SATELLIETSTAD ZES
METER BENEDEN N.A.P.
KAPPIE EN DE VERTRAAGDE MASSA
Uit de kerken
Vrijdag 3 november 1961
ZEEUWSCH DAGBLAD
Pag. 2
•je hebt niet5 0pv wind je niet of?
de vliering te y} die kaghel caat
maken. ik heb f/HAAr deschuur^
die gehoordsdl je
P. W. RUSSEL'S
De
opzienbarende
experimenten
van
ïtudenf
JU Tijloos
1!
Ik WEET? HET: bij je thuis is een
goudvis gestorven en je hebt het
verborgen trachten te houden voor je
zoontje, maar je dochter vroeg giste
ren zomaar ineens: „Zijn die Russen
slechte mensen, papa?". Weineen, heb
je toen gezegd, waarom zouden de Rus
sen slechte mensen zijn? Dat zijn ge
woon mensen zoals wij, die willen ook
niet door de regen lopen en zijn blijer
in de zon. Hun kinderen proberen ook
goede cijfers te halen op school en ze
zijn ook blij met een nieuwe jas.
Rotterdams raadslid pleit voor „terpen"
Nieuw onderzoek in
zaak-sabelsteek
mompel-mompel
KWAUdKESLAKKEN
.mompel-mompel.
FLITS
GORDON
in het
heelal
Dan Barry
:l
EEN VER6AM DJEVOOR
ALLE ZEKERHEID. EN ALS
PLEISTER OP DEVWDNDE
MAG JE VANAVOND ri
C MET ME UIT 1 i
GADAM
MET ME
MEE, i
UOANN.'
32
„En wanneer ik verder ga, Pater?"
„Dan zult ge zo ongeveer de mooi
ste daad verrichten, die ik me voor
kan stellen, heer."
Daar kon Pierre natuurlijk niets
meer op zeggen en als de listige
oude visser van mensen weer een
ziel gevangen had voor God, was hij
volkomen in zijn recht en deed niet
meer dan zijn plicht. Dat „heer"
bleef de hele volgende dag in Pier-
res oren klinken.
Een hele groep broeders verzamel
de zich de volgende morgen aan de
poort om hem uitgeleide te doen en
hij kwam tot de ontdekking dat ze
zich zijner niet alleen herinnerd had
den in hun gebeden. Zijn pak was
bultig van de worsten en de broden.
Ze hadden een soort lus van leer
voor hem gemaakt die hij over zijn
schouder kon hangen. De riemen lie
pen Schuins over zijn rug en borst
en kwamen weer bij elkaar op zijn
rechterheup, en daar, op de plaats
waar hoge edelen soms het insigne
van htm orde bevestigden, hing een
kruik met sterk-geurende azijn. De
abt weigerde zijn aalmoes en gaf
hem een zakdoek. Pierre had er nooit
eerder een bezeten. „Drenk die vaak
in de azijn," zei de oude priester,
„en adem voortdurend de dampen
in. De dokters zeggen dat dit de pest
op een afstand houdt. Ga nu, en God
bescherme je."
Die ochtend was de prettigste van
Pierres hele reis. De weg naar Pa
rijs was duidelijk aangegeven en liep
voor het grootste deel omlaag. Het
geringe verkeer was allemaal in een
richting, het bestond voor 't over
grote deel uit kleine groepjes bere
den mannen en vrouwen, klaarblijke
lijk welgestelde families, vele met
zwaarbeladen pakezels, die Parijs
veel vroeger op de dag verlaten had
den. Zij zagen er ernstig en gespan
nen uit, maar er heerste geen paniek
onder hen. Hij kwam echter toch on
der de indruk van hun bezorgdheid.
Niemand groette hem of keek hem
ook maar aan.
De boerderijtjes, hoe langer hoe
talrijker nu, maakten een vreemde
indruk. Er kwam rook uit de schoor
stenen en dus bevonden er zich on-
getwijfeld mensen in huis, maar alle
deuren waren gesloten en er werkte
niemand op de akkers.
In de namiddag kwam Pierre voor
bij een paar bedrijven aan de rand
van de stad, maar ze lagen allemaal
stil. Verscheidene rao'ens, een looie
rij, een metaalgieterij, een steen
houwerswerkplaats, allemaal verla
ten en dichtgespijkerd. Op een grote
omheinde plaats, vol droogovens en
stapels ongebakken stenen en tegels
bewoog een hond zich als enig le
vend wezen daar waar normaal tien
tallen mensen moesten hebben ge
werkt, alle ovens waren koud.
Pierre was al voorbij verscheide
ne herbergen gekomen, maar ook die
waren allemaal gesloten. En plotse
ling besefte hij dat hij er eigenlijk
blij om was, omdat hij toch geaar
zeld zou hebben er een te betreden.
Net als iedereen in de grote stad
Parijs wilde hij maar liefst zoveel
mogelijk alleen blijven. Hij was bang
voor alle contact met andere men
sen en zijn eerste aanvechting was
haastig de stad in te snellen, zijn
kaarsen te halen en zo vlug moge
lijk weer te vertrekken.
Hij kon de muren al zien, maar
ze waren nog een heel eind weg.
Voorbij de muren zag hij helemaal
links en helemaal rechts de rivier.
Het viel hem moeilijk om te begrij
pen, dat dit dezelfde rivier was die
langsstroomde onder de muren van
Rouaan, dat zo ver weg lag.
Pierre was uiteraard vertrouwd
met de wijze waarop Rouaan zich
buiten de muren had uitgebreid,
maar hij was niet helemaal voorbe
reid op de manier waarop Parijs uit
het keurslijf der fortificaties was ge
groeid. De huizen der boeren stonden
temidden van steeds kleiner worden
de akkers, tot de akkers tenslotte he
lemaal verdwenen en er kleine groep
jes huizen vlak bij elkaar stonden,
gescheiden door strookjes grond, die
dit jaar niet eens als tuin waren 'aan
gelegd. Hij was al lang in Parijs, zij
het nog ver buiten de muren, eer hij
er zich volledig van bewust werd.
dat hij de stad betreden en nog
steeds niet gegeten had. Aan de zon
te oordelen, zou het zelfs geen laat
middagmaal worden, eerder een
vroeg avondmaal. Hij besloot de weg
te vragen naar de Sainte-Chapelle.
Aangezien de herbergen gesloten wa
ren en niemand zich op straat ver
toonde, klopte hij stoutmoedig aan de
deur van een boerenwoning en duw
de deze open, toen er geen antwoord
kwam. Onmiddellijk drong de walge
lijke stank van de dood in zijn neus
gaten. Op de vloer lagen twee rotten
de lijken. Pierre trok de deur met
een klap dicht en holde een eindje tot
het volgende huis, maar eer hij daar
kon kloppen, ging de deur op een
kier open en werd hem de venijnige
punt van een piek onder de neus ge
duwd.
„Ga weg!" beval de stem van een
man.
„Maar er liggen dode mensen in
dat huis daar!"
De man lachte. „Jij dwaas! Na
tuurlijk liggen er lijken! Kan ik het
helpen? Ga onmiddellijk weg of ik
rijg je aan mijn piek." De deur ging
een eindje verder open en Pierre zag
dat de man meende wat hij zei.
Pierre nam de benen en sloeg al
de andere huizen van dat groepje
over. Een smalle beek met een ste
vige brug scheidde hem van het vol
gende groepje. Hij hield stil bij de
brug en drenkte de zakdoek in de
azijn, eer hij aanklopte bij het groot
ste en best verzorgde huis. Het was
toevallig ook het eerste en de beek
stroomde vlak langs de vensters, die
groot waren voor die tijd.
(Wordt vervolgd)
BRIEF AAN MEZELF
tegen de Russische atoomproeven. Al
hoewel ik een groot voorstander ben
van de jaarlijkse twee minutenstilte
op 4 mei, die een werkelijk bezinnende
waarde hebben, zie ik geen enkel nut
in die andere twee minuten stilte, ook
al heb ik minstens evenveel bezwaar
tegen deze proeven als de demonstran
ten. Een troost is, dat alles op Neder
landse wijze keurig is begonnen in
overleg tussen Stichting van den Ar
beid en de regering, al denk ik niet
dat de verantwoordelijke Russen erg
geïmponeerd zullen zijn".
Je vindt dus dat meneer Alma
in Hoofddorp gelijk heeft? Wilde jij
dan helemaal niets doen? O neen, wilde
jij dus niet demonstreren? Wat dan?
Niks? Ja, ja, dat is de weg van de min
ste weerstand. O pardon, daar is meneer
Langs deze, mij onsym-
7 7 pathieke weg, klim ik
maar eens in de pen om je
enkele gedachten over te bren
gen, zoals die al dagenlang op
me drukken. Het is niet mijn
gewoonte naar een krant te
schrijven en ik behoor niet tot
ce groep die alsmaar ingezon
den brieven stuurt, maar nu
drukt me iets op het hart en de
woorden moeten eruit.
Ik zie, dat de inleiding me enige
moeite heeft gekost, maar laat ik geen
poging doen hier verandering in aan
te brengen. Het is tenslotte niet alle
maal goud wat er blinkt en ieder vo
geltje zingt zoals het gebekt is, maar
zo hebben de ouden gezongen net als
de jongen piepen, nietwaar? Onze taal
is een mooie taal, wat moeilijk in een
brief vind ik en dat zie ik zelf nu ook
wel. Ik had eerst willen beginnen met
„Beste meneer Russel", maar dat is be
lachelijk aan jezelf en dat „Ha, P.W.",
odh, tot die populaire groep mag ik me
nog niet rekenen, want ik scheer me
pas sinds kort elektrisch en wat ouder
wets ben ik toch nog wel.
Ja, dat ben ik met je eens: het heeft
z'n voor en z'n tegen, dat elektrisch
scheren. Er zijn haartjes op de kin die
plat gaan liggen en zich niet laten
pakken: dat probleem had ik tot voor
kort niet met het scheermesje.
„Ja, maar op school zeggen de kin
deren dat die Russen slecht zijn en dat
we vandaag of morgen twee minuten
stil moeten zijn, om één uur geloof ik,
voor die Russen".
Oah weineen, niet voor de Russen,
maar omdat zeven politieke partijen in
ons land dat hebben gevraagd. Zelfs
het gemeentepersoneel in Amsterdam
en de trams in Rotterdam en de trei
nen overal hebben die twee minuten
stil moeten houden. Tenminste, dat is
gevraagd, maar je weet zelf wel, dat
je gisteren om één minuut over één in
Rotterdam rustig trams zag rijden en
auto's en brommers en mensen lopen.
Som3 bleef er een staan en dan dacht
de ander: Ja, da's waar ook en een
tram stopte toen heel plotseling en er
zat bijna een auto bovenop en daarop
weer een scooter. Er is nog net niks ge
beurd, maar we bedoelen er dus mee
te protesteren tegen die radio-actieve
neerslag en zo.
t
0, JE GELOOFT er niet in? Nou, nou,
dan durf je nogal wat te zeggen.
Dah wéét je het' zeker beter dan de
Stichting van den Arbeid en al die ze
ven politieke partijen en het gemeen
tebestuur van Amsterdam. Je vindt je
zelf nogal geweldig, als ik het zo
zeggen mag.
Toch geloof je er niet in? Wat? O, je
wilde die twee minuten stilte bewaren
om mensen uit dit land, die in de oor
log het leven lieten, te herdenken? Je
hebt er ook een brief over gekregen?
Wat voor brief? Van meneer J. K.
A'ma uit Hoofddorp, juist en wat
schrijft hij dan? Ja, ja, laat maar eens
horen:
„Met verbazing las en hoor ik van
het feit, dat op 2 november twee minu
ten in stilte zal worden geprotesteerd
Van ten onzer verslaggevers
ROTTERDAM In het stede-
bouwkundige plan van het verjong
de en staag groeiende Rotterdam
past een verspreiding van hoge ge
bouwen. Tien procent hoge gebou
wen is zo ongeveer het percentage
waarmee iedereen zich kan ver
enigen.
Het christeltjk-historische gemeente
raadslid ir. P. Boersma zei gistermid
dag in de raad, dat ook hij het met die
verhouding van negentig tegen tien
tussen lage en hoge bouw wel eens kon
zijn, maar op waterstaatkundige over
weging bepleitte hij die regel niet toe
te passen in Alexandrië.
Alexandrië is in de volksmand de
naam voor de toekomstige satelliet
stad in Kralingen-Oost, in de Prins
Alexanderpolder, de diepste polder van
Nederland.
Veiligheid
Wanneer wij zo zei ir. Boersma
in deze „put van Zuid-Holland"
een satellietstad willen bouwen, zou het
voor de veiligheid van de toekomstige
bewoners van het grootste belang zijn
wanneer er in ruime mate hoge woon
gebouwen verrijzen.
Restant
De bodem van die „put" ligt zes
meter beneden N.A.P.; mocht onver
hoopt een dijk bezwijken dan zou daar
zeker zes meter water komen te staan.
Zijn er voldoende hoge woongebouwen,
dan kunnen de bewoners van minder
hoge woningen daarin hun toevlucht
zoeken. Die hoge woongebouwen zou
ik willen vergelijken met de terpen
van ons voorgeslacht.
Over het voorstel van B. en W. om
in de thans nog landelijke Prins Alex
anderpolder vier hoge woongebouwen,
omvattende 668 woningen, te bouwen,
is in de raad zeer lang en zeer breed
gediscussieerd.
De stof tot praten ontleende de raad
niet aan het argument van ir. Boersma,
maar aan de bijkomstigheid dat deze
eerste vier hoge woongebouwen onder
de bepalingen van de Woningwet zul
len vallen.
De 666 woningen die zij omvatten
zijn bedoeld voor woningzoekenden
die in het bezit van een zg. A-vergun
ning zijn; verscheidene raadsleden
vroegen zich af of voor deze categorie
huurders een buur van 27,40 gulden
per week niet te hoog zou zijn.
De heer L. J. Platenburg van de
K.V.P. herinnerde eraan dat deze 666
nog te bouwen woningen „in de Wo
ningwetsfeer" het restant vormen van
het Rotterdam voor 1961 toegewezen
contingent.
Wethouder mr. H. Bavinck, die het
voorstel van B. en W- met veel verve
verdedigde, liet voorzichtig doorsche
meren dat deze laatste „plok" van het
Rotterdamse contingent wel eens ge
heel of gedeeltelijk verloren zou kun
nen gaan wanneer de raad dit voorstel
zou verwerpen.
Na ampele discussie werd het voor
stel aanvaard; zonder hoofdelijke stem
ming, maar met de aantekening dat
wethouder Van der Vlerk en mevrouw
ir. M. C. Endert-Baylé geacht wensten
te worden te hebben tegen gestemd.
Van onze Haagse redactie
DEN HAAG De Haagse recht
bank zal het onderzoek naar de fatale
sabelsteek op 16 november heropenen.
Er zullen dan elf getuigen worden ge
hoord: drie burgers, die iets van het
neersteken van Wim Scholte op de
Segbroeklaan hebben gezien en acht
leden van de Haagse politie.
Daarbij is ook de chef van de cen
trale recherche, commissaris H. van
Harskamp, die het onderzoek naar het
gebeurde, dat de Haagse recherche
in samenwerking met de rijksrecher
che had ingesteld, heeft geleid.
De officier van justitie eiste 19 ok
tober tegen de 33-jarige agent L.
honderd gulden boete wegens dood
door schuld. De rechtbank bepaalde
toen de uitspraak op 2 november.
Het sterkste punt in het requisitoor
van de officier was de verklaring van
de 24-jarige agent G. V., Deze had
voor de rechter-commissaris ver
klaard, dat de verdachte op de be
wuste avond zijn sabelpunt op de rug
van Wim Scholte had geplaatst.
In de rechtszaal ontpopte hij zich
echter plotseling als getuige a déchar
ge door deze verklaring onder ede in
te trekken.
Nog verwarrender werd de zaak
doordat de verdachte en de getuige,
die Wim Scholte hadden nagezeten,
beiden verklaarden links te hebben ge
lopen. Hiermede legden zij allebei
een belastende verklaring voor zich
zelf af, omdat de dodelijke steek van
links naar rechts was toegebracht.
LONDEN (Reuter). Koningin
Juliana is gisteren met prinses Ma
rijke op bezoek geweest bij prinses
Margaret en haar man Lord Snowdon.
gtiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiHiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiirniiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiHiiinninniintiiiing
34. ,,S-s-schip in z-zicht..!" snerpte
de stem van de maat door de storm.
„R-r-recht v-v-voor de boe-boeboeg!"
„Jat klopt," zei Kappie. „Dat is de
positie die ze hebben opgegeven. Maar
je hoeft niet zo te hakkelen, da's al
lemaal verloren energie. En bovendien
neemt de storm af, als ik het wel
heb!"
,,D-da z-zou tijd worden!" meende de
maat. „Maar het z-zal toch nog een
hele toer zijn om hulp te bieden."
„Onzin, ome Tjeerd," zei Okki. „We
kunnen gewoon een lijn schieten dat
moet nou best lukken, want de zee is
veel kalmer en zo!"
„Zo is het maar net, zeuntje!" be
aamde Kappie. „Koers veranderen,
maat. Langszij moeten we komen."
Pruttelend voerde de maat dit bevel
uit.
„De zee k-kan dan kalm zijn... ik
b-ben het niet..!" dacht hij. „Mijn ek
sterogen trillen nog even erg als daar
straks en dat betekent dat er nog meer
ellende en narigheid op til is!"
Hoe juist de voorspelling van de maat
was, zou weldra blijken.
Op het andere schip liet de kapitein
zijn kijker zinken.
„Het is de Kraak," zei hij voldaan.
„Ze komen er aan, compleet met...
het proefschip VM..i De list is ge
lukt, mannen..."
GEREFORMEERDE KERKEN
Tweetal te Arnhem (vac. F. A. Hof-
^an«-i' P' Boer te Rotterdam en
PA. Kouwenhoven te Poortugaal; te
Nieuweroord: J. A. van Netten te Groo-
tegast. Bedankt voor Zaandam vac. P.
J. de Bruijne D, H. Borger te Hooge-
veen.
GEREF. GEMEENTEN
Beroepen te Rotterdam-C als miss.
pred. voor Nieuw-Guinea: G. Kuyt,
kand. te Katwijk aan Zee.
Bedankt voor BorsseJe: P. Honkoop
te Yerseke; voor Sint Catharinus (On
tario Can,): H. van Gilst te Lisse.
Examens: Aan de Theologische Ho
geschool te Kampen slaagde voor het
kand-examen J. van Eyk te Emmen en
voor het propadeutisch examen de heer
J. H. de Vries te Rotterdam.
CHR. GEREF. KERKEN
Bedankt voor Vineland (Canada): W.
de Joode te Den Haag.
Tot 1 november werd bij de spaar
bank van de Coöp. Boerenleenbank
Hoedekenskerke ingelegd 1.504 867 29
terugbetaald werd ;n dezelfde Deriode'
1.074.256,73. Het saldo van de spaar-
■bank bedroe? oo i november
5.017.639,91. Er kwamen 121 jüeuwa
spaarders bij.
het niet mee eens. Nou, zeg dan maar
eens wat je er wel van dacht
Angst, zei je? Je vindt het dus alle
maal een uiting van pure angst. Juist,
niet een manier om de „Russen in de
kaart te spelen", zoals men dat aller
wegen al zegt. Neen, daar ben ik het
mee eens. Dat zijn allemaal dikke
woorden, dat in de kaart en zo.
ANGST ja, het is een griezelig woord.
Ja, ja, ik ben het met je eens,
angst is het afschuwelijkste dat
we nu kennen. Wat? Je kent een
jonge kerel die eigenlijk pas over twee
jaar zou gaan trouwen. En wat zei hij
nu? „Ik ga over twee maanden trou
wen, want als dan over een jaar de
bom barst, dan heb ik tenminste nog
een jaar huwelijk gehad."
Het is een gedachtengang die ik niet
kan volgen. Weet je wat ik heb ge
lezen? Dat de Amerikanen, Engelsen
en Fransen sinds Hirosjima samen al
meer dan 230 kernproeven hebben ge
nomen, samen met een kracht van 170
megaton.
Nu zegt die megaton me evenveel als
jou, maar ik weet dat het iets is van
een afschuwelijke kracht. De Russen
deden dus iets met vijftig megaton of
wat meer en nu zit iedereen ineens te
piepen van: Waar zijn mijn toekomst
plannen voor nodig, waar laat ik mijn
kinderen voor opgroeien, waarom zou
ik mijn zaak uitbreiden, ik ga maar
vlug trouwen, anders is het te laat.
Dat is natuurlijk onzin. Dan had
ledereen de laatste vijf jaar zijn zaak
al niet meer moeten uitbreiden en zijn
kinderen niet meer moeten opvoeden.
Geen levensverzekeringen sluiten en
huisjes kopen.
In de trams en de treinen, op ten
toonstellingen, in huiskamers en tij
dens recepties: ze praten erover. En
waarom? Omdat we onszelf aan het
gek maken zijn, weet je dat? Gek ma
ken van angst door demonstraties, door
mensen „die hun boot al klaar hebben
liggen", door grafieken die we bestu
deren en waarop de kracht van de ex
plosies te zien is. door tv-opnamen van
mannetjes en vrouwtjes in laboratoria
die melk en bloemkool onderzoeken
en door berichten uit Japan dat ze
zich daar moeten wassen, als ze in een
regenbui hebben gelopen.
Dus jij vindt dat aanstellerij? Neen,
neen, je hebt het niet gezegd, ik weet
het O, dus wel doorgaan met die on
derzoekingen, met die melk en bloem-
kooL Juist, nu zijn we er: je vindt
dus, dat niet iedereen als een wilde
man met die dingen te koop moet
lopen. Ja, ja, dan begrijp ik je. De
hele zaak bij elkaar: die opnamen, die
foto's, die twee minuten stilte, de men
sen die daar met kletsverhalen de
zogeheten blikken voorraad bij betrek
ken, ja, ja dat bedoel je.
MAAR nu een vraagje. Wat dan
wel? Want het is zo gemakkelijk
om te zeggen hoe het niet moet,
maar het wordt wat ingewikkeld
als je dan de mensen vraagt of zij het
beter weten.
Neen, je weet het niet beter, doe maar
niet zo bescheiden, dat heb ik al be
grepen. Dat betekent, natuurlijk, dat
je zelf denkt, dat je het wel beter
weet. Maar niets menselijks is ons
vreemd, zoals de Romeinen al beweer
den, dus ga je gang, in alle bescheiden
heid of alle verwaandheid, naar keuze.
Je wilt, dat we ons zelf zijn. Juist,
dat klinkt natuurlijk wel als een holle
en wat versleten leuze. O, maar je be
doelt het anders, dat zou je dan eens
nader uiteen moeten zetten.
Ons zelf zijn: gewoon je werk eens
met plezier doen, zonder dat angstige
gepiep over bommen, juist. Eens een
keer verantwoordelijkheid durven dra
gen voor wat je zelf doet zonder alles
achter „een chef" weg te moffelen,
precies. Plezier hebben in het goede
weer, een nieuw vloerkleed, een an
der autootje, een kanarieuiet voor jouw
part, ja, ik begrijp je. Wat vertrouwen
hebben in je medemensen, niet ieder
een wantrouwen, niet achter elk voor
stel het voordeel van de ander pro
beren te vinden, ja, ik kan je steeds
beter volgen.
Dat zou je dus willen. Minder gepraat
over angst en bommen, ook geen men-
N
1/
door
taliteit van „wie dan leeft die dan
zorgt", maar meer van: wie nu leeft
die nu zorgt. Iets durven aanpakken,
iets willen ondernemen, iets positiefs
zeggen op een kaartavond of bij een
verloving. Een kind durven helpen
oversteken zonder je een oppas te
voelen en te durven sparen zonder het
gewauwel van „wat is de gulden
straks waard" voor een huwelijk. Nog
plezier hebben in het moeilijke zoeken
naar kamers of een flatje, zonder
alleen maar te kankeren op de woning
nood. Stoppen voor een zebra zonder
alleen maar te sakkeren op „het"
verkeer. Plezier hebben in de dingen,
waarin een mens altijd plezier heeft
gehad; nieit beschaamd zijn als een
ander weet dat je al vier dagen bezig
bent met de plantjes in een aquarium,
maar tegelijk in je werk een beslissing
durven nemen, ook al zou die wel eens
verkeerd uit kunnen vallen. Een vent
zijn en een vrouw wezen, zonder een
club van zachte eieren op te willen
richten.
ZO, zo, dus zoiets had jij gedacht.
Wel, wel, ze zullen van je zeggen,
dat je pastoor of dominee had
moeten worden. Dat kan je niet sche
len? Nou, da's fijn dan. Dan zullen ze
je „een reuze flinkerd met idealen
noemen."
Ja, een vent met idealer.. Dat zeggen
ze tegenwoordig alleen nog van een
jeugdleider of zo en dan lacht iedereen
heel smakelijk. Ik weet het, dit is een
tijd waarin je je schijnt te moeten
schamen als je zegt: Och ja, als je
het niet erg vindt, houd ik er nog een
handjevol idealen op na. „Hahaha, de
akela", wordt er dan gebulderd.
Nou vooruit, Akela, ik heb je
gezegd en geschreven wat ik te zeggen
en te schrijven had op dit moment.
Je bent nogal langdradig geworden,
dacht je niet? Laten we het dan niet
nog langer maken. Gegroet. R. 9) ff)
OA»ZQikLSlKZei,PAUL
IS EEN ZEEREVOfwiCHTI
^MENSiALTIdODeZELFDE,