Als ik fllM
een reisbureau had wist ik het wel
DE NATUUR
I KAPPIE EN DE DIEPZEEDUIKERS I
Uit de kerken
l tjeweu/andaag.
SJAANTJE
Ernie
Bushmiller
BRETELS THEIS
DAG STIER
MESTHOOP
DE MARKIES
DIE GARNALEN
wereldreis
weddenschap
WËM 8&ggg
als
M1,
N
Eén jaar voor vader
van stelend kind
in en om uw huis
DE
TINTELS
Jack
Dunkley
7
Vrijdag 17 maart 1961
ZEEUWSCH DAGBLAD
Pag. 2
'T1SMEHETWEER-
ZO'N BEETJE.
KOORTS?W6."Z.IJN
wat oververmöei o.Sir
WAS EEN MOEIUJKE
reis. jrnm
Brokjes kaas, grote gar
nalen, gebakken sardines en
wijting, broodjes, bier en
wijn - het is allemaal te krij
gen in dat openluchtwinkel
tje in Torremolinos, waar
een kanariepiet in zijn kooi
tegen de muur hangt boven
het hoofd van de stieren
vechters Curro Giron en Mi-
guelin. De lucht vail gebak
ken vis en knoflookworstjes
hangt een halve straat ver,
maar de liefhebber van oes
ters kan dat niet weerhou
den. Hij weet, dat deze hoek
ook voor hem het juiste
adres is.
P-ir-R ORREMOLINOS. Het binnenplaatsje ligt aan de Calle
San Miguel, in het hart van Torremolinos. Er hangt een
lantaarntje van gekruld Andalusisch smeedwerk en de
stenen op de grond zijn hier en daar alledaagse keitjes, in
de vorm van een uitstralende zon in het cement gedrukt. De potten
met knalrode geraniums staan er achteloos neergezet alsof ze
binnen de weg versperden aan een stofzuigende huisvrouw.
Gekleurde tegeltjes mat bloemen zitten in de muren en het geheel
is overgroeid met zware wijnranken, die echter niet zo dik kunnen
zijn of de grote vriend van de Costa del Sol schijnt er toch doorheen.
Aan een ijzeren pin in de hoek staat een ezeltje vastgebonden met
een stuk touw en dan ineens een stem: „Jantje blijf uit je neus en
laat dat beest met rust". Ik wil maar zeggen: Torremolinos is al
bekend bij onze landgenoten.
Als ik een reisbureau had, dan wist
ik het wel. Dan zette ik nog- maar één
reis op mijn programma en dan reed
ik ze er de komende maanden recht
streeks naar toe: al die Nederlandse
mannen die wat krom in de rug zijn
vanwege het elf maanden lang boven
een bureau hangen of het publiek on
der een te laag loket door te woord
staan; al die gezonde maar dikwijls
wat bleke huisvrouwen die de ochtend
gymnastiek dan ma^r pens even moes
ten vergeten en voor mijn part Libel-
Ie en Margriet in de koffer mochten
meenemen; al die jongens en meisjes
met hun opgroeiende spillebenen die
in hun vrije uren in de straat achter
een bal aantrappen en de rest van de
tijd Mens Erger Je Niet doen omdat
het buiten regent. Ik zou ze naar die
zonnekust van Spanje brengen en ik
zou zeggen: mensen, snuif diep, ruik
de zon en de zee, pomp je longen vol
met deze Spaanse lucht want dat heb
je gewoon nodig.
MAAR ik heb geen reisbureau en ik
kan alleen maar zeggen, dat u
over twee weken a£ bent van dat hup-
pelvliegtuig via Luxemburg en Nice
en dat u dan van Schiphol rechtstreeks
de rit ooven de wolken naar Madrid
kunt maken en vandaar verder naar
Malaga. Dat belachelijke idee van
's ocntends thuis tegen de buren zeg
gen: „Dag Merie, dag Kees, zullen
jullie op het huis passen, de plantjes
water geven o ja, Merie, vergeet je
vooral de ficus niet! en de vissen
af en toe wat voeren?" en tegen
het einde van de middag zuchtend
neerstrijken aan de zee in Torremoli
nos, het glas rode wijn (zeg in het
Spaans: bino tinto) op het tafeltje of
de kop zwarte koffie (cafe solo) in de
hand.
Weg zijn Merie en Kees, vergeten
de plantjes. Niemand die er, zoals
langs de Rijn of in de Ardennen nog
aan denkt tegen de ander te zeggen:
„Heb 3e de gaskraan nu wel dicht
gedaan en de deur van de schuur op
slot". Dat interesseert u niets meer.
Dat komt door die zon, door die om
geving, door och, ga er toch heen
en proef wat ik bedoel.
Ja, maar doe me een plezier en
ga er niet heen om er in uw bretels
te lopen of met een geknoopte zak
doek op het hoofd tegen de zon. Want
en sk hoop dat u het me niet kwa
lijk neemt als ik die opmerking hier
kwijt raak wat dat soort dingen
aangaat, valt er voor deze goede na
tie nog wel iets op te steken. Al wa
ren het maar die mondharmonica's op
de laatste bank, achterin de bus,
weet u wel?
een jaar of vijf niet ver van het Fran
se prijzenpeil af. Vier jaar geleden
sliep ik in Sagunto, dicht bij Valen
cia, voor één gulden en negen en der
tig cent in een kamer, met bed, scho
ne lakens, stromend water en licht.
Wat wil een mens meer op zijn va
kantie?
Die bedragen komt u niet meer te
gen aan de Spaanse kust. Voor dertien
tot twintig gulden logeert u per dag
per persoon wel in-Jiotels, die. ik .(bij-
dertien gulden) het praedicaat voor
tref feiijk" en (bij twintig gulden) „lu
xueus" zou willen geven.
U eet er wei nog, in dat Spanje
van- vandaag, een sopa de ajo, een
vorstelijke uiensoep met gebakken
brood en ei erin, voor negen dubbel
tjes, <x drinkt er nog altijd een heer
lijke fles wijn voor tachtig cent en
u eet er uitgebreid met verrukkelijke
vis, garnalen of vlees voor nog geen
vier gulden per persoon.
Dat kan nog allemaal. Maar niet
lang meer, als ik het goed zie. Want
jaarlijks komen er meer Amerikanen,
jaarlijks meer dollars en dan weet u
het wel.
^LS u soms dacht dat u een ram-
dat
meltje ergens achter het hand
schoenenkastje in de auto had, dan
moet u eens met de bus van Torremo
linos naar Malaga rijden. Duurt niet
lang, oen goed kwartier, maar dan
weet u tenminste wat een rammeltje is.
Elke vijftien minuten rijdt die bus
en over de verbinding valt dus niet
te mopperen. Evenmin over het eind
punt, waar u een oprecht glas Spaan
se wijn kunt drinken en waar de si
naasappelen recht boven het bordje
Bushalte hangen. Dat moet u gewoon
eens gaan zien, als u gewend bent op
een Nederlandse bus te wachten er
gens op een winderige dijk of zo.
Ja en sinds kort zijn er weer we
kelijks stierengevechten in Malaga. Ik
ben er niet heen geweest. Ik heb zo'n
stierengevecht een paar jaar geleden
eens in Barcelona gezien omdat ik, zo
als elke Nederlander die naar Spanje
gaat, zei: Je moet het toch eens ge
zien hebben. Nou kijk, dat hoef ik nu
nooit meer. Spanje is een heerlijk
land, maar laat ze de stieren maar
voor de Spanjaarden zelf reserveren.
steiler, steeds rommeliger. Om de
hoek dat was het dan.
Vergis u niet en laat u niet mis<
leiden door dat „Zigeunerwijk". Denk
niet aan rondtrekkende salonwagens
met paarden of muilezels ervoor,
vrouwen met lange haren die de hand
lezen erom heen en mannen die op
gitaren spelen voorop de bok. Niets
van dat alles,
Wel een mesthoop die een lucht
verspreidde, waarbij de Gekro nog
een kleine jongen is en daar omheen
„dingen", minder dan hutjes, var
kenshokken, in elkaar getimmerd van
stukken hardboard, platgeslagen koek
blikken, een stuk golfplaatijzer erop
en daarop weer stenen tegen het af
waaien. Niemand van de paar hon
derd mensen werkt er. De kinderen
spelen er midden in de mestpoel,
de mannen hangen voor de ingang
van hun hokken in de zon op i
grond en de vrouwen koken wat wor
telachtig aandoende zaken op ei
houtvuurtje. En dwars over en door
alles heen die de keel dichtknijpeni
stank f.n de legers kindertjes die u
meteen om „money, money" vragen.
NEE, neem dan maar liever vanuit
Torremolinos de bus naar Lachar.
Ja, ja, Lachar. Moet u zich voorstellen,
een dorp gebouwd om een kasteel van
rode steen, vier honderd mensen in het
dorp die er thuis horen en tweehon
derd nieuwkomers. Alles, de huizen,
de straten, het hele dorp, het kasteel
en de wijde omgeving zijn het eigen
dom van de Markies van Benalüa, die
in 1936 zijn eigen bankbiljetten in het
dorp >n omloop bracht en dat van ho
gerhand rustig mag blijven doen.
Als meneer Van Hall of meneer
Van Walsum iets in hun stad gewij
zigd willen hebben, dan zijn daar alle
wethouders en een hele gemeenteraad.
Als de markies van Benalüa denkt:
Weet je wat, ik verleg die twee stra
ten de volgende maand en zet er eens
wat straatlantaarns neer of: Laat
ik nu eens een bankbiljetje van twee
en een halve peseta uitgeven en de rio
lering op het plein wat verbreden
dan doet hij dat en hij hoeft niemand
om advies of goedkeuring te vragen.
Een markies met een heel dorp
en zijn eigen geld. Zomaar ergens in
een stukje Spaans binnenland. De
klok een paar eeuwen terug.
TUN acht dagen zijn om. Ik ben
van Malaga weer teruggevlogen
naar Madrid en daar in een super-
constellation van de K.L.M. gestapt
die me op Schiphol neerzette. De
week dromen met open ogen is voor.
bij, maar het was geweldig.
Een echte visser zegt nooit waar
hij zijn plek met karpers heeft en
waar hij zijn stekken zet. Ik ben geen
visser en vandaar. Ik hoop dat ik u
een beetje Spanje-gek heb gemaakt
en als dat zo is dan voorspel ik u,
dat u er nooit spijt van zult hebben.
Ikzelf weet precies waar ik in augus
tus wezen moet. Ik ga mijn kinderen
die grote garnalen laten proeven.
In Torremolinos.
DE GEBOORTE VAN EEN IDEE
Op het terrein van de Brusselse
wereldtentoonstelling stond graaf
Abel Armand plots tegenover een
lange man met een gebruind gezicht
en lachende ogen, die hem de hand
toestak.
„Hallo, ouce jongen!"
„Mare! Ben jij het werkelijk?"
„In levenden lijve! Ik ben pas aan
gekomen. Vierentwintig uur op mijn
geboortegrond, en dan weer weg
terug naar de Sahara. Maar binnen
kort krijg ik een maand vakantie
het is haast niet te geloven, een he
le maand! Denk je dat eens in!"
Mare d'Oultremont, een graaf van
geboorte en een neef van Abel,
maakte een paar rock'n roll-bewegin-
gen. Even bleef Abel hem aansta
ren. Dan schreeuwde hij „Hoera!
Dus je hebt die vier weken dan toch
gekregen! Zeg maar ben je niet
bang dat die oliebronnen in Hassi zul
len opdrogen voordat je teruggaat?"
Werk en andere plichten hadden de
beide neven verscheidene jaren van
elkaar gescheiden, maar in hun jeugd
die ze samen hadden doorgebracht,
hadden ze heel wat afgezworven. Nu
probeerden ze elkaar zo vaak moge
lijk te ontmoeten om jeugdherinne
ringen op te halen. Al aan het begin
van het jaar hadden ze voorlopig
hun volgende ontmoeting in oktober
1958 bepaald. Nu was het al septem
ber, maar deze onverwachte ontmoe
ting was een vingerwijzing dat hun
plannen door zouden kunnen gaan.
Ze lieten er geen gras over groei
en om hun gedachten een wat con
creter gestalte te geven.
„Laten we de krankzinnigste reis
route uitstippelen", zei Mare.
„Mij is niets te gek, dat weet je!"
„Het zal iets buitengewoons moe
ten worden, want we zullen er heel,
heel lang op moeten teren!"
„Begin jij maar. Waar gaan we
heen?"
„Ik heb niets bepaalds in mijn
hoofd ik ben zo blij dat ik je zie
dat ik nauwelijks kan denken!"
„Wat 'n opluchting, zeg!"
„Jawel. Maar vergeet niet dat ik
maar vierentwintig uur heb om iets
uit te werken."
„Kom dan mee. Je bent natuurlijk
uitgehongerd en ik heb afgesproken
dat ik met Dino zou lunchen. Maak
je niet bezorgd, er zal me wel iets
invallen."
\v'
„Dino? Toch niet Dino Vastapa-
ne?"
„Precies. Hij zal het fijn vinden je
te zien. Dus..
De septemberzon leek nooit helder
der te hebben geschenen dan toen de
beide neven op weg gingen naar bet
Atomium. Dat licht veranderde de
glazen met voortreffelijke bourgonje
in gebrandschilderde vensters, en
dat licht en die wijn gaver, het ge
sprek een levendig karakter. Trou
wens, de conversatie stokt nooit als
een paar goede vrienden elkaar ont
moeten en over hun belevenissen
praten. Het gesprek was bepaald eet-
lustopwekkend, tot Mare óp de een
of andere manier het onderwerp „ko
ken in de Sahara" te berde bracht.
„Elke zondag krijgen we Hassi-ko-
nijn. Dat is de specialiteit van de
kok. Hij komt uit de binnenlanden.
O, zo'n konijn is prima bereid, maar
toch ziet het kans nog te bewegen
als de obers het opdienen. De wor
men die erin zitten worden namelijk
nooit helemaal gaar, zie je!"
Toen hij wat was bijgekomen, ver
anderde Dino van onderwerp. „Zeg,
kun je daarginds jagen? Ga je met
mij mee patrijzen schieten als je va
kantie hebt?."
Mare lachte'ietwat geringschattend.
Bedankt, ouwe jongen ik niet. Ik
heb er niet de minste behoefte aan,
België te zien in oktober. Abel en ik
gaan naar verre stranden. Ja, dat
is waar ook waar gaan we eigen
lijk heen?"
„Wat denk je van de Azoren?"
stelde Abel voor. „Of Mexico? Ik heb
gehoord dat je daar gewoon struikelt
over de lokale kleur."
Mare schudde het hoofd.
„Wat dan? Wil je nog verder?"
„Zo ver als we maar kunnen!"
„Laten we dan naar India gaan!
Ah het geheimzinnige Oosten
heilige koeien sprinkhanen de
geest van Gandhi het land in op
komst! Mijn hele leven heb ik al
over India gedroomd!"
De aantrekkingskracht van het ge
heimzinnige Oosten gold kennelijk
niet voor Dino.
„Bah India!" zei hij minachtend.
„Maak jezelf toch niets wijs! Jullie
weten evengoed als ik dat jullie in
oktober ergens aan de Rivièra aan
het strand zulen liggen als je al
zo ver komt. Ik voor mij vind het
waarschijnlijker dat jullie doodge
woon vlak bij buis ergens gaan vis
sen!"
(Wordt vervolgd)
NED. HERV. KERK
Beroepen te St. Pancras: A. de Bruijn
te Werkendam.
Bedankt voor Sexbierum: J. Mde Meij
te Opperdoes.
GEREFORMEERDE GEMEENTE
Beroepen te Zaandam: P. Honkoop te
Yerseke.
OUD GEREF. GEMEENTE
Beroepen te Scheveningen: L. Ge
braad te St. Philipsland.
Jaarvergadering C.M.B.
Arnemuiden
ARNEMUIDEN De C.M.B. houdt
vrijdagavond in het Verenigingsgebouw
„De Arne" een jaarvergadering, waar
bij vier jubilarissen zullen worden ge
huldigd. De heren J. Meulmeester en
M. Clement zijn veertig jaar lid en de
heren J. Jeras en H. Bliek 25 jaar. De
heer D. J. Nieuwland houdt een feest
rede, getiteld „Zestig jaar C.M.B." en
de Christelijke Zangvereniging Nieuw-
lands Koor verleent onder leiding van
D. Ventevogel haar medewerking.
stond er op de
een vriendelijke
JU kan het nog, maar als ik het
goed voorspel, dan is Spanje over
ZIGEUNERWIJK"
plattegrond, die
hand me had toegestopt. En daar had
je het weer en het zal wel typisch
Nederlands zijn. Ik dacht: Dat moet
je toch ook eens gezien hebben en
daarom liep ik die smalle zijstraat van
de Calle Victoria in Malaga omhoog,
over allemaal dikke keien, steeds
Van onze correspondent
HAARLEM. De 39-jarige Haarlem
se opperman A. G. is gisteren door de
rechtbank te Haarlem veroordeeld tot
een jaar gevangenisstraf met aftrek,
omdat hij had toegelaten dat zijn veer
tienjarig dochtertje textiel uit winkels
wegnam. De eis was ook twaalf maan
den geweest, waarvan evenwel drie
voorwaardelijk.
Het meisje had er een gewoonte van
gemaakt om kleding uit winkels te ste
len, soms zelfs op bestelling. Haar va
der en moeder hadden de kleren ver
kocht. De opbrengst, ongeveer driedui
zend gulden, was in het huishouden ge
stoken.
De moeder heeft nog niet terechtge
staan, omdat zij kort geleden is beval
len.
Neen, er staat geen boom aan de overkant van de straat achter die
ezel. Al dat groen dat is allemaal op dit Spaanse lastdier gebonden. En de
rouwband om de arm van zijn baas betekent niet dat er onlangs een
sterfgeval in de familie is geweest. Die band heeft hij vijftien jaar ge
leden omgedaan toen zijn grootmoeder overleed.
Klimrozen kan men nu bestellen en
direct na ontvangst kunnen ze dan op
de voor hen bestemde plaats gepoot wor
den. Ze zullen wel met meters lange
scheuten worden afgeleverd, doch die
moet u zo niet laten; ze dienen na het
poten tot op een hoogte van een hal
ve meter boven de grond terug gesnoeid
te worden; dan zal men deze zomer niet
veel rozen hebben, doch volgende jaren
destemeer; ze moeten namelijk
goed groeien.
U BENT ZIEK\ KAPITEIN SHAW.U
door
HE,VAM PAUL
GEKREGEN OP
KEf?STNWS
/IK Ben REUZE I
BANG,DATBR
(vlekken opkomen)
IK VOEL HeT- IK HEB
ZO'N MOOIE WEETJE EN
AL.TUO ALS IK HEMMEE
NEEM,
HeT, verdraaid nog
aan roe
!!LiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiininiiiiiniiniiiinniniiiiiiiniiiiininniiiiniiiiiiniiiitiiiiiiiniiiiiiiiiiniiiii!iiiii)i)]iiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii)iiiiiiiiiiiiiiiiiiju
24. Tot Kappie's ongenoegen ging Ba
lein nog een hele tijd door met zijn
taalexperimenten. Na de zee-aal kwa
men de schelpdieren aan de beurt. Hun
taaltje klonk, alsof er hevig met een
scherp krijtje op een schoolbord werd
gekrast. Vervolgens lispelden de ane-
momen, kwebbelden weekdieren.... er
werd geslist en gesnerpt, gesist en ge-
eerst gorgeld, totdat Kappie wanhopig zijn
vingers in de oren stopte.
„Hou op....!" kreunde hij. „Heb je
nu nog niet genoeg met die beesten ge
zwetst, Balein?"
Balein stopte zijn band-apparaat en
keek Kappie met glundere ogen aan.
„Was het niet geweldig?" riep hij
uit. „Hebt u gezien hoe gevoelig zij voor
mijn klanken waren? O kapitein, als u
eens wist, wat dit mij een voldoening
geeft. Er valt wat te leren in de diep
zee, hoor. Daar heeft u geen idee
van
Kappie gaf geen antwoord maar staar
de wat bezoigd uit het venster. Uit het
duister schuifelde een akelige gedaante
te voorschijn.
„Bliksems.... daar komt iets waar
wtinig goed van te leren valt!" meen
de Kappie. „Een reuze-octopus....!"
39 Terwijl Distel in het zigeuner
kamp het gesprek tussen Janosz en
Elar had afgeluisterd, was Otto op de
burcht van Dareantri aangekomen. Op
de binnenplaats steeg hij af en hielp
ook Zaïda uit het zadel. Daarna wend
de hij zich tot de oude stalknecht, die
de teugels van zijn paard had overge
nomen en vroeg: „Weet ge iets af van
de toestand van Heer Gislar of kunt
ge mij zeggen waar zijn neef Elar
zich ophoudt?"
De oude man schudde het hoofd.
„Heer Elar is vanochtend reeds vroeg
uitgereden en wat Heer Gislar betreft,
als zijn toestand erger was geworden,
hadden wij dat wel gehoord. Doch dat
kunt ge beter binnen vragen," ant
woordde hij.
„En Distel?" informeerde Otto. „Hebt
ge mijn dienaar ergens gezien?"
De stalknecht, die zeker vond, dat hij
al erg veel gepraat had. schudde zwij
gend van nee. Otto nam Zaïda bij de
hand en ging het kasteel binnen. Distel
zou direct wel komen opdagen, meen
de hij. In de grote hal ontmoette hij de
heelmeester, die direct op hen toe
kwam. Hij wierp een. nieuwsgierige
blik op het meisje en wendde zich
toen tot Otto.
„Ik ben blij dat ik U zie," zei hij.
„Heer Gislar heeft de laatste nachten
goed geslapen, zodat er een verbetering
van zijn ziekte .is ingetreden. Hij heeft
reeds een paar maal naar U gevraagd
en ik geloof, dat ge er goed aan zoudt
doen, hem direct op te zoeken."
Otto wees Zaïda een zetel en haast
te zich naar boven, nieuwsgierig, wat
Heer Gislar hem te zeggen kon hebben.,