Groei Philips vertraagd door enige aarzeling bij televisie Gunstige toekomst door beheerste expansie Schoolhygiëne laat op Oostelijk Z.-Beveland veel te wensen over 16 18 20 RENTABILITEIT BLEEF OP GUNSTIG PEIL Bedrijfsresultaat steeg sterker dan omzet en nettowinst Tien jaar opgang bij Philips Geen subsidie voor concert en Z.L.M.-tentoonstelling rJ17 lij Winstvermogen Donderdag lo maart 1961 ZEEUWSCH DAGBLAD Pag. 11 GEBRUIKSGOEDEREN 13-18 MAART" J 21 W 22 J. J INDUSTRIE EN SCHEEPSBOUW 13-22 MAART Congestietoeslag Santos Obligatielening Renault Dr. J. S. Bartstra, rector van Goese lyceum, overleden Dode spinnen en duimendik stof Waterschap Noord-Beveland besloot: Commandowisseling bij Philips Kruiningen verhoogt wedde wethouders n r fn - 'nnOIWI' T'TT Advertentie De op fief Jaarbeurs-ferrein Croese/aan ondergebrachte groepen Elektrische huishoudelijke apparaten Verlichting - Verwarmings- en kookapparaten Sanitair - Gereedschappen, exposeren t/m 22 maart. DONDERDAG MAART AG^^^^O VRIJDAG IW maart h ZATEWAG MAART j EMU W MAANDAG MAART DINSDAG WOENSDAG ÊO^J MAART MAART MAART i EINDHOVEN. In zijn geheel bezien is het boekjaar 1960 voor Philips weer gunstig verlopen. De omzet steeg met 580 miljoen van 4,18 miljard tot 4,76 miljard. Dit be tekent een stijging met 14% hetgeen overeenstemt met de verwachting tijdens de jaarvergadering vorig jaar uitgesproken. Het bedrijfsresul taat kwam in 1960 uit op 862 miljoen tegen 740 miljoen in 1959, hetgeen een stijging is van bijna 17%, terwijl de nettowinst opliep van 351 miljoen over 1959 tot 397 miljoen, hetgeen een stijgings percentage betekent van 13. Opvallend is, dat het bedrijfsresul taat (dus de winst voor verrekening van bepaalde baten en lasten en de verschuldigde belastingen) in percen tage sterker is gestegen dan omzet en nettowinst. Het percentage, dat de be drijfswinst van de omzet uitmaakt, kon in I960 dan ook worden verhoogd van 17,7 tot 18,1. Met voldoening stelt het verslag vast, dat de rentabiliteit in 1960 op het gunstige peil van 1959 kon worden gehandhaafd. ALLES DEED MEE De conjunctuur was in 1960 voor het Philipsconcern gunstig, zodat alle in- dustriegroepen een stijging van de omzet konden boeken. In de tweede helft van 1960 deden zich echter enkele recessie verschijnselen voor op het westelijk half rond, terwijl enkele tegenslagen in de sector televisie eveneens enige vertraging in het expansietempo van de vennoot schap veroorzaakten. Daarbij kreeg Philips eveneens met een krapte in de bestaande produktiecapaci- teit te kampen doordat de beschikbare arbeid en produktie-apparatuur niet vol doende waren om aan de vraag te vol' doen. TERUGSLAG Hierdoor moest Philips in het vierde kwartaal van 1960 een lichte terugslag ondergaan. De omzet kwam in dat kwar taal slechts 7 pet. boven het peil, dat in het vierde kwartaal van 1959 kon worden bereikt, terwijl de nettowinst, vergeleken met diezelfde periode, voor het eerst sedert verscheidene jaren een lichte da ling toonde. Dit bedrag van ƒ15 miljoen, waarmee de nettowinst over het vierde kwartaal 1960 zich beneden dat van de overeen komstige periode van 1959 stelde, be tekende een daling van ruim 10 pet. IC0MA VOOROP De omzetstijging van 580 miljoen of 14% moet worden, gezien in het licht van een kleine daling van het prijspeil, zodat de omzetstijging in voorwerpen uitgedrukt groter is geweest. Ook in 1960 stond de hoofdgroep „Icoma" (In dustrial Components Materials) vooraan met een omzetstijging van 36%. Hiertoe behoren onderdelen voor bedrijfsappara- tuur, spoelen van hoogspanningstransfor matoren, kwartskristal, schakelelementen in elektronische rekenmachines e.d. Vorig jaar boekte deze afdeling ook al een om zetstijging van meer dan 30%. Andere belangrijke omzetverbeteringen kwamen voor in de hoofdgroep telecom municatie, die in 1960 33% in omzet vooruit ging tegen een stijging van slechts 4% in 1959. De snel toegenomen orders voor rekening van de overheids bedrijven in Nederland, alsmede op drachten uit het buitenland waren van deze verbetering de oorzaak. Gunstig ging het in 1960 ook met de hoofdgroep elektro-akoestiek, waar de snel in omzet stijgende sector van de bandrecorders een belangrijke schakel vormde. In 1960 zette deze afdeling 23% meer af tegen echter 32% in 1959. In 1960 ging het eveneens voorspoedig met de hoofdgroepen licht, Röntgenappa ratuur en grammofoonplaten. Vooral de ze laatste gaven een behoorlijke ople ving van de afzet te zien. De stilstand in de vraag naar grammofoonplaten, waardoor deze bedrijfsafdeling in 1959 slechts 4% meer kon verkopen, werd in 1960 door de langspeelplaat doorbroken en hierdoor kon de omzet weer met 14% stijgen. TELEVISIE STELDE TELEUR De zwakke schakel in de groei van het concern Philips was in 1960 vooral de televisie. In Engeland ontstond door de rente- en kredietpolitiek van de over heid een duidelijke aarzeling bij het kopen van televisietdestellen, terwijl ook in Duitsland op grond van een nieu we televisiezender een naar wordt verwacht tijdelijke aarzeling zal ont staan. Hierdoor is de verkoop van elek tronenbuizen voor de televisie geremd, zodat deze sector in 1960 slechts een om zetstijging van 7% heeft kunnen boeken tegen 27% in 1959. Ook de verkoop van televisietoe stellen ging minder vlot in zijn werk. maar doordat er een sterke stijging van de vraag naar radio- en gram mofoons ontstond (waarvoor de pro- duktiecapaciteit niet toereikend werd) liep de totale omzetstijging in deze sector in 1960 slechts van 15% tot 12 terug. EXPORT BELANGRIJK Ook in 1960 was de export van de Nederlandse Philipstak weer zeer be langrijk. In het afgelopen boekjaar steeg deze 24%, waarbij het opviel, dat de landen buiten Europa zeer sterk naar voren traden. Steeg de export naar die streken in 1959 met slechts 10% in 1960 kwam dit percentage op 27 en overtrof daarmee dat van de Europese landen, waarbeen 23% meer kon worden uitgevoerd. In totaal steeg de Nederlandse produk- tie van het Philipsconcern met 26%, wat boven het gemiddelde uitkomt. Dit is 'normaal, want nieuwe artikelen met re latief snelle omzetstijgingen worden het eerst in ons land gefabriceerd. Het feit, dat Philips vooral in het vierde kwartaal met sommige produktie- groepen in bepaalde landen niet aan de vraag kon voldoen, heeft het bestuur tot een krachtige uitbreiding genoopt. Het grootste deel van de investeringen werd gebruikt voor expansie en mechanisatie teneinde de toenemende vraag te kun nen opvangen en de produktiviteit op te voeren. Vooral in de sector van de snel groeiende kapitaalintensieve produkties werd in 1960 veel nieuw kapitaal be steed (beeldbuizen, transistoren, onderde len en glas). In 1960 kreeg Philips dertien projecten gereed, die over vijf landen waren ge spreid, met een totaal bedrag van ƒ100 miljoen. Ook aan het wetenschappelijk onderzoek werd weer veel aandacht be steed. In totaal kwamen de kapitaalsbe stedingen in 1960 uit op 425 miljoen te gen ƒ279 miljoen in 1959, een stijging derhalve van 50%. FINANCIERING Behalve 'de financiering van de uit breidingen in het duurzame produktie- apparaat moest Philips in 1960 de uit breidingen in de sectoren voorraden en debiteuren verzorgen. Beide komponen- ten zjjn onverbrekelijk verbonden met een normale uitbreiding van zaken. De voorraden stegen van 1.18 miljard tot 1.48 miljard. Zij bedroegen eind 1960 31% van de omzet tegen 28% eind 1959. Aangezien de voorraden eind 1959 bij zonder laag waren, worden die van eind 1960 als verantwoord beschouwd en niet buitensporig hoog genoemd. Van tal van artikelen heeft Philips trouwens ook thans nog een relatief kleine voorraad. De stijging van de debiteuren van 1.26 miljard tot 1.42 miljard wordt even eens normaal genoemd, aangezien deze gelijke tred hield met de toenemende activiteit. Hoe nu de financiering van de expansie in 1960 in zijn werk is gegaan laat het onderstaande staatje zien: Uitgaven: Stijging investeringen in duur zaam produktte-apparaat i) Stijging voorraden Stijging debiteuren 300 min. 300 150 Totaal 750 min. Financieringsbronnen: Ingehouden winsten i960 255 min. Langlopende leningen ,110 Bankkrediet ,105 Crediteuren 150 Totaal 620 min. t) Onder aftrek van afschrijvingen. Liquide middelen eind 1960 643 miljoen eind 1959 657 miljoen Dat de expansie in 1960 zonder noe menswaardige aantasting van de liquidi teit kon worden uitgevoerd kan worden toegeschreven aan een sterke winstinhou ding en de uitbreiding van de reserve voor verplichtingen alsmede aan de lang en kortlopende schulden. In 1960 be steedde Philips aan afschrijvingen en winstinhouding 400 miljoen tegen een netto-investering in het duurzame pro- duktieapparaat van 425 miljoen. De verhouding eigen/vreemd vermogen is op 0,9 gebleven. Het bankkrediet be droeg eind 1960 echter reeds 358 mil joen of 55% van de liquiditeit, hetgeen wel zwaar begint te worden. LOPENDE BOEKJAAR Ook in het lopende boekjaar zal weer zwaar moeten worden geïnvesteerd. Ge rekend wordt op tenminste 450 mil joen. De ruime liquiditeit in aanmerking genomen lijkt de financiering daarvan in 1961 geen al te grote problemen op te leveren. Veel zal echter afhangen van de ontwikkeling van de winst, omdat het zwaartepunt van de financiering van de expansie toch wel rust op zelffinancie ring. Wat de vooruitzichten voor bet concern zelf betreft wordt opge merkt, dat de uitbreiding zich zal voortzetten, waarbij de totale jaar omzet boven de 5 miljard zal komen. De omzetstijging zal echter lager dan in 1960 zijn terwijl ook het winst niveau zal teruglopen. Een en ander naar aanleiding van stijgende arbeidskosten enerzijds en toenemende concurrentie (met prijsdalingen) anderzijds. Hetzelfde verschijnsel dus als in de Amerikaanse economie. VERMOGENSSITUATIE Indien de 5% agiobonus zal zijn ver strekt zal Philips het gewone aandelen kapitaal tot 684 miljoen zien stijgen. De agioreserve zal dan nog 8f miljoen bedragen of 12% van het uit staande aandelenkapitaal. Het eigen ver mogen kwam eind 1960 uit op 2,5 mil jard. Met het oog op de valutaire verliezen, die Philips door de revaluatie heeft ge leden, is het interessant te weten hoe dé verdeling van het kapitaal van het con cern over de wereld luidt: Nederland Overige landen Europa We&telijk halfrond Overige landen 1.893 mli 2.575 726 301 (Bedragen in miljoenen guldens) 1960 1959 1958 1957 1956 1955 1954 1953 1952 1951 Gewoon aandelenkapitaal 651 619 537 495 488 488 232 174 174 174 Preferent aandelenkapitaal 144 144 144 144 144 144 108 83 80 75 122 154 118 64 55 55 55 140 138 138 Ingehouden winst 1.232 975 758 617 525 447 370 299 248 215 Herwaardering 374 365 345 323 292 264 253 262 266 Eigen vermogen 2.526 2.266 1.922 1.665 1.535 1.426 1.029 949 902 868 Vreemd vermogen 2 969 2.430 2.256 2.001 1.636 1.276 1.064 947 888 794 Eigen vermogen: vreemd vermogen 0,9 0.9 0,9 0,8 0,9 Tl 1,0 1,0 1,0 1,1 Vast kapitaal 1.950 1.589 1.430 1.312 1.092 840 654 567 543 479 Voorraden 1.481 1.181 1.167 1.066 995 815 618 527 639 659 Vorderingen 1.420 1.268 1.085 978 829 682 561 448 416 353 Liquide middelen 644 658 496 310 255 365 260 354 192 171 Vlottend kapitaal 3.545 3.107 2.748 2.354 2.079 1.862 1.439 1.329 1.247 1.183 Netto aanschaffing 425 279 259 275 293 239 144 82 113 97 Omzet aan derden 4.762 4.182 3.595 3.177 2.686 2.280 1.936 1.601 1.384 1.242 Nettowinst (na aftrek v. belasting) 397 351 244 187 158 148 119 88 64 63 Werknemers per ultimo (in 1000) 211 189 174 160 152 143 123 106 95 99 Lonen, salarissen en sociale kosten 1.523 1.285 1.143 999 923 762 636 535 482 432 Bedrijfsresultaat 862 740 557 442 337 292 268 199 167 183 Winstinhouding 257 217 142 92 64 77 71 51 33 39 in v. d. nettowinst 65 62 58 49 40 52 60 58 52 62 Dividend gewone aandelen 16% 16% 14 14 14 14 14 14 12 12 Dividend preferente aandelen 8% 8% 7.6% 7.6% 7.6% 7.6% 7.6% 7.6% 7.2% 7.2% OVER HET BOEKJAAR 1960 wist Philips een bedrijfswinst te be halen van 862 miljoen tegen 739 miljoen in 1959, een stijging derhalve van 16 pet. Hiervan bleef uiteindelijk een nettowinst van 396 miljoen of 14 pet meer dan die van 1959 350 miljoen) over. Dat deze winststijging geringer is dan die van de bedrijfswinst komt voor een groot deel door de toevallige baten en lasten die in 1960 ten nadele van de winst hebben gewerkt. In de eerste plaats daalden de ontvang sten uit koerswinst op effecten van 33 miljoen tot 10 miljoen, waardoor de baten van 57 miljoen tot 48 miljoen terugliepen. Voorts werden de lasten met 25 miljoen verhoogd door nog nagekomen voorzieningen. Waarschijnlijk zijn hierin ook de extra voorzieningen voor valutarisico's (reva luatie van gulden) nog te elfder ure verdisconteerd. Overigens zij opge merkt dat Philips de wijzigingen in de balans die door de veranderde valuta verhoudingen zijn ontstaan, geheel in de vermogenssfeer zal laten afspelen. Van de nettowinst ad 396 miljoen zal 257 miljoen of 65 pet. worden inge houden. Tezamen met de afschrijvingen heeft Philips in 1960 435 miljoen in bedrijf gehouden. Zoals bekend, wordt voorgesteld uit de winst een onver anderd dividendpercentage van 16 pet. uit te keren benevens nog een agio- uitkering van 5 pet. Ook de dividend uitkeringen zijn ingesteld op continuï teit. ROTTERDAM. De scheepvaart maatschappijen die verenigd zijn in de Outward Continental Brazil freight con ference en die diensten onderhouden van Duitse, Nederlandse, Belgische en Franse havens naar Brazilië, hebben be sloten op de vrachten naar Santos een congestietoeslag van 25 pet. te heffen. Dit geschiedt wegens de congestie in de haven van Santos. De toeslag geldt voor vervoer met schepen, die op of na 22 maart in een Europese haven in be lading komen. PARIJS (Reuter). Renault zal op 20 maart een 5% obligatielening uitgeven van 60 miljoen nieuwe franken. De stuk ken zullen 200 frank groot zijn. De le ning is aflosbaar binnen achttien jaar. Van onze beursredacteur DE eerste indruk van het jaar resultaat van Philips zou min of meer teleurstellend kunnen zijn. Hoewel de omzetstij ging van 14% ongeveer aan de verwachtingen beantwoordde, is de winst die in het eerste kwar taal van 1960 vergeleken met de overeenkomstige periode van 1959 nog met 40 was toegenomen, in het vierde kwartaal zelfs met 10 teruggelopen. Drie factoren kunnen hiervoor ech ter als verzachting en zo men wil als hoop worden gesteld: In de eer ste plaats de overweging dat Philips toch niet in het oneindige kan door gaan met een winststijging van 40 Voor het eerst werd dit percentage in het derde kwartaal van 1958 bereikt, maar bij continuering hiervan zou Philips in 1970 een dusdanig groot concern zijn geworden, dat het huidi ge personeel van 200.000 mensen tot zeker 500.000 zou moeten worden uit gebreid. Gezien de huidige moeilijkheden op personeelsgebied is een uitbreiding tot een half miljoen te enen male ondenk baar, nog afgezien van de eis van meer stafpersoneel. Het doel dat de leiding van Philips thans voor ogen zweeft is dan ook een gezonde maar beheerste expansie teneinde de noodzakelijke continuïteit te waarborgen. MOEILIJKHEDEN De twee andere factoren boden bij dit streven als het ware de helpende hand. In de eerste plaats waren deze de incidentele afzetmoeilijkheden bij de televisie. Een kans (thans weer afgewimpeld) op een nieuw televisiekanaal in West-Duitsland deed de afzet van talrijke voor Duits land bestemde televisietoestellen naar Scandinavië afzwenken, aangezien de Duitse toestellen niet op deze zender konden worden afgestemd. Voorts bleven de kredietbeperkende maatregelen in Engeland nog steeds sterk remmend werken op de afzet van tele visietoestellen in dat land. In het licht van het bovenstaande wordt de toekomst voor Philips nog steeds gunstig en hoopvol beoordeeld. De kans op beëindiging van de incidentele vertraging in de afzet van televisietoe stellen is niet gering. BUITENLANDSE LENINGEN Philips verwacht ook de expansie in 1961 gemakkelijk te kunnen financieren. De verhouding eigen/vreemd vermogen wordt gunstig genoemd. Inmiddels heeft het concern, zoals bekend zich tot de Zwitserse kapitaalmarkt gewend. Een zelfde stap voor een naar verhouding kleine obligatielening in Brussel ligt in het voornemen. Een en ander wordt ver richt in het streven om de internationale kapitaalmarkt voor Philips te vergroten. In de geografische spreiding van het aandelenbezit is in 1960 geen drastische verandering opgetreden. In Nederland bevindt zich 44 (v.j. 46 procent) van het aandelenkapitaal, in de Verenigde Sta ten 31 (v.j. 30) procent, in Frankrijk (v.j. 10) procent, in Zwitserland 9 (v.j. 6) procent, in Engeland 5 (v.j. 8) procent en in Duitsland 2 (v.j. 1) procent. Opval lend is dat de Verenigde Staten het aan delenbezit in Philips niet hebben uitge breid nadat in 1959 dit bezit van 15 op 30 procent was gebracht. Over 1960 komt de nettowinst per aan deel (na de bonusuitkering over dat jaar) uit op 530 en de verhouding tot de koers op 22. Dit ligt op hetzelfde peil als bij Westinghouse, maar General Electric ligt thans op 33, zodat Philips in verhouding tot dit fonds nog steeds niet duur lijkt. GOES. Dr. J. S. Bartstra, sinds 15 oktober 1959 rector aan het Goese ly ceum, is gisteren plotselingoverleden. De vermoedelijke oorzaak van het volkomen onverwachts overlijden is een hartziekte. Hij werd gisteren onwel en moest op medisch advies enkele dageh rust houden. Dr. Bartstra werd in 1919 te Heemste de geboren. Hij studeerde aan de uni versiteit van Leiden letteren en wijsbe geerte, en promoveerde in 1952 op het proefschrift „Vlootherstel en legeraug- mentatie 17701780". Voor de heer Bart stra naar Goes kwam, was hij leraar ge schiedenis aan de voormalige h.b.s. te Haarlem, het latere Laurens Koster-ly ceum. Hij nam in Haarlem een voor aanstaande plaats in de organisatie van leraren in en was zeer gezien. In de oorlogsjaren heeft hij o.m. actief deelgenomen aan de illegale strijd te gen de bezetter. De overledene was ge huwd, en laat drie kinderen achter. De begrafenis zal plaatsvinden za terdag 18 maart a.s. op de algemene begraafplaats te Goes. GOES. De schoolarts van de schoolartsendienst ostelijk Zuid- Beveland, de heer C. E. Pelsma, merkt in het jaarverslag 1960 van deze dienst op, dat de schoolhy giëne op vele scholen nog steeds te wensen overlaat. Ook de ruimten waarin het periodiek onderzoek plaats moest vinden waren lang niet altijd ideaal te noemen. Geen KORTGENE. Na een uitge breide, soms verwarrende discus sie is op de gisteren gehouden algemene vergadering van het wa terschap Noord-Beveland besloten geen bijdrage te verstrekken in de EINDHOVEN Op 29 maart, de dag van de algemene vergadering van aan deelhouders van Philips, zal de presi dent van het concern ir. P. F. S. Otten het commando overdragen aan ir. F. J. Philips. ir. P. F. S. OTTEN in goede banen In die vergadering zal worden voorge steld ir. Otten eervol ontslag te verle men en met ingang van dezelfde datum te benoemen tot commissaris van de vennootschap. Het is de bedoeling dat ir. Otten zal optreden als president- commissaris. Hij zal dan de plaats gaan innemen van rnr. H. W. Wolter- som, die op 7 augustus 1960 overleed. Samen met een van de stichters, dr. A. F. Philips, heeft ir. Otten jarenlang de leiding van het wereldconcern ge had. Ir. Philips, zijn opvolger, zoon van een van de stichters, zegt in het jaarverslag, dat het gehele personeel in binnen- en buitenland hoogst dank baar is zulk een kundige, onkreukbare en diep menselijke industriële leider te hebben gehad. In de periode waarin ir. Otten de leiding had, is Philips uitgegroeid tot een ster ke industriële federatie van grote on dernemingen in de Europese landen en in de belangrijkste landen buiten Euro pa. Het is hem gelukt, aldus ir. Philips, deze ontwikkeling in goede banen te leiden. In de komende jaarvergadering wordt tevens voorgesteld de heer C. Philips te benoemen tot commissaris. Advertentie VITRAGES ir. F. J. PHILIPS dankbaar kosten voor het geven van een concert door het Rotterdams Phil- harmonisch Orkest te Kamperland op woensdag 21 juni. Met elf stem men voor en zes tegen werd het bestuursvoorstel aanvaard. Met dezelfde stemmenverhouding werd ook akkoord gegaan met het be stuursvoorstel om afwijzend te beschikken op een verzoek van het bestuur van de kring Noord-Beye- land? van de Z.L.M. in de kosten van de organisatie van de drie daagse landbouwtentoonstelling, eveneens te Kamperland. Het debat verliep niet zonder moei te. Aanvankelijk had het bestuur we' voorgesteld een bijdrage te verlenen voor beide evenementen. Maar enkele dagen voor de algemene vergadering bleek het bestuur van standpunt ver anderd en stelde voor geen subsidie te verstrekken. Bij nader inzien meende het bestuur, dat het verlenen van een dergelijke sub sidie niet op de weg van het water schap ligt. BESWAREN De dijkgraaf, de heer M. W. van Arenthals, verduidelijkte het standpunt nader door te verklaren, dat van ver schillende kanten, ondermeer van een lid van Ged. Staten, bezwaren waren geuit tegen het aanvankelijke voorstel. „Het is niet juist om van de poldergel- den, die door de ingelanden worden op gebracht, gelden beschikbaar te stel len voor dergelijke evenementen". Het ligt wel in de bedoeling om voor de feestelijkheden bij de afsluiting van het Veersegat een bijdrage te verlenen. Maar dat gebeurt dan in het kader van de beveiliging van het eiland, wat voor het waterschap ook van het grootste be lang is. Met name de hoofdingelanden G. E. de Jonge en K. A. van Langeraad ont popten zich als vurige pleitbezorgers voor het verstrekken van een bijdrage. De heer De Jonge meende, dat de evenementen toch gezien moeten worden in het verband van de ontsluiting van het eiland. En uit het oogpunt van re presentatie zou ik beslist een kleine subsidie willen geven". De heer Van Langeraad vond het erg jammer, dat het bestuur met een afwijzend voorstel was gekomen. ,,Ik zou het zelfs beschamend vinden als wij het niet deden". Ook hij oordeelde, dat de evenementen gezien moeten worden in het kader van de ontsluiting van Noord-Beveland. En het water schap is toch Noord-Beveland". De heer Joh. Breure schaarde zich ge- ,:eel achter het bestuursvoorstel, want hij vreesde nl. consequenties als het waterschap een bijdrage verleent voor dergelijke gebeurtenissen. „Als de C.B.T.B. bijvoorbeeld ook met een soort gelijk verzoek komt moeten wij het ook inwilligen. Het hek is dan van de dam". Na enig heen en weer gepraat en beraad achter de bestuurstafel bleek, dat het bestuur niet was te vermurwen. Alleen de gezworene, de heer M. J. Doeleman was het niet met de ziens wijze van het bestuur eens. Samen met vijf hoofdingelanden stemde hij tegen het bestuursvoorstel. Hoofdingeland burgemeester A. A. Schuit, die na de stemming ter ver gadering kwam, maakte in de rondvraag nog van de gelegenheid gebruik met de verklaring het te betreuren dat dit besluit was gevallen. „Ik zie het con cert als een uiting en dankbaarheid van Noord-Beveland voor de sluiting van het Veerse Gat en de daaruit voortvloei ende beveiliging van het eiland". AGENDA De andere agendapunten werden vlot afgehandeld. De heer A. J. Leendertse te Kamperland werd beëdigd als hoofdingeland voor de ongebouwde eigendommen in district V. Enkele per ceeltjes grond zullen worden verkocht en gekocht. Aan de fa. A. C. van Hee te Kamperland werd 15 ton zetbasalt verkocht. Ook het voorstel tot het on derhands aanbesteden van het verbete ren tot diverse wegen werd zonder dis cussie aanvaard. Een kasgeldlening van 220.000 werd gesloten bij de N.V. WA- terschapsbank. En ten slotte bekeken de hoofdinge landen het schetsontwerp voor het nieu we griffiegebomv van het waterschap. Naar de mening van het bestuur zal de indeling, zoals die thans op papier staat, nog enige wijziging moeten on dergaan. Daarom zal een definitief ont werp nog wel enige tijd op zich laten wachten. kleedho'kjes, geen wasgelegenheid en onvoldoende verliohting. De algemene lichamelijke toestand van de 3403 kinderen die werden onderzocht is goed te noemen. Over de hygiëne op de scholen deelt de arts letterlijk mede dat bonken klei, proppen papier, dode spinnen en dui mendik stof wordt aangetroffen. ,3ii navraag blijkt dat er slechts eenmaal per week wordt schoongemaakt. Op sommige scholen wordt bij wijze van corveedienst door de oudere leerlingen om de andere dagen van de week hier in voorzien." Indien het een gymnastieklokaal betreft, dat door alle scholen van het dorp ge bruikt wordt, aldus het verslag, is een maal per week schoonmaken geheel onvoldoende en wordt door de leer krachten geklaagd over het vele stof dat tijdens de gymnastiekles opwaait. Doordat de betreffende arts een school artsencursus in Noordwijk moest vol gen heeft het werk gedurende enkele maanden stilgestaan en is het onder zoek van ongeveer 1200 kinderen achterwege gebleven. Dit betrof voor namelijk kinderen van het uitgebreid lager-, middelbaar- en nijverheids onderwijs. De leerlingen van de kleu terscholen en de lagere scholen kwa men vrijwel allen aan de beurt. Het aantal scholen in het rayon omvat tend Goes, 's-Gravenpolder, Kapelle, Kattendijke, Kloetinge, Krabbendijk, Kruiningen, Rilland-Bath, Waarde, Wemeldinge, Wolphaartsdijk en Yer- seke telt 88 met 11.109 kinderen, tegen 87 scholen met 11.010 kinderen in 1959. Het tuberculose-onderzoek dat door mid del van de reactie van von Pirquet in januari, februari werd verricht op de lagere scholen en op de kleuterscholen viel als volgt Uit: Aantal Pirquet BCB leerl neg. 1816 1524 116 5590 5019 374 Oud pos 1 77 Nieuw Absent pos. 0 184 3 117 Kleuterscholen Lagere scholen Kleuterscholen Lagere scholen Bij de drie nieuw-positief reagerende kinderen werden op het consultatie bureau geen afwijkingen gevonden. Op de ulo-, middelbare, en nijverheids scholen gebeurde dit onderzoek met de reactie van Mantoux door het consul tatiebureau voor tuberculose. In het verslag wordt benadrukt dat het aantal visusafwijkingen ontstellend groot is. De oorzaak is niet geheel duidelijk. Het melkgebit is in vergelij king met het vorige jaar verbeterd. Het aantal strumata verschilt met dat van vorig jaar, vermoedelijk door ver schil in waardering. Meestentijds be trof heht een physiologische vergroting bij kinderen in de puberteit. In samenwerking met de heer Vleugel, hoofd van de B.L.O.-school te Goes, werden 15 kinderen getest op hun gees telijke vermogens en kwamen 14 in aan merking voor plaatsing op de B.L.O. - school. Voor enkele „moeilijke kinderen" werd de hulp ingeroepen van de Dienst voor de geestelijke Volksgezondheid. KRUININGEN. De raad is er mee akkoord gegaan de jaarwedden der wet houders te verhogen, zoals voorgesteld werd door de Gedeputeerde Staten. Voor deze gemeente bedragen de wed den nu 1980.per jaar. Ook het pre sentiegeld voor de raadsleden werd verhoogd van 10.tot 15.per vergadering. De eerste percelen bouwgrond in het uitbreidingsplan Eindje de Rondte wer den verkocht, en wel aan de heer J. A. Polleij te Kruiningen en aan de heer M. van Gastel te Krabbendüke. Hoewel enkele leden hierover niet bepaald enthousiast waren, besloot de raad mede 'te werken tot wijziging van de gemeen schappelijke regeling inzake de verde ling van kosten van de Zeeuwse Mu ziekschool. Een nieuwe Algemene Politieveror dening werd na een langdurige discus sie over enkele punten vastgesteld. Voortaan zal men na zonsondergang geen rijwielen aan de openbare weg mogen plaatsen zonder dat deze bevei ligd zijn door middel van een slot. Ook de bepaling dat loslopende honden niét op bouw-, wei- of tuinland in boom gaarden en plantsoenen mogen komen vormed een punt van discussie. Door deze nieuwe verordening komt de thans geldende, die dateerde van het jaar 1930, te vervallen. Vastegesteld werd een ver ordening tot verdeling van óe gemeen te in straten en wegen. Wijzigingen- in de bestaande toestand komt slechts in een incidenteel geval voor. De heer J. Griep (v.v.d.) vroeg of de woningbouw vereniging bereid is woningwetwonin gen aan huurders te verkopen. De voor waarden zijn voor de gegadigden z.i. kelijk gunstiger geworden. Ook in deze door de ministeriële circulaire aanmer- gemeente zijn er huuders die graag over een eigen woning zouden beschikken. De voorzitter antwoordde dat deze aan gelegenheid bij het bestuur van de wo ningbouwvereniging in voorbereiding is. De heer C. van Iwaarden informeerde naar de plannen van herindeling van de gemeenten op Zuid-Beveland. Volgens geruchten zouden Yerseke en Kruinin gen samengevoegd worden tot een ge meente. De burgemeester zei hierovel niets te hebben vernomen.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1961 | | pagina 11