SATELLIETSTAD ZES METER BENEDEN N.A.P. KAPPIE EN DE VERTRAAGDE MASSA Uit de kerken Vrijdag 3 november 1961 ZEEUWSCH DAGBLAD Pag. 2 •je hebt niet5 0pv wind je niet of? de vliering te y} die kaghel caat maken. ik heb f/HAAr deschuur^ die gehoordsdl je P. W. RUSSEL'S De opzienbarende experimenten van ïtudenf JU Tijloos 1! Ik WEET? HET: bij je thuis is een goudvis gestorven en je hebt het verborgen trachten te houden voor je zoontje, maar je dochter vroeg giste ren zomaar ineens: „Zijn die Russen slechte mensen, papa?". Weineen, heb je toen gezegd, waarom zouden de Rus sen slechte mensen zijn? Dat zijn ge woon mensen zoals wij, die willen ook niet door de regen lopen en zijn blijer in de zon. Hun kinderen proberen ook goede cijfers te halen op school en ze zijn ook blij met een nieuwe jas. Rotterdams raadslid pleit voor „terpen" Nieuw onderzoek in zaak-sabelsteek mompel-mompel KWAUdKESLAKKEN .mompel-mompel. FLITS GORDON in het heelal Dan Barry :l EEN VER6AM DJEVOOR ALLE ZEKERHEID. EN ALS PLEISTER OP DEVWDNDE MAG JE VANAVOND ri C MET ME UIT 1 i GADAM MET ME MEE, i UOANN.' 32 „En wanneer ik verder ga, Pater?" „Dan zult ge zo ongeveer de mooi ste daad verrichten, die ik me voor kan stellen, heer." Daar kon Pierre natuurlijk niets meer op zeggen en als de listige oude visser van mensen weer een ziel gevangen had voor God, was hij volkomen in zijn recht en deed niet meer dan zijn plicht. Dat „heer" bleef de hele volgende dag in Pier- res oren klinken. Een hele groep broeders verzamel de zich de volgende morgen aan de poort om hem uitgeleide te doen en hij kwam tot de ontdekking dat ze zich zijner niet alleen herinnerd had den in hun gebeden. Zijn pak was bultig van de worsten en de broden. Ze hadden een soort lus van leer voor hem gemaakt die hij over zijn schouder kon hangen. De riemen lie pen Schuins over zijn rug en borst en kwamen weer bij elkaar op zijn rechterheup, en daar, op de plaats waar hoge edelen soms het insigne van htm orde bevestigden, hing een kruik met sterk-geurende azijn. De abt weigerde zijn aalmoes en gaf hem een zakdoek. Pierre had er nooit eerder een bezeten. „Drenk die vaak in de azijn," zei de oude priester, „en adem voortdurend de dampen in. De dokters zeggen dat dit de pest op een afstand houdt. Ga nu, en God bescherme je." Die ochtend was de prettigste van Pierres hele reis. De weg naar Pa rijs was duidelijk aangegeven en liep voor het grootste deel omlaag. Het geringe verkeer was allemaal in een richting, het bestond voor 't over grote deel uit kleine groepjes bere den mannen en vrouwen, klaarblijke lijk welgestelde families, vele met zwaarbeladen pakezels, die Parijs veel vroeger op de dag verlaten had den. Zij zagen er ernstig en gespan nen uit, maar er heerste geen paniek onder hen. Hij kwam echter toch on der de indruk van hun bezorgdheid. Niemand groette hem of keek hem ook maar aan. De boerderijtjes, hoe langer hoe talrijker nu, maakten een vreemde indruk. Er kwam rook uit de schoor stenen en dus bevonden er zich on- getwijfeld mensen in huis, maar alle deuren waren gesloten en er werkte niemand op de akkers. In de namiddag kwam Pierre voor bij een paar bedrijven aan de rand van de stad, maar ze lagen allemaal stil. Verscheidene rao'ens, een looie rij, een metaalgieterij, een steen houwerswerkplaats, allemaal verla ten en dichtgespijkerd. Op een grote omheinde plaats, vol droogovens en stapels ongebakken stenen en tegels bewoog een hond zich als enig le vend wezen daar waar normaal tien tallen mensen moesten hebben ge werkt, alle ovens waren koud. Pierre was al voorbij verscheide ne herbergen gekomen, maar ook die waren allemaal gesloten. En plotse ling besefte hij dat hij er eigenlijk blij om was, omdat hij toch geaar zeld zou hebben er een te betreden. Net als iedereen in de grote stad Parijs wilde hij maar liefst zoveel mogelijk alleen blijven. Hij was bang voor alle contact met andere men sen en zijn eerste aanvechting was haastig de stad in te snellen, zijn kaarsen te halen en zo vlug moge lijk weer te vertrekken. Hij kon de muren al zien, maar ze waren nog een heel eind weg. Voorbij de muren zag hij helemaal links en helemaal rechts de rivier. Het viel hem moeilijk om te begrij pen, dat dit dezelfde rivier was die langsstroomde onder de muren van Rouaan, dat zo ver weg lag. Pierre was uiteraard vertrouwd met de wijze waarop Rouaan zich buiten de muren had uitgebreid, maar hij was niet helemaal voorbe reid op de manier waarop Parijs uit het keurslijf der fortificaties was ge groeid. De huizen der boeren stonden temidden van steeds kleiner worden de akkers, tot de akkers tenslotte he lemaal verdwenen en er kleine groep jes huizen vlak bij elkaar stonden, gescheiden door strookjes grond, die dit jaar niet eens als tuin waren 'aan gelegd. Hij was al lang in Parijs, zij het nog ver buiten de muren, eer hij er zich volledig van bewust werd. dat hij de stad betreden en nog steeds niet gegeten had. Aan de zon te oordelen, zou het zelfs geen laat middagmaal worden, eerder een vroeg avondmaal. Hij besloot de weg te vragen naar de Sainte-Chapelle. Aangezien de herbergen gesloten wa ren en niemand zich op straat ver toonde, klopte hij stoutmoedig aan de deur van een boerenwoning en duw de deze open, toen er geen antwoord kwam. Onmiddellijk drong de walge lijke stank van de dood in zijn neus gaten. Op de vloer lagen twee rotten de lijken. Pierre trok de deur met een klap dicht en holde een eindje tot het volgende huis, maar eer hij daar kon kloppen, ging de deur op een kier open en werd hem de venijnige punt van een piek onder de neus ge duwd. „Ga weg!" beval de stem van een man. „Maar er liggen dode mensen in dat huis daar!" De man lachte. „Jij dwaas! Na tuurlijk liggen er lijken! Kan ik het helpen? Ga onmiddellijk weg of ik rijg je aan mijn piek." De deur ging een eindje verder open en Pierre zag dat de man meende wat hij zei. Pierre nam de benen en sloeg al de andere huizen van dat groepje over. Een smalle beek met een ste vige brug scheidde hem van het vol gende groepje. Hij hield stil bij de brug en drenkte de zakdoek in de azijn, eer hij aanklopte bij het groot ste en best verzorgde huis. Het was toevallig ook het eerste en de beek stroomde vlak langs de vensters, die groot waren voor die tijd. (Wordt vervolgd) BRIEF AAN MEZELF tegen de Russische atoomproeven. Al hoewel ik een groot voorstander ben van de jaarlijkse twee minutenstilte op 4 mei, die een werkelijk bezinnende waarde hebben, zie ik geen enkel nut in die andere twee minuten stilte, ook al heb ik minstens evenveel bezwaar tegen deze proeven als de demonstran ten. Een troost is, dat alles op Neder landse wijze keurig is begonnen in overleg tussen Stichting van den Ar beid en de regering, al denk ik niet dat de verantwoordelijke Russen erg geïmponeerd zullen zijn". Je vindt dus dat meneer Alma in Hoofddorp gelijk heeft? Wilde jij dan helemaal niets doen? O neen, wilde jij dus niet demonstreren? Wat dan? Niks? Ja, ja, dat is de weg van de min ste weerstand. O pardon, daar is meneer Langs deze, mij onsym- 7 7 pathieke weg, klim ik maar eens in de pen om je enkele gedachten over te bren gen, zoals die al dagenlang op me drukken. Het is niet mijn gewoonte naar een krant te schrijven en ik behoor niet tot ce groep die alsmaar ingezon den brieven stuurt, maar nu drukt me iets op het hart en de woorden moeten eruit. Ik zie, dat de inleiding me enige moeite heeft gekost, maar laat ik geen poging doen hier verandering in aan te brengen. Het is tenslotte niet alle maal goud wat er blinkt en ieder vo geltje zingt zoals het gebekt is, maar zo hebben de ouden gezongen net als de jongen piepen, nietwaar? Onze taal is een mooie taal, wat moeilijk in een brief vind ik en dat zie ik zelf nu ook wel. Ik had eerst willen beginnen met „Beste meneer Russel", maar dat is be lachelijk aan jezelf en dat „Ha, P.W.", odh, tot die populaire groep mag ik me nog niet rekenen, want ik scheer me pas sinds kort elektrisch en wat ouder wets ben ik toch nog wel. Ja, dat ben ik met je eens: het heeft z'n voor en z'n tegen, dat elektrisch scheren. Er zijn haartjes op de kin die plat gaan liggen en zich niet laten pakken: dat probleem had ik tot voor kort niet met het scheermesje. „Ja, maar op school zeggen de kin deren dat die Russen slecht zijn en dat we vandaag of morgen twee minuten stil moeten zijn, om één uur geloof ik, voor die Russen". Oah weineen, niet voor de Russen, maar omdat zeven politieke partijen in ons land dat hebben gevraagd. Zelfs het gemeentepersoneel in Amsterdam en de trams in Rotterdam en de trei nen overal hebben die twee minuten stil moeten houden. Tenminste, dat is gevraagd, maar je weet zelf wel, dat je gisteren om één minuut over één in Rotterdam rustig trams zag rijden en auto's en brommers en mensen lopen. Som3 bleef er een staan en dan dacht de ander: Ja, da's waar ook en een tram stopte toen heel plotseling en er zat bijna een auto bovenop en daarop weer een scooter. Er is nog net niks ge beurd, maar we bedoelen er dus mee te protesteren tegen die radio-actieve neerslag en zo. t 0, JE GELOOFT er niet in? Nou, nou, dan durf je nogal wat te zeggen. Dah wéét je het' zeker beter dan de Stichting van den Arbeid en al die ze ven politieke partijen en het gemeen tebestuur van Amsterdam. Je vindt je zelf nogal geweldig, als ik het zo zeggen mag. Toch geloof je er niet in? Wat? O, je wilde die twee minuten stilte bewaren om mensen uit dit land, die in de oor log het leven lieten, te herdenken? Je hebt er ook een brief over gekregen? Wat voor brief? Van meneer J. K. A'ma uit Hoofddorp, juist en wat schrijft hij dan? Ja, ja, laat maar eens horen: „Met verbazing las en hoor ik van het feit, dat op 2 november twee minu ten in stilte zal worden geprotesteerd Van ten onzer verslaggevers ROTTERDAM In het stede- bouwkundige plan van het verjong de en staag groeiende Rotterdam past een verspreiding van hoge ge bouwen. Tien procent hoge gebou wen is zo ongeveer het percentage waarmee iedereen zich kan ver enigen. Het christeltjk-historische gemeente raadslid ir. P. Boersma zei gistermid dag in de raad, dat ook hij het met die verhouding van negentig tegen tien tussen lage en hoge bouw wel eens kon zijn, maar op waterstaatkundige over weging bepleitte hij die regel niet toe te passen in Alexandrië. Alexandrië is in de volksmand de naam voor de toekomstige satelliet stad in Kralingen-Oost, in de Prins Alexanderpolder, de diepste polder van Nederland. Veiligheid Wanneer wij zo zei ir. Boersma in deze „put van Zuid-Holland" een satellietstad willen bouwen, zou het voor de veiligheid van de toekomstige bewoners van het grootste belang zijn wanneer er in ruime mate hoge woon gebouwen verrijzen. Restant De bodem van die „put" ligt zes meter beneden N.A.P.; mocht onver hoopt een dijk bezwijken dan zou daar zeker zes meter water komen te staan. Zijn er voldoende hoge woongebouwen, dan kunnen de bewoners van minder hoge woningen daarin hun toevlucht zoeken. Die hoge woongebouwen zou ik willen vergelijken met de terpen van ons voorgeslacht. Over het voorstel van B. en W. om in de thans nog landelijke Prins Alex anderpolder vier hoge woongebouwen, omvattende 668 woningen, te bouwen, is in de raad zeer lang en zeer breed gediscussieerd. De stof tot praten ontleende de raad niet aan het argument van ir. Boersma, maar aan de bijkomstigheid dat deze eerste vier hoge woongebouwen onder de bepalingen van de Woningwet zul len vallen. De 666 woningen die zij omvatten zijn bedoeld voor woningzoekenden die in het bezit van een zg. A-vergun ning zijn; verscheidene raadsleden vroegen zich af of voor deze categorie huurders een buur van 27,40 gulden per week niet te hoog zou zijn. De heer L. J. Platenburg van de K.V.P. herinnerde eraan dat deze 666 nog te bouwen woningen „in de Wo ningwetsfeer" het restant vormen van het Rotterdam voor 1961 toegewezen contingent. Wethouder mr. H. Bavinck, die het voorstel van B. en W- met veel verve verdedigde, liet voorzichtig doorsche meren dat deze laatste „plok" van het Rotterdamse contingent wel eens ge heel of gedeeltelijk verloren zou kun nen gaan wanneer de raad dit voorstel zou verwerpen. Na ampele discussie werd het voor stel aanvaard; zonder hoofdelijke stem ming, maar met de aantekening dat wethouder Van der Vlerk en mevrouw ir. M. C. Endert-Baylé geacht wensten te worden te hebben tegen gestemd. Van onze Haagse redactie DEN HAAG De Haagse recht bank zal het onderzoek naar de fatale sabelsteek op 16 november heropenen. Er zullen dan elf getuigen worden ge hoord: drie burgers, die iets van het neersteken van Wim Scholte op de Segbroeklaan hebben gezien en acht leden van de Haagse politie. Daarbij is ook de chef van de cen trale recherche, commissaris H. van Harskamp, die het onderzoek naar het gebeurde, dat de Haagse recherche in samenwerking met de rijksrecher che had ingesteld, heeft geleid. De officier van justitie eiste 19 ok tober tegen de 33-jarige agent L. honderd gulden boete wegens dood door schuld. De rechtbank bepaalde toen de uitspraak op 2 november. Het sterkste punt in het requisitoor van de officier was de verklaring van de 24-jarige agent G. V., Deze had voor de rechter-commissaris ver klaard, dat de verdachte op de be wuste avond zijn sabelpunt op de rug van Wim Scholte had geplaatst. In de rechtszaal ontpopte hij zich echter plotseling als getuige a déchar ge door deze verklaring onder ede in te trekken. Nog verwarrender werd de zaak doordat de verdachte en de getuige, die Wim Scholte hadden nagezeten, beiden verklaarden links te hebben ge lopen. Hiermede legden zij allebei een belastende verklaring voor zich zelf af, omdat de dodelijke steek van links naar rechts was toegebracht. LONDEN (Reuter). Koningin Juliana is gisteren met prinses Ma rijke op bezoek geweest bij prinses Margaret en haar man Lord Snowdon. gtiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiHiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiirniiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiHiiinninniintiiiing 34. ,,S-s-schip in z-zicht..!" snerpte de stem van de maat door de storm. „R-r-recht v-v-voor de boe-boeboeg!" „Jat klopt," zei Kappie. „Dat is de positie die ze hebben opgegeven. Maar je hoeft niet zo te hakkelen, da's al lemaal verloren energie. En bovendien neemt de storm af, als ik het wel heb!" ,,D-da z-zou tijd worden!" meende de maat. „Maar het z-zal toch nog een hele toer zijn om hulp te bieden." „Onzin, ome Tjeerd," zei Okki. „We kunnen gewoon een lijn schieten dat moet nou best lukken, want de zee is veel kalmer en zo!" „Zo is het maar net, zeuntje!" be aamde Kappie. „Koers veranderen, maat. Langszij moeten we komen." Pruttelend voerde de maat dit bevel uit. „De zee k-kan dan kalm zijn... ik b-ben het niet..!" dacht hij. „Mijn ek sterogen trillen nog even erg als daar straks en dat betekent dat er nog meer ellende en narigheid op til is!" Hoe juist de voorspelling van de maat was, zou weldra blijken. Op het andere schip liet de kapitein zijn kijker zinken. „Het is de Kraak," zei hij voldaan. „Ze komen er aan, compleet met... het proefschip VM..i De list is ge lukt, mannen..." GEREFORMEERDE KERKEN Tweetal te Arnhem (vac. F. A. Hof- ^an«-i' P' Boer te Rotterdam en PA. Kouwenhoven te Poortugaal; te Nieuweroord: J. A. van Netten te Groo- tegast. Bedankt voor Zaandam vac. P. J. de Bruijne D, H. Borger te Hooge- veen. GEREF. GEMEENTEN Beroepen te Rotterdam-C als miss. pred. voor Nieuw-Guinea: G. Kuyt, kand. te Katwijk aan Zee. Bedankt voor BorsseJe: P. Honkoop te Yerseke; voor Sint Catharinus (On tario Can,): H. van Gilst te Lisse. Examens: Aan de Theologische Ho geschool te Kampen slaagde voor het kand-examen J. van Eyk te Emmen en voor het propadeutisch examen de heer J. H. de Vries te Rotterdam. CHR. GEREF. KERKEN Bedankt voor Vineland (Canada): W. de Joode te Den Haag. Tot 1 november werd bij de spaar bank van de Coöp. Boerenleenbank Hoedekenskerke ingelegd 1.504 867 29 terugbetaald werd ;n dezelfde Deriode' 1.074.256,73. Het saldo van de spaar- ■bank bedroe? oo i november 5.017.639,91. Er kwamen 121 jüeuwa spaarders bij. het niet mee eens. Nou, zeg dan maar eens wat je er wel van dacht Angst, zei je? Je vindt het dus alle maal een uiting van pure angst. Juist, niet een manier om de „Russen in de kaart te spelen", zoals men dat aller wegen al zegt. Neen, daar ben ik het mee eens. Dat zijn allemaal dikke woorden, dat in de kaart en zo. ANGST ja, het is een griezelig woord. Ja, ja, ik ben het met je eens, angst is het afschuwelijkste dat we nu kennen. Wat? Je kent een jonge kerel die eigenlijk pas over twee jaar zou gaan trouwen. En wat zei hij nu? „Ik ga over twee maanden trou wen, want als dan over een jaar de bom barst, dan heb ik tenminste nog een jaar huwelijk gehad." Het is een gedachtengang die ik niet kan volgen. Weet je wat ik heb ge lezen? Dat de Amerikanen, Engelsen en Fransen sinds Hirosjima samen al meer dan 230 kernproeven hebben ge nomen, samen met een kracht van 170 megaton. Nu zegt die megaton me evenveel als jou, maar ik weet dat het iets is van een afschuwelijke kracht. De Russen deden dus iets met vijftig megaton of wat meer en nu zit iedereen ineens te piepen van: Waar zijn mijn toekomst plannen voor nodig, waar laat ik mijn kinderen voor opgroeien, waarom zou ik mijn zaak uitbreiden, ik ga maar vlug trouwen, anders is het te laat. Dat is natuurlijk onzin. Dan had ledereen de laatste vijf jaar zijn zaak al niet meer moeten uitbreiden en zijn kinderen niet meer moeten opvoeden. Geen levensverzekeringen sluiten en huisjes kopen. In de trams en de treinen, op ten toonstellingen, in huiskamers en tij dens recepties: ze praten erover. En waarom? Omdat we onszelf aan het gek maken zijn, weet je dat? Gek ma ken van angst door demonstraties, door mensen „die hun boot al klaar hebben liggen", door grafieken die we bestu deren en waarop de kracht van de ex plosies te zien is. door tv-opnamen van mannetjes en vrouwtjes in laboratoria die melk en bloemkool onderzoeken en door berichten uit Japan dat ze zich daar moeten wassen, als ze in een regenbui hebben gelopen. Dus jij vindt dat aanstellerij? Neen, neen, je hebt het niet gezegd, ik weet het O, dus wel doorgaan met die on derzoekingen, met die melk en bloem- kooL Juist, nu zijn we er: je vindt dus, dat niet iedereen als een wilde man met die dingen te koop moet lopen. Ja, ja, dan begrijp ik je. De hele zaak bij elkaar: die opnamen, die foto's, die twee minuten stilte, de men sen die daar met kletsverhalen de zogeheten blikken voorraad bij betrek ken, ja, ja dat bedoel je. MAAR nu een vraagje. Wat dan wel? Want het is zo gemakkelijk om te zeggen hoe het niet moet, maar het wordt wat ingewikkeld als je dan de mensen vraagt of zij het beter weten. Neen, je weet het niet beter, doe maar niet zo bescheiden, dat heb ik al be grepen. Dat betekent, natuurlijk, dat je zelf denkt, dat je het wel beter weet. Maar niets menselijks is ons vreemd, zoals de Romeinen al beweer den, dus ga je gang, in alle bescheiden heid of alle verwaandheid, naar keuze. Je wilt, dat we ons zelf zijn. Juist, dat klinkt natuurlijk wel als een holle en wat versleten leuze. O, maar je be doelt het anders, dat zou je dan eens nader uiteen moeten zetten. Ons zelf zijn: gewoon je werk eens met plezier doen, zonder dat angstige gepiep over bommen, juist. Eens een keer verantwoordelijkheid durven dra gen voor wat je zelf doet zonder alles achter „een chef" weg te moffelen, precies. Plezier hebben in het goede weer, een nieuw vloerkleed, een an der autootje, een kanarieuiet voor jouw part, ja, ik begrijp je. Wat vertrouwen hebben in je medemensen, niet ieder een wantrouwen, niet achter elk voor stel het voordeel van de ander pro beren te vinden, ja, ik kan je steeds beter volgen. Dat zou je dus willen. Minder gepraat over angst en bommen, ook geen men- N 1/ door taliteit van „wie dan leeft die dan zorgt", maar meer van: wie nu leeft die nu zorgt. Iets durven aanpakken, iets willen ondernemen, iets positiefs zeggen op een kaartavond of bij een verloving. Een kind durven helpen oversteken zonder je een oppas te voelen en te durven sparen zonder het gewauwel van „wat is de gulden straks waard" voor een huwelijk. Nog plezier hebben in het moeilijke zoeken naar kamers of een flatje, zonder alleen maar te kankeren op de woning nood. Stoppen voor een zebra zonder alleen maar te sakkeren op „het" verkeer. Plezier hebben in de dingen, waarin een mens altijd plezier heeft gehad; nieit beschaamd zijn als een ander weet dat je al vier dagen bezig bent met de plantjes in een aquarium, maar tegelijk in je werk een beslissing durven nemen, ook al zou die wel eens verkeerd uit kunnen vallen. Een vent zijn en een vrouw wezen, zonder een club van zachte eieren op te willen richten. ZO, zo, dus zoiets had jij gedacht. Wel, wel, ze zullen van je zeggen, dat je pastoor of dominee had moeten worden. Dat kan je niet sche len? Nou, da's fijn dan. Dan zullen ze je „een reuze flinkerd met idealen noemen." Ja, een vent met idealer.. Dat zeggen ze tegenwoordig alleen nog van een jeugdleider of zo en dan lacht iedereen heel smakelijk. Ik weet het, dit is een tijd waarin je je schijnt te moeten schamen als je zegt: Och ja, als je het niet erg vindt, houd ik er nog een handjevol idealen op na. „Hahaha, de akela", wordt er dan gebulderd. Nou vooruit, Akela, ik heb je gezegd en geschreven wat ik te zeggen en te schrijven had op dit moment. Je bent nogal langdradig geworden, dacht je niet? Laten we het dan niet nog langer maken. Gegroet. R. 9) ff) OA»ZQikLSlKZei,PAUL IS EEN ZEEREVOfwiCHTI ^MENSiALTIdODeZELFDE,

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1961 | | pagina 2