JAN VAN KOLK IS (MET LEEST EN AL) WEER THUIS IKAPPIE en het geheim van de oude prentbriefkaarten Meer zon? ...EN NIJMEGEN MOET TOT HET GEWONE LEVEN TERUGKEREN Pag. 2 TINTELS Zierikzeeënaars naar St. Hilaire Raad Yerseke GORDON Dan Barry Zaterdag 29 juli 1961 ZULU wit ui DAGBLAD NIKS maar/jullie hebbenmela- WWHlTEN stelen «em gtfmmro nugaat lolly !^bw§<julue helpeh L*5^,tpmetvals'WEP- DEN! maar pin ex. opera mundi KFS, NEEMueman DAMMAAR.' NEEM 2EALLE- BEI .'IKGA HIER WEG.' IKWILNAAR y HUIS.' 'cc 7 KOMjk'OM, \i. P!NEy,BEDAApL k wat,., rMIErvAJSOEVER- WAC!Mr,uou.y/h'N EIGEN ZUSTER -ZET .ME VOOR GEK/ KOM NOU, PlNEy.ro KON 11< TEN MINSTE JN MAM KRIJGEN koor de „vierdagers" is de heer J. W. tan Kolk een belangrijke figuur, want dank tij hem kunnen ze hun tocht verder voortzettenOnze fotograaf was gisteren ter plaatse toen de heer Van Kolk de Noorse loper Guslaaf Bred uit de nood hielp. de tweede dag niet meer verder kon den. In Oeffeit bijvoorbeeld kwamen we een man van het Spaanse leger tegen. Langs de weg lag hij stilletjes te krimpen van de pijn en toen we hem vragend aankeken wees hij op zijn linkervoet. Er zat een enorme blaar op en we zijn op zoek gegaan naar een prikker. En een uur later had diezelfde Span jaard zijn groep weer op een rustplaats ingehaald. Dat verstaan wij dan onder een knap stukje werk. In Nijmegen was zijn gezicht dan ook naar rechts ge richt. naar de eretribune. Het is misschien een beetje een gek gezicht om daar soldaten te zien mar cheren met een bosje anjers in hun armen, maar dat is óók een van die dingen, die tjjdens de Vierdaagse kun nen. 's Morgens hadden ze nog gezongen van „Waren we maar bü moeder thuis gebleven" en een paar uur later stapten ze, velen met wit aangeslagen schoenen, over de St. Annastraat. Samen met al die anderen, die zich keurig hadden opgepoetst om vooral maar mooi op de televisie te kunnen verschijnen, want daar loerde ieder een op. hebben het allemaal fijn gevonden. Ze zeiden, dat ze het volgend jaar het weer gingen doen. Ook mr. K. van Rijckevorsel, die weer volop gelegenheid heeft gehad om zich te trainen en aan de hand van zijn familiearchief nog eens rustig zal kun nen nagenieten. Ten slotte heeft ook invaller van morgen twee schoenen naar de schoen maker kunnen brengen en vertoonden ook zijn voeten de eerste schuchtere blaartjes. De vierde dag van het loopfestjjn is een recorddag geworden: zegge en schrijve 19 uitvallers telde de dag van gisteren en slechts 39 „vierdagers" kwa men niet opdraven bij de start. Dit is dus het beeld geweest van de vier loopdagen: 12.087 mensen begon nen de eerste dag te lopen en 11.604 volbrachten de tocht. Aan totaal 483 lopers werd dus geen eremetaal uitge reikt. Om zeven uur gisteravond stonden Blaartjes Ziezo, die vier dagen lopen die zitten er weer op van het jaar en men kan weer gaan uitrusten van dit ver moeiende vakantiegenoegen. Niemand klaagde gisteren. De mensen, die we hebben gesproken, zowel gistermorgen om zes uur als 's middags om drie uur DE BILT (ANP) Zeven Papoea's, in leeftijd variërend van zeventien tot 23 jaar, zullen enige maanden bij het K.N.M.I. in De Bilt gaan werken. Zij maken deel uit van een groep van 57 Papoea's, die in oktober naar ons land komt. De zeven jonge Papoea's zullen bij particulieren worden ondergebracht. Zij werken nu bij de meteorologische dienst lin Nederlands Nieuw-Guinea. l'iiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiifiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiliiiiiiiiië 14. Lester Longnoos had het gebeurde op de kade met beroepsmatige belang stelling vanuit een pakkist gadegesla gen. „Het lijkt op een ouderwets mis drijf.." stelde hij vast. „Maar zeker is het niet! Ik moet eerst bewijzen hebben dat dit geen onschuldige scherts is. En verder moet ik achter het hoc en waar om van deze vrijheidsberoving komen Geen bewijsvoering is compleet zonder kennis van het motief.." Makkertje Mes was intussen druk doende om het motief voor hun handel wijze uit het water te vissen. Toen ciit hem eindelijk met enige inspanning ge lukte, slaakte hij een kreet van teleur stelling. „De inkt is doorgelopen!" riep hij, de druipende prentbriefkaarten onaer de neus van Pets Domina zwaaiend. „Er staan nog maar enkele woorden op „Hm.. In elk geval is het wel zeker dat we tante Cato te pakken hebben,' zei de laatste op het vat kloppend. „Ai- le vier de kaarten zijn aan hem ge richt. Jammer alleen dat we nu niet meer kunnen lezen wat er op staat!" „Maar ik ben tante Cato niet!" snik te de maat in het vat. „Ik heb die kaar ten ook gelezen, maar heus die tante Cato kèn ik niet!" „Hou je mond!" riep Makkertje Mes. „Anders zal ik je eens prikken!" „Niks daarvan!" besliste zijn kame raad, en er glom een slim licht in zijn ogen. „We moeten hem gaaf houden! Want hij weet immers precies wat er op die kaarten stond! En dat zal hij ons wat graag vertellen nietwaar, tante Cato?" De toon waarop dit laatste werd ge zegd, deed een rilling door het vat gaan. 20. „Ha!" riep Otto, met opgeheven zwaard „mannen van Fenton! Wie Otto van Irtin zoekt, kom maar op!" Het waren de mannen, die de vorige avond uitgerukt waren uit de burcht, waar Otto de geheimzinnige gevangene had bevrijd. Vol vertrouwen in hun over macht vielen ze met hun zwaarden op Otto aan, maar dat zou hen duur te staan komen. Door zijn plaats tussen de twee rotsblokken konden niet meer, dan een of twee mannen tegelijk met de een zame zwaardvechter voeling maken en zo moesten ze tot hun teleurstelling ken nismaken met zijn grotere bedrevenheid. De een na de ander stortte ter aarde on der de vreselijke slagen van het zwaard, dat gezwaaid werd met razende woede en reuzenkracht. „Kom op!" riep Otto hees. „Wie wil er kennis maken met het zwaard van Otto? Laat anders Fenton zelf maar ko men!" Maar de overgebleven krijgsknechten voelden er niet veel voor om op dezelfde manier door te gaan. Advertentie V./TUINARTIKELENI 1 fileentlló - Botterdam Jel. 117555 izliinbn) NIJMEGEN. De slag is ge leverd en de vijand ligt ver slagen. De neuzen in de lucht en getooid met bloemen zijn ze gisteren Nijmegen binnen getrokken: de moedigen, die het gewonnen hebben van de kilo meters. Overrompelend hebben ze weer bezit genomen van de stad, die hun al drie dagen lang een plekje bood om de ver moeide voeten te laten rusten. Voor veel moedigen was het het laat ste, dat ze konden opbrengen: de tocht door de lange, lange Nijmeegse St. Annastraat langs majoor Breunese (aan zijn kostuum te oordelen nog steeds b.d.). Tussen de generaals zat hij en zijn gezicht wekte de indruk, dat hij zelf odk vier dagen lang had mee gelopen. U zult het ons niet kwalijk nemen, dat wij alle kijklustigen niet hebben geteld, maar u moogt aannemen, dat het een getal met vele nullen was. Vijfhonderdduizend werd er gefluisterd. Familieleden van de „vierdagers" waren er ook bij. Zeker, die waren van heinde en ver gekomen om „pa" voor bij te zien trekken en steeds weer drongen ze uit de rijen om een moe dige te omhelzen. Bossen bloemen ver dwenen er gisteren in armen of tus sen khaki overhemden. De schoenmaker We hebben er niet lang over hoeven te denken, want binnen een uur was de beslissing gevallen: onze eerste prijs (die we oudergewoonte iedere dag toekennen aan loopfiguren) gaat collectief naar de mensen die het hem hebben geleverd om vier dagen lang te lopen. Ja, ja, al onze vorige „prijsdragers" zijn binnengekomen, Carl Ffanner, me vrouw Christine de Jong uit Den Haag, de Israëli en de tien schonen uit Sierra Leone. Allemaal hebben ze het gehaald en ze hebben zich de eerste prijs waardig getoond. Net als die be leefde Noorse militair. Schoenmaker Jan van Kolk hebben we gisteren in Nijmegen niet meer ge zien, maar als een van de prominente figuren van deze vierdaagse was hij echt wel aan een beetje rust toe. U moet de heer Kolk beslist niet uit vlakken. Ten slotte is hij de man, die iedere dag weer de schoenen van de „vierdagers" gratis (en voor een schoenenfabriek) repareerde. Rondom zijn leest (de ijzeren dan) stonden ze soms met zijn tienen te dringen. Dan speelden zijn vingers razend snel met leer en rubber. „Ik ben dan hier, dan daar", zei hij, ter wijl hij onophoudelijk aan onze armen rukte om ons te attenderen op de men sen, die naar zijn zeggen prachtig lie pen. Hij heeft verstand van lopen, onze meneer Van Kolk, die nu voor de tweede maal in de Vierdaagse schoei sel lapt. Thuis doet hij ook niet anders. Stomend Groots was de show gistermiddag in Nijmegen. Iedereen, die muziek kon maken stapte verkleed mee. We hebben de moedigen ook al om zes uur 's morgens aan de start gezien, in de stromende regen gehuld in plastic regenmanteltjes. We hebben ze ook naar de start zien strompelen, steu nend en met de arme voeten over het asfalt slepend. Toch zijn ze aan het lopen geslagen, ook die jongen, die een uur later door twee meelopers aan de armen werd voortgezeuld. Kijk, dat vinden we zinloos, want men loopt voor zijn plezier en geen mens zal u erop aankijken, wanneer u die vier dagen niet tot het biltere einde uitloopt. Geen mens is er by gebaat wanneer diegenen, die nü zo nodig moesten volhouden, maanden later nog de nare gevolgen ondervinden van hun eigen zinnigheid. Het was een ietwat triest gezicht, die in plastic stomende troepen, maar ze stapten er niet minder fier om en ook in de regen bleef „Janus" roepen voor het Leger des Heils. Neen, neen. Janus loopt niet mee, maar hij is wel de aanhef van een van die prachtige wandelverzen. Wanneer men die verzen hoort, voelt men soms de dringende behoefte om zijn hoofd diep m het asfalt te steken, want het repertoire met o.a. „Janus hij roept u" en „Ouwe taaie" jaagt een mens soms de koude rillingen over het ïyf. Strooien deksels De regen vond het kennelijk onge past om neer te vallen bij een intocht van de Vierdaagse en rond het middag uur bescheen een prikkende zon de dapperen. Desondanks hadden de Ne derlanders nu toch maar hun strooien, zeer gekleurde hoeden afgelaten. Diep in ons hart verheugde het ons, want we vinden het geen succes, die hoofd deksels, die vaak niet op het hoofd, maar aan de nek worden gedragen. Wij hebben bepaald niets tegen zon werende hoeden, integendeel, want ook wij dragen op de stranden een eenvou dig dekseltje, maar waar het om gaat is: het staat de meeste mensen niet. Aan gezien het merendeel van de strooien- hoedendragers de eindstreep gisteren heeft gehaald, gaat er, wie weet, een magische kracht van uit. Die gaat er kenneiyk ook uit van Nijmegen, want, zoals gezegd, het leek wel of de moedigen vlak voor de intocht motortjes in hun benen hadden gemon teerd, want in hoog tempo „stormde" het leger binnen. Natuurlijk, er waren er bij, die binnenkwamen als in-tlen- stukken-gebroken-krukken maar ze vormden de minderheid of ze lieten het zich niet aanzien. Er is een knap stukje werk geleverd, dacht»» we, ook door diegenen die na FOTO BOVEN: Zingend werden de laatste meters afge legd FOTO LINKS: Het stuat zwart op wit: men mag el kaar niet onder steunen of gearmd lopen. Maar het ge beurt toch en het geeft iets weer van de geest, die er tijdens die vier da gen lopen heerst. 35 „Dat geeft kermis met koek," zal Dove Jan zeggen." Nieuwsgierig wachtte Leo op wat de jongens hem te vertellen zouden hebben. Ongerust was hij ook. Wat moest hij met een vrouwelijke gevan gene aanvangen? „Wat is er," vroeg hij toen de groep naderbij gekomen was. „Drie soldaten en een meid, we gaan een snoepwinkel beginnen," antwoordde Leddy. „Kom mee naar de ark, dan zal je een feest meemaken," zei Kale Jan. Zij hadden iets in de zin, dat was hun aan te zien. Buitenissige dingen kon Leo echter niet toestaan en achter de groep aan volgde bij hen naar de ark van de bewakers. „Ga niet mee naar binnen," ver zocht hij Adri. „Ik wil er bij zijn, er gaat iets ge beuren wat niet door de beugel kan, misschien zal ik hen daarvan terug kunnen houden." „Er zullen ruwe woorden vallen." „Ben ik niet bang voor." Door 'het kabaal dat de opgewonden groep maakte aangelokt, kwamen ook de bewakers naar de ark. Zij vulden de gehele ruimte met hun harde stemmen: „Een meid., waar heb je die opge vist? Het is hier geen doorgangshuis voor soldatenmeisjes! Gooi haar in het Gat van de Noorderklip als voer voor de vissies Het meisje liet alle uitroepen over zich heen gaan, onbewogen zag zij de mannen aan en naar Adri stak zij spottend haar tong uit. „En nou koppen dicht! Ik wil weten waar die griet vandaan komt," don derde Dove Jan. Hij had succes, de jongens zwegen en Leddy kon vertellen wat hij wist. De Mandwacht had een sein gege ven en de Valwacht was uitgerukt. Zij vingen drie soldaten en deze meid, dat was alles. De rest moest er hier maar uitgehaald worden, hij was bar nieuwsgierig. Uit het verhoor bleek, dat het meisje haar ouders verlaten had om met Karl, haar vriend, mee te gaan op het pad van avontuur. „Eén van haar vrienden," vulde Karl aan, hij was maar een tijdelijke relatie van haar. Het was een onfris verhaal en ter- wille van Adri maakte Leo er een einde aan. „Wat moeten we met haar begin nen?" vroeg hij. Losgelaten kon zij niet worden, daarvoor had zij teveel gezien. Bij de mannen in het ruim kon zij ook niet, dat vond zelfs Dove Jan te erg. de moedigen al weer in lange rüen opgesteld voor het gebouw van De Vereniging in Nümegen. KenneUjk on vermoeibaar en blaren trotserend werd er gedanst en gesprongen en 's nachts om twaalf uur hadden nog maar wei nigen zin om de Vierdaagse definitief voor een jaar vaarwel te zeggen. door C. Baardman haar een heerlijk gevoel van er echt bij te horen. Zij was een der hun nen en geamuseerd glimlachte zij als zij dacht aan de vele vragen waarmee die ruwe knapen bij haar aankwamen. Een nieuw gat in sok ken die al een en al stop waren.... een winkelhaak in een broek en van verschillende jongens had zij de ha ren geknipt zo goed en zo kwaad als het ging. Zij nam een pluk ha ren tussen haar vingers en met een botte schaar beet zij de lokken weg. Het resultaat was verbluffend, maar de jongens vertelden haar zonder erbij te blozen, dat zij een goede hand van haarknippen had. (Wordt vervolgd.) ZIERIKZEE. In het kader van de internationale uitwisseling is een groep van negen jongens en vier meisjes in de leeftijd van veertien tot achttien jaar naar St. Hilaire vertrokken. Het gezel schap staat onder leiding van de heer A. Brand, ieraar aan het professor Zeeman lyceum te Zierikzee. De groep is samen gesteld uit leerlingen van het lyceum, de Uloschool en de L.T.S. Ze zullen veer tien dagen in St. Hilaire blijven. In de maand augustus zullen jeugdige Britten naar Zierikzee komen. Op 16 augustus bezoekt een gezelschap uit Hatfield Zie rikzee. YERSEKE. De raad komt augus tus a.s. 8 uur in openbare vergadering bijeen. Op de agenda staan 17 punten. De belangrijkste gaan over verkoop en aankoop van grond en wijziging van de 'begroting. „We kunnen haar in het vooronder stoppen," zei hij. Dat was de oplossing en zo kreeg het schip een afdeling voor vrouwe lijke gevangenen. „Maar eerst knippen," riepen een paar stemmen. Leo had hiertegen geen bezwaren, doch Adri protesteerde. Tevergeefs, deze grap wilden de jongens zich niet laten ontnemen. Met een tuinschaar werd de opera tie volbracht. De soldaten zagen on verschillig toe en het meisje zelf zei eenvoudig: „Als ik thuis ben heb ik weer haar, want mijn vader is kap per." „Dat zal toch nog wel even duren liefie," antwoordde Dove Jan. Zij haalde de schouders op. Nadat de gevangenen weggevoerd waren, zocht Leo naar een gelegen heid om het afgebroken gesprek met Adri voort te zetten, doch het con tact was verbroken. „Ik ga slapen," zei zij. Het was stil rondom de hoofdark. Alle jongens waren uitgetrokken voor de expeditie naar de Wilde Bies- bosch; dit was het meest ontoegan kelijke deel van het waterland. Daar was nog geen cultuurgrond, alles was er water en vloedbos. Zelfs op de stafkaart was dit land niet volle dig in kaart gebracht. In deze wil dernis waren verdachte personen ge signaleerd. De hele groep moest hiervoor uitrukken, want het te door zoeken terrein was groot en onover zichtelijk. Slechts een paar bewakers waren bij de krijgsgevangenen gebleven en Adri had het zo rustig nog niet ge kend, sinds zij in de groep opgeno men was. Zij had geen zieken en de gewon den waren allen zover hersteld dat zij geen verpleging meer nodig had den. Weldadig was de stilte om haar heen. Het was zo stil dat het was alsof zij haar gedachten hoorde. Veel had zij te overdenken. Het leven temidden van de jongens was zo geheel anders dan wat zij zich ooit had kunnen voorstellen. De ka meraadschap van de jongens gaf

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1961 | | pagina 2