NIEUW-GUINEA IS
EEN ANTI-KOLONIE
JOHN STANLEY RICE
LEERT NEDERLANDS
nieuw,
in rood pak
het beste AA ev
ooit «»s
pak great is
Vraagt U naar het geheel nieuwe wasmiddel
in rood pak
Grootse taptoe
in stadion
Opdrachten metaalindustrie
voor speurwerk dalen
Verkeer kan niet meer
met de wet overweg
nog korie tijd
ZEEUWSCH DAGBLAD
Alles Is metterdaad ingesteld op
belang en ontwikkeling Papoea
Overdragen
Delicaat
Nieuwe ambassadeur van Y.S.
Te grabbel
Zakelijk
Amerikaans gezin
levend verbrand
Gemakkelijker en
beter hebt U nog
nooit gewassen!
ter kennismaking:
bij aankoop van 2
PROFESSOR MOET
ZELF TELKENS IN
BOEKJE KIJKEN
Adriaan Büchner
paard niet meer
inspannen
Menselijke factor
Lomlense vrachtenmarkt
TE KOOP
TEXTIELZAAK
Machinefabriek Hoek
Positie Amerikaanse
betalingsbalans
sterk verbeterd
Donderdag 4 mei 1961
Pag. -t
door H. J. van den AKKER
JJOLLANDIA Wil men trachten aan te geven in welke mate zich in Nederlands Nieuw-
Guinea koloniale tendensen voordoen, dan kan dat moeilijk anders dan met de invoering
van een nieuw hegrip. Westelijk Nieuw-Guinea, zo zou men het best kunnen zeggen, is een „anti
kolonie".
Hoe oprecht de verzekeringen van
de regering over het leiden van de
Papoea's naar zelfbeschikking de
laatste tijd ook hebben geklonken,
velen zullen zich toch heimelijk zijn
blijven afvragen: „Goed, goed, maar
zou het daar niet nog, al was het
maar een klein beetje, een kolonie
zyn?"
Ik moet bekennen dat ik niet vrij
was van dezelfde scepsis toen ik op
reis ging. Nu, na kritische observa
tie, kan ik naar geweten zeggen:
Nederlands Nieuw-Guinea is geen
kolonie. Ook niet voor een klein
pietsje!
Dat is voor mij eigenlijk de grootste
openbaring van deze reis geweest. Ver
raster nog waren reisgenoten, die het
land vijf jaar geleden hadden bezocht.
Zij stonden met open mond over .de
verandering, die 'zich daar in die tijd
in sfeer en mentaliteit had voltrokken.
Alles blijkt metterdaad te zijn inge-
iteld op het belang en de ontwikkeling
van de Papoea. „Het is hier eigenlijk
wel een wat vreemde toestand", zei
een hoge bestuursambtenaar. „Wij zijn
naarstig bezig onszelf overbodig te
maken".
Dat geldt ook sterk bij het overi
gens in slechts zeer beperkte omvang
aanwezige bedrijfsleven. Bij het wer-
ven van personeel is een belangrijk
punt van overweging of de gegadigde
in staat en bereid zal zijn zijn kennis
óver te dragen op Papoese werk
nemers.
Ach neen, hooggestemde rozengeur
en maneschijn is het allemaal niet. In
de kleine gemeenschap die Hollandia
is, wordt veel en met oud-vaderlands
elan kritiek geoefend op anderen, op
alles waar men zo in werk en leven
mee te maken heeft. Ik heb horen
mopperen over autocratische neigingen
in sommige hogere lagen van het gou
vernement. Ik heb ook gehoord van
Papoese klachten over bedilzucht van
de overheid, over baboeisme van zen
ding en missie.
De buitenstaander moet bij het aan
horen daarvan wel eens denken aan de
muis en de berg. Maar toegegeven, de
verhoudingen zijn delicaat. Het Neder
landse gezag dat tot nu toe handelde
naar eigen inzicht, krijgt in toenemen
de mate te maken met vaak nog
onvoldragen wensen en verlangens
van de Papoea's. De beheerste aanpas
sing, die dat van beide zijdeft vraagt,
is niet terstond aangeleerd.
Mogen als resultaat daarvan aan
sommige persoonlijke betrekkingen wel
eens scherpe kantjes zitten, mogen Ne
derlandse en Papoese inzichten elkaar
niet altijd dekken, de grote lijn die
thans in Nederlands Nieuw-Guinea
wordt getrokken is zuiver. De stelling,
dat de Nederlander in Nieuw-Gumea
gegrepen is door het goede werk dat
hij daar kan verrichten, is geen over
dreven generalisering. Hij is er daarbij
van doordrongen dat de tijd, die hij
daarvoor nodig heeft, door factoren
van buiten beperkt is.
Overal in Nieuw-Guinea hoort men
onder de Nederlanders een tijdperk
van drie jaar noemen: te kort voor het
vele werk dat nog is te doen. Hadden
we nog tien jaar, ja, dan zouden we
een eind op streek zijn, zo wordt ge
zegd. En meteen worden daar verwij
ten aan vastgeknoopt aan het adres van
het Nederlandse thuisfront.
„Als wij horen wat in parlement en
pers wordt gezegd, dan krijgen wij de
indruk dat Nederland zo snel mogelijk
eervol, of nog net zonder de eer te
grabbel te gooien, van Nieuw-Gumea
af wil", zo zei een bestuursambtenaar
wat verontwaardigd. „Dat werkt voor
ons soms erg deprimerend en wat
krijgt het buitenland daar voor indruk
van?"
„Zou de thans in Nieuw:Guinea heer
sende stemming van: „Wij kunnen hier
helpen, maar wij moeten het snel doen,
want voor ons zal het in een jaar of
drie wel zijn afgelopen," ook zijn ge
groeid zonder druk van buiten? heb
ik hem gevraagd.
„Ach", zei hij peinzend, „misschien
ook niet."
Het is juist deze a-koloniale stem
ming, die voor de Papoea wel aantrek
kelijk is. Zij is de grote concurrent
voor eventuele Indonesische invloed.
Of die invloed bestaat en hoe sterk
zij is? Ik weet het niet! Ik heb getracht
daar een idee van te krijgen en het is
me niet gelukt.
Gelooft men de bestuursambtenaren
dan is de sympathie voor Indonesië te
verwaarlozen. „Vooraanstaande Pa
poea's" bevestigen dat, maar welke
waarde heeft zulk een bevestiging, als
er maar weinig voor nodig is om in
Hollandia de kwalijke naam te krijgen
„rood-wit" (de kleuren van de Indo
nesische vlag) te zijn?
De enkele Nederlander, die geregeld
sociaal contact heeft met het gewone
volk, zei me dat de Indonesische in
vloed met name bij jongeren wel
degelijk sterk is. Men hoort het aan
uitdrukkingen, die zij tijdens het spe]
bezigen en aan liedjes, die zij alleen
kunnen hebben opgepikt van radio
Ambon of radio Makassar, die in
Nieuw-Guinea goed kunnen worden
ontvangen.
„De jongeren horen die uitzendingen
omdat hun ouders er naar luisteren",
dacht deze Nederlander. „Maar let
wel", voegde hij daar aan toe, „ik kan
alleen maar spreken voor mijn eigen
beperkte omgeving.
Tien kilometer hier vandaan ligt de
zaak misschien heel anders".
Overigens leek hem de belangstel
ling, die hij voor Indonesië geconsta
teerd had, niet zo zeer van politieke
aard als wel geënt op de romantische
aantrekkingskracht van een vrij land
waar bijvoorbeeld getuige de Indo
nesische films, die wel in Nieuw-Gui
nea worden gedraaid officieren in
fraaie uniformen met mooie vrouwen
rondrijden in glanzende auto's.
Meer tot oordelen bevoegde Papoea's
beseffen evenwel dat als hun land
onder Indonesisch gezag zou komen,
de ontwikkeling van westelijk Nieuw-
Guinea abrupt tot staan zou komen.
Men kent voldoende de geschiedenis
van de Indonesische buitengewesten
om zich op dit punt geen enkele illusie
te maken.
De Papoea is geen dromer. Hij is van
aard een zeer zakelijk man: individua
listisch en materialistisch ingesteld.
Zou Djakarta met zijn geleide demo
cratie hem toestaan zijn eigen zaken
te regelen? Zou Djakarta in staat zijn
evenals Nederland per jaar honderd
miljoen gulden in koopkracht te
vergelijken met zeker vijf miljard
roepiah aan zijn land te besteden?
Of overwegingen van persoonlijk po
litiek gewin deze zakelijke vragen wel
licht nog eens ter zijde zullen schuiven
is niet te voorspellen. Ervaringen met
politiek denkende Papoea's zijn er nog
nauwelijks.
Van onze Haagse redactie
DEN HAAG John Stanley Rice (62),
de nieuwe Amerikaanse ambassadeur in
Nederland heeft zich gistermiddag tijdens
zijn eerste contact met de Nederlandse
publiciteit doen kennen als een kalm en
diplomatiek man, die allervriendelijkst
lastige vragen ontweek. Dat had zijn
reden pas zaterdagmorgen zal hij op
Huis ten Bosch zijn geloofsbrieven
aan de Koningin aanbieden en tot zolang
heeft hij geen officiële status.
Op vragen omtrent kwesties als Nieuw-
Guinea en de luchtvaartrechten voor de
K.L.M. wilde hij daarom geen antwoord
geven.
Eergisteren is hij in Le Havre aange
komen met de boot die ook de nieuwe
Amerikaanse' ambassadeur in Brussel,
MacArthur naar Europa bracht.
De heer Rice zei erg gelukkig te zijn
met zijn benoeming tot ambassadeur in
een land waarmee het zijne al zo lang
nauwe en vriendschappelijke relaties on
derhoudt. Hij hoopte bij te kunnen dragen
tot een nog betere verhouding tussen de
Verenigde Staten en Nederland.
Toerist
Als toerist heeft hij eenmaal ons land
bezocht en na zijn benoeming tot ambas
sadeur heeft hij zich gehaast zoveel moge
lijk over ons land te weten te komen.
Hij heeft zich geworpen op de Neder
landse taal, heeft het eerste concert van
Van een onzer verslaggevers
ROTTERDAM. Gedachtig aan
het grote succes van twee jaar gele
den willen wij ook dit jaar een groot
se taptoe geven in het Feijenoord-
Stadion. Een groot gedeelte van de
netto-opbrengst zal bestemd zijn voor
het Koningin Wilhelmina-fonds en de
rest voor andere liefdadige instellin
gen. Vanzelfsprekend wordt voor dit
festijn het stadion belangeloos be
schikbaar gesteld, zo deelde de di
recteur, de heer B. van Krimpen
mee.
Het belooft wederom iets geweldigs
te worden, die taptoe in het stadion
op woensdagavond 17 mei. Twee do
zijn belichters zullen die avond van ne
gen uur tot half elf hun lichtbundels
richten op 475 militaire muzikanten in
vol ornaat die al musicerend vrijwel
onafgebroken in beweging zullen zijn.
Machtige finale
Medewerking is toegezegd door de
Marinierskapel van de Koninklijke Ma
rine, de Koninklijke Militaire Kapel, de
kapel van de Koninklijke Luchtmacht,
het trompetterskorps van de Cavalerie,
het fanfare-korps van de Genie. de
tamboers en pijpers van de Mariniers,
het jachthoornkorps van het regiment
Jagers, het tamboerkorps van de Ko
ninklijke Luchtmacht, het tamboerkorps
van de garde Grenadiers en een excer-
citiepeloton van de Grenadiers.
Er staan tien nummers op het pro
gramma en een machtige finale waar
aan alle deelnemers zullen medewer
ken.
Met de organisatie van deze taptoe
is majoor N. J. van Dongen belast; de
muzika al-technische leiding is toever
trouwd aan majoor Rocus van Yperen.
het Concertgebouworkest in Amerika bij
gewoond („Ik was enthousiast"), maakte
kennis met prins Bernhard, minister
Luns, minister Visser en .onze ambassa
deur in de Verenigde Staten dr. Van
Royen („een van de beste ambassadeurs
in Washington").
De heer en mevrouw Rice hebben een
dochter, Ellen, die in Gettysburg stu
deert en deze zomer naar Nederland komt
om hier haar studie te vervolgen.
Van onze correspondent
BONN. -- Bij een verkeersongeluk
aan de rand van de stad Hanau is
gisternacht een 24-jarige Amerikaanse
sergeant met zijn vrouw en twee kin
deren verbrand. Het ongeluk ontstond,
doordat de auto van de sergeant bij ëen
kruising recht tegen een vrachtauto
opreed en in brand vloog. De brand
kon pas worden geblust toen de inzit
tenden reeds waren overleden.
Volgens buren wilde de sergeant een
laatste rit maken met zijn oude auto,
daar hij daags daarop een nieuwe
sportauto verwachtte.
Al Uw wensen zijn vervuld:
de witte was - witter kan niet
de bonte was - helder en fris
de fijne was-- luchtig en racht
En alles zo gemakkelijk
zonder apart inweken
zonder lang koken
zonder warm spoelen
De 3 belangrijkste voorde-,
len van Persil-ïdeaal:
automatische inweekwerking-
vooraf weken overbodig
nieuwe wonderbaarlijke waskracht
7 emmers sop in plaats van 6 uit
een dubbelgroot pak, per groot pak
een halve emmer sop meer
PROF. IR. L. TROOSTVOORZITTER T.N.O.:
UTRECHT. Prof. mr. A. D. Belinfante, die zich al drie jaar bezighoudt
met herziening van het verkeersreglement, heeft gisteren daarover iets
verteld op de zesde politieleergang van de A.N.W.B. en de Verkeerspolitie-
commissie.
John Stanley Rice
Van onze correspondent
(52)
ALMKERK. Adriaan Büchner
de laatste bode met paardetractie uit het
Land van Heusden en Altena, heeft gis
teren zijn paard niet meer hoeven inspan
nen. Dinsdagmiddag was de grote pont
van Gorkum naar Sleeuwijk uit de vaart
genomena Nu vaart daar een driftig
bootje de Merwede over, dat te klein is
voor paard en wagen.
Zjjn verzoek aan Rijkswaterstaat om
over de Merwedebrug te mogen is bo
vendien niet ingewilligd.
Er zat niets anders op dan de dienst,
die hij sinds tien jaar onderhoudt tussen
Almkérk en Gorkum over te dragen aan
een collega met een auto. Zoals wij op
19 april in de rubriek Persoonlijk meld
den kan hij zelf geen auto kopen. Dat
zou niet lonend zijn
Zonder er zelf veel vertrouwen in te
hebben wil de heer Büchner zich wen
den tot de gemeente Gorkum en Rijks
waterstaat. Die instanties moeten hem
een schadevergoeding geven, vindt hij.
De gemeente omdat zij de pont heeft
vervangen; Rijkswaterstaat omdat hij
hem de toegang tot de brug verbood.
Hij betoogde dat het niet verant
woord is, dat de wetgever de verant
woordelijkheid afschuift op de wegge
bruiker zoals thans maar al te vaa-k
gebeurt. De verkeerswet, die gemeen
goed' is en waar praktisch iedereen da
gelijks mee te maken heeft, moet in
begrijpelijke taal kort en bondig de za
ken formuleren. Daarbij moet worden
uitgegaan van de dagelijkse situatie.
Nu is de verkeerswetgeving te zeer
afgestemd op het strafrecht, de ver
volgingsinstanties en de juristen. De
weggebruiker komt er meestal niet uit
als hij de uitvoerige juridisch gefor
muleerde wetsartikelen en bepalingen
leest.
VAAG
Prof. Belinfante verneelde niet, dat
hij zelf nog telkens in het boekje moet
kijken om precies na te gaan wat er
bijvoorbeeld in artikel 25 staat. Dit ar
tikel over de vrijheid en veiligheid op
de weg is zo uitvoerig, dat het bijzon
der vaag is geworden. Toch wordt dit
artikel het meest gehanteerd, juist in
gevallen die niet onder andere artike
len te vangen zijn. Vandaar dat het
ook het kapstokartikel wordt genoemd.
De wetgever zal deze kapstok moeten
opruimen. Het artikel moet gesplitst
worden in een aantal korte artikelen,
die de weggebruiker zijn plichten in
prenten. De gedragsregels moeten bij
de realiteit worden aangepast. Het is
absurd, dat bij het file-verkeer en het
gedrag op kruispunten de wet dage
lijks op duizendvoudige wijze wordt
overtreden- niet omdat de weggebrui
kers het verkeerd doen, maar omdat de
wet op dat punt te kort schiet.
Het verkeer is een eenheid, al zijn
er verschillende categorieën van weg
gebruikers. De regels moeten meer op
het samenspel in het verkeer worden
ingesteld. In het reglement moeten zo
min mogelijk bepalingen komen voor
iedere groep afzonderlijk.
Onwerkelijk is ook. dat voor gevaar
lijke plaatsen blauwe waarschuwings
borden staan met het advies niet har
der dan dertig of veertig kilometer
per uur te rijden. Als de situatie daar
zo is, dat sneller rijden onverantwoord
is, mag het niet aan het inzicht van de
weggebruiker worden overgelaten zijn
snelheid te regelen.
Er zouden dus borden moeten komen
die een aflopende snelheid aangeven
van bijvoorbeeld zeventig, vijftig, veer
tig en dertig kilometer per uur. De
plaatsing van die borden, ook in de
bebouwde kommen waarin toch altijd
interlokale wegen liggen, behoort niet
te worden overgelaten aan het inzicht
van gemeentelijke of provinciale in
stanties.
Het gevolg van de huidige praktijk is
overal te zien. Bijna nergens is voor
gelijke situaties een uniforme regeling.
Neem de verkeerspleinen en de maxi
mumsnelheid binnen de bebouwde
kommen. Er zou een bij de wet inge
stelde adviescommissie moeten komen,
die door de ministers wordt gehoord,
waarna de minister voor het gehele
land een uniforme regeling kan vast
stellen.
Bii de voorbereiding van het nieuwe
wegenverkeersreglement is daarin al
voorzien. Ook is, na overleg met ver
tegenwoordigers van acht Europese
landen, het nieuwe reglement afgestemd
op internationale afspraken.
Zo alleen kan er eenheid komen en
kunnen de gedragsregels een afspiege
ling zijn van de toestand in het ver
keer. Nu leeft men nog in twee werel
den, de wereld van de weg en de we
reld van de wet.
Naar eenheid in het beleid van de
politie wordt ook naarstig gestreefd,
zei commissaris K. J. Muller, chef van
de Rotterdamse verkeerspolitie, tevens
voorzitter van de Verkeerspolitiecom-
missie. De heer Müller verwacht dat
binnenkort een coördinatie zal worden
bereikt in de Centrale politieverkeers-
commissie.
De snelle ontwikkeling van het ver
keer moet worden bijgehouden. Thans
is het zo, aldus commissaris Müller,
dat de kans op bestraffing van een ver
keersovertreding steeds geringer
wordt. In sommige korpsen van de po
litie is het al zover, dat men wel pro-
cessen-verbaal zöu willen opmaken,
maar dat men er door gebrek aan man
kracht en geschoolde mensen eenvou
dig niet meer toe komt.
Van een onzer verslaggevers
DELFT. Met alle respect voor de
prestaties van de Nederlandse metaal
industrie in de afgelopen tien jaar, moet
het mij van het hart dat de mate
waarin deze bedrijfstak van de diensten
van het wetenschappelijk onderzoek ge
bruik maakt, tot enige bezorgdheid
stemt.
Met deze woorden beantwoordde giste
ren prof. ir. L. Troost, voorzitter van de
Nijverheidsorganisatie T.N.O., een pas
sage in de jaarrede van de voorzitter
van de Vereniging van Metaal-industrie-
en ir. W. van Osselen, uitgesproken in
de gisteren in Delft gehouden jaarver
gadering.
Men kan dit het beste constateren aan
de hand van de omzetten van de institu
ten van T.N.O. Zo is het aantal opdrach
ten aan het instituut voor werktuigkun
dige constructies, afkomstig van andere
bedrijfstakken, de laatste jaren sterk
gestegen, het aantal opdrachten uit de
metaalindustrie is over dezelfde periode
daarentegen gedaald, aldus prof. Troost.
Hij merkte daarbij op dat wij niet de
kans mogen lopen op den duur achter
te geraken bij de hoog ontwikkelde in
dustrielanden, waar men de kosten van
speurwerk als een normaal onderdeel
van het bedrijfsbudget beschouwt.
In zijn jaarrede had ir. Van Osselen
o.m. gezegd dat de industriëlen van de
metaalindustrie de grondslag van hun
expansie zouden moeten herzien en ver
stevigen. Succes op lange termijn zou,
volgens hem, uitblijven als men zou
gaan uitbreiden met dezelfde instelling
en fysieke middelen als die welke in de
afgelopen tien jaar zoveel vruchten heb
ben afgeworpen. Daarin is de waarde
van de omzet met 220 pet. gestegen, de
arbeidsbezetting met vijftig pet.
In de constellatie van afzet- en arbeids
markt bespeurde hij ingrijpende wijzi
gingen van blijvende aard, waarbij de
ondernemers zich zouden moeten aan
passen. In de eerste plaats zouden zij
veel meer aandacht moeten schenken
aavV menselij|ke factor in de bedrijven
Voorts moet de ondernemer zich iii
het licht van de veranderingen op de
Afzetmarkt afvragen of de omvang en
kapitaal'basis van zijn bedrijf nog wel
toereikend zijn. Men moet nagaan hoe
in combinatie met anderen de produktie
wat inrichting en aard aangaat, kan
worden afgestemd op de structuur van
de 'bedrijfstak, aldus ir. Van Osselen.
LONDEN (Reuter) De stemming op de
Londense vrachtenmarkt was vast. Er wer
den o.a. gedaan suiker van Cuba naar
Shanghai of de Chinese kust ten zuiden
daarvan tegen het aanzienlijk hogere tarief
van 120 sh. per ton vrij in en uit, juni
tarwe van de Noordpacifickust van Noord-
Amenka naar Japan tegen 6,75 vrij lossen,
juli, en 6,85 vrij lossen, mei/juni, rijst in
zakken van Alexandrië naar Bombay tegen
53/6 vrij in en uit, mei, en fosfaat van Tam-
pa naar Japan tegen li vrij in en uit, mei.
in centrum Middelburg - Pand billijk te huur.
Overname inventaris en goederenvoorraad vereist.
Brieven onder nummer A 5899 Bureau Zeeuws Dag
blad Middelburg.
SOKIEDAM. De brutowinst van
W. A. Hoek's Machine- en Zuurstoffa-
'briek is in 1960 gestegen van 2,5 tot
3 miljoen. De liquiditeit is iets ge
daald. Voorgesteld wordt een dividend
van 17 waarvan 12Vz in aandelen.
Over 1959 werd 16 uitgekeerd waar
van 10 in aandelen. Door de nieuwe
uitkering zal het geplaatste kapitaal stij
gen tot f 2.475.000, af te ronden tot
2.500.000.
De machinefabriek is volledig bezet
geweest. De orderportefeuille is verö'er
toegenomen. De prijzen van scheepscom-
pressoren zijn nog altijd winstgevend.
Aan de verbetering van de uitrusting
wordt krachtig gewerkt.
In de gasfabrieken steeg de produktie
met twaalf procent. Besloten is een
elfde produktieplaats in te richten en
wel in Gouda. In het bed'rijf in Utrecht
is het personeelsprobleem een nog gro
tere zorg dan in de machinefabriek.
Zelfs wordt hinder ondervonden van
werving van Duitse zijde.
De maatschappij Oxygenium had een
gunstig jaar.
NEW YORK (Reuter) De Ameri
kaanse minister van financiën Dillon
heeft tijdens een bijeenkomst van de
Internationale kamer van koophandel
verklaard, dat er in het eerste kwartaal
een aanzienlijke verbetering was inge
treden in de positie van de Amerikaanse
betalingsbalans. Het Amerikaanse export
overschot blijft op een hoog peil.
Het verlies aan goud en dollars is in
hei eerste kwartaal bescheiden geweest.
Het vraagstuk ten aanzien van het be
reiken en handhaven van een redelijk
evenwicht op de betalingsbalans is even
wel nog niet opgelost.
De Cultuur Maatschappij Ngombezi
produceerde in de eerste vier maanden
op haar in Oost-Afrika gelegen ond«r»'-4»v
nemingen 1.627 (v.j. 1.538) ton sisal.