ENGELAND GAAT ZICH
ZWAARDER BEWAPENEN
Het harde geslacht
DE NATUUR
P. W. RUSSEL'S
DEZELFDEN BIJ
ANDERS DAN
ANDEREN IETS GROOTS
NEGEN MAANDEN GEËIST
Man liet zijn vrouw
alleen bij bevalling
KAPPIE EN DE LUCHTSTRIJD
Groningen. Dat was het
De Reus
Hup, wèg
De muts
In de prijzen
Nadruk op militaire kracht van China
Dronken automobilist
zwaar gestraft
Oostenrijkse president
naar ons land
in en om uw huis
DOOR
DICNATE
ROBBERTZ
surem secretarie
Westenschouwen
Woensdag 15 februari 1961
ZEEUWSCH DAGBLAD
Pag. 2
het leek meloe&z /heens falmbomeh em hoela meesjes tezibh harem.
dat zo'n uitzending kan gegeven wor
den, daar hoort u nooit iets van.
En daarom vandaag de muts van het
hoofd voor die mannen van de NTS.
wel helemaal gisteren: elf
miljoen Nederlanders klop
ten de schimmel van hun voch
tige klederen, gooiden deuren en
ramen wijd open en staken hun
neus zuchtend in de lucht. Zon!
Ik wist niet waar ik was; u wel?
Zo maar zon, een handvol warm
te, die weldadig aandeed.
Rond het uur van negenen gister-
ochtend reed ik uit Groningen weg
richting Assen. De koplampen aan,
één grijze mistige brij om me heen. Bij
Meppel alleen nog maar het stadslicht,
bij Zwolle helemaal geen licht en voor
zichtig het dak open, by Amers
foort dat was bijna het einde na
alles wat we gewend waren de laatste
maanden. Jas uit, sjaal af, raam open:
zon! Een woord om heel voorzichtig
mee om te gaan, oin onder voorbehoud
neer te schrijven: zon. En vandaag
laten ze ons nog een zonsverduistering
zien per televisie ook. Of het weer niet
gegund is. Geef opnamen van ge
nietende mensen, van figuren die hun
krakende botten uit de kille Neder
landse huizen slepen en zieh in stads
parken laten opdrogen!, is men ge
neigd te roepen.
O ja, Groningen. U wenst wellicht te
weten waarom ik daar geweest ben.
Och, er was weer buiten de kruid
koek van alles te beleven en omdat
ik een dag eerder toch in Heerhugo-
waard was, kwam de gedachte: rij even
door.
In de late avond van maandag stapte
ik er binnen bij gebouw „Maas", waar
de Nederlandse Televisie Stichting de
duizendste reportage verzorgde buiten
de studio's. U heeft dat wellicht alle
maal gezien: „Anders dan Anderen"
met als hoofdpersoon die oud-kapitein
Wijnstok, die ze De Reus noemden.
Het was de Vara die de uitzending
gaf, maar het waren mannen van de
NTS die achter de camera's stonden,
die met hun wagens vol attributen naar
m
-Xr
Dit heeft u gezien wanneer u maan
dagavond naar Anders dan Anderen
keek: Bert Garthoff (links), schipper
Toxopeus en de hoofdpersoon: oud-
kapitein Wijnstok. Maar wat u niet zag,
dat waren de camera*s en de kabels om
die troon heen. En over wie u niet hoor
de, dat waren de mannen die aan die
kabelszaten. Daarom staan ze hiernaast
in het zonnetje.
Groningen gekoftien waren, en die uit
eindelijk het beeld in uw kamers
brachten.
Bij zo'n uitzending moet u gaan
kijken op het moment, dat uw kijk-
scherm grijs wordt; het ogenblik dus,
waarop in dit geval het gezicht van de
oud-schipper van uw toestel verdween.
Toegestoken handen hielpen hem en
z\jn vrouw daar in Groningen van een
podium af en de zaal liep leeg. Op
hetzelfde moment ging het decor al
tegen de vlakte. Ik geloof dat het er
vijftien waren, de mensen van die NTS.
Ze haalden gordijnen, die „de achter
grond" waren geweest, naar beneden,
ze rolden kabels op, „de stoel" werd
weggedragen, microfoons gingen in
klaarstaande dozen en kisten, camera's
werden voorzichtig ingepakt. Kortom,
tien minuten na het einde van die tv-
uitzending herinnerde in gebouw
„Maas" in Groningen alleen nog een
houten podium en rondlopende mensen
aan wat geweest was.
Geen woord werd er geschreeuwd,
geen aanwijzing zichtbaar gegeven. Als
een' groep nijvere bijen, die klaar zat
om aan te vallen, wandelde iedereen
ergens heen. Niemand die iets ver
keerds pakte, aan een ander moest
vragen waar iets heen moest of zijn
spullen niet kon vinden.
Als een groepje tot en met op elkaar
ingespeelden ging men zijn weg. Het
zijn de mensen, over wie u nooit iets
hoort. De namen van Garthoff, Pier
Tania en Karin Kraaykamp u kent
ze allemaal van die programma s
„Anders dan Anderen".
0 Maar van die naamlozen die achter
de schermen de zaken op poten zetten,
weer afbreken en vervoeren van die
groep die in een minimum aan tjjd en
zonder veel woorden mogelijk maakt
IN datzelfde gebouw „Maas" sprak ik
met een burgemeester die zo enthou
siast over zijn gemeente kan praten,
als ik weinig burgemeesters heb horen
doen. Het was mr. A. A. J. Goldberg,
de eerste burger van Delfzijl.
„We verwachten iets groots voor de
toekomst", sprak hij. „Ik heb de vaste
overtuiging dat we rond Delfzijl een
chemisch centrum
van Noordoost-
Nederland gaan
krijgen. Dat is niet
alleen belangrijk
voor Delfzijl, dat is
belangrijk voor het
hele Noorden. Veel
werknemers gingen
in de achter ons
liggende jaren naar
het westen van het
land en misschien
moeten wft nu voor
de uitbreidende in
dustrie mensen uit
Oost-Groningen
aantrekken. Maar \ir a A 1
dan blyven ze ten- Mr. A. A. Goldberg
minste in Groningen. O ja, wat ook
gebeurt is dit: Groningers die naar het
Westen gingen, schrijven brieven naar
hier en vragen of ze terug kunnen ko
men nu ze horen dat hier volop werk
is."
Burgemeester Goldberg was nauwe
lijks te stoppen. „Ons grote voordeel
hier is, dat we geen vervuilingsprobleem
hebben. We kunnen onze afvalstoffen
lozen in de Eems en zo'n gelegenheid
bestaat bijna nergens. We hebben
grondstoffen, kunstmest en kunststof
fen, we hebben het zout in de voeten
en het gas in de rug. We zijn in Delf
zijl een kerngemeente, dus vijftig pro
cent korting op de grondprijs. Hecta
ren en hectaren hebben we nog voor
wie bij Delfzijl zijn industrie wil ves
tigen en aan onze haven worden op
dit moment miljoenen besteed. Alleen
huizen. We moeten veel meer huizén
hebben. Tussen 1956 en 1959 bouwden
we er twaalfhonderd. Nu zijn dat ge
tallen van dertig en vijf-en-dertig. Maar
we zetten door en we moeten die huizen
hebben".
0 Aldus mr. Goldberg die, wanneer
de Nederlandse burgemeesters een wed
strijd hielden onder het motto „Ver
koop uw eigen stad", zeker in de eerste
prijzen zou vallen.
Van onze correspondent
T ONDEN. De komende tien jaar nog zullen de zogenaamde V-bOmmen-
werpers de voornaamste bijdrage van Groot-Britannië vormen tot de
defensieve kracht van het Westen. Dat blijkt uit het jaarlijkse Witboek over
de defensie dat de Britse regering gisteren heeft gepubliceerd.
Voor het eerst wordt er in dit Wit
boek ook met grote nadruk melding
gemaakt van de toenemende militaire
kracht van de Chinese volksrepubliek.
Raketten
De V-bommenwerpers (Victor, Va
liant en Vulcan) zijn in staat kernbom
men en raketten te vervoeren naar
doelen in de Sowjetunie of in elk ander
land dat het Westen zou aanvallen.
Sommige van deze vliegtuigen zullen
tegen 1965 bewapend worden met de
Skybolt, de ballistische raket die in de
Verenigde Staten wordt vervaardigd.
De Britse regering heeft geen reden om
te geloven dat men met de productie
van de Skybolt op het tijdschema ten
achter is geraakt.
Het komende jaar zullen de uitgaven
van Groot-Britannië voor de defensie
toenemen met 39 miljoen pond, zo
meldt het Witboek. In totaal, zo wordt
geraamd, zullen de uitgaven voor de
verdediging 1655 miljoen pond belopen.
Een tiende van dat bedrag wordt be
stemd voor het op peil houden van
het arsenaal kernwapens.
Belangrijk is dat de Britse regering
kennelijk niet van plan is de defensieve
kracht van het land uitsluitend van één
soort wapen te laten afhangen. De Brit
se minister van defensie ziet stellig
geen heil in het vertrouwen op de
Polaris alleen als voornaamste verde-
gings- en vergeldingswapen van het
Westen. Vandaar de nadruk die er in
het Witboek wordt gelegd op de V-
bojnmenwerpers.
Ook andere wapens
Hoewel de Skybolt niet met name
wordt genoemd, blijkt verder dat En
geland ook werkt aan andere soorten
bommen en raketten voor zijn bom
menwerpers. Indien er in' Atlantisch
verband wordt overgegaan tot het vor
men van een voorraad tactische kern
wapens, dan zal Groot-Britannië daar
graag aan meedoen.
Van een onzer verslaggevers
DOTTERDAM „Hier staat een
man voor u, die in één nacht zijn
vrouw en pasgeboren kind heeft
verloren. Hoe, zal Uw rechtbank
nauwelijks te weten komen. Ik ben
er niet uitgekomen. De feiten wijzen
uit, dat toen de dokter kwam,
vrouw en kind dood waren. De
feiten wijzen eveneens uit, dat ver
dachte drie of vier tegenstrijdige
verklaringen beeft afgelegd om ten
slotte tot zijn laatste verklaring te
komen, die hij ook nu nog hand
haaft."
Deze woorden sprak de officier van
justitie bij de rechtbank te Rotterdam
in de zaak van de 29-jarige trambe
stuurder H. W., die gisteren terecht
stond. Hij was ervan beschuldigd zijn
vrouw in de nacht van 28 juli vorig
jaar opzettelijk in hulpeloze toestand
te hebben gelaten terwijl zich de be
valling van hun zesde kind voltrok.
Subsidiair was grove nalatigheid te last
gelegd. Pas acht uur na de bevalling
had verdachte een boodschap naar de
huisarts gestuurd.
Belofte
Verdachte zei gisteren zijn vrouw te heb
ben beloofd geen dokter te zullen ha
len. „Er is niets aan de hand. Ik wil
niet dat de dokter voor niets komt",
zou de vrouw hebben gezegd. Verdachte
zou zieh aan zijn belofte zo gebonden
hebben gevoeld, dat noch voortdurend
bloedverlies bij de vrouw, noch haar
uitgeputte toestand, noch de dood van
de levend geboren baby voor hem aan
leiding zouden zijn geweest zijn be
lofte te breken.
„Ik geloof dit niet", aldus de officier.
„Verdachte zegt zijn schuld zeer zwaar
te voelen. Hij zegt, dat hij zich wel
voor de kop kan slaan dat hij de dokter
niet heeft gehaald. Als dat allemaal zo
is, heeft deze man recht op straf. Straf
moet dan een zegen voor hem zijn",
aldus de officier van justitie. Hij eiste
negen maanden met aftrek.
Verwondingen
Als getuige in deze zaak werd de patho
loog-anatoom dr. J. Zeldenrust gehoord.
Hij verklaarde te hebben geconstateerd,
dat de baby een verstikkingsdood was
gestorven en dat de moeder inwendige
verwondingen had. die afkomstig kon
den zijn geweest van een scherp voor
werp, maar die ook een natuurlijke
oorzaak konden hebben gehad.
Verdachte bekende dat er door hem en
zijn vrouw wel eens over abortus was
gesproken, maar hij ontkende in de
noodlottige nacht iets van dien aard te
hebben bewerkstelligd
De raadsman, mr. L. H. W. van Sandick,
achtte de schuld van zijn cliënt aan
het overlijden van de vrouw niet be
wezen. Hij bestreed het causaal ver
band tussen dit overlijden en het niet
nemen van maatregelen. Hij was van
mening, dat W. niets kan worden ver
weten. Hij vond het niet zo vreemd,
dat W. zich aan de belofte aan zijn
vrouw gezien haar invloed op hem
had gehouden. Daarom vroeg mr.
Van Sandick vrijspraak.
Eigen nieuwsdienst
AMSTERDAM. De Amsterdamse
rechtbank heeft een automobilist, die op
31 oktober met een gammele auto een
woeste dronkemansrit maakte, gisteren
een stevige straf opgelegd. Hij de
55-jarige automonteur P. L. de G.
werd veroordeeld tot een half jaar ge
vangenisstraf met aftrek, waarvan twee
maanden voorwaardelijk. De rijbevoegd
heid werd hem voor twee jaar ontno
men.
B. schampte op zijn dolle rit door Am
sterdam langs een brugleuning, waggel
de tegen een geparkeerde auto en reed
vervolgens op een agent te paard In.
De officier van justitie had vijf maan
den met aftrek en twee jaar ontzegging
geëist.
Eigen nieuwsdienst
WENEN(AP). President Adolf
Scharf van Oostenrijk brengt in a-pril
of in mei een bezoek aan Nederland.
Hij is uitgenodigd door koningin Ju
liana en prins Bernhard.
In het najaar zal het vorstenpaar
vermoedelijk een tegenbezoek brengen.
Vroege groenten, kunnen nu al onder
glas gezaaid worden; vooral spinazie
is al aan de beurt. Onder glas zeker,
doch als men het weer mee heeft en
de grond niet bevroren is of te nat kan
men nu ook al de eerste spinazie in de
"olie grond zaaien; zaai maar een beet-
iikker dan u normaal gewend bent;
t alle zaden zullen tot ontwikkeling
tornen. U moet er wel een zonnig plek
je voor uitzoeken.
Het Witboek voorziet verder o.a. in
een zekere mate van uitdunning van de
Britse strijdkrachten overzee. Dit laat
ste zal evenwel geen drastische beper
king betekenen. Voor de burgerlijke
verdediging is de regering van plan
twintig procent meer uit te geven in
het komende jaar. De R.A.F. krijgt
minder, leger en vloot krijgen meer.
123
Arjen, wat is er dat zelfs jij
je zelf niet meer bent? Haar
zachte stem bracht hen allebei tot
bezinning. Claes schaamde zich voor
zijn moeder en bleef als een koppig
kind naar de punten van zijn schoe
nen staan kijken.
We hebben ook in het verdriet
beter tegenover elkaar gestaan,
broer, zei Arjen. Zijn stem trilde
nog. Waarom zouden wij elkaar ver
wijten maken? Geef me je hand.
Eén keer werd het mij te zwaar
en verlangde ik naar een vrouw die
me zou doen vergeten. Claes zei
het half verstaanbaar. Zijn moeder
stond nog op de drempel. Tegen
haar zou hij nooit hebben durven en
willen zeggen hoe hij leefde. En
toch kon hij nu niet zwijgen. Hij
voelde wrevel tegen de bastaard die
hem zo ver had gekregen, dat hij
ging uitspreken wat hij voor heel de
wereld verborgen had willen houden.
En toch deed het goed om te praten.
Het was bevrijdend en hij voelde
zich sterker en bewuster zonder dat
heimelijke.
Ze hebben me vergiftigd, die
vrouwen met hun lonken en lachen.
God weet dat ik het niet wilde,
maar als ik niet bij hen was, zag
ik altijd water en dacht ik voortdu
rend aan heel het lange leven dat
nog komen moet. Zonder huis en
zonder land...
Joanna kwam naar hem toe.
Claes, mijn grote kleine jongen.
Ze schikte iets recht aan zijn hals,
doek en veegde met een tip van
haar sluier een vlekje van zijn
zwaardgevest. Het was zo innig en
goed. Arjen liet hen alleen.
Buiten het huis gonsde de stad. Ar
jen had behoefte om te lopen. Het
beefde nog van binnen in hem en
hij zou onmogelijk ergens kunnen
blijven staan of zitten. Claes moest
niet in vreemde dienst gaan. Liever
stond hij Borrendamme af aan zijn
broer en zou hij zelf zijn hand op
houden voor een deel van Agniet's
bezit. Maar Claes mocht niet weg
gaan.
Op een hoek moest Arjen blijven
staan voor bij elkaar drommende
mensen. Ze waren druk in de weer
over een schip dat door de heer van
Bergen uitgezonden was om boeren
en dorpers van een kerkdak te ha
len, waar ze sinds de stormvloed
gezeten hadden. Het schip was te
rug gekomen met de geredden aan
boord. Niemand begreep hoe ze nog
leefden, na meer dan een volle week
op een dak te hebben gezeten met
r.iets anders dan wat wortels om
aan te knagen.
Arjen vroeg van waar de gered
den kwamen. Uit Agger en Hin-
kelenoirt, antwoordde een bejaarde
schipper. Hij had er bij gestaan
toen de verkleumde en half verhon
gerde stakkerds van het schip ge
haald werden. De meesten lagen in
het gasthuis.
En de anderen? wilde Arjen
weten.
Die zijn in de stadsherberg.
Arjen haastte zich daarheen. Hij
vond er een oude boer met diens
zoon en schoondochter. Ze kwamen
uit het dorp Agger en waren er zo
slecht aan toe, dat ze nauwelijks
konden spreken. Arjen vroeg of zij
iets wisten van Andries Jenszoon en
diens gezin. De oude boer moest
lang nadenken, voor hij zeide dat
er van de hoeve van Andries niets
meer over was. In de avond van de
ongeluksnacht was het water al door
de dijk gebroken, die vlak voor hun
huis lag. Neen, van Andries Jens
zoon en zijn gezin zou nooit meer
iets vernomen worden...
Arjen bleef nog lang door de stad
lopen. In de volgende dagen deed
hij telkens weer navraag naar de
boer uit de Aggerspolder, maar nie
mand had iets van hem gehoord of
gezien. Op een namiddag zat Arjen
met Claes in de stadsherberg. Ze
hadden er 'n schuilplaats gezocht
tegen de regen die neerstroomde.
Daar vertelde Arjen wat hij wist
over Joris en Diete Andriesdochter.
Je ziet dus, besloot hij, dat er
erge. dingen zijn dan te moeten wo
nen in een Bergs huis en maar één
paard meer te kunnen houden met
één knecht.
Claes zat voor zich te kijken. Ar
jen kon niet weten hoe hij het op
nam want zijn gezicht bleef onbe
weeglijk. Hij werd noch boos, noch
driftig.
Tot na het Kerstfeest bleef Arjen
in Bergen. Claes bleef er omdat hij
en Berta geen ander tehuis meer
hadden. Nadat zijn moeder gezien
had hoe zwak hij was geweest in
het dragen van zijn verlies, had hij
zich betamelijker gehouden. Arjen
was er evenwel zeker van dat hij
soms in de late avond buitenshuis
ging om eerst tegen de ochtend weer
binnen te komen.
Als je hier liever niet wil blij
ven, ga dan naar Holland en probeer
er achter te komen wat er van Joos
geworden is, stelde Arjen hem voor.
(Wordt vervolgd)
WESTENSCHOUWEN. B. en W.
van Westenschouwen hebben het volgen-
Ie bekend gemaakt over de gang van
zaken ter secretarie.
Zo zijn secretarie en bureau burger
lijke stand te Haamstede dagelijks ge
opend van 9 tot 12.30 uur. -■
De gemeente-ontvanger houdt zitting-
te Haamstede des woensdags van 9.30
tot 11.30 uur. De gemeente opzichter kan
te Haamstede gesproken worden des,
woensdags van 11 tot 12.30.
Te Renesse wordt in het voormalige
gemeentehuis zitting gehouden alleen
voor secretarie zaken des dinsdags van,
9 tot 12.30 uur en des vrijdags van 13.30
tot 17 uur. De gemeente-ontvanger houdt
te Renesse zitting des dinsdags van 9,30
tot 11.30 en de gemeente-opzichter des
woensdags van 9 tot 10 uur.
De burgemeester houdt spreekuur te„
Haamstede; als regel des voormiddags;
te Renesse des dinsdags van 11.30 tot
12.30 uur. Het verdient aanbeveling te
lefonisch een afspraak te maken. Voor
brand alarmering blijven dezelfde num
mers van kracht, alleen geldt voor.'
Noordwelle nu K. H. Zevering (01116
251) en voor Serooskerke J. A. C. Prin
ce (01117—318).
niiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiHimnininiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiin
65. „Ik zal jou eens wat vertellen, me
neer Bombastos!loeide Kappie. „Ik
heb genoeg van jullie opgeblazen presi
denten, vloot en luchtmacht en van de
hele mikmak! Als jullie wat meer recht
door zee gingen en je aan een eerlijke
afspraak hielden, was het niet altijd
zo'n herrie in deze streken...!"
„Stil!" brulde Bombastos. „In dit
land SCHREEUW IK ALLEEN!"
Maar zijn protest klonk als een zwak
gepiep toen Kappie weer het woord nam.
„Dat zullen we dan eens zien!!" riep
deze. „En we zullen ook eens zien, of
je ons tegen kunt houden, als we met
de Kraak het anker lichten! Jullie zijn
precies als je kruiser; bol en opgebla
zen en vol dreigementen, maar hol van
binnen! En als er klappen vallen, blijft
er ja niks dan een zielig hoopje over!"
Tijdens deze uitbarsting hadden El
Catról en El Ballon zich gezamenlijk
wat teruggetrokken. Zij wierpen verge
lijkende blikken van Kappie naar Bom
bastos.
„Caramba! Dat is pas taal..." fluister
de de eerste. „Vergeleken daarbij is Fi-
delio Bombastos een schreiende zuige
ling!"
„Mannentaal, bij San Copra!" beaam
de El Ballén. „Dat is de man, die we
als president moeten hebben..."
13 Langzaam kwam Elar overeind met
de steen in zijn sidderende handen. Hij
deed een paar stappen in de richting
van het venster, doch bedacht zich. De
steen kon wel een list zijn om heim
naar het raam te lokken! Maar het pa
pier dan! Hij trok het eraf en boog zich
naar de kaarsvlam, die hij toen het
steeds donkerder werd, kort geleden had
ontstoken. Bij het flakkerende licht las
hij de in onbeholpen hanepoten neerge
krabbelde boodschap; „Zo ge Uw doel
bereiken wilt kom dan vannacht naar
de schaapskooi op de Grote Heide. Al
leen." Onder het laatste woord waren
een paar dikke strepen gekrast. Een on
dertekening ontbrak. Onbewegelijk bleef
Elar staan. Hij was zo bleek als een do
de en fijne zweetdruppeltjes glinsterden
op zijn voorhoofd. Langzaam dwaalde
zijn blik door het vertrek en bleef rus
ten bij de man op de bank. Allerlei ge
dachten woelden bliksemsnel door zijn
hoofd. Eindelijk scheen hij tot een be
sluit te komen. Na een laatste onderzoe
kende blik op de grijsaard verliet hij
haastig het vertrek.
Scherp tekende de donkere schaaps
kooi zich af tegen de maanverlichte he
mel. Het uit ruwe balken opgetrokken
bouwsel stond midden op de Grote Hei
de. Af <-n toe klonk zacht en klagelijk
het geblaat van een schaap door de
nachtelijke stilte. Zorgvuldig in de scha
duw blijvend bewoog zich een donkere
gestalte langs de kooi, totdat de man
een punt bereikt had, vanwaar hij kon
uitzien over de vlakte, die onder het
koude licht van de maan. nog eens zo
verlaten leek.
t
4