De man miljoen w en groot op eigen ONZEKERHEID OVER FEITEN' de Merk :®V#* Luxemburg verschuift nationale feestdag HISTORISCHE KIMMERIËRS 179.- ■te-rf?l3£. Jj/'W1 en nu noemen ze de heer a. verschuren >JL Hoe eenvoudig het ook lijkt iGEZEGD Winter niet geschikt Zaterdag 4 november 1961 ZEEUWSCH DAGBLAD Pag. 11 In tenten Tonnen Aanbod Vader en zoon Bolleboos Nieuw plan Verhuisd Openbaring 1 1 1 1 POTTER S ,"OWL LiNlA'^gglP 55ct. Rfispi a-iii «JMK Van een onzer verslaggevers IJEN. Drie keer is in het leven van de heer A. Verschuren tegen hem ge zegd: „Zie maar dat je je redt, het is nu wel met je gedaan". Drie keer is hij de klap die anderen misschien voor goed zou hebben gevloerd te bo ven gekomen. 'In een van die dieptepunten van zijn leven wei gerde hij zelfs een miljoen, dat hem als werkkapitaal werd aan geboden. Hij ging zijn eigen weg en hoewel hij een man zonder diploma's is, werd deze selfmade man uit Brabant in vier jaar tijds een van de belangrijkste plasticfabrikacten in Benelux, zo niet de grootste. Financiële deskundigen heb ben hem gevraagd: „Hoe heb ie dat voor elkaar gekregen? Tweemaal zonder een cent de straat opgestuurd, één keer in verschrikkelijke geldnood met een portefeuille vol vorderin gen die niet voldaan konden worden, en thans eigenaar- directeur van een dynamisch bedrijf waarin meer dan zes tig half- en volautomatische maahines in duizelingwekkend tempo glas- en plasticartikelen produceren. Wij snappen er niets van." „Als ik het maar snap", is steeds 't lakonieke antwoord van de man, die de „sfinx van Brabant" en „Verolme de Tweede" wordt genoemd. De heer Verschuren is inderdaad een van die wonderlijke mensen, die het schijn baar onmogelijke mogelijk maken met een vanzelfsprekendheid, die verba zing wekt. VERBAZING wekt ook het fabriekscomplex te Rijen aan de spoorlijn Breda-Tilburg. Tot 1957 stond daar een onaanzienlijk ge bouwtje, waarin vroeger een repara tiebedrijfje van naaimachines voor de leerindustrie gevestigd was. Sinds de heer Verschuren daarin met de fabri cage van plasticartikelen begon, zijn de bouwvakarbeiders niet meer van het terrein af geweest. De ene fabriekshal na de andere verrees. Er werden soms tijdelijk reusachtige tenten opgeslagen waarin het steeds omvangrijker wordende produktieprogramma werd uitgevoerd in afwachting van het gereedkomen van nieuwe hallen. Het bouwen kon het tempo van de uitbreidingen niet altijd bijhouden. Nog steeds heerst er grote spanning tussen fabrieksuitbreiding en opbouw. Het nieuwe kantorencomplex is nog niet helemaal gereed en onderdehand happen de draglines' al weer in een andere hoek van het terrein de boven laag van de heidegrond af om een nieuw stuk bouwrijp te maken voor verdere fabrieksuitbreidinigen. nieuwe toepassingsmogelijkheden nog lang niet is uitgeput. Er komen iedere dag nieuwe artikelen bij. ,,In de plasticindustrie moet je snel kunnen beslissen. Daarmee wordt ech ter telkens een kapitaal op het spel gezet." ïylEUWE machines, vormen en matrijzen: daarmee al leen al is een paar ton gemoeid. Bij de opzet van zo'n nieuwe produktie- lijn blijkt niet zelden een nieuw ge bouw nodig. Zulke verstrekkende be slissingen zitten niet zelden vast aan een schijnbaar onbelangrijk ding als recteuren waren op staande voet ont slagen, het geld dat hij in de zaak had gestoken bleef er in. „Zie maar dat je je redt, de zaak is verkocht." „Toen was ik toch wel even groggy geslagen", zegt hij. De volgende dag had hij echter een nieuw plan. Hij zou met zijn zwager pharmaceutisch glaswerk gaan maken. „Dat red je niet", zei een grootheid uit de glasindustrie. „Dat kunnen al leen de Tsjechen en de Duitsers." Het ontmoedigde hem allerminst. Integendeel. Het was voor hem een uitdaging. In Tilburg konden de zwagers Cur- tius en Verschuren een oud parfume riefabriekje huren. Daar gingen zij juli 1952 naar Rijen, het in dustriële deel van de ge meente Gilze-Rijen. Weer werd het tobben. In 1953 zei de accountant: „Nog zo'n jaar en het is gebeurd met je." Zo'n jaar kwam niet meer. Reeds het volgende jaar bracht winst. Het jaar daarop verdubbelde die en daarna kwamen de uitbrei dingen. IN die diepteperiode in Bijen wees de heer Verschuren het vorstelijke De heer A. Verschuren is een van die merkwaardige mannen, die elke keer sterker opstaan nadat ze zijn ge\'sld. IJzeren zelfdiscipline, hard nekkig doorzetten en een ongeloof lijke praktische ervaring maakten het hem mogelijk zich in de vier jaar nadat hij als beginneling nood gedwongen op de fabricage van plastic was overgegaan, op te werken tot een van de belang rijkste fabrikanten in die bran che in Benelux. Iedere ochtend is hij om zeven uur present. Heel de dag toeft htf in zijn bedrijf. Het privé- kantoor gebruikt hij alleen om mensen te ontvangen. 's Middags eet hij een bo terhammetje uit een (gifvrij) plastic zakje en 's avonds gaat hij om tien uur naar bed. „De dagen zijn er om te werken, de nacht om te slapen" is zijn levens spreuk, hoewel zijn be drijf geen minuut van het etmaal tot stilstand komt. De automaten werken er dag en nacht door. rEN nevenbedrijf, geleid *-i door een zoon van de heer Verschuren, is vlak naast het grote fa briekscomplex gebouwd en begint vol gende week met de produktie van sta- len-buismeubelen, keukentrappen en strijktafels, waarvan de zittingen en andere onderdelen van plastic in het vaderlijke bedrijf zullen worden ver vaardigd. Er staan nog meer nieuwe projecten op het programma, zoals een fabriek van plastic koelkasten, die tegen zeer lage prijs in de handel zullen komen. Hoewel de fabriek van de heer Ver schuren een grote verscheidenheid aan artikelen vervaardigt voor huis houdelijk gebruik, voor de industrie en de reclamewereld, verpakkingsma teriaal, speelgoed en voor pharmaceu tische doeleinden, blijkt iedere dag weer, dat de scala van artikelen en een wasmand, een plastic emmer of wat speelgoed." „Toch ben ik van mening, dat men niet ongestraft overal plastic voor kan gebruiken, hoe verfijnd de vormen en materialen ook worden." Deze uit spraak typeert de man die zowel in de huishoudelijke als de industriële sec tor, in de pharmaceutische en de elek tronische industrie, nieuwe mogelijk heden heeft geschapen. „Toch ben ik noodgedwongen plas ticfabrikant geworden" zegt hij. Het klinkt even raadselachtig als zoveel, wat hij zegt. In 1952 kwam er vraag naar plastic sluitingen voor glasartikelen. Het be gon met een plastic dopje voor buis jes, waarin tabletten worden verpakt, zoals aspirine. Uit dat nietige dopje, dat direct al door zijn vorm en de drie pootjes een practisch en vooral hygiënisch ding werd, is een bedrijf gegroeid waarvan de miljoenen arti kelen, die er jaarlijks uitkomen, in vijf landen een gretige afzet vinden. v-kE overstap -naar een ge- ■L' heel nieuw artikel is ken merkend voor de heer Verschuren, die van jongsaf door de omstandigheden werd gedwongen dingen te doen, waarvan hij de vorige dag nog niet gedroomd had. Dat begon al heel jong. Op school was hij een bolleboos. Het zat er dik in, dat hij zou doorstude ren. Op twaalfjarige leeftijd moest hij echter van school af. Als oudste zoon in een gezin van tien kinderen had zijn vader hem hard nodig in het vlas- bedrijf te Standdaarbuiten. Goed, dan maar werken. Hij deed het met evenveel toewij ding als hij daarvoor zijn lessen had geleerd. In de Eerste Wereldoorlog zocht hij als jongeman nieuwe werk gebieden voor de vlasteelt. Na de oor log kwam de terugslag. Zijn vader doekte het bedrijf op en zei: Ad, zie maar dat je je redt, ik heb er nu ge noeg geld in verloren. Hij ging grossieren in fietsen. De zaak die hij stichtte bestaat nog. Na de Tweede Wereldoorlog trok zijn zwager J. Curtius zijn belangstel ling voor de lampenfabriek Aurora te Tilburg, waar hij financieel aan ging deelnemen en waarvan hij de econo mische directeur werd. pR moest meer kapitaal in ■*-' worden gestoken. Anderen kregen de overhand en een kwartier na het begin van de aandeelhouders vergadering op 20 april 1949 stond hij met zijn zwager op straat. De twee di- een maand na de debacle bij Aurora van start met de nieuwe glasfabriek die zij Curver noemde, naar de eerste lettergreep van beider namen. Hoewel zij het fabriceren van am pullen, pipetten, buisjes, potjes en flesjes nog helemaal moesten leren, vormde in die beginperiode het geld gebrek de grootste moeilijkheid. Het in de fietsengrossierderij verdiende geld zat in de fabriek die hem op straat had gezet. Een oude klant van die fabriek, een grote afnemer uit Rotterdam, deed een genereus voor stel. „Hier heb je tienduizend gulden. Dat is geen lening, geen deelname in het kapitaal. Dit is gewoon een voorschot op de artikelen die je mij gaat leve ren." yWAGER Curtius emigreerde na enige tijd naar Austra lië. Hij, de vakman van het glas, doet daar iets wonderlijks met tl-buizen. De heer Vërschuren deed wat zijn va der vroeger had gedaan: hij nam zijn oudste zoon Casper in de zaak. Die is als technicus een specialist op glasge- bied geworden. Het fabriekje in Tilburg werd te klein. Uitbreidingen waren niet goed mogelijk in de binnenstad, waar het voortvarende gemeentebestuur van Tilburg grootse plannen aan het uit voeren is. Er moest een nieuwe fa briek worden gezocht voor Curver. Een advertentie en een overweg wachter brachten uitkomst. De adver tentie meldde, dat tussen Tilburg en Breda een fabrieksgebouw te huur of te koop was. De overwegwachter wees de heer Verschuren de weg naar het leegstaande fabriekje, waarin vroeger naaimachines voor de leerfabrieken werden gerepareerd. De aankoop van het gebouwtje en de grond werd een stunt. Het hele ge val was met een loodzware hypotheek belast. De heer Verschuren kocht voor een prijs die gelijk was aan de hypo theek en kreeg bovendien gedaan dat de hypotheek op zijn naam werd over geschreven. Hij betaalde alleen de overschrijvingskosten. Zo verhuisde glasfabriek Curver in aanbod van een investering van een miljoen gulden van de hand. Niet om dat hij vreesde voor een herhaling van wat er bij Aurora was gebeurd, waar hij tenslotte zijn geld uit los kon ma ken, maar toch was het een gevoelige les geweest. Toen er vraag kwam naar plastic dopjes voor buisjes en flesjes, liet hij die eerst fabriceren in België. De ver koopsnelheid van de glasartikelen voor de pharmaceutische industrie was echter zo hoog, dat de dopjesfa brikant dat tempo niet kon bijhouden, „Dus moest ik het zelf gaan doen." Hij en zijn zoon Casper, die in die tijd al zoveel hadden moeten leren en onder de knie krijgen, gingen in het buitenland, tot in Amerika, kijken hoe plastic gefabriceerd werd en welke machines en grondstoffen daar voor nodig waren. Lang voor de staatsmijnen polye thyleen fabriceerden, was men bij Curver al bezig met onderzoekings werk ter verkrijging van betere pro- duktiemethoden en verfijning van grondstof en afgewerkt produkt. In de glasfabriek, die nog .altijd stijgende omzetten haalt, groeide van lieverlede een plastic-industrietje. brieken afgeleverd. Dat vereist ver dere studie. Betere en gifvrije week makers, andere samenstellingen van de grondstof, nieuwe kleuren en vor men. Het Is een fascinerend bedrijf daar in Rijen, waar een rondgang een open baring is als men ziet hoe dagelijks gebruikte artikelen uit de kleurige plastickorrels te voorschijn springen: vooral als men bedenkt dat alles voortgekomen is uit een simpel plas ticdopje. IEMAND die terzake van een strafbaar feit is veroordeeld en straf heeft ondergaan, mag niet nog eens voor hetzelfde feit worden gestraft. Dit is een rechtsbeginsel dat men ook in andere landen kent, en dat wel wordt aangeduid met de Latijnse term „ne bis in idem", d.w.z. niet tweemaal terzake van hetzelfde. Art. 68 van ons Wetboek van straf recht legt dit beginsel vast en geeft er nog een uitbreiding aan: het zegt dat niemand vervolgd kan worden voor een feit waarover reeds te zijnen aanzien door de Nederlandse rechter is beslist. Dus ook als de procedure is geëindigd met vrijspraak of ontslag van rechtsvervolging, kan niet terzake van hetzelfde feit een nieuwe procedure worden aangevangen. Heeft der halve iemand terzake van een strafbaar feit terecht gestaan en is er geen mogelijkheid meer van hoger beroep of cassatie, dan weet hij dat een nieuwe strafvervolging niet is te duchten; en hiermede is niet alleen het belang van de gewezen verdachte, maar zijn ook de rust en zekerheid in de samenleving gediend. Het beginsel lijkt eenvoudig. Niet temin blijkt het in de praktijk steeds weer moeilijkheden te baren. De vraag is, wat onder het woord „feit", in artikel 68 gebruikt, moet worden verstaan. Het is nl. zo, dat soms op de gedraging, die aanleiding was tot strafvervolging, verschillende strafbe palingen kunnen worden toegepast; b.v. in het geval dat iemand opzette lijk eens anders huis door brand ver nielt zaakbeschadiging en daar door tevens het leven van een ander in gevaar brengt; of als iemand jaagt op verboden terrein en tevens in gesloten jachttijd; of als iemand rijdt „onder invloed" en tevens zich in kennelijke staat van dronkenschap op de openbare weg bevindt; of als iemand rijdt „onder invloed" terwijl hij tegelijkertijd schuldig is aan praal- rijden. Duidelijk is, dat in het ene geval het verband tussen de beide strafrechtelijke aspecten van de ge draging nauwer is dan in het andere. Tweemaal vervolging? DE vraag is in dergelijke gevallen, of, als de verdachte eenmaal heeft terechtgestaan uit hoofde van een op één der toepasselijke strafbe palingen gegronde aanklacht in het eerste voorbeeld dus uit hoofde van zaakbeschadiging hij later nog vervolgd kan worden op grond van overtreding van 'de andere strafbepa ling in het eerste voorbeeld dus uit hoofde van het stichten van een brand die het leven van een ander in gevaar brengt. Vóór 1932 was de opvatting, dat „feit" in artikel 68 betekent: de ge draging in haar geheel, zoals die had plaats gehad. Zo werd het als één feit gezien, toen een boer op een in de Veewet verboden wijze vee vervoerde en, hierom door veldwachters aange houden, op hen inreed zodat zij ter- door mevronw mr. E. Fischer-Kenïs pERST ging het met hand- maohientjes, nu met vol automatische machines, waar 140 plastic emmers per uur uit komen en duizenden kleinere artikelen. Plastic begon ook Nederland te veroveren. De winkels en warenhuizen ruimden er steeds grotere vakken en stands voor in. Deze stormachtige ontwikkeling is nog lang niet ten einde. „Als u bedenkt, dat op het ogenblik in Nederland zes kilo plastic per hoofd wordt gekocht en in Amerika 24 kilo per hoofd per jaar dan kunt u nagaan, dat er hier nog heel wat kan gebeu ren." Dat betekent echter ook steeds be tere produkten op allerlei gebied, vooral ook als toelevering aan andere industrieën, waar men uit de plastic- platen lampekappen, frontplaten voor radio's en pickups, binnenbekleding voor koelkasten en wat niet al maakt. Veel van deze onderdelen worden kant en klaar door Curver aan die fa- Van onze correspondent LUXEMBURG De Luxemburgse regering heeft maandag in alle kranten een schokkend besluit doen publiceren: de nationale feest dag zal van de winter naar de zomer worden verschoven. Tot nu toe vormde de 23ste januari, de verjaardag van groothertogin Charlotte, het hoogtepunt in dit aan hoogtijdagen toch al rijk gezegende land. Weliswaar mist men de kans op sneeuw als achtergrond voor het jaarlijkse spectaculaire vuurwerk, maar daartegenover staat weer het feit dat er in juni reeds toeristen zijn om te aanschouwen hoe het Luxemburgse leger zijn kruit voor een heel jaar verschiet. De meest doorslaggevende argu menten schijnen echter wel te zijn gekomen van de zijde der Brussel se diplomaten, die merendeels even eens bij het hof in Luxemburg ge accrediteerd zijn en die er ernstig bezwaar tegen maakten steeds maar de winterse Ardennen te moe ten oversteken om bij groothertogin Charlotte een register te tekenen, ten hoogmis bij te wonen en aan een diner aan te zitten. In elk ge val heeft de komende verandering van datum voor de nationale feest dag hier een opzien gebaard dat de laatste maanden slechts werd ge ëvenaard door een experimentele radio-uitzending van de Luxemburg se „Bescherming Burgerbevolking" over een op handen zijnde atoom- aanval. tengevolge waarvan dagen tang geen suiker, boter, zeep en doperwtjes te krijgen waren. De slechte klimatologische om standigheden hadden de regering al lang doen uitzien naar een mo gelijkheid om de nationale feestdag tot in de zomermaanden te ver schuiven. Het stadhouderschap van prins Jan, aan wie de bijna 66-jari- ge soevereine een groot deel van haar bevoegdheden heeft overge dragen, bood ook al geen enkel perspectief, omdat zijn verjaardag op 5 januari valt. Het loopt nu naar alle waarschijn lijkheid uit op een mooie junidag die door het kabinet echter nog moet worden bepaald. In elk geval zal de lieve groothertogin niet lan ger in winter-weer en wind op het balkon van haar renaissancepaleis behoeven te verschijnen en zal de verkleumdheid niet meer het patri ottische vuur van de schoolkinderen met de fakkels in hun knuistjes hoeven te temperen. (Advertentie) n eerbiedwaardig oud sjp dynamisch Jong i Heel bijzondere verjaardegs-aanbtedingen wachten op U. Profiteer van het voordeel dat een Jarige U in feestelijke stemming biedt. SALON-SLAAPBANKSTELLEN Een uitkomst voor kleinbehuisdent Overdag een luxueus .bankstel, 's nachts een comfortabel bed. De 3-zlts bank wordt zonder moeite omgebouwd in een royaal 2-persoons bed. De bank en de 2 ruime fauteuils zijn bekleed met prachtige wollen stof. m ^aa Compleet slechts Uit voorraad leverbaar Originele 100% zuiver wollen DESSO „VERSAILLES" KARPETTEN Klassekarpetten met 12 mm. hoge pool en met door geweven rug. Apart Aubusson-desstn In de kleuren blauw, groen, {raise. Afm. 290 x 200. Bijtonder voordelig voor „E MARKT LISSINGEN ROTTERDAM - DEN HAAG - UTRECHT - VLISSINGEN -,.o WIJ BEKLAGEN ons er wel eens over, dat de buitenlan ders nog altijd maar denken, dat we op klompen, gehurkt, met vlindermutsjes op het hoofd, vin gers in dijkgaten stoppen, maar wat weten wij b.v. van de bewo ners van de Russische steppen af? Dat ze brullend zingen, bala laika spelen en uit de hurkhou- ding hoog opspringen, en dat ze wodka drinken meer niet. En dan kunnen wij nog vier dagen in de week met de slaapwagen van Hoek van Holland naar Moskou reizen. Het behoeft ons dus niet te er geren, dat de Grieken in de Rus sische contreien ook niet zo best thuis waren en dat ze niet veel verder kwamen dan de kust van de Zwarte-Zee. Daar lagen hun koloniën zoals Ol'bia aan de mond van de Bug en Pantikapaion (Kertsj), waar de barbaren hun graan kwamen ruilen voor aller lei gebruiksvoorwerpen, die de Grieken daarheen brachten of er zelf maakten. Nog altijd staan in Russische musea, vooral in de Ermitage in Leningrad, prachtige collecties vazen, afkomstig uit de randgebieden van de Griekse we reld. DE GRIEKEN zagen niet tegen een zeereis op, maar in de binnenlanden waagden ze zich niet graag: terwijl ze de uithoe ken van de MiddeEandse Zee ge regeld bezochten, was b.v. het in wendige van Thracië vrijwel ter ra incognita. Of de toenmalige be woners van die streken, die wij nu Zuid-Rusland noemen, er de zelfde grimmige humor op na hielden als de huidige, durf ik niet zeggen, maar de verhalen, die ze over de stammen in het binnenland aan de goedgelovige Grieken deden, wijzen wel in die richting. Ze vertelden van volkeren, die van hun geboorte af kaal waren, mannen zowel als vrouwen, over een bergvolk met bokspoten, over een stam van éénogigen, een volk je, dat zes maanden per jaar een winterslaap hield en wanneer een van hen gestorven was, kwamen alle nabestaanden samen, ieder bracht wat vee mee en men slachtte dat voor het begrafe nismaal, waarna men het vlees klein hakte. Vervolgens sneed men ook het vlees van de dode in stukjes, mengde die onder de berg van reeds fijngehakt vlees en na dat het geheel tot een enorme goulash was bereid, at men die tot de laatste vezel op. Het hoofd werd netjes schoongeschrapt en verguld, en in elke woning stond zo'n hoofd van de famüie te pronk. (Overneming, van dit voorvader- verhaal door de Prawda is ge oorloofd). VAN TWEE STAMMEN echter wisten de Grieken meer af; dit waren de Scythen en de Kim meriërs. De Scythen kenden ze uit eigen aanschouwing als de 'be woners van Zuid-Rusland; over de Kimmeriërs bestond een traditie, die historisch leek en inderdaad door gevonden Voor-Aziatische documenten is bevestigd. Ze had den gewoond in dezelfde streken, waar later de Scythen kwamen wonen, en in de buurt van de Zee van Azow bewaarden geogra fische namen nog de herinnering aan hun stam, zoals de Kimme- rische Bosporus (de straat van Kertsj). Herodotus weet te verteUen, dat onder de Kimmeriërs geen eens gezindheid bestond over de te vol gen poMtiek bij de nadering der Scythen, die als gevolg van een volksverhuizing onweerstaanbaar opdrongen. De vorsten der Kim meriërs wilden have en goed verdedigen tot de laatste druppel bloeds van het volk, maar het volk, dat minder te verhezen had, was niet zo dappef en wüde vluchten. Men kon het niet eens worden en men besloot uit elkaar te gaan: de vorsten en hun aan hang waren aEeen te zwak om de Scythen tegen te houden en dus besloten ze tot zelfmoord, of lie ver tot „elkaarmoord". Ze ver deelden zich door loting in twee partijen en vochten daarna met elkaar tot de laatste man, waar na het volk hun lijken begroef langs de Djnestr en vertrok. HET VOLK mocht dan lafhar tig gevlucht zijn, het stond, wanneer het echt nodig was, zijn mannetje en zo trokken ze door de Kaukasus naar Noord-Armenië, waar ze een paar jaar bleven en met de Assyriërs vochten ten tij de van Assarhaddon, zodat hun zwerftocht in het begin van de zevende eeuw v. Chr. te dateren is. Dan raken ze weer op drift, nu in westelijke richting, langs de noordkust van Klein-Azië, tot in het Phrygisehe Rijk, het land van koning Midas. Dit wordt door hen vernietigd en ze teisteren zelfs een aantal Griekse steden aan de Aegaeïsche Zee, zoals Milete, waar de beroemde tempel van Ar temis in vlammen opging. Alyat- tes, koning van Lydië heeft hen ten slotte, nog voor 575 verdre ven, waarna ze zich vestigden in Kappadocië, ten oosten van Anka ra, midden in Klein-Azië, en uit de geschiedenis verdwijnen. Van dit volk kan Homerus de naam gekend hebben, toen het nog aan de noordkust van de Zwarte Zee woonde, en het als noordelijk volk van de duisternis een plaats in de Odyssee gegeven hebben. nauwernood aan de dood ontsnapten. Nadat de boer had terechtgestaan voor het vervoeren van het vee op de verboden wijze, kon een vervolging voor het inrijden op de veldwachters niet meer slagen. Deze opvatting over het begrip „feit" was dus zeer in het voordeel van de verdachte, want het beteken de een ruime toepassing van het „ne bis in idem". Maar voor een goede strafrechtspleging was het stel sel niet bevorderlijk. Dit blijkt voor al uit een voorbeeld waarin de ge draging zowel een overtreding als een misdrijf inhoudt: als iemand door een schot in de nacht burengerucht heeft veroorzaakt en deswege heeft terechtgestaan, zou hij niet meer vervolgd kunnen worden als later blijkt dat hij met het schot een moord heeft begaan. Hoge Raad ging om IN 1932 ging dan ook de Hoge Raad „om" in een geval waarin iemand eerst veroordeeld was omdat hij 's nachts in een danstent de rijks veldwachter had getrapt en geslagen en veertien dagen later nog eens werd vervolgd omdat hij terzelfder plaats en uur in dronkenschap de orde had verstoord door de rijksveldwachter te trappen en te slaan. De Hoge Raad zag hierin twee verschillende feiten: enerzijds het in staat van dronken schap de orde verstoren, waarvoor kenmerkend is de toestand van de verdachte, anderzijds de mishandeling van de rijksveldwachter, waarbij het kenmerkende is gelegen in de door de verdachte gepleegde handelingen en in de hoedanigheid van het slacht offer. De verdachte kon dus wél voor de tweede keer worden vervolgd. Verschillende aspecten IN dit overigens m.i. niet erg overtuigende geval was de op vatting van de Hoge Raad dus deze, dat, als een gedraging vanuit straf rechtelijk oogpunt van elkaar ver- schiUende aspecten heeft en een slechts op één van die aspecten ge baseerde vervolging heeft plaats ge had, de regel „ne bis in idem" niet van toepassing en een nieuwe vervol ging, op het andere strafrechtelijk aspect gegrond, mogelijk is. Met deze omzwaai van de Hoge Raad is evenwel aHe onzekerheid nog niet van de baan. Telkens weer is het probleem of een bepaalde gedra ging wèl of niet strafrechtelijk als één feit moet worden gezien. Indien de lezer mocht menen dat in het ge val van de mishandeling van de rijksveldwachter aan het „ne bis in idem" beginsel wordt tekortgedaan, volgen hier twee voorbeelden uit de rechtspraak van de laatste tijd, waar in wél in de gedraging één feit werd gezien, hoewel verschillende strafbe palingen voor toepassing in aanmer king kwamen. Een caféhoudster was veroordeeld wegens het verkopen van sterke drank aan iemand die in kennelijke staat van dronkenschap verkeerde (art. 252, sub 1 Wetboek van Straf recht). Toen zij daarna nog eens moest terechtstaan terzake van het zelfde feitelijk gebeuren, nu wegens overtreding van de Drankwet die verbiedt een persoon in een café toe te laten die in kennelijke staat van dronkenschap verkeert, was er vol gens het Hof wèl sprake van hetzelfde feit. De officier van justitie was dus niet ontvankelijk en de vervolging ging niet door. Een automobilist had over het lin ker weggedeelte gereden en was daarvoor veroordeeld. Daarna werd hij vervolgd omdat hij bij dat rijden op het linker weggedeelte een kind had doodgereden, dat de rijweg over stak zonder verdacht te zijn op ver keer uit de verboden richting. Ook in dit geval waren Kof en Hoge Raad van oordeel,dat de tweede vervolging hetzelfde feit betrof als de eerste en dat de officier van justitie dus niet ontvankelijk was: het op de linker rijweg rijden was bepalend voor de schuld van verdachte aan het nood lottige ongeluk en daarvoor was hij reeds veroordeeld. Straftoemeting T"\E vraag of een gedraging uit y strafrechtelijk oogpunt ais één feit dan wel als twee of meer feiten moet worden gezien, is voorts, ook als de in aanmerking komende strafbare feiten tegelijkertijd worden telastege- legd, van belang voor de straftoeme ting: het maximum dat de rechter kan opleggen als er één feit is ook al zijn daarop verschillende strafbe palingen toepasselijk is lager dan dat wat als maximum geldt als de gedraging in verscheidene strafbare feiten kan worden gesplitst. Advertentie vnvrvrn'** MENTHOLPILLETS Tcjjcn hoest en Keëlpir L U'Hverkingf frappant

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1961 | | pagina 11