Ketelbinkie
nam zijn
moeder
mee
Wapenwinkels
in Kaapstad
uitverkocht
DE NATUUR
KAPPIE EN DE SLAAPSLAVEN
Uit de kerken
P. W. RUSSEL'S
Drs. Van der Beugel
naar Amerika
wereldreis als g
weddenschap
JONGETJE OVERREDEN I
in en om uw huis
I
Vrijdag 26 mei 1961
ZEEUWSO! DAGBLAD
Pag. 2
niiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiii minimi %J inmiiiiiii
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiii iiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiifiiiiiiiiiiiiiii
„Kijk moeder, hier slaap ik en dat daar, dat zijn de
laadbomen. En daarachter, dat is het verblijf van de
officieren en om het hoekje hier werkt timmerman Ros.
Hoe vindt u het?" „Ik vind het een mooi schip jongen
en ik ben eigenlijk ook wel blij, dat je nu niet zo lang
weggaat."
Uitbundig bescheen de zon gistermiddag de Maas in Rotter
dam. Kleine, felle bootjes trokken rimpelslierten door bet water
en sjouwden hagend hun, soms lange, sleep stroomopwaarts. Van
het dek van de „Seine Lloyd" af gezien leken de grootste aken
middelmatige rivierbootjes en wie omkeek zag de peilloze diepte
van de openliggende ruimen, waarin de zuurstokachtig gekleurde
laadbomen vrachten van bizarre afmetingen lieten zakken.
Drukke bazaar
Ja, precies, de „Seine Lloyd" zo ongeveer de laatste aanwinst
van de Koninklijke Rotterdamsche Lloyd werd geladen om
vanavond de reis naar Manilla, Hongkong en Japan te beginnen.
Een schip dat binnen de 36 uur moet vertrekken maakt 'op mij
altijd de indruk van een familie die op vakantie gaat en onder
leiding van pa de auto volstopt. Een geren en gevlieg, een geloop
van figuren auto in, schip af. Dit nog en dat nog, de flessen mieren-
zuur en de ijzeren stangen voor Singapore, de beer voor Klaasje om
mee te slapen en die vijftien vracht
wagens voor het Verre Oosten.
Een druk gedoe, waar niemand
voor wie dit geen dagelijkse zaak
is eigenlijk weet van heeft. Ook niet
de moeders van de matrozen en de
vrouwen van de oliemannen. Daarom
waren ze er gisteren.
wat anders: vaste wastafel, warm en
koud stromend water. Allemaal mo
dern en gerieflijk en je gaat er stuk
ken op vooruit", sprak de heer Ros.
Negen jaar zit hij al bij de Lloyd
en mevrouw Ros was wel een beetje
stilletjes van zo'n groot schip.
Ruggeprikkers weg
Een soort familiedagje, zou men kun
nen zeggen. Mevrouw C. J. van Asperen-
Verhagen, echtgenote van de tweede
stuurman, was uit Heemstede naar
Rotterdam gekomen. Tien jaar vaart
haar man en hij heeft op alle Lloyd-
lijnen gezeten. Voor mevrouw Van
Asperen was dit dus niet de eerste
keer dat ze een schip zag, maar va»
de „Seine Lloyd"
wilde ze toch graag
zeggen: Een fantas
tisch schip,
„We zijn nu ook
van de rugprikkers
af", lachte stuur
man Van Asperen
en hji doelde op
de nieuwe stoelen.
Zoals alle opvaren
den van dit grote
vrachtschip is hij
blij met zijn hut:
royaal, comforta
bel.
Niet zo gek
„Drie en een
halve maand gaan
we weg en als. we
op de terugreis
Genua aandoen,
dan staat mijn
vrouw daar en
vaart het laatste
stuk met ons mee.
Dat kan nu, met
die grotere hut",
zei hij tevreden.
Drie en een hal
ve maand. Dat is
dat „niet zo lang",
waarom de moeder
van lichtmatroos
Wim van Bommel
blij was, zoals in
de aanhef vermelj}.
Wim is zestien
nu en zijn tweede
reis gaat vanavond
beginnen. „De eerste bracht me naar
de Antillen en het Panamakanaal, naar
Nieuw-Guinea, Thailand, het Suezka-
naal en Italië", vertelde de gewezen
ketelbink, die de vorige keer 85 gulden
per maand („Schoon hoor") in de hand
kreeg en nu 107.
„Het is nog niet zo gek, dat varen",
vond hij. „Je slapen en je eten heb je
ook vrij. Mijn oom was vroeger baas
timmerman en mijn neef vaart nog.
Als wat? Als matroos onder de gage."
Goed idee
Nou ja, en zo zou ik u door kunnen
vertellen. Van Pietje en van Jantje die
kwamen kijken., van moeders van
oliemannen en vrouwen van bedien
den, van familie van de hofmeester en
van de stuurlui. Overal over die „Seine
Lloyd" kleine groepjes mensen die er
in de zon liepen rond te kijken, die
„Och" riepen als ze een blik in de
Wim van Bommel komt uit Den Haag
en ziin moeder was met ziin kleinere
broer en zus naar ,,dat hele grote
schip" komen kijken.
„Ik heb gezien waar Wim slaapt en
ik ken nu het schip waarop hjj gaat
werken; geweldig, ik zou niet kunnen
zeggen wat er beter
moest", aldus me
vrouw G. van Bom-
mel-Benus. „En ik
weet nu tenminste
hoe dat allemaal
is, als Wim weg is.
Je raakt er wel
aan gewend als je
zoon naar zee gaat
en je kunt ze toch
niet tegenhouden,
maar ik hen tel
kens weer blij als
ik hem zie."
„Ik ben al tien
dagen aan boord",
vertelde Wim nog,
„want de kustreis
naar Antwerpen,
Bremen en Ham
burg om lading in
te nemen heb ik
met de '„Seine
Lloyd" ook al mee
gemaakt. En onder
weg zie je een
hoop als je vrij
hebt en de wal op
kunt. Midden op zee vind ik misschien
nog wel het prettigste: dan heeft het
leven zijn vaste gang en het is allemaal
zo rustig."
Wel wat anders
Bij mevrouw H. Ros in Den Haag is
het meestal niet zo rustig. Daar zorgen
zoon Leo (2%) en dochter Wilma
(7 maanden) dan wel voor. Wilma was
gisteren thuis gelaten maar met Leo
was ook mevrouw Ros op de „Seine
Lloyd" te vinden, om er te kijken naar
de hut en de werkplaats van haar man.
tir* Terman G. Ros (30 jaar).
dijn laatste schip was de Zeeland",
•telde de timmerman en we konden
eet herinneringen ophalen, omdat ik
een handvol maanden geleden mocht
.jerichten hoe ik met diezelfde Zee
land potas en ijzer ging halen in Ant
werpen en Bremen.
„Mijn hut op dit schip is wel even
Mevrouw H. Ros was met haar zoontje Leo uil Den Haag
gekomen om nader kennis te maken met het schip, waarop
haar man vanavond gaat varen.
luiken wierpen, die „Zo, zo" zeiden
■wanneer er weer een dot vracht naar
boven kwam en die nu allemaal naar
huis zijn gegaan met de gedachte: „Zo,
nu weet ik tenminste waar mijn Hen
drik uithangt op dat schip, wanneer
hij ergens op de oceaan drijft."
Een goed Idee van de man, die dit
bezoek regelde, dacht ik. Dat moesten
meer bedrijven en firma's doen: de
vrouwen en familieleden van hun
werknemers eens laten kijken waar en
lioe hun mensen de dag door brengen
en het dagelijkse broodbelegsel bij
elkaar werken.
Vaste gang
Dat geeft een band die belangrijk is.
Belangrijk voor het betrokken bedrijf
en belangrijk voor de mensen.
Zeker voor mensen op zee, die het
drie of zes maanden moeten hebben
van wat brieven over en weer.
Eigen nieuwsdienst
DEN HAAG Voor een verblijf
van tien dagen is drs. E. H. van der
Beugel, president-directeur van de
K.L.M., gistermiddag van Schiphol
naar New York vertrokken.
Hij zei: „Ik zal mij in de Verenigde
Staten wel in verbinding stellen met de
Nederlandse delegatie, die nu onderhan
delingen voert om landingsrechten voor
de K.L.M. op Los Angeles te verkrijgen,
maar ik zal mij niet in die besprekin
gen mengen. Ik ga helemaal niet naar
Washington",
De heer Van der Beugel zal deelnemen
aan de jaarlijkse bestuursraad van de
Internationale organisatie van lucht
vaartmaatschappijen (I.A.T.A.). In deze
raad hebben de president-directeuren
van zeventien maatschappijen zitting.
Op 5 juni houdt drs. Van der Beugel
te Vancouver een rede op de jaarverga
dering van het Canadese verbond van
werkgevers.
SPANNING NEEMT TOE
JOHANNESBURG (Reuter AP). De
spanning in Zuid-Afrika dat volgende
week woensdag uit het Britse Gemene
best treedt en een republiek wordt,
stijgt van dag tot dag. Men vreest uit
gebreide protestdemonstraties en als
voorzorgsmaatregel daartegen verricht
de politie dagelijks honderden aanhou
dingen.
Vele blanken voelen zich onveilig en
de wapenwinkels in de buurt van Kaap
stad waren gisteren geheel uitverkocht.
In Durban reed de politie met omroep-
wagens door de straten om de mensen
in het Engels, Afrikaans en Zoeloe aan
te sporen de volgende week toch vooral
normaal aan het werk te gaan en geen
gehoor te geven aan de talrijke oproe
pen van pro-Engelse verenigingen en
negerorganisaties om als protest tegen
de apartheidspolitiek en de afscheiding
uit het Gemenebest drie dagen te staken.
De politie beloofde de inwoners tege
lijkertijd bescherming tegen agitators.
Troepen
Bij Modderfontein zijn troepen gele
gerd om de grootste dynamietfabriek ter
wereld tegen mogelijke overvallen te be
schermen. Modderfontein ligt op slechts
zestien kilometer van Johannesburg.
De Nationale Bantoe Unie, een neger-
organisatie uit Johannesburg met vijftig
duizend leden, heeft gisteren zijn leden
aangespoord om de volgende week ge
woon te gaan werken omdat het plan
voor de proteststakingen slechts het
werk van de anti-republikeinse oppositie
van de blanken zou zijn.
Van vandaag af heeft de Zuidafrikaan-
se regering alle bijeenkomsten en samen
scholingen verboden. Jan de Klerk, de
minister van binnenlandse zaken, heeft
gisteren bekend gemaakt dat ambtena
ren die volgende week van hun werk
wegblijven onmiddellijk kunnen worden
ontslagen.
„Daar moeder, kijk", wees gistermiddag
op de Seine Lloyd ex-ketelbink (nu licht
matroos) Wim van Bommel. Wims broer
tje en zusje waren er ook. Allemaal om
naar „het schip van hun broer" te kijken.
58
„Dat graf is niet makkelijk te be
reiken. U zult er te voet heen moe
ten, die auto van U zou het nooit
halen en mijn, jeep is kapot. Zo, dus
U komt uit Europa? Ik kom vaak
in EuropaLonden, Berlijn en zo,
en in Parijs als ik Hachette ga be
zoeken."
Hachette, de uitgeverBlijk
baar ging die man bij Hachette zijn
honorarium incasseren, dus waarom
zou hij geen familie zijn van de be
roemde schrijver?
Mare zei: „We hebben helemaal
geen bezwaar tegen een wandeling.
Zegt U maar hoe we moeten gaan."
„Het is nogal ver. Maar ik zal
U de weg wijzen. Gaat u even
mee?" De vermoedelijke zoon van
Jack London, die naarmate het ge
sprek duurde, steeds beleefder werd
ging hun voor naar een terrasje.
Daar wees hij hun. de met pijnbo
men begroeide heuvel, die de vorm
had van een suikerbrood.
„Ziet U die heuvel, en die gro
te boom? Daar is het, maar pro
beer in geen geval er met die auto
te komen."
En uren achtereen, bijna ster
vend van honger en dorst, zwoeg
den de drie Europeanen in de bran
dende zon door het dichte kreupel
hout. Ze kwamen in een nauw ra
vijn waar verschillende paden el
kaar kruisten. Ze hadden geen tijd
meer te verliezen.
„Mare, neem jij dat pad, en jij
Abel, probeer dat andere. Ik ga
hierheen. En laten we voortmakenl"
„Hoe ga jij?"
„Rechtuit. Wie het graf vindt
geeft een gil. Opgemarcheerd!"
De paden liepen door doornstruiken
en hier en daar was om een of an
dere reden prikkeldraad aangebracht.
Opeens klonk er een schreeuw:
„Ja! Hier!"
Bertrand bleek het graf te hebben
gevonden.
Op de grote steen staat alleen „Jack
London". Vlakbij liggen nog twee
graven, maar de stenen zijn veel
kleiner. Waarschijnlijk zijn dit kin
dergraven.
Voor het eerst sinds wie weet
hoeveel jaren richtten mannen uit
een ander land hun camera's op de
ze steen, die bijna schuil gaat on
der onkruid.
Ze vergaten hoe warm het was,
want ze hadden weer een punt ge
wonnen!
In Glenn Ellen vonden ze een ca
fé, dat de Maanvallei heette, naar
de omgeving die Jack London zo
dierbaar was geweest. De Italiaan
se eigenaar zette de mannen enor-
I
me schotels spaghetti alla Bologne-
se voor.
De bewonderaars van Jack London
hadden nog drie kwartier om zich op
te knappen en zich te prepareren
voor hun persconferentie. In de
lounge had de plaatselijke pers al
een eocktailpartij belegd.
Misschien ook door de talloze gla
zen whisky gingen de journalisten
van San Francisco hoe langer hoe
meer belang stellen in de wedden
schap, de tot nu toe overwonnen
moeilijkheden en ook in het feit
dat het onmogelijk scheen die ge
vangeniskleding te krijgen. Abel
wees er speciaal op hoe belangrijk
dat was. Het ging niet alleen om
een enkel punt, maar de hele wed
denschap hing er zowat van af.
„Want als we dat punt verliezen,
hebben we geen enkele speling meer
tussen hier en Brussel. U begrijpt
dus zelf wel hoe belangrijk het is!"
„Maar kunnen we niet iets anders
bedenken?" vroeg een van de jour
nalisten. „Bijvoorbeeld: als jullie
inplaats van dat boevepak eens een
overhemd van Red Skelton op de
kop konden tikken?"
Van alle kanten klonken bijvalsbe
tuigingen.
„Dat is een prachtidee! Waarom
niet? Ja, het is geweldig... En Red
logeert ook in dit hotel laten we
direct naar hem toe gaan!"
De neven deden wat ze konden om
het enthousiasme van hun nieuwe
vrienden wat te temperen, maar ze
wilden niet luisteren. Ze werden
meegesleurd naar de gang, en de
journalisten bonsden op de deur van
de humorist.
Skelton deed de deur open. Hij
liep in zijn hemdsmouwen en droeg
verder rode bretels en een grote vilt-
hoed. Hij hapte juist in een enorme
sandwich. Het duurde even eer hij
snapte wat de bedoeling was. Maar
hij scheen wel van een redelijk
grapje te houden en luisterde gedul
dig naar de hooggekleurde versie van
de situatie.
„Maar weten jullie zo zeker dat
een hemd van mij meer waard is
dan zo'n boevepak?". Hij begon
de knopen los te maken.
„O ja, absoluut!" riepen de ver
slaggevers.
„Nu, hier hebben jullie mijn hemd.
Geluk ermee!"
„Zeg, Red kan er geen hand
tekening op over schieten?"
„Natuurlijk! Wacht maar even."
De humorist verdween in zijn bad
kamer en kwam even later terug,
met z'n vilthoed op één oor en een
grote rood en blauwe papegaai op
zijn schouder. Op de stijve borst
van het overhemd krabbelde hij met
een wenkbrauwstift zijn handtekening
en een paar woorden. Hij gaf Abel
het hemd.
(Wordt vervolgd)
NED. HERV. KERK
Beroepen te Elspeet (tweede pred.pl.,
voor Uddel): G. M. v. Dieren te Ede.
Aangenomen naar Opperdoes (toez):
A. J. van Binsbergen, vic. te Utrecht,
die bedankte voor Aarlanderveen.
Bedankt voor Boven-Hardinxveld: J.
R. Cupurus te Waddinxveen.
GEREFORMEERDE KERKEN
Beroepen te Zaltbommel: L. de Nood
leraar godsdienstonderwijs te Utrecht.
Bedankt voor Rotterdam-Kr. (vac. E.
Pijlman): G. W. de Jong te Nagele.
REMONSTR. BROEDERSCHAP
Aangenomen naar Dordrecht: E. J.
Kuiper te 's-Gravenhage.
GEREF. GEM. IN NED.
De 38-jarige M. van Beek te Eder-
veen die werkt in het landbouwbedrijf,
is toegelaten tot de theologische studie.
Hij is sinds 1953 de eerste student van
dit kerkverband dat 52 gemeenten en
6 predikanten telt.
De N.C.V.B. Zoutelande vergader
de onder leiding van mevrouw P. de
Kok-Verhage. Ds. Poelman uit Arne-
muiden sprak over „De zonde tegen de
Heilige Geest".
En tti eed" stuurman C. R. van Asperen had bezoek van
zijn vrouw, overgekomen uit Heemstede.
Eigen nieuwsdienst
GERKESKLOOSTER De zesjarige
.lelie Kramer uitGerkesklooster (Fr.)
is gisteren onder de aanhangwagen van
een vrachtauto gekomen en doodgereden,
De jongen was bij de zuivelfabriek tus
sen de vrachtwagen en de aanhanger op
de trekstang geklommen. Toen de auto
ging rijden tuimelde hij eraf
MininiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiHHiiiiiiiiiHiiiiiiiiniiiiiiiiiiuiNiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiinimriiiiiiiiHiiimniintntniiiinifnniiiimiHnmiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiifiiiiiiiintiiiriiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii^
Grasranden knippen is een vervelend
werkje. Geen wonder dat men er iets
op verzonnen heeft om dit gemakkelij
ker te maken. Nu zijn er plastic strips
in de handel die men in de grond moet
graven; dus vlak langs het gras. Dan
zal men niet meer behoeven te knip
pen. Ze zijn al in diverse kleuren te
bestellen en hoewel we zelf liever knip
pen, menen we dat ze toch voor vele
mensen zullen voldoen. Knippen is een
tijdrovend werkje.
Alles wijst er op: de bolknak van
de dag is Karei I Elegant. Die
roken alle fijnproevers. U toch ook?
fliMMMMtiimmuuiiimm»!
11. Terwijl Kappie en zijn mannen het
anker lieten vallen en de sloep vierden,
vertelde Kappie de meester in korte
bewoordingen wat er met de maat was
gebeurd.
„Zomaar van het schip gestapt en
weggezwommen?" riep de machinist uit.
„Krakende krukassen.... dat is sinister!
Tjeerd was als kind al zo bang voor
water."
,En hij had het niet op die eilanden
begrepen ook", vulde Okki aan. „Waar
om zou ome Tjeerd er dan nu opeens
zo'n eind zwemmen voor over hebben
om er te komen?"
„Dat gaan we nou juist uitzoeken",
zei Kappie kort. „Roeien, mannen!"
Maar heel ver kwamen zij niet. De
kano van de inlanders was sneller dan
zij en met een enkele manoeuvre werd
hen de weg afgesneden.
„Wat heeft dit te betekenen?!" brul
de Kappie driftig. „Wilden jullie pro
beren mij te beletten een van mijn
mannen te redden?! Dat is ja nog nooit
iemand gelukt! Uit mijn vaarwater, of
ik zal met de roeiriemen eens een paar
optaters uitdelen, dat jullie zeesterren
zien!"
„Blanke zeeman is niet meer te red
den.... helaas!" antwoordde de hoofd
man en hij wierp een droeve blik in
de verte, waar de maat als een stipje
op de golven deinde.
„Maar andere zeelieden zijn wel te
redden en daarom neem ik u als gasten
mee naar ons eiland...."
Daarop sprongen enkele van zijn man
nen in Itappie's sloep over en namen
bezit van de riemen. Het zag er niet
naar uit, dat zij als gasten van deze
eilanders veel te vertellen zouden heb
ben....
De eersten die hem uit het kam
pement tegemoet kwamen, waren twee
van de mannen, die hij een paar nach
ten geleden ontmoet had. De jongste
was degene die hem bij die gelegenheid
de gouden haan had voorgehouden en
Otto herkende met een schok in hem de
vedelaar, die Tortruda de ring had wil
len geven. Een rode pruik..
„Goedenmorgen vedelaar!", zei hij
lachend, „mag ik U zo begroeten?"
,De hoofden der Rheanen bespelen
de vedel!" zei de jongeman. „Zij stel
len daar een eer in Kosko is mijn
naam, Otto!"
„Gij kent mijn naam door Tortruda,
zonder twijfel", merkte Otto op. Kosko
bloosde en wilde opgewonden uitvallen,
toen de oude Rheaan het woord nam.
„Wij hebben nog geen slechte erva
ringen met U opgedaan, Otto", sprak
hij, „welkom dus. Mijn naam is Ta-
bar. Is er reden tot opwinding?"
„Oordeel zelf. Tabar en Kosko", zei
Otto. „Een groep Lageveldse krijgslie
den onder bevel van Rochus is naar
hier op weg om de gouden haan te be
machtigen. Ik wil met Tortruda spre
ken. Is zij hier?"
Tabar negeerde Otto's vraag. „Weten
zij de weg?", vroeg hij.
„Zo goed als ik", antwoordde Otto.
Een antwoord verlangde hij niet meer.
Uit een der tenten zag hij Tortruda te
voorschijn komen.