NATTE VOETEN HALEN BIJ STILLE DAVIDSPLASSEN Een bosrijke streek wordt bij getrokken' VELPON NOG EEN HAP BUITENLUCHT GROT VAN HAN: EERBETOON AAN PERK 1KAPPIE en het geheim van de oude prentbriefkaarten In het sompige Drentse land Pag. 2 DE TINTELS FLITS GORDON in hef heelal Dan Barry Zaterdag 16 september 1961 ZEEUWSCH DAGBLAD VUURSTORM TSTARTSAAN ONT— OPKOMSTVAN RUIMENV00RSTART.1 HETE ZIUDE 1 ZU) MOETEN WEG ZIJN i .MENEER. vXXVOORDESTORM A LOSBREEKT. DE EERSTE kolenman- nen zijn gesignaleerd en in de textielhandel begint de omzet van wollen ves ten weer heel langzaam op gang te komen. Het is niet leuk, maar we moe ten ons er maar bij neer leggen, de zomer raakt op. Maar dat is natuurlijk geen reden om bij de pak ken neer te zitten, of zelfs gewoon te gaan zitten. Wie naar buiten wil, kan zijn gang gaan. Wel even controleren of het regen jasje in de tas zit, want er mocht eens een buitje komen. En dan op sjouw. Dit keer hebben we nogal uit eenlopende plaatsen geko zen om te verpozen. Al lereerst, voor degenen die het lawaai zat zijn en wel eens in de stilte even op adem willen komen, een tochtje in Drenthe, bij voorkeur op de wandel schoenen. Voor degenen die liever wat verderop gaan, wippen we even de grens over en zien de grotten van Han, maar dan met een dichterlijk oog; en ten slotte voor de fietsers een maagdelijk gebied, zouden we kunnen zeggen, in de bossen onder Nijmegen, waar het eerste bruin al tussen de blade ren zichtbaar wordt. een zaterdagse rubriek voor vrijetijdstesteders en vakantiegangers NIET THUIS zijn op de vrije zaterdag, natte voeten halen in het sompige land bij de Davidsplassen, dat wil zeggen: er gens in het barre Drente, zonder een kacheltje in de buurt om de sokken te drogenvalt er eigen lijk wel iets voor te zeggen? Ja, zou ik willen zeggen, u moet het eens proberen. Drente is niet bar, maar liefelijk; geen enkele provincie in ons land ligt zelfs tot in de herfst zo mooi in het groen. De Davids plassen (genoemd naar een Drentse boer en niet naar de oud-testamenti- sche David) zijn prachtig; misschien is het nergens in ons land zó stil. Daarom heeft men de radiotelescoop van Dwingeloo juist in deze omge ving geplaatst; men wil daar van niets last hebben. U komt niet varende op de Davids plassen. U kunt er naar toe lopen of fietsen; het eerste is het beste. Start voor die tocht eens in Die ver; het ligt niet ver van het spoorstation Meppel. GAAF DORP Het is volkomen rustig in dit mooie Drentse dorp; toeristen zijn er steeds welkom, maar er wordt weinig actie gevoerd om ze te krijgen. Daarom is Diever met zijn unie- Advertentie se Dingspilkerk en het uit 1604 date rende Schuitehuis zo'n gaaf dorp ge bleven. De weg van Diever naar Dwingeloo loopt via Dieverbrug door een lande lijk gebied; het duurt nog even eer de bossen komen. Maar de weg is mooi, vooral in de herfst, als het wat stiller wordt op de boerenerven. Praat hier gerust met de mensen; ze hebben de tijd. UIT DE IJSTIJD Dwingeloo heeft een vreemde ui vormige koepel op de toren van z'n Sint Nicolaaskerk; zo op het oog iets bijzonders, maar er zijn nog veel in teressanter dingen in dit dorp. Het gletsjermeer Schurenberg uit de ijstijd, bijvoorbeeld. Of de oude grafheuvels, een eindje buiten het dorp. U hoeft, als u een eindje van de route afwijkt om er te kijken, van de totale lengte van deze tocht niet meer dan dertig km te maken. Na Dwingeloo loopt u eerst over een eindje fatsoenlijke straatweg, maar bij de eerste viersprong moet u recht door in de richting die een bord met „Kam- peercentrum de Noordster" u wijst. Een uitermate slechte weg, vooral in september en oktober; zelfs een voet- -H- -M- DE STAATS- en andermans bossen die ten zuiden van Nijmegen tot over de grens met Limburg reiken, beslaan ettelijke honderden bunders oppervlakte. Die bossen vormen natuurlijk gretige trekpleisters voor vakantie- en vrije-dag-vierders, maar het kan beter, en om de hele streek toeristisch „bij te trekken" heeft de rijwielpaden vereniging „Rondom Nij megen" nu een plan opgezet voor de aanleg van ruim 70 km fietspad. Goed twintig kilometers hiervan zijn al klaar. Feitelijk kennen de staatsbossen maar een paar weken per jaar een druk bezoek: in de bosbessentijd. Hon derden Groesbekers, en zij niet alleen, trekken dan dagelijks de bossen in om de kleine blauwe bessen met emmers vol te plukken. De nijvere plukkers laten 's avonds met graagte hun buit achter bij de opkopers die de besjes fluks doorsturen naar de jamfabrieken. Zo ingeworteld is dit gebruik, dat de Groesbeekse schoolkinderen er ver vroegd zomervakantievoor krijgen en de plaatselijke winkeliers hun klanten rustig maandenlang poffen. Met de verdiensten van de pluk worden de rekeningen afbetaald. WIE NOG? Buiten de tijd der zwarte besjes is het stil onder de bomen. Wel lopen wat paden door de bossen en zelfs en kele autowegen, maar uitgestrekte delen ervan worden zelden of nooit door de mens bekeken. Alleen de wandelaar kan er terecht. En wie wandelt er nu nog in deze tijden? Aan die voor de massa (en de vreemdelingenindustrie) zo onbevredi gende situatie wil de vereniging een einde maken. Zij heeft een ambitieus plan opgesteld dat voorziet in de aan leg van rijwielpaden van in totaal zeventig kilometer lengte. De bossen moeten erdoor worden opengelegd maar ook een flink deel van het platteland van het Rijk van Nijmegen. Tevens voorziet het plan in de ontsluiting van de Ooypolder, die wonderlijke en zelfs hier en daar harre streek ten oosten van Nijmegen met de Waal als noor delijke, de heuvelrij van het Neder- rijkswoud als zuidelijke grens. SLINGERPAD Goed twintig kilometer van het plan ligt sinds enige tijd op de fietsbanden te wachten. Een stuk van veertien kilometer lengte voert van Groesbeek naar Heumen. Het kronkelige pad, ge deeltelijk verhard en gedeeltelijk ook in zanderige staat, leidt met veel om wegen naar beide doelen. Ook onder Overasselt en Wychen zijn enkele stukken rijwielpad speciaaL aangelegd. Hoewel het losse vakken zijn, knopen ze toch aantrekkelijke streken aan elkaar. Helaas zal het nog wel even aanlopen eer de res terende vijftig kilometer zijn uitge spannen. De aanleg van de fietspaden geldt namelijk als een typisch werk verruimingsobject .g. In de bossen tussen Overasselt en Nij megen liggen vennetjes en afgesneden Maasarmen. Door de activiteiten van de Rijwielpadvereniging zijn deze plasjes nil gemakkelijk bereikbaar gemaakt. 6 Wie een joio bij de Davidsplassen wil maken, keert soms onverwijld terug. ganger moet er aarzelend zijn route bepalen. Links ligt het kampeercentrum: een kampterrein met een aantal va kantie-bungalows. Bekijk het even en ontmoet er desnoods de beheerder Kol man, die het in deze tijd van het jaar niet druk heeft', een baardige wika, die voor dominee studeert en die naast schaken het rijden in een bijna afge dankte jeep dwars door het mooie Drente als hobby heeft. Langs een paar slingerpaden achter hef kamp komt u bij de radio-teles coop-, een enorm gevaarte, dat zich rustig aftekent tegen de herfstlucht. Het doet geen afbreuk aan de stilte. Dit is een van de mooiste gedeel- ***#*#*-«-* DE MENSEN uit de lage landen bekend te willen maken met de druipsteengrot, die het dartele riviertje De Lesse in de kalksteengrond van het plaatsje Han heeft gecreëerd, zou zowat gelijk staan met hun te wijzen op de kaas markt in Alkmaar of Sijtje Boes in Marken. Voor hen, die zo'n drie uur in de onderwereld nog eens willen over doen of voor de anderen, die dit met een fris oog gaan beleven, is er nu een kleine surprise. Wie zich nu bij het uitvaren van de grot niet laat overdonderen door het bekende kanonschot, dat de onver schillige -kanonnier maar steeds staat af te vuren, moet onvermijdelijk oog in oog komen met de gedenkplaat ter ere van Jacques Perk. Daar waar men, knipperend tegen het licht van de bovenwereld, even voor een overhangend rotsgesteente moet buigen, wordt door een plaat in onze eigen taal verteld, dat de dichter op een julidag in 1879 zijn historisch geworden bezoek aan de grot heeft ge bracht. SAMEN Literatuur en toerisme, u zult het straks zien, gaan hier samen. Dominee Perk, de vader, had reeds herhaalde lijk de Ardennen bezocht toen hij op die bewuste dag met zijn zoon Jacques in gezelschap van een Brusselse ken nis de grot ging bekijken. Voor een toch al zeer gevoelige jon geman uit de laatste dagen van de ro mantiek was het echter een schokken de belevenis. In een staat van hevige opwinding verliet hij de grot en toen het rijtuig, dat het gezelschap naar La Roche had gebracht, die avond bij het „Hotel du Nord" stopte, moet de jon ge Perk nog steeds in de ban van de overweldigende natuurimpressies heb ben verkeerd. VOOR SENIOR OOK Zonder overdryven mag dus wor den beweerd, dat op die gedenkwaar dige julidag van '79 vanaf Han sur Lesse tot aan La Roche en Ardennes de memorabele sonnettencyclus werd geboren, waarmee de jonge Perk de beweging van tachtig hielp inluiden. De gedenkplaat aan de uitgang van de grot brengt dit thans in herinne ring. Daartoe heeft echter de rol van de Perken in de Ardennen en omge keerd zich niet beperkt. Heeft u de weg van de dichter nog eens overge daan, dan zult u even buiten de kom van La Roche langs de weg een ge denksteen aantreffen met eveneens de ze familienaam erin gebeiteld. Die steen is een eerbetuiging van de vereniging van Ardeense schrijvers aan de nagedachtenis van Vader Perk. De goede man heeft namelijk de Ar- dennenbewoners aan zich verplicht door het eerste, althans bekende werk in de Nederlandse taal over de Ar dennen te publiceren. 9 Hij heeft dit indrukwekkende ge bied toeristisch voor Nederland hel pen ontsluiten. ten van Drente; in de voorzomer bloei en er de krentebossen, maar in deze tijd van het jaar zult u het met de heide moeten doen. En dan komt u, rechts afslaan de, tenslotte aan de Davidsplassen. Ze weerspiegelen de wolken in het gladde water. De stilte is er bijna beklemmend# DRASSIG Het land rondom, de plassen is dras sig; wie zich er op waagt om een fo to te maken moet soms schielijk naar hogere oorden vluchten. De Davids plassen zijn een natuurmonument; wie niet lid van de Vereniging tot behoud van natuurmonumenten is, moet op een gepaste afstand blijven. Dat heeft één voordeel: hij krijgt geen natte voe ten. Maar wie ze wel krijgt, zij tot troost dat ze wel weer droog worden op de mooie wandeling terug naar Dwingeloo. Het tijdperk van de bikini's en de bruine •uggen is weer voor een jaar voorbij, kunnen we gevoeg lijk zeggen. De levertraan is alweer de zonnestralen gaan vervangen en we moeten onze genoegens anders inrichten. Wie het behangen van de kamer nog even wil uitstellen en nog een graantje buiten lucht wil meepikken, kan een voorbeeld nemen aan de heren die zich tussen het riet hebben ver schanst en in hun roeibootje een visje trachten te verschalken. Daar moet u dan niet te lang mee wachten, want ook dat seizoen loopt al langzaam naar zijn eind. Voor het geval u het besluit neemt: Goede vangst! AKZALPAUL'ES VERRAS- V >SEN DIB EEUWIGE WORST-' TUSSEN Z'N BROOD ZAUJ' 20 GEK 5CHAT—HET WASTOCH NIKS WARM VANDAAG, MAAR TOEN IKM'N BROOD UITPAX-v. TE WAS HET BEDORVEN OF i ZOI ETS IK HEB 'T MOE - TEN WEGGOOIEN.' door Bi KFS opera mundi WAT EEN ONBESCHRIJ FELIJKE PRACHT. Illllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllli 56. Kappie's ontroering bij het wee zien van de maat uitte zich in eei langademige stroom forse woorden. ..Overgehaalde aardappelriep hij uit. Klont, die je bent! Wat heb je mij een bult zorgen gegeven! Ik heb je toch gewaarschuwd dat Big City vol schuimers zat? Het is ja een wonder, dat je geen ernstige averij hebt igelopen! Afijn, iaat dit een les zijn. at je nooit meer van dergelijke on- •ermaatse streken op je kompas...." „Een ogenblik, voor u verder gaat!" kwam Longnoos tussenbeide. Hij bezag de maat langdurig door zijn vergroot glas. „Bent u er wel zeker van dat dit de vermiste stuurman is?" vroeg hij Kappie. „Het kan ook een vermom ming zijn....!" „Geen gezever, Longnoos!" zei Kap pie kort. „Ik herken de klont uit dui zenden!" „Dat is geen bewijs...." meende de speurder hoofdschuddend. Hij dacht even na en haalde toen zijn zakdoek te voorschijn, knoopte deze open en koos met zorg een witte baardhaar uit de inhoud.... 2-63. De vluchtende krijgsman had de teugels gegrepen en zette zijn paard aan, in de hoop, Otto te ontlopen. Maar het paard was door het lawaai onrustig geworden en steigerde. Met een paar sprongen was Otto erbij en met een goed gerichte vuistslag stortte hij zich op de krijgsman, die ruggelings op de grond tuimelde. De vier paarden bond hij bij elkaar, hij steeg op en begaf zich naar de plaats waar het gevecht was geweest. Het was duidelijk, dat er van enig handgemeen geen sprake meer was. Blijmoedig kwam Athelstan op hem toelopen om hem te begroeten. Natuurlijk waren de vier rijdieren hartelijk welkom. Nadat men onderling kennis had gemaakt en een verklaring had gegeven voor zijn aanwezigheid, zet te men zich in beweging. De lange Olie gaf de richting aan. Athelstan kwam naast Otto rijden. „Mijn moeder zal blü zijn, U te zien." zei hij. Advertentie Knutselaars lijmen met van Ceta-Bever

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1961 | | pagina 2