vraagt hierom GERED LEVENS WORDEN .Dokter Kersten Himmler wordt vertrouwelijk ÉrtiËffl Valse aangifte van beroving moest oplichting maskeren I KAPPIE EN DE DIEPZEEDUIKERS 1 Uit de kerken V rijdag 21 april 1961 ZEEUWSCH DAGBLAD MIJN OOM. s HEEFT L een GEHEIMEN PRUIKEN g SJAANTJE Ernie Bushmilier Dokter, u moet bij mij blijven Onschatbaar Honorarium „Bel op" Het uiterste VOLGENDE KEER: FLITS GORDON in het heelal Dan Barry DE TINTELS Pag. 2 rw v ?y - r HELEBOEL *T VENSTER HEDEN:GROTÉ GEHEIMEN PAG. V OOM 5 W'z//////// HERMAN.^ 21-3. Wanneer hij, voor zich, in het maanlicht, niet duidelijk de voetsporen van de drie mannen had kunnen zien zou Otto gedacht hebben dat hij ge droomd had. De Rheanen! Dat vreem de volk had hij nog nimmer ontmoet, in kleine groepjes zwierven zij door de landen, en veel slechts werd over hen verteld. Vreemde gebruiken hadden ze, trouwens, daar had hij nu al even mee kennis gemaakt. Ongewapend op een nachtelijke rooftocht...want dat ze de gouden haan gestolen hadden stond voor Otto vast. Maar van wie dan? Aan wie zou dat ornament kunnen toebehoren? „De Kheanen stelen slechts wat hun toekomt!" had de jongeman gezegd, en zeker, het vreemde voorwerp paste wel bij deze vreemde mensen. Otto zette de gedachte aan zijn ont moeting van zich af. Hij voelde zich eigenlijk niet goed wakker, alsof de vol le maan hem vreemde droombeelden had ingegeven. Hij zuchtte eens, krab belde zich in de haren en zocht zijn paard op. Hij had, stapvoets, nog maar een kor te afstand afgelegd, toen hij weer (en gerucht hoorde. Het trof ongelukkig, dat hij juist op de top van een heuvelrug stond, midden in het volle maanlicht. Maar daar maakte hij nu dan maar ge bruik van de omgeving snel in zich op te nemen. De stofwolk van een ruitertroep snel de recht op hem af. Himmler, de opperbeul van nazi- Duitsland, de man die in zijn werk kamer met onbegrijpelijk sadistische lust de marteldood van miljoenen heeft uitgedacht en georganiseerd, had een uiterst pijnlijke maagkwaal. Velen hebben nooit begrepen hoe Felix Kersten, de Finse masseur, die Himmler van zijn vreselijke pijn af hielp, zoveel invloed op deze mense lijke satan heeft knnnen krijgen. Als Himmler echter een maagaanval had, was hij machteloos als een kind. De pijn maakte hem razend en slechts Kersten was in staat zijn li chaam weer tot een werkend orga nisme te maken. Daarbij was Himm ler doodsbang, dat Hitier iets van zijn kwaal zon merken, omdat hij vreesde, dat dit voor Hitier een aan leiding zou kunnen zijn hem aan de dijk te zetten. In ongenade te vallen bij Hitier stond voor Himmler gelijk aan de dood, want hij had vele machtige vijanden, die hij slechts de baas kon blijven als hoofd van de geheime politie. Grote spijt" Nadat de van pijn kronkelende Himmler de eerste keer dat Felix Kersten bij hem was, een kwartier op de divan bad gelegen, waren de krampen verdwenen. Himmler, die al bij morfine geen baat meer had kunnen vinden, wist van blijdschap niet wat hij moest doen: „Dokter, dit is geweldig", riep hij uit, „u moet bij mij blijven. Ik zal u onmid dellijk bij de S.S. laten inschrijven met de rang van Obergruppenfiih- rer". Felix Kersten zag het schriele, halfnaakte ventje voor zich, dat zich weer almachtig waande nu de pijn was geweken. Hij begreep, dat hij zeer voorzichtig te werk moest gaan. Er waren Duitsers, die voor minder dan het weigeren van een officiers rang bij de S.S., in de martelkamers van de Gestapo terecht waren te- komen. Hij dacht even na en sprak toen: „Reichsfuhrer, ik ben zeer gevoelig voor de eer die u mij aandoet, maar tot mijn grote spijt is het mij niet mogelijk uw voorstel aan te nemen. Ik woon namelijk in Holland en heb daar een gezin en een groot aantal patiënten. Ik beloof u echter, dat ik onmiddellijk zal komen, wanneer u weer krampen krijgt". De weken die volgden was Kersten een vaste gast op het hoofdkwartier van Himmler. Iedereen had de meest uitdrukkelijke order om de dokter niets in de weg te leggen en met de grootste voorkomendheid te behandelen. Tijdens iedere behande ling werd Himmler vertrouwelijker tegen zijn masseur. Men moet zich om dat voor te stellen indenken, dat het schriele mannetje, wiens lichaam door afschuwelijke pijn werd ontta keld en gekneusd, tijdens de behan- delig de krampen langzaam voelde wegzakken, alsof hij dreef op een stroom van gelukzaligheid. „Binnenkort Toen Himmler voor de achtste maal zijn pijn voelde wegzakken on der de handen van Felix Kersten, verklaarde hij rustig: „Binnenkort hebben we oorlog. De Führer wil het". Zes maanden later, terwijl Kersten op vakantie was op zijn buitengoed Hartzwald, werd hij onverwacht bij Himmler ontboden. De man had weer een aanval. Toen de pijn weg zakte, zei hij glimlachend: „Over een paar dagen vallen onze troepen Polen binnen". „Maar dat betekent wereldoorlog", schrok Felix Kersten. Himmler glimlachte: „TJ spreekt als iemand, die nergens iets van be grijpt. Engeland en Frankrijk zijn zo zwak, dat zij ons onze gang zul len laten gaan zonder tussenbeide te komen. Gaat u maar rustig naar Den Haag terug. In tien dagen is alles achter de rug". In Den Haag hoorde Felix Kersten, aat Duitsland Polen had aangeval- len en dat Frankrijk en Engeland aan Duitsland de oorlog hadden ver klaard. mmiiimiiiiiitiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiMiiHiiMiiiiiiiitniiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii ■k Felix Kersten komt in Nederland aan om door de Enquête-commissie te worden gehoord. Van een onzer verslaggevers DEN HAAG. Twee jaar met aftrek en terbeschikkingstelling van de regering heeft de Haagse officier van justitie ge- eist tegen de 43-jarige administrateur T. H. M. van L„ die een serie oplichtin gen heeft gepleegd en zich uit de schul den heeft willen werken met een valse aangifte van beroving. Vorig jaar herfst had Van L. bij vrou welijke kennissen geld geleend, met het verhaal dat hij geld uit een erfenis kreeg, maar dat hij de zaak nog in Nij megen moest regelen met een notaris Ter zitting weigerde hij de naam van de notaris en de herkomst van het geld te noemen. Het zou zwart geld zijn uit de oorlog, dat de notaris in moeilijk heden zou brengen. Overigens ontkende van L. de vrouwen te hebben opgelicht. Zij hadden hem eerst geld gegeven en toen pas had hij van de erfenis verteld, zo beweerde hij. Eind november was hij de politie ko men vertellen, dat hij, in het Haagse Bos fietsend, van zijn portefeuille met 1050 gulden was beroofd. Ook over de herkomst van dit geld wilde hij zich niet uitlaten. Van L. heeft zich in één klap uit de schulden willen werken, zonder dat dit hem een cent zou kosten, meende de officier. De raadsman vond, dat de mo gelijkheid toch bestaat dat Van L's ver haal waar is. Geef hem de kans het te bewijzen, zo bepleitte hij, want Van L. heeft gezegd het geld te hebben kunnen innen als hij nog een maand op vrije voeten zou zijn geweest. DEN HAAG. Het Tweede-Kamer lid de heer Westerhout (P.v.d.A.) heeft de ministers Van Aartsen en De Pous gevraagd of de regering de speculatieve uitverkoop en versnippering van grond die voor de recreatie belangrijk is nog steeds verantwoord acht, gezien het te kort aan recreatieruimte in ons land. Als illustratie heeft hij bij zijn vraag enkele advertenties uit een Duitse kran' gevoegd, waarin Nederlandse grond te koop wordt aangeboden. 53. Fluisterend stonden Kappie en jo nas Balein op de pier te wat zij voor Arie konden doen. „Luister", zei Kappie. „Ik geloof, dat ik er ja iets op gevonden heb. Je gaat terug naar die Piste en je laat die kniezebieter geloven, dat je met hem in zee gaat. Dan begin je Arie zijn kunstjes te leren. Maar morgen onder de voorstelling, als iedereen bin nen is De rest van zijn plan fluisterde Kap pie zo zachtjes, dat de zee weinig moeite had om het met zijn geruis te overstemmen. Niet veel later keerde Kappie tevreden terug aan boord van de Kraak, terwijl Jonas Balein de potvis braaf door hoe pels leerde springen en muntstukjes het opduiken, allemaal onder de triom fantelijke blik van Pablo Piste. Wanneer de spullebaas echter had ge weten, welke instructies Balein de pot vis in het Povi toevoegde, had hij ver moedelijk wel anders gekeken.,.. 1 30 Daarvan maakte Mare gebruik om te zeggen: ,,U handelt toch in apen dan kent U zeker ook wel iemand die ons twee kikkers wil verkopen." ,,U kunt in elke plaats ter wereld elk dier dat U maar wilt krijgen, als U mijn naam noemt!" Het adres dat hij hun gaf werd haastig genoteerd en veilig opgebor gen in Abel's portefeuille bij de andere trofeeën. „Jammer dat Dino niet heeft ge zegd dat we een walvis moesten meebrengen uit New York," zei Mare. „Die hadden we daar vast ook wel gekregen, denk ik." Een, poosje later stonden ze voor de centrale gevangenis, nog nooit had den ze zo'n onplezierig bouwsel ge zien. Het was drie verdiepingen hoog en alle vensters waren getralied. Ze belden en er ging een luikje open in de massieve deur. Het ge zicht van de portier deed hun den ken aan een beul. Maar zo gauw hij de apenhandelaar zag kierde de deur net ver genoeg open, om achter el kaar naar binnen te kunnen gaan. Ze kwamen op een binnenplaats. In het midden stond een toren met grote ronde ramen, zodat de bewa kers een vrij uitzicht hadden op elk deel van de gevangenis. In die toren was het kantoor van de directeur. Die directeur was gestoken in een keurige khaki-uniform. Hij was le- gerkolonel. Hij drukte de reizigers hartelijk de hand en luisterde gedul dig en aandachtig naar hun verhaal. Abel en Mare lieten niets onbeproefd om in een goed blaadje te komen. Per slot van rekening was dit hun laatste kans. Zijn reactie zou het verschil tussen slagen en mislukken betekenen. Maar niemand voelde zich eigen lijk echt op zijn gemak, met uitzon dering van de directeur misschien, die, naar hij vertelde, al vijf en twintig jaar dit baantje uitoefende. Mare maakte zo uitvoerig moge lijk duidelijk waar het hun om te doen was. „Nu, ik heb gedurende mijn car rière een massa gekke dingen mee gemaakt," zei de directeur toen Mare zweeg, „maar ik moet zeggen dat dit voor het eerst is dat twee volkomen vrije en onschuldige Euro peanen me komen vragen om te worden opgesloten! U weet niet wat voor klanten ik hier heb Weet U wel dat U tussen de grootste boe ven van het land terecht zoudt ko men?" Hij scheen maar niet te kunnen begrijpen dat dit niets betekende, TOEN Kersten in april 1940 voor zijn jaarlijkse reis naar Den Haag een uitreisvisum aan vroeg werd hem dit geweigerd en wekenlang was hij op zijn buitengoed Hartzwald, de ge vangene van Himmler. Tien mei 1940 werd hij naar Berlijn ont boden. „U hebt ongetwijfeld het nieuws al door de radio ge hoord", informeerde Himmler opgewekt. „Ik heb niets gehoord", antwoordde Kersten ontstemd. Himmler straalde van blijdschap: „Onze troepen zijn Nederland binnen gevallen. Zij gaan dit broederland, dit zuiver-Germaanse volk bevrijden van de Joodse kapitalisten, waaraan het is onderworpen". „In dat geval heb ik hier niets meer te maken", zei Kersten, „ik vertrek naar Finland". Himmler werd niet boos, maar toon de zich wel uiterst verbaasd: „Ik heb u geen uitreisvisum laten geven, om dat ik u wilde beschermen tegen on ze mannen in Nederland, de Neder landse nationaal-socialisteh en hun lei der Mussert. Het is hun bekend hoe verbonden u bent geweest met het Ne derlandse Hof, dat geheel verjoodst is en waarvan wij nu een zuiver-Ger- maans volk gaan bevrijden". KERSTEN keek Himmler peinzend aan: „Hij gelooft het, hij gelooft het werkelijk", dacht hij verwonderd en vertrok. Op de Finse ambassade werd hem een visum geweigerd: „Ons land wil, dat u met Himmler in contact blijft. Dit kan voor ons van onschatbare waarde zijn", werd hem te verstaan gegeven. In de dramatsiche zomer van 1940 redde Felix Kersten zijn eerste men senleven. Een van de groot-indus triëlen, die Kersten met Himmler in contact had gebracht, had hem ge vraagd bij Himmler te willen pleiten voor een fabrieksopzichter, die om po litieke redenen in een concentratie kamp was gegooid. Het lot kwam Kersten, die niet wist hoe hij zo'n verzoek moest inkleden, te hulp. Toen hij eind augustus 1940 eens bij Himmler de pijn had wegge masseerd, herinnerde Himmler zich plotseling, dat hij zijn masseur nooit enig honorarium had betaald. Omdat Himmler er graag prat op ging, dat hij in tegenstelling tot vele hoge partij functionarissen niet geldelijk van zijn positie profiteerde, zei Kersten: „Ik, neem geen honorarium van arme men sen". Himmler was diep ontroerd: „Maar mijn beste dokter, hoe moet ik u dan belonen?" iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii IZ"ERSTEN vertelde later, da thïj zich er nauwelijks bewust van was wat hij op dat moment deed. Hij haai de het briefje, waarop de naam van de opzichter stond, tevoorschijn en gaf het aan Himmler: „Reichsfuhrer dit is mijn honorarium de vrijheid van deze man". Himmler maakte een beweging van schrik, maar zei, nadat hij de naam had gelezen: „Natuurlijk willig ik dit verzoek in, omdat het van u komt". Vervolgens riep hij zijn secretaris Ru dolph Brandt: „Neem dit briefje", klonk het bevel, „en laat deze gevan gene vrij. Dokter Kersten vraagt hier om". De redding van het tweede slacht offer ging moeilijker. Felix Kersten had van Himmler opdracht gekregen zijn huis in Den Haag te verkopen en verbleef daartoe begin september 1940 in Nederland. Daar hoorde hij, dat de Haagse antiquair Bignell, een goede kennis van hem, was gearresteerd. In opdracht van Himmler moest Kersten zich iedere dag bij Rauter, de chef der Gestapo in Nederland, melden. Toen hij van de arrestatie van Bignell had gehoord, spoedde hij zich naar Rauter: „Ik wil, dat u deze man vrij laat, ik sta borg voor hem". iiiiiiiiiiiiiimiiiiiiii RAUTER kreeg een woede-aanval over de brutaliteit van die merk waardige vreemdeling en het gesprek kreeg het eenzijdig karakter, dat ie dereen zich herinnert, die tijdens de bezetting een meningsverschil kreeg met een Duitse autoriteit. Kersten, niet gewend zich te laten afblaffen verloor ook zijn gewone kalmte en riep op een gegeven moment: „Bel Himmler voor me op". Rauter ver- stiifde. Zelfs hij, de chef van de Gestapo in Nederland, mocht niet anders dan via Heydrich de chef van de Gestapo met Himmler spreken. En deze Finse dik zak.... Rauter bulderde nog eens flink, maar toen Kersten op een gesprek met Himmler bleef aandringen, greep hij de telefoon. Het gesprek kwam vrij spoedig tot stand. „Dokter, ik heb zo'n vreselijke pijn, kunt u zo vlug mogelijk komen", klaagde Himmler door de telefoon. De chef van de gestapo in Neder land, Rauter, voor zijn rechters in Neu renberg. In september 1940 ontfutselde Felix Kersten aan hem het tweede men senleven, dat hjj redde. Kersten haalde opgelucht adem en pleitte voor zijn Nederlandse vrien den. „Goed, dokter, goed", kreunde Himmler, „geef mij Rauter maar even". Het werd een eenzijdig ge sprek. Rauter stond in Den Haag ge durende het gehele gesprek in de hou ding achter het telefoontoestel en deed niets anders dan „Jawohl, Herr Reichsfuhrer" stamelen. DE arrestaties in Den Haag wer den stopgezet. Een dag later mas seerde Felix Kersten bij een kreunen de Himmler de pijn weg. Hij had een nieuwe en machtige vijand er bij ge kregen: Rauter. Hij had ook met me dewerking van Himmlers secretaris Rudolph Brandt een feilloos systeem voor verbindingen met Nederland op gebouwd. Brandt had namelijk voorge steld, dat enkele Nederlandse vrien den van Kersten hem van de toestand in Nederland op de hoogte zouden hou den door brieven te zenden met het veldpostnummer van Himmler, de eni ge brieven, die niemand durfde te censureren. Daar Brandt als secreta ris alle post van Himmler het eerst in handen Jcreeg, kon hij gemakkelijk de brieven voor Kersten onderschep pen. Gedurende de hele oorlog heeft Kersten op deze wijze brieven uit Ne derland ontvangen en menigmaal heeft hij kunnen ingrijpen om rampen te voorkomen. iiiimmiiiiiimitmtimHimim TOEN de oorlog afgelopen was, werd Rudolph Brandt als de secretaris van Himmler gearresteerd. Daar Himmler zelfmoord had gepleegd, werd Brandt verantwoordelijk gesteld voor alle onmenselijke decreten en or ders, die via zijn bureau waren ver stuurd. Felix Kersten heeft het uiterste gedaan om Brandt te redden, maar hij was als masseur van Himmler zelf een verdacht persoon, die zijn arresta tie ontliep door tijdig uit te wijken naar Zweden. Rudolph Brandt, die vijf jaar lang zijn leven had gewaagd om Kersten zijn reddend werk te laten doen, werd schuldig bevonden aan het bedrijven van oorlogsmisdaden en in Neuren berg opgehangen. Enkele weken geleden is de opper ste kampbeul van Gusen en Vught, Chmielewski, van wie men weet, dat hij vele tienduizenden moorden heeft begaan en van wie bewezen is, dat hij minstens 293 mensen eigenhandig heeft vermoord, veroordeeld tot levenslange gevangenisstraf. Zijn verdediger had vrijspraak gevraagd. Ook het recht drijft soms op de stroming van het getij. Alle Nederlanders moeten naar Polen I vergeleken met de voldoening die het winnen van een weddenschap op levert. „En wat dat ontslagbewijs be treft," ging de directeur verder, ,,U zoudt even goed kunnen vragen om de maan met een hekje eromheen. In de hele strafgeschiedenis van het rijk is er nog nooit zo'n verzoek in gediend." Na de vergeefse tussenkomst van de minister van justitie in eigen per soon vonden ze het niet verstandig langer aan te dringen. Als ze iets zouden zeggen wat ze graag hadden willen zeggen, zou dit vroeg of laat de ambassadeur ter ore komen, en ze zagen er niets in om de wedden schap te winnen alleen om zichzelf te benadelen en misschien zelfs een breuk te veroorzaken in de diploma tieke betrekkingen tussen Thailand en België. Mare wierp de handdoek in de ring. „Dank u wel, kolonel. We be grijpen het allemaal volkomen." „Misschien zoudt u onze gevange nis eens willen bezichtigen?" bood de directeur aan. Gewapende wakers liepen heen en weer langs de zwaar getraliede cel len. Door de tralies heen werden de bezoekers met stomme verbazing ga degeslagen. Voor een lege cel bleef de direc teur staan. „Zoudt u er iets aan hebben als u zoudt kunnen bewijzen dat u werkelijk opgesloten bent ge weest in een cel van de centrale ge vangenis van Bangkok?" „Absoluut! Maar hoe zouden we dat kunnen bewijzen?" „Dat is eenvoudig genoeg. We le nen u een paar uniformen, sluiten even u op en laten u fotograferen." „Kolonel we weten nauwelijks hoe we u moeten danken!" Marc was de eerste die het boeve- pak aan had. „En dan beweren ze nog dat kleren de man maken merkte hij ietwat wrang op. „Zeur niet", zei Abel. „Iedereen is ten slotte een potentiële misdadl- door PAUL, OB LAAT WIUÊMH TOCH NIET VAN ALKMAAR WINNEN? WAAROM NIET? Rudolph Brandt, de secretaris van Himmler, moest in 1945 de verant woordelijkheid dragen voor al de da den van Himmler, die door hem pro forma waren mede-ondertekend. Hoe wel Felix Kersten zyn uiterste best deed om de rechters duidelijk te ma ken, dat Brandt voor hem een onmis bare hulp was geweest by het redden van mensenlevens, werd Rudolph Brandt ter dood veroordeeld en opge hangen. ger!" Even later zaten de namaakboe- ven achter de tralies. Voor de deur stond een tot de tanden gewapende bewaker, die blijkbaar helemaal niet snapte wat er eigenlijk gebeurde. De buren bekeken hun nieuwe buren met kennersblik, terwijl de kolonel de ge vangenisfotograaf ging optromme len. Maar de fotograal was niet van te voren gewaarschuwd en dus nergens te vinden. De minuten verstreken. Al le bewakers die geen dienst hadden kwamen een kijkje nemen, zo gauw het verhaal de ronde had gedaan. De enigen die niet lachten waren de echte bewoners van de aangrenzen de cellen. Die konden werkelijks niets in de situatie ontdekken. NI EM AND KAN TEGEN ALK MAAR OP, SUFPERO. DAAR IS MOEDER GEBOREN EN GETOGEN .'TIS MAAR GOEDjDATIKOEVAN- avondmelp.' HERV. KERK Beroepen te Hardinxveld-Giessendam, J. R. v. Cuperus te Waddinxveen. Bedankt voor Lunteren Jac. Vermaas te Veenendaal. GEREF. KERK Beroepen te Assen, vae. D. Seheele A. Vellema te Eindhoven. Bedankt voor Paesens J. de Waard cand. te Rijsoord. Bedankt voor Siddeburen, J. Wolven te Urk. GEREF. (VRIJGEM.) Beroepen ete Veenendaal. K. B. Hol- werda, kand. te Kampen. CHRI T. GEREF. KERKEN. Beroepen te Hilversum O. W. v. 't Spijker te Drogeham. UNIE VAN BAPTTSTENGEM. Beroepen te Den Helder H. J. Stuk- ker te Vriescheloo. GEREF. GEM. Beroepen te Krabbendijke, tweede .maal. Chr. v. Dam, te Rotterdam-Z. opera mundi KFS

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1961 | | pagina 2