Drs. v. d. Bengel
V
Nederlandse kastelen
en landhuizen
op houten handen naar
het straaltijdperk
Lot van okapi's
lijkt bezegeld
Jean ging in
kast wonen
Reportages gebundeld in prachtband
Van een onzer redacteuren
HET DIER ALS JACHTBUIT. Verder gaat de kennis en de belangstelling van de
meeste negers in Afrika en daarmee van de regeringen der talrijke nieuwe staten
voor de rijke fauna van hun werelddeel niet. Hoe zou het ook. Van kindsbeen af is
de voedende functie van het dier, gekoppeld aan jachtgenot, de enige geweest die
de Afrikaan aansprak. Daarbij hoefde nochtans het element dierenliefde uitgescha
keld te zijn. Van de wetenschappelijke noodzaak tot natuurbescherming en land
schapsbehoud, omdat Afrika voor niets meer of minder dan de ondergang van zijn
eens overweldigende dierenschat staat, weet hij echter niets.
Kritieke toestand
Internationaal
Heldendaden"
Voedseltekort
Pleidooi vóór
Ook de mens
Ex-vlieger 28 maart
voor de rechter
WONINGPROBLEEM
LOSSE PATROON
TREFT SOLDAAT
TAALGEBRUIK KON
WEL BETER
VISSER VERDRONKEN
Adviseur
Veeleisend
Muziek
Za-_ 11 maart 1961 ZEEUWSCH DAGBLAD 9
snood
"PiAT immers zijn vraagstukken, die pas in een
behoorlijk geconstelleerde staat gaan leven of
in een aan natuurlijke rijkdommen arm gebied.
Afrika lijkt echter nog rijk genoeg. Er zijn bovendien
voor^de nieuwe staten eerst zoveel andere kwesties
die om oplossing schreeuwen. En het dier schreeuwt
niet tenzij in doodsnood.
T"\IE doodsnood is er. Het Afrikaanse wild krepeert in grote
aantallen in valkuilen en strikken, het doolt aangeschoten,
hongerend of dorstend door kaalgevreten gebieden, het valt ten
offer aan beschamende jachtsafari's van rijke blanken. Terwijl
eens de dieren op het Afrikaanse continent bij miljoenen wer
den geteld, komen de schattingen voor vele diersoorten nu niet
hoger meer dan enkele duizenden, soms zelfs honderden. In
Zuid-Afrika leven buiten de wildreservaten bijna geen grote
zoogdieren meer en hetzelfde geldt voor geheel Noord-Afrika.
In de midden-Afrikaanse landen is de toestand zelfs zo kri
tiek dat deskundigen vrezen dat er binnen vijf jaar geen neus
hoorns en leeuwen meer te widen zullen zijn. Ook voor het
jachtluipaard, de gnoe en de gorilla zal daar binnen vijf jaar
geen herstel van de soort meer mogelijk zijn. De spiesbok, de
bergzebra, de witte neushoorn en de sabelantilope zijn al on
der de streep aangeland en zullen onherroepelijk uitsterven. In
oostelijk Afrika Mozambique en Tanganjika is de wild
stand in dertig jaar met liefst 90 procent gedaald; een miljoen
dieren viel daar in 1959 ten offer aan inheemse stropers die
bijzonder wreed en ondoelmatig te werk gaan.
IMMERS, de levens van talloze olifanten en neushoorns bij
voorbeeld worden alleen ter wille van de slagtanden of
hoorns verspild. Ivoor brengt een gulden of twee per kilo op,
een prijs die buiten Afrika tot een kleine 100 stijgt. De hoorn
van de rhinoceros dient louter het inheemse bijgeloof: in gema
len vorm gaat hij door voor een liefdeverwekkend middel. Oli
fantspoten worden vermaakt tot afschuwelijk kitscherige prul-
lemandjes en daarvoor wordt Afrika's dierenwereld ontvolkt
en moeten de dieren lang en onduldbaar lijden. Metalen strikken
snijden zich door nek of poot, in valkuilen met gepunte palen
bloedt het meermalen gespietste dier langzaam dood, onvol
doend giftige pijlen laten het dagenlang in doodstrijd.
Michael Grzimek, die op 24-jarige
leeftijd met zijn vliegtuig boven de
Serengeti verongelukte.
Van onze luchtvaartredacteur
■IJFTIEN jaar geleden begon de boeiende en stormachtige
loopbaan van doctorandus Ernst Hans van der Beugel.
Vijftien jaar geleden was hij chef van het bureau Rijn
vaart van het Ministerie van verkeer en waterstaatsen
nu op 43-jarige leeftijd: president-directeur van de Koninklijke
Luchtvaart Maatschappij.
De Amsterdamse bankierszoon was in 1941 ajgestudeerd aan de gemeente
lijke universiteit van zijn woonplaats, in economie omdat zijn vader een
goedgeschoolde opvolger nodig had. Het zou anders lopen en het typeerde
de jongeman van 27 jaar, dat hij twee weken na de bevrijding op zvn Jiets
met houten banden stapte om in Den Haag een baan te gaan zoeken.
Zijn ambtelijke loopbaan heeft drs.
Van der Beugel op vele stoelen ge
bracht. Hij was nog slechts een half
jaar bij „Rijnvaart", toen hij over
ging naar het bureau „planning" van
het Departement van economische za
ken. Ook daar bleef hij maar een half
jaar. Toen werd hij secretaris van de
Raad voor economische aangelegenhe
den uit de ministerraad.
HET was eigenlijk al duidelijk dat
de jonge econoom een veelbelo
vende carrière tegemoet ging. Zelf be
schouwt hij als een van de grootste
kansen die hem werden geboden, het
secretarisschap van dr. Hirschfeld, die
in 1947 werd benoemd tot leider
van de Nederlandse delegatie bij de
besprekingen te Parijs en in de Ver
enigde Staten over de Marshallhulp.
Drs. Van der Beugel was met vakan
tie in Parijs, toen hij telefonisch van
de benoeming op de hoogte werd ge
steld.
Hiermee kwam hij terecht in het
grote internationale werk, waarnaar
hij had verlangd en dat steeds zijn
grote ambitie heeft gehad. Verschei-
4
DE regeringen stellen te weinig middelen beschikbaar om deze
stroperij afdoende te bestrijden. Dit geldt voor de nog door
blanken beheerde gebieden; in de ne-
gerstaten is er niemand die zich om de
kreperende fauna bekommert. Alge
meen beperkt men zich liever tot het
ontwerpen van regelingen voor de grote
jachtsafari's van rijkaards die voor
sterk concurrende prijzen in de Afri
kaanse landen op groot en klein wild
mogen jagenof laten jagen. Het ge
beurt zovaak dat een rijke dikzak het
trillend tot een schampschot op een oli
fant brengt, maar zijn heldendaad dan
uiterst snel door een begeleidende jager
moet laten voltooien. Of de man poseert
alleen maar martiaal bij een slachtoffer
en heeft er in werkelijkheid hoogstens
door een verrekijker naar gekeken. Nog
weerzinwekkender zijn de jachtpartijen
per helikopter, waarbij het gekochte
quotum dieren zelfs met machinege
weervuur wordt neergemaaid! Tot prin
sen en vorsten vindt men onder de be
oefenaars van deze „sport".
stroperijen op grote schaal, maar door
een ander soort menselijke domheid:
ongecontroleerde openstelling van nieu
we streken voor de enorme kudden van
inlandse stammén. Déze kudden, vroe
ger in hun grootte in toom gehouden
door besmettelijke ziekten, veroorzaken
nu sedert de jongste spectaculaire voor
uitgang der dierengeneeskunde een
steeds nijpender voedseltekort voor vee
en wild beide. Hoewel zij de planten
groei in gebieden zo groot als ons land
vernielen zijn er nog geen wetten die
de grootte van de kudden of hun weide
gebied regelen.
rpOCH
4 niet
vallen de meeste slachtoffers
niet door deze zielige safari's, zelfs
niet door de afschuwelijke inheemse
TVTAUW daarmee verweven is het pro-
i s bleem, dat het hoofdthema van
een boek, „Serengeti mag niet sterven",
is geworden: de vaak foutieve en wil
lekeurige begrenzing van veel Afri
kaanse wildreservaten die daardoor aan
hun doel voorbijschieten. Vader en zoon
Bernhard en Michael Grzimek die ver
diende roem oogstten met hun eerste
hoek en film „Geen plaats meer voor
wilde dieren", hebben een nieuw aan
grijpend pleidooi voor het behoud van
Afrika's wilde dieren gepubliceerd.
Met wetenschappelijke exactheid, maar
kennelijk bewogen trekken zij van leer
tegen de ondoelmatige begrenzing van
het Serengetipark in Tanganjika, die
kenmerkend is voor zovele andere
natuurreservaten. Met de middelen,
verworven uit hun vorige film en
boek, kochten deze voormalige directeur
van de Frankfurter dierentuin en zijn
zoon zich een vliegtuigje. Vanuit de
lucht en te land gingen zij de trek
van de voornaamste diersoorten in de
Serengeti na. Alras bleek hun, dat de
natuurlijke trekbaan van vele dieren
in de droge tijd buiten de bescher
mende grenzen van het reservaat lag.
Dit was dus de reden waarom de wild
stand daar zo beangstigend achteruit
ging.
Met lasso's en ook met de blote hand vingen d*e expeditieleden zebra's om
ze te merken en daarna weer vrij te laten. Met een jeep rijdend dicht bij
een grote kudde zebra's tracht Michael een der dieren bij de staart
te' pakken om het tot stilstaan te dwingen. Enkele weken later gaven de
gemerkte zebra's duidfelijk de trekbaan van hun kudden aan.
leven veil had: hij kwam om door een
vliegtuigongeluk boven de rimboe.
Grzimeks pleidooi is allesbehalve
sentimenteel. Het is een krachtige ver
oordeling van menselijke domheid en
jjdelheid waarvan het dier en daardoor
uiteindelijk ook de mens zelf het slacht
offer wordt. Een filippica van een
realistisch zoöloog en een ethisch mens
met eerbied voor al het levende. Om
met Schweitzer te spreken: „Waar
achtig zedelijk is pas de mens die ook
voor het kleinste wat leeft eerbied
heeft en het beschermt."
HUN
fraaie
BOEK, verlucht met tal van
foto's, is het verhaal van
hun werk, dat een levenstaak werd.
Een taak, waarvoor Michael zelfs zijn
De leeuwen van Serengeti zijn helemaal niet hang voor vliegtuigen en
auto's. Een jonge leeuwin heeft wat schaduw gezocht onder het expeditie-
i vliegtuigje van de Grzimfeks.
Het lot van de okapi, dat prach
tige, pas sedert een halve eeuw
bekende oerwouddier uit Congo,
lijkt bezegeld. Toen de chaos in
Congo goed om zich heen greep
vluchtten ook de blanke beheerders
van het enige vangstation ter we
reld, dat tot toen toe een dertigtal
dieren buiten Afrika had afgele
verd. Weliswaar kon men een deel
van de okapi's uit het station over
brengen naar een missiepost bij
Stanleystad, maar hoe het de zeld
zame en kostbare dieren daar na
alle gebeurtenissen van de jongste
tijd vergaan is, is onbekend. De
dierentuinen die nog over okapi's
beschikken in ons land alleen in
Rotterdam moeten nu wel extra
zuinig met de terè dieren omsprin
gen, want voorlopig lijkt het uiterst
onwaarschijnlijk dat de nieuwe
machthebbers in Congo, het enige
verspreidingsgebied van de okapi,
het vangstation nieuw leven zullen
inblazen.
Het beleid van de nieuwe regerin
gen tegenover de fauna van Afrika
;S helaas uiterst kortzichtig. Teveel
zien zij in vangstations en natuur
reservaten overblijfselen uit het
koloniale tijdvak en te weinig de
wetenschappelijke noodzaak van de
handhaving ervan. In het Britse
beheerschapsgebied Tanganjika, dat
voor een groot deel reeds auto
noom is, is de opheffing van de na
tuurreservaten Serengeti en Ngo-
ro-ngoro zelfs een verkiezingsleus!
Openstelling voor de bevolking en
het vee heet het daar. Het enige
argument dat de machthebbers
misschien nog zou aanspreken, voor
zover het al niet te laat is, is de
delging van de grote inkomsten die
vangstations en reservaten geven.
Roland Lindeman, één van de
grootste dierenhandelaren van de
Verenigde Staten zei onlangs: „De
Afrikaanse landen, die thans onaf
hankelijk worden, hebben geen be
langstelling voor de instandhouding
van zeldzame dierenrassen. Wan
neer de negers hun vrijheid krij
gen, zullen zij gewoon alles doden
om het op te eten."
Nasleep zaak-Smeets
Van een onzer verslaggevers
MAASTRICHT. Op 28 maart zal
de kroongetuige in de zaak-Smeets, de
vlieger Carl H. uit Kerkrade, voor de
rechtbank in Maastricht verschijnen,
verdacht van het plegen van verduis
tering en oplichting.
De benadeelde is Marcel Smeets, bij
wie H. in 1959 als vlieger heeft ge
werkt, en tegen ,wie hij tijdens het ge
ruchtmakende proces in juni van het
vorige jaar een uitermate belastende
verklaring heeft afgelegd. Daarover zei
hij later zelf: „Ik had beter mijn mond
kunnen houden."
H. zou in juni 1959 een betaling, die
de heer Smeets tegoed had van een
Duitse firma, hebben geïnd zonder die
af te dragen. Verder zou hij onder het
voorwendsel dat hij nog geen provisie
had gehad, in dezelfde maand een dub
bele provisie hebben geïncasseerd, een
maal van de heer Smeets zelf en een
maal van diens boekhouder.
H. staat verder nog een vervolging te
wachten, omdat hij in 1959 zou hebben
geprobeerd met een bijl een propellor
van een van Smeets' vliegtuigen te
vernielen. Getuigen verklaren dat hij
verzekeringspenningen voor de vernie
ling wilde innen, om daarmee het ver
lies van een reclamesleep, die hij tij
dens een vlucht boven Limburg had la
ten vallen, te dekken.
Van onze correspondent
PARIJS. Een boerenknecht,
Jean-Baptiste Bellec, uit het dorp
je Pedernec (Bretagne) heelt een
originele oplossing gevonden voor
het woningprobleem, dat hem be
gon te kwellen toen zijn hutje
bouwvallig werd. Hij verkocht vrij
wel al zijn bezittingen met uitzon
dering van een geweldige Breton
se kleerkast, die nog van zijn over
grootouders was geweest.
Hij zette deze kleerkast op een
wagen, die hij van een van zijn
patroons had geleend en reed hem
naar een diepe veriaten steen
groeve. Hij zette hem neer tegen
de noordwestelijke wand van deze
groeve en maakte er zijn bed in
op. Zijn kleren hing hij bovenin
en daarboven kwam zijn onder
goed te liggen. Onder het bed
zette hij zijn pannen en potten, een
spiritusbrander en zijn levensmid-
delenvoorraad.
In de week at hij bij de boe
ren, waar hij als knecht werkte
en 's zondags kookte hij zijn eigen
potje in de open lucht. Als het
's winters koud was sloot hij de
deuren van zijn kast en sliep de
slaap des rechtvaardigen.
Op deze wijze heeft hij drie jaar
in zijn kleerkast gewoond. De ge
meente heeft hem nu een woning
gegeven en de kleerkast laten
weghalen. Tot groot verdriet van
Jean-Baptiste Bellec.
Eigen nieuwsdienst
DEN HAAG. De negentienjarige
dienstplichtige soldaat A. A. Krieze-
man uit Kerkrade is donderdag tijdens
een militaire oefening in Budel ernstig
gewond.
Hij kreeg een schot met een losse pa
troon in de rug. Hij was tegen de loop
van een geweer terecht gekomen. Het
geweer ging daardoor af.
door Simon van Adelberg
IN het bouwkundig weekblad Cobouw
zijn enige jaren achtereen repor
tages verschenen over Nederlandse
kastelen, landhuizen en ruïnes van
zulke gebouwen. Deze reportages wer
den geschreven door de redacteuren
E. J. van Ebbenhorst Tengbergen, G.
Tulp en A. van Oirschot.
De artikelen zijn gebundeld in het
boek Nederlandse kastelen en land
huizen, dat is samengesteld en gere
digeerd door F. W. van Gulick, de
hoofdredacteur van Cobouw. De re
portages zijn interessante, vaak zelfs
boeiende verslagen van onderzoek en
interview. De schrijvers hebben alle
kastelen, landhuizen en ruïnes be
zocht, hun geschiedenis nagegaan,
soms verloren gegane resten aan de
hand van talrijke bronnen gerecon
strueerd en met de bewoners gespro
ken.
OVERZICHTELIJK
Vooral interessant is de bouwge
schiedenis van vele kastelen. Vaak
was daarvan niet veel bekend en bo
vendien waren de gegevens over een
groot aantal bronnen verspreid. Het
is de verdienste van dit boek dat de
bouwhistorie van vele objecten over
zichtelijk en zo volledig mogelijk is
beschreven.
De schrijvers zijn het hele land
doorgereisd om de bouwwerken te be
zoeken en soms op te sporen. In to
taal zijn 72 gebouwen beschreven.
Daarbij zijn beroemde kastelen als het
Muiderslot, Loevestein en Het oude
Loo, nog bewoonde kastelen, bouw
werken die hotel, raadhuis werden of
een andere bestemming kregen, ruï
nes zoals van het Huis te Merwe bij
Dordrecht en de burcht van Oostvoor-
ne en zelfs een beschrijving van een
bouwwerk waarvan niets meer rest
en heel weinig bekend is, namelijk de
burcht van Kuinre.
Uit het boek blijkt hoeveel er in de
loop der eeuwen is verwoest en hoe
zeer het verval knaagt aan verschei
dene cultuurhistorisch belangrijke
bouwwerken.
JAMMER
Het boek is voorzien van een groot
aantal tekeningen, plattegronden en
foto's. De foto's zijn niet alle van goe
de kwaliteit.
Jammer is ook dat de artikelen niet
beter zijn bijgeschaafd. Dit leidt tot
storende herhalingen (talrijke artike
len beginnen met de plaatsbepaling).
Er zijn ook onregelmatigheden in
spelling en taalgebruik die bij een
goede tekstbewerking vermeden had
den kunnen worden. De onderschrif
ten bij de illustraties zijn bijzonder
eentonig: daarbij al te vaak voorzien
van het woord aardig.
Toevoegingen die in een vakblad
wellicht van belang zijn zoals de
namen van aannemers van restaura
ties zijn in een uitgave voor een
breed publiek geheel overbodig. Ook
mededelingen over de ontvangst van
de schrijver misstaan misschien niet
in een tijdschriftartikel, maar wel in
een boek. Zulke dingen hadden bij de
samenstelling verwijderd moeten wor
den. Dat was het boek ten goede ge
komen.
Nederlandse kastelen en landhuizen
is fraai verzorgd uitgegeven door Ten
Hagen n.v. in Den Haag.
Van onze correspondent
IJMUIDEN. De zeventienjarige ma
troos J. Imthorn uit Katwijk aan Zee is
donderdag op de Noordzee van de log
ger Katwijk 37 geslagen en verdronken.
Dat gebeurde bij het halen van het
net. Er sloeg een touw om de jongen
heen, dat hem van boord sleurde. De
logger heeft met vele andere schepen
naar de drenkeling gezocht. Het was te
vergeefs.
Ds. P. J. Dorsman uit Staphorst is
benoemd verklaard tot lid van de Twee
de Kamer in de vacature van wijlen ds.
P. Zandt.
dene jaren behandelde hij het Neder
landse deel van het plan-Marshall.
Het eerste jaar al moest meer dan
vierhonderd miljoen gulden worden
verdeeld.
Het bleef hier niet bij. De proble
men van de O.E.E.S. en van Benelux
kwamen onder zijn aandacht. Nog en
kele functies volgden tot hij in 1952
dr. Hirschfeld opvolgde als directeur-
generaal van het economische en mi
litaire hulpprogramma bij het Minis
terie van buitenlandse zaken. Hij was,
toen 34 jaar. De vraagstukken rondom
de Europese eenwording waren volle
dig zijn deel geworden.
rfIJN ster zou nog hoger stijgen na-
(-1 dat hij in december 1957 staatssecre
taris van buitenlandse zaken was ge
worden. In die kwaliteit leidde hij in
maart 1957 de Nederlandse delegatie
in de Verenigde Staten om landings
rechten voor de K.L.M. te verkrijgen
te Los Angeles en Houston. Dit geluk
te alleen voor Houston, maar de te
leurstelling over Los Angeles kon niet
verdoezelen, dat staatssecretaris Van
der Beugel zich een knap onderhande
laar had getoond.
Na het aftreden van het kabinet ra
december 1958 bleef hij aan het De
partement van buitenlandse zaken
verbonden als speciaal adviseur van
minister Luns. Deze functie vervulde
hij tot 1 januari 1960, op welke da
tum hij bij de K.L.M. in dienst trad
als plaatsvervangend directeur-gene
raal.
Enkele maanden tevoren had hij
deelgenomen aan de Bilderbergconfe-
rentie onder leiding van prins Bern-
hard; te Istanboel werden toen inter
nationale vraagstukken besproken.
Zijn grote kennis en ervaring op uit
eenlopend terrein, vergaard in ver
scheidene belangrijke functies en tij
dens opdrachten in binnen- en buiten
land, en zijn grote talenkennis, had
den de jonge econoom en diplomaat
vermaardheid bezorgd.
DIE eigenschappen komen hem goed
te stade bij het leiden van de
K.L.M. In de tijd, die hij hier nu
heeft doorgebracht, hebben velen hem
leren kennen, niet alleen als een zeer
intelligent mens, maar ook als een
„chef" met een groot gevoel voor hu
mor. Met groot gêmak treed hij
iedereen tegemoet, hij kan goed naar
anderen luisteren, is zeer beweeglijk
in zijn optreden en- hij is veeleisend,
ook voor zichzelf.
De nieuwe president-directeur van
de K.L.M. vormt graag snel een uit
gesproken mening. Daarnaast is hij
bereid andermans overtuiging te leren
kennen, hetgeen hem bijzonder ge
schikt maakt als onderhandelaar, zo
als dat in het jongste verleden ook al
is gebleken.
Zijn naaste medewerkers hebben de
grootste bewondering voor zijn kennis
van economie, financiën, binnenlandse
en internationale politiek en voor zijn
gevoel voor „public relations". Al die
Drs. E. H. van der Beugel
zwaarwichtige onderwerpen verhinde
ren hem niet af en toe een partij-ten
nis of volleybal te spelen.
ThRS. E. H. van der Beugel is lief-,
u hebber van muziek. Hij is be
stuurslid van het Residentie Orkest.
Als hij met in de gelegenheid is een
concert te bezoeken, luistert hij graag
thuis naar grammofoonplaten.
.Bij de-K.L.M. weet men, dat er een
nieuwe „baas" is gekomen, die zeer'
enthousiast kan zijn, soms tot uitbar-
tingen komt en die met beide benên
op de grond staat. Zijn kleine pos-
?cherp gezicht en sprankelende
ogen dwingen tot luisteren op een on
gedwongen manier.
reed dr? h°ute" handen
reea ars. E. H. van der Beugel naar
het begin van het straaltijdperk dat
relrtW?? frUctUuUr ga£ a™ het we'
reldbedrijf, waar hij nu de hoogst*
verantwoordelijkheid draagt.