Het begon met een klap, gelijk met de slag bij Nieuwpoort M jfft Srw DE NATUUR WÊmm KAPPIE EN DE SLAAPSLAVEN Bergingsslag bij Kaap Duinen Woensdag 31 mei 1961 ZEEUWSCH DAGBLAD Q|.frusSe. lp Iflf gehoord ge z ien GING EENS MET DE STROOM MEE Hij zag het komen Twee klappen Nog voor geen ton En de vlierpitballetjes «f V-W* Met een fles Levensgevaarlijk Die leeslamp wereldreis als weddenschap 11 n het kort in en om uw huis Pag. 2 T EIDEN. Ik weet het, hè, hè, ik weet het. Ik had altijd gedacht dat het al in 1600 begonnen was. Zestienhonderd: slag bij Nieuwpoort, nietwaar? Wel, toen is het begonnen met die electriciteit, dacht ik. En de Grieken dan, dacht ik ook. Nou ja, die wreven wat over barnsteen en dan kon je er papiersnippers mee optillen. Ook electriciteit, natuurlijk, maar een leerling monteur zou er toch om lachen, wel? Maar nu weet ik het zeker. In Leiden hebben ze het me ge zegd: ,,De technische ontwikke ling van de electriciteit is pas begonnen na de ontdekking van de electromagnetische inductie door Faraday in 1831". En dat van 1600 was de geschiedenis van de electriciteit. Daar zit het verschil. 9 In datzelfde Lelden heb ik gistermid dag gesproken met een man, die met elec triciteit opstaat en er mee naar bed gaat. „Ik weet er zoveel van dat het moeilik voor me is me voor te stellen dat er iemand is, die er niets van af weet", zei de heer P. van der Star, de conservator van het Rijksmuseum voor de Geschiedenis der Natuurwetenschap pen. Dat is ook niet altijd zo geweest, neen, neen, natuurlijk niet. Rond 1920 nog, toen kreeg de heer Van der Star een klap uit een „electrisch kastje". In Utrecht was dat en daar woonde hij als jonge jongen. Daar zag hij „het licht nog komen". Maar de jaren spoelden heen en tege lijk vorderde de wetenschap, zoals men dat dan zegt. En nu heeft de heer Van der Star in dat museum in Leiden (wie er heen wil: Steenstraat la) een ten toonstelling ingericht die morgen open gaat en die heet „Uit de kinderjaren van de electriciteit". Ik neem aan dat ik niet de enige ben, maar ik ben niet zo gek op oud brood. En daarom roosterde ik gisteren thuis nog een paar sneedjes. In een rooster, precies, en ik heb er nog nooit een moment bij stilgestaan wat er allemaal gebeurt voor ik er een bruine boterham uit kan halen. Ik steek de stekker in het stopcontact en daarmee is voor mij en naar ik aanneem ook voor u de kous af. Als knaap van een jaar of vijf heb ik voor het eerst van mijn leven kennis gemaakt met electriciteit. Dat was, toen de salon van mijn ouderlijk huis werd schoongemaakt en ik achter een canapé een stopcontact op de plint ontdekte. Een lange schroevendraaier had ik ook en nu was de sport om te zien of dat kon: die punt van die schroevendraaier in een van de gaatjes van het stop contact. Het kon, maar de klap die ik kreeg deed me achterover de kamer intuime len. En de tweede klap die ik wat later mocht incasseren, vergezeld van een vermaning, boezemde nog meer res pect in. Sindsdien heb ik links en rechts wel dertig stopcontacten aangelegd. Vroeger deed ik dat gewoon met een draadje langs de vloer. Tot een heer van het G.E.B. in Amsterdam eens het ernstig ste gezicht trok dat hij voorhanden had en met één ruk mijn hele lichtleiding ver nielde. „Levensgevaarlijk en dom", waren de drie woorden die hij sprak. Hij zei ook nog, dat ik er steeds een dinges moest bijhalen en ik geloof dat hij sprak over een „erkend installatie- bureau". Dat hoeft u overigens vandaag ook niet zo snel meer te proberen, want wanneer u een electriciën moet hebben wordt u doorgaans op een wachtlijst gezet nadat u tevoren tien minuten hebt En nu, in Leiden, heb ik gehoord hoe men in 1660 al een electriseermachine uitvond en zo'n apparaat uit 1860, door meneer O. Hempel in Parijs gecon strueerd, heb ik gezien, compleet met zwengel om aan te draaien. O ja, en Petrus van Musschen- broek. Kent u de heer Petrus van Mus- schenbroek niet? Wel, wel, dat Is dan niet mooi, maar in januari 1746 heeft hij iets gedaan, dat toch uitermate be langrijk was. Hij deed een proef en gebruikte daar bij een fles met water. In die fles zat een staaf die weer verbonden was met een electriseermachine en de heer Van Musschenbroek kreeg zo'n gej weldige oplawaai, dat hij ietwat later verklaarde, toen hem gevraagd werd om het allemaal nog eens te doen: „Neen, dank u, al kreeg ik het hele koninkrijk Frankrijk aangeboden". Kunt u nagaan wat een klap dat was. Dansende vlierpitballetjes, zegt u dat iets? Het lijkt een beetje op de mensen die het einde van hun vulpen hard langs hun colbert wrijven en er dan een snipper van een brief mee optil len. Zoiets als de Grieken dus, maar dan anders. In januari 1676 schreef Newton een -)é 1Vie deze handle bedient kan in het Leidse Rijksmuseum, voor de Geschiede nis der Natuurwetenschappen de vlieger- proef van Franklin zien herleven- Met de bliksem er bij. geluisterd naar het gebrek aan per soneel bjj dat erkende bureau. Weet u wat wel handig is? Eens een vrije middag praten met een electriciën on uitgelegd krijgen hoe fittingen in elkaar horen, hoe een stopcontact door de vakman wordt aangelegd en wat er meestal aan de hand is wanneer stof zuiger of strijkijzer het niet meer doen. Dan hoeft u een hoop keren niet te luisteren naar dat: „Meneer, al had ik een ton, ik zou u geen mannetje kun nen sturen. Over een dag of tien mis schien brief aan de Royal Society in Londen en maakte melding van zijn proef. Onder een gemonteerde kijkerlens legde hij papiersnippers, wreef met een doek over het glas en de snippers dans ten op en neer. En datzelfde kunt u doen, nu in Lei den, want men heeft daar een aantal proeven die de bezoeker zelf kan doen. Als u nu vanavond naar bed gaat en u doet dat 'kleine lampje in de slaap kamer aan, weet dan, dat heel lang geleden Franklin bewees dat de at mosferische electriciteit gelijk was aan de wrijvingselectriciteit. Met een vlie ger deed hij dat en de bliksem die in de vlieger sloeg heeft Franklin alleen niet gedood, omdat het vliegertouw geaard was in een slootje. Op de Leidse tentoonstelling is het van morgen af helemaal te zien. Ja, helemaal in beeld en het publiek kan zelf aan een knop draaien en de blik sem zien inslaan. „Ik moet er nog een kaartje bij hangen voor de jeugd. Want wat wij met deze tentoonstelling ook vooral willen bereiken Is: belangstelling kwe ken voor de geschiedenis van de elec triciteit bij de jongeren. En vliegeren bij onweer is natuurlijk levensge vaarlijk". Ik ben niet iemand die zegt: Die tentoonstelling „Uit de kinderjaren van de electriciteit" daar moet u een hele dag heen. Ik weet, dat conservator Van der Star er ongeveer tien maanden jé Twee grote 18 de eeuuse „Leidse flessen" staan op de voorgrond en al deze mensen kijken naar een machine, waar mee Deiman en Paets van Troostwijk in 1789 voor het eerst water door electrolyse hebben ontleed. aan gewerkt heeft om die expositie bij elkaar te krijgen, zoals u er nu naar kunt gaan kijken. En ik weet ook dat hij er zelf met het grootste genoegen dagen tussen de electriseermachines en het electrische klokkenspel zou kun nen doorbrengen, met de ogen alle voorwerpen strelend. Maar ik zeg wel: wanneer u in de buurt van Leiden bent ga er dan een uur of zo heen. Want als u ziet hoe in de generaties voor ons geëxperimen teerd, gestudeerd, gezocht en gezwoegd is om aan „stroom" te komen, dan gaat u het echt wei anders bekijken en waar deren. Wanneer u in de kamer die leeslamp aan doet. 62 „Nu, dat plaatje zal een lieve duit kosten bij de stomerij", zei hij ter wijl hij overeindkrabbelde. Toen ze weer in het hotel waren, zei Bertrand: „En nu ga ik even de sjako van een majorette voor jullie halen. Ik 'ben zó terug!" Met een gezicht als eer triomfan telijke held stapte hij de kamer uit. Zijn vrienden waren zo beduusd dat ze hem niet eens succes konden wen sen. En waarachtig een uur later was Bertrand terug met een enorme hoededoos waaruit hij een prachtige sjako van roze en wit satijn en ve ren haalde. „En hier, lieden," zei hij trots ter wijl hij probeerde het geval op zijn hoofd te zetten, „zien jullie dan de sjako van een majorette!" „Hoe kom je daar in 's hemels naam aan?" „Relaties! Zonder relaties begin je niets!" „O, dus jij hebt relaties met een majorette? Als ze dat in Brussel ho ren zullen ze dat wel leuk vinden!" „Maak je niet bezorgd. Hier om de hoek is een school voor majoret tes. Het adres heb ik in het telefoon boek gevonden." „Sherlock Holmes!" Bertrand deed of hij beledigd was. „Ja hoor eens, als jullie me niet wil len geloven. Hij stond op. „Zeur niet en loop nu niet kwaad weg. Dus jij vond het adres van die school in het telefoonboek. En toen?" „Toen heb ik de directrice opge beld. Ik wou haar zeggen wat ik wil de maar ze viel me in de rede. Ze las óók kranten, zei ze. Dus toen ik daar kwam stond die sjako, compleet met doos, al op me te wachten. Zie je zo besteed ik nu mijn vrije tijd!"' „We zullen een voorbeeld aan je nemen. In elk geval bedankt voor die sjako!" Twee punten waren dus afgedaan. Nu het voornaamste nog, de ontmoe ting met Sugar Ray Robinson. Lang voor de afgesproken tijd ze hadden hun les geleerd zat het drietal ongeduldig te wachten in Ray's bar, ook nu weer in gezel schap van Bob, de fotograaf. De be roemde bokser was bij uitzondering eens niet op tijd. „Drie minuten voor twee bromde Mare. Abel begon auto's te tellen. „Hij, houdt van ons hij houdt niet van ons „Je zal zien dat hij Op dat moment verscheen er een breedgeschouderde maar slanke, goedgekleede figuur in de deurope ning Ray Robinson in levende lij ve! Robinson, de afgod van zijn be wonderaars, die zich overal ter we reld thuisvoelde, liet geen tijd ver loren gaan met kennismaken. Zijn gezicht vertoonde geen enkel spoor van zijn vele duels. Hij was de be lichaming van een volmaakt atleet, niets meer en niets minder. Zijn ont wapenende hoffelijkheid bleek uit het geduld waarmee hij naar hun ver haal luisterde. Zo nu en dan gooide hij het hoofd achterover om te la chen, waarbij zijn prachtige witte tanden zichtbaar werden. „Het is fantastisch", schaterde hij. „Wat een stunt! Ik zou best met jul lie mee willen. Ik wou dat ik tijd had om mee te gaan naar Europa!" Ray's aanstekelijke lach en zijn opgewektheid verkwikten de reizi gers. Hij was zo energiek, verstan dig en enthousiast dat zijn nieuwe vrienden nu pas de ware reden van zijn succes ontdekten. Wat een gren zeloze vitaliteit! „We moeten voortmaken", zei hij na een blik op zijn horloge, „laten we jullie uitrusting gaan halen." In de sportzaak werd hij door het hele personeel verwelkomd. Glimlachend en handendrukkend liep hij rond, als een onbezorgde vorst. Toen nam hij de leiding, koos handschoenen, schoenen en broek jes uit, aldoor grapjes makend. Toen Marc en Abel van alles wa ren voorzien klommen ze in Ray's donkerrode auto en ze reden naar zijn club, waar een paar boksers aan het oefenen waren, maar verder was het er leeg en donker. Het was zater dag, en de beroepsatleten en de lui die altijd in oefenlokalen plegen rond te hangen hadden blijkbaar andere plaatsen uitgekozen om hun energie bot te vieren. De getrouwe Bob stelde zijn came ra op. Helaas, de twee Belgische ama teurboksers maakten maar een ar metierige indruk, vergeleken bij Ray's voortreffelijke conditie. Eerst maakte Ray zijn, spieren wat los door een paar oefenstoten. Toen begon hij met lichte schijnstoten in de richting van de beide kampioe nen. Hij kwam er hoe langer hoe meer in, en een paar slagen kwa men met bijna fatale nauwkeurig heid aan. Abel's jukbeen en kaak be gonnen al lichtpaars te worden. Mare viel zo heftig uit dat hij languit te gen de grond sloeg. Bob lachte zich krom maar deed toch al zijn best om behoorlijke op namen te maken. (Wordt vervolgd) ZOUTELANDE. Na geruime tijd van voorbereiding is nu met inzet van groot materiaal de slag om de berging van de Duitse kustvaarder „Martin Lütje" nabij Kaap Duinen aangevangen. De „Martin Lütje" zonk aldaar eind vorig jaar, nadat zij was aangevaren door het Nederlandse vrachtschip 't „Schelde Lloyd". Met behulp van drie grote hokken, de „Condor" en de „Ahrend" van Van den Taks bergingsbedrijf en de „Walcheren" van Van der Akker hoopt men vandaag - het wrak recht te zetten. Daarna zal I. onmiddellijk met de „onderwater-los- sing" worden begonnen. De lading, die bestaat uit plaatijzer, wordt met kleine gedeelten door 'ber- gingsvaartuigen naar Vlissingen ge- bracht. Een Middelburgse ijzerfirma heeft inmiddels de hele partij opge kocht. Eenmaal gelost, hopen de ber gers het vaartuig weer spoedig drijvende te krijgen. -)(- Conservator, de heer P. van der Star, van het museum in Leiden draaide gisteren voor mij aan het grote wiel. Niet de ganse dag, even maar, vanwege deze foto van een wrijvingseleclriseermachinedie in 1860 te Parijs werd gebouwd. programma's DONDERDAG 1 JUNI 1961 RADIO HILVERSUM I 402 M. KRO: 7.00 Nws; 7.15 Gram; 7.30 V d jeugd; 7.40 Gram; 7.45 Morgengebed; 8.00 Nws; 8.15 Hoogmis; 9.35 Waterst; 9.40 Gram; NCRV: 10.00 Gram; 10.15 Morgen dienst; 10.45 Gram; KRO: 11.00 V d zieken; 11.45 Gewijde muz; 12.00 Middagklok noodklok; 12.04 Gram; 12.25 V d boeren; 12.35 Land- en tuinb; 12.38 Gram; 12.50 Act. 13.00 Nws; 13.15 Zonnewijzer; 13.20 Platennieuws; 13.30 Milit ork; NCRV: 14.00 Lichte muz; 14.25 Gram; 16.00 Verkenin gen in de Bijbel; 16.20 Zangrecital; 16.45 Gram; 17.00 V d jeugd; 17.30 Gram; 11.40 Beurs; 17.45 Politiekapel; 18.15 Sportru- briek; 18.30 Vocaal ens; 18.50 Sociaal per spectief; 19.00 Nws; 19.10 Op de man af; 19.15 Pianorecital; 19.30 Radiokrant; 19.50 Polit lezing; 20.00 Man en Paard, wed strijd; 20.30 Gram; 20.40 Vocaal ens; 21.00 Promenade-ork; 21.40 Gram; 21.50 Perio dieken Parade; 22.00 Kerkorgel-recital; 22.30 Nws; 22.40 Avondoverdenking; 22.55 Boekbespr; 23.00 Gram; 23.30 Lezing; 23.55 Nws. HILVERSUM II AVRO: 7.00 Nws. 7.10 Gram. 7.20 Vlag getjesdag sportvissers. 7.25 Gram. VPRO: 7.50 Dagopening. AVRO: 8.00 Nws. 8.15 Vlaggetjesdag sportvissers. 8.20 Gram. 9.00 Gym. v.d. vrouw. 9.10 De groenteman. 9.15 Gram. 9.40 Morgenwijding. 10.00 Gram. 10.50 V.d. kleuters. 11.00 Kookpraatje. 11.15 Gram. 11.45 Levenskunst. 12.00 Vier handig orgelspel. 12.30 Land- en tuinb. 12.33 Metropole ork. 13.00 Nws. 13.15 Vlag getjesdag sportvissers. 13.20 Meded. 13.25 Beurs. 13.30 Dansmuz. 14.00 Pianorecital. 14.35 Act. 15.05 Viool en piano. 15.35 Ca baret 15.55 Gram. 16.25 Voordr. 16.45 Gram. 17.00 V.d. jeugd. 17.30 Gram. 17.50 Rege- ringsuitz 18.00 Nws. 18.15 Lichte muz. 18.50 Gesproken brief. 18.55 Lichte muz. en Koek en ei. 19.50 Sportpraatje. 20.00 Nws. 20.05 Omr. ork. 21.05 Vrouw aan boord. 22.20 Gram. 22.30 Nws. 22.45 Act. 23.00 Sportact. 23.10 Lichte muz. 23.40 Zang en hammondorgel. 23.55 Nws. Advertentie Vraagt Uw Apotheker of Drogist In Roermond is gisteren de 51-jarige dakdekker H. F. Fusers overleden aan de gevolgen van het vallen van een dak drie weken geleden. Doronicums of vroege voorjaarszonne bloemen raken nu weer uitgebloeid; de late soorten bloeien misschien nog op een licht schaduwplekje, maar met de vroege is het gedaan. Nu is er een bloemloze plek in de border. Zulke plan ten kan men nu veel beter opnemen en elders in de tuin op een minder in het ooglopend plekje bij elkaar zetten. Ze kunnen daar dan verder groeien. In de herfst zet u ze opnieuw in de border. IJlllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllMIIIIIIIIIIIMIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIimillHllllinilllllllllNllllllllllllllllllillllllllllllllHllllilllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll!! 15-87. Het was te begrijpen, dat de zeelieden die nacht de slaap niet goed konden vatten. De gebeurtenissen van die dag en de woorden van het opper hoofd hadden een onrustige uitwerking. Ook het feit, dat er een wachtpost voor hun hut stond, werkte weinig kalme rend. Zo kwam het dat de meester mompelend in de ingang van zijn hut zat, terwijl het dorp in slaap gewikkeld lag. ,Een sinistere toestand...." dacht hij. „Kappie heeft makkelijk praten over legendes en zo, maar die inlanders hebben lang genoeg hier gewoond om te weten wat er aan de hand is op dat andere eiland en wij hebben het al leen maar heel even veraf gezien....!" Somber liet hij zijn blik over het ge heimzinnige tweeling-eiland dwalen. „En intussen is die arme Tjeerd mis schien in een ik weet niet wat voor akelige toestand geraakt...." zuchtte hij. „En wij...." Hij maakte zijn zin niet af maar staarde met grote ogen in de verte. „Krakende krukassen.... w-wat is dat?!" stamelde hij opspringend. Be vend greep hij de wachtpost beet. „Zie je d-dat?!" riep hij. „Die vuren?!" De inlander knikte. „Dwaalliehtens..." verklaarde hij kort. „Zij zijn elke nacht daar. Overdag geen leven in het rijk van Klaassievaakkie, maar des nachts.... overal dwaalliehtens....!" 21-35. Niemand lette op Otto. Snel dreef hij zijn paard naar een begroeide rots partij tegen de noordelijke helling van het dal. Tussen een tweetal met strui ken begroeide vooruitspringende steen massa's verdween hij langs een omhoog lopend, kiezelig pad, dat weldra linksaf boog, om de helling verder te beklim men. Op die plaats zag Otto wat hij zocht, de nauwe ingang van een grot. Snel steeg hij af en ging naar binnen. Het was er koel en, na het heldere daglicht buiten, donker. Weldra waren zijn ogen aan de omgeving gewend en kon hij op de muren oude beschilderin gen waarnemen. Vreemde, kleurige voor stellingen van dieren, afgewisseld met geheimzinnige tekens. Maar alles verbleekte bij de schitte rende gouden haan, die trots op een uit ruwe stenen gebouwde verhevenheid pronkte. Even aarzelde hij, voor hij het voor werp van zijn plaats tilde. „Gij hebt niet gezien, wat gij gezien hebt", grin nikte hij. „Gelukkig is hier niemand, die ziet wat ik doe." Snel ging hij naar buiten. Het gerucht van de strijd zwol aan en kwam in zijn richting. Het leek wel of de Lagevelders tot bij de toegang van de grot warea doorgedrongen.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1961 | | pagina 2