HAAT BARST LOS NA AFSCHUWELIJKE GETUIGENISSEN Eichmanns verdediger zweeg voor overlevenden van Je 1 bel van 1 Po len, mevrouw Meir huilde, een stem gil de: E iloedl lond 1 1 KAPPIE EN DE DIEPZEEDUIKERS I Dinsdag 2 mei 1961 ZEEUWSCH DAGBLAD Pag. 2 Domper weg Dood ontsnapt Verrader Geen vragen Ook de Duitse tv kwam kijken radio 1 I televisie wereldreis weddenschap msi,ii Wedvlucht Rode Doffer Raad Kloetiitge bijeen Van onze rechtbankverslaggever JERUZALEM Het was gisteren de tot nu toe verschrikkelijkste dag in het prokes-Eichmann. Stap voor stap, aan de hand van sobere verklaringen van ge tuigen in levenden lijve, iverd het lot van de Poolse joden voor de rechters ont vouwd. De ontroering na de ochtendzitting ivas zo groot, dat de openbare aanklager, Gideon Hausner, het hof voorstelde 's middags eerst maar documenten te be handelen, in plaats van een volgende ge tuige te horen. Aldus werd besloten. 's Ochtends was er ook het eerste echte incident van het proces. Midden onder het relaas van een van de overlevenden van een massaslachting gilde een stem van het balkon naar de kooi met de onbewegelijke Eichmann: „Bloedhond, bloed hond, bloedhond, maak hem af, maak hem af". Er scheen geen eind aan deze felle aanklacht te komen. Iedereen zat dood stil, ook de rechters. President Mosje Landau wachtte met neergeslagen ogen tot de politie de man, een vroegere Pool, uit de zaal had weggeleid. Dat geschiedde met zachte drang. Geen mens onderging het roepen als iets wat eigenlijk niet in de rechtzaal thuishoorde. Deze vertwijfelde eenling was, hoe zeer dit ook in strijd met alle regels van rechtsgedingen moge klin ken, de tolk van een ieder. Zijn stem geluid nam iets weg van de afschuwe lijke spanning die allen gevangen hield. Mevrouw Golda Meir, de minister van buitenlandse zaken die in de zaal zat, huilde. IN de afgelopen weken zijn er mensen geweest die zich hebben afgevraagd: Waar blijft mijn haat, mijn medeleven, mijn gevoel? Die vraag was redelijk. Het overstelpende juridische materiaal werkte inderdaad als een domper op de gevoelens, die een uitweg zochten. Gisteren werd de domper weggenomen. AI de verschrikkingen van de dag culmineerden in de verklaring van één man, de Amerikaan Welliczker, die als jongeman de hel van Polen had meegemaakt. Hij was zestien jaar, toen in 1939 de Duitsers het land binnenvie len. „De eerste dag al meteen begonnen ze in mijn stad Lwow alle mannen op te halen. Mijn vader en ik moesten ook mee. We werden naar een binnenplaats gebracht, waar zo'n duizend anderen al verzameld waren. Eerst riepen ze een groep mannen een voor een in een kamer. Dan hoor den we na korte tijd een vreselijke gil. Even later kwam er een SS-er naar buiten om de volgende binnen te roe pen. Hij had een wit schort voor, dat overdekt was met bloed. Iedereen dacht dat we binnen geslacht zouden worden. Later bleek dat het alleen maar eendenbloed was. Na deze geestelijke wreedheid lieten ze ons drie dagen en drie nachten met onze gezichten in het zand van de binnenplaats liggen, 's Nachts moesten sommigen hard rond lopen. Als ze vielen werden ze gesla gen. De eerste ochtend zag ik ze liggen, hun hersenen uit hun schedels puilend. T ATER, in het concentratiekamp, lie- ■L' ten ze mensen meer dan vieren twintig uur in de vrieskou in een tobbe water staan, 's Ochtends moesten we het ijs er afhakken. Ze waren dood. De kampcomman dant hield af en toe met SS-officieren schietwedstrijden op joden. Ze richtten op de oren, op de neus of op het topje van een vinger. 's Avonds moesten de mensen die al dus gewond waren zich melden. Dan werden ze doodgeschoten omdat ze waardeloos voor het werk geworden waren. Toen ik een paar maanden in het kamp was kreeg ik typhus. Maar ik wilde het niet laten merken, omdat ik anders doodgeschoten zou worden. Na enkele dagen koorts kon ik het niet meer houden; ik stortte ineen. Toen ik bij kwam lag ik met honderden anderen tussen het prikkeldraad. Iemand schopte me in mijn zij. Het was een SS-er. We moesten opstaan en een mars be ginnen. Buiten het kamp stond een groep met zandschoppen op ons te wachten. Toen we daar aankwamen bleek dat er geen kuil gegraven was. We moesten ons eigen graf graven. Twee bij twee gingen daarna de zie ken op de bodem liggen. Daar kregen ze een nekschot. De volgende twee moesten wat zand over de doden gooi en, en daarna bovenop hen gaan lig gen. Ik stond er naar te kijken. Ik herin ner me nog dat ik dacht: Ik heb zo'n dorst. Nu kan ik tenminste mijn eigen bloed drinken. Toen het mijn beurt was om te gaan werd ik teruggeroepen. Ik moest een dode uit het kamp gaan halen zodat hij tegelijk met mij begraven kon worden. Een SS-er ging met me mee. Op de terugweg sleepte ik de dode aan zijn benen achter me aan. De SS-er dacht dat ik te moe was om te reageren en daarom hield hij me niet zo goed in de gaten. Er waren in de buurt joden aan het werk bij de bouw van een nieuw onderkomen. Op een gegeven ogenblik liet ik de dode vallen en glipte ik tussen de werkenden. De SS-er die op mij had moeten letten durfde mijn ontsnapping kennelijk niet te melden, want bii het volgende appel werd ik doodgemeld. Toen kon ik ontsnappen naar buiten het kamp. Als ze me niet dood gemeld hadden was ik niet gegaan, want na een ontsnapping werd altijd de familie opgehangen, en ook de mensen van de groep waarin de ontsnapte had geze ten. Toen ik uit het kamp terugkwam in Lwow had mijn moeder geen gebit meer. Zij had al haar gouden tanden laten trekken, en ze verkocht om iemand die had gezegd dat hij mij uit het kamp kon krijgen mee te betalen" Deze getuige zal vandaag zijn ver haal voortzetten. Hij is als enige van een familie van 67 personen aan de dood ontsnapt. Na de oorlog werd het dagboek dat hij had bijgehouden in Polen gepubliceerd. Het werd gisteren ais bewijsmateriaal aan het hof voor gelegd. EEN Dewogen ogenblik brak aan toen de openbare aanklager een van de getuigen vroeg, waarom er in -M- „Bloedhond, bloedhond", schreeuwde deze man van de publieke tribune, toen getuigen door hun beschrijving van monsterachtige Duitse wreedheden de oude wonden weer bij hem openreten. Niet bij hem alleen, maar zijn uitbarsting van opgekropte woede was een „uitlaatklep" voor alle aanwezi gen. Eichmann en andere Duitsers daargelaten. (Telefoto) een werkkamp bij Krakau onder de toen aanwezige 10 000 joden geen verzet was gerezen. Er viel een doodse stilte na die vraag. De getuige, Moshe Beski, nu rechter in Tel Aviv, keek even hulpeloos rond. Hoe moest hij het uitleggen, het duide lijk maken, de terreur zo schilderen dat de mensen om hem heen het zou den begrijpen? Eerst praatte hij langzaam, maar na de eerste paar zinnen verhoogde zich het tempo: „Waar moesten we naar toe? Stel dat we er in waren geslaagd om te ont snappen om een revolutie tot stand te brengen: Waar moesten we heen? Onze kleren waren geel geverfd, ons haar had in het midden een vier centimeter brede strook. Er viel niets te beginnen. Nu, na achttien jaar voel ik de angst niet meer die ons toen bezielde. Het is onmogelijk die nu aan het hof te beschrijven. Een mens moet het heb ben meegemaakt om te kunnen begrij pen hoe het was. Hetzelfde was het met het ontsnap pen. Je wist, dat als je vluchtte, de groep achterblijvenden waartoe je be hoorde zou worden vermoord. Het was niet zo eenvoudig als het nu lijkt." De stem van Moshe Beski werd bij na scherp, en hij keek de openbare aanklager aan alsof hij zeggen wilde: Hoe kon u die vraag stellen? Hij sloot zijn getuigenis zo af: „Ver geet niet dat de joden, toen dat ge beurde, al door de hel waren gegaan." Wat> gebeurde er? Een jongen van vijftien jaar werd tegelijk met een oudere man opgehangen. Niemand wist eigenlijk waarom. Het gerucht wilde dat de knaap een liedje had gezongen op een Russische melodie. Toen het valluik zich onder hem opende brak het touw. De jongen smeekte het leven te mogen behou den, maar weer werd hij het schavot opgeleid en weer werd hij opgehangen. Daarna schoten SS-ers hun machine geweren op hem leeg. Zijn lotgenoot, die de executie van de knaap had moeten aanzien sneed zich de polsen door met een scheermes. Hij stierf doodbloedend aan de galg. Moshe Beski vertelde verder: Van tijd tot tijd legden de Duitsers de joden ;n de werkkampen collectieve straffen op. Die bestonden uit massale geselpartijen. Steeds moest een van de joden r.-a afloop de commandant gaan bedanken voor de straf. Als hij dat had gedaan werd hij op weg naar zijn plaats in he' gelid gedood met een nekschot. EEN andere getuige, Zabludowicz. vertelt1 In ons ghetto moesten alle joaen iedere ochtend om zes uur op de markt bijeen komen. De burge meester, een Duitser, kwam dan en alle ioden moesten in koor roepen: „Goede morgen, burgemeester." Zijn antwoord was steevast: „Goeden- morgen, zwijnen". Hij liep dan tussen de rijen door er, sloeg er met zijn zweep op los tot hij niet meer kon. De man die- dit vertelde had in het begin var d= oorlog voor een Duitser gewerkt, die hem een vals Duits identiteitspapier had bezorgd. Hij was chauffeur, en onderhield het contact tussen de verschillende ghetto's. Zijn verklarmgen waren gisteren op dit punt wat onduidelijk. Ineens vroeg rechter Halevy: „Was u een ver rader? De Duitsers wisten toch dat u een rood was?" Het was een ontzettende vraag, maar tevens de triomf van de rechter lijke onpartijdigheid over de emotie. De getuige slaagde erin de zaak recht te zetten. De Duitser, die hem had geholpen, was een „Goede Duitser" geweest. Later was Zabludowicz ge pakt in een ghetto, waar hij, om niet op te vallen, een gele ster had gedra gen. HIER volgt een greep uit het relaas van een andere getuige, Gurfein: „Ik hen gezien hoe ze in 1939 een oude jood, die de Thora uit een brandende synagoge wilde redden, neerschoten, en hem nog levend in het vuur wier pen." „In Zastrov moesten we ons op een dag verzamelen. Vijfhonderd van ons tienduizenden verschenen niet. Ze waren ziek of gebrekkig. De Duitsers schoten ze ter plaatse dood." Een ardere verklaring: „We moes ten ons uitkleden en werden in hoog tempo voortgejaagd. Als iemand aar zelde werd hij uit de groep gesleurd en in de nek geschoten. Ik zag hoe bij een van hen de kogel uit het voor hoofd kwam." Nog een getuigenis: „Op de derde dag van onze deportatiemars was het afschuwelijk Iedere seconde klonk er een scoot. Ze raakten een man aan met de nand. Dan moest hij gaan liggen. Wie met wilde, kreeg met een kolf van een geweer een slag op zijn hoofd. Het bloed stroomde, maar de meeste menser waren zo moe, dat ze geen weerstand meer konden bieden. We waren niet veel meer dan schadu wen na a. de marsdagen. De slach ting die dag was verschrikkelijk." Dezelfde getuigen over dezelfde dag: „Toen keerde de commandant van de mars zich naar een jongen. Hij wierp een stuk brood naar hem en hij bukte om het op te rapen. Hij was nog maar vijftien jaar Toen hij bukte schoot de commandant hem neer. Hij was nog niet dood, en de commandant gaf een ander het bevel hem af te maken. Zo g'iig het gisteren door, uur na uur. Eichmann zat er weer onbewege lijk bij, zijn gezicht in een zenuw achtige grimas. Zijn verdediger had geen vragen. Van onze correspondent SOESTDIJK De Duitsers zullen vanavond een klein beetje de feest vreugde van het verjaardagsfeest van de Koningin mee kunnen beleven. Fernsehen Hamburg heeft gisteren ee film gemaakt van het défilé in de tuin van het paleis Soestdijk. Van avond wordt de film gedraaid in „Ta- gescnau" van de Westduitse televisie. De radiozender Freies Berlin heeft van het défilé een uitgebreide repor tage gemaakt De voetbalwedstrijd tussen Duits land en Noord-Ierland die op 10 mei in het Olympisch stadion in Berlijn wordt gespeeld, zal door de Duitse televisie worden uitgezonden. Deze wedstrijd begint om vijf voor zes. De commentator is Rudi Michel. programma's ln hel koptj WOENSDAG 3 MEI HILVERSUM I. 402 M. NCR,y: 7.00 Nws; 7.10 Gram; 7.30 Een woord voor de dag; 7.40 Gewijde muz; 8.00 Nws; 8.15 Radiiokrant; 8.35 Gram; 9.00 v d zieken; 9.35 Waterst; 9.40 V d vrouw; 10.10 Gram; 10.15 Morgendienst; 10.45 Gram; 10.55 Kamerork en solist; 12.00 Fan- fare-ork; 12.30 Land en tuinb meded; 12.33 Gram; 12.53 Tulpen-rallye 1961; 13.00 Nws; 13.15 Volksmuz; 13.40 Gram; 14.00 Rep bondsdag; 14.45 Gram; 15.00 Gram; 15.25 Idem; 16.00 V d jeugd; 17.20 Gram v d jeugd; 17.40 Beursber; 17.45 Het spektrum. rep; 18.00 Koorzang; 18.25 Gram; 18.30 R.V.U; 19.00 Nws en weerber; 19.10 Op de man af, praatje; 19.15 Gram; 19.30 Radio krant; 19.50 Dames-strijkork; 20.15 Rot terdams filharm ork en sol. I d pauze (21.00-21.20) De kerk en de Pinksterbewe ging. lezing; 22.05 Gestroomlijnde Adat. klankb over Nieuw-Guinea; 22.15 Gram; 22.30 Nws en S O S-ber; 22.40 Avondoverd; 22.55 Discocaus; 23.40 Platennws; 23.55- 24.00 Nws. HILVERSUM II. 298 M. VARA: 7.00 Nws; 7.10 Gym; 7.20 Gram; 8.00 Nws; 8.18 Gram; 9.00 Gym v d vrouw: 9.10 Gram. VPRO: 10.00 Schoolradio VARA: 10.20 V d vrouw; 11.00 Gevar progr; 12.00 Dansmuz; 12.30 Land- en tuinb meded; 12.33 V h platteland; 12.38 Hammondor gelspel; 13.00 Nws en tetoonstellingsagen- da. 13.20 Lichte muz; 13.45 Gesproken por tret; 14.00 Kamerork; 14.25 Gram; 15.00 Op reis door de wereld, lezing; 15.10 V d jeugd; 17.00 Hawaiian ensemble; 17.25 Roe meens ork; 17.50 Regeringsuitz: Het emi gratiepraatje van H A van Luyk; 18.00 Nws en comm; 18.20 Act; 18.30 Lichte muz; 19.00 V d kind; 19.10 Kanttekenin gen. lezing; 19.20 VARA-Varia en gram VPRO: 19.30 V d Jeugd. VARA: 20.00 Nws; 20.05 Lichte muz; 20.30 Opmerckelijck ver- hael, hoorsp; 21.25 Gram; 21.40 Operamuz met toelichting; 22.20 Zestig jaar levens ervaring, lezing; 22.30 Nws; 22.40 Viool en piano; 23.00 Tussen mens en nevelvlek, lezing; 23.15 Klankstudies; 23.45 Zang en piano; 23.55-24.00 Nws NCRV: 17.00-17.30 V d kind. NTS: 20.00 Journ en weeroverz. AVRO: 20.20 Act. 20.30 Sportpanorama: 21.00 Roep me maar, TV- fantasie; 21.45-22.20 Litteraire gedachten- wisseling. NTS: 22.30-24.00 Documentaire film DUITSLAND 17.00 Tapijten veranderen vertrekken. 17.30-18.00 Fllmrep; (Regionaalprogr.: NDR: 18.25 Progr overz; 18.30 Die Nord- schau; 19.25 Ontmoeting aan boord. WDR: 18.40 Hier und Heute; 19.15 Anwalt der Gerechtigkeit). 20.00 Journ en weeroverz; 20.20 Nieuw vaderland overzee, rep: 21.10 Chansons; 21.40 Film; 22.05 Laatste nws; "2.20 Inter wielerronde v beroepsrijders. 39 Het is gewoonweg belachelijk. Vooruit, stap in, dan zal ik jul lie vertellen hoe hard ik heb nage dacht terwijl jullie zogenaamd aan het werk waren. Wacht maar eens tot je hoort hoe kleine Bertrand jul lie die kristallen knop gaat bezor gen." „En een dwangbuis óók?" „Ik heb een plan. Doe nu maar wat ik zeg. Chauffeur, breng ons naar de Kattensteeg maar gauw, leg de zweep er maar over!" Abel en Mare beten zich op de lip pen om hun lachen in te houden. Nu Bertrand blijkbaar besloten had voor Napoleon te gaan spelen wat die kristallen knop betrof, zou er nog tijd genoeg overblijven om hem te ver tellen hoe ze aan dat dwangbuis wa ren gekomen. Bertrands gebiedende toon maakte blijkbaar indruk op hun chauffeur, want ze schoten de Chinese wijk door. Ze belandden in een wirwar van steegjes en de chauffeur stopte in de Kattensteeg, de dierenmarkt van Hongkong. Bertrand sprong uit de taxi en holde, weg of er dynamiet onder zijn voeten lag. Hij was geen mens meer, maar leek meer op een wervel storm. Hij schoot de eerste de beste antiekwinkel in, duwde de verbaas de eigenaar opzij en keek speurend om zich heen. Toen schreeuwde hij de man in het oor: „Kristallen knop! Heb je een kristallen knop?" „Neen, mijnheer Een orkaan, die door de Katten steeg streek zou minder opschudding hebben verwekt dan Bertrand, die met Marc en Abel in zijn kielzog winkel in winkel uit holde, steeds maar vragend: „Kristallen knop? Kristallen knop?" En overal luidde het antwoord: „Neen, mijnheer Dit steeds herhaalde negatieve ant woord was niet in staat Bertrand te ontmoedigen. Integendeel. „Mijn hemel, weten die stomme Chinezen dan niet dat een mandarijn een kristallen knop op z'n muts had!" Negen maal in negen verschillende winkels, werd hetzelfde tafereel op gevoerd. Eerst een blik op de toon bank. Géén knop. Dan de vraag aan de eigenaar. „Neen, mijnheer, het spijt me, maar ik hèb geen kristallen knop!" Dan een korte beschrijving van een mandarijnenkostuum en weer naar buiten. Eindelijk, in de tiende winkel keu rig in een rijtje, lagen er achter stof fige ramen, kristallen knoppen wel twintig, welgeteld. ..Victorie!" „Wat kost zo'n kristallen knop? Gauw! Zeg op! „Ik hèb geen kristallen knoppen!' „O nee, en wat zijn dat dan? Knik kers misschien?" „Wat zijn knikkers?" „Dus het zijn kristallen knoppen, ja of nee? Kristallen knoppen, die mandarijnen op hun muts dragen!" „Mij best", zei het mannetje. „Wat u maar wilt kristallen knoppen!" En zo, tweeëndertig seconden na dat Bertrand zijn jacht was begon nen, werd hij de trotse bezitter van een „kristallen knop". Mare en Abel waren zo vernederd door deze dynamische autocratie van hun neef, die hun een punt had doen winnen, dat ze besloten hem maar te vertellen wat zij hadden ge presteerd. n„ „Bertrand", begor Mare schuch ter, „Abel en ik zijn erg onder de indruk van jouw succes met die kris tallen knop. En we vinden dat we je moeten vertellen hoe we dat dwang buis. „O, maak je daar geen zorg over! weerde de meester van de kristallen knop luchtig af. En heel minzaam voegde hij eraan toe: „Ik heb een plannetje. Voor het avond is zal ik weer een triomf hebben behaald. Ik ben gewoonweg dronken van mijn succes!" Toen Caesar het Capitool binnen kwam kan hij niet half zo trots zijn geweest als' Bertrand die zich in de taxi wrong. Voor hem was dit een zegewagen en op elke hoek daarvan wapperden koninklijke standaards en buitgemaakte vlaggen. Ze waren op eens alle drie uitgelaten. Volgens de geheieme strategie van Bertrand moesten ze nu terug naar het Peninsula-hotel in Kowloon. Op hun kamer zouden ze zijn volgende stunt afwachten. Abel wist onbe merkt het dwangbuis te voorschijn te halen en verborg het ding onder zijn bed zonder dat Bertrand er iets van had bespeurd. Daar rinkelde Abels telefoon. ,Zeg ik ben het. Maic. Heb jij dat d.b. nu eigenlijk?" „Natuurlijk wat ga 313 doen?" Een douche nemen en een paar uurtjes liggen. Ik knap zo'n beetje af!" Prachtig. Dat ben ik ook van plan. Kom me over twee uur maar roepen, dan zullen we_Bertrand even versteld doen staan!" „Best. Wat doet hij op t ogen blik?" Ik weet het niet, hu heeft niet eens zijn kamerdeur dichtgedaan voor hij naar de telefoon holde." Ze begonnen alle twee te grinni ken. „Wat zullen we lachen (Wordt vervolgd) GOES De postduivenvereniging „De Rode Doffer" hield een wedvlucht uit Neufvilles. De uitslag was als volgt: 1. D. Kloosterman, 2 en 6 U. I. van Bemden; 3 en 10 gebr. Beenakker; 4. K. Verhage; 5. A. Heijnsdijk; 7. A. J. Kuijpers; 8. D. Hage, 9. D. Verwijs. KLOETINGE De gemeenteraad komt woensdagavond aanstaande, om half acht. in openbare vergadering bij een. De agenda telt zeventien punten. Er zijn voorstellen om tenbehoeve van de verbetering van het kruispunt Buys Bal lotstraatRijkswegLewestraat perce len grond, met het eventueel daarop rustende erfpachtsrecht, aan te kopen tegen schadeloosstellingen, om met in gang van 1 mei voor het gehele ge- meentepersoneel een keer per twee we ken een vrije zaterdag in te stellen, om de huren van de in aanbouw zijnde zes woningwetwoningen aan de Hemstraat te stellen op 12,05 per week en om aan de diaconieën der hervormde gemeenten van Goes en Kloetinge over 1960 een sub sidie van ruim 1000 gulden toe te kennen in de kosten van de gezinsverzorging. lllilMIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIItlllllllllllllllllllllllllllllllMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIlllllmillllllllllUlllllllllllllHlllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllilllMlIllllllllllMlllllllllllllilMllllllllllllllttlllllHIIIIIIIIIIUI 62. Op hetzelfde moment dat zijn man nen bemerkten dat zij iets heel belang rijks hadden verzuimd, drong dit ook tot Kappie door. De duikkogel viel namelijk als een steen door het water en sloeg vrij hard tegen de bodem. Hij rolde nog even door en kwam toen in een moeilijke stand tot rust. „Jammer dat deze geschiedenis nu zo moet eindigen.." mompelde Kappie, op zijn snor bijtend. „Hoezo..?" vroeg de viskundige over- eindkrabbelend. „Wel jong.." zei Kappie toonloos. „Er zit geen kabel aan die bol van jou om ons op te vissen. En als jouw vriend vis dat niet doet, kunnen we de zon en de vogeltjes en alle lieve dingen daar boven van hieruit wel gedag zeggen...!" Het duurde even voor Balein dit ver werkt had. Toen wierp hij zich zenuw achtig op zijn geluidsapparatuur en be gon luidkeels in de microfoon te jam meren. „Als je denkt dat een S.O.S. nog helpt, geef het dan tenminste in het Povi," raadde Kappie aan. „De enige, die ons ja kan helpen is Arie! Komt hij niet op duiken of wil hij niet luisteren, dan., dan zijn we ja net zo reddeloos verlo ren als Hola-Oehoe..!" 21. In zijn sprong vonden zijn han den de horens van de voorthollende stier. Met de druk van zijn armen en de kracht van zijn val dwong hij de zwarte kop gedraaid omlaag. Het beest struikelde en viel, meteen weer worste lend om overeind te komen. Otto vroeg zich af, hoelang hij de woede van het razende dier in toom zou kunnen hou den. Maar gelukkig werden zijn krach ten niet te lang op de proef gesteld. De Lagevelders hadden zich van de schrik hersteld en kwamen aanhollen met rie men en touwen en terwijl de zwarte stier werd vastgebonden, kwam de man met de gouden versierselen op Otto toe. „Gij komt als een redder uit de blau we lucht gevallen!" riep hij uit. „Ik ben Bolwer van Lageveld, dit is mijn domein. Wees verzekerd van mijn dank baarheid, vreemdeling!" /•Otto is mijn naam," zei Otto, ter wijl hij hijgend opstond. „Ik spreek u nog,"' zei Bolwer, „ik zien hoe het met mijn dochter is. En hij spoedde zich naar het meis- 3e, dat zich een eindje verderop in het gras had laten vallen. Otto zag vader en dochter even met elkaar spreken, onderwijl in zijn richting gebarend. Het meisje stond op, sloeg haar kleren af, en liep vrijmoedig naar hem toe. „Mijn dank en mijn bewondering, Ot to!"' waren haar woorden. „Uw komst bevestigt weer mijn overtuiging. Ik ge loof in wonderen!"' Bolwer keek onvriendelijk toe. j

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1961 | | pagina 2