Als iedereen fatsoenlijk
ging het best-
was
Parijs' wierp
schaduw op
debatten
DE NATUUR
E GESLACHT
I KAPPIE EN DE DIEPZEEDUIKERS I
Woensdag 22 februari 1961
ZEEUWSCH DAGBLAD
Pag. 2
P. W.RUSSEL'S
Internationale politiek
in de Tweede Kamer
Gomballen
Hammarskjoeld
Kandidatuur
in en om uw huis
Spatbordjt
Vele tientjes
Als
we
Geen centimeter
Zoek de oplossing
DICNATE
ROBBERT2
Uit de kerken
grieperig!
Leden Gooise jeugdbende
veroordeeld
Een paravBtamine geeft
grijs haar Seven en kleur
terug
Mevrouw Stoffels leidt
missie naar N.-Guinea
FLITS
GORDON
Van onze parlementaire redacteur
TVEN HAAG De Parijse bespre-
kingen over de confederatie
plannen van generaal de Gaulle
wierpen gisteren al hun schaduw
op de buitenlandse debatten in de
Tweede Kamer, hoewel het punt nog
niet eens aan de orde was. Het begin
was gewijd aan de grote internatio
nale politiek, de verhouding Oost-
West, de Navo en de minder ontwik
kelde gebieden. „Parijs" zat enkele
afgevaardigden blijkbaar zo hoog,
dat zij het niet konden laten erover
te spreken.
De liberaal J. H. Couzy hoopte dat
minister Luns met evenveel vuur de
versterking van de Navo zou verdedi
gen als de integratie van Europa. Het
was voor de c.h. woordvoerder dr. I.
N- Th. Diepenhorst onbegrijpelijk dat
de andere landen zo weinig gevoel heb
ben voor de overheersing door Parijs
en Bonn. Nederland is volgens hem te
recht verontrust. Bij katten gaan de
ogen na een week open, maar bij vele
mensen duurt het blijkbaar langer, al
dus dr. Diepenhorst, die ervoor waar
schuwde, de Gaulle niet te verwarren
met de Maagd van Orleans. De K.V.P.-
er J. J. Fens maakte de sarcastische op
merking dat het communisme zich niet
de luxe veroorlooft in twee blokken
uiteen te vallen.
Voor de rest waren het allemaal za
ken van wereldformaat voor minister
Luns, die het rustig aanhoorde, kau
wend op gomballen, waarin hij staats
secretaris Van Houten gul liet delen:
ook gaf hij er een aan freule Wttewaall
die langs kwam lopen. Het vermelden
van dit knusse tafereel mag echter geen
vals beeld geven van de verbetenheid
waarmee, zoals ieder jaar bij deze ge
legenheid, de fracties zich vrijwel eens
gezind rondom de vaan der democratie
scharen in een hechte ideologische ver
dedigingslinie ter afweer van het com
munisme.
Er is niets veranderd in de Russische
politiek, aldus luidde het vermaan van
de afgevaardigde Couzy. Dr. Diepen
horst informeerde naar het plan om van
de Navo de vierde atoommacht te ma
ken, maar hij wilde het gebruik van
atoomwapens beperken tot het afslaan
van een aanval en dan nog na een in
ternationale beslissing. Gebrek aan een
heid van het westen was een van de on
derwerpen van de afgevaardigde Fens;
die erojj wees dat, terwijl de E.E.G.
met Griekenland onderhandelt over
aansluiting, Rusland de Griekse oogst
aan krenten en tabak opkoopt om de
westerse markt met goedkope aanbie
dingen te verstoren.
De socialist F. J. Goedhart ging in dit
opzicht een stap verder: De zakenman
trekt zich van politiek niets aan en doet
zaken waar hij winst kan maken en dit
is nu juist datgene wat de Sowjetunie
in haar economische oorlog tegen het
Westen exploiteert. Als wij de oorlog
met de communisten willen winnen, al
dus deze socialistische afgevaardigde,
dan zullen de regeringen van het wes
ten minder onder invloed van effecten,
beurs- en belastingverlagings-fetichis
ten moeten staan.
Van vrijwel alle kanten kreeg Ham
marskjoeld, de secretaris-generaal van de
Verenigde Naties, steun voor zijn hou
ding in de affaire-Congo. Die steun moet
volgens de socialist drs. G. J. N. N. Ruy-
gers worden verleend door allen, die niet
wensen te bukken voor het Kremlin.
Meer belangstelling dan vorige jaren
bestond er ditmaal voor de hulpverle
ning aan de minder ontwikkelde gebie
den. De a.r. woordvoerder, mr. B. W.
Biesheuvel, ontvouwde zijn bekende
plan om de Nederlandse hulp allengs te
verhogen tot 350 miljoen gulden, ofwel
één procent van ons nationale inkomen.
Het idee om dit geld uit een bestem
mingsheffing te halen had hij laten va
ren. Nu dacht hij aan verhoging van
de tarieven van enkele belastingen en
hij vroeg minister Luns di^ met minister
Zijlstra op te nemen.
De K.V.P.-er mr. P. A. Blaisse be
steedde bijzonder aandacht aan het
voorste] van de werkgeversverbonden
om een ontwikkelingsfonds in het le
ven te roepen voor speciale doeleinden
en daarnaast met export-kredietgaran
ties en exportfinanciering te gaan wer
ken. Voor het fonds voelde hij niets,
maar blijkbaar zag hij wel enig heil
in een garantiefonds. Dit wordt dan
weer een bilaterale zaak. merkte de
socialist Ruygers op, die evenals trou
wens de overgrote meerderheid van de
Kamer de hulpverlening uitsluitend in
ternationaal, met name door kanalen
van de Verenigde Naties, tot stand wil
zien komen.
Belangstelling was er ook voor de
kandidatuur Stikker voor de functie
van secretaris-generaal van de NAVO.
Minister Luns zal in zijn antwoord van
middag kunnen bevestigen wat gisteren
reeds bekend werd, nl. dat de regering
onze landgenoot voor deze functie in
aanmerking wil laten komen. Na het
antwoord van de minister gaat de
Tweede Kamer dan verder met de
Europese zaken.
In het etnografisch museum in
Delft wordt van 24 februari tot 1 sep
tember een tentoonstelling gehouden
over de pre-Incakunst uit Peru.
TT et gebeurt dagelijks in stad en
dorp. Een scooter en een au
to komen met elkaar in aanra
king. „Uw fout, ik kwam van
rechts", zegt een van de partijen
en gaat ergens de politie bellen.
De rest? Wachten tot er een of
meer agenten komen, krijtstre
pen gezet worden, meetlinten
uitgelegd, een proces-verbaal ge
schreven. De zaken zijn geregeld
en elk vervolgt zijn weg.
Niet ernstige aanrijdingen, alleen
met materiële schade, ze komen by
tientallen voor, elke vierentwintig
uur. In een dorp kan het zijn in de
hoofdstraat en dan staat de volle bus en
de rest van het verkeer te wachten;
tien, twintig minuten. In een grote stad
kunnen, in diezelfde tjjd, vyf trams
achter elkaar staan, met honderden
mensen erin. Kwade mensen soms, die
zeggen; Zet die wagens aan de kant en
regel daar de zaak, dan kunnen wy ten
minste verder.
Gisteren sprak ik zo'n „kwaad mens",
die dergelijke situaties al ettelijke ke
ren heeft meegemaakt. „Het is belache
lijk", zei hij, „dat een paar honderd
mensen in een tram zitten te wachten
vanwege een ingedeukt spatbordje of
een verfrommelde koplamp. Ik heb het
meegemaakt, dat er dan in een dik
kwartier vier trams achter elkaar
stonden. Het hele schema ligt dan in de
war. Hier kijk, ik krijg juist een brief
van een oud-politieman. Dit schrijft
hij: „Vroeger regelden wij op een eer
lijke wijze en tot ieders genoegen de
schadezaken; nu zijn de agenten steeds
maar druk bezig met het invullen van
formulieren voor de verzekeringsmaat
schappijen". Dat zegt een man uit de
praktijk. Maar ja, met jou kan ik na
tuurlijk nauwelijks praten, want jij bent
ook automobilist
Nu valt het best mee, dat praten met
mij en dat heb ik dit „kwade mens" dan
ook gezegd. Want er zijn wel vele voet
gangers die bij voorbaat alle mannen
die een autostuur hanteren tot een soort
geboefte verklaren, maar dat is natuur
lijk onzin.
De praktijk. Het voorbeeld handelde
over een scooter en een auto. Dat kun
nen natuurlijk net zo goed twee auto's
zijn of een brommer en een motor of
gaat u zelf maar verder. Twee gemoto
riseerde voertuigen dus die een klap
tegen elkaar maken.
Dat is het begin. Niet alleen van alle
ellende, maar ook van de onwetendheid
van de velen die zo'n voertuig niet be
sturen. Want het minste klapje tegen
een spatbord kost tegenwoordig vier
tientjes. En de opmerking van mijn
„kwaad mens" over een verfrommelde
koplamp dat kon wel eens acht
tientjes kosten.
Dan gaan we verder. Kijk, het hele
probleem zou geen probleem zijn wan
neer ons land bevolkt was met één
grote massa vriendelijke en vooral fat
soenlijke lieden. Want die tik tegen an
dermans spatbord of koplamp kan u
vandaag net zo goed als mij gebeuren.
We kunnen allemaal een doodgewone
fout maken terwijl we welk soort van
stuur dan ook hanteren.
Goed en als we dan allemaal zo
netjes waren om elkaar ons kaartje of
onze naam (op) te geven, met de
boodschap: „tl Iaat maar maken, ik
hoor de schade wel" (en dan ook ach
teraf betalen) dan was er geen vuiltje
aan de lucht.
Bij de Rotterdamse Lijnbaan vond ik
eens een briefje van een dokter onder
mijn ruitenwisser. „Heb uw linker ach
terspatbord beschadigd", stond erop. De
kosten waren vijfendertig gulden en de
arts heeft keurig betaald.
Maar twee weken geleden kom ik op
een kruispunt een auto tegen die me
van links nadert, mijn spatbord deukt
en voor wie de schade?
Het was allemaal midden op een
trambaan gebeurd. Ik belde geen poli
tie, zette mijn autootje aan de kant, de
„ander" deed op mijn verzoek hetzelf
de, we praatten even, mijn aanrijder
bleek niet tot een regeling bereid en we
zijn verder gegaan.
Twee dagen daarna heb ik hem opge
beld en nogmaals gevraagd of hij iets
wilde regelen. Welnee, zei hij, daar voel
ik niets voor.
Nu betaal ik dus de zestig gulden uit
deuken en spuiten en hij trekt aan het
langste eind.
Weet u wat ik voortaan doe? Ik
verzet myn autootje geen centimeter, al
houd ik een hele tunnel met verkeer
vast, tot er een agent is geweest.
„Ja, maar al die mensen dan, laat je
eventueel honderd of meer mensen
wachten vanwege dat spatbord van
jou?"i vroeg- mijn „kwaad mens'if-giste"
ren wat verwonderd en tegelijk wat
geërgerd.
„Stel je voor dat zo'n aanrijding me^
eens per maand gebeurt. Moet ik dan
aan het einde van het jaar zevenhon
derdtwintig gulden betalen omdat an
deren mijn eigendommen beschadigen
en ik zo beleefd ben niemand te laten
wachten?", was mijn wedervraag.
„Er moet een oplossing te vinden
zijn", luidde zijn antwoord.
t Ik zie die oplossing nog niet. Zon
der proces-verbaal geen verhaal, noch
bij de verzekering noch bij een ander.
De eerste vraag is altijd: Heeft u de
politie gewaarschuwd?
Nu heb ik het niet gedaan en ik zit
zelf in het schip, om het maar eens dui
delijk te zeggen. Daar voel ik in de toe
komst niets voor.
Ik houd het voorlopig nog op de
agenten die de zaken bekijken en op
schrijven. En ik ben bijzonder blij, dat
ze er zijn.
Als u een betere oplossing weet houd
ik me aanbevolen.
129
Er waren mensen die aan een
Romerswaler geen hulp of steun wil
den geven, omdat zij meenden dan
in verzet te komen tegen God zelf,
die de zwervers getekend had.
In dat najaar ging er weer vreem
de praat door de stad. Een oude
vrouw beweerde dat de doden, die
schouder aan schouder in de boom
gaard van Willem Boudijnszoon la
gen, in maannachten uit hun graven
kwamen om naar hun bezit te gaan
zoeken. Poppen de Vogelaer hoorde
het zuchten en kreunen der omgeko
menen als hij 's nachts niet kon sla
pen. Hij was er zo bang voor dat hij
niet meer naar bed durfde gaan,
maar heel de nacht op een stoel
bleef zitten, bij een brandende
kaars. Het is zijn kwaad geweten
dat hem wakker houdt, zeiden de
mensen, die hem gekend hadden
toen hij rentmeester van Lodycke
was. Alleen de vissers wisten dat
het de zee was die gromde en
dreunde. Ze woonden in hun scha
mele hutten in de buurt van de ha
ven en aan de rand van de schor
ren. Veilig was het daar nooit en
toch wilden ze nergens anders wo
nen. Zo waren ze gehecht aan het
plekje grond dat nog boven de zee
uitstak. Over de burcht van heer Ro
mer hadden ze hun vaders en groot
vaders al horen vertellen. Van de
burcht zelf was niets meer over,
maar de kracht van de mannen die
er in gewoond hadden was blijven
leven. De Romerswalers weken niet.
Ze waren blij, ook al spraken ze
daar nooit over, dat een nazaat van
deze mannen bij hen wilde blijven
wonen, al was het een bastaard.
Agniet had twee dienstmeisjes
meegebracht van Cattendycke. Een
van die meisjes had verstand van
zieken verzorgen en van kruiderijen.
Als het nodig was stuurde Agniet
haar naar de vissershutten of naar
de buurt waar het schamele volk
woonde, om een ziek kind of een
vrouw te helpen.
Op een dag kwam ze helemaal
ontdaan terug van haar bezoek bij
een oude man, die zijn benen niet
meer kon gebruiken. De oude had
verteld dat de doodshond weer door
Romerswale sloop. Hij had hem ho
ren huilen. Andere mensen hoorden
dat niet, maar hij vergiste zich
nooit. Enkele weken voor het bekend
werd hoe de boerenjonker was omge
komen, had de doodshond het al aan
gekondigd. De oude kon toen zijn be
nen nog gebruiken.. Terugkomend
van de haven, had hij hem zien ren
nen. Hij was uit het Noorden geko-
DOOR
men, helemaal besmeurd met blauw
achtig slik. Op iedere straathoek had
hij erbarmelijk gejankt, maar nie
mand had het gehoord. De oude was
hem gevolgd. Hij rende naar de Ru-
terbloeme, waar hij met zijn lelijke
magere poten aan het poortje had
staan krabben. Baldus was later met
een emmer water en een bezem ge
komen om de slik er af te boenen.
Die had natuurlijk gedacht dat het
sporen van een gewone hond waren.
Niet lang daarna was de boerenjon
ker verdronken en het water had
voor de tweede keer de stad over
stroomd.
Agniet was niet erg bijgelovig en
haar meisjes ook niet, maar de oude
was zo overtuigd geweest met zijn
verhaal, dat ze angstig werden.
Het is nu bijna winter, zei het meis
je. We zouden dan toch teruggaan
naar Cattendycke?
Ben je bang om hier te blijven?
vroeg Agniet, die haar eigen schrik
probeerde te verbergen. Als de jon
ker hier kan wonen en al de andere
mensen, waarom zouden wij het dan
niet kunnen? Het water komt niet
ieder jaar in de stad.
Ze huiverde terwijl ze het zeide.
Het klonk bijna als een uitdaging
aan de zee. Ze wist heel zeker dat
ze verschrikkelijk bang zou zijn als
het begon te stormen. Al was ze erg
trots op het oude geslacht waarover
Arjen haar zo veel had verteld. En
ze wilde niet onderdoen voor de ede
le vrouwen die binnen Romerswale
hadden gewoond.
Omdat ze nooit iets voor Arjen
verzwijgen kon, vertelde ze hem al
les wat ze van haar dienstmeisje ge
hoord had. Arjen luisterde naden
kend. Hij had zulke verhalen meer
gehoord. Onder de Romerswalers wa
ren er die overal betekenis aan
hechtten. Dat werd nu nog erger, nu
de stad zo eenzaam, als een verla
ten eiland in de zee lag. Vooral in
de donkere maanden, wanneer wind
en zee klaagden en bonsden, dag en
nacht. Het donkere dreunen kroop de
mensen in het bloed, ze voelden het
trillen in hun lijven. En het was
waar dat er soms iets door de stra
ten sloop. Alsof de doden rondwaar
den die niet konden scheiden van de
piek waar ze geleefd hadden.
Merijn was weer begonnen aan zijn
schilderij van de dode jongen.
Arjen had de schilder zo streng op
het hart gedrukt ervoor te zorgen
dat zij het nooit zou zien, dat Me
rijn er alleen aan werkte met een
gegrendelde deur. Aan al die dingen
dacht Arjen toen Agniet haar verhaal
deed. We zullen ^roeg naar Ber
gen gaan om het Kerstfeest te vie
ren, zei hij. Mijn stiefmoeder zal blij
zijn om je eindelijk te leren kennen.
NED. HERV. KERK
Beroepen te Vriezenveen: W. Ver-
wey, te Zevenhoven, te Wolsum: A.
Nachtegaal, vic. te Beverwijk.
Aangenomen naar Zeist, zevende
pred. pl.: H. Hoekstra te VroomShoop.
Bedankt voor Wilnis (toez): M. J. G.
v. d. Velden te Nieuwpoort. Beroep
baarstelling: J. Hiensch, kand. (Ooster-
straat 15, Utrecht), H. Lofvers, kand.
(Kribbestraat 38) te Amsterdam-z., J.
F. van Oosten, kand. (Melkpad 33). te
Hilversum en ds. L. Luteyn, lucht-
machlpredikant (Sperberweg 3, Guter-
loh) Wet-Dutlad zij beroepbaar
gesteld.
GEREFORMEERDE KERKEN
Beroepen te Oostvoorne: kand. Tj.
Doesburg te Amsterdam. Te Rheden-
De Steeg: P. H. Steenhuis te Bergent-
heim. Aangenomen naar Pesse: D. J.
Hëslinga kand. te Groningen. Bedankt
voor Dokkum vac. H. Hogenhuis: E.
Haverkamp te Minnertsga. Benoemd
tot hulppred. te Rotterdam: B. ter
Haar, kand. aldaar.
GEREF. KERKEN (VRIJGEMAAKT)
Beroepen te Bunschoten-Spakenburg:
vac. J. Rjeveld: H. va Omrne te
Oud-Loosdrecht en idem, vierde pred.
pl. W. G. de Vries, Leiden; te Uitlui
den: C. J. Smelik te Veenendaal.
Vandaag zullen ze ln Den Haag
sneuvelen, de gladde banden. De poli
tie houdt met Ingang van deze och
tend in de residentie een verscherp
te controle. Gladde banden worden ln
beslag genomen en tegen de bestuur
ders van de auto's met die banden
wordt proces-verbaal opgemaakt.
Het is maar dat u het weet.
Advertentie
Pantoffelbloemen o'f Calceolaria's wor
den veel als kamerplant gekweekt; het
zijn bijzonder mooie planten en ze bloei
en ook rijk. Men moet ze vooral niet
in de warme kamer zetten; daar kun
nen ze niet tegen; voor hen is een zeer
matig verwarmde kamer al ruim vol
doende. De potgrond moet men wel ma
tig vochtig houden.
AMSTERDAM (ANP). De Amster
damse rechtbank heeft gisteren de acht
tienjarige leerling-botenbouwer Chr. B.
uit Hilversum veroordeeld tot acht
maanden gevangenisstraf, waarvan drie
maanden voorwaardelijk en aftrek van
het voorarrest.
Vierentwintig keer was B. op pad ge
weest. Samen met vrienden had hij ge
regeld benzine voor zijn wagen uit an
dere auto's afgetapt. Bovendien hadden
de jongelui verscheidene keren ingebro
ken.
De negentienjarige H. B. kreeg voor
zijn aandeel in de rooftochten zes maan
den, waarvan vier voorwaardelijk en
aftrek van voorarrest; de eveneens
achttienjarige A. B. kreeg drie maan
den voorwaardelijk.
Advertentie
Onderzoekingen van cosmetologische des
kundigen leidden tot de ontdekking van
het Paravitamine Complex FB 2, dat de
uitzonderlijke eigenschap bezit aan grijs
haar de natuurlijke kleur terug te geven.
Deze ontdekking betekent een omme
zwaai op het gebied der haarverven,
want in enkele dagen krijgt grijs haar
zelfs indien dit al verscheidene jaren
werd geverfd weer leven, het krijgt
steeds meer de natuurlijke kleur die het
dan behoudt.
Dit resultaat is geheel natuurlijk,
de laatste wetenschappelijke w:
mingen hebben aan het licht gebracht,
dat het Paravitamine FB 2 het kleur-
gevend pigment van het haar is.
Lezeressen en lezers die verdere bijzon
derheden wensen omtrent dit Paravita
mine FB 2, kunnen zich wenden tot het
Comptoir Générai des Produits d'Hy-
giène et Beauté, afd. E (Rayon E 732),
rue de la Réforme 70, Brussel.
Een uiteenzetting zal hen gratis toege
zonden worden onder discreet omslag.
Van onze parlementaire redacteur
DEN HAAG Mevrouw mr. J. M.
Stoffels-van Haaften (lib.) zal in haar
hoedanigheid van eerste plaatsvervan
gend voorzitter van de Tweede Kamer,
de leiding hebben van de afvaardiging
die de Staten-Generaal zal zenden naar
de installatie van de Nieuw-Guinearaad
op 5 april te Hollandia. Dat is gisteren
beslist nadat de Tweede Kamer had be
sloten aan deze afvaardiging deel te ne
men.
De Kamer heeft ook besloten de
Nieuw-Guinearaad te vragen in te stem
men met het besluit een parlementaire
missie naar dit gebied te zenden. Deze
missie, de derde na die van 1954 en
1957, zal een nauwer omschreven taak
krijgen dan haar voorgangsters. De
Nieuw-Guinearaad is min of meer te be
schouwen als een zusterinstelling-in-wor-
ding. zo zei mr. Th. M. J. de Graaf,
voorzitter van de Nieuw-Guineacommis-
sie van de Tweede Kamer. Daarom zal
de missie, die waarschijnlijk begin juni
zal vertrekken, de raad moeten be
schouwen als de instantie tot welke zij
zich om inlichtingen en met wensen
moet wenden. In dit stadium zullen wij
moeten onderstrepen dat ons land in
Nieuw-Guinea slechts bijstand verleent.
De nog te benoemen parlementaire
missie zal de opdracht krijgen om zelf,
in afwachting van de instemming van
de Nieuw-Guinearaad, de omschrijving
van haar taak op te stellen.
DEN HAAG. Het nieuwbenoemde
Tweede-Kamerlid J. A. van Bennekom
(a.r.), die de vacature van drs. Hazen-
bosch vervult, is gisteren beëdigd.
KIOK ME AAMjGORPON.
zij zier ruimtevrees er
UIT/N ONZE MODERNETMD.
EEN NI EU WE. ZIEKTE...
UËKUldTNlETNAARDE
LUCHT.OF DESTER-
REN KUIKEN, UESIAAPT
SREXSONIjER
ZUNfMSE!? GE
VALLEN GE
VEESTEN Zld
ZUNGENEZEN.
GEN£ZEN?OENKUEDAT
IKME ZO LAATZIEN?QRÊG
GREVSÖN DE EERSTE
MENS OPMARS-NU
E6NGRIENENPE
LAFAARD?
lIlllllllIlIlllllllllllllllltllllllllllIUIllllllllllllllllllllltllltlllllllllllltllllUlltUllllllUlllllllllUllllllllllllllIilllimHIIIIIIIIIllUlllllllUlllllllUUIIUllUUIllUlUtUllllliimiUIUIIllUHIllUUlllllUtHUHIIlllllllIlllll^l
4. Tijdens de reis naar de Stille Zee,
was Kappie de enige die zich weinig
meer bekommerde om de bol, die hij
vervoerde.
Maar de maat, de meester en Okki
scharrelden er herhaaldelijk nieuwsgie
rig omheen. Ook nu weer.
„Als het een duikbol is, lijkt hij mij
toch moeilijk te besturen," mompelde
de maat
„Misschien wordt hij gewoon neerge
laten en opgehesen," opperde Okki en
hij wees op een stevige haak, die boven
op de kogel zat.
„Onzin," meende de meester. „Daar
is een hoeveelheid kabel voor nodig, die
één schip niet kan bergen!"
Okki gaf geen antwoord meer. Hij
was er na enig gepruts in geslaagd een
luikje te openen en bevond zich nu in
het binnenste van de bol.
„Glimpiepers daar staat een hele ge
luidsinstallatie!" zei hij veibaasd. „Een
knoert van een bandopname-apparaat
en een rek vol geluidsbandjes! Wat
moet je daar nu mee, op de zeebodem?"
19. De broeierige warmte van de stal
maakte, dat Distel, die nog altijd niet
helemaal de oude was, de grootste moei
te had, zijn ogen open te houden. Maar
een vaag gemompel maakte zijn nieuws
gierigheid gaande en hij liep verder
naar binnen, langs hun eigen paarden,
die tevreden uit een volle ruif stonden
te happen. Alle dieren, die hier ston
den zagen er goed verzorgd uit, zodat
Distel wat dat betreft geheel gerustge
steld was. Toen hij doorliep zag hij
achter in de stal een oudere man, die
een prachtige vos stond te borstelen. Hij
praatte zachtjes onder zijn werk en toen
Distel dichterbij kwam, hoorde hij hem
mompelen: „Zoet maar, ouwe jongen,
hopelijk duurt het niet zo lang meer
eer de meester je weer berijden kan!
Als hij beter wordt tenminste! Anders
ziet het er slecht voor je uit! Heer Elar
weet nog altijd niet, hoe hij met paar
den moet omgaan, evenmin als met
mensen!" Heer Elar vaag drong het
tot Distel door, dat dat de man moest
zijn met wie zij de vorige nacht hier
heen waren gereden. Maar wie hij ver
der ook was, erg geliefd scheen hij niet
te zijn! Daar hij de oude stalknecht niet
in verwarring wilde brengen, keerde
hij behoedzaam op zijn schreden terug
en juist kwam hij de stal uit, toen hij
iemand de poort zag binnenkomen. Het
was Maroessia, de oude zigeunerin
Voor hij een woord kon uitbrengen
greep de vrouw hem bij zijn mouw en
fluisterde: „Uw Heer is in groot ge
vaar! Zeg hem, dat hij zo spoedig mo
gelijk van hier vertrekt!"