JOHANNES TER VEER: EEN MAN
VAN DE GOEIE OUWE STEMPEL
I KAPPIE EN DE VERTRAAGDE MASSA I
DE NATUUR
P. W. RUSSEL'S
erinneringen
uit de tijd van
eerste auto's en
laatste winters
Nog eens
Met het hele servies!
Eerst bus
Afschuwelijke dingen
Meegegaan
in en om uw huis
FLITS
GORDON
in het
heelal
Dan Barry
DE
TINTELS
Jack
Dunkley
De
opzienbarende
experimenten
van
student
Tijloos
Voorlichting B.B.
Dinsdag 7 november 1961
ZKL.U v» li UAGüLAj)
Pag. 2
0P* IK VOEL OPEENS HET OER-RITME
AAM,WAARMEE DE NEANDERS HUN
MAAN DANSEN
BEGELEIDDEN
ylS-Q DIE DRUM II
TERUG TUL,EN GA W
ZITTEN/ UE BENT
DRONKEN./
BRIELLE. Een taxi rijdt
van Brielle naar Rotterdam
en een keer over de Maasbrug
gen in de stad vraagt de reizi
ger: Chauffeur, wat krijgt u?
„Dat is zestig cent meneer".
Ja, zo was het en zo heeft de
heer Johannes F. H. ter Veer
(voor zijn vrouw Hans) het tus
sen 1935 en 1939 heel wat keren
gezegd tegen zijn klanten. „De
directeur van de bank in Briel
le en de advocaat en kantoor
mensen die op tijd in de stad
moesten zijn, gingen met me
mee Ik vertrok om half zeven
uit Brielle en net voor in Rot
terdam de brug open ging was
ik er over heen. Maar het mocht
later niet meer. Het was con
currentie met bussen, ik was
een soort geregelde lijndienst
zeiden ze, omdat ik telkens op
tijd vertrok. En toen ging het
over".
In geen maanden was ik in Brielle
geweest en dat is eigenlijk dom, want
er zijn niet zoveel
stadjes meer in Ne
derland waar het ge
woon prettig is om
door de straten te
lopen en naar de
huizen te kijken. Of
het moest zijn dat u
gek bent op beton en
helemaal wild wordt
van „pre-fab", dan
kunt u overal in Ne
derland terecht, te
genwoordig.
H
Iemand had me ge
zegd: Je moet er
eens heen, je moet
eens naar die me
neer Hans ter Veer
in Brielle. Je schrijft
nu wel jaar in jaar
uit over de dingen
die fout gaan in het
verkeer, over de men
sen die fouten maken
en hoe het wel alle
maal zou moeten,
maar schrijf nu eens
over een man die er
al veertig jaar tussen
zit, die al veertig jaar
op de weg rijdt en
die zijn eerste schram
nog moet oplopen.
Ho, ho, zei ik, dat
heb ik al eens ge
daan. ik heb eens ge
schreven over meneer
Teeuw, ik meen dat
hij in IJsselmonde
woont; die zat ook
veertig jaar achter
het stuur zonder
brokken.
Nou, doe het dan
nog eens, daar zul je
heel wat mensen mee
plezieren en boven
dien: die meneer Ter
Veer is een erg pret
tige prater, was het
antwoord.
Dat is zo; daar is
niets tegenin te bren
gen. Meneer Ter Veer
is een prettige prater
en hij neemt er de
tijd voor.
„Es kijken, ik ben nu
61 jaar en van mijn
22-ste rijd ik auto.
Niet eens helemaal
veertig jaar dus. Mo
tor reed ik natuurlijk
al veel eerder. Je had
alleen maar een num-
merbewijs, want rij
bewijzen waren toen
nog niet nodig. Ik had een H-nummer.
Een D-nummer uit Drente heb ik ook
nog gehad en in Groningen ben ik ge
boren, maar 36 jaar zit ik nu in Brielle.
Zo nu heeft u de hele burgerlijke
stand bij elkaar, nietwaar?"
Ja, da's best meneer Ter Veer, maar
wat waren dat voor auto's, waar u in
het begin in reed?
„Och meneer, dat waren nog wa
gens met carbidlampen. En een ver
snelling buitenboord. Achterin zaten
de mensen onder dak, maar de chauf
feur op de bok zat als het ware open
en bloot. En je schakelde dus met je
arm naar buiten, ergens boven de tree
plank. De allereerste auto die in
Brielle kwam was van notaris Van den
Blink en die heb ik nog gereden. Het
was een Minerva, een Belg. Later werd
het een F/N, ook een Belg. Die Miner
va had geen kleppen, het was er een
met een schuiven-motor, geruisloos,
niet te geloven."
Natuurlijk, de kenners wisten het meteen: dat torentje
is alleen te vinden in de Voorstraat in Brielle. En dat klopt
dan allemaal, want daar werd deze foto van de heer F. U.
ter Veer zoals hij nu is gemaakt.
Hengelo en aan het begin van de avond
weer in Apeldoorn. Daar een bed ge
vonden en 's ochtends verder naar
Brielle. Drie dagen hadden we nodig
voor die rit en het was nog aanpoten
ook, anders haalde je het niet".
En deed u dat alleen, meneer Ter
Veer?
„Neen, neen, op de aanhangwagen
zat de ouwe Van Zanten. Hij zat in re
gen en zon, in wind en sneeuw, vóór,
op een open bok. En als we een hel
ling afgingen, dan stak ik mijn hoofd
naar buiten en riep: Van Zanten, rem
men! Dan draaide hij de blokremmen
op de wielen aan met een zwengel, ja,
ja, van die remmen zoals op de slepers
wagens in Rotterdam. Die Van Zanten
stopte, voor we op pad gingen, altijd
tien witte kalken pijpen bij zich. Het
grootste stuk van de steel brak hij er
af en alle pijpen stopte hij met tabak.
Dat was voor onderweg. Dan kon hij
het ene pijpje na het andere aansteken,
want hij had natuurlijk niks om zich
aan te warmen en In de winter kwam
hij altijd steenkoud en paars van de
bok. Een borrel, Ter Veer, riep hij dan
en hij had groot gelijk".
En ging dat hard, meneer Ter Veer?
„Hard? Voor onze begrippen niet,
voor toen wel. Op de buitenweg zo'n
vijftig kilometer, m Brielle hooguit
dertig. Ik heb ook jaren gereden met
een Hansa Lloyd met massieve wielen.
Er zat een aanhangwagen achter en die
was eigendom van een verhuisonder-
neming. Voor die verhuizer reed ik
dan."
„Ik vergeet het nooit. We moesten
een inboedel naar Beverwijk brengen
en vertrokken 's nachts om drie uur
uit Brielle. Dat ging nog niet over
asfaltwegen, maar over grintwegen,
binnendoor, Zwartewaal Geervliet,
Heenvliet en zo verder. Als er een
tegenligger kwam doken we een grint-
pit m en wachtten tot hij voorbij was.
Het is me ook wel eens gebeurd, dat
we in zo'n gnntpit met het hele ser
vies in de berm wegzakten. Dan bleef
er niets anders over dan alles uit
pakken, op de weg zetten, met veel
mankracht de wagen uit de berm trek
ken op de weg alles weer inladen en
doorrijden. Dat kon toen allemaal,
want verkeer was er bijna niet."
De eerste autobus in Brielle u
raadt het, het was ook weer de heer
Ter Veer die als eerste de chauffeur
werd. Twee jaar ervaring als chauffeur
op de lijn Giessendam—Sliedrecht
Dordrecht had hij erop zitten en hij
was de aangewezen man in Brielle.
„Het was een oude G.M.C. van vóór
'14, een afgedankte legerwagen en die
werd als bus ingericht, zo'n hoge met
houten ramen' vertelde de heer Ter
Veer. „Als er iets gerepareerd moest
worden moest ik het zelf doen, want
garages waren er toen nog niet in
Brielle. Nu zijn er vijf en ik heb er
zelf een van. maar in die tijd gingen
we, om iets gedraaid te krijgen, naar
Rotterdam".
TV
„Maar goed, die verhuizing naar Be
verwijk. We waren er geweest en had
den de achterste wagen gelost. We
moesten verder naar Hengelo, maar
's nachts tegen twaalf uur kwamen
we pas aan in Apeldoorn- Het
ging niet zo snel, een twintig kilometer,
soms vijf en twintig, per uur. Nergens
meer een hotel dat open was en we slie
pen dus in de wagen. Volgende dag
OTlt^OOlPfl
Ja. en *9 winters. Meneer Ter Veer
vindt de winters nu maar slapjes.
„Dat gebeurt teeenwoor^ifi' niet meer,
maar toen bad je echte sneeuw.
Sneeuw die zo dik op de weg lag, dat
ie er niet door kwam. ï>an was je
voor een rit naar Rotterdam of Dor
drecht geweest en teren de avond
ging het hnf^tne naar RrielTe. We had
den altijd sehopnen bjj ons om de
ingang naar de stad Rrlelle or»en te
graven, want je kon de noort niet
door. met rVht was
sleeW ie Mor kilometers lang met
je gezicht bulten het raam. Tk heb het
De fotograaf dook gisteren zo'n 33 jaar
terug in de geschiedenis en het resultaat
was deze bus, die twee jaar lang door
chauffeur Hans ter Veer tussen Dordrecht
en Giessendam veilig op en neer ge
stuurd werd
meerdere keren gehad dat ik thuis
kwam met een keihard met ijs aan
gekoekte linkerkant van mp gezicht
en mijn vrouw ontdooide myn wan
gen dan met warme doeken".
„Och, die tijd is weg meneer, dat
bestaat niet meer. Dat je carbidlam
pen met een klein windstoot je uit
waaiden. Stoppen natuurlijk, want je
zag niks meer. Lucifers, aansteken en
een kilometer verder gingen ze weer
uit. Ja, zo reden we toen, twee en
een half uur over BrielleRotterdam.
Nu doe je het in dertig minuten".
„Maar veiliger, ja, dat was het toen
wel. Bijna geen auto's en alles ging
rustig. Het was bovendien een tijd,
waarin de mensen hun afspraken en
beloftes meer nakwamen en dat is
belangrijk. Als je niet op elkaar kunt I
vertrouwen kun je ook niks opbou
wen".
„Wat ik vandaag de dag het gevaar
lijkste vind op de weg? Het passeren.
De wegen zijn veelal te smal en de
mensen gokken. Daar vallen doden bij.
En dan een hele grote fout meneer.
De bromfietsen. Neen, neen, die brom
fietsen zijn niet fout, maar de brom
fietsers moesten een verkeersexamen
doen, want nu weten ze bij honderden
en duizenden niet wie of wat ergens
voorrang heeft."
„Kijk, ik heb tot voor kort ook een
ziekenwagen hier in Brielle gehad.
Vijftien jaar lang heb ik de zieken en
gewonden van Brielle naar de zieken
huizen gebracht in Rotterdam en elders.
En ik heb het gezien, de laatste zes,
zeven jaren. Als er ergens een ongeluk
was gebeurd en ik werd geroepen, dan
zei ik ai tegen mijn vrouw: Zeker een
bromfietser. En in acht van de tien
gevallen kreeg ik gelijk. Afschuwelijke
dingen heb ik gezien, meneer Ver
minkte mensen, te afgrijselijk bijna om
naar te kijken. Omdat iemand niet wist
dat een auto die van links kwam voor
rang had. Onnodige ongelukken, om
dat de bromfietsers de verkeersregels
niet kennen."
Uren kan meneer Ter Veer in Brielle
vertellen. „Ik heb de mensen.. ja,
neem nu een gewone blindedarm. Ik
heb ze met de luxewagen naar de stad
gebracht, maar ze gingen dikwijls dood,
in die vroegere tijd. Een blindedarm
nu? Voor de koffie is 'ie eruit en ze
draaien d'r hand er niet meer voor om.
Wat dat betreft is er veel verbeterd,
meneer."
Hij is een man van de oude degelijke
stempel, die meneer Ter Veer Maar
geen ouderwets man, verg.s u niet. Hij
is meegegaan met z'n tijd, rijdt met
zijn Mercedes ook honderd en meer
kilometer per uur op de weg, ziet het
grote belang van modernisering, wegen
aanleg, goede vervoermiddelen, nieuwe
ziekenwagens, ziekenhuizen met de
laat9te nieuwe apparatuur. Dat vindt
hij allemaal een zegen van deze tijd.
„Maar vroeger hielden de mensen
zich wel meer aan hun woord",
zuchtte hjj.
Advertentie
Reumatiek togal helpt
Griep togal helpt
Migraine 'togal helpt
Menstruatiepijn togal helpt
Verkouden togal helpt
Hoofdpijn togal helpt
Spit togal helpt
Haagbeuk noemt men Carpinus be-
tula en het is een beste heester om als
haag aangeplant te worden. Het kan
een vrij hoge haag worden. Omdat ze
lang het dorre blad vasthoudt heeft
men er ook in de winter de nodige be
schutting van; per strekkende meter
heeft men drie tot vier struiken nodig.
Ze kunnen nu wel besteld worden Men
dient wei regelmatig te knippen.
35
„Heilige Maagd!" kreet ze. „Waar
zijn mijn kleren? Ik ben ontvoerd!
Ik zal overweldigd worden! Of heb
je het om geld gedaan? Nee, het
gaat altijd om allebei," jammerde
ze en inderdaad kwamen dergelijke
dingen vaak voor. Ze kroop achter
in het stro.
„Ik heb nog nooit iemand overwel
digd," protesteerde Pierre veront
waardigd. „Als u de moeite wilt ne
men uit het raam te kijken, zult u
een vuur zien en als ik u daar niet
uitgetrokken had, lag u nu te ver
branden, mét de andere lijken!"
Louise keek uit het raam en zag
dat er inderdaad een vuur was, waar
in ze, omdat de afstand niet groot
was, zonder moeite de lijken kon on
derscheiden.
„Wat afschuwelijk," zei ze. „Hoe
ben ik daar in 's hemelsnaam in te
recht gekomen?"
„Daar weet ik niets van. Misschien
dachten ze dat u de pest had? Hebt
u honger? Ik heb eten."
De vrouw had zich inmiddels een
indruk gevormd van de man die
haar, naar zij dacht, ontvoerd had.
Met een vlugge blik schatte zij
hem op wellicht de helft, neen, met
zulke schouders ongetwijfeld twee
derden van haar eigen leeftijd, die,
hoe slank ze ook was, al dicht bij
de dertig kwam.
„Ik vraag u vergeving," zei ze.
„Ik heb u in gedachten groot onrecht
gedaan. Gisteren ben ik met een fa
milielid uitgereden om een dokter op
te zoeken, want er is natuurlijk geen
dokter die nog aan huis wil komen.
Ik had koorts en hoofdpijn en natuur
lijk maakte vader zich ongerust. Ik
herinner me nog dat ik plotseling het
gevoel kreeg of ik flauwviel en om
keek naar mijn neef. Hij was weg.
Verder herinner ik me niets meer,
tot ik hier wakker werd."
„Misschien bent u op straat flauw
gevallen, madame. En toen met de
anderen op de dodenkar terecht ge
komen. U was verschrikkelijk vuil
en ik dacht eveneens dat u een
slachtoffer was van de pest. U zat
van onderen tot boven vol vlekken,
maar die verdwenen met wassen al
lemaal."
„Wie heeft me gewassen?"
„Ik."
„U bent een bijzonder vermetele
jongeman, Pierre."
„Ach, ik was eigenlijk niet echt
bang, madame."
„Dat is eigenlijk niet precies wat
ik bedoel. En zeg alsjeblieft niet ma
dame. Het is mademoiselle. Zei je
niet dat je iets te eten had? Ik heb
een verschrikkelijke honger. Ik wilde
dat ik mijn kleren kon aantrekken."
„Die zijn allemaal nat, mademoi
selle." antwoordde Pierre.
„Kijk maar," en hij hield het
hemd omhoog.
,,Ik geloof dat ik het toch maar
aantrek
„Best," zei Pierre, en gaf het haar.
Het begon donker te worden in
huis, Pierre zocht naar iets om vuur
mee te slaan, maar hij vond niets.
Toen viste hij in zijn pak en haalde
brood en vlees tevoorschijn en sneed
het met zijn zwaard, terwijl Louise
geboeid toekeek.
„Je hebt een vaste hand van voor
snijden," zei ze. „Ik ben blij dat je
geen ontvoerder blijkt te zijn."
Pierre merkte dat hij zelf ook weer
honger had en nam een grote snee
brood en een dikke plak vlees tege
lijk, stopte ze samen met zijn vin
gers in zijn mond en kauwde uit alle
macht, terwijl Louise evenveel at,
maar op veel verfijnder manier.
„Ik heb een oom," merkte ze op,
„die wiskunde onderwijst aan de uni
versiteit en dié heeft me op een keer
verteld dat twee lichamen niet tege
lijkertijd dezelfde plaats kunnen in
nemen Ik zal hem toch eens ver
tellen dat jouw brood en worst zijn
theorie geloochenstraft hebben, Pier
re van Milaan."
„Ik vraag u vergeving, mademoi
selle. Nu ik gezien heb dat u levend
en wel bent, heb ik plotseling een
verschrikkelijke honger. Ik ben niet
gewend met deftige lieden te eten."
„Ik maakte maar een grapje," zei
ze, „maar je antwoord was een min
streel waardig. Het zou wel zonder
ling zijn als mijn redder ook nog
dichter bleek te zijn."
Ach neen, van die dingen weet ik
niets af", antwoordde Pierre heel
bedroefd.
Het was nu helemaal donker, en
het was koud in het huis. Louise,
moe en gekneusd uit het avontuur te
voorschijn gekomen, trok zich weer
terug in het stro. Pierre, die na zijn
dagtocht altijd moe was, veronder
stelde dat het zijn lot was op de har
de, weinig aanlokkelijke vloer te sla
pen, en probeerde dat ook een tijdje.
Maar hij had het koud en bezat
niet anders om over zich heen te
trekken dan zijn eigen, natte kleren,
zodat hij jaloers naar het warme
stro begon te verlangen. Hij luister
de naar haar ademhaling en leidde
uit de regelmatigheid af dat zij
sliep; dus ging hij, nu het haar toch
geen schrik kon aanjagen, tevreden
naast haar liggen en viel eveneens in
slaap. Maar de kilte van de septem-
bernacht dwaalde door het huis, en
de warmte van de beide lijven, zo
dicht bij elkaar oefende zijn onbe
wuste toverkracht uit. Louise wist
niet dat ze haar arm om hem heen
had geslagen, en Pierre was er zich
in zijn slaap al evenmin van bewust.
Maar traag begon zijn lichaam te
bewegen, en Louise ontwaakte. Ze
was een kuis meisje en wenste dat
te blijven. „Ga weg, beest!", fluis
terde ze. Pierre ging plotseling recht
op zitten.
„Gés 1" zei hij, „ik droomde dat
ik verdronk!" Toen ging hij weer lig
gen en iel opnieuw in slaap. Maar
vlak voor het aanbreken van de dag
droomden ze allebei dezelfde schuldi
ge droom, zij het in verschillende
versies. Een verbazingwekkend ogen
blik lang, buiten alle ruimte en tijd
staande, herinnerde Louise zich dat
ze disputeren wilde met haar oom,
terwijl Pierre het besluit nam zich
uitvoeriger te verdiepen in de wis
kunde, vooral ten aanzien van de
vraag of twee lichamen al of niet te
gelijkertijd dezelfde ruimte kunnen
innemen. Aangezien het slechts een
droom was, praatten ze er de vol
gende ochtend natuurlijk geen Van
beiden over.
(Wordt vervolgd)
door
door
MAAR STUDENT TIJLOOS'/S
NIET MEER TE STUITEN. ZlJN
HANDEN BEROEREN DE DRUM
IN EEN STOTEND RITME
DAT VREEMDE
WAKKER ROEPT
g<iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiMiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii!iiiiiiiiiiiiiiiiKiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii!iiiiiiiiiiiiiiiiiiii!iiiniiiiiiiiiiiii!iiiiiiiii!iii!iiiiiiiiiin(iiii[iii|B
37—39. De lijn met de haak, die het
onbekende schip had afgeschoten,
klemde zich aan een raamstijl in de
miniatuurstuurhut van het proefschip.
Tegelijk ging er bij de daders een hoe
raatje op.
„Gelukt!" riepen de ongunstige zeelui
triomfantelijk. „Het proefschip is geën-
•d' Bent u tevreden?!"
De kapitein knikte. „Die buit is half
binnen," sprak hij in zijn vreemde tong
val. „Maar nog niet gans! Denk aan der
beloning, mannen! Ik heb er heel wat
voor over om deze vertraagde massa
eens van nabij te onderzoeken! Alzo..
Wij gaan zien wie der sterkste is: der
Kraak of mijne schip met zijn onaf
hankelijk aandr:!- -vide schroeven! Vol-
e kracht vooruit!"
Nu kreeg Kappie eindelijk in de gaten,
dat er iets niet deugde.
„Sakker? er is helemaal niks aan
de hand met hun roer!" riep hij uit.
„Ze willen er met het proefschip van
door! Het zijn ja schuimers! Spionnen!
Bliksiekaters! Maar zo gauw haal ik
geen bakzeil.. Volle kracht vooruit,
meester! We zullen ja eens zien wie
van ons beiden het sterkst is.." I
HAAMSTEDE. Het gemeentebe
stuur van Westerschouwen heeft er
goed aan gedaan om in het bijzijn van
bestuursleden uit het maatschappelijk-,
kerkelijk-, en sociale leven een instruc
tieve avond te houden waar het Kring-
hoofd Schouwen Duiveland en Tholen,
de heer J. R. de Boer een duidelijke
uiteenzetting gaf over de huidige poli
tieke toestand en de beschermings-,
maatregelen die door het gezin aller
eerst genomen moeten worden tegen
het kernwapen-ontploffing en de fatale
gevolgen hiervan.
Deze lezing werd in de raadszaal ge
houden voor een groot aantal toehoor
ders afkomstig uit het onderwijs, Politie,
Brandweer en uit die instanties die zeer
veel met de bevolking in aanraking ko
men. De burgemeester, Jhr. Röell sprak*
een kort openingswoord waarin hij de
heer de Boor feliciteerde met zijn be
vordering bij de B.B.
In de maand oktober werd bij de
boerenleenbank te Krabbendijke inge
legd ƒ265.242,73 en terugbetaald
ƒ203.257.21, zodat de spaarge'den aan
het eind van de maand ƒ7.688.156,24 be
droegen. Er werden 56 nieuwe rekenin-
Igen geopend.