Zeerovers bekeren zich
niet onder de kerstboom
WILDEN EN MOREN EVANGELIE BRENGEN
GERTIE EVENHUIS
o,
Elk kinderverhaal vereist
een goede voorstudie
QverienkinS
Vosse soppen eten
Genesis in beeld
OPOE GÏNG MET
KOEK ROND
Zaterdag 11 november 1961
ZEEUWSCH DAGBLAD
Pag. 4
ik moet
zegt ze,
altijd reuze lachen",
als ik lees van stropers
3 3 3 en zeerovers, die op Kerstavond
tot inkeer komen, en boze jongetjes die
berouw krijgen van hun daden." En dat
is dan de mening van mevrouw Gertie
Evenhuis over sommige kinderverhalen
voor de jeugd, en in het bizonder de Kerst
vertelsels. Ze heeft in elk geval recht van
spreken. Want zelf schrijft ze, sinds ze in
Zeeuws-V laanderen woont, leuke en vooral
originele kinderboeken als „Avontuur
aan de Grens" en „Boot zonder Water",
waarin ze afrekent met onwaarschijnlijk
lieve en ongelooflijk ondeugende kinder
tjes, „die alles meemaken wat mogelijker
wijs maar mee te maken valt binnen een
bestek van honderd bladzijden". Wanneer
ze dit met een ondeugende glimlach
heeft gezegd tot schande van sommige
„kinderboekenverzinners"die zich hier
aan schuldig maken, rent ze vlug naar de
keuken om thee te halen. Want vóór alles
is ze een prima gastvrouw.
Uitgaan van karakters
Geen meisjesboeken
ZWITSERS „BROOD
VOOR BROEDERS"
Zendingsarbeiders
gevangen
w&nöeLinqen öoor öe zeeuwse histORie
Keutjesdag
„*tDoor 't bloed der mart'laar o groeit odé
DOOR
ds G. A. Odé
te Biggekerke
I Aandacht
gevraagd
voor
Suriname
V arhensfeest
35 miljoen bijbels
MAAR", gaat ze even later weer
ernstig door, velen onderschat
ten het schrijven van een kinderboek.
Men is nog niet genoeg doordron
gen van de waarde van goede kin
derlectuur, die een niet te onder
schatten factor betekent bij de op
voeding. Dat wil niet zeggen dat je
tot een soort van preektoon moet
vervallen, want dit heeft een ave
rechts effect. Maar bovenal, het ge
bruik van de taal moet perfect zijn,
en elk verhaal vereist een goede
voorstudie zodat het niet op losse
schroeven staat. Je moet er wel iets
voor opofferen: vrije tijd, persoon
lijk comfort". Ook dit is geen loze
phrase. Want aan een kinderboek
dat speelt rond de Deltawerken, be
steedde, ze bijna twee jaar van voor
bereiding. Maar als de zaak dan
rond is gaat het achter elkaar op pa
pier, Zo schreef ze één van haar
leukste verhalen, „Collecte in Meu-
lekenskerke", binnen vier weken
tijd, een niet geringe prestatie naast
een huishouden met drie kindertjes
dat ook veel tijd vereist, en vanzelf
sprekend op de eerste plaats komt.
TIAAR OPVATTINGEN omtrent
het kinderboek vertonen veel
gelijkenis met die van Miep Diek-
mann, een schrijfster die mevrouw
Even huis diep bewondert. „Haar
boeken hebben een beslist eigen
sfeer en ik sluit me onverdeeld
aan bij de mening van Miep Diek-
mann wat betreft hgbjiitgangspunt
bij het schrijven van een kinder
boek. Zij heeft gezegd: „Ik
wil de zaak bewiiit 'örhgooïen, ik
wil voor iedere groep kinderen iets
dat gelijkwaardig is aan een ro
man, qua stijl, problematiek en
vorm, maar aangepast aan hun
leeftijd, begripsvermogen, en over
eenstemmend met hun woorden
schat. Dit is iets wat ik ook be
wust nastreef. Maar het is heel
moeilijk", zegt ze dan nadenkend,
„en het eist heel wat meer van de
auteur dan simpel verhaaltjes ver
tellen."
/"VP DE VRAAG: „Waarom wilt u
vy niet eens een meisjesboek sdhrij-
ven?", begint ze hartelijk te lachen.
„Het ligt eigenlijk wel voor de hand",
zegt ze, „Maar hoe het komt weet
ik niet: mijn boeken worden altijd
voor jongens, óf voor jongens en
meisjes. Ik heb het gevoel me op
glad ijs te begeven, bij het schrij
ven van een roman voor meisjes, om
dat die altijd een zekere vorm van
sentiment vereisen, en dan is het al
heel moeilijk om niet tot zoetelijk
heid te vervallen. En van dat soort
is er al zovéél.
„Bovendien, vroeger verslond ik jon
gensboeken zoals Paddeltje en Ketel
tje. Ze behoren trouwens nog tot
mijn favorieten. Ook de boeken *van
mevrouw An Rutgers van der Loeff-
Basenau vind ik knap, omdat ze zo
reëel zijn. Het nog niet zo lang gele
den verschenen „Gideons Reizen" is
een juweel, vooral ook door de prach
tige illustraties van Jenny Dalenoord.
Er komt hier geregeld een meisje
vragen: „En wanneer schrijft u nu'
eens een meisjesboek?" Ze heeft me
er toch over aan het denken gezet!"
TIET GRAPPIGE is dat ze niet,
zoals bij zoveel schrijvers en
Het ziet er naar uit, dat de actie
„Brood voor Broeders" in Zwitserland
grote weerklank gaat vinden. De pro
testantse kerken willen hiermee hun so
lidariteit betuigen met de broeders in de
onderontwikkelde gebieden. De actie is
gestart in de kanton Zürich, waar bin
nen 2 weken 300.000 bijeen werd ge
bracht. In de andere kantons is de. in
zameling pas deze week begonnen.
schrijfsters het geval is, bij toeval
of uit verveling is gaan schrijven:
„Op de H.B.S. wist ik al dat ik
schrijfster wilde worden", zegt de
kleine blonde mevrouw Evenhuis,
en dat is wellicht ook de reden
waarom ze zo consciëntieus te
werk gaat. Volgend jaar verschijnt
bij de uitgeverij Van Goor het
boek „Wij waren er ook bij",
waarin zij vele persoonlijke beleve
nissen heeft verwerkt uit de oor-
Mevrouw Evenhuis in gesprek
met de heer J. C. Brinkman van
de uitgeverij Ploegsma op het
jeugdboekencongres in Amster
dam.
logstijd. „Je zou het ook „Op
school in bezettingstijd" kunnen
noemen. Allemaal dingen die ik al
haast was vergeten, want ze zijn
helemaal niet opzienbarend gruwe
lijk of zo, maar ik herinnerde me
alles weer toen i'k een dagboek uit
die tijd nog eens doorlas."
Het boek geeft simpel de sfeer en
enkele voorvallen uit die benarde
jaren. En dan verschijnt bij de uit
geverij Ploegsma haar vijfde boek,
dat speelt bij de Deltawerken, een
onderwerp dat de schrijfster al ja
ren fascineert.
EN DAARNA komt een
Kerstvertelling uit Zeeuws-
Vlaanderen", zegt ze. Maar dan
is het al hoog tijd om te ver
trekken naar een volgende af
spraak. Al rennend naar de
deur, hoor ik nog dat haar lie
velingsauteurs zijn: (hoe kan
het anders) Miep Diekmann,
A. A. Milne (Winnie de Poeh),
Anna Blaman, Hemingway,
Vestdijk en O, ja, natuur
lijk Cor Bruijn. Maar dan ben
ik al haast weg en dan zie ik
hoe ze nog even zwaait: een
fragiel blond figuurtje, dat nie
tig schijnt in de grote deur
opening van de pastorie in
Biervliet.
„Want gij waart vroeger duis
ternis, maar thans zijt gij licht
in den Here; wandelt als kinde
ren des lichts" Ef. 5:8.
JAMES AGGREY, de beken
de christen van de Goudkust,
gebruikte altijd graag het vol
gende beeld om zijn landgeno
ten hun roeping duidelijk te
maken. Een jonge adelaar was
opgegroeid tussen de kippen.
En hij gedroeg zich nu ook ge
heel als een kip. Na een aantal
jaren zag iemand dit en zei:
„maar dit is een adelaar".
„Ja", zei de boer, „maar ik
heb hem geleerd een kip te
zijn". „Neen", zegt de ander,
„het blijft een adelaar en ik
zal er voor zorgen dat hij weer
opstijgt naar de hemel".
Na enige mislukte pogingen
lukt het; nadat de adelaar met
zijn oog op de zon gericht was
en nadat de man gesproken
had: „gij zijt een adelaar,
vlieg, gij behoort aan de he
mel en niet aan de aarde",
vloog de adelaar weg.
„Volk van Afrika", zei Ag-
grey dan altijd, „men heeft ons
doen geloven dat wij maar kip
pen zijn, en we dachten zelf
ook dat we dat waren. Maar
we zijn adelaars".
DENKEN WE dat als mensen
ook niet vaak dat we „kippen"
zijn? Dat de hemel voor ons ge
wone mensjes onbereikbaar is?
We hebben het al zo vaak ge
probeerd van het leven wat te
maken. Zo te leven als God het
wil, maar het lukt steeds maar
niet. En we brengen onze da
gen dan door met wat graan
tjes te pikken, maar de bezie
ling is er uit. We zijn zondaars,
onverbeterlijke zondaars en we
proberen het niet eens meer
als mensen-naar-Gods-beeld te
leven.
Toch heeft God ons als zoda
nig op deze aarde gezet. Als
beeld van Hem; als kind van
Hem opdat wij tegen Hem Va
der zouden zeggen. Maar dat
is voor ons hesef zo lang gele
den en we zijn zo gewend ge
raakt aan deze zondige wereld
dat we het niet meer weten en
ons gedragen als mensen die
de Hemel niet meer kennen.
NU NEËMT GOD ons echter
bij de hand, en leidt ons naar
Golgotha, naar het Kruis van
Jezus Christus en wijst ons op
Hem, het Licht der wereld. Zo
onze blik richtend op de ge
kruisigde en opgestane Heer
zegt Hij met nadruk tot ons:
Gij zijt Mijn kind. Gij behoort
aan de hemel en niet aan de
aarde. Ik heb hier de dingen
weer hersteld, de zonde ook
de uwe vergeven. Ik noem
en verklaar u weer Mijn kind.
Wees dan ook zo. „Wandelt als
kinderen van het licht. Vroeger
waart gij duisternis, maar
thans zijt gij licht in den Here".
STREK DE VLEUGELS van
het geloof uit. Laat de naar be
neden trekkende kracht der
zonde los. God geeft u in Je
zus Christus weer de eigenlijke
bestemming. Kinderen van het
Licht. Zijn kinderen.
Ds. P. L. J. Wapenaar
Grijpskerke
door L Van Wallenburg
Wat zul je zeggen als je een
vriendelijke uitnodiging krijgt om
dinsdagavond vosse soppen te ko
men eten?
Natuurlijk „ja" en graag ook.
Want zoiets overkomt je niet elke
dag, wat zeg ik, zelfs niet ieder
jaar: de eetpartij niet en de uit
nodiging evenmin. Deze twee din
gen staan nu eenmaal met elkaar
in verband. Dat vosse-soppen-eten
is een gewoonte die verdwijnt, ja
dit varkensfeest is reeds zo goed
als verdwenen.
U ziet dus dat het iets met een var
ken te maken heeft. En 't is niet zoals
een geleerde meneer (nu professor)
eens in een lezing zei: een soort pap.
Hij had de klok horen luiden, maar
wist beslist niet waar de klepel hing.
Want met pap heeft deze maaltijd nu
net niets te maken. Wat het dan wel
is zullen we straks zien.
Het weer lokte niet aan om met de
fiets de rimboe in te toeren. Dat zeg
ik eigenlijk niet goed: Walcheren heeft
na inundatie en herverkaveling geen
„onderontwikkelde gebieden" meer.
Overal prachtige wegen en zo goed als
ieder dorp heeft een busverbinding met
Middelburg. De bus bracht me dan
ook rietjes tot dicht bij de boerderij,
waar om zes uur a half 7 het „diner"
zou plaats vinden. Een van de zeldza
me keren dat een Walcherse boerenfa
milie 's avonds middageten gebruikt,
een uitzonderingsgeval.
Gisteren was het varken geslacht.
November heet immers slachtmaand.
Niet dat het in andere maanden verbo
den is, maar nooit hebben er zoveel
slachtingen plaats als in november.
Het is gewoonte om bij elke slacht
partij wat sterke drank te gebruiken,
dikwijls bitter. Minstens twee keer.
Eerst als het varken opengesneden
wordt. Dan komt er de traditionele ze
genwens bij: „Veel zegen mee d'n
dooien, dat je 'm in gezondheid mogen
opeten."
De tweede keer als de spullen gezou
ten worden. Meestal verdwijnen er nog
wel een paar glaasjes met het geestrij
ke vocht door zijn keelgat. Dat drinken
is beslist nodig, volgens de slager ten
minste. Als je de varkensonderdelen
niet met een „drankasem" behandelt.
Aangemoedigd door het succes van
de uitgaven van gedeelten van het
Nieuwe Testament in tijdschriftvorm
met illustraties, is het Lutherische Ver-
lagshaus in Berlijn er toe overgegaan
eenzelfde uitgave van het boek Genesis
te verzorgen. Deze uitgave, dié de
naam draagt „In den beginne" is ver
lucht met vele foto's van het Palestijn
se landschap en met opnamen van ar
cheologische vondsten, die met Genesis
in verband staan.
Begin volgend jaar zullen voor het
eerst besprekingen gevoerd worden tus
sen de grootste Lutherse en presbyteri
aanse (hervormde) kerken van de Ver.
Staten. Het zal daarbij nog niet gaan over
kanselruil en avondmaalsgemeenschap.
De besprekingen moeten gezien worden
als een wederzijdse oriëntatie, die dui
delijk moet maken in hoeverre vroege
re verschillen ook nu nog een belemme
ring vormen voor overeenstemming en
samengaan.
Kardinaal Pizzardo, prefect van de
Heilige Congregatie van Seminaries en
Universiteiten heeft verklaard, dat er
een groot tekort aan priesterroepingen
is. Er zouden jaarlijks 10.000 priesters
moeten worden gewijd, wil men op el
ke 1000 rooms-katholieken één priester,
hebben, zoals tot nu toe het geval was.'
In 1959 echter werden slechts 5475 se
minaristen tot priester gewijd.
Vier Amerikaanse zendingsarbeiders,
die begin september in Angola werden
gearresteerd, zijn door de Portugezen
overgebracht naar Lissabon. Zij worden
ervan beschuldigd steun te hebben ver
leend aan de opstandige beweging in
Portugees Angola.
Het moderamen van de Amerikaanse
methodisten-kerk, waartoe de zendings
arbeiders behoren, heelt direct na hun
arrestatie een protest ingediend bij het
ministerie van buitenlandse zaken. Daar
bij is te kennen gegeven, dat de verkon
diging van het Evangelie consequenties
heeft voor de gelijkheid der rassen en
de menselijke vrijheid.
Het Amerikaanse consulaat in Lissa
bon heeft zich ervan kunnen overtuigen,
dat de gevangenen goed behandeld wor
den. o
Duitse kerkdag in Dortmund
Het presidium van de Duitse Kerk
dag heeft de uitnodiging van Dortmund
geaccepteerd om de volgende Kerkdag
daar te houden. Dit zal gebeuren in de
zomer van 1963. Deze Kerkdag zal in
het teken staan van de mens in de in
dustriële wereld.
J)E vorige keer mocht ik U iets
vertellen over üiet ontstaan,
de geschiedenis en het geheel
eigene van de Hernhutters. Deze
Evangelische Broedergemeenten
vormen niet alleen een opwek
kingsbeweging en een gemeen
schapsbeweging, maar sinds eeu.
wen ook een zendingsbeweging.
De Broedergemeente, zoals in
Zeist, wil boven alles Zendings
kerk zijn.
Reeds in 1732 vertrokken de eerste
zendelingen vanuit Hernhut naar West-
Indië. Vervolgens kwamen in 1735 de
eerste drie Hernhutters in Suriname aan,
gedachtig aan de opdracht van Jezus:
„Gaat dan henen, maakt al de volken tot
myn discipelen, en doopt hen in den
naam des Vaders en des Zoons en des
Heiligen Geestes en leert hen onder
houden al wat Ik u bevolen heb. En zie,
Ik hen met u al de dagen tot aan de vol
einding der wereld." Zij kwamen naar
dit land: „om te zien of er soms onder
de wilden (Indianen) en Moren (Negers)
iets voor de Heiland te winnen was." Zo
luidde hun zendingsinstructie, waaraan
zy als gezanten van de Heer inhoud wil
den geven. Een grootse, bijna boven
menselijke taak wachtte hen in een om
geving met totaal andere opvattingen, met
primitieve levensomstandigheden en aller
lei tropische ziekten. Ook hun getuigenis
over de levende en opgestane Heiland be
reidde hun vaak een vroegtijdige dood.
Meer dan tweehonderd zendingsarbeiders
liggen er nu al begraven, van wie velen
onvindbaar in de ongecultiveerde en on
herbergzame oerwouden. Maar de over
tuiging, dat door het bloed der martelaren
Gods Kerk groeit, prikkelde steeds weer
anderen tot hernieuwde zendingsdrang. De
verbreiding van het evangelie ging voort
in een gebied dat ruim vier maal de
oppervlakte van Nederland beslaat. Men
kwam in aanraking met de autochtone
bevolking: de Indianen, me» de Bosnegers,
die een tiende deel van de inwoners vor
men, en de Creolen als grootste bevol
kingsgroep. Voorts wordt de Kerk van
Christus er geconfronteerd met het Hin
doeïsme en het Mohammedanisme. Het
mag duidelijk zyn, dat de aanpak van de
Evangelische Broedergemeente temidden
van deze veelkleurige en eigensoortige
groepen blyk geeft van veel moed en van
een daadwerkelijk geloof in haar univer
sele Opdrachtgever: Jezus Christus. Zijn
bemoediging om een concreet houvast te
zyn voor allen, die Zijn verschijning in
de wereld hebben liefgekregen, moet dan
ook aan allen bekend gemaakt worden.
Een eerste mijlpaal op weg naar het
Koninkrijk Gods werd daarom bereikt,
toen op 1 juli 1863, de dag van de vrij
wording der slaven, tot twee maal toe een
dienst in de stampvolle stadskerk van
Paramaribo gehouden werd, Een volks
kerk was cell oren. 28.000 slaven die od
de plantages hadden gewerkt, waren ge
doopt of hadden dooponderricht genoten.
Doch by deze mijlpaal bleef het niet.
Onder Gods hoede zagen de Hernhutters
zich voor nieuwe werkzaamheden ge
plaatst. Kindertehuizen voor Hindoestaan-
se en Javaanse kinderen werden gesticht
teneinde hun een Christelijke opleiding
te geven. Tot diep in de oerwouden ver
rezen internaten en scholen voor de leer
plichtigen, zodat er nu ruim vijftig school
gebouwen over het gehele land verspreid
staan.
De binding met Zeist, van waaruit spe
ciaal de zendingsarbeid wordt onder
nomen, bleef bestaan. Daar, op het theo
logisch Seminarie schenkt men volle aan
dacht aan de vorming van predikanten,
afkomstig uit Suriname. Zo studeren er
op het ogenblik drie studenten van
Creoolse afkomst, één Hindoeetaanse
onderwijzer, en één Javaanse student. Zy
Leerling-verpleegsters in Bosland
iiiiiiiiiimifiiiiiiiiiiiiiiiiMiiimiimiiimiiiiiiiiiiifiiiiiiiiiiiiiiiiiti
HimiiuiiiMiiitiiiiiiiiiiitiiiiimiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiii
willen met de reeds praktiserende zende
lingen martelaar d.w.z. getuige zijn van
het grote heil in Christus, die volgens
Paulus is een Heer van allen.
Steeds meer wordt bovendien ingezien,
dat het zendingswerk onlosmakelijk ver
honden behoort te zijn met de medische
en sociale verzorging. En het is vooral
deze zorg, die ontstellend veel inspanning
vergt. Zr. Dekker, die momenteel zich
belast met het medisch zendingswerk in
Botopasi, schrijft het één en ander over
haar veelbewogen ervaringen. Zij vertelt,
hoe zij als diakones-arts in het houten
kliniekje vyf ochtenden in de week tot
in de middag polikliniek houdt. De zieken
uit de wyde omtrek worden per boot ge
bracht, waaronder vele kinderen met
longontsteking. Er is geen gelegenheid tot
opname. Vele patiënten worden op de
aarden vloer van hun donkere en be
nauwde hut behandeld. Ook het instru
mentarium is nog beperkt, hoewel het
aantal ernstige zieken opvallend groot is.
Gaat zy voor anderhalve week op consul
tatie-reis naar de dorpen beneden Boto
pasi, dan moet zij zelf haar polikliniek
inrichten onder de woning van een
evangelist of in een school. Als onder-
zoektafel dient een brede plank op ben-
zineblikken of twee tegen elkaar gescho
ven schoolbanken. En na de behandeling
gaat de reis weer verder in een niet altijd
comfortabele paliboot, die door pagaaien
wordt voortbewogen: een voertuig dat
door bosnegers soms over gevaarlijke
stroomversnellingen gedirigeerd wordt.
Na tien dagen zijn dan ongeveer 560 zie
ken behandeld. Een dergelijk verslag
dwingt de grootste bewondering af.
Is het daarom verwonderlijk, dat door
de Evangelische Broedergemeente van
Zeist een beroep op de gehele Zeeuwse
bevolking gedaan wordt om dit zo nodige
werk te steunen? Veel wacht in dit zelf
standig deel van het Koninkrijk der Neder
landen nog op 'uitbreiding. Nieuwe zen
dingshospitalen en poliklinieken moeten
worden gebouwd. De zendingsarbeiders
moeten in een menswaardig bestaan kun
nen voorzien, opdat hun werk tot groei
van Gods Kerk voortgang vindt.
Bekend is het Hernhutter-avondlied
„Laat mij slapend op U wachten!" Even
zeer is van belang, dat er wakend gewérkt
wordt, dank zy hun apostolaire en maat
schappelijke bydrage en onze bydrage in
gebed en geld!
blijven ze niet goed. Smoesjes. Ik heb
een slager gekend, die geen druppel
sterke drank dronk bij zijn werk en de
spullen bleveh net zo goed.
't Is nu eenmaal gebruik §n een ge
woonte wordt dikwijls lang iri stand ge
houden. Maar als zo'n slager die ze
erg graag lustte dan aan zijn derde
operatie bezig was, kon het wel gebeu
ren dat zijn blik zo beneveld was dat
hij slechts met veel moeite het varken
dood kon krijgen. Dat was echt ver
moorden, martelen. Vraag er otide
mensen maar eens naar, die hebben
zulke gevallen zeker wel meegemaakt.
Gelukkig is het nu anders.
Gisteren was het keutjesdag, van
avond wordt met de zegenwens ,van de
slager een begin gemaakt: het opeten.
Weer heeft de bazinne het druk. Er
'zijn voor deze plechtigheid nog enkele
familieleden uitgenodigd, zodat we met
z'n tienen aan tafel zitten: Een tafel
die goed "oorzien is.
Eerst spreekt de gastheer een gebed
uit en dan kan de eetpartij beginnen.
Dat begin bestaat uit stukjes brood
die geweekt zijn in het verse vet van
het pas geslachte varken. Die stukjes
brood heten soppen, vers heet in Wal-
chers dialect „vos", het zijn dus vosse
soppen. Hier hebt u nu meteen de ver
klaring van de vreemde naam van de
ze al even vreemde maaltijd.
Bij deze soppen neem je in je bord
een paar scheppep aardappels met een
paar heel gekookte peren en rapen, al
les overgoten met een lepelklinkklaar
vet én het bedrijf is begonnen. Vlees of
spek krijg je er niet bij, dat komE bij
de volgende acte.
Tenslotte heeft ieder hiervan genoeg
gegeten, maar is nog lang niet verza
digd, er komt nog meer. Het de'ss'ert
zou je het kunnen noemen, maar dan
geen stukje pudding of gebak, maar
veel en veel zwaarder en machtiger
voor de maag.
Op de tafel verschijnen een paar
schalen met allerlei varkensheerlijkhe
den, alles zacht gekookt: poten, oren,
de tong, het hart, wat vettige këelstuk-
ken. Niemand krijgt een portie op zijn
bord, leder neemt zoveel hij lust en
wat hij het liefste lust, het wordt dus
een „zelfbedieningszaak". Je hoeft niet
bang te zijn voor een schrokop of
vreetzak aangezien te worden als je
naar eigen bescheiden mening nogal
een flinke portie pakt. Van alle kanten
word je aangemoedigd om nog wat te,
nemen, niet als beleefdheidsphrase,
maar echt gemeend. Soms sniidt jé
buurvrouw ergens een stuk af en kwakt
het op je bord: opeten maar! Tot jé
vol bent tot aan je dasjé.
De meesten zijn niet zo gauw klaar.
Daar snijdt iemand een lillend keelstuk
in tweeën en werkt het op een snee
brood naar binnen, ditmaal geen brood
met spek maar spek met brood.
Een ander eet alles puur, zonder
brood, maar dan niet het vetste spul,
een stuk tong of van het hart. Weer
een ander zit een poot of een oor af tf
kluiven.
De fles de azijnfles wel te ver'
staan staat ook op tafel. Men zegt
dat wat azijn erbij het overtollige vet
in de maag neutraliseert. Ik zie er dié
een slok azijn op hun brood doen, een
ander giet een paar scheuten in zijn
bord en wentelt daar de lekkere vettig
heden in.
Ieder doet wat goed is in zijn ogen
en eet of hij een paar dagen gevast
heeft. Boerenmagen schjineri erg groot
te zijn, misschien ook bijzonder eiaé-"
tisch. Maar zo is het ook goed in de
ogen van de gastheer en zijn vrouw,
hoe lekkerder de gasten eten, hoe lie
ver ze 't hebben.
Nadat de baas een kapittel uit de
bijbel heeft gelezen en gedankt heeft,
is deze maaltijd van vreemde combind.
tie afgelopen. N,u blijft men nog eeq.
poosje gezellig bij elkaar. Het varken
wordt nog eens behandeld, vanaf zijn
jeugd als rose Cadzands biggetje tot op
zijn dood van gisteren. Ieder weet nog
wel een of ander frappant varkensver-
haal uit zijn geheugen op te diepen. Er
worden dus geen oude koeien uit d.e
sloot, maar ouwe varkens uit het hok
gehaald. En dan de gewone gesprek
ken over koetjes en kalfi es, wat u zo
wel letterlijk als figuurlijk moet opvat
ten.
De vrouwentongen zijn natuurlijk ook
losgemaakt. De vrouwelijke helft com
bineert echter het nuttige met het aan
gename door tegelijk een brei- of haak
werkje onderhanden te nemen.
Ze zeggen dat je met een volle maag
niet goed slapen kunt. Dat gaat dan
toch niet altijd door: ik heb geslapen
als een roos, vijf kwartier in een uur.
Het ontbijt heb ik echter de volgende
morgen maar wat sober gehouden.
Maar ik kon toch niet nalaten even te
proeven van het stukje boerenlevér-
worst, die de gastvrouwe me met
nog een paar andere lekkernijen
had meegegeven.
Ds. M. Groenenberg te Utrecht
schreef in Hervormd Utrecht onder bo
venstaand opschrift het volgende: ,,U
raadt in geen honderd jaar wat die zin
betekent. Ik zal het u maar dadelijk
vertellen: Het is het onderwerp van een
preek. Opwindend, niet? Als je leest,
dat je dominee, of eentje van elders,
daarover zal preken, ga je vanzelf dra-,
ven. Vervolgens raadt u nooit waar dat
onderwerp op slaat, ook al kent u de
bijbelse verhalen door en door. Ook dat
vertel ik u dus maar meteen, 't Gaat
over de genezing van Petrus' schoon
moeder. Markus 1 vertelt, dat ze op
stond en hen diende! Opoe ging met de
koek rond.
Wat een vondst, niet? Zó kun je na
tuurlijk doorgaan. Als je moet preken
over de verlamde aan de Schone Poort
kan je het hebben over: Opa ging met
de pet rond, en over de grote zondares
die Jezus zalfde: Tante kwam met de
eau de colognefles.
U ziet, wij dominees zijn vindingrijk.
„Kerknieuws vertelt, dat een dominee,
die zou preken over „De Heer is mijn
Herder tot deze actuele vondst kwam'
De Heer is mijn chauffeur.
Denk niet dat dit lichtzinnigheden
speciaal uit de Herv. Kerk zijn. Tegen
woordig overtreffen Gereformeerde pre
dikanten ons vaak verre. Wij zijn be
gonnen, dat geef ik toe. Maar er zijn
heus betere dingen van ons te leren
dan juist deze."
Volgens de nieuwe officiële lijst van
het diplomatieke corps, uitgegeven door
het Vaticaan, zijn er momenteel 47 lan
den, die een diplomatieke vertegenr
woordiger in het Vaticaan hebben. Er
zijn 37 ambassades, 11 legaties en één
zaakgelastigde.
Volgens de laatste gegevens van de
Verenigde Bijbelgenootschappen wer
den er in het jaar 1960 meer dan 35
miljoen bijbels en bijbelgedeelten ver
spreid. Het totaal aantal bedroeg
35.512.581 dat ais volgt verdeeld was:
Complete bijbels 3.888.318; Nieuwe Tes
tamenten 3.402.290; Bijbelgedeelten
28.222.054.