C.N M c t c c c cz Wij geloven datjezus overwint Gerefwereldhulp neemt deel aan blindenproject in Iran Zaterdag 13 mei 1961 ZEEUWS7.H DAGBLAD Pag. 9 WAT in Boechout, een niet onaanzienlijk dorp onder de rook van Antwerpen is gebeurd, is geen mensenwerk. Wie zou het kunnen pres teren in acht jaar tijds een kerkelijke gemeente op te bouwen van 41 tot 325 zielen Dat is gebeurd in Boechout en deze buitengewone groei was niet het gevolg van een belangrijke uitbreiding van het inwonertal der burgerlijke gemeente. De Evan gelische kerk in Boechout is gegroeid, sneller dan iemand het zich had durven voorstellen, de „School met de Bijbel", die men letterlijk „in het geloof" daar heeft gesticht, krijgt elk jaar meer leerlingen en de goede naam, die het onderwijs aan de Boec- houtse protestantse school heeft, raakt van liever lede door heel Vlaanderenland bekend. Dat is geen werk van mensen, zeggen de leden van de Boechoutse protestantse gemeenschap. Wat hier gebeurd is en nog dagelijks plaats vindt, dat is een wonder. ont 'boeket Achtergrond ■Metwee radikaal tegengestelde werelden t de wereld van de mens en van de haat, en de wereld van God en van de liefde. De lachende leeuw die praalt in eigen kracht en zich Koning van de Kosmos noemt, en de Leeuw van Judas stam die Ko- aisg van de Kosmos IS... Zeven aspirant-leden Wereldraad meldden zich sinds vorig jaar De kerk Kerkblad Rijden voor de Heer Kinderbijbel Het nerveuze hondje. Financiële hulp, lectuur en radio Vaste kracht gaat naar Hongkong dó. <3. 0dé te Honderdduizend Bartimeus" DE HEER K. SLUYS fabrikant-evangelist Het wonder van Boechout inWrfrft-ftfrfrftfriWr In ,,Jong Gereformeerd" stelt T. M. Gilhuis de vraag waarom van r. k. zij de niet meer tegen de Mammoetwet te hoop gelopen wordt, daar deze wet z. i. de vrijheid 'van inrichting voor het bij zonder onderwijs zal beperken. Dat dit niet geschiedt komt menig een, die toch ook de rooms katholieken tot de voorstanders van het bijzonder onderwijs rekent, vreemd voor. De heer Gilhuis vindt het echter zo vreemd nog niet en geeft voor het niet of weinig ageren van r. k. zijde tegen deze wet de volgende verklaring: Wel in de eerste plaats, dunkt ons, omdat men in de rooms-katholieke we reld misschien uitgaat van de fictie (waandenkbeeld) dat er op het departe ment van onderwijs wel altijd een r. k. minister zal zetelen. Cals zit daar al Drie schoolbussen halen en bren gen dagelijks de kinderen uit zeven omliggende gemeenten, 's Avonds en 's zondags rijden deze bussen voor kerkdiensten en evangelisatie-samenkomsten. TTET begon op een verjaardags- visite bij de heer K. Sluys, een protestantse (gereformeerde) fa brikant in Boeehout. Zeven man nen en zeven vrouwen kwamen de heer Sluys op 24 september 1952 gelukwensen met zijn verjaardag. Het gesprek ging over koetjes en kalfjes, maar ook over het geloof en over de betekenis van het chris telijk getuigenis. De acht protestantse gezinnen onderhielden in Boechout de on derlinge band, doch daar bleef het ook bij. Op die avond echter kwa men acht echtparen tot de overtui ging dat zij het evangelie publiek zouden moeten verkondigen. Men vormde het z.g.n. Boechouts co mité en men besloot samenkomsten te houden in de salon van mevrouw Sluys. Op de eerste samenkomst, gehou den op donderdag 16 oktober 1952 sprak ds. C. A. L. M. van Puyvelde. oud-mis sionaris van Belgisch Congo en oud-pre dikant van de kerk van Zuylen over: Gedeelte van een pagina uit het Vlaams Kerkblad. De heer Sluys schrijft over de ruimtevaart van de Rus Joeri Gagarin. „Is er een hemel? Zo ja, wie kunnen daar komen?" Huis aan huis werden uitnodigingen verspreid tot het bijwonen van deze bij' eenkomst. Zou God deze evangelie-ver kondiging. midden in het roomse Vlaamse land willen zegenen? Men bad om die "zegen en toen kwamen er 27 mensen. Sindsdien zijn er in Boechout vele samenkomsten van dit soort gehou den. Voor de pauze is er een spreker, in de pauze krijgt men koffie en daar na is er gelegenheid tot een uitvoeri ge gedachtenwisseling. Het aantal be zoekers steeg voortdurend en na ver loop van enige tijd werden de samen komsten steeds op donderdagavond gehouden bezocht door ruim hon derd mensen. Met grote snelheid groeide het werk in Boechout. Twee jaar na het begin der donder dagse samenkomsten besloot men een protestantse school te bouwen, een „School met de Bijbel". Het kostte heel wat moeite om tot de bouw van een school te geraken, maar men wist van doorzetten. Niet te veel praten, niet te veel naar allerlei kritiek luisteren, niet bang zijn, bidden en....gewoon doorgaan, zegt de heer Sluys, een enthousiast zaken man, doch een even vurig prediker van het evangelie. Het gelooi is onze kracht en dit geloof overwint de wereld. Vlaanderen is een deel van de wereld en het schreeuwt om het evangelie van Jezus Christus. Daarom gaan wij gewoon door, hoeveel tegenstand er ook komt. Tegenstand heeft men veel gehad van vernietiging van de rest. maar ^tinJVu— .uüN. God heeft <Je mensen lief. jfeeÉ» Gagarin heeft ach in zijn raket laten vastbinden, niet of van zichzelf. Of misschien eenvoudig omdat hij heeft zich op een kruis laten vastnagelen om een eeuwige verlossing te bewerken. Omdat Hij rpu t LliSr «sio.» Gagarin is in duizelingwekkende vaart de ruimte inge- maar woest rap naar deze aarde terugkeren om zich held te toten vemen. Ja, maar ook omdat hij anders zou zijn gestorven. Christus is LANGZAAM en ZEGENEND van deze f van deze aarde opgevaren, IIIT EIGEN KRACHT en voor het oog van vele mensen die Hij liefhad en die Hem fieSiad- den. En Hij is niet rap teruggekeerd, maar Hij is weggebleven omdat Hij voor. Zijn geliefden iets te doen heeft t een plaats gereedmaken, waar wij eenmaal met Hem mogen wonen, en onze Voorspreker zijn bij onze hemelse Vader. L en Jezus Christus i het ztj Lieve lezer, tt moet KIEZEN tussen de wereld van de leeuw, ea de wereld van God, Als u voor de mens kiest, zult u met de mens ten onder gaan. Kiest O voor God, dan zult tl met Hem eeuwig leven. En mèt ons de wederkomst van Christus verwachten niet een dag van vrees of angst, maar van ONUITSPREKELIJKE cpOT NU toe hebben zeven kerken ■i zich sinds vorig jaar aangemeld voor het lidmaatschap van de Wereld raad van Kerken. De assemblee van de wereldraad zal in New Delhi deze aan melding beoordelen en een besluit ne men over de toelating, waarvoor twee derden der deelnemende kerken zich moeten verklaren. Deze besluiten val len aan het begin van de assemblee, zodat de toegelaten kerken nog aan verdere besprekingen deel kunnen ne men. De Russische orthodoxe kerk. reeds vanaf 1946 benaderd tot deelneming aan de Wereldraad, heeft zich thans aan gemeld. Ze telt 20.000 gemeenten, 30.000 geestelijken, veertig kloosters en acht theologische opleidingen, waarvan twee universitair. De ramingen van het le dental lopen uiteen tussen dertig en ne gentig miljoen. De Broedergemeente van - de weste lijke Kaapprovincie (Zuid-Afrika) is voortgekomen uit de zendingsarbeid van de hernhutters in de achttiende eeuw. Haar 28.000 leden zijn kleurlin gen (gemengdbloedigen). De kerk is onlangs zelfstandig geworden. De Presbyteriaanse kerk van Trini dad (Caribische Zee) is voortgekomen uit de zending van de Verenigde kerk van Canada en eveneens onlangs zelf standig geworden. Ze telt 25.000 leden. De Evangelische kerk van Nieuw-Ca- ledonië en de Trouw-eilanden (in de Stille Oceaan) is ook een zendingskerk (van het Parijse zendingsgenootschap) en heeft 81 gemeenten, ,74 predikanten en 3500 belijdende ledeh. De Unie van Baptistengemeenten in Kameroen heeft tweehonderd gemeen ten en 15.000 gedoopte leden (Parijse zending). De Verenigde kerk van Centraal Afri ka in Rhodesië (Londens zendingsge nootschap. Kerk van Schotland en Me thodistenzending staan peet over deze jonge kerk) heeft 16.000 leden en even veel nog niet gedoopte belangstellenden. De Pinksterkerk van Chili heeft 10.000 leden. In Chili bestaat ook de Pinkster- Zendingskerk. die eveneens in corres pondentie staat met de Wereldraad over aansluiting. Tegen De Baptisten-unie van Nieuw Zuid Wales (Australië) heeft voor de tweede keer voorstellen tot aansluiting bij de Wereldraad verworpen. De Wereldraad wil een eenheidskerk. zo - meenden de tegenstanders. En verder wilden zij niet samenwerken met kerken die de vrijheid van godsdienst aantasten, waar mee ze bedoelden de moeilijkheden die de Griekse orthodoxe kerk aan de bap tisten in de weg legt. Tot slot vermelden wij nog, dat de Transvaalse synode der Ned. gerefor meerde kerk. die besloot uit de Wereld raad te treden, wel verklaard heeft prijs te stellen op contact met de raad. de roomse geestelijkheid en van de bur gerlijke overheid, die de leiders van de roomse kerk naar de ogen meenden te moeten kijken. Men vreesde echter in Boechout niet. Wij citeren weer de heer Sluys, die wat in Boechout is gebeurd, verklaart vanuit het geloof: „Het geloof is in de gemeente perma nent aanwezig. Wij geloven dat er toe komst is voor het evangelie. Wij gelo ven dat het evangelie het enige is, dat blijvende waarde heeft. Wij geloven dat alle mensen het zouden moeten kennen. Wij geloven dat velen het zullen aanne men. Wij geloven dat Jezus overwint." Op 1 januari dus ruim twee jaar nadat de samenkomsten waren begon nen werd de' eerste kerkdienst ge houden in de School met de Bijbel. Er waren tachtig bezoekers. Op 26 mei 1955 werd een gemeente gesticht met tachtig zielen. Ziehier de groei in cijfers: de cember 1955: 102 zielen, december 1956: 155 zielen, december 1957: 212 zielen, december 1958 252 zielen; mei 1961: 350 zielen. In de zomer van 1959 heeft Boechout een eigen predikant gekregen in ds. J. Végh, een Hongaar, die daarvoor en kele jaren de Gereformeerde kerk van Andijk diende. Het ligt in %de bedoeling een eigen kerkgebouw te stichten. De tekening is al gereed en de gemeente getroost zich grote offers om dit kerkgebouw, waar aan dringend behoefte bestaat en dat vijfhonderd zitplaatsen zal bevatten men rekent op voortgaande groei! te kunnen bouwen. De gemeente van Boechout geeft een periodiek uit, het Vlaams Kerkblad, dat maandelijks verschijnt en een oplaag heeft van ruim veertigduizend exempla ren. Het wordt 's nachts gezet en ge drukt in de bedrijfsdrukkerij van de fa brikant Sluys, door mensen, die ,,voor Jezus willen drukken". Het blad wordt als schriftelijk evangelisatiemiddel ver spreid tot in verre omtrek onder een be volking "van honderdduizend zielen. Men kan zich abonneren op het Vlaams Kerk blad en dat maakt de financiële mo gelijkheden iets ruimer maar men kan het blad ook gratis krijgen. Men deelde ons in Boechout mede dat tal van pastoors en nonnen inge schreven staan als abonnees op het Vlaams Kerkblad Dit blad moet men niet vergelijken met een kerkbode, zoals men dikwijls in Nederland aantreft, een krant van vier pagina's, waarvan de typografi sche uitvoering veelal te wensen over laat. In Boechout maakt men van dit kerkblad een boekje van 32 pagina's en men voert het uit in twee of meer kleuren. De inhoud bestaat uit de bij belse boodschap, uiteraard sterk ge richt op de Vlaamse r.k.-bevolking. Naar aanleiding van deze kerkblad- verspreiding ontstaat, vertelde men ons in Boechout, met velen correspondentie. Daar laat men het overigens niet bij, want wie contact krijgt met de Boec houtse mannen en vrouwen, kan er op rekenen bezocht te worden en uitgeno digd te worden voor het bijwonen van samenkomsten en kerkdiensten. Men wordt per auto gehaald en gebracht. Al le autobezittende leden der kerk stellen hun wagen hiervoor beschikbaar. „Al les wat rijden kan, rijde voor de Heer", is het devies. Er zou over deze gemeenschap nog veel te vertellen zijn. Dat men een kleu terschool heeft gesticht, dat speelterrei nen zijn gemaakt om de jeugd te trek ken, dat de ouderlingen catechisatie ge ven aan buitenkerkelijken of aan man nen en vrouwen, die uit de r.k. kerk komen, dat het Vlaams kerkblad geen winst zal maken, omdat, als er meer advertenties komen en ook Nederland se bedrijven adverteren in dit blad het aantal gratis verspreide nummers groter wordt, dat de schoolkinderen met eigen autobussen worden gehaald en ge bracht en dat men een eigen verzend- boekhandel heeft, die vele Nederlandse theologische boeken verzendt door heel Vlaanderen. Men adverteert met deze boeken in het Vlaams Kerkblad. Er zijn pastoors in België, die de be kende Nederlandse kinderbijbel van Axk ne de Vries hebben aangeschaft en daar de kinderen uit voorlezen en er zijn roomse geestelijken, die de jeugd de Psalmen in de berijming van Has- per Ieren zingen. De evangelische gemeente zoals men hier de protestantse gemeenschap noemt is aangesloten bij het kerk verband van de Gereformeerde Kerken in Nederland. In eigen kring in' Boec hout ziet men het kerkverband echter ruim. Allen, die Jezus Christus als hun enige Verlosser erkennen en voor Hem zich willen buigen, zijn welkom in deze kerkelijke gemeente. De zondagse diensten worden voor eenderde bezocht door mensen, die nog geen lid zijn van de kerk. „We zien el ke zondag weer anderen", zei ds. Végh ons. De prediking moet eenvoudig zijn en de mensen direct aanspreken. Een bekend gezegde onder de kerkgangers voor het meren deel afkomstig uit r.-k. milieu is: „Ik ga naar de mis van de bij bel". Zijn er in Boechout financiële moeilijkheden? We moeten passen en meten, zegt men. „God geeft ons nooit meer dan we nodig heb ben, maar altijd precies genoeg. Wat dacht U, zou God ons laten struikelen over geld? Hij is im mers de Heer van het geld. En als Hij tegen een of duizend van zijn rentmeesters zegt: „Stuur die en die som naar Boechout", dan doet die rentmeester dat. Wij proeven elke dag en ieder uur de gemeen schap der heiligen." jaren, en bij elke kabinetscrisis eist de K.V.P. het departement van O. K. en W. voor zich op. En gezien de mach tige, onaantastbare positie van de K. V. P. is dat vrijwel nooit te keren. Men redeneert dus blijkbaar: zo lang een van onze geestverwanten dit de partement beheert, kan ons niets over komen. In de tweede plaats: de rooms-katho- liek heeft geen antenne voor ons be zwaar tegen een sterk uitgegloeide overheidsmacht. Waarom niet? Wel, hier zit de hele rooms-katholieke staats beschouwing achter. De staat is naar deze opvatting de hoeder van het alge meen welzijn, het onderwijs daaronder begrepen. Daarom mag de overheid de richtlijnen ontwerpen, waarlangs open baar en bijzonder onderwijs zich heb ben te ontwikkelen. De staat n.l. is in deze beschouwing het totaal verband van de menselijke samenleving. In het natuurlijke leven staat de staat aan de top van de pyramide -der lage re gemeenschappen. Dus mag zij de vrijheid van inrichting rustig bepalen. Mits hij maar niét komt op het ter rein van de boven-natuur, de geestelij ke zaken, de kerk; want daar, in het rijk der genade, bepaalt de kerk wat er dient te geschieden. Zolang dus de geestelijke vrijheid van richting, als be paald wordende door de kerk, maar niet wordt aangetast en dit gebeurt in het Mammoet-ontwerp ook niet dan is er van rooms-katholieke zijde geen verzet te vrezen. Achter heel de Mammoetwet zit als achtergrond de rooms-katholieke staats beschouwing. En omdat deze visie de in onze kring gehuldigde eis tot vrijheid van in-richting aantast, kunnen we in dit opzicht met dit ontwerp niet mee gaan. Hier ligt het hoofdbezwaar van het christelijk onderwijs tegen dit ont werp. En jammer genoeg is de Minis ter in deze Nota van Wijzigingen aan dit bezwaar niet tegemoet gekomen. Ds. J, B. van Mechelen, Gerefor meerd predikant te Oostburg, is daar toe door de redactie van het blad uit genodigd, toegetreden tot de kring van medewerkers van „Waarheid en Een heid", in welk blad hij voortaan de ru briek „Kerkelijk Leven" hoopt te ver zorgen. In een artikel ter kennismaking schrijft hij onder meer: „Wanneer men publiek treedt in de rij der W. en E.-mannen, heeft men voor velen het karakter van het nerveu ze hondje, dat met zijn rumoerig ge- plons onrust brengt in de vijver der sta tige zwanen. De waardigheid der zwa nen brengt mede, dat zij vanuit de hoogte van hun slanke halzen neerkij ken op de druktemaker, als deze niet te zeer in hun buurt komt. Zodra ze gaan deinen op zijn golfjes, beginnen ze te blazen en wordt het ze te gevaar lijk, dan zetten ze de vleugels en dan, wee hondje, maak dat je wegkomt, ze hebben je niet nodig." In Salt Lake City is bekend gemaakt dat de Mormonen (de kerk van Jezus Christus van de heiligen der laatste da gen) het voornemen hebben om dit'jaar 250 nieuwe gebouwen in Europa te bou wen. WIE HET WERK in Boechout financieel wil steunen kan zijn gift 'storten op een in Nederland geopende girorekening: no. met de Bijbel, Boechout (B.). Is de gift bestemd voor de kerk bouw, dan op het strookje ver melden: Voor de nieuwe kerk. OVER DE ONTWIKKELING van de Boechoutse protestantse kring, de evangelisatie en de school heeft de fabrikant-evange list K. Sluys een boeiend boek geschreven: ,,Het wonder van 'Boechout". De prijs- is 7,50 en de Nederlandse uitgever is T. We ver in Franeker. IN BELGIE LUISTEREN enorm veel mensen voor het merendeel rooms -^katholieken en buitenkerkelijken naar de gods dienstige uitzendingen (kerkdien sten, morgenwijdingen, bijbelle zingen enz.) van de Ned. Chr. Radiovereniging en van het I.K.O.R. Leden van de Boechout se evangelische gemeenten heb ben naar aanleiding van deze ra dio-uitzendingen aanknopingspun- met velen in het Vlaamse land. ,,De uitzendingen van N.C.R.V. en IKOR zijn prachtige 'hulpmidde len bij de evangelisatie", zegt men in Boechout. VAAA/WVSAAAA/VNAAAAAAAAA^ Deputaten voor het algemeen diaco naal bureau der Gereformeerde ker ken hebben twee principebesluiten genomen, die beide nog uitgewerkt moeten worden, maar die in elk ge val verruiming inhouden van het ge reformeerde aandeel in de interna tionale kerkelijke hulpverlening. In samenwerking met de sectie inter nationale hulpverlening van de Alge mene diaconale raad der Hervormde kerk zal men steun verlenen aan een blindenproject in Perzië, vrijwel zeker door uitzending van een Nederlander Geheel voor gereformeerde rekening komt een kracht, die naar Hongkong zal worden uitgezonden voor het vluchtelingenwerk, vooral onder hen die slachtoffer zijn van bedwelmen de middelen. Het plan voor Iran bedoelt steun te geven aan de zeer kleine episcopaal se en presbyteriaanse kerken, die met hun gezamenlijk ledental van zeshon derd leden, een blindenproject voor meisjes uitvoeren. Dit ,,Iraanse Bartimeus" heeft geen ruimte voor jongens (al heeft men er enkele van jeugdige leeftijd). De hulp betreft het bieden van mogelijk heid om het project uit te breiden tot meer jongens en jongens van hogere leeftijd. Hoe dat zal gaan moet nog uitgewerkt worden. Wel is vrijwel zeker dat de hervorm de en gereformeerde diaconale instan ties een deskundige zullen uitzenden naar Iran. Het is de heer J. van Weel- ONS GEBEDSLEVEN TTET is opvallend, welk een brede plaats AAhet gebed inneemt in de bijbel. Alleen het boek der psalmen staat al vol gebe den; gebeden om hulp, een gebed voor de koning, beden om vergeving en verlossing, om berusting en genezing. Voor vele Chris ten is bet gebed evenwel een zo vanzelf sprekend gebaar geworden, dat er nauwe lijks meer bij wordt nagedacht. Hoe vaak bijv. hebben wij het „Onze Vader" al in de kerk horen bidden en hebben wij ons gebed aan tafel opgezegd! Zegt het ons feitelijk nog wel wat? Het lijkt soms zo dor en nietszeggend, dat het als een ouder wets boemeltreintje steeds weer dezelfde stationnetjes aandoet. Anderen daarentegen weten er nauwelijks meer raad mee, we gens persoonlijke moeilijke omstandigheden of door benauwende invloeden van buiten af. De vraag rijst dan „Hoe kanteen God van Liefde zoiets toelaten! „Of „Ik die zo vurig God dat heb gevraagd, waar om vervult Hij nu niet één maal mijn wens»? Het is derhalve goed weer eens bepaald te worden bij de betekenis van het gebed. Iu de eers.te plaats dienen wij er ons be wust van te zijn, dat wij met onze gebeden tot GOD komen. Niet de mens met zijn verlangens en begeerten staat in bet mid delpunt, maar het is om God Zelf te doen, die in de hemelen woont. Vandaar ook de bekende woorden van Pascal: „Alles, wat niet God is, kan mijn begeerte niet verza digen. Het is God zelf, om wicn ik bid en dien ik zoek; en tot U alleen, mijn God, richt ik mij om U te vinden." Het oprechte gebed zal daarom onder meer in bet teken staan van de schuldbe lijdenis. Wij moeten het voor God belij den, dat van nature onze gedachten en woorden steeds op ons zelf gericht zijn tot meerdere glorie van het eigen-ik. Wie dit door berouwvol beaamt, en voor God uitspreekt, zal ook werkelijk vergeven worden. Aangezien de mens steeds mens, d.w.z. niet nietig en gebrekkig blijft, zal hij ook moeten bidden tot zijn laatste ademhaling. „Nood leert bidden", zegt liet spreekwoord. De nood doet ons echter God al te dik wijls misbruiken als eerste hulp bij ongeluk ken. De afhankelijkheid van de hemelse Vader veronderstelt juist een gebedsleven in alle situaties van ons bestaan. De nood rem in de trein wordt slechts gebruikt als er iets bijzonders gaande is. Anders verge ten wij dit hulpmiddel. In oog van de Here God is het gebed géén laatste redmiddel, maar een dagelijkse reactie op zijn gebo den en beloften; een belijdenis om alles alleen van Hem te verwachten. ALS ons spreken tot God een antwoord geven is op zijn Heilig Woord, houdt dan ons vragen evenzeer een antwoord van Zijn kant in op ons gebed? Deze begrijpe lijke vraag is in alle tijden even actueel en niet zo eenvoudig om zomaar naar onze smaak bevredigend op te lossen. In elk ge val is het duidelijk, dat liet bidden niet mag opgaan in het aanbieden van een ver langlijstje. Paulus, een voorbeeldig ge loofsgetuige, krijgt op zijn smeekgebed om van zijn doom in het vlees verlost te wor den, te horen: „Mijn genade is u genoeg, want de kracht openbaart zich eerst ten vol le in zwakheid". Met deze belofte kon hij troostvol verder leven, doch bet is een an dere, dan die welke hij eventueel verwacht had. In Lucas II zegt Jezus: „Bidt, en (zon der: „liet") u zal gegeven worden, want een ieder die bidt, ontvangt M.a.w. bet gebed wordt geboord, doch op Gods wijze ver hoord. Inderdaad behoren wij ook voor ons zelf- te. bidden, omdat wij, geschapen naar Gods beeld en gelijkenis, onszelf moeten liefhebben, en niet veronachtzamen. Anderzijds is de voorbede voor anderen van even grote waarde. Het gehele „Onze Vader", zoals Jezus Christus ons dit ge leerd heeft, is één doorlopende weerlegging van de zelftucht, welke alleen maar van God iets poogt te krijgen in eigen voor deel. Niet tot mijn, maar tot ONZE Vader wenden wij ons. De wereld 0111 ons heen vormt één groot huisgezin waarvoor wij te bidden hebben; relfs de vijanden sluit Je zus niet uit. Wie zijn ogen daarvoor opent, en dan ook bewust inziet hoezeer de we reld ons gebed nodig heeft, diens gebed is tevens een danken voor verkregen voor rechten. „Dankt onder alles, want dat de wil Gods in Christus Jezus ten opzichte van u", vermaant Paulus. TVE ootmoedige bidder is derhalve niet bij zichzelf op visite en voert geen mono loog, maar weet zich geplaatst tegenover zijn Heer. Het onderhoud met Hem vergt evenals bij een zinvol telefoongesprek een spreken èn een luisteren: „Spreek Heer, want uw dienstknecht hoort!" En al luisterend gaat ons gebed over in de aanbidding jegens Hem, aan Wie wij alles hebben te danken: Want van U is ons leven en ons voedsel, docli ook bet Ko ninkrijk en de kracht en de heerlijkheid in der eeuwigheid. Begint het ons nu niet te duizelen? Te recht heeft iemand eens gezegd: „Het bid den is het vermetelste en het deemoedigste wat een mens doen kan". Bidden is moeilijker dan werken. In ons werk kunnen wij ons desnoods nog ten vol le uitleven. In het gebed worden wij op di recte wijze voor God geplaatst, die ons be vrijden wil van elke zelfhandhaving. Durven wij dit te aanvaarden? We leven weer in de tijd vlak vóór het Pinksterfeest. Destijds bleven de discipelen van Jezus al len eendrachtig volharden in bet gebed, in afwachting van dc komst van de Heilige Geest. Dat ook onze bede zij: „Daal, Schepper, Heil'ge Geest, daal af: Uw adem, die ons het aanzijn gaf vervuilmet bovenaardse kracht het schepseldat uw zegen ivacht. Leer ons den Vader en den Zoon met U, den Geestvan beider troon tot ons gedaald uit d*eeuwigheid, aanbiddennu en Vallen tijd!". den, die dezer dagen promoveert op een onderwerp betreffende de blinden verzorging. Een derde besluit van de ADB-deputa- ten betreft het ter beschikking stellen van 60.000 voor het verkrijgen van een agrarisch bestaan voor vluchtelin gen in Hongkong. Enkele weken gele den werd reeds 50.000 overgemaakt voor een programma waarbij vluch telingengezinnen geholpen worden aan een zelfstandig bestaan Tot op heden is de stand van de ge reformeerde wereldhulpactie 760.000. Nog regelmatig worden kleine en grote giften ontvangen. Verschillende kerkleden maken maandelijks een bedrag over. Met grote dankbaarheid vermelden de putaten in een schrijven aan de ker kelijke pers ook een bijdrage van 10.000 van een gemeentelid, dat sterk onder de indruk was van een radiolezing voor de K.R.O. van een pater. Deze gift was bestemd voor de directe hongerbestrijding en zal in middels reeds de plaats van bestem ming hebben bereikt. In aansluiting aan bovenstaand be richt uit gereformeerde bron, deelde mejuffrouw dr. H. Kohlbrugge, secreta resse van de hervormde internationale hulpverlening, ons nadere bijzonderhe den mede over het blindenprobleem in Perzië. In ons land zijn er op een bevol king van ruim elf miljoen misschien zevenhonderd volledig blinden. In Per zië zijn dat er bij een bevolking die niet eens het dubbele is van de Nederlandse niet minder dan hon derdduizend blinden. Gezwegen dan nog van de zeer velen die in Iran ge deeltelijk aan hun ogen zijn gehandi capt. Er zijn zeer veel oorzaken voor deze volkshandicap. Ze is o.m. een gevolg van het ontbreken van hygiëne. Ieder die in Perzië reist krijgt ontstoken ogen door het stuifzand en de vliegen. De reiziger zal daar wat aan doen, maar de bevolking is eraan gewoon geraakt. Daarnaast is de bestrijding van blind heid veroorzakende ziketen nauwelijks van de grond: pokken, mazelen, rood vonk en syphilis zijn er heersend. .Veel voorkomend is ook de trachoom, een vlies dat zich voor het oog vormt en (alleen in het eerste stadium verwij derd kan worden. Later kan dat niet meer. Voor deze honderdduizend kan men in Perzië eigenlijk niet anders doen dan dat ze opgeborgen worden. Ze heb ben onder de huidige omstandigheden in Iran geen enkele kans behalve als „bedelaar". De kleine kerken proberen thans door hun „Perzisch Bartimeus" een begin te maken met het opleiden van blinden voor plaatsen die ze in de maatschap pij kunnen vervullen. Het moet van de grond af aa,n begin nen. En in dr. Van Weelden hoopt men de man te hebben gevonden, die in de Perzische samenleving wegen kan vin den en wijzen voor een leniging van de volksnood. Hij is een ruime dertiger van her vormden huize, die oorspronkelijk on derwijzer was en daarbij pedagogiek en psychologie ging studeren aan de Uni versiteit van Amsterdam. Hij is thans verbonden aan het Ko ninklijk Nederlands instituut voor on derwijs aa-n blinden te Bussum. In zijn woord vooraf van het proef schrift „Blinde kinderen", waarop hij op 9 mei promoveerde tot doctor in de letteren en wijsbegeerte, zegt hij tot zijn promotor dr. I. C. van Hout- te, dat hij van hem de liefde voor het gehandicapte kind heeft geleerd. Hoe goed hij die liefde geleerd heeft moge blijken uit het feit, dat de heer Van Weeidcn bereid is met zijn jeug dig gezin (drie kinderen en één op komst) naar Perzië te vertrekken om mee te helpen in de leniging van ecu onvoorstelbare nood.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1961 | | pagina 9