een lijkenkar had ge haald. De vrouw was niet dood, maar ze was aangetast door de pest en men zegt dat de man haar in een enkele nacht genezen heeft op een wijze die weinig minder dan mi- rakuleus is. Het verhaal gaat als een lopend vuurtje door Parijs en het wordt van uur tot uur merkwaardi ger." „Ik geloof niet dat ik priester moet worden," antwoordde Pierre. Misschien word ik wel koopman, maar eerst moet ik wiskunde stude ren en lezen en leren schrijven." „Die vrouw was mijn nicht, pa ter", zei Bernard „En de man die het mirakel deed, zoals u het noemt, is Pierre. In werkelijkheid was Loui se natuurlijk niet aangetast door de pest." „Merkwaardig!" zei de priester, terwijl hij zijn pen neerlegde. Zijn ogen vertoonden een levendi ge glans, maar verder was zijn ge zicht zonder uitdrukking. Je kon er nooit zeker van zijn hoeveel een priester wist en Pierre voelde zich niet behaaglijk onder de vorsende blik van de wereldwijze Parijse geestelijke. Pater Auguste voegde een postscriptum aan zijn brief toe- Deze intelligente jongen heeft licht gebracht in een overigens zware dag. Ik heb met weinig succes gepro-1 beerd hem te interesseren voor het priesterschap, maar hij wil niets met ons van doen hebben en tenslot- te kan ook niet iedereen roeping voe- len. Misschien liggen zijn talenten op een ander terrein. Hij toont be langstelling in wiskunde. Zorg er voor dat hij leert lezen. De Uwe in t Auguste: Toen Pierre en De Coucy terug keerden van de Sainte-Chapelle, vonden ze het huishouden van de graaf op de binnenplaats, waar het zich gereed' maakte voor de reis. Pakezels, reeds beladen met reis koffers, opgerolde matrassen, kle ren, keukenuitrusting, tapijten, wa penrusting, voedsel voor mensen en dieren en tenten voor de bedienden, wachtten geduldig voor de stallen, vastgebonden aan ijzeren ringen in de deuren. Schildknapen en pages ston den klaar met de paarden van de fa milie. Vrouwen reden natuurlijk in een dameszadel, waarbij ze haar rechter been over de zadelknop haakten. Heer Robert vergeleek die vernufti ge, sierlijke zadeltjes soms met zijn eigen praktische militaire uitrus ting, waarvan het voorste gedeelte hoger was gemaakt om het lichaam van de ruiter te beschermen, terwijl de sterke, hoge achterboom de len- denen steunde en het gewicht van het paard toevoegde aan de kracht die de ruiter in zijn lansstoot legde. Voor gewoon rijden was het de meest comfortabele zetel die men ooit had uitgedacht, heel wat ge makkelijker dan de meeste stoelen van die periode, terwijl de sierlijke dameszadels bijzonder vermoeiend waren en de oorzaak vormden dat het rechterbeen van de amazone ging slapen. Maar Heer Robert had het gevoel dat een dameszadel een hoogst redelijke straf vormde voor iemand die zo onnadenkend was ge weest om als vrouw geboren te worden. Aangezien de graaf klaarblijkelijk op het punt stond te vertrekken, wachtten Bernard en Pierre op de binnenplaats. Een paar minuten la ter verscheen de familie. Heer Ro bert droeg zijn kuras, want hij acht te^ de wegen nog altijd onveilig en hij had ook zijn zwaard omgegespt. iWurdt veivui„u« VALSE OPSTEEKBARE KRUL* 1 LEN j JE KAN ZE MET UdM I VASTMAKEN OF BINNEN INJEI HOED VASTNAAI EN.' r—-> -EN HIERNOGWATOMTE GILLEN ZE KOSTEN DRIE PIEK3 DRIE f HELE GULPEN 5. feSSPG-RAPEHY ALS IK IN LE- BOVEN DIE VEN .BLIJF TOT DEROT51S OP- nDMrrSo 1 GEBLAZEN HEB 1KDUIZEND GOO GRAPENj MENSEN Gl NPS IN DE KOLONIE. GERED. Geboeid, en gespannen keek gisteren het publiek naar de manieren die een autorijder bij zijn zelfverdediging ter beschikking staan. Chauffeurs waren het Amsterdamse taxichauffeurs, want vooral voor hen is de cursus bestemd. Illlllllllltllllllllllllllllllllllllllllllllllllllltllllllllllllllllllllllllllllllllillllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllfllllllllllil „Het gaat er niet om dat de auto mobilist of de beroepschauffeur een of ander hokus pokus kent en handjes weet om te draaien tot iemand zegt: Ik geef me over. Want op een gege ven moment moet men de ander dan toch weer loslaten. Het gaat erom, dat men degene die aanvalt in een paar seconden ongevaarlijk heeft ge maakt. Ik bedoel: wanneer de chauf feur wordt aangevallen, of het nu met een mes of een revolver is of de pas sagier tracht hem van achteren te wurgen, dat die chauffeur dan moet vechten voor zijn leven. Ik leer u dus geen nette sport, geen cursus met sportieve prestaties, geen lessen met gemene aanvallen, ik wil u alleen le ren hoe u in enkele grepen de aanval ler onschadelijk kunt maken; terwijl u aan het stuur zit, terwijl de wagen rijdt. Dat is de bedoeling", aldus de heer Becht. Twaalfhonderd taxichauffeurs telt Amsterdam en voorlopig gaan drie honderd deze cursus in zelfverdedi ging volgen. Met de zegen van de hoofdstedelijke politie, die uiteraard liever een ietwat toegetakelde passa gier in ontvangst neemt dan een chauf feur op een brancard. En dat kost, meneer Becht?, wil de ik weten, want een goede Neder landse eigenschap is om altijd en di rect te vragen hoeveel geld men kwijt is, nietwaar? Dat viel mee, dat viel krankzinnig mee, mag ik wel zeggen. Want sport leraar Becht rekent voor een cursus van tien lessen aa'n de taxichauffeurs vijf en een halve gulden, hetgeen neer komt op 55 cent per les. „En voor wie geen beroepschauffeur is?". Dan wordt het één gulden per les. WIE DAAR INTRAFT MAG ZICH OOKWEL1 ONDERZOEKEN.' ^>-s. /jPE ARME^A «Ei Ni» M,„1i Tiltof T«. lil Wat de heer Becht autorijdend Ne derland bij wil brengen is geen judo, noch jitsu. Het is een vorm van een dat Jean-Marc aan Sinterklaas sohreef over „een kleine piano of een kleine gitaar". Dat was het voor vandaag. O neen, want zojuist krijg ik van Rob en Vera in Rotterdam nog vijf zilveren guldens en een pak kleren. Als ze dit lezen is alles al onderweg naar Roermond. Sint Nicolaas in Roermond is intussen druk bezig met het opfrissen van zijn kennis van de Franse taal, want in het Frans zal hij op 25 november Jean- Marc in Namen moeten aanspreken. Precies, net wat u dacht: de Sint is u hoogst dankbaar voor alle hulp. 44. Kruitmeister was zijn teleurstel ling over de onverwachte manoeuvre van de VM-1, snel meester, dat moet gezegd. Spionnen zijn helaas eerder dan eerlijke lieden in staat profijt te trekken uit de ongunstige todstand. Hij had al meteen een plannetje klaar. ..Nu der proefschip on sleep heeft, komen wij langszij met der Kraak te liggen," bedacht hij. „Dan moeten wij overspringen en de zeerob ben daarop overmeesteren... Hrah! Dat moet ene kleinigheid zijn!" Intussen zagen zijn mannen en de bemanning van de Kraak niet zoveel voordeel in de toestand. Toen de beide schepen naar elkaar toedreven werden er hateMjke dingen geroepen over er «veer. De piraten gebaarden met hul wapens en de meester zwaaide met een engelse sleutel. Alleen de maat zag daarvan weinig nut. „Lok toch geen m-moeilijkheden uit! drong hij aan. „De t-toestand is toch al z-zo gespannen!" „Hij zal nog wel spannender wor den..zei Kappie, die zag hoe Kruit- meister fluisterend tussen zijn mannen rondging. SAS VAN GENT. In hotel Rotter dam te Sas van Gent gaf men de bierflesjes gisteravond een andere be stemming dan die waarvoor ze eigenlijk bedoeld zijn. Tezamen met asbakken, stoelen en andere voorwerpen werden de flesjes namelijk als projectielen ge bruikt door enkele Belgen die hun er gernis wilden koelen wegens het feit dat zij 's morgens waren ontslagen bij een suikerfabriek. Nadat de Zuiderburen van de fabriek vertrokken waren, wilden zij hun woede en verdriet gaan verdrin ken. Een van hen stelde voor de kwaad heid op elkaar te koelen, maar toen de anderen hiertoe geen lust gevoelden, be sloot men eensgezind de destructieve neigingen bot te vieren op het meubi lair van hotel Rotterdam, waarbij ook nog een ruit sneuvelde, De politie heeft proces-verbaal opgemaakt.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1961 | | pagina 2