Veerdiensten over Westersehelde vragen steeds grotere boten ONMISBARE SCHAKELS IN ZEEUWS VERKEER PSD op de bres voor toerist en forens J Recreatie in Zeeland Vakantieland Boekdelen Minuten Toekomst Pag. 31 INDUSTRIENUMMER ZEEUWSCH DAGBLAB A LS MEN de Zeeuwse provincie met een gordel van eilanden -f*- mag vergelijken, dan zijn de schepen van de Provinciale Stoom bootdiensten toch wel de onderdelen, waaruit het rijgsnoer is ver vaardigd. Want deze vaartuigen zijn de onmisbare schakels van het zich in ons gewest door de geografische verbrokkeling in een moeilijke positie bevindende verkeer. Het verkeerniet alleen van be lang voor de inwoners zelf, maar voor de elk jaar groeiende toeristen- stroom, welke als een lintworm 's zo mers Zeeland binnenkronkelt en be zit van de eilanden neemt. De mo torschepen van de P.S.D. zoals de stoombootdienst in de wandeling heet bewijzen onschatbare diensten bij het vlot verwerken van de toeristen lawine. Want wat zou er gebeuren indien er geen veerdienst was tussen Vlissingen en Breskens? De vervoercijfers van het vorig jaar spreken boekdelen. Liefst 2.162.286 personen brachten de Prin ses Beatrix en Prinses Irene over de Westersehelde. Of naar Vlissingen de stroom van Belgen, Fransen en En gelsen, die bezit van onze provincie en ons land kwamen nemen of naar Breskens de Duitse of uit eigen land afkomstige vakantiegangers die rus tige dagen in Zeeuws-Vlaanderen, België of nog verder zochten. Het aantal auto's bedroeg een verbijste rende 434.252. In 1959 waren die aan tallen belangrijk minder hoewel nog niet te verwaarlozen: 2.160.594 men sen en 389.231 auto's. Wanneer men de direkteur van de P.S.D.mr. J. L. Nieuwenhuis, naar de historie van zijn bedrijf vraagt, noemt hij drie jaartallen. Eerst 1828, toen partikuliere instanties de ver binding tussen de diverse eilanden verzorgden. In 1866 nam de provin cie al die maatschappijtjes over en ontstond de Stoombootdienst in de Westersehelde, een voorloper van de P.S.D., die, de naam zegt het al, al leen de overtochten op de Wester sehelde verzorgde. Door de véle klachten van bewoners, uit gebieden, die aan de Ooster- of Bovenschelde, zoals het in die dagen heette, lagen en die zich achtergesteld voelden, werd in 1912 een vaste dienst tussen Walcheren, Schouwen, Noord- en Zuid-Beveland ingesteld. Overigens gaf het rijk van 1866 af reeds een subsidie voor een bootdienst naar Schouwen. De diensten, die de P.S.D. nu on derhoudt zijn die tussen Vlissingen en Breskens, Hoedekenskerke en Ter- neuzen, Kruiningen en Perkpolderha- ven, Zierikzee (De Val) en Katseveer en tenslotte tussen Veere en Kam perland. De twee grootste schepen, de 102 meter lange veerboten Prinses Bea trix en Prinses Irene, varen de be langrijkste routeVlissingen-Bres- kens. Deze vaart duurt twintig mi nuten en per vaart kunnen 1500 per sonen en 120 personenauto's over het water van de Westersehelde worden gebracht. Tussen Terneuzen en Hoedekens kerke vaart het motorschip Prins Willem I, een 55 meter lange boot, die vijftig minuten nodig heeft voor zijn tocht. Twintig minuten duurt de tocht tussen Perkpolderhaven en Kruiningen. Twee schepen verzor gen daar de dienst. De Prins Bern- hard (74 meter) en de Dordrecht (70 meter). De Koningin Emma, met een lengte van 59 meter vaart tussen Zierikzee en Katseveer heen en weer een tocht van vijftig minuten. Daarbij wordt zij geassisteerd door de veer tig meter lange Noord-Beveland. Deze trip zal binnenkort waarschijnlijk tot 35 minuten worden bekort als de tocht van Zierikzee niet naar het veer, maar naar Kats zelf gaat. De Zuidvliet (lengte twintig meter) Onmisbare schakels in het verkeer over de Westersehelde zijn de prach tige veerboten „PRINSES BEATRIX" en „PRINSES IRENE". De „BEA TRIX" vaart hier zojuist de Vlissingse haven binnen. Voor velen is dit altijd weer een interessant schouwspel. vaart tussen Veere en Kamperland en neemt op haar een kwartier du rende overtochten geen auto's mee. Reserveschepen zijn de Koningin Ju liana, Prins Hendrik en Oosterschel- de, respectievelijk 74, 60 en 55 meter lang. Plus minus 370 man personeel telt de P.S.D., waarvan 235 varend is. Van het walpersoneel zijn 94 mensen in de agentschappen op de aanleg steigers werkzaam, de rest is kan toor- en werkplaatspersoneel. De goed ingerichte werkplaats is samen met het hoofdkantoor aan de Prins Hendrikwe.g gevestigd. Onder houd en eenvoudige reparaties aan schepen worden zelf gedaan. Meer ernstige mankementen worden ter reparatie uitbesteed. De nieuwste schepen, waarmee de P.S.D. vaart, in casu de Prinses Beatrix en Prinses Irene, zijn mo dern en van alle gemakken voor zien. Er zijn vier ruime salons, die door twee buffetten worden bediend. De schepen zijn verder uitgerust met radar, echolood en mobilofooninstal latie. De plannen, van de P.S.D. voor de toekomst? Mr. Nieu wenhuis noemde er slechts één. De inwilliging van de aanvraag voor een vergunning een schip van het kaliber van de Prinses Beatrix op de lijn Kruiningen- Perkpolderhaven te mogen ge bruiken. Ook al weer een teken van de steeds groeiende bete kenis van de dienst voor het •Zeeuwse gewest en ons hele land. (Vervolg van pagina 29) heeft gepropageerd: rust. Men heeft hem eens gezegd: Je verkoopt de rust en je krijgt de onrust er voor terug. De VW-direkteur was het met dit standpunt echter in het geheel niet eens. Zeeland wordt toch nooit een Holland. Men zit hier niet op een kluitje zoals in Zandvoort of Scheveningen. De directeur van de Zeeuwse V.V.V. eindigde met de leuze: Er staat veel groots te gebeuren in ons gewest. Zoveel dat het voor de Zeeuw moeilijk zal zijn al deze geplande werken zelf te financieren. Hij geloofde ook niet dat dit billijk zou zijn. Im mers de recreatieruimten wor den voornamelijk gebruikt door ontspanning zoekenden die van elders komen. De heer Oskamp meende dan ook dat de lands- overheid een groot deel van de kosten van het klaarmaken van bijvoorbeeld het Veerse Meer voor haar rekening diende te nemen. Het is in het belang van de volksgezondheid, voegde hij er aan toe. HET Economisch Technologisch Insti tuut voor Zeeland heeft geraamd dat in 1977 Zeeland op 230 000 a 450.000 meer daagse Nederlandse bezoe>kers per toe ristenseizoen moet rekenen. Deze vakan tiegangers zouden bij een gemiddelde verblijfduur van acht dagen a 7.50 per persoon 13,5 a 27 miljoen gulden per seizoen in Zeeland besteden. Blijft het buitenlandse bezoek constant dan wil dat zeggen dat elk jaar een besteding van 40 tot 54 miljoen gulden plaats vindt door vakantiegangers. Het staat voorts vast dat na de voltooiing van het Delta plan het dagbezoek uit de randstad Hol land enorme afmetingen zal aannemen. Dit bezoek tevens in aanmerking geno men is een raming van 45 tot 75 miljoen gulden per seizoen omstreeks 1975 voor de totale besteding tijdens bezoek aan Zeeland volgens het E.T.I. met overdre ven. Daarom wordt nu reeds (gestreefd naar uitbreiding van de logiesmogelij kheden in Zeeland.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1961 | | pagina 39