GRAFIE Strategie der middelen: levensbelang voor Navo Fotomatie Lelystad is Lelystad nog niet Drinh Nederlander eet nog niet voldoende kip AKKERBOUW IS RISKANT TACTISCHE ATOOMWAPENS OP DE ACHTERGROND HOUDEN Als het kleed gemaakt is, ziet men de fouten Op zondag geen Deltawerken mt ZEEUWSCH DAGBLAD Pag. 9 SJAH VAN PERZIË ONTBINDT BEIDE KAMERS WAARIN UW FOTOHANDELAAR VOOR TAL VAN VERRASSINGEN ZORGT. U HOORT ER MEER VAN! - Mevr. Grooten: Heerlijk Boer Bastiaansen: Alleen land Kapitein Haitema: Werk %at" W Sensdag 1U mei 1961 Kamp „Dijkzicht" tehuis voor honderd man midden in zee rietwoestenij enkoolzaad Van een onzer verslaggevers DE BARAK is smal, en ruim honderd meter lang. In het waslokaal met de roestig ijzeren wasgoot heeft iedere man zijn eigen teiltje. Een naakte gloei lamp verlicht de slaapzaal. De kastjes boven de bedden zijn ge nummerd. Foto's van voetballers en filmsterren zijn aan de muur geprikt in het kwastige hout. In de verlaten cantine neuzelt de r&dio. De kok zet de honderd borden klaar voor het middageten. De gamel len staan te wachten. Uit de oneindige eenzaamheid buiten striemt het zand tegen de ruiten. Het lijkt een legerpost in de Sahara *maar het is een arbeiderskamp mid den in Nederland. Tien, twintig kilo meter rondom klotst het IJsselmeer. De smalle reep grond is een brok van de dijk die straks Zuidelijk Flevoland gaat omringen. Bestek 927, perceel II, heet het offi cieel. De mannen met enige galgen humor, hebben het „Dijkzicht" ge doopt. Vanavond, meldt een stencil in de cantine, wordt er een film ge draaid: „Ik huurde deze kamer". Het is een thriller. Honderd dijkwerkers wonen hier. Het is 'èr eenzaam, en je kunt er niet weg. Ajleen die strook zand, met de barak, ende roestige vaten olie voor de kiéhels. Maar het loon is hoog, je kunt négr de wal van vrijdag- tot maan dagmiddag, en 's avonds is er prijskla- verjassen, en de televisie. Het is hier bést uit te houden, zeggen de mensen. De gemiddelde man zit er een jaar. Vlooteskaders Bijna twintig kilometer dijk voor de nieuwe polder is klaar. Een kleine vijf kilometer voor de kust bij Spa kenburg. en vier afzonderlijke stuk ken tussen Amsterdam en Lelystad. Van Muiden tot Harderwijk werkt de vloot, in verspreide eskaders. Bagger molens baggeren slappe bodemlagen weg. Zandschepen storten een vaste bedding in de geulen. Grijpkranen plempen keileemdammen, zuigers spui ten- het zand ertussen. Arbeiders in lieslaarzen zinken rijs- houten kraagstukken, en bezetten de glooiingen met stenen. Weer keileem dekt de dijk af, en klei waar het gras m groeien gaat. Twee jaar geleden is men begonnen. Vijftig kilometer dijk moet er nog komen. Op bestek 930 storten twee zand zuigers hun modderstroom. Schip per Mulder van de Hendrikalost eèn lading bazalt. Steenzetter Vene- me voegt betonblok naast beton blok- Voor de bouwput, waar het ge maal moet komen, koerst het directievaartuig van de dienst Zui derzeewerken. In de stuurhut kraakt ■een stem uit de luidspreker van de 'mobilofoon. Hier komt Den Haag, voor hoofdingenieur Middelburg Oper. Op perceel I stuurt machinist Steenhof zijn wals over een ver keersweg. die aan twee kanten in zee eindigt. De bloemen, voor de Woonwagen van molenbaas Grooten, doen het maar schraaltjes in de zeewind. De adjudant-technisch- Riet en moerasandijvie tot de hori zon: De drassige wildernis in het nog onontgonnen deel van Oostelijk Flevoland. ambtenaar J. Veenstra onderzoekt in zijn werkkeet een asfaltmonster. In de hoek pruttelt de koffie op het komfoor. Nog zes jaar, dan is de dijk klaa'r. Dit alles is maar een ouverture. In '67 begint de eigenlijke schepping van het nieuwe land. Die schepping is nu in volle gang verder oostwaarts: in de polder Oostelijk Flevoland. jaar. Vlakbij staat de toekomst in de steigers: 477 woningen in aanbouw, drie scholen, dertien winkels. Lelystad Rietwoestenij Nog vóór de droogmaling zijn daar de kanalen gebaggerd. Dat is goedko per, en het bevordert later de afvoer van het water. Boven de slik woestenij, die droogviel, hebben helikopters riet gezaaid. Riet helpt de bodem drogen, en voorkomt erger onkruid. Dan gaan de machines het riet in. Ze graven sle ten, hakken greppels, leggen draineer- buizen, mengen de grond. Akkerbouw op nieuw land is riskant; daarom bijt de staat het spits af. Staats- boeren, die in rijksdienst zijn net als ambtenaren, strijken neer in de lege polder en zaaien het eerste koolzaad in. Daarna komen wintertarwe, zomer- gerst, lucerne en vlas. Op dit ogenblik is Oostelijk Flevoland nog half rietstep pe, vol plassen en moerassen; en al half bouwland, waar felgeel het kool zaad tot de horizon bloeit. Dit jaar al komen er de eerste parti culiere boeren. In totaal komen er veertienhonderd bedrijven. Gemiddelde bedrijfsgrootte: 30 hectare. Vijf hectare méér dan in de Noordoostpolder, want de mechanisatie schrijdt steeds verder voort. De boerenwoningen doen aan bungalows denken. Ze hebben een rui me woonsuite, vier slaapkamers, een zaal van een keuken, een bijkeuken, een douchecel, en een grote zolder. Lelystad, ook met vierhonderd men sen, heeft ook geen winkels, en de hoofdstraat wordt meesmuilend de Lange Jammer genoemd. Doch Lely stad heeft twee scholen, een dorpshuis, een hotelletje, en clubs, zoals de zang vereniging „De Zeeschelp" en de to neelclub „Isolement o". Toch denken de eerstgekomenen met zekere weemoed aan vroeger. Vroeger, toen ook Lelystad nog midden in zee lag. Toen iedereen iedereen kende, en de dokter maar vast een schooltje be gon in zijn wachtkamer, met vier kinderen. Nu zijn er veel nieuwen bij gekomen, terwijl anderen wegtrekken want het duurt hun te lang. Immers: Lelystad is Lelystad nog niet. De kleine nederzetting aan de Knardijk wordt straks afgebroken. Drie kilometer verderop, in de polder, wordt de eigenlijke stad gezet. De paar honderd pioniers zullen opgaan in vijftig- tot honderdduizend nieuwge- komen stedelingen, die amper zullen begrijpen waarom die toneelclub „Iso- lemento" heet. TEHERAN (Reuter) De Sjah van Perzië heeft gisteravond beide huizen van het parlement ontbonden. Dit be sluit kwam volkomen onverwacht. Enige uren eerder had de nieuwe Per zische premier, dr. Ali Amini, de samen stelling van zijn kabinet aan de Sjah voorgelegd. Premier Amini werd zaterdag tot op volger benoemd van premier Emami, die ontslag had genomen. Advertentie door generaal mr. H. J. Kruis PRESIDENT KENNEDY heeft in zijn defensiebegroting veel meer aandacht besteed aan de conventionele wapens dan gedurende de laatste jaren van Eisenhowers regering het geval was. Daar mee in overeenstemming heeft de president zich uitgelaten over de betekenis van de conventionele bewapening voor de Navo, toen hij op 10 april jl. in Washington de Militaire commissie toesprak. Hij zei toen, dat de Navo in staat behoort te zijn elke conventionele aanval met conventionele middelen te beantwoorden, krachtig en lang genoeg om de aanvaller althans tot een pauze te dwingen. Kennedy verbond er de toezegging aan, dat de Amerikaanse strijdkrachten in Europa zouden blijven gehandhaafd en dat hun conventionele gevechtskracht zou worden vergroot. Vergrote Amerikaanse aandacht voor de conventionele strijdkrachten kan alleen maar worden toegejuicht. Het is voor de Europese leden van de Navo bovendien geruststellend te ver nemen, dat de Amerikaanse strijd krachten in Europa blijven en dat hun conventionele bewapening zal wor den versterkt. Daarmee is het vraag stuk van Europa's veiligheid evenwel nog lang niet opgelost. Er blijven ve le vragen onbeantwoord. Een daarvan is: zal de gevechts kracht van de strijdkrachten bestemd DEZE tamelijk onbekende oud-Nederlandse zegswijze is op modern gebied meer van toepassing dan op het maken van kleurendia's. Eigenlijk zijn onze dia's maar p..dingetjes en dat voelen we eens te meer als we eens geconfronteerd zijn met dia's van werkelijk groten op dit zo aparte gebied. Zo simpelweg zeggen we: dat kunnen we ook vooral als we dan het praatje er bij gehoord hebben. „De eenvoud zelve" denken we en zéér terecht. Want kleurenfotogra fie is eenvoudig al zou je dat dikwijls zo aan de resultaten te be oordelen zelf soms niet zeggen! OVERAL Rondom ons heen zijn kleuren in overvloed; alleen, we krijgen nooit de tijd er vertrouwd mee te raken omdat ons oog nooit stilstaat. Want wat is fotografie meer dan het in een plat vlak onderbrengen van een deel van ons gezichtsveld. En nu gaat het speciaal om dat deel. Wie kleuren wil fotograferen moet leren delen te zien moet eigenlijk teruggrijpen op wat we vroeger hadden: de motiefzoeker. Eenvoudig zelf te maken door in een stuk karton een gat te knippen dat over eenkomt met dat deel van het ge zichtsveld dat de camera overziet. Daartoe nemen we wel een zo in different mogelijke kleur, b.v. grijs; want anders beïnvloedt de kleur van het karton de kleuren binnen het kader. Waarom dat al, zullen velen zich afvragen. Eigenlijk is dat gauw ge zegd: we zetten op een willekeurig tafelkleed een tiental gekleurde voorwerpen. Nu blijkt een van de dingetjes bijzonder leuk te zijn. We pakken de camera en maken een opname alleen van dat ding. Sjonge, Sjonge, wat valt die dia straks te gen. Natuurlijk want de opname laat ons alléén dat voorwerp zien terwijl de kleur en de aardigheid ervan mede bepaald werden door alles wat er omheen stond. En dat is er nu niet meer ONGEVOELIG Er staan natuurlijk onmiddellijk mensen klaar die zeggen: en de zoeker dan? Die geeft ons toch wel uitsluitsel. Tot op zekere hoogte natuurlijk wel. Maar we wéten te veel. Als het mogelijk was ons al léén aan het doorzichtzoekerbeeld te houden dan was er niets aan de hand. Maar de camera met film is objectief. Totaal ongevoelig voor menselijke indrukken als roman tiek, onrust e.d. Want dat bruggetje waarop we voor het eerst onze le- vensgezel(lin) kusten is heus nog hetzelfde gebleven. Toch zullen we „toen" het bruggetje anders ge zien hebben dan bijvoorbeeld vijf tien jaar later. De foto toont u glas hard dat er geen verandering was. Die avondzon was „toen" hele- maal niet zo goudgeel als u ze zag het was gewoon de zon zoals die ook nu nog ondergaat terwijl u uw hulp je nog wat opdrachten geeft of die brief nog even in de dictafoon spuit. Niets romantisch aan. Fotograferen in kleur is elimine ren verwijderen; de omgeving die niet ter zake doet, de eigen gevoe lens, die niet op de plaat komen; en als we dat vastleggen dan moet de prent goed zijn, althans moet ook voor anderen zichtbaar zijn, wat de essentie op het ogenblik van de op name was. EENVOUD De verwijdering van niet ter za ke doende voorwerpen zal als re gel gemakkelijk genoeg zijn. De consequentie is: eenvoud, ontdoen van alle overtolligheden tot de hoofdzaak overblijft. Daarom zijn onze beste dia's die, waarop zo weinig is afgebeeld en dat zijn tegelijkertijd die waarbij wij geen explicatie behoeven. Kleur-fotografie lijkt eenvoudig, is eenvoudig, mits we de juiste geestelijke instelling kunnen vinden. E. W. H. Vier dorpen Koolzaadvelden, kantine, bushal- teVeel meer is er nog niet in Dronten. Naast de hoofdplaats, Lelystad, en het secundaire centrum Dronten, krijgt Oostelijk Flevoland vier dorpen. Eerst zouden het er tien worden. Toen vier, met nog twee „verzorgingspunten", Al- bert en Burchtkamp, waar alleen het allernodigste zou komen: kruideniers winkel, postkantoortje, benzinepomp. Ook die verzorgingspunten zijn ge schrapt: van Abbert en Burchtkamp zal alleen de naam hebben bestaan. Het moderne platteland, met zijn snel ver keer en gering aantal arbeiders, heeft zo veel dorpen niet meer nodig. De praktijk in de Noordoostpolder heeft het bewezen: daar staan nu dorpen te veel. In het ontgonnen deel van Oostelijk Flevoland is een eerste begin gemaakt met de dorpen Biddinghuizen en Swif- terbant. Dronten wordt het centrum voor deze streek. Het is voorlopig be raamd op vijfduizend inwoners. Het krijgt acht sportvelden, een sport hal, een tennispark, een ijsbaan, een zwem bad en een bos. Maar nu heeft Dronten nog niets. Als los zand Er staan wat arbeidersbarakken, wat houten huisjes en woonwagens, en een blinkende batterij graansilo's voor het staatsboerenbedrijf. De mobiele tele fooncentrale heeft zijn kabels uitge spannen op palen. Er wonen vierhon derd mensen: staatsboeren, bouwvak kers, wegwerkers en hun gezinnen. Schoolkinderen moeten 's morgens om zeven uur met de bus naar Kampen. Het eerste sportveld is nog onbespeel baar. 's Avonds zijn er alleen het biljart en de televisie in de naamloze kantine. Clubs zijn er niet. De bevolking hangt nog als los zand aan elkaar. Dronten bestaat ook amper een half Mevrouw Gé Groot en- Sluiter is één van de twee vrouwen op het dijkstuk 927-1, midden in het IJsselmeer. Als vrouw van een wegenbouwer is ze het wonen op steeds weer andere afgelegen plekken wel gewoon. „Ik vind de stilte hier heerlijk. Ik luister veel naar de radio. De kranten, tegen de tijd dat ze hier aankomen, zijn oude koek. Veel aanloop heb je hier natuurlijk niet. Op Koninginnedag hebben mijn man en ik met z'n tweeën optocht gehouden!" Aan haar radiogids heeft ze weinig: als die arriveert, zijn van de lopende week nog maar twee dagen over. StaatsboerA. N. Bastiaan sen stamt van een boerderij bij Breda. Nu zit hij in Oostelijk Fle voland als akkerbouwer in rijks dienst. Hij heeft er de leiding over een stuk land van zeshonderd hectare, een bedrijf van voor Ne derland ongekende omvang. Het uitzicht uit zijn huiskamer doet aan Amerika of Canada denken: één kaarsrechte, doodstille weg, en verder naar alle kanten bouwland, ononderbroken tot de horizon. „Een samenleving, met vrienden en kennissen, heb je hier helemaal niet. Er is aileen het land, en een handjevol collega's. M'n naaste buur woont drie kilometer verder. Als mijn vrouw wil gaan winkelen, moet ze met de auto naar Elburg. We vinden het allebei heerlijk hier, en ik hoop hier een eigen be drijf te krijgen." De heer Bastiaansen heeft de ge boorte van zijn zoontje moeten aan geven in Emmeloord: heen en te rug 120 kilometer rijden. Maar de postbode brengt hem zijn salaris aan huis, en haalt de brieven af, want er is nergens een brieven bus. Kapitein J. Haitema is ge zagvoerder van het directievaar tuig van de Dienst Zuiderzeewer ken. Hij woont in Lelystad, en uit zich ietwat mopperend over zijn woonplaats. „Je hebt er gratis licht overdag, en dat is tenminste beter dan in de stad, waar je zó op en in elkaar zit, dat je de lamp moet opsteken. Maar verder? Je kunt er gaan wandelen in het riet; oppassen dat je niet in het moeras zakt. Zondags is er vrijwel geen busverbinding met Harderwijk. Mij kan dat niet schelen: ik heb altijd werk zat aan mijn boot. Hier op het water heb je geen tijd voor de wereldproble men; ik luister amper naar de radio. Vroeger lag Lelystad naast een soort woestijn, en werd je er dol van het stuifzand. Nu begint er aardig wat groen te komen." Niet dat dat hem allemaal zo veel kan schelen: binnenkort wordt hij toch overgeplaatst naar Muiden. voor de rechtstreekse bescherming van Europa nu alleen door middel van conventionele wapens moeten worden verkregen of zullen ook tactische atoomwapens worden of liever blij ven ingedeeld? Hoewel de Atlan tische raad zich reeds jaren geleden voor de indeling en het gebruik van laatstgenoemde wapens heeft uitge sproken, ligt het in de verwachting, dat dit punt opnieuw zal worden be zien, wellicht reeds in de binnenkort te Oslo te houden vergadering ter sprake zal komen. KLOK TERUG Uitbannen van tactische atoomwa pens zou betekenen dat de klok werd teruggezet naar 1952, toen in Lissabon een bewapeningsprogramma voor con ventionele strijdkrachten werd aan vaard, dat voldoen moest aan de eis dat lang genoeg tegenstand kon wor den geboden aan de conventionele over macht van de Russische strijdkrach ten. Een man als professor Henry Kis singer, wiens invloed in Amerika ze ker is toegenomen, zal zeer vermoede lijk een dergelijke terugkeer tot Lissa bon voorstaan. Ongetwijfeld verhoogt het in belangrijke mate de veiligheid als aan een conventionele agressie zo lang mogelijk het hoofd wordt gebo den zonder dat de drang bestaat als eerste atoomwapens te gaan hanteren en daarmee uitzonderlijke risico's te lopen. Het grote praktische bezwaar tegen deze oplossing is echter, dat de daar voor nodige parate macht aan perso neel en materieel zo groot zou moe ten zijn, dat het uitgesloten moet wor den geacht, dat de Europese leden van de Navo in staat en bereid zouden zijn hun bijdragen tot die macht in voldoende mate op te voeren. Daar over behoeft men zich geen illusies te maken en daardoor is een oplos sing, die van tactische kernwapens afziet, eenvoudig buiten kwestie. Een geheel ander punt is echter, dat de Navo in elk geval moet trach ten een conventionele agressie zo lang mogelijk met conventionele wapens te gen te houden en gelegenheid moet verkrijgen het inzetten van de tacti sche atoomwapens zo lang mogelijk uit te stellen. Dan wordt het gevaar van het uitlokken van een kernwapen- oorlog tot een minimum teruggebracht en wordt tevens de afschrikwekkende werking, zowel van de conventionele strijdkrachten als van de tactische kernwapens, zo groot mogelijk. Om deze meest gewenste oplossing te verkrijgen, zullen de Europese le den van de Navo de tegenwoordige sterkte van de conventionele strijd krachten moeten opvoeren en zullen zij tevens een organisatievorm moe ten kiezen, die de tactische kernwa pens een zodanige plaats geeft, dat een later inzetten inderdaad mogelijk is. Hoe men dit vraagstuk nu ook be ziet, de conclusie zal steeds zijn, dat de kracht van de middelen van de Navo en dus van de bijdragen daar aan van de leden van de Navo moet worden vergroot. De Navo zal zich daarvoor grotere offers moeten ge troosten dan tot heden het geval was. Om echter het noodzakelijk rendement van die offers te verkrijgen zal men op korte termijn andere wegen moe ten zoeken en ook bewandelen om de gezamenlijke strijdkrachten op te bou wen. WEINIG Sedert het bestaan van de Navo is men wel een heel eind gevorderd met de gezamenlijke strategie met betrek king tot het gebruik van de middelen maar van een gezamenlijke opbouw is nog maar heel weinig terecht ge komen. Noch op het gebied van de standaardisatie der bewapening, noch op dat van de gezamenlijke produk- tie zijn grote resultaten bereikt. Wat bereikt is, was slechts incidenteel. Het is eigenlijk beschamend, dat de Europese landen van het Westen, die zich in het algemeen kunnen verheu gen in een hoge welvaart en welker gezamenlijk produktievermogen en grondstoffenbezit, zowel in vergelij king met Amerika als met de Sowjetunie, bepaald zeer groot zijn, zo weinig weten te presteren wanneer het om het behoud van hun gezamenlijke hoogste goed, de vrijheid, gaat. De Navo en de leden van de Navo zullen tot veel grotere en veel meer intense samenwerking moeten komen. Zij zullen zich vooral moeten wijden aan de gezamenlijke strategie der mid delen, vooral in de zin van keuze en opbouw dier middelen. Juist waar het er hier om gaat om door de indruk wekkendheid van de middelen een oor log te voorkomen, is deze strategie zo bijzonder belangrijk. Een grote taak ligt hier voor de nieuwe secretaris-generaal van de Navo, mr. Stikker. DEN HAAG. Het staatkundig- gereformeerde Tweede-Kamerlid Kodde heeft minister Korthals ge vraagd ae Deltawerken op zondag stil te doen leggen. Bovendien zou hij graag zien dat in de bestekken voor de werken tot dich ting van de zeearmen een bepaling wordt geschrapt, die aannemers ertoe kan nopen op zondagen te werken. Sommige aannemers, aldus "de heer Kodde, weigeren nu uit eerbied voor Gods naam naar het uitvoeren van de ze werken mee te dingen. De heer Kodde vindt ook, dat door plaatsing op zondag van een der caissons in het Veerse Gat die dag is ontheiligd. Advertentie IN NEDERLAND GEBOTTELD MET LICENTIE VAN PEPSI-COLA COMPANY. NEW YORK UTRECHT (ANP). - Van de 5.285 miljoen kippeëieren die in 1960 in ons land werden gelegd, gingen er 3.302 miljoen naar het buitenland, dat is meer dan 60 pet. Dit komt er op neer, dat iedere dag negen mil joen eieren worden geëxporteerd. De gemiddelde Nederlander at in 1960 twee eieren minder dan in 1959, na melijk 199, dat is iets meer dan één ei per twee dagen. Dit blijkt uit het jaarverslag van het produktschap voor pluimvee en eieren dat vandaag op de openbare vergade ring van dit produktschap te Utrecht behandeld zal worden. West-Duitsland was in 1960, aldus het verslag, met niet minder dan 85,5 pet. de grootste afne mer van consumptie-eieren van ons land. De export naar Italië daalde van 7,1 tot 4,1 pet., vooral door de opkomst van Israël als exporteur van pluimvee- produkten. Israël heeft zich namelijk met behulp van exportsubsidies een niet onbelangrijke plaats op de Europe se markt veroverd. Ook de concurren tie van de Oosteuropese landen in Ita lië treft Nederland gevoelig. De gehele exportwaarde van de Neder landse land- en tuinbouw bedroeg in 1960 3.859 miljoen; het aandeel van de pluimveesector was ƒ605 miljoen, bij een bruto-produktiewaarde van alle Ne derlandse pluimveeprodukten van 882 miljoen. Het jaarverslag van het produktschap klaagt er over, dat de consumptie in riachtkippen en -kuikens vergeleken bij andere landen nog zeer gering is. Ook de export van slacht- gevogelte gaat het niet voor de wind Sr31* de. Amerikaanse concurrentie in West-Duitsland en Zwitserland met sprongen is gestegen. Al het Amerikaan se gevogelte wordt panklaar gemaakt terwijl het Nederlandse nog maar voor een gering percentage panklaar wordt geëxporteerd. Het verslag noemt hef uiterst bedenkelij'k, dat Nederland ten deze een achterstand heeft en ook wat de prijzen aangaat niet tegen de Ame rikanen en ook niet tegen de Denen kan concurreren. ^eiien

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1961 | | pagina 9