GRAFIE
Strategie der middelen:
levensbelang voor Navo
Fotomatie
Lelystad is Lelystad nog niet
Drinh
Nederlander eet nog
niet voldoende kip
AKKERBOUW
IS RISKANT
TACTISCHE ATOOMWAPENS OP
DE ACHTERGROND HOUDEN
Als het kleed gemaakt
is, ziet men de fouten
Op zondag geen
Deltawerken
mt
ZEEUWSCH DAGBLAD
Pag. 9
SJAH VAN PERZIË
ONTBINDT BEIDE
KAMERS
WAARIN UW FOTOHANDELAAR
VOOR TAL VAN VERRASSINGEN
ZORGT. U HOORT ER MEER VAN!
-
Mevr. Grooten:
Heerlijk
Boer Bastiaansen:
Alleen land
Kapitein Haitema:
Werk %at"
W Sensdag 1U mei 1961
Kamp „Dijkzicht"
tehuis voor honderd man
midden in zee
rietwoestenij
enkoolzaad
Van een onzer verslaggevers
DE BARAK is smal, en
ruim honderd meter
lang. In het waslokaal
met de roestig ijzeren
wasgoot heeft iedere man zijn
eigen teiltje. Een naakte gloei
lamp verlicht de slaapzaal. De
kastjes boven de bedden zijn ge
nummerd. Foto's van voetballers
en filmsterren zijn aan de muur
geprikt in het kwastige hout.
In de verlaten cantine neuzelt de
r&dio. De kok zet de honderd borden
klaar voor het middageten. De gamel
len staan te wachten. Uit de oneindige
eenzaamheid buiten striemt het zand
tegen de ruiten.
Het lijkt een legerpost in de Sahara
*maar het is een arbeiderskamp mid
den in Nederland. Tien, twintig kilo
meter rondom klotst het IJsselmeer.
De smalle reep grond is een brok van
de dijk die straks Zuidelijk Flevoland
gaat omringen.
Bestek 927, perceel II, heet het offi
cieel. De mannen met enige galgen
humor, hebben het „Dijkzicht" ge
doopt. Vanavond, meldt een stencil in
de cantine, wordt er een film ge
draaid: „Ik huurde deze kamer". Het
is een thriller.
Honderd dijkwerkers wonen hier. Het
is 'èr eenzaam, en je kunt er niet weg.
Ajleen die strook zand, met de barak,
ende roestige vaten olie voor de
kiéhels. Maar het loon is hoog, je kunt
négr de wal van vrijdag- tot maan
dagmiddag, en 's avonds is er prijskla-
verjassen, en de televisie. Het is hier
bést uit te houden, zeggen de mensen.
De gemiddelde man zit er een jaar.
Vlooteskaders
Bijna twintig kilometer dijk voor de
nieuwe polder is klaar. Een kleine
vijf kilometer voor de kust bij Spa
kenburg. en vier afzonderlijke stuk
ken tussen Amsterdam en Lelystad.
Van Muiden tot Harderwijk werkt de
vloot, in verspreide eskaders. Bagger
molens baggeren slappe bodemlagen
weg. Zandschepen storten een vaste
bedding in de geulen. Grijpkranen
plempen keileemdammen, zuigers spui
ten- het zand ertussen.
Arbeiders in lieslaarzen zinken rijs-
houten kraagstukken, en bezetten de
glooiingen met stenen. Weer keileem
dekt de dijk af, en klei waar het gras
m groeien gaat. Twee jaar geleden
is men begonnen. Vijftig kilometer dijk
moet er nog komen.
Op bestek 930 storten twee zand
zuigers hun modderstroom. Schip
per Mulder van de Hendrikalost
eèn lading bazalt. Steenzetter Vene-
me voegt betonblok naast beton
blok-
Voor de bouwput, waar het ge
maal moet komen, koerst het
directievaartuig van de dienst Zui
derzeewerken. In de stuurhut kraakt
■een stem uit de luidspreker van de
'mobilofoon. Hier komt Den Haag,
voor hoofdingenieur Middelburg
Oper.
Op perceel I stuurt machinist
Steenhof zijn wals over een ver
keersweg. die aan twee kanten in
zee eindigt. De bloemen, voor de
Woonwagen van molenbaas Grooten,
doen het maar schraaltjes in de
zeewind. De adjudant-technisch-
Riet en moerasandijvie tot de hori
zon: De drassige wildernis in het
nog onontgonnen deel van Oostelijk
Flevoland.
ambtenaar J. Veenstra onderzoekt
in zijn werkkeet een asfaltmonster.
In de hoek pruttelt de koffie op het
komfoor.
Nog zes jaar, dan is de dijk klaa'r.
Dit alles is maar een ouverture. In '67
begint de eigenlijke schepping van het
nieuwe land. Die schepping is nu in
volle gang verder oostwaarts: in de
polder Oostelijk Flevoland.
jaar. Vlakbij staat de toekomst in de
steigers: 477 woningen in aanbouw,
drie scholen, dertien winkels.
Lelystad
Rietwoestenij
Nog vóór de droogmaling zijn daar
de kanalen gebaggerd. Dat is goedko
per, en het bevordert later de afvoer
van het water. Boven de slik woestenij,
die droogviel, hebben helikopters riet
gezaaid. Riet helpt de bodem drogen,
en voorkomt erger onkruid. Dan gaan
de machines het riet in. Ze graven sle
ten, hakken greppels, leggen draineer-
buizen, mengen de grond.
Akkerbouw op nieuw land is riskant;
daarom bijt de staat het spits af. Staats-
boeren, die in rijksdienst zijn net als
ambtenaren, strijken neer in de lege
polder en zaaien het eerste koolzaad in.
Daarna komen wintertarwe, zomer-
gerst, lucerne en vlas. Op dit ogenblik
is Oostelijk Flevoland nog half rietstep
pe, vol plassen en moerassen; en al
half bouwland, waar felgeel het kool
zaad tot de horizon bloeit.
Dit jaar al komen er de eerste parti
culiere boeren. In totaal komen er
veertienhonderd bedrijven. Gemiddelde
bedrijfsgrootte: 30 hectare. Vijf hectare
méér dan in de Noordoostpolder, want
de mechanisatie schrijdt steeds verder
voort. De boerenwoningen doen aan
bungalows denken. Ze hebben een rui
me woonsuite, vier slaapkamers, een
zaal van een keuken, een bijkeuken,
een douchecel, en een grote zolder.
Lelystad, ook met vierhonderd men
sen, heeft ook geen winkels, en de
hoofdstraat wordt meesmuilend de
Lange Jammer genoemd. Doch Lely
stad heeft twee scholen, een dorpshuis,
een hotelletje, en clubs, zoals de zang
vereniging „De Zeeschelp" en de to
neelclub „Isolement o".
Toch denken de eerstgekomenen met
zekere weemoed aan vroeger. Vroeger,
toen ook Lelystad nog midden in zee
lag. Toen iedereen iedereen kende, en
de dokter maar vast een schooltje be
gon in zijn wachtkamer, met vier
kinderen. Nu zijn er veel nieuwen bij
gekomen, terwijl anderen wegtrekken
want het duurt hun te lang.
Immers: Lelystad is Lelystad nog
niet. De kleine nederzetting aan de
Knardijk wordt straks afgebroken. Drie
kilometer verderop, in de polder,
wordt de eigenlijke stad gezet. De paar
honderd pioniers zullen opgaan in
vijftig- tot honderdduizend nieuwge-
komen stedelingen, die amper zullen
begrijpen waarom die toneelclub „Iso-
lemento" heet.
TEHERAN (Reuter) De Sjah van
Perzië heeft gisteravond beide huizen
van het parlement ontbonden. Dit be
sluit kwam volkomen onverwacht.
Enige uren eerder had de nieuwe Per
zische premier, dr. Ali Amini, de samen
stelling van zijn kabinet aan de Sjah
voorgelegd.
Premier Amini werd zaterdag tot op
volger benoemd van premier Emami,
die ontslag had genomen.
Advertentie
door generaal mr. H. J. Kruis
PRESIDENT KENNEDY heeft in zijn defensiebegroting veel meer
aandacht besteed aan de conventionele wapens dan gedurende
de laatste jaren van Eisenhowers regering het geval was. Daar
mee in overeenstemming heeft de president zich uitgelaten over
de betekenis van de conventionele bewapening voor de Navo, toen hij
op 10 april jl. in Washington de Militaire commissie toesprak. Hij zei
toen, dat de Navo in staat behoort te zijn elke conventionele aanval
met conventionele middelen te beantwoorden, krachtig en lang genoeg
om de aanvaller althans tot een pauze te dwingen. Kennedy verbond
er de toezegging aan, dat de Amerikaanse strijdkrachten in Europa
zouden blijven gehandhaafd en dat hun conventionele gevechtskracht
zou worden vergroot.
Vergrote Amerikaanse aandacht
voor de conventionele strijdkrachten
kan alleen maar worden toegejuicht.
Het is voor de Europese leden van de
Navo bovendien geruststellend te ver
nemen, dat de Amerikaanse strijd
krachten in Europa blijven en dat
hun conventionele bewapening zal wor
den versterkt. Daarmee is het vraag
stuk van Europa's veiligheid evenwel
nog lang niet opgelost. Er blijven ve
le vragen onbeantwoord.
Een daarvan is: zal de gevechts
kracht van de strijdkrachten bestemd
DEZE tamelijk onbekende oud-Nederlandse zegswijze is op
modern gebied meer van toepassing dan op het maken
van kleurendia's. Eigenlijk zijn onze dia's maar p..dingetjes
en dat voelen we eens te meer als we eens geconfronteerd zijn
met dia's van werkelijk groten op dit zo aparte gebied.
Zo simpelweg zeggen we: dat
kunnen we ook vooral als we dan
het praatje er bij gehoord hebben.
„De eenvoud zelve" denken we en
zéér terecht. Want kleurenfotogra
fie is eenvoudig al zou je dat
dikwijls zo aan de resultaten te be
oordelen zelf soms niet zeggen!
OVERAL
Rondom ons heen zijn kleuren in
overvloed; alleen, we krijgen nooit
de tijd er vertrouwd mee te raken
omdat ons oog nooit stilstaat. Want
wat is fotografie meer dan het in
een plat vlak onderbrengen van
een deel van ons gezichtsveld. En
nu gaat het speciaal om dat deel.
Wie kleuren wil fotograferen moet
leren delen te zien moet eigenlijk
teruggrijpen op wat we vroeger
hadden: de motiefzoeker. Eenvoudig
zelf te maken door in een stuk
karton een gat te knippen dat over
eenkomt met dat deel van het ge
zichtsveld dat de camera overziet.
Daartoe nemen we wel een zo in
different mogelijke kleur, b.v. grijs;
want anders beïnvloedt de kleur van
het karton de kleuren binnen het
kader.
Waarom dat al, zullen velen zich
afvragen. Eigenlijk is dat gauw ge
zegd: we zetten op een willekeurig
tafelkleed een tiental gekleurde
voorwerpen. Nu blijkt een van de
dingetjes bijzonder leuk te zijn. We
pakken de camera en maken een
opname alleen van dat ding. Sjonge,
Sjonge, wat valt die dia straks te
gen. Natuurlijk want de opname
laat ons alléén dat voorwerp zien
terwijl de kleur en de aardigheid
ervan mede bepaald werden door
alles wat er omheen stond. En dat
is er nu niet meer
ONGEVOELIG
Er staan natuurlijk onmiddellijk
mensen klaar die zeggen: en de
zoeker dan? Die geeft ons toch wel
uitsluitsel. Tot op zekere hoogte
natuurlijk wel. Maar we wéten te
veel. Als het mogelijk was ons al
léén aan het doorzichtzoekerbeeld
te houden dan was er niets aan de
hand. Maar de camera met film is
objectief. Totaal ongevoelig voor
menselijke indrukken als roman
tiek, onrust e.d. Want dat bruggetje
waarop we voor het eerst onze le-
vensgezel(lin) kusten is heus nog
hetzelfde gebleven. Toch zullen we
„toen" het bruggetje anders ge
zien hebben dan bijvoorbeeld vijf
tien jaar later. De foto toont u glas
hard dat er geen verandering was.
Die avondzon was „toen" hele-
maal niet zo goudgeel als u ze zag
het was gewoon de zon zoals die
ook nu nog ondergaat terwijl u
uw hulp je nog wat opdrachten
geeft of die brief nog even in de
dictafoon spuit. Niets romantisch
aan.
Fotograferen in kleur is elimine
ren verwijderen; de omgeving die
niet ter zake doet, de eigen gevoe
lens, die niet op de plaat komen; en
als we dat vastleggen dan moet de
prent goed zijn, althans moet ook
voor anderen zichtbaar zijn, wat de
essentie op het ogenblik van de op
name was.
EENVOUD
De verwijdering van niet ter za
ke doende voorwerpen zal als re
gel gemakkelijk genoeg zijn. De
consequentie is: eenvoud, ontdoen
van alle overtolligheden tot de
hoofdzaak overblijft. Daarom zijn
onze beste dia's die, waarop zo
weinig is afgebeeld en dat zijn
tegelijkertijd die waarbij wij geen
explicatie behoeven.
Kleur-fotografie lijkt eenvoudig,
is eenvoudig, mits we de juiste
geestelijke instelling kunnen vinden.
E. W. H.
Vier dorpen
Koolzaadvelden, kantine, bushal-
teVeel meer is er nog niet in
Dronten.
Naast de hoofdplaats, Lelystad, en
het secundaire centrum Dronten, krijgt
Oostelijk Flevoland vier dorpen. Eerst
zouden het er tien worden. Toen vier,
met nog twee „verzorgingspunten", Al-
bert en Burchtkamp, waar alleen het
allernodigste zou komen: kruideniers
winkel, postkantoortje, benzinepomp.
Ook die verzorgingspunten zijn ge
schrapt: van Abbert en Burchtkamp
zal alleen de naam hebben bestaan. Het
moderne platteland, met zijn snel ver
keer en gering aantal arbeiders, heeft
zo veel dorpen niet meer nodig. De
praktijk in de Noordoostpolder heeft
het bewezen: daar staan nu dorpen te
veel.
In het ontgonnen deel van Oostelijk
Flevoland is een eerste begin gemaakt
met de dorpen Biddinghuizen en Swif-
terbant. Dronten wordt het centrum
voor deze streek. Het is voorlopig be
raamd op vijfduizend inwoners. Het
krijgt acht sportvelden, een sport hal,
een tennispark, een ijsbaan, een zwem
bad en een bos. Maar nu heeft Dronten
nog niets.
Als los zand
Er staan wat arbeidersbarakken, wat
houten huisjes en woonwagens, en een
blinkende batterij graansilo's voor het
staatsboerenbedrijf. De mobiele tele
fooncentrale heeft zijn kabels uitge
spannen op palen. Er wonen vierhon
derd mensen: staatsboeren, bouwvak
kers, wegwerkers en hun gezinnen.
Schoolkinderen moeten 's morgens om
zeven uur met de bus naar Kampen.
Het eerste sportveld is nog onbespeel
baar. 's Avonds zijn er alleen het biljart
en de televisie in de naamloze kantine.
Clubs zijn er niet. De bevolking
hangt nog als los zand aan elkaar.
Dronten bestaat ook amper een half
Mevrouw Gé Groot en-
Sluiter is één van de twee
vrouwen op het dijkstuk 927-1,
midden in het IJsselmeer. Als
vrouw van een wegenbouwer is
ze het wonen op steeds weer
andere afgelegen plekken wel
gewoon.
„Ik vind de stilte hier heerlijk.
Ik luister veel naar de radio. De
kranten, tegen de tijd dat ze hier
aankomen, zijn oude koek. Veel
aanloop heb je hier natuurlijk niet.
Op Koninginnedag hebben mijn
man en ik met z'n tweeën optocht
gehouden!"
Aan haar radiogids heeft ze
weinig: als die arriveert, zijn van
de lopende week nog maar twee
dagen over.
StaatsboerA. N. Bastiaan
sen stamt van een boerderij bij
Breda. Nu zit hij in Oostelijk Fle
voland als akkerbouwer in rijks
dienst. Hij heeft er de leiding
over een stuk land van zeshonderd
hectare, een bedrijf van voor Ne
derland ongekende omvang. Het
uitzicht uit zijn huiskamer doet
aan Amerika of Canada denken:
één kaarsrechte, doodstille weg, en
verder naar alle kanten bouwland,
ononderbroken tot de horizon.
„Een samenleving, met vrienden
en kennissen, heb je hier helemaal
niet. Er is aileen het land, en een
handjevol collega's. M'n naaste buur
woont drie kilometer verder. Als
mijn vrouw wil gaan winkelen,
moet ze met de auto naar Elburg.
We vinden het allebei heerlijk
hier, en ik hoop hier een eigen be
drijf te krijgen."
De heer Bastiaansen heeft de ge
boorte van zijn zoontje moeten aan
geven in Emmeloord: heen en te
rug 120 kilometer rijden. Maar de
postbode brengt hem zijn salaris
aan huis, en haalt de brieven
af, want er is nergens een brieven
bus.
Kapitein J. Haitema is ge
zagvoerder van het directievaar
tuig van de Dienst Zuiderzeewer
ken. Hij woont in Lelystad, en uit
zich ietwat mopperend over zijn
woonplaats.
„Je hebt er gratis licht overdag,
en dat is tenminste beter dan in de
stad, waar je zó op en in elkaar zit,
dat je de lamp moet opsteken.
Maar verder? Je kunt er gaan
wandelen in het riet; oppassen dat
je niet in het moeras zakt. Zondags
is er vrijwel geen busverbinding
met Harderwijk. Mij kan dat niet
schelen: ik heb altijd werk zat aan
mijn boot. Hier op het water heb
je geen tijd voor de wereldproble
men; ik luister amper naar de
radio. Vroeger lag Lelystad naast
een soort woestijn, en werd je er
dol van het stuifzand. Nu begint er
aardig wat groen te komen."
Niet dat dat hem allemaal zo
veel kan schelen: binnenkort wordt
hij toch overgeplaatst naar Muiden.
voor de rechtstreekse bescherming
van Europa nu alleen door middel van
conventionele wapens moeten worden
verkregen of zullen ook tactische
atoomwapens worden of liever blij
ven ingedeeld? Hoewel de Atlan
tische raad zich reeds jaren geleden
voor de indeling en het gebruik van
laatstgenoemde wapens heeft uitge
sproken, ligt het in de verwachting,
dat dit punt opnieuw zal worden be
zien, wellicht reeds in de binnenkort
te Oslo te houden vergadering ter
sprake zal komen.
KLOK TERUG
Uitbannen van tactische atoomwa
pens zou betekenen dat de klok werd
teruggezet naar 1952, toen in Lissabon
een bewapeningsprogramma voor con
ventionele strijdkrachten werd aan
vaard, dat voldoen moest aan de eis
dat lang genoeg tegenstand kon wor
den geboden aan de conventionele over
macht van de Russische strijdkrach
ten. Een man als professor Henry Kis
singer, wiens invloed in Amerika ze
ker is toegenomen, zal zeer vermoede
lijk een dergelijke terugkeer tot Lissa
bon voorstaan. Ongetwijfeld verhoogt
het in belangrijke mate de veiligheid
als aan een conventionele agressie zo
lang mogelijk het hoofd wordt gebo
den zonder dat de drang bestaat als
eerste atoomwapens te gaan hanteren
en daarmee uitzonderlijke risico's te
lopen.
Het grote praktische bezwaar tegen
deze oplossing is echter, dat de daar
voor nodige parate macht aan perso
neel en materieel zo groot zou moe
ten zijn, dat het uitgesloten moet wor
den geacht, dat de Europese leden van
de Navo in staat en bereid zouden
zijn hun bijdragen tot die macht in
voldoende mate op te voeren. Daar
over behoeft men zich geen illusies
te maken en daardoor is een oplos
sing, die van tactische kernwapens
afziet, eenvoudig buiten kwestie.
Een geheel ander punt is echter,
dat de Navo in elk geval moet trach
ten een conventionele agressie zo lang
mogelijk met conventionele wapens te
gen te houden en gelegenheid moet
verkrijgen het inzetten van de tacti
sche atoomwapens zo lang mogelijk
uit te stellen. Dan wordt het gevaar
van het uitlokken van een kernwapen-
oorlog tot een minimum teruggebracht
en wordt tevens de afschrikwekkende
werking, zowel van de conventionele
strijdkrachten als van de tactische
kernwapens, zo groot mogelijk.
Om deze meest gewenste oplossing
te verkrijgen, zullen de Europese le
den van de Navo de tegenwoordige
sterkte van de conventionele strijd
krachten moeten opvoeren en zullen
zij tevens een organisatievorm moe
ten kiezen, die de tactische kernwa
pens een zodanige plaats geeft, dat
een later inzetten inderdaad mogelijk
is.
Hoe men dit vraagstuk nu ook be
ziet, de conclusie zal steeds zijn, dat
de kracht van de middelen van de
Navo en dus van de bijdragen daar
aan van de leden van de Navo moet
worden vergroot. De Navo zal zich
daarvoor grotere offers moeten ge
troosten dan tot heden het geval was.
Om echter het noodzakelijk rendement
van die offers te verkrijgen zal men
op korte termijn andere wegen moe
ten zoeken en ook bewandelen om de
gezamenlijke strijdkrachten op te bou
wen.
WEINIG
Sedert het bestaan van de Navo is
men wel een heel eind gevorderd met
de gezamenlijke strategie met betrek
king tot het gebruik van de middelen
maar van een gezamenlijke opbouw
is nog maar heel weinig terecht ge
komen. Noch op het gebied van de
standaardisatie der bewapening, noch
op dat van de gezamenlijke produk-
tie zijn grote resultaten bereikt. Wat
bereikt is, was slechts incidenteel.
Het is eigenlijk beschamend, dat de
Europese landen van het Westen, die
zich in het algemeen kunnen verheu
gen in een hoge welvaart en welker
gezamenlijk produktievermogen en
grondstoffenbezit, zowel in vergelij
king met Amerika als met de
Sowjetunie, bepaald zeer groot zijn, zo
weinig weten te presteren wanneer het
om het behoud van hun gezamenlijke
hoogste goed, de vrijheid, gaat.
De Navo en de leden van de Navo
zullen tot veel grotere en veel meer
intense samenwerking moeten komen.
Zij zullen zich vooral moeten wijden
aan de gezamenlijke strategie der mid
delen, vooral in de zin van keuze en
opbouw dier middelen. Juist waar het
er hier om gaat om door de indruk
wekkendheid van de middelen een oor
log te voorkomen, is deze strategie zo
bijzonder belangrijk.
Een grote taak ligt hier voor de
nieuwe secretaris-generaal van de
Navo, mr. Stikker.
DEN HAAG. Het staatkundig-
gereformeerde Tweede-Kamerlid
Kodde heeft minister Korthals ge
vraagd ae Deltawerken op zondag
stil te doen leggen.
Bovendien zou hij graag zien dat in
de bestekken voor de werken tot dich
ting van de zeearmen een bepaling
wordt geschrapt, die aannemers ertoe
kan nopen op zondagen te werken.
Sommige aannemers, aldus "de heer
Kodde, weigeren nu uit eerbied voor
Gods naam naar het uitvoeren van de
ze werken mee te dingen. De heer
Kodde vindt ook, dat door plaatsing op
zondag van een der caissons in het
Veerse Gat die dag is ontheiligd.
Advertentie
IN NEDERLAND GEBOTTELD MET LICENTIE VAN
PEPSI-COLA COMPANY. NEW YORK
UTRECHT (ANP). - Van de
5.285 miljoen kippeëieren die in 1960
in ons land werden gelegd, gingen er
3.302 miljoen naar het buitenland,
dat is meer dan 60 pet. Dit komt er
op neer, dat iedere dag negen mil
joen eieren worden geëxporteerd. De
gemiddelde Nederlander at in 1960
twee eieren minder dan in 1959, na
melijk 199, dat is iets meer dan één
ei per twee dagen.
Dit blijkt uit het jaarverslag van het
produktschap voor pluimvee en eieren
dat vandaag op de openbare vergade
ring van dit produktschap te Utrecht
behandeld zal worden. West-Duitsland
was in 1960, aldus het verslag, met niet
minder dan 85,5 pet. de grootste afne
mer van consumptie-eieren van ons
land. De export naar Italië daalde van
7,1 tot 4,1 pet., vooral door de opkomst
van Israël als exporteur van pluimvee-
produkten. Israël heeft zich namelijk
met behulp van exportsubsidies een
niet onbelangrijke plaats op de Europe
se markt veroverd. Ook de concurren
tie van de Oosteuropese landen in Ita
lië treft Nederland gevoelig.
De gehele exportwaarde van de Neder
landse land- en tuinbouw bedroeg in
1960 3.859 miljoen; het aandeel van de
pluimveesector was ƒ605 miljoen, bij
een bruto-produktiewaarde van alle Ne
derlandse pluimveeprodukten van 882
miljoen.
Het jaarverslag van het produktschap
klaagt er over, dat de consumptie in
riachtkippen en -kuikens
vergeleken bij andere landen nog zeer
gering is. Ook de export van slacht-
gevogelte gaat het niet voor de wind
Sr31* de. Amerikaanse concurrentie in
West-Duitsland en Zwitserland met
sprongen is gestegen. Al het Amerikaan
se gevogelte wordt panklaar gemaakt
terwijl het Nederlandse nog maar voor
een gering percentage panklaar wordt
geëxporteerd. Het verslag noemt hef
uiterst bedenkelij'k, dat Nederland ten
deze een achterstand heeft en ook wat
de prijzen aangaat niet tegen de Ame
rikanen en ook niet tegen de Denen
kan concurreren. ^eiien