HAAT BARST LOS
NA AFSCHUWELIJKE
GETUIGENISSEN
Eichmanns verdediger
zweeg
voor
overlevenden
van
Je 1
bel
van 1
Po
len,
mevrouw Meir
huilde,
een stem gil
de: E
iloedl
lond
1 1
KAPPIE EN DE DIEPZEEDUIKERS I
Dinsdag 2 mei 1961
ZEEUWSCH DAGBLAD
Pag. 2
Domper weg
Dood ontsnapt
Verrader
Geen vragen
Ook de Duitse tv
kwam kijken
radio 1
I televisie
wereldreis
weddenschap
msi,ii
Wedvlucht Rode Doffer
Raad Kloetiitge bijeen
Van onze rechtbankverslaggever
JERUZALEM Het was gisteren de
tot nu toe verschrikkelijkste dag in het
prokes-Eichmann. Stap voor stap, aan de
hand van sobere verklaringen van ge
tuigen in levenden lijve, iverd het lot van
de Poolse joden voor de rechters ont
vouwd.
De ontroering na de ochtendzitting ivas
zo groot, dat de openbare aanklager,
Gideon Hausner, het hof voorstelde
's middags eerst maar documenten te be
handelen, in plaats van een volgende ge
tuige te horen. Aldus werd besloten.
's Ochtends was er ook het eerste echte
incident van het proces. Midden onder het
relaas van een van de overlevenden van
een massaslachting gilde een stem van het
balkon naar de kooi met de onbewegelijke
Eichmann: „Bloedhond, bloed
hond, bloedhond, maak hem af,
maak hem af".
Er scheen geen eind aan deze felle
aanklacht te komen. Iedereen zat dood
stil, ook de rechters. President Mosje
Landau wachtte met neergeslagen ogen
tot de politie de man, een vroegere
Pool, uit de zaal had weggeleid. Dat
geschiedde met zachte drang.
Geen mens onderging het roepen als
iets wat eigenlijk niet in de rechtzaal
thuishoorde. Deze vertwijfelde eenling
was, hoe zeer dit ook in strijd met alle
regels van rechtsgedingen moge klin
ken, de tolk van een ieder. Zijn stem
geluid nam iets weg van de afschuwe
lijke spanning die allen gevangen hield.
Mevrouw Golda Meir, de minister van
buitenlandse zaken die in de zaal zat,
huilde.
IN de afgelopen weken zijn er mensen
geweest die zich hebben afgevraagd:
Waar blijft mijn haat, mijn medeleven,
mijn gevoel? Die vraag was redelijk.
Het overstelpende juridische materiaal
werkte inderdaad als een domper op
de gevoelens, die een uitweg zochten.
Gisteren werd de domper weggenomen.
AI de verschrikkingen van de dag
culmineerden in de verklaring van
één man, de Amerikaan Welliczker, die
als jongeman de hel van Polen had
meegemaakt. Hij was zestien jaar, toen
in 1939 de Duitsers het land binnenvie
len.
„De eerste dag al meteen begonnen
ze in mijn stad Lwow alle mannen op
te halen. Mijn vader en ik moesten ook
mee. We werden naar een binnenplaats
gebracht, waar zo'n duizend anderen al
verzameld waren.
Eerst riepen ze een groep mannen
een voor een in een kamer. Dan hoor
den we na korte tijd een vreselijke gil.
Even later kwam er een SS-er naar
buiten om de volgende binnen te roe
pen. Hij had een wit schort voor, dat
overdekt was met bloed. Iedereen
dacht dat we binnen geslacht zouden
worden.
Later bleek dat het alleen maar
eendenbloed was. Na deze geestelijke
wreedheid lieten ze ons drie dagen en
drie nachten met onze gezichten in het
zand van de binnenplaats liggen,
's Nachts moesten sommigen hard rond
lopen. Als ze vielen werden ze gesla
gen. De eerste ochtend zag ik ze liggen,
hun hersenen uit hun schedels puilend.
T ATER, in het concentratiekamp, lie-
■L' ten ze mensen meer dan vieren
twintig uur in de vrieskou in een
tobbe water staan, 's Ochtends moesten
we het ijs er afhakken.
Ze waren dood. De kampcomman
dant hield af en toe met SS-officieren
schietwedstrijden op joden. Ze richtten
op de oren, op de neus of op het topje
van een vinger.
's Avonds moesten de mensen die al
dus gewond waren zich melden. Dan
werden ze doodgeschoten omdat ze
waardeloos voor het werk geworden
waren.
Toen ik een paar maanden in het
kamp was kreeg ik typhus. Maar ik
wilde het niet laten merken, omdat ik
anders doodgeschoten zou worden.
Na enkele dagen koorts kon ik het
niet meer houden; ik stortte ineen.
Toen ik bij kwam lag ik met honderden
anderen tussen het prikkeldraad.
Iemand schopte me in mijn zij. Het
was een SS-er.
We moesten opstaan en een mars be
ginnen. Buiten het kamp stond een
groep met zandschoppen op ons te
wachten. Toen we daar aankwamen
bleek dat er geen kuil gegraven was.
We moesten ons eigen graf graven.
Twee bij twee gingen daarna de zie
ken op de bodem liggen. Daar kregen
ze een nekschot. De volgende twee
moesten wat zand over de doden gooi
en, en daarna bovenop hen gaan lig
gen.
Ik stond er naar te kijken. Ik herin
ner me nog dat ik dacht: Ik heb zo'n
dorst. Nu kan ik tenminste mijn eigen
bloed drinken.
Toen het mijn beurt was om te gaan
werd ik teruggeroepen. Ik moest een
dode uit het kamp gaan halen zodat hij
tegelijk met mij begraven kon worden.
Een SS-er ging met me mee.
Op de terugweg sleepte ik de dode
aan zijn benen achter me aan. De SS-er
dacht dat ik te moe was om te reageren
en daarom hield hij me niet zo goed in
de gaten. Er waren in de buurt joden
aan het werk bij de bouw van een
nieuw onderkomen.
Op een gegeven ogenblik liet ik de
dode vallen en glipte ik tussen de
werkenden. De SS-er die op mij had
moeten letten durfde mijn ontsnapping
kennelijk niet te melden, want bii het
volgende appel werd ik doodgemeld.
Toen kon ik ontsnappen naar buiten
het kamp. Als ze me niet dood gemeld
hadden was ik niet gegaan, want na
een ontsnapping werd altijd de familie
opgehangen, en ook de mensen van de
groep waarin de ontsnapte had geze
ten.
Toen ik uit het kamp terugkwam in
Lwow had mijn moeder geen gebit
meer. Zij had al haar gouden tanden
laten trekken, en ze verkocht om
iemand die had gezegd dat hij mij uit
het kamp kon krijgen mee te betalen"
Deze getuige zal vandaag zijn ver
haal voortzetten. Hij is als enige van
een familie van 67 personen aan de
dood ontsnapt. Na de oorlog werd het
dagboek dat hij had bijgehouden in
Polen gepubliceerd. Het werd gisteren
ais bewijsmateriaal aan het hof voor
gelegd.
EEN Dewogen ogenblik brak aan
toen de openbare aanklager een
van de getuigen vroeg, waarom er in
-M- „Bloedhond, bloedhond", schreeuwde deze man van de publieke tribune,
toen getuigen door hun beschrijving van monsterachtige Duitse wreedheden
de oude wonden weer bij hem openreten. Niet bij hem alleen, maar zijn
uitbarsting van opgekropte woede was een „uitlaatklep" voor alle aanwezi
gen. Eichmann en andere Duitsers daargelaten. (Telefoto)
een werkkamp bij Krakau onder de
toen aanwezige 10 000 joden geen verzet
was gerezen. Er viel een doodse stilte
na die vraag.
De getuige, Moshe Beski, nu rechter
in Tel Aviv, keek even hulpeloos rond.
Hoe moest hij het uitleggen, het duide
lijk maken, de terreur zo schilderen
dat de mensen om hem heen het zou
den begrijpen?
Eerst praatte hij langzaam, maar na
de eerste paar zinnen verhoogde zich
het tempo:
„Waar moesten we naar toe? Stel dat
we er in waren geslaagd om te ont
snappen om een revolutie tot stand te
brengen: Waar moesten we heen? Onze
kleren waren geel geverfd, ons haar
had in het midden een vier centimeter
brede strook. Er viel niets te beginnen.
Nu, na achttien jaar voel ik de angst
niet meer die ons toen bezielde. Het
is onmogelijk die nu aan het hof te
beschrijven. Een mens moet het heb
ben meegemaakt om te kunnen begrij
pen hoe het was.
Hetzelfde was het met het ontsnap
pen. Je wist, dat als je vluchtte, de
groep achterblijvenden waartoe je be
hoorde zou worden vermoord. Het was
niet zo eenvoudig als het nu lijkt."
De stem van Moshe Beski werd bij
na scherp, en hij keek de openbare
aanklager aan alsof hij zeggen wilde:
Hoe kon u die vraag stellen?
Hij sloot zijn getuigenis zo af: „Ver
geet niet dat de joden, toen dat ge
beurde, al door de hel waren gegaan."
Wat> gebeurde er? Een jongen van
vijftien jaar werd tegelijk met een
oudere man opgehangen. Niemand
wist eigenlijk waarom. Het gerucht
wilde dat de knaap een liedje had
gezongen op een Russische melodie.
Toen het valluik zich onder hem
opende brak het touw. De jongen
smeekte het leven te mogen behou
den, maar weer werd hij het schavot
opgeleid en weer werd hij opgehangen.
Daarna schoten SS-ers hun machine
geweren op hem leeg. Zijn lotgenoot,
die de executie van de knaap had
moeten aanzien sneed zich de polsen
door met een scheermes. Hij stierf
doodbloedend aan de galg.
Moshe Beski vertelde verder: Van
tijd tot tijd legden de Duitsers de
joden ;n de werkkampen collectieve
straffen op. Die bestonden uit massale
geselpartijen. Steeds moest een van de
joden r.-a afloop de commandant gaan
bedanken voor de straf. Als hij dat
had gedaan werd hij op weg naar zijn
plaats in he' gelid gedood met een
nekschot.
EEN andere getuige, Zabludowicz.
vertelt1 In ons ghetto moesten
alle joaen iedere ochtend om zes uur
op de markt bijeen komen. De burge
meester, een Duitser, kwam dan en
alle ioden moesten in koor roepen:
„Goede morgen, burgemeester." Zijn
antwoord was steevast: „Goeden-
morgen, zwijnen". Hij liep dan tussen
de rijen door er, sloeg er met zijn
zweep op los tot hij niet meer kon.
De man die- dit vertelde had in het
begin var d= oorlog voor een Duitser
gewerkt, die hem een vals Duits
identiteitspapier had bezorgd. Hij was
chauffeur, en onderhield het contact
tussen de verschillende ghetto's. Zijn
verklarmgen waren gisteren op dit
punt wat onduidelijk. Ineens vroeg
rechter Halevy: „Was u een ver
rader? De Duitsers wisten toch dat u
een rood was?"
Het was een ontzettende vraag,
maar tevens de triomf van de rechter
lijke onpartijdigheid over de emotie.
De getuige slaagde erin de zaak recht
te zetten. De Duitser, die hem had
geholpen, was een „Goede Duitser"
geweest. Later was Zabludowicz ge
pakt in een ghetto, waar hij, om niet
op te vallen, een gele ster had gedra
gen.
HIER volgt een greep uit het relaas
van een andere getuige, Gurfein:
„Ik hen gezien hoe ze in 1939 een oude
jood, die de Thora uit een brandende
synagoge wilde redden, neerschoten,
en hem nog levend in het vuur wier
pen." „In Zastrov moesten we ons op
een dag verzamelen. Vijfhonderd van
ons tienduizenden verschenen niet. Ze
waren ziek of gebrekkig. De Duitsers
schoten ze ter plaatse dood."
Een ardere verklaring: „We moes
ten ons uitkleden en werden in hoog
tempo voortgejaagd. Als iemand aar
zelde werd hij uit de groep gesleurd
en in de nek geschoten. Ik zag hoe bij
een van hen de kogel uit het voor
hoofd kwam."
Nog een getuigenis: „Op de derde
dag van onze deportatiemars was het
afschuwelijk Iedere seconde klonk er
een scoot. Ze raakten een man aan
met de nand. Dan moest hij gaan
liggen. Wie met wilde, kreeg met een
kolf van een geweer een slag op zijn
hoofd. Het bloed stroomde, maar de
meeste menser waren zo moe, dat ze
geen weerstand meer konden bieden.
We waren niet veel meer dan schadu
wen na a. de marsdagen. De slach
ting die dag was verschrikkelijk."
Dezelfde getuigen over dezelfde dag:
„Toen keerde de commandant van de
mars zich naar een jongen. Hij wierp
een stuk brood naar hem en hij bukte
om het op te rapen. Hij was nog maar
vijftien jaar Toen hij bukte schoot de
commandant hem neer. Hij was nog
niet dood, en de commandant gaf een
ander het bevel hem af te maken.
Zo g'iig het gisteren door, uur na
uur. Eichmann zat er weer onbewege
lijk bij, zijn gezicht in een zenuw
achtige grimas. Zijn verdediger had
geen vragen.
Van onze correspondent
SOESTDIJK De Duitsers zullen
vanavond een klein beetje de feest
vreugde van het verjaardagsfeest van
de Koningin mee kunnen beleven.
Fernsehen Hamburg heeft gisteren ee
film gemaakt van het défilé in de
tuin van het paleis Soestdijk. Van
avond wordt de film gedraaid in „Ta-
gescnau" van de Westduitse televisie.
De radiozender Freies Berlin heeft
van het défilé een uitgebreide repor
tage gemaakt
De voetbalwedstrijd tussen Duits
land en Noord-Ierland die op 10 mei
in het Olympisch stadion in Berlijn
wordt gespeeld, zal door de Duitse
televisie worden uitgezonden.
Deze wedstrijd begint om vijf voor
zes. De commentator is Rudi Michel.
programma's
ln hel koptj
WOENSDAG 3 MEI
HILVERSUM I. 402 M.
NCR,y: 7.00 Nws; 7.10 Gram; 7.30 Een
woord voor de dag; 7.40 Gewijde muz;
8.00 Nws; 8.15 Radiiokrant; 8.35 Gram; 9.00
v d zieken; 9.35 Waterst; 9.40 V d vrouw;
10.10 Gram; 10.15 Morgendienst; 10.45
Gram; 10.55 Kamerork en solist; 12.00 Fan-
fare-ork; 12.30 Land en tuinb meded; 12.33
Gram; 12.53 Tulpen-rallye 1961; 13.00 Nws;
13.15 Volksmuz; 13.40 Gram; 14.00 Rep
bondsdag; 14.45 Gram; 15.00 Gram; 15.25
Idem; 16.00 V d jeugd; 17.20 Gram v d
jeugd; 17.40 Beursber; 17.45 Het spektrum.
rep; 18.00 Koorzang; 18.25 Gram; 18.30
R.V.U; 19.00 Nws en weerber; 19.10 Op de
man af, praatje; 19.15 Gram; 19.30 Radio
krant; 19.50 Dames-strijkork; 20.15 Rot
terdams filharm ork en sol. I d pauze
(21.00-21.20) De kerk en de Pinksterbewe
ging. lezing; 22.05 Gestroomlijnde Adat.
klankb over Nieuw-Guinea; 22.15 Gram;
22.30 Nws en S O S-ber; 22.40 Avondoverd;
22.55 Discocaus; 23.40 Platennws; 23.55-
24.00 Nws.
HILVERSUM II. 298 M.
VARA: 7.00 Nws; 7.10 Gym; 7.20 Gram;
8.00 Nws; 8.18 Gram; 9.00 Gym v d vrouw:
9.10 Gram. VPRO: 10.00 Schoolradio
VARA: 10.20 V d vrouw; 11.00 Gevar progr;
12.00 Dansmuz; 12.30 Land- en tuinb meded;
12.33 V h platteland; 12.38 Hammondor
gelspel; 13.00 Nws en tetoonstellingsagen-
da. 13.20 Lichte muz; 13.45 Gesproken por
tret; 14.00 Kamerork; 14.25 Gram; 15.00
Op reis door de wereld, lezing; 15.10 V d
jeugd; 17.00 Hawaiian ensemble; 17.25 Roe
meens ork; 17.50 Regeringsuitz: Het emi
gratiepraatje van H A van Luyk; 18.00
Nws en comm; 18.20 Act; 18.30 Lichte
muz; 19.00 V d kind; 19.10 Kanttekenin
gen. lezing; 19.20 VARA-Varia en gram
VPRO: 19.30 V d Jeugd. VARA: 20.00 Nws;
20.05 Lichte muz; 20.30 Opmerckelijck ver-
hael, hoorsp; 21.25 Gram; 21.40 Operamuz
met toelichting; 22.20 Zestig jaar levens
ervaring, lezing; 22.30 Nws; 22.40 Viool
en piano; 23.00 Tussen mens en nevelvlek,
lezing; 23.15 Klankstudies; 23.45 Zang en
piano; 23.55-24.00 Nws
NCRV: 17.00-17.30 V d kind. NTS: 20.00
Journ en weeroverz. AVRO: 20.20 Act. 20.30
Sportpanorama: 21.00 Roep me maar, TV-
fantasie; 21.45-22.20 Litteraire gedachten-
wisseling. NTS: 22.30-24.00 Documentaire
film
DUITSLAND
17.00 Tapijten veranderen vertrekken.
17.30-18.00 Fllmrep; (Regionaalprogr.:
NDR: 18.25 Progr overz; 18.30 Die Nord-
schau; 19.25 Ontmoeting aan boord. WDR:
18.40 Hier und Heute; 19.15 Anwalt der
Gerechtigkeit). 20.00 Journ en weeroverz;
20.20 Nieuw vaderland overzee, rep: 21.10
Chansons; 21.40 Film; 22.05 Laatste nws;
"2.20 Inter wielerronde v beroepsrijders.
39
Het is gewoonweg belachelijk.
Vooruit, stap in, dan zal ik jul
lie vertellen hoe hard ik heb nage
dacht terwijl jullie zogenaamd aan
het werk waren. Wacht maar eens
tot je hoort hoe kleine Bertrand jul
lie die kristallen knop gaat bezor
gen."
„En een dwangbuis óók?"
„Ik heb een plan. Doe nu maar
wat ik zeg. Chauffeur, breng ons
naar de Kattensteeg maar gauw, leg
de zweep er maar over!"
Abel en Mare beten zich op de lip
pen om hun lachen in te houden. Nu
Bertrand blijkbaar besloten had voor
Napoleon te gaan spelen wat die
kristallen knop betrof, zou er nog tijd
genoeg overblijven om hem te ver
tellen hoe ze aan dat dwangbuis wa
ren gekomen.
Bertrands gebiedende toon maakte
blijkbaar indruk op hun chauffeur,
want ze schoten de Chinese wijk
door. Ze belandden in een wirwar
van steegjes en de chauffeur stopte
in de Kattensteeg, de dierenmarkt
van Hongkong.
Bertrand sprong uit de taxi en
holde, weg of er dynamiet onder zijn
voeten lag. Hij was geen mens meer,
maar leek meer op een wervel
storm. Hij schoot de eerste de beste
antiekwinkel in, duwde de verbaas
de eigenaar opzij en keek speurend
om zich heen. Toen schreeuwde hij
de man in het oor: „Kristallen knop!
Heb je een kristallen knop?"
„Neen, mijnheer
Een orkaan, die door de Katten
steeg streek zou minder opschudding
hebben verwekt dan Bertrand, die
met Marc en Abel in zijn kielzog
winkel in winkel uit holde, steeds
maar vragend: „Kristallen knop?
Kristallen knop?"
En overal luidde het antwoord:
„Neen, mijnheer
Dit steeds herhaalde negatieve ant
woord was niet in staat Bertrand te
ontmoedigen. Integendeel.
„Mijn hemel, weten die stomme
Chinezen dan niet dat een mandarijn
een kristallen knop op z'n muts
had!"
Negen maal in negen verschillende
winkels, werd hetzelfde tafereel op
gevoerd. Eerst een blik op de toon
bank. Géén knop. Dan de vraag aan
de eigenaar.
„Neen, mijnheer, het spijt me,
maar ik hèb geen kristallen knop!"
Dan een korte beschrijving van een
mandarijnenkostuum en weer naar
buiten.
Eindelijk, in de tiende winkel keu
rig in een rijtje, lagen er achter stof
fige ramen, kristallen knoppen wel
twintig, welgeteld.
..Victorie!"
„Wat kost zo'n kristallen knop?
Gauw! Zeg op!
„Ik hèb geen kristallen knoppen!'
„O nee, en wat zijn dat dan? Knik
kers misschien?"
„Wat zijn knikkers?"
„Dus het zijn kristallen knoppen,
ja of nee? Kristallen knoppen, die
mandarijnen op hun muts dragen!"
„Mij best", zei het mannetje. „Wat
u maar wilt kristallen knoppen!"
En zo, tweeëndertig seconden na
dat Bertrand zijn jacht was begon
nen, werd hij de trotse bezitter van
een „kristallen knop".
Mare en Abel waren zo vernederd
door deze dynamische autocratie
van hun neef, die hun een punt had
doen winnen, dat ze besloten hem
maar te vertellen wat zij hadden ge
presteerd. n„
„Bertrand", begor Mare schuch
ter, „Abel en ik zijn erg onder de
indruk van jouw succes met die kris
tallen knop. En we vinden dat we je
moeten vertellen hoe we dat dwang
buis.
„O, maak je daar geen zorg over!
weerde de meester van de kristallen
knop luchtig af. En heel minzaam
voegde hij eraan toe: „Ik heb een
plannetje. Voor het avond is zal ik
weer een triomf hebben behaald. Ik
ben gewoonweg dronken van mijn
succes!"
Toen Caesar het Capitool binnen
kwam kan hij niet half zo trots zijn
geweest als' Bertrand die zich in de
taxi wrong. Voor hem was dit een
zegewagen en op elke hoek daarvan
wapperden koninklijke standaards en
buitgemaakte vlaggen. Ze waren op
eens alle drie uitgelaten.
Volgens de geheieme strategie van
Bertrand moesten ze nu terug naar
het Peninsula-hotel in Kowloon. Op
hun kamer zouden ze zijn volgende
stunt afwachten. Abel wist onbe
merkt het dwangbuis te voorschijn
te halen en verborg het ding onder
zijn bed zonder dat Bertrand er iets
van had bespeurd.
Daar rinkelde Abels telefoon.
,Zeg ik ben het. Maic. Heb jij
dat d.b. nu eigenlijk?"
„Natuurlijk wat ga 313 doen?"
Een douche nemen en een paar
uurtjes liggen. Ik knap zo'n beetje
af!"
Prachtig. Dat ben ik ook van
plan. Kom me over twee uur maar
roepen, dan zullen we_Bertrand even
versteld doen staan!"
„Best. Wat doet hij op t ogen
blik?"
Ik weet het niet, hu heeft niet
eens zijn kamerdeur dichtgedaan
voor hij naar de telefoon holde."
Ze begonnen alle twee te grinni
ken.
„Wat zullen we lachen
(Wordt vervolgd)
GOES De postduivenvereniging „De
Rode Doffer" hield een wedvlucht uit
Neufvilles. De uitslag was als volgt:
1. D. Kloosterman, 2 en 6 U. I. van
Bemden; 3 en 10 gebr. Beenakker; 4.
K. Verhage; 5. A. Heijnsdijk; 7. A. J.
Kuijpers; 8. D. Hage, 9. D. Verwijs.
KLOETINGE De gemeenteraad
komt woensdagavond aanstaande, om
half acht. in openbare vergadering bij
een. De agenda telt zeventien punten. Er
zijn voorstellen om tenbehoeve van de
verbetering van het kruispunt Buys Bal
lotstraatRijkswegLewestraat perce
len grond, met het eventueel daarop
rustende erfpachtsrecht, aan te kopen
tegen schadeloosstellingen, om met in
gang van 1 mei voor het gehele ge-
meentepersoneel een keer per twee we
ken een vrije zaterdag in te stellen, om
de huren van de in aanbouw zijnde zes
woningwetwoningen aan de Hemstraat te
stellen op 12,05 per week en om aan
de diaconieën der hervormde gemeenten
van Goes en Kloetinge over 1960 een sub
sidie van ruim 1000 gulden toe te kennen
in de kosten van de gezinsverzorging.
lllilMIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIItlllllllllllllllllllllllllllllllMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIlllllmillllllllllUlllllllllllllHlllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllilllMlIllllllllllMlllllllllllllilMllllllllllllllttlllllHIIIIIIIIIIUI
62. Op hetzelfde moment dat zijn man
nen bemerkten dat zij iets heel belang
rijks hadden verzuimd, drong dit ook
tot Kappie door.
De duikkogel viel namelijk als een
steen door het water en sloeg vrij hard
tegen de bodem. Hij rolde nog even
door en kwam toen in een moeilijke
stand tot rust.
„Jammer dat deze geschiedenis nu zo
moet eindigen.." mompelde Kappie, op
zijn snor bijtend.
„Hoezo..?" vroeg de viskundige over-
eindkrabbelend.
„Wel jong.." zei Kappie toonloos. „Er
zit geen kabel aan die bol van jou om
ons op te vissen. En als jouw vriend
vis dat niet doet, kunnen we de zon en
de vogeltjes en alle lieve dingen daar
boven van hieruit wel gedag zeggen...!"
Het duurde even voor Balein dit ver
werkt had. Toen wierp hij zich zenuw
achtig op zijn geluidsapparatuur en be
gon luidkeels in de microfoon te jam
meren.
„Als je denkt dat een S.O.S. nog helpt,
geef het dan tenminste in het Povi,"
raadde Kappie aan. „De enige, die ons
ja kan helpen is Arie! Komt hij niet op
duiken of wil hij niet luisteren, dan.,
dan zijn we ja net zo reddeloos verlo
ren als Hola-Oehoe..!"
21. In zijn sprong vonden zijn han
den de horens van de voorthollende
stier. Met de druk van zijn armen en
de kracht van zijn val dwong hij de
zwarte kop gedraaid omlaag. Het beest
struikelde en viel, meteen weer worste
lend om overeind te komen. Otto vroeg
zich af, hoelang hij de woede van het
razende dier in toom zou kunnen hou
den. Maar gelukkig werden zijn krach
ten niet te lang op de proef gesteld. De
Lagevelders hadden zich van de schrik
hersteld en kwamen aanhollen met rie
men en touwen en terwijl de zwarte
stier werd vastgebonden, kwam de man
met de gouden versierselen op Otto toe.
„Gij komt als een redder uit de blau
we lucht gevallen!" riep hij uit. „Ik
ben Bolwer van Lageveld, dit is mijn
domein. Wees verzekerd van mijn dank
baarheid, vreemdeling!"
/•Otto is mijn naam," zei Otto, ter
wijl hij hijgend opstond.
„Ik spreek u nog,"' zei Bolwer, „ik
zien hoe het met mijn dochter
is. En hij spoedde zich naar het meis-
3e, dat zich een eindje verderop in het
gras had laten vallen. Otto zag vader
en dochter even met elkaar spreken,
onderwijl in zijn richting gebarend. Het
meisje stond op, sloeg haar kleren af,
en liep vrijmoedig naar hem toe.
„Mijn dank en mijn bewondering, Ot
to!"' waren haar woorden. „Uw komst
bevestigt weer mijn overtuiging. Ik ge
loof in wonderen!"'
Bolwer keek onvriendelijk toe. j