MOKERSLAG IN ONZE TIJD
Trieste balans van
vijf oorlogsjaren
Maandag 25 september 1961
ZEEUWSCH DAGBEAD
Pag. 2
Alles bekeken
Zonder
aanzien
Niet geweten
Geen monument
Waarschuwing tot ouders
van Roermondse jeugd
Met brommer gevallen
DE JAREN
IIIIIIIIIIIIIIUIIIIlllllllllllllllllllllllllllllllltlllllilllllllllllltlllHOIItlllllllh
'40-45
MIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIillllllllllllllllllll
door Louis Sinner
P 10 MEI 1940 's middags om half zes zag ik hoven
Nijmegen een eenzaam Brits jachtvliegtuig neerschie
ten. Ik vond het een beetje belachelijk dat het kleine
vliegtuigje zich in die helblauwe lentelucht had ge
waagd, terwijl duizenden zwaarbewapende Duiste soldaten onbe
zorgd en chocolade-kauwend door de Nijmeegse straten slenter
den. Als veertienjarige jongen voelde ik een doffe wanhoop in
me opkruipen: Hoeveel zou er moeten gebeuren, voordat alles
weer normaal zou zijn? Ik twijfelde er niet aan, of alles zou eens
weer normaal worden, maar onberedeneerd wist ik, dat het heel
lang zou duren en dat het een dorre verschrikking zou worden.
DE uitgeverij „De Bezige Bij"
heeft mij in twee avonden de
gehele oorlog, zoals ik en mil
joenen andere- Nederlanders
hem hebben beleefd, nog eens mee
gemaakt. Het boek „De Jaren '40
'45, een documentaire" is als een
soort „tijdmachine", de klok wordt
twintig jaar teruggezet en alles
wordt weer doffe werkelijkheid.
Met mij waren ongetwijfeld vele dui
zenden Nederlanders in 1940 met heel
erg bang voor de oorlog. Een tijd van
crisis en dorre uitzichtloosheid was er
aan voorafgegaan. Men vond algemeen
„dat er maar eens iets moest gebeu
ren".
Maar toen wij in Nijmegen in de
nacht van 9 op 10 mei 194Ö om half
twee waKker werden, was „het al
gebeurd. Het resultaat was onmiddel
lijk al weinig hoopgevend voor hen,
die van een oorlog een soort bevrijden
de zuivering hadden verwacht. Voor
dat we goed wisten, wat er precies
aan de hand was, plakten zelfverze
kerde Duitse soldaten proclamaties
op de muren: „Jeder burger is ver
plicht zijne bezigheden na te gaan".
Ik heb de proclamatie in het boek van
De Bezige Bij teruggevonden.
Na vijf dagen was alles bekeken.
Nederland was de les van een voor-
-oorlogs politicus niet vergeten en ging
„zich aanpassen". Op 17 mei schreef
een journalist in een groot landelijk
dagblad, dat hij zich een beetje had
geschaamd over de lamme Nederlan
ders. die zo afstaken tegen de goed
moedige, doelbewuste Duitse soldaat.
Dezelfde dag verscheen de eerste
„Geuzenkrant". In „De Jaren '40
45, een documentaire" zijn beide ge
schriften te vinden.
Twee betrekkelijk kleine groepen uit
het Nederlandse volk hadden zich dus
onmiddellijk aangepast: Mensen die
een kinderlijk onbeholpen verzet gin
gen voeren, en een groep laffe oppor
tunisten. Nu, twintig jaar later, heeft
het vaak de schijn dat de opportunis
ten hebben gewonnen. De journalist,
die zich op 17 mei 1940 zo schaamde
over zijn volk, schrijft in dezelfde
krant in dezelfde rubriek onder dezelf
de schuilnaam nog steeds artikelen.
Nu geeft hij zo nu en dan een fikse
scheldpartij op de Duitsers ten beste.
Het merendeel van het Nederlandse
volk was minder kordaat in zijn keu
ze. Het boek getuigt ook hiervan. Een
lawine Duitse bepalingen stortte zich
over Nederland uit. Het boek geeft er
een bloemlezing van. Wie met mij in
1940 veertien jaar of ouder was, zal
het zich al lezende weer visueel kun
nen herinneren. Mussert kroop van
een vliering en begon te schreeuwen
over wraak en bloedverbondenheid.
Een Oostenrijker nam zijn intrek op
het Binnenhof.
Temidden van de documenten, die
deze trieste gebeurtenissen vermelden
geeft het boek de beroemde open brief
van generaal Winkelman. Voor ons
werd hij in 1940 door dit vergeefse pro
test een stralende held. Naast deze
openlijke actie kwamen de clandestie
ne schotschriften, kleine onbeholpen
gedichtjes, kinderlijke karikaturen en
een enkel vers dat door een begaafd
mens was geschreven: „Vliegers die
genade kennen, die hebben Rotterdam
verbrand".
onder
„Dit boek is niet onder auspiciën
van het rijk uitgegeven, omdat de
overheid zich wellicht niet met alle
opgenomen documenten had kunnen
verenigen", werd bij „de doop" van
het boek gezegd. Deze veronderstel
ling wordt aannemelijk als men ziet
hoe de samenstellers (Leonard de
Vries, drs. A. H. Paape en Han de
Vries) het beeld van Nederland in oor
log zonder aanzien des persoons heb
ben opgebouwd.
Bij voorbeeld de vergissing van en
kele nu weer prominente politici,
die de Nederlandsche Unie oprichtten
en in het „Manifest aan het Neder
landsche Volk" verklaarden: „Wie
zich afzijdig houdt, schaadt de Neder
landsche zaak"
De eerste vijftig bladzijden beschrij
ven het meest uitzichtloze deel van de
oorlog in Nederland. Het verzet was
nog zwak en onbeholpen. De Duitsers
waanden zich goden De „aanpaSsers"
vormden de overgrote meerderheid in
ons land en deden nijver hun best.
Een enkele ambtenaar weigerde de
ariërsverklaring te ondertekenen en
verdween naar een concentratiekamp,
maar over het algemeen gingen amb
tenaren, politiemannen, fabrikanten,
arbeiders, spoorwegpersoneel en de be
oefenaars van vrije beroepen plichts
getrouw voort met hun werk dat voor
een groot deel in dienst van de Duit
sers was gekomen.
Enkele universiteiten doorbraken
openlijk deze algemene laksheid, toen
de Joodse hoogleraren werden ontsla
gen en een enkele arbeidersorganisa
tie richtte steunfondsen op voor hun
getroffen collega's.
Als een zielloze robot ging de bezet
ter echter verder voort zijn heilloos
programma te verwezenlijken. Illega
le bladen, die binnen het jaar talrij
ker en beter werden, mochten steeds
opnieuw een beroep doen op het Neder
landse volk om zich te verzetten te
gen de toenemende terreurde joden
verdwenen, de Februari-staking in
Amsterdam vond geen weerklank in
Nederland en het merendeel van het
Nederlandse volk beperkte zich tot een
angstig toezien en scheldpartijen bin
nenskamers.
„Dat hebben we niet geweten", is
de algemene verontschuldiging ge
weest toen vooral tijdens het pro
ces Eichmann bleek, dat tachtig
procent van de Nederlandse joden een
afgrijselijke dood in Polen had gevon
den. Op bladzijde 66 van het boek
staat in een vlugschrift dat oproept
tot staking, tot hulp aan joden en tot
weigering van dienstbetoon aan de be
zetter: „Honderden jonge joden wer
den met ruw geweld en volkomen wil
lekeurig van de straat in arrestanten
wagens gesmakt en weggevoerd naar
een onbekend verschrikkingsoord".
Dit vlugschrift is vooral onder de
tramconducteurs, de politiemannen, de
ambtenaren en het treinpersoneel van
Amsterdam verspreid, maar de hon
derdduizend Amsterdamse joden zijn
mede door toedoen van „plichtsge
trouwen" uit deze groepen naar Aus-
witsch gegaan.
Na de oorlog promoveerde het Ne
derlandse volk zich gemakshalve tot
een dapper volk dat onversaagd de
barbaar had durven te weerstaan. Op
bladzijde 188 van het boek blijkt ech
ter dat er tijdens de oorlog mensen
waren, die hier anders over dachten.
Een illegale schrijver goot in een ar
tikel -O, wij Nederlanders zijn zoo
„goed"— zijn bittere gal uit over de
jansalie-geest van het Nederlandse
volk, dat een klein groepje het dode
lijke werk liet doen en dat klaarstond
met kritiek als iets misliep.
Het boek dat De Bezige Bij heeft
durven uitgeven, is geen monument
Een typisch voorbeeld uit het boek „De jaren '4045 een documentaire"
De twee zijden van de Nederlandse oorlogstijd.
van eer en hulde geworden voor het
Nederlandse volk. Het werk toont pijn
lijk duidelijk aan, dat slechts een heel
klein groepje een bijna onmenselijk
zware taak op zich heeft genomen.
Deze taak was toen levensgevaarlijk
en is naderhand nooit gewaardeerd
door hen, die er de vruchten van heb
ben geplukt.
De figuren die in de dorre donkere
tijd niet alleen hun normaal menselij
ke plicht hebben verzaakt, maar zelfs
het kleine groepje standvastigen aan
terreur en marteling hebben overgege
ven, krijgen nu koninklijke onderschei
dingen en bureaucratische bewindslie
den zoeken spitsvondige juridische ar
gumenten om dit goed te praten.
Voor ons, die twintig jaar later dank
zij dat kleine groepje de balans kun
nen opmaken, is het boek „De Jaren
'40'45 een documentaire, geen prettig
boek. Het is als een mokerslag
die zelfs in de beschermde wel
vaartsstaat doordreunt. Daarom is
het een goed boek. De tecrnische
verzorging is uitstekend uitgevoerd
maar heeft het boek helaas vrij
duur gemaakt. Het is te hopen dat
De Bezige Bij in de toekomst ook een
goedkopere uitgave zal kunnen verzor
gen, zodat dit monument van Neder
land in oorlog in vele huisgezinnen een
plaats zal krijgen.
85
De redders naderden, maar Adri-
aan hing bewegingloos aan het krib-
baken. Hij hoorde de riemslagen
doch hij kon geen geluid geven oi
zich bewegen. Het water was tot
aan zijn nek gestegen, maar stil en
wit stak zijn hoofd er bovenuit.
Verstijfd was hij en hulpeloos, maar
zijn zintuigen werkten en hij zag
hoe de boot rond de krib voer en
hem zocht.
Het was donker en niemand van
de redders zag het hoofd dat op de
golven lag.
„Hier is het niet," hoorde hij zeg
gen en hij zag de boot wegvaren
naar een andere krib.
Gillen wilde hij, doch zijn tong
was machteloos en hij doorstond in
deze ogenblikken een onmenselijk
lijden.
Doch de boot naderde weer de
redders kwamen nader nader
nader.... zij voeren tegen het krib
beken aan en het hoofd van Adriaan
verdween onder het vaartuig dat
hem zocht te redden.
Een van de redders schreeuwde
opeens: Ho. ho hier is hij
ik zie zijn hoofd.
Hij was gevonden. Zijn handen
werden losgebroken van het kribba-
ken en als een stijf stuk drijfhout
werd hij aan boord gehesen. Spre
ken kon hij niet, zelfs niet met de
ogen knipperen, ma,ar 'hij voelde dat
alles ten slotte toch nog goed zou
komen en bij liet zich wegdrijven op
de donkere golven die hij om zich
heen voelde.
In Drlmmelen werd hij deskundig
onder handen genomen, een paar
scheuten cognac deden wonderen,
hij ontdooide en toen hij onder de
dekens lag kwam als vanzelf zijn
stem terug. Vertellen wat hij door
staan had kon hij niet. pas als
Sjefke binnen was zou hij kunnen
slapen.
Sjefke werd binnengebracht. Toen
de redders bij hem aankwamen von
den zij hem nog bij bewustzijn,
maar Tony lag buiten kennis naast
hem. Die wa-s bezweken onder de
kou en de angsten over zijn vriend
die maar lag te kreunen en waar
voor hij niets kon doen.
Tony kwam spoedig bij en Sjefke
werd naar het hospitaal in Tilburg
vervoerd waar hij een paar dagen
later overleed aan zijn wonden.
De laatste crossing was gedaan,
het land hing. vol met kleurige vlag
gen. Het bloed van Sjefke was het
laatste dat vloeide voor de vrijheid
van on,s land.
Geruisloos stroomde het water van
de Amer door zijn zomerbedding.
Aan een strakke hemel stond een
pralende zon in warme gloed. De
Biesboseh was intens groen, slechts
hier en daar was er een lichtplek
van een open polder. Kleine schadu
wen gleden over het zonnige land.
Dat waren de mensen die terugge
keerd tot hun geboortegrond, weer
leefden in de regelmaat van ploegen,
zaaien en oogsten.
Vastgekleefd in de modder van de
rietgorzen lagen de doorschoten bo
ten van de crossers die verlorenge-
gaan waren in een fel vuurgevecht
met de nu verslagen vijand.
De welige groei van de grienden
en gorzen bedekte de laatste sporen
van de oorlog. Binnen de kaden
grijnsden echter de puinhopen van
de boerderijen en de arbeid op de
velden was in tegenspraak met de
loop der seizoenen. Hoewel het al
midzomer was, warén de boeren nog
aan hun voorjaarswerkdoch nie
mand klaagde. De oorlog was voor
hij en nu zou alles weer goed wor
den.. Het gehele volk dacht zo, de
roes der bevrijding was uitgewerkt,
maar de blijdschap was gebleven.
Alleen de strijders uit de voorbije
donkere jaren voelden zich nog niet
thuis in deze wereld van vrede. Al
les ontwikkelde zich zo geheel an
ders dan zij het in hun geestdrift
hadden voorgesteld. Zij konden een
gevoel van verbittering niet onder
drukken want zij wisten dat zij ge
vochten hadden om vrijheid voor
het gehele volk. Maar zij hadden
zich deze vrede en vrijheid wel wat
anders voorgesteld.
Maar op deze zomerse dag dacht
Leo niet aan verbittering. Hij genoot
van het leven dat zo mooi was, zo
rijk en zo goed'.
Heel vroeg in de morgen was hij
met Adri uitgevaren voor een tocht
door de Biesboseh. Zij wilden de
plaatsen terugzien die zo vol waren
met herinneringen.
Hun boot was niet mooi en de mo
tor had lelijke kuren, maar ook dit
kon hun dag niet verzuren. Zij had
den elkaar, het was zomer en de
Biesboseh lag voor hen open.
„Toch was het een prachtige tijd,"
antwoordde Leo uit de grond van
zijn hart.
„Weet je nog van Dove Jan...?"
„En van Luie Jan...?"
„En van Zwarte Piet en de an
dere Pieten....?"
„En van Dutch
Er kwam geen einde aan de her
inneringen.
Leo wees precies de plaatsen:
Hier werden vijf Duitsers ingere
kend, hier lag Cor toen hij gewond
was en hier... en hier....
Aan bijna elke vierkante meter
grond kleefde een herinnering. Zij
moesten zich losrukken van de plaats
die voor zovele Duitsers noodlottig
geworden was.
Daarna voeren zij langs Janna-
zand.
„Hier werd Schele Piet gevangen
genomen," zei Leo.
Op de Lepelaar gingen zij aan de
wal. Hand In hand liepen zij naar
de plaats waar Sjefke urenlang had
liggen wachten op de hulp die maar
niet komen wilde.
De mijnen waren opgeruimd, maar
zwarte grond waarop geen gras
groeide wees de plaatsen aan waar
de opengereten koeien en paarden
begraven lagen.
Stilzwijgend stonden zij daar, het
leek alles zo onwezenlijk. Sjefke was
er niet meer, maar het scheen alsot
hij naast hen stond en vertelde van
zijn lijden in die verschrikkelijke
uren.
Zij kwamen ook op Het Ganzennest.
Onafzienbaar waren de grienden
rondom de heuvel. Hier lag het ge
vangenschip en daar werden de dood
vonnissen voltrokken.
Met een boog liepen zij om de
graven der Duitse soldaten heen.
„Waarom deden wij dat eigenlijk,"
vroeg Adri. „Haat jij de Duitsers
nog?"
Leo haalde de schouders op. Had
hij de Duitse soldaten wel ooit ge
haat? Zij waren de vertegenwoordi
gers van een regiem en dat regiem
naatte hij met al de kracht die in
hem was.
„Geef een antwoord," drong Adri
aan.
„Ja en neen.
„Dat is geen antwoord., je moet
me niet ontwijken!"
„Och.. Heinz heb ik niet gehaat
en Karl ook niet, maar de SS.ja
imilllllUmillHIIIIIIIIIItlllMIIIIIIIHUItllllllllllllllliiliililtliMiiiiiiiiiilllflilllllilB
door C. Baardman
ItllllllllllllllllllllllllHIIIIIIIIIIIMIIIIINIIIIIMlMIIjllllllllllllllllllllllllllllllllltlllll
die heb ik gehaat. Ik haat hen nog!
Denk aan onze doden, aan het kamp
waarin zij mijn ouders hebben ge
stopt omdat zij mij niet vinden kon
den. Aan het kamp waarin jij mis-
nandeld bent.. Denk aan de Joden
en de miljoenen andere slachtoffers
Zou ik dat tuig niet haten, dat broed
sel uit de hel? De soldaten van de
Wehrmacht knepen soms een oog
dicht, maar heb je ooit gehoord van
een SSer die mededogen had met
zijn onschuldige slachtoffers?"
„Maar zij waren toch ook mensen
met gevoel?"
„Zo kan ik hen niet zien, zij wa
ren robots zonder geweten en met
afgestompte gevoelens. Mijn vingers
jeuken als ik aan hen denk."
„Je hebt dus geen schuldgevoelens
over de vonnissen die hier voltrok
ken zijn?"
Deze vraag deed Leo pijn. Tijdens
de oorlog leek alles zo gewoon. Hij
had mee doodvonnissen uitgesproken
en dat was goed het kon niet an
ders. Doch na de oorlog was hij gaan
twijfelen aan dit „niet anders kun
nen." Zij hadden twee schepen met
krijgsgevangenen en een derde schip
voor de SS had er wel bij gekund.
„Wie het rwaard neemt zal door
het zwaard vergaan." Deze Bijbel
woorden hadden hem lang bezig ge
houden. Ten slotte had hij een ver
klaring gevonden die hem bevredig
de. Deze woorden golden de gewel
denaars. Hitler had het zwaard ge
nomen en hij was door het zwaard
vergaan. Voor hen die zich tegen het
geweld verdedigden golden deze
woorden niet. Zij vochten om huns
levens wil!
De redenering klopte, doch er
bleef iets angelen. Het ging niet om
de Duitsers die hij in een gevecht
gedood had, maar om de gevonnis
te SSers die hier neergeschoten wa-
maar.
Dit „maar" waarop hij geen ant
woord wist, maakte hem onzeker
en het bedierf het ogenblik van weer
zien van de plaats waar hij zo lang
gevochten had tegen een overmach
tige vijand.
„Zullen we gaan," vroeg hij.
„Wil je geen antwoord geven?"
„Ik wil wel, maar ik kan het niet,
alles lijkt heel anders dan een jaar
geleden."
„Bestaat de mogelijkheid dat de
doden tussen jou en mij komen te
staan?"
„Belachelijk ik ben geen moor
denaar die achtervolgd wordt door
de schimmen van zijn slachtoffers."
„Droom je nooit?"
„Ja zeker, dikwijls van jou."
„Dat is flauw., een grap met een
bijsmaak."
„Wat wil je dan? Je eist van mij
antwoord op een vraag waarop ik
geen antwoord weet. .vroeger waren
wij handiger in het ontwijken van
antwoorden, weet je nog hoe we lie
gen konden als we door de Duitsers
verhoord werden?" Gewillig liet Adri
zich naar een zijspoor rangeren. La
ter als er meer afstand gekomen
zou zijn tussen hen en het nabije
verleden, konden zij samen in een
rustig uur naar het antwoord gaan
zoeken.
(Wordt vervolgd)
Zo was het vijf lange jaren.
Advertentie
Drijf de onzuiverheden
uit Uw bloed.
Daarmee verlost ge Uzelf
van Rheumatische Pijn.
Kruschen Salts is daartoe het aange
wezen middel. Dat komt omdat de
stimulerende werking van Kruschen de
bloedzuiverende organen weer tot jeug
dig-krachtige werking aanspoort. Zo
dra dat gebeurt kunnen onzuiverheden
in 't bloed zich niet meer vastzetten,
die nu prompt worden afgevoerd langs
natuurlijke weg. En daarmee bheoren
Uw pijnen dan tot het verleden. Geen
wonder dat duizenden lijders aan rheu-
mathische pijnen de werking van Kru
schen een verlosisng vinden.
Tien arbeiders kwamen om het le
ven. toen gisteren een in aanbouw zijn
de brug voor een autoweg in de buurt
van Rome instortte.
Van onze correspondent
ROERMOND In overleg met politie
en justitie heeft de r.k. geestelijkheid in
Roermond zondag in alle kerkdiensten
gewaarschuwd tegen de toenemende ze
denverwildering in deze stad.
In een gezamenlijk schrijven wees de
feestelijkheid op het grote aantal zeden-
elicten, speciaal onder de jeugd van
veertien tot achttien jaar.
De boodschap was vooral tot ouders en
opvoeders gericht.
Een uitbarsting van een vulkaan op
het eiland Hawaii bedreigt verscheide
ne dorpen. De berg spuit de roodgloei
ende lava bijna honderd meter de lucht
lin. De bevolking is geëvacueerd.
63. „Wat ik wel eens zou willen weten noos. „Wat komt mij dat toch bekend
v j --== -> voor. Laat eens zien, die prenten.."
Zodra hij ze in handen had, slaakte
hij een kreet.
„Maar dat zijn mijn kaarten!" riep
hij uit. „Tientallen jaren geleden kreeg
ik ze om de zoveel tijd toegestuurd. Dat
was in de tijd dat Al Kapoen op het
rechte pad wilde terugkeren. Ik heb er
nooit iets van begrepen en later heb ik
ze eens allemaal van de hand gedaan."
De oudjes barstten in krakend lachen
uit.
zei Kappie, toen vriend en vijand
achter de erwtensoep verenigd waren,
„hoe jullie ja op het overgehaalde idee
kwamen dat de maat „Tante Cato" zou
zijn, de vertrouweling van Al Kapoen."
„Heel eenvoudig.." zei Trekker-Harry.
„Hij had alle prentbriefkaarten, die Al
Kapoen vroeger aan Tante Cato stuurde
om te vertellen waar hij de poet had
verborgen."
„Weer die naam tante Cato.. weer die
prentbriefkaarten.." mompelde Long-
„Hihi! Haaha! Dan was jij tante Ca
to, stille!" riepen zij.
Kappie knikte.
„Blijkbaar wilde Kapoen niet, dat het
geld bij de bende terugkwam", zei hij.
„Daarom liet hij jou als politieman we
ten, waar je er naar moest vissen. Ha-
ha! En dat heb jij nooit begrepen.. Het
is me ja wat!"
„Voortaan koop ik nooit meer prent
briefkaarten die aan tantes zijn ge
richt", besloot de maat. „Het is duide
lijk, dat daar niks goeds van kan ko
men."
KOUDEKERKE. Het nieuwe ge
bouw van de Coöperatieve Boerenleen
bank „Koudekerke" aan de Kerkstraat
zal maandag 9 oktober om vier uur
officieel geopend worden door de eer
ste burger van Koudekerke. Wie de
sleutel de burgervader zal aanbieden,
moet nog een verrassing blijven.
BERGEN OP ZOOM. Op de Ant-
werpsestraat te Bergen op Zoom vond
zaterdagmiddag een ongeluk plaats G.
van I. uit Tholen kwam op zijn brom
fiets over de zeestraat gereden en
wilde de Prins Bernhardlaan indraai
en. Omdat zijn trapper in aanraking
kwam met de trottoirband kwam hij
te vallen en bleef bewusteloos liggen
Een dokter verleende de eerste hulp
en liet hem per ziekenauto naar het
Algemeen Burger Gasthuis overbren
gen waar men een hersenschudding
cor. -^teerde. De bromfiets werd eru.
stig beschadigd.