Als iedereen fatsoenlijk ging het best- was Parijs' wierp schaduw op debatten DE NATUUR E GESLACHT I KAPPIE EN DE DIEPZEEDUIKERS I Woensdag 22 februari 1961 ZEEUWSCH DAGBLAD Pag. 2 P. W.RUSSEL'S Internationale politiek in de Tweede Kamer Gomballen Hammarskjoeld Kandidatuur in en om uw huis Spatbordjt Vele tientjes Als we Geen centimeter Zoek de oplossing DICNATE ROBBERT2 Uit de kerken grieperig! Leden Gooise jeugdbende veroordeeld Een paravBtamine geeft grijs haar Seven en kleur terug Mevrouw Stoffels leidt missie naar N.-Guinea FLITS GORDON Van onze parlementaire redacteur TVEN HAAG De Parijse bespre- kingen over de confederatie plannen van generaal de Gaulle wierpen gisteren al hun schaduw op de buitenlandse debatten in de Tweede Kamer, hoewel het punt nog niet eens aan de orde was. Het begin was gewijd aan de grote internatio nale politiek, de verhouding Oost- West, de Navo en de minder ontwik kelde gebieden. „Parijs" zat enkele afgevaardigden blijkbaar zo hoog, dat zij het niet konden laten erover te spreken. De liberaal J. H. Couzy hoopte dat minister Luns met evenveel vuur de versterking van de Navo zou verdedi gen als de integratie van Europa. Het was voor de c.h. woordvoerder dr. I. N- Th. Diepenhorst onbegrijpelijk dat de andere landen zo weinig gevoel heb ben voor de overheersing door Parijs en Bonn. Nederland is volgens hem te recht verontrust. Bij katten gaan de ogen na een week open, maar bij vele mensen duurt het blijkbaar langer, al dus dr. Diepenhorst, die ervoor waar schuwde, de Gaulle niet te verwarren met de Maagd van Orleans. De K.V.P.- er J. J. Fens maakte de sarcastische op merking dat het communisme zich niet de luxe veroorlooft in twee blokken uiteen te vallen. Voor de rest waren het allemaal za ken van wereldformaat voor minister Luns, die het rustig aanhoorde, kau wend op gomballen, waarin hij staats secretaris Van Houten gul liet delen: ook gaf hij er een aan freule Wttewaall die langs kwam lopen. Het vermelden van dit knusse tafereel mag echter geen vals beeld geven van de verbetenheid waarmee, zoals ieder jaar bij deze ge legenheid, de fracties zich vrijwel eens gezind rondom de vaan der democratie scharen in een hechte ideologische ver dedigingslinie ter afweer van het com munisme. Er is niets veranderd in de Russische politiek, aldus luidde het vermaan van de afgevaardigde Couzy. Dr. Diepen horst informeerde naar het plan om van de Navo de vierde atoommacht te ma ken, maar hij wilde het gebruik van atoomwapens beperken tot het afslaan van een aanval en dan nog na een in ternationale beslissing. Gebrek aan een heid van het westen was een van de on derwerpen van de afgevaardigde Fens; die erojj wees dat, terwijl de E.E.G. met Griekenland onderhandelt over aansluiting, Rusland de Griekse oogst aan krenten en tabak opkoopt om de westerse markt met goedkope aanbie dingen te verstoren. De socialist F. J. Goedhart ging in dit opzicht een stap verder: De zakenman trekt zich van politiek niets aan en doet zaken waar hij winst kan maken en dit is nu juist datgene wat de Sowjetunie in haar economische oorlog tegen het Westen exploiteert. Als wij de oorlog met de communisten willen winnen, al dus deze socialistische afgevaardigde, dan zullen de regeringen van het wes ten minder onder invloed van effecten, beurs- en belastingverlagings-fetichis ten moeten staan. Van vrijwel alle kanten kreeg Ham marskjoeld, de secretaris-generaal van de Verenigde Naties, steun voor zijn hou ding in de affaire-Congo. Die steun moet volgens de socialist drs. G. J. N. N. Ruy- gers worden verleend door allen, die niet wensen te bukken voor het Kremlin. Meer belangstelling dan vorige jaren bestond er ditmaal voor de hulpverle ning aan de minder ontwikkelde gebie den. De a.r. woordvoerder, mr. B. W. Biesheuvel, ontvouwde zijn bekende plan om de Nederlandse hulp allengs te verhogen tot 350 miljoen gulden, ofwel één procent van ons nationale inkomen. Het idee om dit geld uit een bestem mingsheffing te halen had hij laten va ren. Nu dacht hij aan verhoging van de tarieven van enkele belastingen en hij vroeg minister Luns di^ met minister Zijlstra op te nemen. De K.V.P.-er mr. P. A. Blaisse be steedde bijzonder aandacht aan het voorste] van de werkgeversverbonden om een ontwikkelingsfonds in het le ven te roepen voor speciale doeleinden en daarnaast met export-kredietgaran ties en exportfinanciering te gaan wer ken. Voor het fonds voelde hij niets, maar blijkbaar zag hij wel enig heil in een garantiefonds. Dit wordt dan weer een bilaterale zaak. merkte de socialist Ruygers op, die evenals trou wens de overgrote meerderheid van de Kamer de hulpverlening uitsluitend in ternationaal, met name door kanalen van de Verenigde Naties, tot stand wil zien komen. Belangstelling was er ook voor de kandidatuur Stikker voor de functie van secretaris-generaal van de NAVO. Minister Luns zal in zijn antwoord van middag kunnen bevestigen wat gisteren reeds bekend werd, nl. dat de regering onze landgenoot voor deze functie in aanmerking wil laten komen. Na het antwoord van de minister gaat de Tweede Kamer dan verder met de Europese zaken. In het etnografisch museum in Delft wordt van 24 februari tot 1 sep tember een tentoonstelling gehouden over de pre-Incakunst uit Peru. TT et gebeurt dagelijks in stad en dorp. Een scooter en een au to komen met elkaar in aanra king. „Uw fout, ik kwam van rechts", zegt een van de partijen en gaat ergens de politie bellen. De rest? Wachten tot er een of meer agenten komen, krijtstre pen gezet worden, meetlinten uitgelegd, een proces-verbaal ge schreven. De zaken zijn geregeld en elk vervolgt zijn weg. Niet ernstige aanrijdingen, alleen met materiële schade, ze komen by tientallen voor, elke vierentwintig uur. In een dorp kan het zijn in de hoofdstraat en dan staat de volle bus en de rest van het verkeer te wachten; tien, twintig minuten. In een grote stad kunnen, in diezelfde tjjd, vyf trams achter elkaar staan, met honderden mensen erin. Kwade mensen soms, die zeggen; Zet die wagens aan de kant en regel daar de zaak, dan kunnen wy ten minste verder. Gisteren sprak ik zo'n „kwaad mens", die dergelijke situaties al ettelijke ke ren heeft meegemaakt. „Het is belache lijk", zei hij, „dat een paar honderd mensen in een tram zitten te wachten vanwege een ingedeukt spatbordje of een verfrommelde koplamp. Ik heb het meegemaakt, dat er dan in een dik kwartier vier trams achter elkaar stonden. Het hele schema ligt dan in de war. Hier kijk, ik krijg juist een brief van een oud-politieman. Dit schrijft hij: „Vroeger regelden wij op een eer lijke wijze en tot ieders genoegen de schadezaken; nu zijn de agenten steeds maar druk bezig met het invullen van formulieren voor de verzekeringsmaat schappijen". Dat zegt een man uit de praktijk. Maar ja, met jou kan ik na tuurlijk nauwelijks praten, want jij bent ook automobilist Nu valt het best mee, dat praten met mij en dat heb ik dit „kwade mens" dan ook gezegd. Want er zijn wel vele voet gangers die bij voorbaat alle mannen die een autostuur hanteren tot een soort geboefte verklaren, maar dat is natuur lijk onzin. De praktijk. Het voorbeeld handelde over een scooter en een auto. Dat kun nen natuurlijk net zo goed twee auto's zijn of een brommer en een motor of gaat u zelf maar verder. Twee gemoto riseerde voertuigen dus die een klap tegen elkaar maken. Dat is het begin. Niet alleen van alle ellende, maar ook van de onwetendheid van de velen die zo'n voertuig niet be sturen. Want het minste klapje tegen een spatbord kost tegenwoordig vier tientjes. En de opmerking van mijn „kwaad mens" over een verfrommelde koplamp dat kon wel eens acht tientjes kosten. Dan gaan we verder. Kijk, het hele probleem zou geen probleem zijn wan neer ons land bevolkt was met één grote massa vriendelijke en vooral fat soenlijke lieden. Want die tik tegen an dermans spatbord of koplamp kan u vandaag net zo goed als mij gebeuren. We kunnen allemaal een doodgewone fout maken terwijl we welk soort van stuur dan ook hanteren. Goed en als we dan allemaal zo netjes waren om elkaar ons kaartje of onze naam (op) te geven, met de boodschap: „tl Iaat maar maken, ik hoor de schade wel" (en dan ook ach teraf betalen) dan was er geen vuiltje aan de lucht. Bij de Rotterdamse Lijnbaan vond ik eens een briefje van een dokter onder mijn ruitenwisser. „Heb uw linker ach terspatbord beschadigd", stond erop. De kosten waren vijfendertig gulden en de arts heeft keurig betaald. Maar twee weken geleden kom ik op een kruispunt een auto tegen die me van links nadert, mijn spatbord deukt en voor wie de schade? Het was allemaal midden op een trambaan gebeurd. Ik belde geen poli tie, zette mijn autootje aan de kant, de „ander" deed op mijn verzoek hetzelf de, we praatten even, mijn aanrijder bleek niet tot een regeling bereid en we zijn verder gegaan. Twee dagen daarna heb ik hem opge beld en nogmaals gevraagd of hij iets wilde regelen. Welnee, zei hij, daar voel ik niets voor. Nu betaal ik dus de zestig gulden uit deuken en spuiten en hij trekt aan het langste eind. Weet u wat ik voortaan doe? Ik verzet myn autootje geen centimeter, al houd ik een hele tunnel met verkeer vast, tot er een agent is geweest. „Ja, maar al die mensen dan, laat je eventueel honderd of meer mensen wachten vanwege dat spatbord van jou?"i vroeg- mijn „kwaad mens'if-giste" ren wat verwonderd en tegelijk wat geërgerd. „Stel je voor dat zo'n aanrijding me^ eens per maand gebeurt. Moet ik dan aan het einde van het jaar zevenhon derdtwintig gulden betalen omdat an deren mijn eigendommen beschadigen en ik zo beleefd ben niemand te laten wachten?", was mijn wedervraag. „Er moet een oplossing te vinden zijn", luidde zijn antwoord. t Ik zie die oplossing nog niet. Zon der proces-verbaal geen verhaal, noch bij de verzekering noch bij een ander. De eerste vraag is altijd: Heeft u de politie gewaarschuwd? Nu heb ik het niet gedaan en ik zit zelf in het schip, om het maar eens dui delijk te zeggen. Daar voel ik in de toe komst niets voor. Ik houd het voorlopig nog op de agenten die de zaken bekijken en op schrijven. En ik ben bijzonder blij, dat ze er zijn. Als u een betere oplossing weet houd ik me aanbevolen. 129 Er waren mensen die aan een Romerswaler geen hulp of steun wil den geven, omdat zij meenden dan in verzet te komen tegen God zelf, die de zwervers getekend had. In dat najaar ging er weer vreem de praat door de stad. Een oude vrouw beweerde dat de doden, die schouder aan schouder in de boom gaard van Willem Boudijnszoon la gen, in maannachten uit hun graven kwamen om naar hun bezit te gaan zoeken. Poppen de Vogelaer hoorde het zuchten en kreunen der omgeko menen als hij 's nachts niet kon sla pen. Hij was er zo bang voor dat hij niet meer naar bed durfde gaan, maar heel de nacht op een stoel bleef zitten, bij een brandende kaars. Het is zijn kwaad geweten dat hem wakker houdt, zeiden de mensen, die hem gekend hadden toen hij rentmeester van Lodycke was. Alleen de vissers wisten dat het de zee was die gromde en dreunde. Ze woonden in hun scha mele hutten in de buurt van de ha ven en aan de rand van de schor ren. Veilig was het daar nooit en toch wilden ze nergens anders wo nen. Zo waren ze gehecht aan het plekje grond dat nog boven de zee uitstak. Over de burcht van heer Ro mer hadden ze hun vaders en groot vaders al horen vertellen. Van de burcht zelf was niets meer over, maar de kracht van de mannen die er in gewoond hadden was blijven leven. De Romerswalers weken niet. Ze waren blij, ook al spraken ze daar nooit over, dat een nazaat van deze mannen bij hen wilde blijven wonen, al was het een bastaard. Agniet had twee dienstmeisjes meegebracht van Cattendycke. Een van die meisjes had verstand van zieken verzorgen en van kruiderijen. Als het nodig was stuurde Agniet haar naar de vissershutten of naar de buurt waar het schamele volk woonde, om een ziek kind of een vrouw te helpen. Op een dag kwam ze helemaal ontdaan terug van haar bezoek bij een oude man, die zijn benen niet meer kon gebruiken. De oude had verteld dat de doodshond weer door Romerswale sloop. Hij had hem ho ren huilen. Andere mensen hoorden dat niet, maar hij vergiste zich nooit. Enkele weken voor het bekend werd hoe de boerenjonker was omge komen, had de doodshond het al aan gekondigd. De oude kon toen zijn be nen nog gebruiken.. Terugkomend van de haven, had hij hem zien ren nen. Hij was uit het Noorden geko- DOOR men, helemaal besmeurd met blauw achtig slik. Op iedere straathoek had hij erbarmelijk gejankt, maar nie mand had het gehoord. De oude was hem gevolgd. Hij rende naar de Ru- terbloeme, waar hij met zijn lelijke magere poten aan het poortje had staan krabben. Baldus was later met een emmer water en een bezem ge komen om de slik er af te boenen. Die had natuurlijk gedacht dat het sporen van een gewone hond waren. Niet lang daarna was de boerenjon ker verdronken en het water had voor de tweede keer de stad over stroomd. Agniet was niet erg bijgelovig en haar meisjes ook niet, maar de oude was zo overtuigd geweest met zijn verhaal, dat ze angstig werden. Het is nu bijna winter, zei het meis je. We zouden dan toch teruggaan naar Cattendycke? Ben je bang om hier te blijven? vroeg Agniet, die haar eigen schrik probeerde te verbergen. Als de jon ker hier kan wonen en al de andere mensen, waarom zouden wij het dan niet kunnen? Het water komt niet ieder jaar in de stad. Ze huiverde terwijl ze het zeide. Het klonk bijna als een uitdaging aan de zee. Ze wist heel zeker dat ze verschrikkelijk bang zou zijn als het begon te stormen. Al was ze erg trots op het oude geslacht waarover Arjen haar zo veel had verteld. En ze wilde niet onderdoen voor de ede le vrouwen die binnen Romerswale hadden gewoond. Omdat ze nooit iets voor Arjen verzwijgen kon, vertelde ze hem al les wat ze van haar dienstmeisje ge hoord had. Arjen luisterde naden kend. Hij had zulke verhalen meer gehoord. Onder de Romerswalers wa ren er die overal betekenis aan hechtten. Dat werd nu nog erger, nu de stad zo eenzaam, als een verla ten eiland in de zee lag. Vooral in de donkere maanden, wanneer wind en zee klaagden en bonsden, dag en nacht. Het donkere dreunen kroop de mensen in het bloed, ze voelden het trillen in hun lijven. En het was waar dat er soms iets door de stra ten sloop. Alsof de doden rondwaar den die niet konden scheiden van de piek waar ze geleefd hadden. Merijn was weer begonnen aan zijn schilderij van de dode jongen. Arjen had de schilder zo streng op het hart gedrukt ervoor te zorgen dat zij het nooit zou zien, dat Me rijn er alleen aan werkte met een gegrendelde deur. Aan al die dingen dacht Arjen toen Agniet haar verhaal deed. We zullen ^roeg naar Ber gen gaan om het Kerstfeest te vie ren, zei hij. Mijn stiefmoeder zal blij zijn om je eindelijk te leren kennen. NED. HERV. KERK Beroepen te Vriezenveen: W. Ver- wey, te Zevenhoven, te Wolsum: A. Nachtegaal, vic. te Beverwijk. Aangenomen naar Zeist, zevende pred. pl.: H. Hoekstra te VroomShoop. Bedankt voor Wilnis (toez): M. J. G. v. d. Velden te Nieuwpoort. Beroep baarstelling: J. Hiensch, kand. (Ooster- straat 15, Utrecht), H. Lofvers, kand. (Kribbestraat 38) te Amsterdam-z., J. F. van Oosten, kand. (Melkpad 33). te Hilversum en ds. L. Luteyn, lucht- machlpredikant (Sperberweg 3, Guter- loh) Wet-Dutlad zij beroepbaar gesteld. GEREFORMEERDE KERKEN Beroepen te Oostvoorne: kand. Tj. Doesburg te Amsterdam. Te Rheden- De Steeg: P. H. Steenhuis te Bergent- heim. Aangenomen naar Pesse: D. J. Hëslinga kand. te Groningen. Bedankt voor Dokkum vac. H. Hogenhuis: E. Haverkamp te Minnertsga. Benoemd tot hulppred. te Rotterdam: B. ter Haar, kand. aldaar. GEREF. KERKEN (VRIJGEMAAKT) Beroepen te Bunschoten-Spakenburg: vac. J. Rjeveld: H. va Omrne te Oud-Loosdrecht en idem, vierde pred. pl. W. G. de Vries, Leiden; te Uitlui den: C. J. Smelik te Veenendaal. Vandaag zullen ze ln Den Haag sneuvelen, de gladde banden. De poli tie houdt met Ingang van deze och tend in de residentie een verscherp te controle. Gladde banden worden ln beslag genomen en tegen de bestuur ders van de auto's met die banden wordt proces-verbaal opgemaakt. Het is maar dat u het weet. Advertentie Pantoffelbloemen o'f Calceolaria's wor den veel als kamerplant gekweekt; het zijn bijzonder mooie planten en ze bloei en ook rijk. Men moet ze vooral niet in de warme kamer zetten; daar kun nen ze niet tegen; voor hen is een zeer matig verwarmde kamer al ruim vol doende. De potgrond moet men wel ma tig vochtig houden. AMSTERDAM (ANP). De Amster damse rechtbank heeft gisteren de acht tienjarige leerling-botenbouwer Chr. B. uit Hilversum veroordeeld tot acht maanden gevangenisstraf, waarvan drie maanden voorwaardelijk en aftrek van het voorarrest. Vierentwintig keer was B. op pad ge weest. Samen met vrienden had hij ge regeld benzine voor zijn wagen uit an dere auto's afgetapt. Bovendien hadden de jongelui verscheidene keren ingebro ken. De negentienjarige H. B. kreeg voor zijn aandeel in de rooftochten zes maan den, waarvan vier voorwaardelijk en aftrek van voorarrest; de eveneens achttienjarige A. B. kreeg drie maan den voorwaardelijk. Advertentie Onderzoekingen van cosmetologische des kundigen leidden tot de ontdekking van het Paravitamine Complex FB 2, dat de uitzonderlijke eigenschap bezit aan grijs haar de natuurlijke kleur terug te geven. Deze ontdekking betekent een omme zwaai op het gebied der haarverven, want in enkele dagen krijgt grijs haar zelfs indien dit al verscheidene jaren werd geverfd weer leven, het krijgt steeds meer de natuurlijke kleur die het dan behoudt. Dit resultaat is geheel natuurlijk, de laatste wetenschappelijke w: mingen hebben aan het licht gebracht, dat het Paravitamine FB 2 het kleur- gevend pigment van het haar is. Lezeressen en lezers die verdere bijzon derheden wensen omtrent dit Paravita mine FB 2, kunnen zich wenden tot het Comptoir Générai des Produits d'Hy- giène et Beauté, afd. E (Rayon E 732), rue de la Réforme 70, Brussel. Een uiteenzetting zal hen gratis toege zonden worden onder discreet omslag. Van onze parlementaire redacteur DEN HAAG Mevrouw mr. J. M. Stoffels-van Haaften (lib.) zal in haar hoedanigheid van eerste plaatsvervan gend voorzitter van de Tweede Kamer, de leiding hebben van de afvaardiging die de Staten-Generaal zal zenden naar de installatie van de Nieuw-Guinearaad op 5 april te Hollandia. Dat is gisteren beslist nadat de Tweede Kamer had be sloten aan deze afvaardiging deel te ne men. De Kamer heeft ook besloten de Nieuw-Guinearaad te vragen in te stem men met het besluit een parlementaire missie naar dit gebied te zenden. Deze missie, de derde na die van 1954 en 1957, zal een nauwer omschreven taak krijgen dan haar voorgangsters. De Nieuw-Guinearaad is min of meer te be schouwen als een zusterinstelling-in-wor- ding. zo zei mr. Th. M. J. de Graaf, voorzitter van de Nieuw-Guineacommis- sie van de Tweede Kamer. Daarom zal de missie, die waarschijnlijk begin juni zal vertrekken, de raad moeten be schouwen als de instantie tot welke zij zich om inlichtingen en met wensen moet wenden. In dit stadium zullen wij moeten onderstrepen dat ons land in Nieuw-Guinea slechts bijstand verleent. De nog te benoemen parlementaire missie zal de opdracht krijgen om zelf, in afwachting van de instemming van de Nieuw-Guinearaad, de omschrijving van haar taak op te stellen. DEN HAAG. Het nieuwbenoemde Tweede-Kamerlid J. A. van Bennekom (a.r.), die de vacature van drs. Hazen- bosch vervult, is gisteren beëdigd. KIOK ME AAMjGORPON. zij zier ruimtevrees er UIT/N ONZE MODERNETMD. EEN NI EU WE. ZIEKTE... UËKUldTNlETNAARDE LUCHT.OF DESTER- REN KUIKEN, UESIAAPT SREXSONIjER ZUNfMSE!? GE VALLEN GE VEESTEN Zld ZUNGENEZEN. GEN£ZEN?OENKUEDAT IKME ZO LAATZIEN?QRÊG GREVSÖN DE EERSTE MENS OPMARS-NU E6NGRIENENPE LAFAARD? lIlllllllIlIlllllllllllllllltllllllllllIUIllllllllllllllllllllltllltlllllllllllltllllUlltUllllllUlllllllllUllllllllllllllIilllimHIIIIIIIIIllUlllllllUlllllllUUIIUllUUIllUlUtUllllliimiUIUIIllUHIllUUlllllUtHUHIIlllllllIlllll^l 4. Tijdens de reis naar de Stille Zee, was Kappie de enige die zich weinig meer bekommerde om de bol, die hij vervoerde. Maar de maat, de meester en Okki scharrelden er herhaaldelijk nieuwsgie rig omheen. Ook nu weer. „Als het een duikbol is, lijkt hij mij toch moeilijk te besturen," mompelde de maat „Misschien wordt hij gewoon neerge laten en opgehesen," opperde Okki en hij wees op een stevige haak, die boven op de kogel zat. „Onzin," meende de meester. „Daar is een hoeveelheid kabel voor nodig, die één schip niet kan bergen!" Okki gaf geen antwoord meer. Hij was er na enig gepruts in geslaagd een luikje te openen en bevond zich nu in het binnenste van de bol. „Glimpiepers daar staat een hele ge luidsinstallatie!" zei hij veibaasd. „Een knoert van een bandopname-apparaat en een rek vol geluidsbandjes! Wat moet je daar nu mee, op de zeebodem?" 19. De broeierige warmte van de stal maakte, dat Distel, die nog altijd niet helemaal de oude was, de grootste moei te had, zijn ogen open te houden. Maar een vaag gemompel maakte zijn nieuws gierigheid gaande en hij liep verder naar binnen, langs hun eigen paarden, die tevreden uit een volle ruif stonden te happen. Alle dieren, die hier ston den zagen er goed verzorgd uit, zodat Distel wat dat betreft geheel gerustge steld was. Toen hij doorliep zag hij achter in de stal een oudere man, die een prachtige vos stond te borstelen. Hij praatte zachtjes onder zijn werk en toen Distel dichterbij kwam, hoorde hij hem mompelen: „Zoet maar, ouwe jongen, hopelijk duurt het niet zo lang meer eer de meester je weer berijden kan! Als hij beter wordt tenminste! Anders ziet het er slecht voor je uit! Heer Elar weet nog altijd niet, hoe hij met paar den moet omgaan, evenmin als met mensen!" Heer Elar vaag drong het tot Distel door, dat dat de man moest zijn met wie zij de vorige nacht hier heen waren gereden. Maar wie hij ver der ook was, erg geliefd scheen hij niet te zijn! Daar hij de oude stalknecht niet in verwarring wilde brengen, keerde hij behoedzaam op zijn schreden terug en juist kwam hij de stal uit, toen hij iemand de poort zag binnenkomen. Het was Maroessia, de oude zigeunerin Voor hij een woord kon uitbrengen greep de vrouw hem bij zijn mouw en fluisterde: „Uw Heer is in groot ge vaar! Zeg hem, dat hij zo spoedig mo gelijk van hier vertrekt!"

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1961 | | pagina 2