Groei Philips vertraagd door
enige aarzeling bij televisie
Gunstige toekomst door
beheerste expansie
Schoolhygiëne laat op
Oostelijk Z.-Beveland
veel te wensen over
16
18
20
RENTABILITEIT BLEEF OP GUNSTIG PEIL
Bedrijfsresultaat steeg sterker
dan omzet en nettowinst
Tien jaar opgang bij Philips
Geen subsidie voor concert
en Z.L.M.-tentoonstelling
rJ17 lij
Winstvermogen
Donderdag lo maart 1961
ZEEUWSCH DAGBLAD
Pag. 11
GEBRUIKSGOEDEREN 13-18 MAART"
J 21 W 22 J.
J
INDUSTRIE EN SCHEEPSBOUW 13-22 MAART
Congestietoeslag Santos
Obligatielening Renault
Dr. J. S. Bartstra,
rector van Goese
lyceum, overleden
Dode spinnen en
duimendik stof
Waterschap Noord-Beveland besloot:
Commandowisseling
bij Philips
Kruiningen verhoogt
wedde wethouders
n r fn
- 'nnOIWI' T'TT
Advertentie
De op fief Jaarbeurs-ferrein Croese/aan ondergebrachte groepen
Elektrische huishoudelijke apparaten Verlichting - Verwarmings- en
kookapparaten Sanitair - Gereedschappen, exposeren t/m 22 maart.
DONDERDAG
MAART
AG^^^^O VRIJDAG
IW maart h
ZATEWAG
MAART j
EMU
W MAANDAG
MAART
DINSDAG WOENSDAG
ÊO^J MAART MAART
MAART i
EINDHOVEN. In zijn geheel bezien is het boekjaar 1960 voor
Philips weer gunstig verlopen. De omzet steeg met 580
miljoen van 4,18 miljard tot 4,76 miljard. Dit be
tekent een stijging met 14% hetgeen overeenstemt met de verwachting
tijdens de jaarvergadering vorig jaar uitgesproken. Het bedrijfsresul
taat kwam in 1960 uit op 862 miljoen tegen 740 miljoen in 1959,
hetgeen een stijging is van bijna 17%, terwijl de nettowinst opliep
van 351 miljoen over 1959 tot 397 miljoen, hetgeen een stijgings
percentage betekent van 13.
Opvallend is, dat het bedrijfsresul
taat (dus de winst voor verrekening
van bepaalde baten en lasten en de
verschuldigde belastingen) in percen
tage sterker is gestegen dan omzet en
nettowinst. Het percentage, dat de be
drijfswinst van de omzet uitmaakt,
kon in I960 dan ook worden verhoogd
van 17,7 tot 18,1. Met voldoening stelt
het verslag vast, dat de rentabiliteit
in 1960 op het gunstige peil van 1959
kon worden gehandhaafd.
ALLES DEED MEE
De conjunctuur was in 1960 voor het
Philipsconcern gunstig, zodat alle in-
dustriegroepen een stijging van de omzet
konden boeken. In de tweede helft van
1960 deden zich echter enkele recessie
verschijnselen voor op het westelijk half
rond, terwijl enkele tegenslagen in de
sector televisie eveneens enige vertraging
in het expansietempo van de vennoot
schap veroorzaakten.
Daarbij kreeg Philips eveneens met een
krapte in de bestaande produktiecapaci-
teit te kampen doordat de beschikbare
arbeid en produktie-apparatuur niet vol
doende waren om aan de vraag te vol'
doen.
TERUGSLAG
Hierdoor moest Philips in het vierde
kwartaal van 1960 een lichte terugslag
ondergaan. De omzet kwam in dat kwar
taal slechts 7 pet. boven het peil, dat in
het vierde kwartaal van 1959 kon worden
bereikt, terwijl de nettowinst, vergeleken
met diezelfde periode, voor het eerst
sedert verscheidene jaren een lichte da
ling toonde.
Dit bedrag van ƒ15 miljoen, waarmee
de nettowinst over het vierde kwartaal
1960 zich beneden dat van de overeen
komstige periode van 1959 stelde, be
tekende een daling van ruim 10 pet.
IC0MA VOOROP
De omzetstijging van 580 miljoen
of 14% moet worden, gezien in het licht
van een kleine daling van het prijspeil,
zodat de omzetstijging in voorwerpen
uitgedrukt groter is geweest. Ook in
1960 stond de hoofdgroep „Icoma" (In
dustrial Components Materials) vooraan
met een omzetstijging van 36%. Hiertoe
behoren onderdelen voor bedrijfsappara-
tuur, spoelen van hoogspanningstransfor
matoren, kwartskristal, schakelelementen
in elektronische rekenmachines e.d. Vorig
jaar boekte deze afdeling ook al een om
zetstijging van meer dan 30%.
Andere belangrijke omzetverbeteringen
kwamen voor in de hoofdgroep telecom
municatie, die in 1960 33% in omzet
vooruit ging tegen een stijging van
slechts 4% in 1959. De snel toegenomen
orders voor rekening van de overheids
bedrijven in Nederland, alsmede op
drachten uit het buitenland waren van
deze verbetering de oorzaak.
Gunstig ging het in 1960 ook met de
hoofdgroep elektro-akoestiek, waar de
snel in omzet stijgende sector van de
bandrecorders een belangrijke schakel
vormde. In 1960 zette deze afdeling 23%
meer af tegen echter 32% in 1959.
In 1960 ging het eveneens voorspoedig
met de hoofdgroepen licht, Röntgenappa
ratuur en grammofoonplaten. Vooral de
ze laatste gaven een behoorlijke ople
ving van de afzet te zien. De stilstand
in de vraag naar grammofoonplaten,
waardoor deze bedrijfsafdeling in 1959
slechts 4% meer kon verkopen, werd in
1960 door de langspeelplaat doorbroken
en hierdoor kon de omzet weer met 14%
stijgen.
TELEVISIE STELDE TELEUR
De zwakke schakel in de groei van het
concern Philips was in 1960 vooral de
televisie. In Engeland ontstond door de
rente- en kredietpolitiek van de over
heid een duidelijke aarzeling bij het
kopen van televisietdestellen, terwijl
ook in Duitsland op grond van een nieu
we televisiezender een naar wordt
verwacht tijdelijke aarzeling zal ont
staan. Hierdoor is de verkoop van elek
tronenbuizen voor de televisie geremd,
zodat deze sector in 1960 slechts een om
zetstijging van 7% heeft kunnen boeken
tegen 27% in 1959.
Ook de verkoop van televisietoe
stellen ging minder vlot in zijn werk.
maar doordat er een sterke stijging
van de vraag naar radio- en gram
mofoons ontstond (waarvoor de pro-
duktiecapaciteit niet toereikend werd)
liep de totale omzetstijging in deze
sector in 1960 slechts van 15% tot
12 terug.
EXPORT BELANGRIJK
Ook in 1960 was de export van de
Nederlandse Philipstak weer zeer be
langrijk. In het afgelopen boekjaar steeg
deze 24%, waarbij het opviel, dat
de landen buiten Europa zeer sterk
naar voren traden. Steeg de export
naar die streken in 1959 met slechts 10%
in 1960 kwam dit percentage op 27 en
overtrof daarmee dat van de Europese
landen, waarbeen 23% meer kon worden
uitgevoerd.
In totaal steeg de Nederlandse produk-
tie van het Philipsconcern met 26%, wat
boven het gemiddelde uitkomt. Dit is
'normaal, want nieuwe artikelen met re
latief snelle omzetstijgingen worden het
eerst in ons land gefabriceerd.
Het feit, dat Philips vooral in het
vierde kwartaal met sommige produktie-
groepen in bepaalde landen niet aan de
vraag kon voldoen, heeft het bestuur tot
een krachtige uitbreiding genoopt. Het
grootste deel van de investeringen werd
gebruikt voor expansie en mechanisatie
teneinde de toenemende vraag te kun
nen opvangen en de produktiviteit op te
voeren. Vooral in de sector van de snel
groeiende kapitaalintensieve produkties
werd in 1960 veel nieuw kapitaal be
steed (beeldbuizen, transistoren, onderde
len en glas).
In 1960 kreeg Philips dertien projecten
gereed, die over vijf landen waren ge
spreid, met een totaal bedrag van ƒ100
miljoen. Ook aan het wetenschappelijk
onderzoek werd weer veel aandacht be
steed. In totaal kwamen de kapitaalsbe
stedingen in 1960 uit op 425 miljoen te
gen ƒ279 miljoen in 1959, een stijging
derhalve van 50%.
FINANCIERING
Behalve 'de financiering van de uit
breidingen in het duurzame produktie-
apparaat moest Philips in 1960 de uit
breidingen in de sectoren voorraden en
debiteuren verzorgen. Beide komponen-
ten zjjn onverbrekelijk verbonden met
een normale uitbreiding van zaken.
De voorraden stegen van 1.18 miljard
tot 1.48 miljard. Zij bedroegen eind 1960
31% van de omzet tegen 28% eind 1959.
Aangezien de voorraden eind 1959 bij
zonder laag waren, worden die van eind
1960 als verantwoord beschouwd en niet
buitensporig hoog genoemd. Van tal van
artikelen heeft Philips trouwens ook
thans nog een relatief kleine voorraad.
De stijging van de debiteuren van 1.26
miljard tot 1.42 miljard wordt even
eens normaal genoemd, aangezien deze
gelijke tred hield met de toenemende
activiteit. Hoe nu de financiering van de
expansie in 1960 in zijn werk is gegaan
laat het onderstaande staatje zien:
Uitgaven:
Stijging investeringen in duur
zaam produktte-apparaat i)
Stijging voorraden
Stijging debiteuren
300 min.
300
150
Totaal 750 min.
Financieringsbronnen:
Ingehouden winsten i960 255 min.
Langlopende leningen ,110
Bankkrediet ,105
Crediteuren 150
Totaal 620 min.
t) Onder aftrek van afschrijvingen.
Liquide middelen eind 1960 643 miljoen
eind 1959 657 miljoen
Dat de expansie in 1960 zonder noe
menswaardige aantasting van de liquidi
teit kon worden uitgevoerd kan worden
toegeschreven aan een sterke winstinhou
ding en de uitbreiding van de reserve
voor verplichtingen alsmede aan de lang
en kortlopende schulden. In 1960 be
steedde Philips aan afschrijvingen en
winstinhouding 400 miljoen tegen een
netto-investering in het duurzame pro-
duktieapparaat van 425 miljoen.
De verhouding eigen/vreemd vermogen
is op 0,9 gebleven. Het bankkrediet be
droeg eind 1960 echter reeds 358 mil
joen of 55% van de liquiditeit, hetgeen
wel zwaar begint te worden.
LOPENDE BOEKJAAR
Ook in het lopende boekjaar zal weer
zwaar moeten worden geïnvesteerd. Ge
rekend wordt op tenminste 450 mil
joen. De ruime liquiditeit in aanmerking
genomen lijkt de financiering daarvan in
1961 geen al te grote problemen op te
leveren. Veel zal echter afhangen van de
ontwikkeling van de winst, omdat het
zwaartepunt van de financiering van de
expansie toch wel rust op zelffinancie
ring.
Wat de vooruitzichten voor bet
concern zelf betreft wordt opge
merkt, dat de uitbreiding zich zal
voortzetten, waarbij de totale jaar
omzet boven de 5 miljard zal
komen. De omzetstijging zal echter lager
dan in 1960 zijn terwijl ook het winst
niveau zal teruglopen. Een en ander naar
aanleiding van stijgende arbeidskosten
enerzijds en toenemende concurrentie
(met prijsdalingen) anderzijds. Hetzelfde
verschijnsel dus als in de Amerikaanse
economie.
VERMOGENSSITUATIE
Indien de 5% agiobonus zal zijn ver
strekt zal Philips het gewone aandelen
kapitaal tot 684 miljoen zien stijgen.
De agioreserve zal dan nog 8f
miljoen bedragen of 12% van het uit
staande aandelenkapitaal. Het eigen ver
mogen kwam eind 1960 uit op 2,5 mil
jard.
Met het oog op de valutaire verliezen,
die Philips door de revaluatie heeft ge
leden, is het interessant te weten hoe dé
verdeling van het kapitaal van het con
cern over de wereld luidt:
Nederland
Overige landen Europa
We&telijk halfrond
Overige landen
1.893 mli
2.575
726
301
(Bedragen in miljoenen guldens)
1960
1959
1958
1957
1956
1955
1954
1953
1952
1951
Gewoon aandelenkapitaal
651
619
537
495
488
488
232
174
174
174
Preferent aandelenkapitaal
144
144
144
144
144
144
108
83
80
75
122
154
118
64
55
55
55
140
138
138
Ingehouden winst
1.232
975
758
617
525
447
370
299
248
215
Herwaardering
374
365
345
323
292
264
253
262
266
Eigen vermogen
2.526
2.266
1.922
1.665
1.535
1.426
1.029
949
902
868
Vreemd vermogen
2 969
2.430
2.256
2.001
1.636
1.276
1.064
947
888
794
Eigen vermogen: vreemd vermogen
0,9
0.9
0,9
0,8
0,9
Tl
1,0
1,0
1,0
1,1
Vast kapitaal
1.950
1.589
1.430
1.312
1.092
840
654
567
543
479
Voorraden
1.481
1.181
1.167
1.066
995
815
618
527
639
659
Vorderingen
1.420
1.268
1.085
978
829
682
561
448
416
353
Liquide middelen
644
658
496
310
255
365
260
354
192
171
Vlottend kapitaal
3.545
3.107
2.748
2.354
2.079
1.862
1.439
1.329
1.247
1.183
Netto aanschaffing
425
279
259
275
293
239
144
82
113
97
Omzet aan derden
4.762
4.182
3.595
3.177
2.686
2.280
1.936
1.601
1.384
1.242
Nettowinst (na aftrek v. belasting)
397
351
244
187
158
148
119
88
64
63
Werknemers per ultimo (in 1000)
211
189
174
160
152
143
123
106
95
99
Lonen, salarissen en sociale kosten
1.523
1.285
1.143
999
923
762
636
535
482
432
Bedrijfsresultaat
862
740
557
442
337
292
268
199
167
183
Winstinhouding
257
217
142
92
64
77
71
51
33
39
in v. d. nettowinst
65
62
58
49
40
52
60
58
52
62
Dividend gewone aandelen
16%
16%
14
14
14
14
14
14
12
12
Dividend preferente aandelen
8%
8%
7.6%
7.6%
7.6%
7.6%
7.6%
7.6%
7.2%
7.2%
OVER HET BOEKJAAR 1960 wist
Philips een bedrijfswinst te be
halen van 862 miljoen tegen
739 miljoen in 1959, een stijging
derhalve van 16 pet. Hiervan bleef
uiteindelijk een nettowinst van 396
miljoen of 14 pet meer dan die van
1959 350 miljoen) over. Dat deze
winststijging geringer is dan die van
de bedrijfswinst komt voor een groot
deel door de toevallige baten en lasten
die in 1960 ten nadele van de winst
hebben gewerkt.
In de eerste plaats daalden de ontvang
sten uit koerswinst op effecten van
33 miljoen tot 10 miljoen, waardoor
de baten van 57 miljoen tot 48
miljoen terugliepen. Voorts werden de
lasten met 25 miljoen verhoogd door
nog nagekomen voorzieningen.
Waarschijnlijk zijn hierin ook de extra
voorzieningen voor valutarisico's (reva
luatie van gulden) nog te elfder ure
verdisconteerd. Overigens zij opge
merkt dat Philips de wijzigingen in de
balans die door de veranderde valuta
verhoudingen zijn ontstaan, geheel in
de vermogenssfeer zal laten afspelen.
Van de nettowinst ad 396 miljoen zal
257 miljoen of 65 pet. worden inge
houden. Tezamen met de afschrijvingen
heeft Philips in 1960 435 miljoen in
bedrijf gehouden. Zoals bekend, wordt
voorgesteld uit de winst een onver
anderd dividendpercentage van 16 pet.
uit te keren benevens nog een agio-
uitkering van 5 pet. Ook de dividend
uitkeringen zijn ingesteld op continuï
teit.
ROTTERDAM. De scheepvaart
maatschappijen die verenigd zijn in de
Outward Continental Brazil freight con
ference en die diensten onderhouden
van Duitse, Nederlandse, Belgische en
Franse havens naar Brazilië, hebben be
sloten op de vrachten naar Santos een
congestietoeslag van 25 pet. te heffen.
Dit geschiedt wegens de congestie in
de haven van Santos. De toeslag geldt
voor vervoer met schepen, die op of na
22 maart in een Europese haven in be
lading komen.
PARIJS (Reuter). Renault zal op
20 maart een 5% obligatielening uitgeven
van 60 miljoen nieuwe franken. De stuk
ken zullen 200 frank groot zijn. De le
ning is aflosbaar binnen achttien jaar.
Van onze beursredacteur
DE eerste indruk van het jaar
resultaat van Philips zou
min of meer teleurstellend
kunnen zijn. Hoewel de omzetstij
ging van 14% ongeveer aan de
verwachtingen beantwoordde, is
de winst die in het eerste kwar
taal van 1960 vergeleken met de
overeenkomstige periode van 1959
nog met 40 was toegenomen, in
het vierde kwartaal zelfs met 10
teruggelopen.
Drie factoren kunnen hiervoor ech
ter als verzachting en zo men wil
als hoop worden gesteld: In de eer
ste plaats de overweging dat Philips
toch niet in het oneindige kan door
gaan met een winststijging van 40
Voor het eerst werd dit percentage in
het derde kwartaal van 1958 bereikt,
maar bij continuering hiervan zou
Philips in 1970 een dusdanig groot
concern zijn geworden, dat het huidi
ge personeel van 200.000 mensen tot
zeker 500.000 zou moeten worden uit
gebreid.
Gezien de huidige moeilijkheden op
personeelsgebied is een uitbreiding tot
een half miljoen te enen male ondenk
baar, nog afgezien van de eis van meer
stafpersoneel. Het doel dat de leiding
van Philips thans voor ogen zweeft is
dan ook een gezonde maar beheerste
expansie teneinde de noodzakelijke
continuïteit te waarborgen.
MOEILIJKHEDEN
De twee andere factoren boden bij dit
streven als het ware de helpende hand. In
de eerste plaats waren deze de incidentele
afzetmoeilijkheden bij de televisie. Een
kans (thans weer afgewimpeld) op een
nieuw televisiekanaal in West-Duitsland
deed de afzet van talrijke voor Duits
land bestemde televisietoestellen naar
Scandinavië afzwenken, aangezien de
Duitse toestellen niet op deze zender
konden worden afgestemd.
Voorts bleven de kredietbeperkende
maatregelen in Engeland nog steeds sterk
remmend werken op de afzet van tele
visietoestellen in dat land.
In het licht van het bovenstaande
wordt de toekomst voor Philips nog
steeds gunstig en hoopvol beoordeeld. De
kans op beëindiging van de incidentele
vertraging in de afzet van televisietoe
stellen is niet gering.
BUITENLANDSE LENINGEN
Philips verwacht ook de expansie in
1961 gemakkelijk te kunnen financieren.
De verhouding eigen/vreemd vermogen
wordt gunstig genoemd. Inmiddels heeft
het concern, zoals bekend zich tot de
Zwitserse kapitaalmarkt gewend. Een
zelfde stap voor een naar verhouding
kleine obligatielening in Brussel ligt in
het voornemen. Een en ander wordt ver
richt in het streven om de internationale
kapitaalmarkt voor Philips te vergroten.
In de geografische spreiding van het
aandelenbezit is in 1960 geen drastische
verandering opgetreden. In Nederland
bevindt zich 44 (v.j. 46 procent) van het
aandelenkapitaal, in de Verenigde Sta
ten 31 (v.j. 30) procent, in Frankrijk
(v.j. 10) procent, in Zwitserland 9 (v.j.
6) procent, in Engeland 5 (v.j. 8) procent
en in Duitsland 2 (v.j. 1) procent. Opval
lend is dat de Verenigde Staten het aan
delenbezit in Philips niet hebben uitge
breid nadat in 1959 dit bezit van 15 op
30 procent was gebracht.
Over 1960 komt de nettowinst per aan
deel (na de bonusuitkering over dat jaar)
uit op 530 en de verhouding tot de
koers op 22. Dit ligt op hetzelfde
peil als bij Westinghouse, maar General
Electric ligt thans op 33, zodat Philips
in verhouding tot dit fonds nog steeds
niet duur lijkt.
GOES. Dr. J. S. Bartstra, sinds 15
oktober 1959 rector aan het Goese ly
ceum, is gisteren plotselingoverleden.
De vermoedelijke oorzaak van het
volkomen onverwachts overlijden is een
hartziekte. Hij werd gisteren onwel en
moest op medisch advies enkele dageh
rust houden.
Dr. Bartstra werd in 1919 te Heemste
de geboren. Hij studeerde aan de uni
versiteit van Leiden letteren en wijsbe
geerte, en promoveerde in 1952 op het
proefschrift „Vlootherstel en legeraug-
mentatie 17701780". Voor de heer Bart
stra naar Goes kwam, was hij leraar ge
schiedenis aan de voormalige h.b.s. te
Haarlem, het latere Laurens Koster-ly
ceum. Hij nam in Haarlem een voor
aanstaande plaats in de organisatie
van leraren in en was zeer gezien. In
de oorlogsjaren heeft hij o.m. actief
deelgenomen aan de illegale strijd te
gen de bezetter. De overledene was ge
huwd, en laat drie kinderen achter.
De begrafenis zal plaatsvinden za
terdag 18 maart a.s. op de algemene
begraafplaats te Goes.
GOES. De schoolarts van de
schoolartsendienst ostelijk Zuid-
Beveland, de heer C. E. Pelsma,
merkt in het jaarverslag 1960 van
deze dienst op, dat de schoolhy
giëne op vele scholen nog steeds te
wensen overlaat. Ook de ruimten
waarin het periodiek onderzoek
plaats moest vinden waren lang
niet altijd ideaal te noemen. Geen
KORTGENE. Na een uitge
breide, soms verwarrende discus
sie is op de gisteren gehouden
algemene vergadering van het wa
terschap Noord-Beveland besloten
geen bijdrage te verstrekken in de
EINDHOVEN Op 29 maart, de dag
van de algemene vergadering van aan
deelhouders van Philips, zal de presi
dent van het concern ir. P. F. S. Otten
het commando overdragen aan ir. F.
J. Philips.
ir. P. F. S. OTTEN
in goede banen
In die vergadering zal worden voorge
steld ir. Otten eervol ontslag te verle
men en met ingang van dezelfde datum
te benoemen tot commissaris van de
vennootschap. Het is de bedoeling dat
ir. Otten zal optreden als president-
commissaris. Hij zal dan de plaats
gaan innemen van rnr. H. W. Wolter-
som, die op 7 augustus 1960 overleed.
Samen met een van de stichters, dr. A.
F. Philips, heeft ir. Otten jarenlang
de leiding van het wereldconcern ge
had. Ir. Philips, zijn opvolger, zoon
van een van de stichters, zegt in het
jaarverslag, dat het gehele personeel
in binnen- en buitenland hoogst dank
baar is zulk een kundige, onkreukbare
en diep menselijke industriële leider
te hebben gehad.
In de periode waarin ir. Otten de leiding
had, is Philips uitgegroeid tot een ster
ke industriële federatie van grote on
dernemingen in de Europese landen en
in de belangrijkste landen buiten Euro
pa. Het is hem gelukt, aldus ir. Philips,
deze ontwikkeling in goede banen te
leiden.
In de komende jaarvergadering wordt
tevens voorgesteld de heer C. Philips
te benoemen tot commissaris.
Advertentie
VITRAGES
ir. F. J. PHILIPS
dankbaar
kosten voor het geven van een
concert door het Rotterdams Phil-
harmonisch Orkest te Kamperland
op woensdag 21 juni. Met elf stem
men voor en zes tegen werd het
bestuursvoorstel aanvaard. Met
dezelfde stemmenverhouding werd
ook akkoord gegaan met het be
stuursvoorstel om afwijzend te
beschikken op een verzoek van het
bestuur van de kring Noord-Beye-
land? van de Z.L.M. in de kosten
van de organisatie van de drie
daagse landbouwtentoonstelling,
eveneens te Kamperland.
Het debat verliep niet zonder moei
te. Aanvankelijk had het bestuur we'
voorgesteld een bijdrage te verlenen
voor beide evenementen. Maar enkele
dagen voor de algemene vergadering
bleek het bestuur van standpunt ver
anderd en stelde voor geen subsidie te
verstrekken.
Bij nader inzien meende het bestuur,
dat het verlenen van een dergelijke sub
sidie niet op de weg van het water
schap ligt.
BESWAREN
De dijkgraaf, de heer M. W. van
Arenthals, verduidelijkte het standpunt
nader door te verklaren, dat van ver
schillende kanten, ondermeer van een
lid van Ged. Staten, bezwaren waren
geuit tegen het aanvankelijke voorstel.
„Het is niet juist om van de poldergel-
den, die door de ingelanden worden op
gebracht, gelden beschikbaar te stel
len voor dergelijke evenementen".
Het ligt wel in de bedoeling om voor
de feestelijkheden bij de afsluiting van
het Veersegat een bijdrage te verlenen.
Maar dat gebeurt dan in het kader van
de beveiliging van het eiland, wat voor
het waterschap ook van het grootste be
lang is.
Met name de hoofdingelanden G. E.
de Jonge en K. A. van Langeraad ont
popten zich als vurige pleitbezorgers
voor het verstrekken van een bijdrage.
De heer De Jonge meende, dat de
evenementen toch gezien moeten worden
in het verband van de ontsluiting van
het eiland. En uit het oogpunt van re
presentatie zou ik beslist een kleine
subsidie willen geven".
De heer Van Langeraad vond het
erg jammer, dat het bestuur met een
afwijzend voorstel was gekomen. ,,Ik
zou het zelfs beschamend vinden als
wij het niet deden". Ook hij oordeelde,
dat de evenementen gezien moeten
worden in het kader van de ontsluiting
van Noord-Beveland. En het water
schap is toch Noord-Beveland".
De heer Joh. Breure schaarde zich ge-
,:eel achter het bestuursvoorstel, want
hij vreesde nl. consequenties als het
waterschap een bijdrage verleent voor
dergelijke gebeurtenissen. „Als de
C.B.T.B. bijvoorbeeld ook met een soort
gelijk verzoek komt moeten wij het
ook inwilligen. Het hek is dan van de
dam".
Na enig heen en weer gepraat en
beraad achter de bestuurstafel bleek,
dat het bestuur niet was te vermurwen.
Alleen de gezworene, de heer M. J.
Doeleman was het niet met de ziens
wijze van het bestuur eens. Samen met
vijf hoofdingelanden stemde hij tegen
het bestuursvoorstel.
Hoofdingeland burgemeester A. A.
Schuit, die na de stemming ter ver
gadering kwam, maakte in de rondvraag
nog van de gelegenheid gebruik met
de verklaring het te betreuren dat dit
besluit was gevallen. „Ik zie het con
cert als een uiting en dankbaarheid van
Noord-Beveland voor de sluiting van het
Veerse Gat en de daaruit voortvloei
ende beveiliging van het eiland".
AGENDA
De andere agendapunten werden vlot
afgehandeld. De heer A. J. Leendertse
te Kamperland werd beëdigd als
hoofdingeland voor de ongebouwde
eigendommen in district V. Enkele per
ceeltjes grond zullen worden verkocht en
gekocht. Aan de fa. A. C. van Hee
te Kamperland werd 15 ton zetbasalt
verkocht. Ook het voorstel tot het on
derhands aanbesteden van het verbete
ren tot diverse wegen werd zonder dis
cussie aanvaard. Een kasgeldlening van
220.000 werd gesloten bij de N.V. WA-
terschapsbank.
En ten slotte bekeken de hoofdinge
landen het schetsontwerp voor het nieu
we griffiegebomv van het waterschap.
Naar de mening van het bestuur zal
de indeling, zoals die thans op papier
staat, nog enige wijziging moeten on
dergaan. Daarom zal een definitief ont
werp nog wel enige tijd op zich laten
wachten.
kleedho'kjes, geen wasgelegenheid
en onvoldoende verliohting. De
algemene lichamelijke toestand
van de 3403 kinderen die werden
onderzocht is goed te noemen.
Over de hygiëne op de scholen deelt de
arts letterlijk mede dat bonken klei,
proppen papier, dode spinnen en dui
mendik stof wordt aangetroffen. ,3ii
navraag blijkt dat er slechts eenmaal
per week wordt schoongemaakt. Op
sommige scholen wordt bij wijze van
corveedienst door de oudere leerlingen
om de andere dagen van de week hier
in voorzien."
Indien het een gymnastieklokaal betreft,
dat door alle scholen van het dorp ge
bruikt wordt, aldus het verslag, is een
maal per week schoonmaken geheel
onvoldoende en wordt door de leer
krachten geklaagd over het vele stof
dat tijdens de gymnastiekles opwaait.
Doordat de betreffende arts een school
artsencursus in Noordwijk moest vol
gen heeft het werk gedurende enkele
maanden stilgestaan en is het onder
zoek van ongeveer 1200 kinderen
achterwege gebleven. Dit betrof voor
namelijk kinderen van het uitgebreid
lager-, middelbaar- en nijverheids
onderwijs. De leerlingen van de kleu
terscholen en de lagere scholen kwa
men vrijwel allen aan de beurt. Het
aantal scholen in het rayon omvat
tend Goes, 's-Gravenpolder, Kapelle,
Kattendijke, Kloetinge, Krabbendijk,
Kruiningen, Rilland-Bath, Waarde,
Wemeldinge, Wolphaartsdijk en Yer-
seke telt 88 met 11.109 kinderen,
tegen 87 scholen met 11.010 kinderen
in 1959.
Het tuberculose-onderzoek dat door mid
del van de reactie van von Pirquet in
januari, februari werd verricht op de
lagere scholen en op de kleuterscholen
viel als volgt Uit:
Aantal Pirquet BCB
leerl neg.
1816 1524 116
5590 5019 374
Oud
pos
1
77
Nieuw Absent
pos.
0 184
3 117
Kleuterscholen
Lagere scholen
Kleuterscholen
Lagere scholen
Bij de drie nieuw-positief reagerende
kinderen werden op het consultatie
bureau geen afwijkingen gevonden.
Op de ulo-, middelbare, en nijverheids
scholen gebeurde dit onderzoek met de
reactie van Mantoux door het consul
tatiebureau voor tuberculose.
In het verslag wordt benadrukt dat het
aantal visusafwijkingen ontstellend
groot is. De oorzaak is niet geheel
duidelijk. Het melkgebit is in vergelij
king met het vorige jaar verbeterd.
Het aantal strumata verschilt met dat
van vorig jaar, vermoedelijk door ver
schil in waardering. Meestentijds be
trof heht een physiologische vergroting
bij kinderen in de puberteit.
In samenwerking met de heer Vleugel,
hoofd van de B.L.O.-school te Goes,
werden 15 kinderen getest op hun gees
telijke vermogens en kwamen 14 in aan
merking voor plaatsing op de B.L.O. -
school.
Voor enkele „moeilijke kinderen" werd
de hulp ingeroepen van de Dienst voor
de geestelijke Volksgezondheid.
KRUININGEN. De raad is er mee
akkoord gegaan de jaarwedden der wet
houders te verhogen, zoals voorgesteld
werd door de Gedeputeerde Staten.
Voor deze gemeente bedragen de wed
den nu 1980.per jaar. Ook het pre
sentiegeld voor de raadsleden werd
verhoogd van 10.tot 15.per
vergadering.
De eerste percelen bouwgrond in het
uitbreidingsplan Eindje de Rondte wer
den verkocht, en wel aan de heer J. A.
Polleij te Kruiningen en aan de heer
M. van Gastel te Krabbendüke. Hoewel
enkele leden hierover niet bepaald
enthousiast waren, besloot de raad mede
'te werken tot wijziging van de gemeen
schappelijke regeling inzake de verde
ling van kosten van de Zeeuwse Mu
ziekschool.
Een nieuwe Algemene Politieveror
dening werd na een langdurige discus
sie over enkele punten vastgesteld.
Voortaan zal men na zonsondergang
geen rijwielen aan de openbare weg
mogen plaatsen zonder dat deze bevei
ligd zijn door middel van een slot. Ook
de bepaling dat loslopende honden niét
op bouw-, wei- of tuinland in boom
gaarden en plantsoenen mogen komen
vormed een punt van discussie. Door
deze nieuwe verordening komt de thans
geldende, die dateerde van het jaar 1930,
te vervallen. Vastegesteld werd een ver
ordening tot verdeling van óe gemeen
te in straten en wegen. Wijzigingen- in
de bestaande toestand komt slechts in
een incidenteel geval voor. De heer J.
Griep (v.v.d.) vroeg of de woningbouw
vereniging bereid is woningwetwonin
gen aan huurders te verkopen. De voor
waarden zijn voor de gegadigden z.i.
kelijk gunstiger geworden. Ook in deze
door de ministeriële circulaire aanmer-
gemeente zijn er huuders die graag over
een eigen woning zouden beschikken.
De voorzitter antwoordde dat deze aan
gelegenheid bij het bestuur van de wo
ningbouwvereniging in voorbereiding is.
De heer C. van Iwaarden informeerde
naar de plannen van herindeling van de
gemeenten op Zuid-Beveland. Volgens
geruchten zouden Yerseke en Kruinin
gen samengevoegd worden tot een ge
meente. De burgemeester zei hierovel
niets te hebben vernomen.