DÏE PAARSE STRIK - NEEN!
SPEL DER ZEVEN VERGISSINGEN
HIET BIJ!
HET ZWAARD
KAPPIE EN DE VERTRAAGDE MASSA
DIERENDAG
NUCHTER
BEKEKEN
P. W. RUSSELS
Achtjarig meisje
dodelijk gewond bij
verkeersongeval
ZEEUWFf H DAGBLAD
Niels bijzonders
Niet eerlijk
Reëel en nodig
Eerste officiële overleg
tussen Engeland en E.E.G.
DE
TINTELS
Maandag 9 oktober 1961
Pag. 2
A L DIE aan lijnen wui-
- vende textiel zal wel
eeuwig verbonden blijven
met de eerste dag van een
nieuwe week, maar ik had
iets anders, waarvoor ik
vandaag uw aandacht wilde
vragen. Met opzet heb ik
vijf dagen gewacht. Vijf
dagen na die vierde okto
ber, alom bekend als
Dierendag.
Er zijn mensen die me per tele
foon vroegen: „Op 4 oktober schrijft
u toch zeker een lief stuk over de
dieren, nietwaar? U houdt toch van
honden? Nou dan".
Er waren er ook die me brieven
schreven of gedichtjes stuurden. Alle
maal over Dierendag. Ik heb die vier
de oktober overal foto's gezien van
honden die pootjes geven, van poezen
die extra stukjes vis krijgen, van her
ders met een strik om en van boxers
met een eind leverworst. Ik heb zelfs
gezien dat ook het journaal de televi
sieschermen volspoot met dieren die
deze dag „eens extra verwend" wer
den en ik moet u zeggen dat ik van
dat „extra verwennen op Dierendag"
walg.
Ja, ik houd van dieren en ik zeg
daarmee niets bijzonders. Miljoenen
mensen houden van dieren en miljoe
nen mensen zullen zich kleine inspan-
ningkjes getroosten om het hun kana
riepiet of hun witte muis, hun hond of
hun poes naar de zin te maken.
Miljoenen mensen hebben dieren in
huis genomen, omdat ze het gezellig
vinden, omdat ze het prettig vinden
een dier om zich heen te hebben of
omdat ze ergens een dier in zielige
omstandigheden aantroffen en het
daaro^n meenamen.
Dat is heel gewoon, dat is een trek
je in de mensen. Ja, ik ken ze ook en
ik heb ze ook wel eens ontmoet, de
mensen die gewoon ronduit zeiden:
„Nooit een dier in mijn huis, daar
voel ik niets voor". Dat is dan ten
minste eerlijk en niemand zal een an
der kwalijk kunnen nemen dat hij
voor zijn mening uitkomt.
Maar wat ik niet eerlijk vind,
wat ik het in diskrediet brengen van
de bedoeling van Dierendag vind, dat
is dat extra eindje worst geven op 4
oktober; dat is ook de kat een strik
omdoen, die dag; dat is ook, alleen
op vier oktober, ineens naar een sloot
of plas hollen met een zakje brood
voor de eenden of de vogels, maar
van de winter, wanneer het wellicht
vriest dat het kraakt en de waterdie
ren inderdaad extra voeding nodig
hebben om in leven te blijven, dan
niet thnis te zijn.
Het doet me allemaal denken aan
dezelfde dingen, die een Dierenbe
scherming steeds in een verkeerd dag
licht hebben gezet. Dat „daglicht",
dat de mensen opmerkingen doet ma
ken als: „Dierenbescherming is iets
voor oudere dames die de hele dag
met een klein hondje op schoot zit
ten".
Nu mogen van mij alle oudere da
mes wanneer ze dat prettig vinden, net
zoveel met hun hondje op schoot zitten
als ze zelf willen, maar die aantijging
tegen Dierenbescherming is onzin en
geklets.
Waar bleven zonder Dierenbescher
ming alle zwerfdieren? Waar waren
zonder Dierenbescherming de asyls,
waar men de zwervers een onderdak
bezorgt? Dierenbescherming is reëel,
is nodig, maar Dierenbescherming
wordt verwaarloosd, krijgt geen geld
om mee te werken, moet het hebben
van een handvol goedwillenden die hun
vrije tijd ter beschikking stellen en
nog twee handen vol andere goedwil
lenden die wel lid willen zijn en zo
nog een heel klein beetje geld in de
kas helpen komen.
Kijk, Dierendag op 4 oktober is niet
in het leven geroepen om die dag al
lemaal te kijken naar een hondje met
een nieuwe halsband waarmee het „er
zo schattig uitziet".
Dierendag op 4 oktober bestaat, om
tenminste één keer de aandacht te ves
tigen op de dieren, zonder welke onze
samenleving niet denkbaar meer is.
Dierendag is er om de mensen, die
een dier in huis namen om van „het
gezeur van de kinderen af te zijn" of
„omdat de buren ook een poes heb
ben" of „omdat het zo aardig staat
om met een getrimd hondje te wande
len" om die mensen te helpen her
inneren aan het feit, dat ze er vrij
willig een huisgenoot bijnamen en
geen stuk speelgoed.
En daarom kunnen we net zo goed
even op deze maandag 9 oktober over
Dierendag praten, als vijf dagen ge
leden.
En daarom heb ik meer respect
voor de meneer die elke avond een
-#■ Wanneer we vandaag even over Dierendag praten, dan zonder een foto van
een mooi-zittende hond of een kopjes gevende poes. Hier, vier egeltjes en ze
werden een dezer dagen gevonden door een boer op Texel, die aardappelen aan
het rooien was. Hij liet de struik, tvaar de egeltjes onder zaten, heel en zijn
vrouw brengt elke dag een schotel melk. Dat doet me meer dan hel gebaar van
de man, die me meedeelde dat hij op 4 oktober zijn goudvissen twee keer
had gevoerd!
10
„Ja, dat geloof lk ook. Een goeie.
Een dure."
Abdoellah fronste een ogenblik het
voorhoofd, toen er over een dokter
gesproken werd. Ze pasten altijd de
zelfde behandeling toe. Hij herinner
de zich de Perzische chirurgijns in
Isphahan, de kruiden die zijn eigen
wonden verzacht hadden en de prach
tige chirurgische behandeling die ze
op zijn gruwelijk verminkte schedel
hadden toegepast. Maar hij was te
verstandig om zich tegen het geno
men besluit te verzetten en ging de
dokter halen.
Maria spreidde een dikke laag bo
ter over de brandwonden en verbond
de handen van Pierre met een stuk
fijn linnen waarvan ze een muts had
willen maken. Deze behandeling
werkte verzachtend, Pierre dommelde
in.
Abdoellah keerde terug met de
dokter, die prompt de jongen ader
liet, net als Abdoellah gevreesd had.
Na deze ingreep merkte de chirur
gijn op: ,,Ik zal niet aandringen op
de behandeling met het gloeiende
ijzer. Hij heeft ongetwijfeld al ge
noeg vuur in zijn gestel. Maar ik
draag u op het verband de eerste
drie dagen te laten zitten, omdat an
ders de ader weer open gaat. Het
bloed dat ik uit zijn arm heb afge
tapt, zal zijn lichaamsvochten in
evenwicht brengen. Wie is hij, Hu-
go?"
„Onze zoon," antwoordde Maria.
„O ja?"
„Hij is mijn pupil," zei Hugo.
„Een weesjongen die pater Isambart
naar mij toegestuurd heeft en warm
aanbevolen. Hij blijft voorlopig bij
ons. Althans tot zijn gezondheid weer
in orde is. Nietwaar, Maria?"
„Zo is het."
De chirurgijn overhandigde Ab
doellah het koperen bekken met
bloed. Abdoellah goot het leeg in
stilte en reinigde het bekken met
schuurzand en gaf het terug aan de
dokter, die het wegborg in de mouw
van zijn lange tabberd, mét het lan
cet dat hij in een kurken schede had
gestoken.
„Hij is in goede handen gevallen,
meester Hugo. En de geneeskunst
van madame uw vrouw," voegde hij
er met een plechtige buiging naar
Maria aan toe, „doet voor de mijne
nauwelijks onder. Er is niets, of bij
na niets, zo goed voor brandwonden
als onze goede Normandische boter.
Maar ik beschik natuurlijk over een
paar zeer bijzondere recepten voor
het geval u ooit het ongeluk zovdt
hebben een buitengewoon diepe
brandwond op te lopen."
„De faam van Nicol de chirurgijn
latytencc.
qcmvmvm-
is algemeen bekend," antwoordde
Maria hoffelijk.
„Zijn reputatie is vlekkeloos,"
voegde Hugo er aan toe.
„Ik hoop het," zuchtte de chirur
gijn. „Het is soms erg moeilijk de
mensen in het leven te houden. En
het is moeilijk voor een oud man
op alle uren van de nacht aan de
sponden der zieken te worden geroe
pen. Maar diegenen onzer die zich
gebonden achten door de eed die wij
afleggen, zo goed als een priester,
moeten gaan wanneer zij geroepen,
hun artsen betalen zolang zij gezond
worden, ongeacht of de lijders beta
len kunnen of niet. Ik heb ge
lezen dat in het oosten de mensen
hun artsen betalen zolang zij gezond
zijn en niet betalen, wanneer zij ziek
worden."
„Dat is waar", zei Abdoellah.
„Het is een zonderling gebruik,
meester Hugo. Laten wij hopen dat
het in christelijke landen nooit ingang
zal vinden."
„Wij zullen er althans in dit huis
niet mee beginnen", zei Hugo, terwijl
hij in zijn beurs greep naar het ho
norarium van de dokter.
Schijnbaar zonder enige acht te
slaan op dit zakelijke aspect van zijn
bezoek, herkende de scherpe blik van
de dokter het muntstuk onmiddellijk
als een zwaar Engels goudstuk, een
gouden rozenobel, inderdaad een
royale beloning. Zijn vaardige vin
gers, zo handig met het lancet, lie
ten de munt onopvallend in de beurs
aan zijn gordel glijden. Ofschoon de
sluiting van de beurs in het gebruik
glimmend was geworden, was de le
ren zak zelf zo plat als een schol,
want de dokter vermeed alles wat op
welvarendheid zou kunnen wijzen.
„Houd de jongen rustig. Geef hem
veel voedzame bouillon en laat hem
veel water drinken om de brand in
zijn bloed te blussen. Zijn bloed is
erg heet. Ik voelde het aan het bek
ken." De dokter hield even op.
„Maar dit kind is minder ziek dan
ge vreest, goede lieden. Zijn koorts
is van voorbijgaande aard, veroor
zaakt door zijn blootgesteld-zijn aan
de elementen en het verdriet dat
hem aangegrepen heeft. Ik weet ze
ker dat hij nooit eerder koorts ge
had heeft. Zijn hart slaat fel; zijn
borst is rond en sterk." Nicol was
in zoverre anders dan het merendeel
van zijn collega's dat hij bemoedi
gende symptomen opgewekt erkende,
wanneer hij ze oprecht waarnam.
„Ik twijfel er niet aan of hij zal over
een dag of twee met Gods hulp weer
op de been zijn", en met die woor
den nam de geneesheer plechtig af
scheid van hen en vertrok.
Pierre sliep tot de volgende mid
dag, hij werd sterk en gezond wak
ker, met een enorme eetlust, alsof
hij nooit van zijn leven koorts had
gehad. De brandwonden bleven na
tuurlijk nog verscheidene weken pijn
lijk.
Korte tijd later bracht pater Isam
bart Hugo een bezoek, om voortzet
ting van zijn bijstand in te roepen
voor d° jongen, wiens afstamming
een mysterie bleef. Isambart was
haast geneigd een zedepreek te hou
den over dit onderwerp, want als er
zich ooit een geval had voorgedaan
waarin man een goed werk kon
doen aan een van Goas armen, was
het dit wel. Hij had er zelfs over
gedach het tere onderwerp aan te
roeren van Hugo's eigen kinderloos
heid, i dien dit noodzakelijk mocht
blijken. Het was niet waarschijnlijk
dat Maria die nu vijftig jaar was,
of daaromtrent, ooit nog een kind ter
wereld zou brengen.
Maar hij kwam tot de ontdekking
dat Pierre zelf meer tot stand had
febracht dan hij kwam v.agen. Het
leek dat Hugo er over dacht de jon
gen wettig te adopteren.
(Wordt vervolgd)
rondje wandelt met zijn hond, dan
voor die ander die op 4 oktober een
paarse strik vlocht aan de halsband.
Als u me kunt volgen.
BRUSSEL, (A.P.). De Britse
minister Heath beëindigde het afge
lopen weekeind te Brussel zijn voor
bereidende besprekingen over de toe
lating van Engeland tot de Europese
Economische Gemeenschap.
Hij sprak de afgelopen dagen te Pa
rijs met de Franse minister van bui
tenlandse zaken Couve de Murville en
te Bonn met de Westduitse minister
von Brentano. Zaterdag had hij in de
Belgische hoofdstad een onderhoud met
prof. Hallstein, de president van de
Commissie van de EEG, en met Spaak,
de Belgische minister van buitenlandse
zaken.
Morgen vindt te Parijs het eerst of
ficiële overleg tussen de landen van de
EEG en Engeland over de Britse toe
lating plaats. Men verwacht te Parijs
en Brussel dat deze besprekingen niet
langer dan één dag zullen duren. Heath
zal hierop een nadere toelichting geven
over de drie moeilijke Britse punten:
de verhouding tot het Gemenebest, de
Britse landbouw en de verhouding tot
de andere leden van de EVA (Europe
se Vrijhandels-Associatie). Het eigen
lijke overleg begint in november te
Brussel.
Hier is de volgende
aflevering van het
Spel van de zeven
vergissingen, gete
kend door de be
kende Franse teke
naar Henry Blanc.
Voor degenen die
het nog niet eerder
gespeeld hebben
geven we nog
even een toelich
ting. Blanc heeft
eerst een tekening
gemaakt. Dat is de
bovenste van de
twee hiernaast.
Daarna heeft hij
de tekening over
gemaakt, precies
eender, bijna pre
cies eender want
bij het overmaken
heeft hij zich ver
gist, met opzet.
Zeven maal. Het
is allemaal in klei
nigheden en het
spel is nu om die
zeven vergissingen
te vinden.
Mocht U er niet
helemaal zeker
van zijn dat U de
vergissingen alle
maal gevonden
hebt, kijk dan in
de krant van mor
gen. Daarin zuilen
wij de oplossing
publiceren.
REINTEHOUDENiMAAR
hi IÈTVOOR. EEN DAME y
VIEREN DRIE LETTERS
—WATBEPOELEN
ZE NOU
TOCH?
i iuvvc:i*i.rtivr-jz.
KRVPTOöRAM
IK.GA NAAR BED.
^iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiitiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiKiiiiiiütiitiiiiiifiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHMiiiiitiitmiiEiiifimri"
12. „Hoera! Driewerf Hoera!" riepen
de beren Hogedunk, Hardebol en Zoe-
teweegen, hun hoeden lichtend. „De
VM1 is vlot van stapel gelopen!"
„Mij iets te vlot!" zei Kappie, ter
wijl hij zijn pet uitwrong. „Wat is dit
voor een sakkers schuitje, dat het zo'n
waterverplaatsing heeft?! Is het ja
soms van lood gemaakt? Maar hoe kan
het dan drijven?!"
Zoeteweegen nam hem terzijde.
„De VM.l is niet van zwaarder ma
teriaal gebouwd dan een gewoon
schip", legde hij uit. „Maar het bij
zondere van ons metaal is, dat het nau
welijks reageert op de inwerking van
krachten van buitenaf, zoals de wind, de
golfslag enzovoort...."
Hij pauseerde even om dit goed te la
ten doordringen.
„De letters V.M. betekenen Ver
traagde Massa", voegde hij er toen
plechtig aan toe. „Het is het eerste
schip van het nieuwe metaal V.M., dat
door ons werd ontdekt..."
„Gooi dat maar in mijn pet", brom
de Kappie, dubbend voor zich uitsta
rend. „Maar als dat spul zo slecht re
ageert op krachten van buitenaf, zal
dat bootje ook wel slecht reageren op
het slepen van de Kraak. Ik moet zeg
gen, dat ik er ja deksel weinig zin in
krijg met jullie uitvinding in zee te
gaan..."
„Ach... wat dat slepen betreft, het
zal nét gaan!" sprak de ander sussend.
„Wij hebben uw schip zorgvuldig opge.
meten en onderzocht. Wij hebben zoge
zegd van vele kwaden het minst kwa
de gekozen."
Even kwam er een harde klank in
zijn stem, toen hij besloot: „En boven
dien. kapitein.... terugkrabbelen heeft
geen zin, want de contracten zijn ge
tekend!"
BERGEN OP ZOOM. Zaterdagmid
dag is er op de grote verkeersweg van
Bergen op Zoom naar Wouw een ernstig
ongeluk gebeurd waarbij Mevrouw J.
Witteveen (38 j.), echtgenote van de
directeur van de Coöp Wouwse Melkfa
briek, en haar tienjarige dochter Elsje
ernstig werden gewond. Het achtjarige
dochtertje Marijke verloor het leven.
Mevrouw Witteveen kwam met de au
to van de richting Wouw gereden en was
op weg naar Bergen op Zoom. Toen zij
de spoorweg overgang was gepasseerd,
stond een paar honderd meter daar van
daan een landbouwtractor met aanhang
wagen geparkeerd. Mevrouw Witteveen
moet deze niet of te laat hebben gezien.
Toen zij wilde remmen ging de auto
slippen en reed met grote snelheid op de
stilstaande wagen.
De auto werd totaal vernield. Het
achtjarige meisje werd zo zwaar gewond,
dat zij kort daarna overleed. Elsje Wit
teveen Jiep een zware hersenschudding
en schaafwonden op. Mevrouw Witte
veen brak een arm en een been en be
kwam een shock. De slachtoffers wer
den per ziekenauto naar het Charitas
ziekenhuis in Roosendaal vervoerd.