LAATSTE REIS WAS EEN FANTOOMREIS
Dag Coyali, je zult nooit
meer met bananen varen
I
wapen- feiten
Propaganda-
lectuur
uit U.S.S.R.
FILMS
BEULEN IN ZEELAND
't Schip waar een rode
draad doorheen loopt
Kinderroof te Overschie
bleek een misverstand
DR. ADENAUER
DOET ER EEN
GOOI NAAR
SEREC EN
TRIPTOLEMOS
Pompbedienden
op inbrekerspad
Pag. 5
Vazalstaatje
Vernietigende slag
Dit schip is dood
Stormram
V ollemaans gebitten
WAnöelinqen öoor öe zeeuwse histome
Beulswerk
Op het schavot
Salar
ras
VAN DER HEEM N.V.
VERHOOGT LONEN
Zaterdag 29 juli 1961
ZEEUWSCH DAGBLAD
4
r Van een onzer verslaggevers
TERNEUZEN. Als je via een zwiepend laddertje dat tegen een
pokdalige scheepshuid leunt een half gesloopt zeeschip beklimt,
dan moet je natuurlijk niet al te kinderachtig zijn. Reken minstens
op een paar roestvlekken in je pantalon, en op een stofwolk, die zich
kriebelend in je longen nestelt. Als het goed gaat heb je aan een
kleerborstel en een flinke hoestbui genoeg, maar als regel zul je
bovendien je overjas naar de stomerij moeten brengen en zelf in bad
moeten duiken.
Maandag de 24ste heb ik het avontuur gewaagd. De hoestbui, de
kleerborstel, de stomerij en het bad zijn er allemaal aan te pas ge
komen. En toch heb ik er geen spijt van.
Ik zal u vertellen waarom
*s Middags om vier uur (ik zei het
al, het was maandag de 24ste) heb ik
het Franse fruitschip „Coyah" beke
ken. Maar nou maak ik meteen al een
fout, want het ding waarover ik praat
is niet Frans meer en het is ook geen
schip meer. Wat het dan wel is valt
niet met zekerheid te zeggen. Zoals het
daar ligt, in één van die groezelige in-
steekhavens van het Terneuzense ka
naal, lijkt het alleen nog maar op de
schaduw van een boot. Als je aan boord
klautert, kun je je met een beetje fan
tasie voorstellen op een oorlogsschip te
staan, dat deerlijk gehavend uit een
verschrikkelijk vuurgevecht ontkomen
is en dat strompelend de thuisnaven
heeft weten te bereiken. Tot op een
meter of vijf boven de waterspiegel zijn
voor- en achterschip geheel weggesla
gen. De huidplaten zijn afgescheurd en
gerafeld en de wonden werden dicntge-
schroeid met een snijbrander. Aan
boord heerst een chaos, 't Is alleen
maar triest, om struikelend over de
meest uiteenlopende attributen, die
plotseling hun zin verloren hebben, van
voor- naar achterschip te lopen.
De Coyah was een fruitschip van
2800 ton. Het werd gebouwd in 1934,
in Frankrijk, en het wordt nu, 27
jaar later (27 jaar al?, waar blijft de
tijd!), bij de n.v. Schelde veem in Ter-
neuzen gesloopt. Ruim twee maanden
geleden heeft het zijn laatste bood
schap afgeleverd in Riga. Het was een
vracht bananen.
Deze gegevens werden mij door de
n.v. Schelde veem achteloos verstrekt,
maar toen ik de naam van die haven
plaats hoorde intrigeerde mij dat.
Riga, waar ligt dat? Weet u het?
Ik heb er een Duitse atlas uit het jaar
1952 op nageslagen, en ik kan u op
grond van dit topografisch wonder
verklaren dat Riga niet meer bestaat.
Deze atlas zwijgt over Riga, en hij
zwijgt over Letland, waarvan deze stad
de hoofdplaats was.
Laten we er geen doekjes om win
den. Wie praat er nu over Letland?
Wie heeft de moed over Letland te
praten?
De samenstellers van mijn Duitse at
las hebben die moed niet gehad. Ge
hoorzaam aan Joost mag weten wat
voor vreemde influisteringen, hebben
ze Letland weggemoffeld in de muil
van de Russische beer. Ze hebben er
een Russische provincie van gemaakt,
een vazalstaatje. En ze zijn helemaal
vergeten net zoals wij trouwens
dat Rusland tegen koloniaal bewind
was.
Maar waar maken we ons druk over.
Over een paar kleine Oostzeeland jes,
die bij wijze van grap ingeslikt werden
door Russische imperialisten? Kom
nou, laten we liever de „vrede" bewa
ren en Letland vergeten. Laten we
trouwens Estland en Finland en Littau-
en ook maar vergeten. En Oost Duits
land, Berlijn, Polen, Hongarije, nou ja,
laten we het niet te ingewikkeld ma
ken, en laten we vooral de „vrede"
bewaren.
In Terneuzen wordt een kleine rot-
boot gesloopt, een onnozel scheepje
van 2800 ton. Lieve mensen, waar pra
ten we over? Moeten we nou een krant
vol schrijven over een hoop schroot?
Jawel, maar wacht u even, want deze
hoop schroot heeft een rare sprong ge
maakt, eigenlijk een hoogst interessan
te sprong. Langer dan een kwart eeuw
heeft dit scheepje de zeven zeeën door
kliefd, het heeft gevochten in een we
reldoorlog en soldaten en tanks naar
vreemde stranden gesleurd. Wie zal
het zeggen. Maar de laatste trip is de
raarste geworden. De laatste tocht
werd een fantoomreis naar een landje
dat van de kaart is geveegd. Toen was
het afgelopen.
Een hol schip, leeg als een spelonk,
steigerde over de Russische baren, en
zette koers naar een ander landje, dat
nog niet van de kaart is geveegd. Daar
viel de slopershamer.
Vijf weken zijn de mannen van de
Scheldeveem nu bezig hun vernietigen
de slag te slaan. Een rechtgeaard zee
man zou het de meest ergerlijke vorm
van vandalisme noemen.
Breng dat schip tot zinken, en laat
het rusten op de bodem van de oce
aan", zou hij zeggen.
Heeft het daarvoor de vernietigende
salvo's van Duitse U-boot-flottieljes ont
weken, om nu in elkaar getrapt te wor
den tot een zinloze hoop schroot?"
Maar zakenlieden denken daar an
ders over. Het karkas van dit schip
wordt uitgedrukt in cijfers, in tonnen
staal. Die cijfers krijgen dan op een
wonderlijke manier betekenis. De ma
chine, die de schroef 27 jaar heeft
voortgedreven, zal waarschijnlijk in
z'n geheel worden verkocht. De rest
van het schip wordt afgemaakt.
Met sissende snijbranders, die overal
vonkenregens sproeien, wordt de eens
zo trotse boot in willekeurige repen ge
scheurd Een nauwkeurige demontage
komt veel te duur en zal niet opwegen
tegen de schrootprijs.
Ais ik de roestige dekken betreed, en
wadend door stof en rommel een klei
ne speurtocht onderneem, zie ik over
al de restanten van menselijk leven. In
een donker appartement, waar een ver
waarloosd scheepsfornuis staat, draai
ik aan een schakelaar.
Waarom weet ik niet.
Verwacht ik misschien dat er een
rood lampje op het schakelpaneel zal
gaan branden? Dan heb ik het mis.
Dit schip is dood.
Als ik achteruit loop trap ik op de
rand van een braadpan waarvan de steel
gevoelig tegen m'n been slaat. Aan
mijn zolen kleeft het Franse vet.
In de voormalige hut van de kapi
tein raap ik een vuile kalender op,
van de fa. Maurice Cheval uit Nantes.
„Fournitures pour la marine et l'in-
dustrie", staat er op en dit betekent
zoveel als Leveranties aan scheep
vaart en industrie".
Zinloze reclame in deze omgeving.
Het b^ 'je ..Défense de fumer"
in een de laadruimten doet mij
besluite n sigaret op te steken.
Het zijn xolle woorden geworden die
wachten op de smeltovens.
Op het bovenste dek, waarvan alleen
nog maar een fragment over is, sta ik
plotseling voor een kast waarop met
grote rode letters staat „Brassières de
sauvetage" (reddingsgordels). Bela
chelijk, bijna had ik gezegd: Red u zelf.
Als ik terugkom in een van de appar
tementen voel ik plotseling dat naast
mij iets beweegt. Met een ruk kijk ik
opzij en zie mezelf.
Ik sta voor een verweerde spiegel,
die nog boven de wasbak van de eerste
stuurman hangt. De kraan doet niets
meer, hij piept en draait dol. Op de
grond vind ik een in de Engelse taal ge
schreven propaganda-brochure uit de
U.S.S.R., die uitgegeven is in Moskou.
Dit vod, dat tot titel heeft „The Lenin
Central Stadion", is verlucht met tal
loze foto's van jonge „kameraden en
zwaar geboezemde kameradinnen", die
breed grijnzend het evangelie van de
stormram verkondigen. v
Elke bladzijde ademt Spartaanse trai
ning" en verkondigd dat stalen spieren
en een brede borstkas de peilers zijn
waarop een socialistische staat wordt
gebouwd. Als troost meen ik me te
herinneren, dat de Fransen bijzonder
slecht hun Engelse taal plegen te han
teren, waar overigens nog bijkomt dat
ik het prul opraapte in een rommel
hoek waar ook slierten toiletpapier la
gen.
Van dit laatste hoop ik dat het een
typisch Franse geestigheid is die de
stille wenk voor de slopers inhoudt dat
de door een sloopschip. En dat is wel
Russische propaganda-Iectuur alleen
maar in de richting van het toilet kan
wegdrijven. De vuilnisbak is een te gro
te eer.
Maar dit blijft natuurlijk een inter
pretatie waarvoor de gevleugelde woor
den gelden dat de wens de vader van
de gedachte is.
Als ik het boekje doorblader krijg ik
plotseling een lichte schok, en ik reali
seer me dat ik de draad van mijn ver
haal te pakken heb. Sowjetwerkers
lachen me toe vanuit hun aardse para
dijs, en ik denk: dus dit is Letland, dit
is Riga.
Ik heb Letland teruggevonden in Ter-
neuzen omdat ik de rode draad volg-
v.
vreemd, want de Coyah w.as een witge
schilderde boot, een vredesschip, dat ba
nanen bracht naar een land dat we
kwijt waren.
Maar nu hebben we het terug'
gevonden. Letland bedoel ik. De
mensen daar zijn gelukkig. Ze
lachen u gespierd toe met hun
vollemaansgebitten en ze eten
Franse bananen. En ik denk als
u er tenminste zin in hebt dat u
vrijelijk de haven van Riga mag
binnenvaren. Maar dan moet u
bananen meebrengen en uw foto
toestel thuislaten. En als u passa
gieren wil, dan zal de V.V.V. (Het
Vrije Vrijwillige Vredescorps)u
wel vertellen hoe u lopen moet.
Goede reis.
En wat de Coyah betreft, die ligt
op een Terneuzense operatietafel,
door L van Wallenbvrs
De straffen waren vroeger niet
mis. Soms had men een surrogaat-
beul: een gevangene die de vrij
heid kreeg als hij beulswerk wilde
verrichten. Niet elke plaats had
een eigen beul. Vanaf 150Q had
Middelburg er een, die ook dienst
deed in andere plaatsen van Wal
cheren. Het gebeurde wel meer
dat men een gevangene vroeg een
terechtstelling te willen uitvoeren
in ruil voor de vrijheid.
Het woord beul heeft geen mooie
klank. Als men van een boer zegt dat
hij een beul is voor zijn beesten, is
dat niet zo mooi. Nog erger als iemand
een beul is voor zijn vrouw of zijn
kinderen.
Het woord scherprechter klinkt beter.
Een paar oude namen zijn hangman
en meester met den zwaarde.
Als we het woord beul horen, denken
we meestal aan een doodvonnis dat
voltrokken moest worden. Toch had hij
nog veel meer te doen. Ik zal hier
enkele van zijn werkzaamheden opnoe
men, waarbij hij de leidende persoon
was. Barbaarse straffen waren het,
die gelukkig zijn afgeschaft. Het rechts
wezen stond een paar eeuwen geleden
op een lage trap.
Om iemand tot een bekentenis te
dwingen, werd een verdachte op de
pijnbank gelegd en daar op allerlei
onmenselijke manieren gefolterd „om
alzo de waarheid van de feiten, waar
mede men beschuldigd wordt en ande
re uit de mond te trekken."
In oude gevangenissen en museums
zijn er nog wel overgebleven.
En als het nu bleek dat de onder
zochte persoon totaal onschuldig was?
Dan kregen ze een som geld als smar-
tegeld. Maar intussen had je het toch
meegemaakt....! Vanwege de hevige
pijnen gebeurde het wel, dat een on
schuldige toch een bekentenis aflegde,
een valse om maar van de pijnbank
bevrijd te worden. Is het mensdom in
een paar honderd jaar veel vooruitge
gaan? Hoeveel onschuldigen hebben ge
durende de laatste oorlog bekend ver
keerd gedaan te hebben: de moderne
pijnbank noemt men hersenspoeling.
In de Franse tijd (1798) is de pijn
bank afgeschaft, tegelijk met andere
barbaarse straffen.
Hiertoe behoort de geseling, waarmee
men in vroeger eeuwen erg gul was.
Tot het werk van de beul behoorde
ook het smeren van de rug van een
gegeseld persoon. Na zo'n operatie
werd de delinquent meestal verbannen
uit stad of gewest. Dikwijls voor 100
jaar, dan kon hij dus nooit meer te
rugkomen. O wee, als hij zich toch
weer durfde vertonen!
Heel gewone (wat je gewoon noemt!)
straffen waren verder: iemand brand
merken, dat is met een gloeiend ijzer
een merk op een of ander lichaamsdeel
branden. Of bij iemand een oor afsnij
den, een vinger of de hele hand afhou
wen. Allemaal straffen, die niet de dood
ten gevolge hadden. Voor geringe ver
grijpen dus, meestal gevolgd door ver
banning.
Erger was het wanneer het schavot
werd opgericht. Op het marktplein voor
het stadhuis. Iedereen kon het zien, de
straffen moesten dienen als een af
schrikwekkend voorbeeld. De voltrek
king van de doodstraf had meestal
plaats door onthoofding, ophanging of
verbranding. Een enkele keer is er wel
eens iemand gevierendeeld en moest de
beul ieder mensenvierendeel op een
staak zetten.
Een misselijke plechtigheid die daar
aan op sommige plaatsen voorafging
was het galgenmaal. De veroordeelde
mocht voor zijn laatste maaltijd kie
zen wat hij het liefst wilde eten. Of
zijn laatste maal hem goed smaakte
valt te betwijfelen. Misschien beter aan
de mede-aanzittenden, zoals baljuw,
burgemeester, predikant, ziekentrooster
en de twee advocaten (van de veroor
deelde en van de baljuw), 't Was een
openbare maaltijd, waartoe ook het
publiek toegang had. Hieronder waren
vrienden en vijanden van de gevonnis
te, die tijdens het eten allerlei twistge
sprekken hielden, ja soms met elkaar
gingen vechten. Een stuitende verto
ning inderdaad.
Dan volgde de laatste gang van de
ter dood verwezene. In Middelburg
werd hij van de gevangenis op de Burg
Os-Gravensteen) gevoerd naar de vier
schaar op het stadhuis. Daar werd uit
het ruigregister nogmaals het vonnis
voorgelezen. De predikant en de zie
kentrooster, die hem iedere dag in de
gevangenis bezocht hadden, vergezelden
hem tot op het schavot, waar de do-
miné een openbaar gebed uitsprak.
Dan trad de beul naar voren en ver
richtte zijn werk. Hij was in het geel
gekleed met een rode muts op (geel
en rood zijn de kleuren van Middel
burg). Het lijk werd naar het galgen
veld buiten de stad gebracht en opge
hangen „om door de vogelen des he
mels en de vernielende werking der
lucht te worden verteerd." Later wer
den de lichamen op dit galgenveld be
graven.
Dat de beul niet altijd even bekwaam
was blijkt uit een terechtstelling te
Middelburg in 't jaar 1526. Een zeke
re Laurens Meeuwse was veroordeeld
onthoofd te worden wegens een begane
moord. Maar de beul sloeg mis.
Toen Laurens dit bemerkte, richtte hij
het hoofd op en draaide zich om,
waardoor hij van 't schavot afrolde.
Dat was zijn behoud, want „de exe
cutie werd voor volbracht gehouden."
Nog op een andere manier kon een
ter dood veroordeelde vrijkomen. Als
maar een operatie kan men het
niet meer noemen.
Dit is lijk-sectie, een smerig
karwei waarvoor ik spoedig m'n
hielen licht.
Dag Coyah, je zult nooit meer
bananen varen.
Turf in je ransel
Het Amerikaanse lachduo Martin en
Lewis doet gek in een soldatenklucht, te
bewonderen in Electro, Middelburg. Hoe
gek valt moeilijk te omschrijven, hun
soort van grappenmakerij is deels geba
seerd op aardige invallen en deels op
lach-of-ik-schietgijn. Op het laatst wordt
het wel erg vermoeiend vooral tijdens de
parachutistenscenes.
Echt iets voor Conny
In het Grand-theater te Goes en Luxor
Vlissingen draait de film „Echt iets voor
Conny". Het is een teenagerfilm, een vlot
verhaaltje rijkelijk bestrooid met schla
gers en lichte muziek. Als geheel een
aardig opkikkertje
Ben Uur
In de serie gigantische opgezette films
van Amerikaanse makelij die met het
modewoord spectakelstukken worden
aangeduid, spant de verfilming van de
bekende geschiedenis van Juda Ben Hur
beslist de kroon. Hoewel deze film voor
al ook van opzet wellicht in menig op
zicht ver uitsteekt boven de andere voort
brengselen van deze rage, de manier
waarop een super-dramatische climax
moet worden bereikt niet bepaald kies
te noemen, sterker nog: bepaald grof. De
geschiedenis van de joodse aristocraat
Ben Hur, die een strijd op leven en dood
moet voeren met de jonge romeinse veld
heer Messala, eens zijn jeugdvriend, be
reikt zijn eerste dramatische hoogtepunt
in de paardenrennen, waarin de beide
doodsvijanden tegenover elkaar komen.
Een strijd die werkelijk adembenemend
verfilmd is, en een subliem staaltje van
regie mag worden genoemd. Tot zover
is de film boeiend en spannend en hoe
wel het effect misschien op bombastische
wijze wordt bereikt, is het verhaal het
aanzien alleszins waard en tot het uiter
ste geladen. Anders wordt het echter
wanneer de levensgeschiedenis van
Christus in dit verhaal zo nauw ver
weven met die van Ben Hur en de zij
nen op zo onkiese wijze en tot in de
kleinste details op het witte doek wordt
gebracht waarbij niets onbeproefd wordt
gelaten om op het sentiment van de mas
sa te werken. Daarom laat de kruisigings-
scene het laatste en grootste hoogtepunt,
een diepe indruk achter, maar op een
andere wijze dan beoogd was. Er mag
veel voor zijn om het evangelie op alle
mogelijke wijzen te verkondigen, maar
wanneer het met dergelijk grof geschut
moet gaan, heiligt het doel de middelen
niet meer. De film mag dan een kleurig
en spannend geheel vormen, met goed
spel en een sublieme regie en vele
krampachtige grimassen van de grote
hoofdfiguur Charlton Heston, en een
schone Esther vertolkt door de Israëlische
filmster Haya Harareet, uit het oogpunt
van elk werkelijk christen moet zij slechts
verwerpelijk genoemd worden.
Bouwexamens Terneuzen
TERNEUZEN. -Van 24 tot en met 27 juli
werden te Terneuzen de examens afgenomen
van de stichting vakopleiding. Hiervoor slaag,
den: timmeren: H. A. Dierick, Retranchement
(prijs van het werkboekje), D. A. Haak,
Axel» (boek), F. M. de Jonge Terneuzen, W.
F. van Hulle Sas van Gent, B. Langeraert,
Hoofdplaat, P. j. M. F. de Poorter Bosch-
kapeüe, E. L. Schelfhout, Hulst, L. H. de
Theije Terhole, J. v. d. Voorde Retranche
ment. Metselen: W. Barentsen Terneuzen, H.
A. de Bruyn Hulst, R. J. E. de Bruyn Hulst,
H. G. Coone Sas van Gent, J. P. van Driel
Axel (boek), P. J. de Fouw Hoek, C. Hame
link Axel, J. Hofman Hoek, J. P. de Loos
Boscihkapelle, J. C. Meerstens Hoek, J. Rie-
mens Axel, F. A. Meeuwsen Terneuzen, J.
Verhoef Hoek (prijs van het werkboekje), J.
A. Verstraten Heikant.
ROTTERDAM „Mijn dochtertje
is ontvoerd door een Hongaar", zo
luidde het alarmerende bericht aan de
meldkamer van het hoofdbureau van
politie.
De verontruste vader vertelde nog
veel meer bijzonderheden, maar inmid
dels waren alle radiowagens van de
Rotterdamse politie al met loeiende
sirenes en draaiende flikkerlichten op
weg naar Overschie waar gistermiddag
kinderroof zou zijn gepleegd.
Gelukkig liep alles met een sisser af
want toen de eerste radiowagen bij het
politieposthuis in de Burgemeester Bau-
mannlaan stopte, probeerde daar een
Hongaar aan de wachtcommandant uit
te leggen, dat hij tevergeefs zocht naar de
vader van het meisje, dat buiten in zijn
taxi zat te wachten.
Vader en dochter hadden de Hongaar
op hun wandeling door Overschie ont
moet en ai pratende had die vreemdeling
verteld dat hij zo nodig een telegram
moest verzenden. Of vader hem daarbij
zou willen helpen. Dat wilde vader wei
en omdat er haast bij scheen te zijn be
stelde de Hongaar meteen een taxi.
er namelijk een vrouw zich aanbood
om met hem te trouwen, als hij nog
vrijgezel was. Men noemt dit verbid
den. In de strafregisters heeft men na
gegaan, dat dit in ons land elf keer
gebeurd is. In vijf gevallen werd dit
aanzoek door de veroordeelde afgewe
zen.
Voor zover we weten is het in Zee
land één keer gebeurd, nl. in 1489 te
Veere. Een zekere „meester Willem"
zou onthoofd worden omdat hij een
vrouw doodgestoken had. „Ende als hij
op 't schavot was, so werd hij van
een maagd verbeden om hem te trou
wen ende mijn Heer Filips de Scho
ne) dede gratie."
Voor elke straf die de scherprechter
moest uitvoeren was een bepaald be
drag vastgesteld. De grootte ervan hing
af van de waarde van het geld en de
heersende loonstandaard. In de 16e en
17e eeuw kreeg hij voor het voltrek
ken van een doodvonnis meestal een
pond Vlaams, dat is zes gulden. Voor
een geseling was het de helft. Dan
mocht hij ook bi pond Vlaams (drie
gulden) rekenen voor het gebruik van
het zwaard, voor de doek om over het
lijk te leggen, voor de kist, voor een
strop, voor het afnemen van het lijk
van de galg.
Maar wanneer er weinig ..klanten"
waren, was de verdienste gering. Daar
om hielden sommige beulen wel een
herberg, soms een bordeel, om de ver
diensten aan te vullen.
Daarom is er vele jaren in Middel
burg een gemeenteverordening geweest,
dat hij uit iedere korf eieren, die de
boerinnen naar de markt brachten, er
twee mocht nemen. Had er juist op
marktdag een terechtstelling plaats,
dan mocht hij er vier nemen. In die
tijd had Middelburg twee keer week
markt, op maandag en donderdag. Op
maandag hadden ook dikwijls de ver
oordelingen plaats.
In 1556 is deze bepaling afgeschaft.
Men vond het toch niet billijk dat de
Walcherse boerinnen moesten meehel
pen aan het loon van de scherprech
ter. Zijn loon werd verhoogd „dat hij
geen eieren garen en sal."
In de tijd van Napoleon zijn veel
wrede straffen afgeschaft. De afschaf
fing is vastgelegd in het bekende wet
boek Code Napoleon, waarvan ons
Burgerlijk Wetboek een navolging is.
In 1870 werd de doodstraf in Neder
land afgeschaft.
1 Het drietal reed naar het postkantoor,
waar vader zich inspande het telegram
op te stellen. Dat duurde even en onder
wijl voelde die Hongaar dat hij nog iets
anders heel erg nodig moest doen.
Tevergeefs keek hij in het postkantoor
naar een deur met een toepasselijk op
schrift en ten einde raad vroeg hij de
taxichauffeur hem even naar het dichtst
bijzijnde café te rijden. Het dochtertje
dat in de taxi was gebleven maakte het
ritje mee.
In dat dichtstbijzijnde café vond de
vreemdeling meteen de deur die hij zocht
en helemaal opgelucht reed hij even later
met het meisje terug naar het postkan
toor.
De vader was daar niet meer, die was
na zijn telefonisch alarm op weg naar de
politie, waar hij de Hongaar en zijn doch
tertje terugvond, samen met de verbou
wereerde bemanning van een radiowagen.
De Westduitse kanselier volgt
gespannen het resultaat van zijn slag
in het Italiaanse Bocce-spel. De
krasse Duitse staatsman brengt elk
jaar enkele vakantieweken door in
Caddenabbia aan het Comomeer
waar hij zich met zijn secretaresse
vaak aan het Bocce-spel wijdt.
door L. van Wallenburg
De heer van Sehenge was een machtig man. De
grote strook land tussen de Sehenge en de Zwake
kon hij zijn eigendom noemen. Bij zijn dood werd
het land verdeeld onder zijn drie zonen Arend,
Wisse en Hendrik. Zoals in die tijd dikwijls ge
schiedde wilden deze zonen van hun vroom gemoed
blijk geven door het bouwen van een kerk en het
stichten van een parochie, die dan naar hen ge
noemd werd. Naar Arend is genoemd 's Heer-
Arendskerke, naar Wisse het kleine gehucht Wissekerke aan de
rijksweg MiddelburgGoes, waarvan in 1807 de kerk en in 1838
de toren is afgebroken. De kinderen van Hendrik waren de stichters
van het dorpje 's Heer Hendrikskinderen, dat sinds 1857 burgerlijk
bij 's Heer Arendskerke behoort, de grootste gemeente van Zuid-
Beveland wat oppervlakte betreft. Toen de West Kraayert werd
ingepolderd, ontstond hier een nieuw dorp Nieuwdorp (1722), dat
ook tot deze gemeente behoort. De jongste aanwinst is Lewedorp,
genoemd naar een vroegere burgemeester. Ook een gedeelte van het
Noord-Sloe behoort tot de gemeente 's Heer Arendskerke. Het ge
meentewapen heeft in goud 3 blauwe palen (palen komen nog in
een paar Zeeuwse wapens voor). Op de middelste paal is een zilveren
schildje met een zwarte adelaar.
(~\F nu de waarde lezer een lief-
hebber van brood, koek en ge
bak is, of dat hij overeenkomstig
de snobistische tijdgeest zich gaar
ne voedt met uitheemse gerech
ten en zijn servet, halsboord en
maag met spaghetti vult, of dat
hij een pap-eter is en daarvoor in
Frankrijk abusievelijk een papete-
rie binnenstapt, of dat hem al dat
eten gestolen kan worden, als hij
maar gretig in zijn biertje kan
bijten hij kan van dat alles
alleen maar genieten dank zij de
goddelijke gave van Demeter, die
de Romeinen met hun landbouw
goden Ceres gelijkstelden.
En dit geschenk het leren
verbouwen van graan is de
aardbewoners gegeven in de tijd,
dat Demeter de goden gemeen
schap meed en op aarde rond
doolde. Zij was mede door de
hulp van de bronnimf Kyane er
achter gekomen, dat haar plotse
ling verdwenen dochtertje Perse
phone gekidnapt was en, of ze
zich nu geneerde voor de andere
goden, omdat ze niet beter op
haar kind had gepast, dan wel
dat ze in haar groot verdriet zich
niet in het vrolijke godengezel
schap van de Olympos wilde ver
tonen, ze besloot in mensenge
daante bij de mensen onder te
duiken.
Terwijl ze bij een bron, niet
ver van de Griekse stad Eleusis
zat te rusten en overdacht, waar
ze haar intrek zou nemen, kwa
men de dochters van de stads
vorst Keleos naar de bron en
vroegen haar, met de beminne
lijke nieuwsgierigheid, die tot op
de huidige dag een Griekse eigen
schap is, wie ze was en wat ze
kwam doen. Demeter vertelde,
dat ze Dos heette, uit Kreta door
rovers was ontvoerd en dat ze die
tijdens een landing op het vaste
land was ontkomen en nu een be
trekking zocht.
1~\E dochters, getroffen door haar
optreden en Olympisch accent,
dachten, dat ze haar in het paleis
wel konden gebruiken en liepen
vlug naar hun moeder Metaneira,
die de vreemdelinge wel wilde
ontvangen. Toen de godin met de
meisjes binnentrad, leek ze hun
bovenmenselijk groot en een
vreemde lichtglans omgaf haar
gestalte. Eerbiedig ontruimde Me
taneira haar troon, maar Demeter
wilde slechts op een bankje gaan
zitten en bood haar diensten aan.
Metaneira stelde haar toen aan
als verzorgster van haar jongste
zoon Demophoon, die nog een ba
by was, en Demeter kweet zich
vakkundig van haar taak. Voor el
ke vrouw, en zeker voor een
Griekse, is een zoon een harte-
wens, en al haar liefde voor haar
verdwenen enig kind plus het ver
drongen verlangen naar een zoon
bracht zij nu op het koningskind
over. Ze zalfde het met ambro
zijn, de godenspijs, en het groei
de prachtig op. Maar als ze aan
zijn wiegje zat, dacht ze er
met afgrijzen aan hoe dit kind
je zou opgroeien tot een ge
woon mens, ouder worden en ten
slotte als een uitgedoofde of ge
brekkige grijsaard zou moeten
sterven. Daarom en omdat ze de
familie, die haar zo gul ontvangen
had, haar dank wilde betonen, be
sloot ze hem onsterfelijk te ma
ken. Dat ging niet zo eenvoudig,
want in hem waren de kiemen
van zijn sterfelijkheid al aan het
groeien en ze kon deze alleen ver
nietigen door ze uit te branden.
A ES het 's nachts in het paleis
stil geworden was, nam ze het
kind mee naar het haardvuur en
begon haar werk, dat heel voor
zichtig. moest gedaan worden. Al
les zou goed gegaan zijn, als niet
het moederinstinct van Metaneira
zich was gaan roeren. Het was
alsof ze merkte, dat er iets niet in
orde was, ze stond op en ging
naar het wiegje kijken. Het was
leeg, en terwijl ze op het punt
stond om alarm te slaan, werd
haar aandacht getrokken door het
schijnsel van het brandende, nu
niet zoals gewoonlijk onder de as
begraven haardvuur. Ze sloop na
derbij en zag hoe het kind door de
nieuwe nurse voorzichtig in het
vuur gelegd werd. Ze gaf een
kreet van ontzetting en zo'n ge
luid verbreekt de kracht van elke
heilige handeling: het kind ver
viel weer tot sterfelijkheid.
Demeter kon toen niet anders
meer doen dan zich bekend ma
ken en, om de verschrikte ouders
te troosten, beloofde ze een oude
re zoon, Triptolemos, een godde
lijk geschenk te geven. Ze nam
hem mee naar een stuk land bui
ten de stad en leerde hem daar
ploegen, zaaien en de theorie van
het oogsten, en stuurde hem daar
na de wereld rond op een draken-
wagen om overal de landbouw te
verbreiden, zodat hij voor zich en
zijn geslacht de dank en de eer
van de hele wereld verwierf.
Ter ere van Demeter stichtte ko
ning Keleos een grote tempel, die
het centrum werd van de later zo
beroemde mysteriëndienst van
Eleusis.
pW Persephone? Daar hebben we
het vroeger al eens over ge
had, maar er zijn sindsdien weer
zoveel nieuwe lezers gekomen, dat
het toch nog even gezegd dient te
worden. Van Helios hoorde Deme
ter, wie de schaker van haar doch
ter was. Nadat ze Zeus onder
zware druk had gezet, gelastte de
ze zijn broer Hades het meisje
terug te geven, maar dat kon niet
meer omdat ze in de onderwereld
al gegeten had, al waren het maar
een paar granaatappelpitten. Ten
slotte wordt een compromis be
reikt: één derde van het jaar
blijft ze beneden en twee derden
van het jaar is ze boven bij haar
moeder. Zo verklaarde men het
verschil tussen de winter van
vier maanden en de acht warme
vruchtbare jnaanden.
Dat deden de Grieken tenmin
ste. In ons barbarenklimaat zou
de verhouding eerder omgekeerd
zijn uitgevallen.
DEN. HAAG (ANP). Het College
van Rijksbemiddelaars heeft zijn goed
keuring gehecht aan een loonsverhoging
bij Van der Heem N.V. in Den Haag.
De directie van deze onderneming had
in overeenstemming met de vakbonden
een aanvraag ingediend om de uurlonen
met ingang van 3 juli 1961 met zes
procent te mogen verhogen en om met
ingang van 2 april 1962 nogmaals een
verhoging van drie procent op de huidi
ge lonen te mogen toepassen. De sala
rissen van de beambten bij Van der
Heem zullen op gelijke wijze verhoogd
worden. 6
Van een onzer verslaggevers
ROTTERDAM Misdaad loont niet.
lot deze conclusie zullen ook de acht
tienjarige pompbediende Van D en
zijn evenoude collega Van der O. wel
zijn gekomen. Overdag bedienden zij
een benzinepomp en in het late avond
uur gingen zij het inbrekerspad op
Vroeg of laat kruist de politie dat pad.
De beide knapen bekenden te Rotter
dam zes inbraken te hebben gepleegd
maar veel had dat niet opgeleverd De
hele buit beliep dertig gulden klein
geld, wat buitenlandse valuta en veertig
pakjes sigaretten.
De afrekening volgt nog. Via de justiti»