C.N
M
c
t
c
c
c
cz
Wij geloven datjezus
overwint
Gerefwereldhulp neemt deel
aan blindenproject in Iran
Zaterdag 13 mei 1961
ZEEUWS7.H DAGBLAD
Pag. 9
WAT in Boechout, een niet onaanzienlijk dorp
onder de rook van Antwerpen is gebeurd, is
geen mensenwerk. Wie zou het kunnen pres
teren in acht jaar tijds een kerkelijke gemeente
op te bouwen van 41 tot 325 zielen Dat is gebeurd
in Boechout en deze buitengewone groei was niet
het gevolg van een belangrijke uitbreiding van
het inwonertal der burgerlijke gemeente. De Evan
gelische kerk in Boechout is gegroeid, sneller dan
iemand het zich had durven voorstellen, de „School
met de Bijbel", die men letterlijk „in het geloof"
daar heeft gesticht, krijgt elk jaar meer leerlingen
en de goede naam, die het onderwijs aan de Boec-
houtse protestantse school heeft, raakt van liever
lede door heel Vlaanderenland bekend.
Dat is geen werk van mensen, zeggen de leden
van de Boechoutse protestantse gemeenschap.
Wat hier gebeurd is en nog dagelijks plaats vindt,
dat is een wonder.
ont 'boeket
Achtergrond
■Metwee radikaal tegengestelde werelden t de wereld van de
mens en van de haat, en de wereld van God en van de liefde.
De lachende leeuw die praalt in eigen kracht en zich Koning
van de Kosmos noemt, en de Leeuw van Judas stam die Ko-
aisg van de Kosmos IS...
Zeven aspirant-leden Wereldraad
meldden zich sinds vorig jaar
De kerk
Kerkblad
Rijden voor de Heer
Kinderbijbel
Het nerveuze hondje.
Financiële hulp,
lectuur en radio
Vaste kracht gaat
naar Hongkong
dó. <3. 0dé te
Honderdduizend
Bartimeus"
DE HEER K. SLUYS
fabrikant-evangelist
Het wonder van Boechout
inWrfrft-ftfrfrftfriWr
In ,,Jong Gereformeerd" stelt T. M.
Gilhuis de vraag waarom van r. k. zij
de niet meer tegen de Mammoetwet te
hoop gelopen wordt, daar deze wet z. i.
de vrijheid 'van inrichting voor het bij
zonder onderwijs zal beperken.
Dat dit niet geschiedt komt menig
een, die toch ook de rooms katholieken
tot de voorstanders van het bijzonder
onderwijs rekent, vreemd voor. De heer
Gilhuis vindt het echter zo vreemd nog
niet en geeft voor het niet of weinig
ageren van r. k. zijde tegen deze wet
de volgende verklaring:
Wel in de eerste plaats, dunkt ons,
omdat men in de rooms-katholieke we
reld misschien uitgaat van de fictie
(waandenkbeeld) dat er op het departe
ment van onderwijs wel altijd een r. k.
minister zal zetelen. Cals zit daar al
Drie schoolbussen halen en bren
gen dagelijks de kinderen uit
zeven omliggende gemeenten,
's Avonds en 's zondags rijden
deze bussen voor kerkdiensten
en evangelisatie-samenkomsten.
TTET begon op een verjaardags-
visite bij de heer K. Sluys, een
protestantse (gereformeerde) fa
brikant in Boeehout. Zeven man
nen en zeven vrouwen kwamen de
heer Sluys op 24 september 1952
gelukwensen met zijn verjaardag.
Het gesprek ging over koetjes en
kalfjes, maar ook over het geloof
en over de betekenis van het chris
telijk getuigenis.
De acht protestantse gezinnen
onderhielden in Boechout de on
derlinge band, doch daar bleef het
ook bij. Op die avond echter kwa
men acht echtparen tot de overtui
ging dat zij het evangelie publiek
zouden moeten verkondigen.
Men vormde het z.g.n. Boechouts co
mité en men besloot samenkomsten te
houden in de salon van mevrouw
Sluys. Op de eerste samenkomst, gehou
den op donderdag 16 oktober 1952 sprak
ds. C. A. L. M. van Puyvelde. oud-mis
sionaris van Belgisch Congo en oud-pre
dikant van de kerk van Zuylen over:
Gedeelte van een pagina uit het
Vlaams Kerkblad. De heer Sluys
schrijft over de ruimtevaart van
de Rus Joeri Gagarin.
„Is er een hemel? Zo ja, wie kunnen
daar komen?"
Huis aan huis werden uitnodigingen
verspreid tot het bijwonen van deze bij'
eenkomst. Zou God deze evangelie-ver
kondiging. midden in het roomse
Vlaamse land willen zegenen? Men bad
om die "zegen en toen kwamen er 27
mensen.
Sindsdien zijn er in Boechout vele
samenkomsten van dit soort gehou
den. Voor de pauze is er een spreker,
in de pauze krijgt men koffie en daar
na is er gelegenheid tot een uitvoeri
ge gedachtenwisseling. Het aantal be
zoekers steeg voortdurend en na ver
loop van enige tijd werden de samen
komsten steeds op donderdagavond
gehouden bezocht door ruim hon
derd mensen.
Met grote snelheid groeide het werk
in Boechout.
Twee jaar na het begin der donder
dagse samenkomsten besloot men een
protestantse school te bouwen, een
„School met de Bijbel". Het kostte heel
wat moeite om tot de bouw van een
school te geraken, maar men wist van
doorzetten.
Niet te veel praten, niet te veel
naar allerlei kritiek luisteren, niet bang
zijn, bidden en....gewoon doorgaan, zegt
de heer Sluys, een enthousiast zaken
man, doch een even vurig prediker van
het evangelie.
Het gelooi is onze kracht en dit
geloof overwint de wereld. Vlaanderen
is een deel van de wereld en het
schreeuwt om het evangelie van Jezus
Christus. Daarom gaan wij gewoon
door, hoeveel tegenstand er ook komt.
Tegenstand heeft men veel gehad van
vernietiging van de rest. maar
^tinJVu— .uüN. God heeft <Je mensen lief.
jfeeÉ» Gagarin heeft ach in zijn raket laten vastbinden, niet
of van zichzelf. Of misschien eenvoudig omdat hij
heeft zich op een kruis laten vastnagelen om
een eeuwige verlossing te bewerken. Omdat Hij
rpu t
LliSr «sio.»
Gagarin is in duizelingwekkende vaart de ruimte inge-
maar woest rap naar deze aarde terugkeren om zich
held te toten vemen. Ja, maar ook omdat hij anders
zou zijn gestorven.
Christus is LANGZAAM en ZEGENEND van deze f
van deze aarde opgevaren, IIIT EIGEN KRACHT en voor
het oog van vele mensen die Hij liefhad en die Hem fieSiad-
den. En Hij is niet rap teruggekeerd, maar Hij is weggebleven
omdat Hij voor. Zijn geliefden iets te doen heeft t een plaats
gereedmaken, waar wij eenmaal met Hem mogen wonen, en
onze Voorspreker zijn bij onze hemelse Vader.
L en Jezus Christus i het ztj
Lieve lezer, tt moet KIEZEN tussen de wereld van
de leeuw, ea de wereld van God, Als u voor de mens kiest, zult
u met de mens ten onder gaan.
Kiest O voor God, dan zult tl met Hem eeuwig leven. En mèt
ons de wederkomst van Christus verwachten niet een dag
van vrees of angst, maar van ONUITSPREKELIJKE
cpOT NU toe hebben zeven kerken
■i zich sinds vorig jaar aangemeld
voor het lidmaatschap van de Wereld
raad van Kerken. De assemblee van de
wereldraad zal in New Delhi deze aan
melding beoordelen en een besluit ne
men over de toelating, waarvoor twee
derden der deelnemende kerken zich
moeten verklaren. Deze besluiten val
len aan het begin van de assemblee,
zodat de toegelaten kerken nog aan
verdere besprekingen deel kunnen ne
men.
De Russische orthodoxe kerk. reeds
vanaf 1946 benaderd tot deelneming aan
de Wereldraad, heeft zich thans aan
gemeld. Ze telt 20.000 gemeenten, 30.000
geestelijken, veertig kloosters en acht
theologische opleidingen, waarvan twee
universitair. De ramingen van het le
dental lopen uiteen tussen dertig en ne
gentig miljoen.
De Broedergemeente van - de weste
lijke Kaapprovincie (Zuid-Afrika) is
voortgekomen uit de zendingsarbeid
van de hernhutters in de achttiende
eeuw. Haar 28.000 leden zijn kleurlin
gen (gemengdbloedigen). De kerk is
onlangs zelfstandig geworden.
De Presbyteriaanse kerk van Trini
dad (Caribische Zee) is voortgekomen
uit de zending van de Verenigde kerk
van Canada en eveneens onlangs zelf
standig geworden. Ze telt 25.000 leden.
De Evangelische kerk van Nieuw-Ca-
ledonië en de Trouw-eilanden (in de
Stille Oceaan) is ook een zendingskerk
(van het Parijse zendingsgenootschap)
en heeft 81 gemeenten, ,74 predikanten
en 3500 belijdende ledeh.
De Unie van Baptistengemeenten in
Kameroen heeft tweehonderd gemeen
ten en 15.000 gedoopte leden (Parijse
zending).
De Verenigde kerk van Centraal Afri
ka in Rhodesië (Londens zendingsge
nootschap. Kerk van Schotland en Me
thodistenzending staan peet over deze
jonge kerk) heeft 16.000 leden en even
veel nog niet gedoopte belangstellenden.
De Pinksterkerk van Chili heeft 10.000
leden. In Chili bestaat ook de Pinkster-
Zendingskerk. die eveneens in corres
pondentie staat met de Wereldraad
over aansluiting.
Tegen
De Baptisten-unie van Nieuw Zuid
Wales (Australië) heeft voor de tweede
keer voorstellen tot aansluiting bij de
Wereldraad verworpen. De Wereldraad
wil een eenheidskerk. zo - meenden de
tegenstanders. En verder wilden zij
niet samenwerken met kerken die de
vrijheid van godsdienst aantasten, waar
mee ze bedoelden de moeilijkheden die
de Griekse orthodoxe kerk aan de bap
tisten in de weg legt.
Tot slot vermelden wij nog, dat de
Transvaalse synode der Ned. gerefor
meerde kerk. die besloot uit de Wereld
raad te treden, wel verklaard heeft
prijs te stellen op contact met de raad.
de roomse geestelijkheid en van de bur
gerlijke overheid, die de leiders van de
roomse kerk naar de ogen meenden te
moeten kijken. Men vreesde echter in
Boechout niet. Wij citeren weer de heer
Sluys, die wat in Boechout is gebeurd,
verklaart vanuit het geloof:
„Het geloof is in de gemeente perma
nent aanwezig. Wij geloven dat er toe
komst is voor het evangelie. Wij gelo
ven dat het evangelie het enige is, dat
blijvende waarde heeft. Wij geloven dat
alle mensen het zouden moeten kennen.
Wij geloven dat velen het zullen aanne
men. Wij geloven dat Jezus overwint."
Op 1 januari dus ruim twee jaar
nadat de samenkomsten waren begon
nen werd de' eerste kerkdienst ge
houden in de School met de Bijbel. Er
waren tachtig bezoekers. Op 26 mei 1955
werd een gemeente gesticht met tachtig
zielen. Ziehier de groei in cijfers: de
cember 1955: 102 zielen, december 1956:
155 zielen, december 1957: 212 zielen,
december 1958 252 zielen; mei 1961: 350
zielen.
In de zomer van 1959 heeft Boechout
een eigen predikant gekregen in ds. J.
Végh, een Hongaar, die daarvoor en
kele jaren de Gereformeerde kerk van
Andijk diende.
Het ligt in %de bedoeling een eigen
kerkgebouw te stichten. De tekening is
al gereed en de gemeente getroost zich
grote offers om dit kerkgebouw, waar
aan dringend behoefte bestaat en dat
vijfhonderd zitplaatsen zal bevatten
men rekent op voortgaande groei! te
kunnen bouwen.
De gemeente van Boechout geeft een
periodiek uit, het Vlaams Kerkblad, dat
maandelijks verschijnt en een oplaag
heeft van ruim veertigduizend exempla
ren. Het wordt 's nachts gezet en ge
drukt in de bedrijfsdrukkerij van de fa
brikant Sluys, door mensen, die ,,voor
Jezus willen drukken". Het blad wordt
als schriftelijk evangelisatiemiddel ver
spreid tot in verre omtrek onder een be
volking "van honderdduizend zielen. Men
kan zich abonneren op het Vlaams Kerk
blad en dat maakt de financiële mo
gelijkheden iets ruimer maar men
kan het blad ook gratis krijgen.
Men deelde ons in Boechout mede
dat tal van pastoors en nonnen inge
schreven staan als abonnees op het
Vlaams Kerkblad
Dit blad moet men niet vergelijken
met een kerkbode, zoals men dikwijls
in Nederland aantreft, een krant van
vier pagina's, waarvan de typografi
sche uitvoering veelal te wensen over
laat. In Boechout maakt men van dit
kerkblad een boekje van 32 pagina's en
men voert het uit in twee of meer
kleuren. De inhoud bestaat uit de bij
belse boodschap, uiteraard sterk ge
richt op de Vlaamse r.k.-bevolking.
Naar aanleiding van deze kerkblad-
verspreiding ontstaat, vertelde men ons
in Boechout, met velen correspondentie.
Daar laat men het overigens niet bij,
want wie contact krijgt met de Boec
houtse mannen en vrouwen, kan er op
rekenen bezocht te worden en uitgeno
digd te worden voor het bijwonen van
samenkomsten en kerkdiensten. Men
wordt per auto gehaald en gebracht. Al
le autobezittende leden der kerk stellen
hun wagen hiervoor beschikbaar. „Al
les wat rijden kan, rijde voor de
Heer", is het devies.
Er zou over deze gemeenschap nog
veel te vertellen zijn. Dat men een kleu
terschool heeft gesticht, dat speelterrei
nen zijn gemaakt om de jeugd te trek
ken, dat de ouderlingen catechisatie ge
ven aan buitenkerkelijken of aan man
nen en vrouwen, die uit de r.k. kerk
komen, dat het Vlaams kerkblad geen
winst zal maken, omdat, als er meer
advertenties komen en ook Nederland
se bedrijven adverteren in dit blad
het aantal gratis verspreide nummers
groter wordt, dat de schoolkinderen met
eigen autobussen worden gehaald en ge
bracht en dat men een eigen verzend-
boekhandel heeft, die vele Nederlandse
theologische boeken verzendt door heel
Vlaanderen.
Men adverteert met deze boeken in
het Vlaams Kerkblad.
Er zijn pastoors in België, die de be
kende Nederlandse kinderbijbel van Axk
ne de Vries hebben aangeschaft en
daar de kinderen uit voorlezen en er
zijn roomse geestelijken, die de jeugd
de Psalmen in de berijming van Has-
per Ieren zingen.
De evangelische gemeente zoals
men hier de protestantse gemeenschap
noemt is aangesloten bij het kerk
verband van de Gereformeerde Kerken
in Nederland. In eigen kring in' Boec
hout ziet men het kerkverband echter
ruim. Allen, die Jezus Christus als hun
enige Verlosser erkennen en voor Hem
zich willen buigen, zijn welkom in deze
kerkelijke gemeente.
De zondagse diensten worden voor
eenderde bezocht door mensen, die nog
geen lid zijn van de kerk. „We zien el
ke zondag weer anderen", zei ds. Végh
ons. De prediking moet eenvoudig zijn
en de mensen direct aanspreken.
Een bekend gezegde onder de
kerkgangers voor het meren
deel afkomstig uit r.-k. milieu is:
„Ik ga naar de mis van de bij
bel".
Zijn er in Boechout financiële
moeilijkheden? We moeten passen
en meten, zegt men. „God geeft
ons nooit meer dan we nodig heb
ben, maar altijd precies genoeg.
Wat dacht U, zou God ons laten
struikelen over geld? Hij is im
mers de Heer van het geld. En als
Hij tegen een of duizend van zijn
rentmeesters zegt: „Stuur die en
die som naar Boechout", dan doet
die rentmeester dat. Wij proeven
elke dag en ieder uur de gemeen
schap der heiligen."
jaren, en bij elke kabinetscrisis eist de
K.V.P. het departement van O. K.
en W. voor zich op. En gezien de mach
tige, onaantastbare positie van de
K. V. P. is dat vrijwel nooit te keren.
Men redeneert dus blijkbaar: zo lang
een van onze geestverwanten dit de
partement beheert, kan ons niets over
komen.
In de tweede plaats: de rooms-katho-
liek heeft geen antenne voor ons be
zwaar tegen een sterk uitgegloeide
overheidsmacht. Waarom niet? Wel,
hier zit de hele rooms-katholieke staats
beschouwing achter. De staat is naar
deze opvatting de hoeder van het alge
meen welzijn, het onderwijs daaronder
begrepen. Daarom mag de overheid de
richtlijnen ontwerpen, waarlangs open
baar en bijzonder onderwijs zich heb
ben te ontwikkelen. De staat n.l. is in
deze beschouwing het totaal verband
van de menselijke samenleving.
In het natuurlijke leven staat de staat
aan de top van de pyramide -der lage
re gemeenschappen. Dus mag zij de
vrijheid van inrichting rustig bepalen.
Mits hij maar niét komt op het ter
rein van de boven-natuur, de geestelij
ke zaken, de kerk; want daar, in het
rijk der genade, bepaalt de kerk wat
er dient te geschieden. Zolang dus de
geestelijke vrijheid van richting, als be
paald wordende door de kerk, maar
niet wordt aangetast en dit gebeurt
in het Mammoet-ontwerp ook niet
dan is er van rooms-katholieke zijde
geen verzet te vrezen.
Achter heel de Mammoetwet zit als
achtergrond de rooms-katholieke staats
beschouwing. En omdat deze visie de
in onze kring gehuldigde eis tot vrijheid
van in-richting aantast, kunnen we in
dit opzicht met dit ontwerp niet mee
gaan. Hier ligt het hoofdbezwaar van
het christelijk onderwijs tegen dit ont
werp. En jammer genoeg is de Minis
ter in deze Nota van Wijzigingen aan
dit bezwaar niet tegemoet gekomen.
Ds. J, B. van Mechelen, Gerefor
meerd predikant te Oostburg, is daar
toe door de redactie van het blad uit
genodigd, toegetreden tot de kring van
medewerkers van „Waarheid en Een
heid", in welk blad hij voortaan de ru
briek „Kerkelijk Leven" hoopt te ver
zorgen. In een artikel ter kennismaking
schrijft hij onder meer:
„Wanneer men publiek treedt in de
rij der W. en E.-mannen, heeft men
voor velen het karakter van het nerveu
ze hondje, dat met zijn rumoerig ge-
plons onrust brengt in de vijver der sta
tige zwanen. De waardigheid der zwa
nen brengt mede, dat zij vanuit de
hoogte van hun slanke halzen neerkij
ken op de druktemaker, als deze niet
te zeer in hun buurt komt. Zodra ze
gaan deinen op zijn golfjes, beginnen
ze te blazen en wordt het ze te gevaar
lijk, dan zetten ze de vleugels en dan,
wee hondje, maak dat je wegkomt, ze
hebben je niet nodig."
In Salt Lake City is bekend gemaakt
dat de Mormonen (de kerk van Jezus
Christus van de heiligen der laatste da
gen) het voornemen hebben om dit'jaar
250 nieuwe gebouwen in Europa te bou
wen.
WIE HET WERK in Boechout
financieel wil steunen kan zijn
gift 'storten op een in Nederland
geopende girorekening: no.
met de Bijbel, Boechout (B.). Is
de gift bestemd voor de kerk
bouw, dan op het strookje ver
melden: Voor de nieuwe kerk.
OVER DE ONTWIKKELING
van de Boechoutse protestantse
kring, de evangelisatie en de
school heeft de fabrikant-evange
list K. Sluys een boeiend boek
geschreven: ,,Het wonder van
'Boechout". De prijs- is 7,50 en
de Nederlandse uitgever is T. We
ver in Franeker.
IN BELGIE LUISTEREN
enorm veel mensen voor het
merendeel rooms -^katholieken en
buitenkerkelijken naar de gods
dienstige uitzendingen (kerkdien
sten, morgenwijdingen, bijbelle
zingen enz.) van de Ned. Chr.
Radiovereniging en van het
I.K.O.R. Leden van de Boechout
se evangelische gemeenten heb
ben naar aanleiding van deze ra
dio-uitzendingen aanknopingspun-
met velen in het Vlaamse land.
,,De uitzendingen van N.C.R.V. en
IKOR zijn prachtige 'hulpmidde
len bij de evangelisatie", zegt
men in Boechout.
VAAA/WVSAAAA/VNAAAAAAAAA^
Deputaten voor het algemeen diaco
naal bureau der Gereformeerde ker
ken hebben twee principebesluiten
genomen, die beide nog uitgewerkt
moeten worden, maar die in elk ge
val verruiming inhouden van het ge
reformeerde aandeel in de interna
tionale kerkelijke hulpverlening.
In samenwerking met de sectie inter
nationale hulpverlening van de Alge
mene diaconale raad der Hervormde
kerk zal men steun verlenen aan een
blindenproject in Perzië, vrijwel zeker
door uitzending van een Nederlander
Geheel voor gereformeerde rekening
komt een kracht, die naar Hongkong
zal worden uitgezonden voor het
vluchtelingenwerk, vooral onder hen
die slachtoffer zijn van bedwelmen
de middelen.
Het plan voor Iran bedoelt steun te
geven aan de zeer kleine episcopaal
se en presbyteriaanse kerken, die met
hun gezamenlijk ledental van zeshon
derd leden, een blindenproject voor
meisjes uitvoeren.
Dit ,,Iraanse Bartimeus" heeft geen
ruimte voor jongens (al heeft men
er enkele van jeugdige leeftijd). De
hulp betreft het bieden van mogelijk
heid om het project uit te breiden tot
meer jongens en jongens van hogere
leeftijd. Hoe dat zal gaan moet nog
uitgewerkt worden.
Wel is vrijwel zeker dat de hervorm
de en gereformeerde diaconale instan
ties een deskundige zullen uitzenden
naar Iran. Het is de heer J. van Weel-
ONS GEBEDSLEVEN
TTET is opvallend, welk een brede plaats
AAhet gebed inneemt in de bijbel. Alleen
het boek der psalmen staat al vol gebe
den; gebeden om hulp, een gebed voor de
koning, beden om vergeving en verlossing,
om berusting en genezing. Voor vele Chris
ten is bet gebed evenwel een zo vanzelf
sprekend gebaar geworden, dat er nauwe
lijks meer bij wordt nagedacht. Hoe vaak
bijv. hebben wij het „Onze Vader" al in
de kerk horen bidden en hebben wij ons
gebed aan tafel opgezegd! Zegt het ons
feitelijk nog wel wat? Het lijkt soms zo
dor en nietszeggend, dat het als een ouder
wets boemeltreintje steeds weer dezelfde
stationnetjes aandoet. Anderen daarentegen
weten er nauwelijks meer raad mee, we
gens persoonlijke moeilijke omstandigheden
of door benauwende invloeden van buiten
af. De vraag rijst dan „Hoe kanteen God
van Liefde zoiets toelaten! „Of „Ik
die zo vurig God dat heb gevraagd, waar
om vervult Hij nu niet één maal mijn
wens»?
Het is derhalve goed weer eens bepaald
te worden bij de betekenis van het gebed.
Iu de eers.te plaats dienen wij er ons be
wust van te zijn, dat wij met onze gebeden
tot GOD komen. Niet de mens met zijn
verlangens en begeerten staat in bet mid
delpunt, maar het is om God Zelf te doen,
die in de hemelen woont. Vandaar ook de
bekende woorden van Pascal: „Alles, wat
niet God is, kan mijn begeerte niet verza
digen. Het is God zelf, om wicn ik bid en
dien ik zoek; en tot U alleen, mijn God,
richt ik mij om U te vinden."
Het oprechte gebed zal daarom onder
meer in bet teken staan van de schuldbe
lijdenis. Wij moeten het voor God belij
den, dat van nature onze gedachten en
woorden steeds op ons zelf gericht zijn tot
meerdere glorie van het eigen-ik. Wie dit
door
berouwvol beaamt, en voor God uitspreekt,
zal ook werkelijk vergeven worden.
Aangezien de mens steeds mens, d.w.z.
niet nietig en gebrekkig blijft, zal hij ook
moeten bidden tot zijn laatste ademhaling.
„Nood leert bidden", zegt liet spreekwoord.
De nood doet ons echter God al te dik
wijls misbruiken als eerste hulp bij ongeluk
ken. De afhankelijkheid van de hemelse
Vader veronderstelt juist een gebedsleven
in alle situaties van ons bestaan. De nood
rem in de trein wordt slechts gebruikt als
er iets bijzonders gaande is. Anders verge
ten wij dit hulpmiddel. In oog van de Here
God is het gebed géén laatste redmiddel,
maar een dagelijkse reactie op zijn gebo
den en beloften; een belijdenis om alles
alleen van Hem te verwachten.
ALS ons spreken tot God een antwoord
geven is op zijn Heilig Woord, houdt
dan ons vragen evenzeer een antwoord van
Zijn kant in op ons gebed? Deze begrijpe
lijke vraag is in alle tijden even actueel en
niet zo eenvoudig om zomaar naar onze
smaak bevredigend op te lossen. In elk ge
val is het duidelijk, dat liet bidden niet
mag opgaan in het aanbieden van een ver
langlijstje. Paulus, een voorbeeldig ge
loofsgetuige, krijgt op zijn smeekgebed om
van zijn doom in het vlees verlost te wor
den, te horen: „Mijn genade is u genoeg,
want de kracht openbaart zich eerst ten vol
le in zwakheid". Met deze belofte kon hij
troostvol verder leven, doch bet is een an
dere, dan die welke hij eventueel verwacht
had. In Lucas II zegt Jezus: „Bidt, en (zon
der: „liet") u zal gegeven worden, want een
ieder die bidt, ontvangt M.a.w. bet gebed
wordt geboord, doch op Gods wijze ver
hoord. Inderdaad behoren wij ook voor ons
zelf- te. bidden, omdat wij, geschapen naar
Gods beeld en gelijkenis, onszelf moeten
liefhebben, en niet veronachtzamen.
Anderzijds is de voorbede voor anderen
van even grote waarde. Het gehele „Onze
Vader", zoals Jezus Christus ons dit ge
leerd heeft, is één doorlopende weerlegging
van de zelftucht, welke alleen maar van
God iets poogt te krijgen in eigen voor
deel. Niet tot mijn, maar tot ONZE Vader
wenden wij ons. De wereld 0111 ons heen
vormt één groot huisgezin waarvoor wij te
bidden hebben; relfs de vijanden sluit Je
zus niet uit. Wie zijn ogen daarvoor opent,
en dan ook bewust inziet hoezeer de we
reld ons gebed nodig heeft, diens gebed is
tevens een danken voor verkregen voor
rechten. „Dankt onder alles, want dat
de wil Gods in Christus Jezus ten opzichte
van u", vermaant Paulus.
TVE ootmoedige bidder is derhalve niet bij
zichzelf op visite en voert geen mono
loog, maar weet zich geplaatst tegenover
zijn Heer. Het onderhoud met Hem vergt
evenals bij een zinvol telefoongesprek een
spreken èn een luisteren: „Spreek Heer,
want uw dienstknecht hoort!"
En al luisterend gaat ons gebed over in
de aanbidding jegens Hem, aan Wie wij
alles hebben te danken: Want van U is ons
leven en ons voedsel, docli ook bet Ko
ninkrijk en de kracht en de heerlijkheid in
der eeuwigheid.
Begint het ons nu niet te duizelen? Te
recht heeft iemand eens gezegd: „Het bid
den is het vermetelste en het deemoedigste
wat een mens doen kan".
Bidden is moeilijker dan werken. In ons
werk kunnen wij ons desnoods nog ten vol
le uitleven. In het gebed worden wij op di
recte wijze voor God geplaatst, die ons be
vrijden wil van elke zelfhandhaving.
Durven wij dit te aanvaarden? We leven
weer in de tijd vlak vóór het Pinksterfeest.
Destijds bleven de discipelen van Jezus al
len eendrachtig volharden in bet gebed,
in afwachting van dc komst van de Heilige
Geest.
Dat ook onze bede zij:
„Daal, Schepper, Heil'ge Geest, daal af:
Uw adem, die ons het aanzijn gaf
vervuilmet bovenaardse kracht
het schepseldat uw zegen ivacht.
Leer ons den Vader en den Zoon
met U, den Geestvan beider troon
tot ons gedaald uit d*eeuwigheid,
aanbiddennu en Vallen tijd!".
den, die dezer dagen promoveert op
een onderwerp betreffende de blinden
verzorging.
Een derde besluit van de ADB-deputa-
ten betreft het ter beschikking stellen
van 60.000 voor het verkrijgen van
een agrarisch bestaan voor vluchtelin
gen in Hongkong. Enkele weken gele
den werd reeds 50.000 overgemaakt
voor een programma waarbij vluch
telingengezinnen geholpen worden aan
een zelfstandig bestaan
Tot op heden is de stand van de ge
reformeerde wereldhulpactie 760.000.
Nog regelmatig worden kleine en
grote giften ontvangen. Verschillende
kerkleden maken maandelijks een
bedrag over.
Met grote dankbaarheid vermelden de
putaten in een schrijven aan de ker
kelijke pers ook een bijdrage van
10.000 van een gemeentelid, dat
sterk onder de indruk was van een
radiolezing voor de K.R.O. van een
pater. Deze gift was bestemd voor de
directe hongerbestrijding en zal in
middels reeds de plaats van bestem
ming hebben bereikt.
In aansluiting aan bovenstaand be
richt uit gereformeerde bron, deelde
mejuffrouw dr. H. Kohlbrugge, secreta
resse van de hervormde internationale
hulpverlening, ons nadere bijzonderhe
den mede over het blindenprobleem in
Perzië.
In ons land zijn er op een bevol
king van ruim elf miljoen misschien
zevenhonderd volledig blinden. In Per
zië zijn dat er bij een bevolking
die niet eens het dubbele is van de
Nederlandse niet minder dan hon
derdduizend blinden. Gezwegen dan
nog van de zeer velen die in Iran ge
deeltelijk aan hun ogen zijn gehandi
capt.
Er zijn zeer veel oorzaken voor deze
volkshandicap. Ze is o.m. een gevolg
van het ontbreken van hygiëne. Ieder
die in Perzië reist krijgt ontstoken ogen
door het stuifzand en de vliegen. De
reiziger zal daar wat aan doen, maar
de bevolking is eraan gewoon geraakt.
Daarnaast is de bestrijding van blind
heid veroorzakende ziketen nauwelijks
van de grond: pokken, mazelen, rood
vonk en syphilis zijn er heersend. .Veel
voorkomend is ook de trachoom, een
vlies dat zich voor het oog vormt en
(alleen in het eerste stadium verwij
derd kan worden. Later kan dat niet meer.
Voor deze honderdduizend kan men
in Perzië eigenlijk niet anders doen
dan dat ze opgeborgen worden. Ze heb
ben onder de huidige omstandigheden
in Iran geen enkele kans behalve als
„bedelaar".
De kleine kerken proberen thans door
hun „Perzisch Bartimeus" een begin te
maken met het opleiden van blinden
voor plaatsen die ze in de maatschap
pij kunnen vervullen.
Het moet van de grond af aa,n begin
nen. En in dr. Van Weelden hoopt men
de man te hebben gevonden, die in de
Perzische samenleving wegen kan vin
den en wijzen voor een leniging van de
volksnood.
Hij is een ruime dertiger van her
vormden huize, die oorspronkelijk on
derwijzer was en daarbij pedagogiek en
psychologie ging studeren aan de Uni
versiteit van Amsterdam.
Hij is thans verbonden aan het Ko
ninklijk Nederlands instituut voor on
derwijs aa-n blinden te Bussum.
In zijn woord vooraf van het proef
schrift „Blinde kinderen", waarop hij
op 9 mei promoveerde tot doctor in
de letteren en wijsbegeerte, zegt hij
tot zijn promotor dr. I. C. van Hout-
te, dat hij van hem de liefde voor het
gehandicapte kind heeft geleerd.
Hoe goed hij die liefde geleerd heeft
moge blijken uit het feit, dat de heer
Van Weeidcn bereid is met zijn jeug
dig gezin (drie kinderen en één op
komst) naar Perzië te vertrekken om
mee te helpen in de leniging van ecu
onvoorstelbare nood.