Zeerovers bekeren zich niet onder de kerstboom WILDEN EN MOREN EVANGELIE BRENGEN GERTIE EVENHUIS o, Elk kinderverhaal vereist een goede voorstudie QverienkinS Vosse soppen eten Genesis in beeld OPOE GÏNG MET KOEK ROND Zaterdag 11 november 1961 ZEEUWSCH DAGBLAD Pag. 4 ik moet zegt ze, altijd reuze lachen", als ik lees van stropers 3 3 3 en zeerovers, die op Kerstavond tot inkeer komen, en boze jongetjes die berouw krijgen van hun daden." En dat is dan de mening van mevrouw Gertie Evenhuis over sommige kinderverhalen voor de jeugd, en in het bizonder de Kerst vertelsels. Ze heeft in elk geval recht van spreken. Want zelf schrijft ze, sinds ze in Zeeuws-V laanderen woont, leuke en vooral originele kinderboeken als „Avontuur aan de Grens" en „Boot zonder Water", waarin ze afrekent met onwaarschijnlijk lieve en ongelooflijk ondeugende kinder tjes, „die alles meemaken wat mogelijker wijs maar mee te maken valt binnen een bestek van honderd bladzijden". Wanneer ze dit met een ondeugende glimlach heeft gezegd tot schande van sommige „kinderboekenverzinners"die zich hier aan schuldig maken, rent ze vlug naar de keuken om thee te halen. Want vóór alles is ze een prima gastvrouw. Uitgaan van karakters Geen meisjesboeken ZWITSERS „BROOD VOOR BROEDERS" Zendingsarbeiders gevangen w&nöeLinqen öoor öe zeeuwse histORie Keutjesdag „*tDoor 't bloed der mart'laar o groeit odé DOOR ds G. A. Odé te Biggekerke I Aandacht gevraagd voor Suriname V arhensfeest 35 miljoen bijbels MAAR", gaat ze even later weer ernstig door, velen onderschat ten het schrijven van een kinderboek. Men is nog niet genoeg doordron gen van de waarde van goede kin derlectuur, die een niet te onder schatten factor betekent bij de op voeding. Dat wil niet zeggen dat je tot een soort van preektoon moet vervallen, want dit heeft een ave rechts effect. Maar bovenal, het ge bruik van de taal moet perfect zijn, en elk verhaal vereist een goede voorstudie zodat het niet op losse schroeven staat. Je moet er wel iets voor opofferen: vrije tijd, persoon lijk comfort". Ook dit is geen loze phrase. Want aan een kinderboek dat speelt rond de Deltawerken, be steedde, ze bijna twee jaar van voor bereiding. Maar als de zaak dan rond is gaat het achter elkaar op pa pier, Zo schreef ze één van haar leukste verhalen, „Collecte in Meu- lekenskerke", binnen vier weken tijd, een niet geringe prestatie naast een huishouden met drie kindertjes dat ook veel tijd vereist, en vanzelf sprekend op de eerste plaats komt. TIAAR OPVATTINGEN omtrent het kinderboek vertonen veel gelijkenis met die van Miep Diek- mann, een schrijfster die mevrouw Even huis diep bewondert. „Haar boeken hebben een beslist eigen sfeer en ik sluit me onverdeeld aan bij de mening van Miep Diek- mann wat betreft hgbjiitgangspunt bij het schrijven van een kinder boek. Zij heeft gezegd: „Ik wil de zaak bewiiit 'örhgooïen, ik wil voor iedere groep kinderen iets dat gelijkwaardig is aan een ro man, qua stijl, problematiek en vorm, maar aangepast aan hun leeftijd, begripsvermogen, en over eenstemmend met hun woorden schat. Dit is iets wat ik ook be wust nastreef. Maar het is heel moeilijk", zegt ze dan nadenkend, „en het eist heel wat meer van de auteur dan simpel verhaaltjes ver tellen." /"VP DE VRAAG: „Waarom wilt u vy niet eens een meisjesboek sdhrij- ven?", begint ze hartelijk te lachen. „Het ligt eigenlijk wel voor de hand", zegt ze, „Maar hoe het komt weet ik niet: mijn boeken worden altijd voor jongens, óf voor jongens en meisjes. Ik heb het gevoel me op glad ijs te begeven, bij het schrij ven van een roman voor meisjes, om dat die altijd een zekere vorm van sentiment vereisen, en dan is het al heel moeilijk om niet tot zoetelijk heid te vervallen. En van dat soort is er al zovéél. „Bovendien, vroeger verslond ik jon gensboeken zoals Paddeltje en Ketel tje. Ze behoren trouwens nog tot mijn favorieten. Ook de boeken *van mevrouw An Rutgers van der Loeff- Basenau vind ik knap, omdat ze zo reëel zijn. Het nog niet zo lang gele den verschenen „Gideons Reizen" is een juweel, vooral ook door de prach tige illustraties van Jenny Dalenoord. Er komt hier geregeld een meisje vragen: „En wanneer schrijft u nu' eens een meisjesboek?" Ze heeft me er toch over aan het denken gezet!" TIET GRAPPIGE is dat ze niet, zoals bij zoveel schrijvers en Het ziet er naar uit, dat de actie „Brood voor Broeders" in Zwitserland grote weerklank gaat vinden. De pro testantse kerken willen hiermee hun so lidariteit betuigen met de broeders in de onderontwikkelde gebieden. De actie is gestart in de kanton Zürich, waar bin nen 2 weken 300.000 bijeen werd ge bracht. In de andere kantons is de. in zameling pas deze week begonnen. schrijfsters het geval is, bij toeval of uit verveling is gaan schrijven: „Op de H.B.S. wist ik al dat ik schrijfster wilde worden", zegt de kleine blonde mevrouw Evenhuis, en dat is wellicht ook de reden waarom ze zo consciëntieus te werk gaat. Volgend jaar verschijnt bij de uitgeverij Van Goor het boek „Wij waren er ook bij", waarin zij vele persoonlijke beleve nissen heeft verwerkt uit de oor- Mevrouw Evenhuis in gesprek met de heer J. C. Brinkman van de uitgeverij Ploegsma op het jeugdboekencongres in Amster dam. logstijd. „Je zou het ook „Op school in bezettingstijd" kunnen noemen. Allemaal dingen die ik al haast was vergeten, want ze zijn helemaal niet opzienbarend gruwe lijk of zo, maar ik herinnerde me alles weer toen i'k een dagboek uit die tijd nog eens doorlas." Het boek geeft simpel de sfeer en enkele voorvallen uit die benarde jaren. En dan verschijnt bij de uit geverij Ploegsma haar vijfde boek, dat speelt bij de Deltawerken, een onderwerp dat de schrijfster al ja ren fascineert. EN DAARNA komt een Kerstvertelling uit Zeeuws- Vlaanderen", zegt ze. Maar dan is het al hoog tijd om te ver trekken naar een volgende af spraak. Al rennend naar de deur, hoor ik nog dat haar lie velingsauteurs zijn: (hoe kan het anders) Miep Diekmann, A. A. Milne (Winnie de Poeh), Anna Blaman, Hemingway, Vestdijk en O, ja, natuur lijk Cor Bruijn. Maar dan ben ik al haast weg en dan zie ik hoe ze nog even zwaait: een fragiel blond figuurtje, dat nie tig schijnt in de grote deur opening van de pastorie in Biervliet. „Want gij waart vroeger duis ternis, maar thans zijt gij licht in den Here; wandelt als kinde ren des lichts" Ef. 5:8. JAMES AGGREY, de beken de christen van de Goudkust, gebruikte altijd graag het vol gende beeld om zijn landgeno ten hun roeping duidelijk te maken. Een jonge adelaar was opgegroeid tussen de kippen. En hij gedroeg zich nu ook ge heel als een kip. Na een aantal jaren zag iemand dit en zei: „maar dit is een adelaar". „Ja", zei de boer, „maar ik heb hem geleerd een kip te zijn". „Neen", zegt de ander, „het blijft een adelaar en ik zal er voor zorgen dat hij weer opstijgt naar de hemel". Na enige mislukte pogingen lukt het; nadat de adelaar met zijn oog op de zon gericht was en nadat de man gesproken had: „gij zijt een adelaar, vlieg, gij behoort aan de he mel en niet aan de aarde", vloog de adelaar weg. „Volk van Afrika", zei Ag- grey dan altijd, „men heeft ons doen geloven dat wij maar kip pen zijn, en we dachten zelf ook dat we dat waren. Maar we zijn adelaars". DENKEN WE dat als mensen ook niet vaak dat we „kippen" zijn? Dat de hemel voor ons ge wone mensjes onbereikbaar is? We hebben het al zo vaak ge probeerd van het leven wat te maken. Zo te leven als God het wil, maar het lukt steeds maar niet. En we brengen onze da gen dan door met wat graan tjes te pikken, maar de bezie ling is er uit. We zijn zondaars, onverbeterlijke zondaars en we proberen het niet eens meer als mensen-naar-Gods-beeld te leven. Toch heeft God ons als zoda nig op deze aarde gezet. Als beeld van Hem; als kind van Hem opdat wij tegen Hem Va der zouden zeggen. Maar dat is voor ons hesef zo lang gele den en we zijn zo gewend ge raakt aan deze zondige wereld dat we het niet meer weten en ons gedragen als mensen die de Hemel niet meer kennen. NU NEËMT GOD ons echter bij de hand, en leidt ons naar Golgotha, naar het Kruis van Jezus Christus en wijst ons op Hem, het Licht der wereld. Zo onze blik richtend op de ge kruisigde en opgestane Heer zegt Hij met nadruk tot ons: Gij zijt Mijn kind. Gij behoort aan de hemel en niet aan de aarde. Ik heb hier de dingen weer hersteld, de zonde ook de uwe vergeven. Ik noem en verklaar u weer Mijn kind. Wees dan ook zo. „Wandelt als kinderen van het licht. Vroeger waart gij duisternis, maar thans zijt gij licht in den Here". STREK DE VLEUGELS van het geloof uit. Laat de naar be neden trekkende kracht der zonde los. God geeft u in Je zus Christus weer de eigenlijke bestemming. Kinderen van het Licht. Zijn kinderen. Ds. P. L. J. Wapenaar Grijpskerke door L Van Wallenburg Wat zul je zeggen als je een vriendelijke uitnodiging krijgt om dinsdagavond vosse soppen te ko men eten? Natuurlijk „ja" en graag ook. Want zoiets overkomt je niet elke dag, wat zeg ik, zelfs niet ieder jaar: de eetpartij niet en de uit nodiging evenmin. Deze twee din gen staan nu eenmaal met elkaar in verband. Dat vosse-soppen-eten is een gewoonte die verdwijnt, ja dit varkensfeest is reeds zo goed als verdwenen. U ziet dus dat het iets met een var ken te maken heeft. En 't is niet zoals een geleerde meneer (nu professor) eens in een lezing zei: een soort pap. Hij had de klok horen luiden, maar wist beslist niet waar de klepel hing. Want met pap heeft deze maaltijd nu net niets te maken. Wat het dan wel is zullen we straks zien. Het weer lokte niet aan om met de fiets de rimboe in te toeren. Dat zeg ik eigenlijk niet goed: Walcheren heeft na inundatie en herverkaveling geen „onderontwikkelde gebieden" meer. Overal prachtige wegen en zo goed als ieder dorp heeft een busverbinding met Middelburg. De bus bracht me dan ook rietjes tot dicht bij de boerderij, waar om zes uur a half 7 het „diner" zou plaats vinden. Een van de zeldza me keren dat een Walcherse boerenfa milie 's avonds middageten gebruikt, een uitzonderingsgeval. Gisteren was het varken geslacht. November heet immers slachtmaand. Niet dat het in andere maanden verbo den is, maar nooit hebben er zoveel slachtingen plaats als in november. Het is gewoonte om bij elke slacht partij wat sterke drank te gebruiken, dikwijls bitter. Minstens twee keer. Eerst als het varken opengesneden wordt. Dan komt er de traditionele ze genwens bij: „Veel zegen mee d'n dooien, dat je 'm in gezondheid mogen opeten." De tweede keer als de spullen gezou ten worden. Meestal verdwijnen er nog wel een paar glaasjes met het geestrij ke vocht door zijn keelgat. Dat drinken is beslist nodig, volgens de slager ten minste. Als je de varkensonderdelen niet met een „drankasem" behandelt. Aangemoedigd door het succes van de uitgaven van gedeelten van het Nieuwe Testament in tijdschriftvorm met illustraties, is het Lutherische Ver- lagshaus in Berlijn er toe overgegaan eenzelfde uitgave van het boek Genesis te verzorgen. Deze uitgave, dié de naam draagt „In den beginne" is ver lucht met vele foto's van het Palestijn se landschap en met opnamen van ar cheologische vondsten, die met Genesis in verband staan. Begin volgend jaar zullen voor het eerst besprekingen gevoerd worden tus sen de grootste Lutherse en presbyteri aanse (hervormde) kerken van de Ver. Staten. Het zal daarbij nog niet gaan over kanselruil en avondmaalsgemeenschap. De besprekingen moeten gezien worden als een wederzijdse oriëntatie, die dui delijk moet maken in hoeverre vroege re verschillen ook nu nog een belemme ring vormen voor overeenstemming en samengaan. Kardinaal Pizzardo, prefect van de Heilige Congregatie van Seminaries en Universiteiten heeft verklaard, dat er een groot tekort aan priesterroepingen is. Er zouden jaarlijks 10.000 priesters moeten worden gewijd, wil men op el ke 1000 rooms-katholieken één priester, hebben, zoals tot nu toe het geval was.' In 1959 echter werden slechts 5475 se minaristen tot priester gewijd. Vier Amerikaanse zendingsarbeiders, die begin september in Angola werden gearresteerd, zijn door de Portugezen overgebracht naar Lissabon. Zij worden ervan beschuldigd steun te hebben ver leend aan de opstandige beweging in Portugees Angola. Het moderamen van de Amerikaanse methodisten-kerk, waartoe de zendings arbeiders behoren, heelt direct na hun arrestatie een protest ingediend bij het ministerie van buitenlandse zaken. Daar bij is te kennen gegeven, dat de verkon diging van het Evangelie consequenties heeft voor de gelijkheid der rassen en de menselijke vrijheid. Het Amerikaanse consulaat in Lissa bon heeft zich ervan kunnen overtuigen, dat de gevangenen goed behandeld wor den. o Duitse kerkdag in Dortmund Het presidium van de Duitse Kerk dag heeft de uitnodiging van Dortmund geaccepteerd om de volgende Kerkdag daar te houden. Dit zal gebeuren in de zomer van 1963. Deze Kerkdag zal in het teken staan van de mens in de in dustriële wereld. J)E vorige keer mocht ik U iets vertellen over üiet ontstaan, de geschiedenis en het geheel eigene van de Hernhutters. Deze Evangelische Broedergemeenten vormen niet alleen een opwek kingsbeweging en een gemeen schapsbeweging, maar sinds eeu. wen ook een zendingsbeweging. De Broedergemeente, zoals in Zeist, wil boven alles Zendings kerk zijn. Reeds in 1732 vertrokken de eerste zendelingen vanuit Hernhut naar West- Indië. Vervolgens kwamen in 1735 de eerste drie Hernhutters in Suriname aan, gedachtig aan de opdracht van Jezus: „Gaat dan henen, maakt al de volken tot myn discipelen, en doopt hen in den naam des Vaders en des Zoons en des Heiligen Geestes en leert hen onder houden al wat Ik u bevolen heb. En zie, Ik hen met u al de dagen tot aan de vol einding der wereld." Zij kwamen naar dit land: „om te zien of er soms onder de wilden (Indianen) en Moren (Negers) iets voor de Heiland te winnen was." Zo luidde hun zendingsinstructie, waaraan zy als gezanten van de Heer inhoud wil den geven. Een grootse, bijna boven menselijke taak wachtte hen in een om geving met totaal andere opvattingen, met primitieve levensomstandigheden en aller lei tropische ziekten. Ook hun getuigenis over de levende en opgestane Heiland be reidde hun vaak een vroegtijdige dood. Meer dan tweehonderd zendingsarbeiders liggen er nu al begraven, van wie velen onvindbaar in de ongecultiveerde en on herbergzame oerwouden. Maar de over tuiging, dat door het bloed der martelaren Gods Kerk groeit, prikkelde steeds weer anderen tot hernieuwde zendingsdrang. De verbreiding van het evangelie ging voort in een gebied dat ruim vier maal de oppervlakte van Nederland beslaat. Men kwam in aanraking met de autochtone bevolking: de Indianen, me» de Bosnegers, die een tiende deel van de inwoners vor men, en de Creolen als grootste bevol kingsgroep. Voorts wordt de Kerk van Christus er geconfronteerd met het Hin doeïsme en het Mohammedanisme. Het mag duidelijk zyn, dat de aanpak van de Evangelische Broedergemeente temidden van deze veelkleurige en eigensoortige groepen blyk geeft van veel moed en van een daadwerkelijk geloof in haar univer sele Opdrachtgever: Jezus Christus. Zijn bemoediging om een concreet houvast te zyn voor allen, die Zijn verschijning in de wereld hebben liefgekregen, moet dan ook aan allen bekend gemaakt worden. Een eerste mijlpaal op weg naar het Koninkrijk Gods werd daarom bereikt, toen op 1 juli 1863, de dag van de vrij wording der slaven, tot twee maal toe een dienst in de stampvolle stadskerk van Paramaribo gehouden werd, Een volks kerk was cell oren. 28.000 slaven die od de plantages hadden gewerkt, waren ge doopt of hadden dooponderricht genoten. Doch by deze mijlpaal bleef het niet. Onder Gods hoede zagen de Hernhutters zich voor nieuwe werkzaamheden ge plaatst. Kindertehuizen voor Hindoestaan- se en Javaanse kinderen werden gesticht teneinde hun een Christelijke opleiding te geven. Tot diep in de oerwouden ver rezen internaten en scholen voor de leer plichtigen, zodat er nu ruim vijftig school gebouwen over het gehele land verspreid staan. De binding met Zeist, van waaruit spe ciaal de zendingsarbeid wordt onder nomen, bleef bestaan. Daar, op het theo logisch Seminarie schenkt men volle aan dacht aan de vorming van predikanten, afkomstig uit Suriname. Zo studeren er op het ogenblik drie studenten van Creoolse afkomst, één Hindoeetaanse onderwijzer, en één Javaanse student. Zy Leerling-verpleegsters in Bosland iiiiiiiiiimifiiiiiiiiiiiiiiiiMiiimiimiiimiiiiiiiiiiifiiiiiiiiiiiiiiiiiti HimiiuiiiMiiitiiiiiiiiiiitiiiiimiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiii willen met de reeds praktiserende zende lingen martelaar d.w.z. getuige zijn van het grote heil in Christus, die volgens Paulus is een Heer van allen. Steeds meer wordt bovendien ingezien, dat het zendingswerk onlosmakelijk ver honden behoort te zijn met de medische en sociale verzorging. En het is vooral deze zorg, die ontstellend veel inspanning vergt. Zr. Dekker, die momenteel zich belast met het medisch zendingswerk in Botopasi, schrijft het één en ander over haar veelbewogen ervaringen. Zij vertelt, hoe zij als diakones-arts in het houten kliniekje vyf ochtenden in de week tot in de middag polikliniek houdt. De zieken uit de wyde omtrek worden per boot ge bracht, waaronder vele kinderen met longontsteking. Er is geen gelegenheid tot opname. Vele patiënten worden op de aarden vloer van hun donkere en be nauwde hut behandeld. Ook het instru mentarium is nog beperkt, hoewel het aantal ernstige zieken opvallend groot is. Gaat zy voor anderhalve week op consul tatie-reis naar de dorpen beneden Boto pasi, dan moet zij zelf haar polikliniek inrichten onder de woning van een evangelist of in een school. Als onder- zoektafel dient een brede plank op ben- zineblikken of twee tegen elkaar gescho ven schoolbanken. En na de behandeling gaat de reis weer verder in een niet altijd comfortabele paliboot, die door pagaaien wordt voortbewogen: een voertuig dat door bosnegers soms over gevaarlijke stroomversnellingen gedirigeerd wordt. Na tien dagen zijn dan ongeveer 560 zie ken behandeld. Een dergelijk verslag dwingt de grootste bewondering af. Is het daarom verwonderlijk, dat door de Evangelische Broedergemeente van Zeist een beroep op de gehele Zeeuwse bevolking gedaan wordt om dit zo nodige werk te steunen? Veel wacht in dit zelf standig deel van het Koninkrijk der Neder landen nog op 'uitbreiding. Nieuwe zen dingshospitalen en poliklinieken moeten worden gebouwd. De zendingsarbeiders moeten in een menswaardig bestaan kun nen voorzien, opdat hun werk tot groei van Gods Kerk voortgang vindt. Bekend is het Hernhutter-avondlied „Laat mij slapend op U wachten!" Even zeer is van belang, dat er wakend gewérkt wordt, dank zy hun apostolaire en maat schappelijke bydrage en onze bydrage in gebed en geld! blijven ze niet goed. Smoesjes. Ik heb een slager gekend, die geen druppel sterke drank dronk bij zijn werk en de spullen bleveh net zo goed. 't Is nu eenmaal gebruik §n een ge woonte wordt dikwijls lang iri stand ge houden. Maar als zo'n slager die ze erg graag lustte dan aan zijn derde operatie bezig was, kon het wel gebeu ren dat zijn blik zo beneveld was dat hij slechts met veel moeite het varken dood kon krijgen. Dat was echt ver moorden, martelen. Vraag er otide mensen maar eens naar, die hebben zulke gevallen zeker wel meegemaakt. Gelukkig is het nu anders. Gisteren was het keutjesdag, van avond wordt met de zegenwens ,van de slager een begin gemaakt: het opeten. Weer heeft de bazinne het druk. Er 'zijn voor deze plechtigheid nog enkele familieleden uitgenodigd, zodat we met z'n tienen aan tafel zitten: Een tafel die goed "oorzien is. Eerst spreekt de gastheer een gebed uit en dan kan de eetpartij beginnen. Dat begin bestaat uit stukjes brood die geweekt zijn in het verse vet van het pas geslachte varken. Die stukjes brood heten soppen, vers heet in Wal- chers dialect „vos", het zijn dus vosse soppen. Hier hebt u nu meteen de ver klaring van de vreemde naam van de ze al even vreemde maaltijd. Bij deze soppen neem je in je bord een paar scheppep aardappels met een paar heel gekookte peren en rapen, al les overgoten met een lepelklinkklaar vet én het bedrijf is begonnen. Vlees of spek krijg je er niet bij, dat komE bij de volgende acte. Tenslotte heeft ieder hiervan genoeg gegeten, maar is nog lang niet verza digd, er komt nog meer. Het de'ss'ert zou je het kunnen noemen, maar dan geen stukje pudding of gebak, maar veel en veel zwaarder en machtiger voor de maag. Op de tafel verschijnen een paar schalen met allerlei varkensheerlijkhe den, alles zacht gekookt: poten, oren, de tong, het hart, wat vettige këelstuk- ken. Niemand krijgt een portie op zijn bord, leder neemt zoveel hij lust en wat hij het liefste lust, het wordt dus een „zelfbedieningszaak". Je hoeft niet bang te zijn voor een schrokop of vreetzak aangezien te worden als je naar eigen bescheiden mening nogal een flinke portie pakt. Van alle kanten word je aangemoedigd om nog wat te, nemen, niet als beleefdheidsphrase, maar echt gemeend. Soms sniidt jé buurvrouw ergens een stuk af en kwakt het op je bord: opeten maar! Tot jé vol bent tot aan je dasjé. De meesten zijn niet zo gauw klaar. Daar snijdt iemand een lillend keelstuk in tweeën en werkt het op een snee brood naar binnen, ditmaal geen brood met spek maar spek met brood. Een ander eet alles puur, zonder brood, maar dan niet het vetste spul, een stuk tong of van het hart. Weer een ander zit een poot of een oor af tf kluiven. De fles de azijnfles wel te ver' staan staat ook op tafel. Men zegt dat wat azijn erbij het overtollige vet in de maag neutraliseert. Ik zie er dié een slok azijn op hun brood doen, een ander giet een paar scheuten in zijn bord en wentelt daar de lekkere vettig heden in. Ieder doet wat goed is in zijn ogen en eet of hij een paar dagen gevast heeft. Boerenmagen schjineri erg groot te zijn, misschien ook bijzonder eiaé-" tisch. Maar zo is het ook goed in de ogen van de gastheer en zijn vrouw, hoe lekkerder de gasten eten, hoe lie ver ze 't hebben. Nadat de baas een kapittel uit de bijbel heeft gelezen en gedankt heeft, is deze maaltijd van vreemde combind. tie afgelopen. N,u blijft men nog eeq. poosje gezellig bij elkaar. Het varken wordt nog eens behandeld, vanaf zijn jeugd als rose Cadzands biggetje tot op zijn dood van gisteren. Ieder weet nog wel een of ander frappant varkensver- haal uit zijn geheugen op te diepen. Er worden dus geen oude koeien uit d.e sloot, maar ouwe varkens uit het hok gehaald. En dan de gewone gesprek ken over koetjes en kalfi es, wat u zo wel letterlijk als figuurlijk moet opvat ten. De vrouwentongen zijn natuurlijk ook losgemaakt. De vrouwelijke helft com bineert echter het nuttige met het aan gename door tegelijk een brei- of haak werkje onderhanden te nemen. Ze zeggen dat je met een volle maag niet goed slapen kunt. Dat gaat dan toch niet altijd door: ik heb geslapen als een roos, vijf kwartier in een uur. Het ontbijt heb ik echter de volgende morgen maar wat sober gehouden. Maar ik kon toch niet nalaten even te proeven van het stukje boerenlevér- worst, die de gastvrouwe me met nog een paar andere lekkernijen had meegegeven. Ds. M. Groenenberg te Utrecht schreef in Hervormd Utrecht onder bo venstaand opschrift het volgende: ,,U raadt in geen honderd jaar wat die zin betekent. Ik zal het u maar dadelijk vertellen: Het is het onderwerp van een preek. Opwindend, niet? Als je leest, dat je dominee, of eentje van elders, daarover zal preken, ga je vanzelf dra-, ven. Vervolgens raadt u nooit waar dat onderwerp op slaat, ook al kent u de bijbelse verhalen door en door. Ook dat vertel ik u dus maar meteen, 't Gaat over de genezing van Petrus' schoon moeder. Markus 1 vertelt, dat ze op stond en hen diende! Opoe ging met de koek rond. Wat een vondst, niet? Zó kun je na tuurlijk doorgaan. Als je moet preken over de verlamde aan de Schone Poort kan je het hebben over: Opa ging met de pet rond, en over de grote zondares die Jezus zalfde: Tante kwam met de eau de colognefles. U ziet, wij dominees zijn vindingrijk. „Kerknieuws vertelt, dat een dominee, die zou preken over „De Heer is mijn Herder tot deze actuele vondst kwam' De Heer is mijn chauffeur. Denk niet dat dit lichtzinnigheden speciaal uit de Herv. Kerk zijn. Tegen woordig overtreffen Gereformeerde pre dikanten ons vaak verre. Wij zijn be gonnen, dat geef ik toe. Maar er zijn heus betere dingen van ons te leren dan juist deze." Volgens de nieuwe officiële lijst van het diplomatieke corps, uitgegeven door het Vaticaan, zijn er momenteel 47 lan den, die een diplomatieke vertegenr woordiger in het Vaticaan hebben. Er zijn 37 ambassades, 11 legaties en één zaakgelastigde. Volgens de laatste gegevens van de Verenigde Bijbelgenootschappen wer den er in het jaar 1960 meer dan 35 miljoen bijbels en bijbelgedeelten ver spreid. Het totaal aantal bedroeg 35.512.581 dat ais volgt verdeeld was: Complete bijbels 3.888.318; Nieuwe Tes tamenten 3.402.290; Bijbelgedeelten 28.222.054.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1961 | | pagina 4