Oosterse kerk bewaart liturgie uit de tijd van de kerkvaders HIJ is opgewekt ROME EN DE BIJBEL I Evangelisatie Nederlanders Toronto EMMAUS We willen graag praten ROME IN DE BAN VAN „NIEUWE" THEOLOGIE Verlossing meer centraal dan de verzoening Goedendag voor Farakla PROF. DIJK OVER OECUMENE (Een keerpunt? Zaterdag 1 april 1961 ZEEUWSCH DAGBLAD Pag. 9 Kledingzending naar rampgebied in Chili Alle kerkelijke hoogtijdagen voorbereiding voor Paasfeest Pasen- hoofdfeest Hoogtepunt Bureau kerkopbouw Jeugd op galerijen dsJ. van Dullemen te Zoutelande Praagse vredesconferentie vergadert weer PRAAG. De zogenaamde Praagse Vredesconferentie zal dit jaar van 13 tot 18 juni in Praag bijeenkomen onder de naam van „Alchristelijke vredesver- gkdering". Tot dit doel zijn de leden van het permanent comité van 2428 januari j.l. in voorbereidingszitting on der voorzitterschap van prof. Hromadka bijeen geweest. Een volgende zitting zal in april gehouden worden. Besloten werd dat de vergadering onder het thema .Vrede op aarde" zal staan, dit thema zal worden ingeleid door prof. Hromad ka terwijl verder gesproken zal worden over de themata: Vredeswerk in navol ging van Christus, Vrede en brood voor allen, Vrede in het tijdperk van tech niek. Vrede en de jonge staten, Koude oorlog en ware vrede. De vergadering zal uit tien werkgroepen bestaan, die elk een met de hoofdthemata verband hou dend onderwerp zullen bestuderen. Het voorbereidend comité, dat uit ruim veertig leden bestaat, waaronder de Ne derlander prof. dr. A. J. Rasker, ver wacht in juni ongeveer een zeshonderd deelnemers uit de gehele wereld. Gift Chr. Geref. vrouwen Met het m.s. Archimedes is deze maand opnieuw een zending van 64 kis ten gebruikte kleding verzonden naar Chili. De kleding is voor de hulpactie van de ICCC verzameld door de chris telijke gereformeerde vrouwenverenigin gen voor door de aardbeving geteister de Chileense kerken. Evenals bij de vorige zending zorgde de KNSM voor gratis vervoer. De inzameling van kleding is met deze zending afgesloten. De Chileense raad van evangelische kerken de IGCC-organisatie in dat land heeft vorige maand in zijn congres midden ]it het rampgebied grote dankbaarheid uitgesproken voor de Nederlandse hulp. ^w>A<vwi«\<yvwvw\<VMVW^ N de Oosterse kerk neemt het Paasfeest een heel bijzondere plaats in. De liturgische feestdienst in de zeer vroege morgen van de eerste paasdag is van een hooggestemd liturgisch karakter. In de oude hymnen van deze kerk komt van heel ver de stem van de Christelijke kerk der eerste eeuwen tot ons. Juist door haar trouw aan de liturgie uit die eerste eeuwen bleven de kerken van het oosten één. Haar liturgie werd gebaseerd op wat eens de stadsliturgie was van het machtig Byzantium. Zij lijkt sprekend op die van de apostolische vaders. Een theoloog van de oosterse kerk heeft gezegd dat orthodoxie naar de grondbetekenis niet wil zeg gen rechte leer, maar rechte lofprijzing. Daarmee wordt het hart van de Grieks- orthodoxe kerk geraakt. Vandaar de hoge plaats, die in de liturgie van deze kerk aan de lofprijzing wordt toegekend. rvE vormen van eredienst wijken geheel af van die, welke na de reformatie ons vertrouwd zijn geworden. Er liggen ook grote dogmatische verschillen. Maar men mag nooit vergeten, dat de eeuwenoude liturgische vormen van de Grieks-orthodoxe kerk steunen op de grondslag van de Christelijke oudheid. De kerk in het oosten legde nimmer de klem toon op het kenniselement. Reflee teerde men in het westen meer verstandelijk en dogmatisch, de kerk van het oosten bleef eigenlijk in de dogmatiek „sterker". Maar des te meer legde zij de nadruk op het beleven in mystieke zin. Openbaring betekende voor haar maar niet de mededeling van ver standelijke waarheden, doch een gegrepen worden door „het leven uit God". De Oosterse kerk legde meer het accent op de verlossing dan op de verzoening. Door de overwinning van het kruis en door Zijn glorieuze op standing heeft Christus zich een volk verworven. Dit volk kreeg on der de leiding van de Heilige Geest door de kerk met haar sacramenten (mysteriën) deel aan het heil. Zij ge niet daarvan, zij dankt daarvoor, zij bidt en wacht tot het geloven zal overgaan in het aanschouwen, tot de nieuwe hemel en de nieuwe aar de werkelijkheid zullen zijn en het verheerlijkte schepsel de grote lof zang zal zingen. JOHAN TANGELDER (teamleider) Johan Tangelder, Folkert Zijlstra en Tom van Heyst, drie echte Nederlandse na men van drie jonge immi granten in Toronto en stude rend aan het Central Baptist Seminary aldaar. Drie jonge lui, die er geen vrede mee had den, dat er onder de ongeveer 40.000 Nederlandse immigran ten in Toronto practisch geen evangelisatiewerk verricht werd en die dit werk daarom zelf ter hand namen. Sedert zondag 4 dec. beleggen zij elke zondagmiddag een dienst in de Eglinton Baptist Church, waar zij voor hun mede-immigranten van Chris tus getuigen. De diensten worden bezocht door mensen uit geheel groot-Toronto. Het is te begrijpen, dat niet zo maar iedereen deze diensten HET hoofdfeest van de Oosterse kerk is nog altijd het „heilig Pasen", waarop alle kerkelijke feesten uitlopen als voorbereidingsfeest. De midder-1onzer, nachtelijke paasdienst met zijn rijke liturgie begint om elf uur 's avonds en eindigt om half twee in de morgen. In het eerste gedeelte van de dienst is het interieur van de kerk in zwarte kle den gehuld. De Christus-ikoon, afge beeld als in het graf liggend, wordt met veel ceremonieel in de altaarruim. te gebracht. Dan wordt de kerk door ieder verlaten en men keert langs een omweg daarheen terug. Precies om twaalf uur gaan de kerkdeuren weer open. Dan zijn de zwarte kleden weg genomen en alles is wit en licht. In de loop van deze jubelende Paasdienst wordt de Opstandingsikooft' in- proces sie naar buiten gedragen. Ikonen doen denken aan een bepaald soort kinder tekeningen. Kinderen tekenen wel eens een man tussen de wolken. Als men de kinderen vraagt, wat dat voorstelt, zeggen zij zonder aarzeling, dat zij God hebben getekend. Zij hebben God nooit gezien, maar geven Hem toch een plaats in hun werkelijkheid. Hij is er immers! Dan moet Hij ook op de tekening staan. Zoals de kleine teke naar God in de realiteit van het werk stuk plaatst, zo hangen ook de ikonen in de Grieks-orthodoxe kerken: als ver beeldingen van een uitsluitend met het geestesoog waarneembare werkelijkheid. De ikonen vullen het zichtbare van de gemeente op aarde aan tot het we zenlijke geheel, waarvan die gemeen te een onderdeel vormt: de Kerk van alle eeuwen, strijdend hier op aarde, triumferend in de hemel, maar als eenheid voortdurend bezig in de dienst van God als een werkelijkheid, die de horizonten van de tijd niet mogen door breken. Rondom de kerk zijn ter gelegenheid DEN HAAG. De clubs voor jongens én meisjes tot zestien jaar van het C.J.V. starten deze week een actie om het echtpaar Blankers in Farakla in Griekenland aan een barak te helpen. Onder het motto „Kali sperra voor Fa rakla" (Goedendag voor Farakla) zullen zij trachten voor Pinksteren tenminste vijftigduizend speciaal bedrukte servet jes te verkopen. De actie wordt geor ganiseerd door de Wereld Wijd Werk- commissie van het C. J.V., die binnen het verbond daadwerkelijke belangstelling voor zending en oecumene vraagt. Ver leden jaar deed zij dit onder meer door een actie te voeren voor de vluchtelin gen in Hongkong en het jaar daarvoor door een actie voor een „Boystown" in Madras. Beiden werden een groot suc ces. FOLKERT ZIJLSTRA binnenstapt, om de eenvoudi ge reden, dat men weten moet dat er dergelijke diensten be legd worden. Niets is eenvou diger dan in de dagbladen te adverteren, hetgeen dan ook gedaan is. Een persoonlijke uitnodiging sorteert echter meer effect. De studenten hebben er dan ook niet te genop gezien om geschreven uitnodigingen tot hun land genoten te doen uitgaan. Ver der wordt elke zaterdagmid dag intensief huisbezoek ge daan door dit actieve drietal, dat op deze wijze uitdrukking geeft aan het gezegde, dat studeren meer is dan student zijn. Zij zijn getuigen. TOM VAN HEYST van het Paasfeest kaarsjes in de grond geplaatst en terwijl de processie met de opstandingsikoon naar buiten komt roept het volk: Christus is waarlijk opge staan. De Oosterse kerk is door de eeuwen ver van ons af komen te staan. Mis schien herinneren we ons uit oude school boekjes nog hoe drie pauselijke legaten uit Rome de banvloek legden op het altaar van de Sofiakerk in Byzantium in 1054 en misschien lazen we dat de heidense Russen eens gezanten uitzon den op zoek naar de ware godsdienst en hoe zij niet die van Rome, maar van Byzantium volgden om de diepe in druk, die de oosterse kerk op hen maakte. Maar verder was alles vaag en nevelig tot wij in onze tijd ons het bestaan van die Paaskerk weer scher per bewust zijn geworden. In de kerkgebouwen van de Grieks- orthodoxe kerk is het schip, de plaats waar de gemeente staat (zitplaatsen zijn er niet), van het heilige met het priesterkoor afgescheiden door een wand met deuren. In de heilige altaar ruimte ligt altijd het evangelie. Daar staat de zevenarmige kandelaar met de tabernakel, waarin het avondmaal wordt bewaard voor de zieken. Verdere sym bolen zijn het kruis, de kelk en de discus op een zijtafel. Men moet hier denken aan de Israëlitische taberna kel. De zin is, dat het heiligdom al leen maar kan worden gezien met het geestelijk oog. HET grote moment in de dienst is dat, waarop de deuren worden ge opend en het heilige zichtbaar wordt. Dan is de hemel werkelijkheid voor het geloof op aarde. Op de deuren- wand ziet men de ikonen van Christus en van de vier evangelisten en voor stellingen van de aankondiging van Christus' geboorte, Zijn opstanding en van het heilig avondmaal. Ter waarschuwing, dat men op deze aarde afgescheiden is van het heilige zijn engelen afgebeeld. De wanden van de Grieks-orthodoxe kerken zijn behan gen met ikonen. Diep treft in kerkin richting en liturgie het zich één weten als strijdende kerk op aarde met de triumferende kerk in de hemel. In de Christocentrische, eschatologisch ge richte liturgie, in de gebeden en in de hymnen, is de kerk nimmer buiten het kader van de kerkvaders gegaan. De zeer uitgebreide formulieren voor kerkelijke handelingen rusten op het oer-christelijk grondthema. Typisch oosters doen de vele herhalingen aan, vooral in de gezongen gebeden, waar bij de diaken telkens de gemeente aan spoort en deze antwoordt: Heer ontferm Naast de blijdschap over Gods grootheid en de majesteit der verlossing hoort men aangrijpende klach ten over 's mensen zonde en onwaardig heid en klinkt een zuivere toon van boete. Bij de lofverheffing worden on berijmde psalmen gezongen. In het westen zijn we in het verstan delijk dogmatisch benaderen van de heilswaarden veel verder gegaan. Maar juist in deze tijd komt weer drin gend de vraag tot ons verdeeld kerke lijk leven of wij ons niet te ver ver wijderd hebben van de eenvoud der fun damentele Christelijke symbolen. De oosterse kerken 'hadden in een lange historie ^sterker dan.- wij te kampen met heidendom en Islam, met primi tieve volken en ook dilwijks met ver val. Zij mogen naar onze indruk wat vaag en traag gebleven zijn, nooit mo gen we de moeilijke omstandigheden, waaronder de oosterse christenen heb ben geleefd en nog leven vergeten. In de gang der eeuwen hebben de monni ken van Athos, het'bolwerk van de Grieks-orthodoxe kerk en van de Si- naï, kostelijke oude kerkschatten be waard van de eerste Christenkerken en door de historie heen bleef toch een toon van diep Christelijk geloofsleven over heersen. Groeit onder ons vandaag ook niet de drang in de mystiek van het waarachtig geloof in Christus, het levende kerk-zijn opnieuw te beleven? Opdat de wereld ziet Christus, de Overwinnaar van dood en graf, die aan het eind der eeuwen komt om heel Zijn Kerk te verenen in de lofzang van de triumferende kerk uit alle geslacht en taal en volk en natie. (Marcus 16 vers 6) Deputaten Kerkopbouw van de Gere formeerde Kerken hebben de beschik king gekregen over een bureau voor het werk van dit deputaatschap. Dit' bureau is gevestigd in Utrecht, Munt straat 4 en staat onder leiding van een algemeen adviseur, de heer J.A.Harms. De opdracht van het deputaatschap be staat uit het van advies dienen van die kerken, die in verband met mi gratie met structurele moeilijkheden te kampen hebben. Ook worden desge vraagd aan de kerken adviezen gege ven betreffende bouwzaken in algeme ne zin, terwijl nauw zal worden sa mengewerkt met de Stichting Steun Kerkbouw. Gezien de omvangrijke ar beid van dit deputaatschap besloot de synode hiervoor een bureau in het le ven te roepen, dat nu met de vesti ging daarvan kan gaan functioneren. Op 16 april zal in de Sociëteit te Aardenburg een bijzondere dienst ge houden worden uitgaande van het ge westelijk evangelisatieverband, waar in verschillende kerken meewerken. Hun stemmen waren bits geweest Tegen de vreemde vreemdeling. Nu schreden zij met stiller geest Nevens hem door de schemering. Zij zaten in de schemering En het gezegend avondbrood J Ontviel de hand die het ontving. En hij ontvlood. Want zij herkenden; en ontdaan Zochten zij blij zijn jong'ren weer. Toen in hun midden, als de maan Tussen de sterren, rees de Heer. Willem de Merode Prof. dr. K. Dijk schrijft in de Bazuin, dat hij zoals door sommigen ver moed in het geheel geen tegenstan der van de oecumeniciteit is, mits het oecumene gaat'onisdé' waarachtige een heid, -ld. die van het war.e .geloof, waar van 'in zondag 21 Heidelb. Cat. wordt gesproken. Het is daarom een misver stand te menen, dat de gereformeerden de weg tot eenheid niet zouden willen gaan. Hiertoe moeten de gereformeer den zichzelf steeds afvragen of zij de weg naar de eenheid niet gebarrica deerd hebben of nog bezig zijn om die op welke wijze ook open te breken: Wij mogen voor zul'k onderzoek nooit bang zijn, want, en laat ik nu maar erg concreet zijn en in deze eeuw blijven, al ben ik ten volle overtuigd, dat onze generale synodes in 1920 (zaak-Netelen bos), in 1926 (conflict-Geelkerken), in 1943.44 (kwestie-gravamen-Greijdanus, 'A DLIJKENS een artikel in het Ameri- kaanse weekblad „The Priest" teemt de invloed van een nieuwe theo logie in rooms katholieke kringen hand over hand toe, hetgeen volgens de schrijver van dit artikel, pater F. L. FI- las, S. J., voorzitter van de theologi sche faculteit van de Loyola Universi teit te Chicago, grote gevaren met zich meebrengt. De inhoud van deze nieuwe theologie, is niet bepaald -nieuw te noemen, maar is een herleving van de z.g. „formge- schiohtliche" methode, waarbij gevraagd wordt naar de werkelijkheid die achter het geschreven woord van de bijbel ligt. Heeft men in protestantse kringen op deze wijze het begrip mythe, sage e.d. ingevoerd, de rooms-katholieke theolo gen gaan voorzichtiger te werk en spre ken van „midrasch". Een midrasch is een Joods uitlegkundig werk bij het Oude Testament, dat in zoverre van een nauwgezette uitleg onderscheiden is, dat in de midrasch aan de fantasie de vrije loop gelaten is. Wanneer dan ook van de evangeliën als van een midrasch wordt gesproken, dan betekent dat. dat men de historische betrouwbaarheid van wat in de evangeliën wordt meegedeeld niet al te hoog aanslaat, en het woord midrasch van de evangeliën gebruikt door de rooms-katholieke theologen, de zelfde waarde heeft als het woord my the en sage gebruikt door sommige pro testantse theologen. Nadat aanvankelijk deze „nieuwe" theologie zich zonder veel moeite had kunnen doorzetten beginnen nu sommi ge r.k. geestelijken het gevaar er van in te zien, daar deze theologie op het ogenblik zo ver gevorderd is, dat door sommigen openlijk geleerd wordt dat, de boodschap van Gabriël aan Maria nooit heeft plaatsgehad, en dat de be treffende passage in het Evangelie van Lukas niets anders is dan een vrome meditatie over de menswording. Ook het hele kerstgebeuren wordt gereduceerd tot de geboorte van het kind Jezus uit Maria zonder engelenzang, herders, wij zen uit het Oosten, ook dit alles zijn maar meditaties over de betekenis van Christus, doch het mist alle historische grondslag en zelfs wat er nog overblijft is misschien nog wel tot meditatie over Christus te herleiden. Naar aanleiding van deze beelden storm merkt pater Filas op, dat er zo weinig te geloven overblijft en dat men als gelovige slecht met de rozenkrans in handen de vreugdevolle mysteriën kan herdenken en bepeinzen indien men moet gaan peinzen onder iets wat nooit heeft plaatsgehad. Aan het slot van zijn artikel komt nog een merkwaardig zin netje naar voren als Filas zegt dat het nog niet direct aan het grote publiek verteld behoeft te worden, wanneer de gangbare uitleg van de bijbel aan flar den gescheurd moet worden, omdat dit slechts verwarring schept. „Ik houd helemaal geen pleidooi voor galerijen in de kerkgebouwen, waar de jongelui de presentie-lijst kunnen teke nen in de banken en daardoor hun aan wezigheid kunnen melden. Een volle galerij gevuld met jongens, die kattekwaad uithalen is heel erg. Maar een galerij zonder jeugd is min stens even erg. En dat tref je in het buitenland." Aldus ds. IJ. K. Vellenga in het Kerk blad van Drente en Overijssel, waarin hg er op wijst hoe slecht de jeugd in het buitenland de kerk bezoekt en hoe prachtig het is dat hier in Nederland door S.S.K. een actie gevoerd kan wor- d«n met onder andere als motto: „Jeugd bouwt kerken". Een actie door kardinaal Spellman, New York, georganiseerd om 25 mil joen dollar bijeen te brengen voor de bouw van een nieuw seminarie in Cen tral Valley, N.Y., uitbreiding van het r.k. Hoger onderwijs met faciliteiten voor 5000 studenten en voor vorming van een fonds voor het hoger onder wijs, bracht in plaats van het beoogde bedrag ruim 10 miljoen dollar meer op. TAE WILLIRRORDUSPUT te Zoutelande is ouder de dijk verdwenen, maar de herinnering aan dit gedenkwaardige monu ment wordt nog levend gehouden door schoorsteendoekjes, asbakjes en lepeltjes, die in grote getale ter verkoop worden aangeboden. Maar al moge de put, door deze heilige apostel van Nederland in verre eeuwen ge graven, niet meer te zien zijn, de geest van de heilige Willibrordus leeft nog voort in de naar zijn naam genoemde r.k. ver eniging, gesticht in 1948, welke vereniging jtich ten doel stelt het Katholieke geloof aan andersdenkenden uit te dragen en te gen hen te verdedigen. Het is deze vereniging geweest onder wier toezicht een vertaling van het Nieuwe Testament heeft plaatsgevonden, die op 12 februari aan de aartsbisschop, mgr. B. J. Alfrink is aangeboden en in een grote oplage op de boekenmarkt zal verschijnen. Deze vertaling was de eerste niet, die door de R.K. Kerk werd gebruikt. In 1989 verscheen een volledige bijbelvertaling, de Canisiusvertaling genaamd, vernoemd dus naar Petrus Canisius, een der grootste r.k. geleerden uit de zestiende eeuw. En het is niet toevallig, dat deze nieuwe vertaling onder toezicht van de Willibror- dusvereniging tot stand kwam. Immers, de ze vereniging heette voorheen Apologeti sche vereniging Petrus Canisius, gesticht in 1904. Een en ander houdt ten nauwste met elkaar verband. De twaalfde februari 1961 is een belang rijke datum en zal als zodanig in de kerk geschiedenis blijven voortleven, zowel voor r.katholieken als voor protestanten. De populaire voorstelling bij vele protes tanten is immers, dat de r.k. gelovigen de Bijbel niet mogen lezen en dat Luther het stof van de oude bijbels heeft geblazen, die als prachtig geschreven en gekleurde exemplaren in kloosters en bibliotheken la gen opgeslagen en aan de ketting waren ge legd om diefstal te voorkomen. Luther zou dom* zijn bijbelvertaling de Heilige Schrift aan het kerkvolk hebben teruggegeven. Sindsdien bleef voor de r. katholiek de bijbel niet alleen een geslo ten, maar ook een verboden boek. Deze voorstelling van zaken is echter his torisch niet geheel houdbaar. Vóór de hervorming werd de bijbel wel gelezen en Luther zelf moest wilde hij in een kloosterorde worden opgenomen, belo ven geregeld de bijbel te lezen. Niet vergeten mag worden dat de bijbel ontoegankelijk was voor velen, omdat er zo weinig bijbels waren. Immers de boek- drukkunst werd eerst omtrent 1450 uitge vonden en het was kort daarna, in 1477, dat er in Delft al een r.k. bijbel wérd uit gegeven. dus vóór de hervorming. AI heb ben de Hervormers de bijbel boven de tra ditie uitgeheven, in tegenstelling tot Rome: men zou onbillijk tegenóvér de R.K. kerk wezen door te beweren, dat de bijbel geen belangrijke plaats zóu innemen. Een blik DOOR in bet Misboek, Avaarin dus de gehele r.k. liturgie is begrepen, doet óns izien, dat de citaten uit de H. Selinift zeer vele zijn. Hoewel de populaire voorstelling onjuist is, moet wel worden gezegd, dat de bijbel niet die centrale plaats heeft gekregen in de R.K. Kerk als bij het protestantisme; hij is naast de traditie één der bronnen voor het geloof en niet de enige bron. Dat heeft natuurlijk in de hand gewerkt, dat haar plaats vaak achter de traditie werd ver schoven eii dat in het gezinsleven van re gelmatig bijbellezen geen spoor te vinden was. Men treft daar wel een Godslampje en heiligenbeeld aan, maar geen bijbel. De twaalfde .februari mogen we een merkwaardige datum noemen om meer dan een reden. In de eerste plaats is de ze nieuwe vertaling, in tegenstelling tot haar voorgangster (de Canisiusvertaling) op wetenschappelijke leest geschoeid. Dat blijkt al dadelijk uit het feit, dat het Ne derlands Bijbelgenootschap (protestants dus) alle medewerking heeft verleend bij liet -tot standkómen ervan. En dat zullen zeer zeker de wetenschappelijke bronnen zijn geweest, die bij de Nieuwe vertaling van het N.B.G. zijn gebruikt. Dat betekent een grote stap in de richting van de nieuwe vertaling van het N.B.G. En mogen we dit zien als een stap in de rich ting van toenadering? Of is dit nog te op timistisch? Een der r.k. professoren heeft n.a, van een en ander gezegd dat 'deze nieuwe vertaling voor een reformatorisch christen zonder principiële zwarigheden te aanvaar den zou zijn, evenals de nieuwe vertaling van het Nederlands Bijbelgenootschap voor de katholiek. Deze woorden verdienen zeer zeker onze volle aandacht. Verder is de bedoeling van deze verta ling dat zij gelezen zal worden door iedere katholiek. In de maand maart is een grote bijbelcolportage in gang gezet, georgani seerd door het inmiddels opgeriehte Katho lieke Bijbel instituut en het Ned. Bijbelge nootschap gezamenlijk. Deze colportage startte onder het devies: „De Bijbel in elk gezin". Dat is niet alleen opmerkelijk, maar ook zeer verheugend. Voortaan zul len op vele r.k. buistafels de bijbels lig gen. We mogen niet te vroeg juichen, maar ook niet telaat tekenen onderkennen die in een bepaalde richting van toenadering wij zen, ongeacht het feit, dat vele diepe klo ven ons van de r.k. kerk scheiden. Het lezen van de bijbel kan nog altijd vele bruggen slaan. We geloven immers dat liet Woord Gods niet ledig weerkeert, maar doen zal wat Go de welbehagelijk is. En daarom zijn we met vele r.katholie ken verheugd over de twaalfde februari 1961. en wat daarmee samenhangt) toen niet anders mochten besluiten dan dat zij gedaan hebben, zou ik nooit mogen wei geren om deze decisies nog eens weer te békijkehUMits .a, Noor zulk een^ revi sie een deugdelijke grond., werd aange voerd en b. niet tevoren het door even tuele opposanten Irlgeïïbmen standpunt als het enige juiste werd vooropgesteld. Als men nu bv. een postuum „eerherstel vraagt voor ds. Netelenbos, zou men er van uitgaan, dat de Leeuwarder synode van 1920 gefaald had, en dat is het, wat juist bewezen moet worden. Om die reden hebben onze generale synodes van de laatste jaren altijd grote aan dacht geschonken aan de verzoeken der „bezwaarden", en is zelfs de zgn. Ver vangingsformule zonder veel tranen ter zijde gesteld. We willen dus graag praten. We sluiten ons niet in onze torens op. We zijn toegankelijk voor allen, die met ons de eenheid begeren, mits we daarbij tegelijk bedenken, dat de schuld niet alleen bij onze synodes ligt, maar ook in het kerkvolk en dus bij een ieder van ons is té zoeken. En dan niet eenzijdig! Niet alleen van deze kant, dat wij „geen werfkracht" hebben omdat we zo strak en stijf-gereformeerd zijn, en er een radicale omkeer in kerk en theolo gie noodzakelijk is (welke is mij nog altijd een vraagteken), maar ook van deze andere zijde, dat de Gereformeer den buiten ons, en dat zijn toch onze naaste broeders en zusters huiverig zijn -om met ons een kerkverbond te sluiten. Wij (en ik sluit mijzelf in) kunnen hen afstoten door onze onverantwoorde lijke verruiming van de „gereformeer de zede", die het spel de ernst laat verdringen; wij trekken hen niet door een niet-te-ontkennen tekort aan harte lijke bijbelse vroomheid en verantwoor. de bevinding; wij geven hun aanleiding tot 'klacht door te ruime opvatting van de oecumeniciteit, zó dat de waarheid van de rechtvaardiging van de zondaar door Christus' borgi 1 el ijk werk, uit genade alleen, niet meer in het beslis send centrum staat; de uitvoerig bespro ken studenten-avondmaalsviering heeft velen erg ongerust gemaakt, en... de vraag stormt op ons af, wat wij kunnen doen en moeten doen om de waarachti ge eenheid te bevorderen. Ook, al zou het ons een offer kosten. Men kan bv. theoretisch de dans als reidans verdedigen, maar in deze mo derne tijd is het meedoen met de dans woede (en nu schrijf ik uit mijn erva ring als Haags predikant (19161937), een ontstellend gevaar voor ouderen en jongeren samen. Trekken wij anderen? Door belijdenis en leven? Of... maken wij de weg moeilijk? Bijbel en ruimtevaart In Amerika kan het gebeuren, dat een leraar-boordwerktuigkundige gaat „be wijzen", dat in de bijbel al van ruimte vaartuigen en straalaandrijving sprake is. De heer A. W. Orton heeft er maar liefst een studie van zestien pagina's aan gewijd om aan te tonen dat de we zens uit het roepingsvisioen van Eze- chiël niets minder waren dan bezoekers uit de ruimte, die waren uitgerust met vierbladige rugzak-helicopters, ze droe gen doorzichtige helmen (vrs. 22: boven de hoofden der wezens was wat geleek op een uitspansel als ontzagwekkend ijskristal, uitgespreid over hun hoof den). Wat betreft hun „vier aangezich ten" mens, leeuw, rund en arend merkt Orton op, dat dit de beschrijving van Ezechiël was voor hun zuurstof maskers en walkie-talkie-apparaten. De vier wielen zijn niets anders dan het draaien van de rotorbladen van de he licopters en als er in vers 26 sprake is van iets dat de vorm had als van een troon, dan weet Orton te vertellen, dat dit een landingsvaartuig was, uitgezon den door een rondcirkelend ruimteschip De heer Orton weet zijn lezers wel aan genaam bezig te houden en hij zal helaas ook nog wel aanhangers voor zijn iwilde theorieën krijgen.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1961 | | pagina 9