LAATSTE REIS WAS EEN FANTOOMREIS Dag Coyali, je zult nooit meer met bananen varen I wapen- feiten Propaganda- lectuur uit U.S.S.R. FILMS BEULEN IN ZEELAND 't Schip waar een rode draad doorheen loopt Kinderroof te Overschie bleek een misverstand DR. ADENAUER DOET ER EEN GOOI NAAR SEREC EN TRIPTOLEMOS Pompbedienden op inbrekerspad Pag. 5 Vazalstaatje Vernietigende slag Dit schip is dood Stormram V ollemaans gebitten WAnöelinqen öoor öe zeeuwse histome Beulswerk Op het schavot Salar ras VAN DER HEEM N.V. VERHOOGT LONEN Zaterdag 29 juli 1961 ZEEUWSCH DAGBLAD 4 r Van een onzer verslaggevers TERNEUZEN. Als je via een zwiepend laddertje dat tegen een pokdalige scheepshuid leunt een half gesloopt zeeschip beklimt, dan moet je natuurlijk niet al te kinderachtig zijn. Reken minstens op een paar roestvlekken in je pantalon, en op een stofwolk, die zich kriebelend in je longen nestelt. Als het goed gaat heb je aan een kleerborstel en een flinke hoestbui genoeg, maar als regel zul je bovendien je overjas naar de stomerij moeten brengen en zelf in bad moeten duiken. Maandag de 24ste heb ik het avontuur gewaagd. De hoestbui, de kleerborstel, de stomerij en het bad zijn er allemaal aan te pas ge komen. En toch heb ik er geen spijt van. Ik zal u vertellen waarom *s Middags om vier uur (ik zei het al, het was maandag de 24ste) heb ik het Franse fruitschip „Coyah" beke ken. Maar nou maak ik meteen al een fout, want het ding waarover ik praat is niet Frans meer en het is ook geen schip meer. Wat het dan wel is valt niet met zekerheid te zeggen. Zoals het daar ligt, in één van die groezelige in- steekhavens van het Terneuzense ka naal, lijkt het alleen nog maar op de schaduw van een boot. Als je aan boord klautert, kun je je met een beetje fan tasie voorstellen op een oorlogsschip te staan, dat deerlijk gehavend uit een verschrikkelijk vuurgevecht ontkomen is en dat strompelend de thuisnaven heeft weten te bereiken. Tot op een meter of vijf boven de waterspiegel zijn voor- en achterschip geheel weggesla gen. De huidplaten zijn afgescheurd en gerafeld en de wonden werden dicntge- schroeid met een snijbrander. Aan boord heerst een chaos, 't Is alleen maar triest, om struikelend over de meest uiteenlopende attributen, die plotseling hun zin verloren hebben, van voor- naar achterschip te lopen. De Coyah was een fruitschip van 2800 ton. Het werd gebouwd in 1934, in Frankrijk, en het wordt nu, 27 jaar later (27 jaar al?, waar blijft de tijd!), bij de n.v. Schelde veem in Ter- neuzen gesloopt. Ruim twee maanden geleden heeft het zijn laatste bood schap afgeleverd in Riga. Het was een vracht bananen. Deze gegevens werden mij door de n.v. Schelde veem achteloos verstrekt, maar toen ik de naam van die haven plaats hoorde intrigeerde mij dat. Riga, waar ligt dat? Weet u het? Ik heb er een Duitse atlas uit het jaar 1952 op nageslagen, en ik kan u op grond van dit topografisch wonder verklaren dat Riga niet meer bestaat. Deze atlas zwijgt over Riga, en hij zwijgt over Letland, waarvan deze stad de hoofdplaats was. Laten we er geen doekjes om win den. Wie praat er nu over Letland? Wie heeft de moed over Letland te praten? De samenstellers van mijn Duitse at las hebben die moed niet gehad. Ge hoorzaam aan Joost mag weten wat voor vreemde influisteringen, hebben ze Letland weggemoffeld in de muil van de Russische beer. Ze hebben er een Russische provincie van gemaakt, een vazalstaatje. En ze zijn helemaal vergeten net zoals wij trouwens dat Rusland tegen koloniaal bewind was. Maar waar maken we ons druk over. Over een paar kleine Oostzeeland jes, die bij wijze van grap ingeslikt werden door Russische imperialisten? Kom nou, laten we liever de „vrede" bewa ren en Letland vergeten. Laten we trouwens Estland en Finland en Littau- en ook maar vergeten. En Oost Duits land, Berlijn, Polen, Hongarije, nou ja, laten we het niet te ingewikkeld ma ken, en laten we vooral de „vrede" bewaren. In Terneuzen wordt een kleine rot- boot gesloopt, een onnozel scheepje van 2800 ton. Lieve mensen, waar pra ten we over? Moeten we nou een krant vol schrijven over een hoop schroot? Jawel, maar wacht u even, want deze hoop schroot heeft een rare sprong ge maakt, eigenlijk een hoogst interessan te sprong. Langer dan een kwart eeuw heeft dit scheepje de zeven zeeën door kliefd, het heeft gevochten in een we reldoorlog en soldaten en tanks naar vreemde stranden gesleurd. Wie zal het zeggen. Maar de laatste trip is de raarste geworden. De laatste tocht werd een fantoomreis naar een landje dat van de kaart is geveegd. Toen was het afgelopen. Een hol schip, leeg als een spelonk, steigerde over de Russische baren, en zette koers naar een ander landje, dat nog niet van de kaart is geveegd. Daar viel de slopershamer. Vijf weken zijn de mannen van de Scheldeveem nu bezig hun vernietigen de slag te slaan. Een rechtgeaard zee man zou het de meest ergerlijke vorm van vandalisme noemen. Breng dat schip tot zinken, en laat het rusten op de bodem van de oce aan", zou hij zeggen. Heeft het daarvoor de vernietigende salvo's van Duitse U-boot-flottieljes ont weken, om nu in elkaar getrapt te wor den tot een zinloze hoop schroot?" Maar zakenlieden denken daar an ders over. Het karkas van dit schip wordt uitgedrukt in cijfers, in tonnen staal. Die cijfers krijgen dan op een wonderlijke manier betekenis. De ma chine, die de schroef 27 jaar heeft voortgedreven, zal waarschijnlijk in z'n geheel worden verkocht. De rest van het schip wordt afgemaakt. Met sissende snijbranders, die overal vonkenregens sproeien, wordt de eens zo trotse boot in willekeurige repen ge scheurd Een nauwkeurige demontage komt veel te duur en zal niet opwegen tegen de schrootprijs. Ais ik de roestige dekken betreed, en wadend door stof en rommel een klei ne speurtocht onderneem, zie ik over al de restanten van menselijk leven. In een donker appartement, waar een ver waarloosd scheepsfornuis staat, draai ik aan een schakelaar. Waarom weet ik niet. Verwacht ik misschien dat er een rood lampje op het schakelpaneel zal gaan branden? Dan heb ik het mis. Dit schip is dood. Als ik achteruit loop trap ik op de rand van een braadpan waarvan de steel gevoelig tegen m'n been slaat. Aan mijn zolen kleeft het Franse vet. In de voormalige hut van de kapi tein raap ik een vuile kalender op, van de fa. Maurice Cheval uit Nantes. „Fournitures pour la marine et l'in- dustrie", staat er op en dit betekent zoveel als Leveranties aan scheep vaart en industrie". Zinloze reclame in deze omgeving. Het b^ 'je ..Défense de fumer" in een de laadruimten doet mij besluite n sigaret op te steken. Het zijn xolle woorden geworden die wachten op de smeltovens. Op het bovenste dek, waarvan alleen nog maar een fragment over is, sta ik plotseling voor een kast waarop met grote rode letters staat „Brassières de sauvetage" (reddingsgordels). Bela chelijk, bijna had ik gezegd: Red u zelf. Als ik terugkom in een van de appar tementen voel ik plotseling dat naast mij iets beweegt. Met een ruk kijk ik opzij en zie mezelf. Ik sta voor een verweerde spiegel, die nog boven de wasbak van de eerste stuurman hangt. De kraan doet niets meer, hij piept en draait dol. Op de grond vind ik een in de Engelse taal ge schreven propaganda-brochure uit de U.S.S.R., die uitgegeven is in Moskou. Dit vod, dat tot titel heeft „The Lenin Central Stadion", is verlucht met tal loze foto's van jonge „kameraden en zwaar geboezemde kameradinnen", die breed grijnzend het evangelie van de stormram verkondigen. v Elke bladzijde ademt Spartaanse trai ning" en verkondigd dat stalen spieren en een brede borstkas de peilers zijn waarop een socialistische staat wordt gebouwd. Als troost meen ik me te herinneren, dat de Fransen bijzonder slecht hun Engelse taal plegen te han teren, waar overigens nog bijkomt dat ik het prul opraapte in een rommel hoek waar ook slierten toiletpapier la gen. Van dit laatste hoop ik dat het een typisch Franse geestigheid is die de stille wenk voor de slopers inhoudt dat de door een sloopschip. En dat is wel Russische propaganda-Iectuur alleen maar in de richting van het toilet kan wegdrijven. De vuilnisbak is een te gro te eer. Maar dit blijft natuurlijk een inter pretatie waarvoor de gevleugelde woor den gelden dat de wens de vader van de gedachte is. Als ik het boekje doorblader krijg ik plotseling een lichte schok, en ik reali seer me dat ik de draad van mijn ver haal te pakken heb. Sowjetwerkers lachen me toe vanuit hun aardse para dijs, en ik denk: dus dit is Letland, dit is Riga. Ik heb Letland teruggevonden in Ter- neuzen omdat ik de rode draad volg- v. vreemd, want de Coyah w.as een witge schilderde boot, een vredesschip, dat ba nanen bracht naar een land dat we kwijt waren. Maar nu hebben we het terug' gevonden. Letland bedoel ik. De mensen daar zijn gelukkig. Ze lachen u gespierd toe met hun vollemaansgebitten en ze eten Franse bananen. En ik denk als u er tenminste zin in hebt dat u vrijelijk de haven van Riga mag binnenvaren. Maar dan moet u bananen meebrengen en uw foto toestel thuislaten. En als u passa gieren wil, dan zal de V.V.V. (Het Vrije Vrijwillige Vredescorps)u wel vertellen hoe u lopen moet. Goede reis. En wat de Coyah betreft, die ligt op een Terneuzense operatietafel, door L van Wallenbvrs De straffen waren vroeger niet mis. Soms had men een surrogaat- beul: een gevangene die de vrij heid kreeg als hij beulswerk wilde verrichten. Niet elke plaats had een eigen beul. Vanaf 150Q had Middelburg er een, die ook dienst deed in andere plaatsen van Wal cheren. Het gebeurde wel meer dat men een gevangene vroeg een terechtstelling te willen uitvoeren in ruil voor de vrijheid. Het woord beul heeft geen mooie klank. Als men van een boer zegt dat hij een beul is voor zijn beesten, is dat niet zo mooi. Nog erger als iemand een beul is voor zijn vrouw of zijn kinderen. Het woord scherprechter klinkt beter. Een paar oude namen zijn hangman en meester met den zwaarde. Als we het woord beul horen, denken we meestal aan een doodvonnis dat voltrokken moest worden. Toch had hij nog veel meer te doen. Ik zal hier enkele van zijn werkzaamheden opnoe men, waarbij hij de leidende persoon was. Barbaarse straffen waren het, die gelukkig zijn afgeschaft. Het rechts wezen stond een paar eeuwen geleden op een lage trap. Om iemand tot een bekentenis te dwingen, werd een verdachte op de pijnbank gelegd en daar op allerlei onmenselijke manieren gefolterd „om alzo de waarheid van de feiten, waar mede men beschuldigd wordt en ande re uit de mond te trekken." In oude gevangenissen en museums zijn er nog wel overgebleven. En als het nu bleek dat de onder zochte persoon totaal onschuldig was? Dan kregen ze een som geld als smar- tegeld. Maar intussen had je het toch meegemaakt....! Vanwege de hevige pijnen gebeurde het wel, dat een on schuldige toch een bekentenis aflegde, een valse om maar van de pijnbank bevrijd te worden. Is het mensdom in een paar honderd jaar veel vooruitge gaan? Hoeveel onschuldigen hebben ge durende de laatste oorlog bekend ver keerd gedaan te hebben: de moderne pijnbank noemt men hersenspoeling. In de Franse tijd (1798) is de pijn bank afgeschaft, tegelijk met andere barbaarse straffen. Hiertoe behoort de geseling, waarmee men in vroeger eeuwen erg gul was. Tot het werk van de beul behoorde ook het smeren van de rug van een gegeseld persoon. Na zo'n operatie werd de delinquent meestal verbannen uit stad of gewest. Dikwijls voor 100 jaar, dan kon hij dus nooit meer te rugkomen. O wee, als hij zich toch weer durfde vertonen! Heel gewone (wat je gewoon noemt!) straffen waren verder: iemand brand merken, dat is met een gloeiend ijzer een merk op een of ander lichaamsdeel branden. Of bij iemand een oor afsnij den, een vinger of de hele hand afhou wen. Allemaal straffen, die niet de dood ten gevolge hadden. Voor geringe ver grijpen dus, meestal gevolgd door ver banning. Erger was het wanneer het schavot werd opgericht. Op het marktplein voor het stadhuis. Iedereen kon het zien, de straffen moesten dienen als een af schrikwekkend voorbeeld. De voltrek king van de doodstraf had meestal plaats door onthoofding, ophanging of verbranding. Een enkele keer is er wel eens iemand gevierendeeld en moest de beul ieder mensenvierendeel op een staak zetten. Een misselijke plechtigheid die daar aan op sommige plaatsen voorafging was het galgenmaal. De veroordeelde mocht voor zijn laatste maaltijd kie zen wat hij het liefst wilde eten. Of zijn laatste maal hem goed smaakte valt te betwijfelen. Misschien beter aan de mede-aanzittenden, zoals baljuw, burgemeester, predikant, ziekentrooster en de twee advocaten (van de veroor deelde en van de baljuw), 't Was een openbare maaltijd, waartoe ook het publiek toegang had. Hieronder waren vrienden en vijanden van de gevonnis te, die tijdens het eten allerlei twistge sprekken hielden, ja soms met elkaar gingen vechten. Een stuitende verto ning inderdaad. Dan volgde de laatste gang van de ter dood verwezene. In Middelburg werd hij van de gevangenis op de Burg Os-Gravensteen) gevoerd naar de vier schaar op het stadhuis. Daar werd uit het ruigregister nogmaals het vonnis voorgelezen. De predikant en de zie kentrooster, die hem iedere dag in de gevangenis bezocht hadden, vergezelden hem tot op het schavot, waar de do- miné een openbaar gebed uitsprak. Dan trad de beul naar voren en ver richtte zijn werk. Hij was in het geel gekleed met een rode muts op (geel en rood zijn de kleuren van Middel burg). Het lijk werd naar het galgen veld buiten de stad gebracht en opge hangen „om door de vogelen des he mels en de vernielende werking der lucht te worden verteerd." Later wer den de lichamen op dit galgenveld be graven. Dat de beul niet altijd even bekwaam was blijkt uit een terechtstelling te Middelburg in 't jaar 1526. Een zeke re Laurens Meeuwse was veroordeeld onthoofd te worden wegens een begane moord. Maar de beul sloeg mis. Toen Laurens dit bemerkte, richtte hij het hoofd op en draaide zich om, waardoor hij van 't schavot afrolde. Dat was zijn behoud, want „de exe cutie werd voor volbracht gehouden." Nog op een andere manier kon een ter dood veroordeelde vrijkomen. Als maar een operatie kan men het niet meer noemen. Dit is lijk-sectie, een smerig karwei waarvoor ik spoedig m'n hielen licht. Dag Coyah, je zult nooit meer bananen varen. Turf in je ransel Het Amerikaanse lachduo Martin en Lewis doet gek in een soldatenklucht, te bewonderen in Electro, Middelburg. Hoe gek valt moeilijk te omschrijven, hun soort van grappenmakerij is deels geba seerd op aardige invallen en deels op lach-of-ik-schietgijn. Op het laatst wordt het wel erg vermoeiend vooral tijdens de parachutistenscenes. Echt iets voor Conny In het Grand-theater te Goes en Luxor Vlissingen draait de film „Echt iets voor Conny". Het is een teenagerfilm, een vlot verhaaltje rijkelijk bestrooid met schla gers en lichte muziek. Als geheel een aardig opkikkertje Ben Uur In de serie gigantische opgezette films van Amerikaanse makelij die met het modewoord spectakelstukken worden aangeduid, spant de verfilming van de bekende geschiedenis van Juda Ben Hur beslist de kroon. Hoewel deze film voor al ook van opzet wellicht in menig op zicht ver uitsteekt boven de andere voort brengselen van deze rage, de manier waarop een super-dramatische climax moet worden bereikt niet bepaald kies te noemen, sterker nog: bepaald grof. De geschiedenis van de joodse aristocraat Ben Hur, die een strijd op leven en dood moet voeren met de jonge romeinse veld heer Messala, eens zijn jeugdvriend, be reikt zijn eerste dramatische hoogtepunt in de paardenrennen, waarin de beide doodsvijanden tegenover elkaar komen. Een strijd die werkelijk adembenemend verfilmd is, en een subliem staaltje van regie mag worden genoemd. Tot zover is de film boeiend en spannend en hoe wel het effect misschien op bombastische wijze wordt bereikt, is het verhaal het aanzien alleszins waard en tot het uiter ste geladen. Anders wordt het echter wanneer de levensgeschiedenis van Christus in dit verhaal zo nauw ver weven met die van Ben Hur en de zij nen op zo onkiese wijze en tot in de kleinste details op het witte doek wordt gebracht waarbij niets onbeproefd wordt gelaten om op het sentiment van de mas sa te werken. Daarom laat de kruisigings- scene het laatste en grootste hoogtepunt, een diepe indruk achter, maar op een andere wijze dan beoogd was. Er mag veel voor zijn om het evangelie op alle mogelijke wijzen te verkondigen, maar wanneer het met dergelijk grof geschut moet gaan, heiligt het doel de middelen niet meer. De film mag dan een kleurig en spannend geheel vormen, met goed spel en een sublieme regie en vele krampachtige grimassen van de grote hoofdfiguur Charlton Heston, en een schone Esther vertolkt door de Israëlische filmster Haya Harareet, uit het oogpunt van elk werkelijk christen moet zij slechts verwerpelijk genoemd worden. Bouwexamens Terneuzen TERNEUZEN. -Van 24 tot en met 27 juli werden te Terneuzen de examens afgenomen van de stichting vakopleiding. Hiervoor slaag, den: timmeren: H. A. Dierick, Retranchement (prijs van het werkboekje), D. A. Haak, Axel» (boek), F. M. de Jonge Terneuzen, W. F. van Hulle Sas van Gent, B. Langeraert, Hoofdplaat, P. j. M. F. de Poorter Bosch- kapeüe, E. L. Schelfhout, Hulst, L. H. de Theije Terhole, J. v. d. Voorde Retranche ment. Metselen: W. Barentsen Terneuzen, H. A. de Bruyn Hulst, R. J. E. de Bruyn Hulst, H. G. Coone Sas van Gent, J. P. van Driel Axel (boek), P. J. de Fouw Hoek, C. Hame link Axel, J. Hofman Hoek, J. P. de Loos Boscihkapelle, J. C. Meerstens Hoek, J. Rie- mens Axel, F. A. Meeuwsen Terneuzen, J. Verhoef Hoek (prijs van het werkboekje), J. A. Verstraten Heikant. ROTTERDAM „Mijn dochtertje is ontvoerd door een Hongaar", zo luidde het alarmerende bericht aan de meldkamer van het hoofdbureau van politie. De verontruste vader vertelde nog veel meer bijzonderheden, maar inmid dels waren alle radiowagens van de Rotterdamse politie al met loeiende sirenes en draaiende flikkerlichten op weg naar Overschie waar gistermiddag kinderroof zou zijn gepleegd. Gelukkig liep alles met een sisser af want toen de eerste radiowagen bij het politieposthuis in de Burgemeester Bau- mannlaan stopte, probeerde daar een Hongaar aan de wachtcommandant uit te leggen, dat hij tevergeefs zocht naar de vader van het meisje, dat buiten in zijn taxi zat te wachten. Vader en dochter hadden de Hongaar op hun wandeling door Overschie ont moet en ai pratende had die vreemdeling verteld dat hij zo nodig een telegram moest verzenden. Of vader hem daarbij zou willen helpen. Dat wilde vader wei en omdat er haast bij scheen te zijn be stelde de Hongaar meteen een taxi. er namelijk een vrouw zich aanbood om met hem te trouwen, als hij nog vrijgezel was. Men noemt dit verbid den. In de strafregisters heeft men na gegaan, dat dit in ons land elf keer gebeurd is. In vijf gevallen werd dit aanzoek door de veroordeelde afgewe zen. Voor zover we weten is het in Zee land één keer gebeurd, nl. in 1489 te Veere. Een zekere „meester Willem" zou onthoofd worden omdat hij een vrouw doodgestoken had. „Ende als hij op 't schavot was, so werd hij van een maagd verbeden om hem te trou wen ende mijn Heer Filips de Scho ne) dede gratie." Voor elke straf die de scherprechter moest uitvoeren was een bepaald be drag vastgesteld. De grootte ervan hing af van de waarde van het geld en de heersende loonstandaard. In de 16e en 17e eeuw kreeg hij voor het voltrek ken van een doodvonnis meestal een pond Vlaams, dat is zes gulden. Voor een geseling was het de helft. Dan mocht hij ook bi pond Vlaams (drie gulden) rekenen voor het gebruik van het zwaard, voor de doek om over het lijk te leggen, voor de kist, voor een strop, voor het afnemen van het lijk van de galg. Maar wanneer er weinig ..klanten" waren, was de verdienste gering. Daar om hielden sommige beulen wel een herberg, soms een bordeel, om de ver diensten aan te vullen. Daarom is er vele jaren in Middel burg een gemeenteverordening geweest, dat hij uit iedere korf eieren, die de boerinnen naar de markt brachten, er twee mocht nemen. Had er juist op marktdag een terechtstelling plaats, dan mocht hij er vier nemen. In die tijd had Middelburg twee keer week markt, op maandag en donderdag. Op maandag hadden ook dikwijls de ver oordelingen plaats. In 1556 is deze bepaling afgeschaft. Men vond het toch niet billijk dat de Walcherse boerinnen moesten meehel pen aan het loon van de scherprech ter. Zijn loon werd verhoogd „dat hij geen eieren garen en sal." In de tijd van Napoleon zijn veel wrede straffen afgeschaft. De afschaf fing is vastgelegd in het bekende wet boek Code Napoleon, waarvan ons Burgerlijk Wetboek een navolging is. In 1870 werd de doodstraf in Neder land afgeschaft. 1 Het drietal reed naar het postkantoor, waar vader zich inspande het telegram op te stellen. Dat duurde even en onder wijl voelde die Hongaar dat hij nog iets anders heel erg nodig moest doen. Tevergeefs keek hij in het postkantoor naar een deur met een toepasselijk op schrift en ten einde raad vroeg hij de taxichauffeur hem even naar het dichtst bijzijnde café te rijden. Het dochtertje dat in de taxi was gebleven maakte het ritje mee. In dat dichtstbijzijnde café vond de vreemdeling meteen de deur die hij zocht en helemaal opgelucht reed hij even later met het meisje terug naar het postkan toor. De vader was daar niet meer, die was na zijn telefonisch alarm op weg naar de politie, waar hij de Hongaar en zijn doch tertje terugvond, samen met de verbou wereerde bemanning van een radiowagen. De Westduitse kanselier volgt gespannen het resultaat van zijn slag in het Italiaanse Bocce-spel. De krasse Duitse staatsman brengt elk jaar enkele vakantieweken door in Caddenabbia aan het Comomeer waar hij zich met zijn secretaresse vaak aan het Bocce-spel wijdt. door L. van Wallenburg De heer van Sehenge was een machtig man. De grote strook land tussen de Sehenge en de Zwake kon hij zijn eigendom noemen. Bij zijn dood werd het land verdeeld onder zijn drie zonen Arend, Wisse en Hendrik. Zoals in die tijd dikwijls ge schiedde wilden deze zonen van hun vroom gemoed blijk geven door het bouwen van een kerk en het stichten van een parochie, die dan naar hen ge noemd werd. Naar Arend is genoemd 's Heer- Arendskerke, naar Wisse het kleine gehucht Wissekerke aan de rijksweg MiddelburgGoes, waarvan in 1807 de kerk en in 1838 de toren is afgebroken. De kinderen van Hendrik waren de stichters van het dorpje 's Heer Hendrikskinderen, dat sinds 1857 burgerlijk bij 's Heer Arendskerke behoort, de grootste gemeente van Zuid- Beveland wat oppervlakte betreft. Toen de West Kraayert werd ingepolderd, ontstond hier een nieuw dorp Nieuwdorp (1722), dat ook tot deze gemeente behoort. De jongste aanwinst is Lewedorp, genoemd naar een vroegere burgemeester. Ook een gedeelte van het Noord-Sloe behoort tot de gemeente 's Heer Arendskerke. Het ge meentewapen heeft in goud 3 blauwe palen (palen komen nog in een paar Zeeuwse wapens voor). Op de middelste paal is een zilveren schildje met een zwarte adelaar. (~\F nu de waarde lezer een lief- hebber van brood, koek en ge bak is, of dat hij overeenkomstig de snobistische tijdgeest zich gaar ne voedt met uitheemse gerech ten en zijn servet, halsboord en maag met spaghetti vult, of dat hij een pap-eter is en daarvoor in Frankrijk abusievelijk een papete- rie binnenstapt, of dat hem al dat eten gestolen kan worden, als hij maar gretig in zijn biertje kan bijten hij kan van dat alles alleen maar genieten dank zij de goddelijke gave van Demeter, die de Romeinen met hun landbouw goden Ceres gelijkstelden. En dit geschenk het leren verbouwen van graan is de aardbewoners gegeven in de tijd, dat Demeter de goden gemeen schap meed en op aarde rond doolde. Zij was mede door de hulp van de bronnimf Kyane er achter gekomen, dat haar plotse ling verdwenen dochtertje Perse phone gekidnapt was en, of ze zich nu geneerde voor de andere goden, omdat ze niet beter op haar kind had gepast, dan wel dat ze in haar groot verdriet zich niet in het vrolijke godengezel schap van de Olympos wilde ver tonen, ze besloot in mensenge daante bij de mensen onder te duiken. Terwijl ze bij een bron, niet ver van de Griekse stad Eleusis zat te rusten en overdacht, waar ze haar intrek zou nemen, kwa men de dochters van de stads vorst Keleos naar de bron en vroegen haar, met de beminne lijke nieuwsgierigheid, die tot op de huidige dag een Griekse eigen schap is, wie ze was en wat ze kwam doen. Demeter vertelde, dat ze Dos heette, uit Kreta door rovers was ontvoerd en dat ze die tijdens een landing op het vaste land was ontkomen en nu een be trekking zocht. 1~\E dochters, getroffen door haar optreden en Olympisch accent, dachten, dat ze haar in het paleis wel konden gebruiken en liepen vlug naar hun moeder Metaneira, die de vreemdelinge wel wilde ontvangen. Toen de godin met de meisjes binnentrad, leek ze hun bovenmenselijk groot en een vreemde lichtglans omgaf haar gestalte. Eerbiedig ontruimde Me taneira haar troon, maar Demeter wilde slechts op een bankje gaan zitten en bood haar diensten aan. Metaneira stelde haar toen aan als verzorgster van haar jongste zoon Demophoon, die nog een ba by was, en Demeter kweet zich vakkundig van haar taak. Voor el ke vrouw, en zeker voor een Griekse, is een zoon een harte- wens, en al haar liefde voor haar verdwenen enig kind plus het ver drongen verlangen naar een zoon bracht zij nu op het koningskind over. Ze zalfde het met ambro zijn, de godenspijs, en het groei de prachtig op. Maar als ze aan zijn wiegje zat, dacht ze er met afgrijzen aan hoe dit kind je zou opgroeien tot een ge woon mens, ouder worden en ten slotte als een uitgedoofde of ge brekkige grijsaard zou moeten sterven. Daarom en omdat ze de familie, die haar zo gul ontvangen had, haar dank wilde betonen, be sloot ze hem onsterfelijk te ma ken. Dat ging niet zo eenvoudig, want in hem waren de kiemen van zijn sterfelijkheid al aan het groeien en ze kon deze alleen ver nietigen door ze uit te branden. A ES het 's nachts in het paleis stil geworden was, nam ze het kind mee naar het haardvuur en begon haar werk, dat heel voor zichtig. moest gedaan worden. Al les zou goed gegaan zijn, als niet het moederinstinct van Metaneira zich was gaan roeren. Het was alsof ze merkte, dat er iets niet in orde was, ze stond op en ging naar het wiegje kijken. Het was leeg, en terwijl ze op het punt stond om alarm te slaan, werd haar aandacht getrokken door het schijnsel van het brandende, nu niet zoals gewoonlijk onder de as begraven haardvuur. Ze sloop na derbij en zag hoe het kind door de nieuwe nurse voorzichtig in het vuur gelegd werd. Ze gaf een kreet van ontzetting en zo'n ge luid verbreekt de kracht van elke heilige handeling: het kind ver viel weer tot sterfelijkheid. Demeter kon toen niet anders meer doen dan zich bekend ma ken en, om de verschrikte ouders te troosten, beloofde ze een oude re zoon, Triptolemos, een godde lijk geschenk te geven. Ze nam hem mee naar een stuk land bui ten de stad en leerde hem daar ploegen, zaaien en de theorie van het oogsten, en stuurde hem daar na de wereld rond op een draken- wagen om overal de landbouw te verbreiden, zodat hij voor zich en zijn geslacht de dank en de eer van de hele wereld verwierf. Ter ere van Demeter stichtte ko ning Keleos een grote tempel, die het centrum werd van de later zo beroemde mysteriëndienst van Eleusis. pW Persephone? Daar hebben we het vroeger al eens over ge had, maar er zijn sindsdien weer zoveel nieuwe lezers gekomen, dat het toch nog even gezegd dient te worden. Van Helios hoorde Deme ter, wie de schaker van haar doch ter was. Nadat ze Zeus onder zware druk had gezet, gelastte de ze zijn broer Hades het meisje terug te geven, maar dat kon niet meer omdat ze in de onderwereld al gegeten had, al waren het maar een paar granaatappelpitten. Ten slotte wordt een compromis be reikt: één derde van het jaar blijft ze beneden en twee derden van het jaar is ze boven bij haar moeder. Zo verklaarde men het verschil tussen de winter van vier maanden en de acht warme vruchtbare jnaanden. Dat deden de Grieken tenmin ste. In ons barbarenklimaat zou de verhouding eerder omgekeerd zijn uitgevallen. DEN. HAAG (ANP). Het College van Rijksbemiddelaars heeft zijn goed keuring gehecht aan een loonsverhoging bij Van der Heem N.V. in Den Haag. De directie van deze onderneming had in overeenstemming met de vakbonden een aanvraag ingediend om de uurlonen met ingang van 3 juli 1961 met zes procent te mogen verhogen en om met ingang van 2 april 1962 nogmaals een verhoging van drie procent op de huidi ge lonen te mogen toepassen. De sala rissen van de beambten bij Van der Heem zullen op gelijke wijze verhoogd worden. 6 Van een onzer verslaggevers ROTTERDAM Misdaad loont niet. lot deze conclusie zullen ook de acht tienjarige pompbediende Van D en zijn evenoude collega Van der O. wel zijn gekomen. Overdag bedienden zij een benzinepomp en in het late avond uur gingen zij het inbrekerspad op Vroeg of laat kruist de politie dat pad. De beide knapen bekenden te Rotter dam zes inbraken te hebben gepleegd maar veel had dat niet opgeleverd De hele buit beliep dertig gulden klein geld, wat buitenlandse valuta en veertig pakjes sigaretten. De afrekening volgt nog. Via de justiti»

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1961 | | pagina 5